NL8501519A

NL8501519A - Kaasketel.

Info

Publication number: NL8501519A
Application number: NL8501519A
Authority: NL
Original assignee: Mkt Tehtaat Oy
Priority date: 1984-05-28
Filing date: 1985-05-28
Publication date: 1985-12-16
Also published as: FR2564694A1; ATA157585A; FI68945B; AT390352B; FR2564694B3; DK224385A; DK224385D0; DE3518719A1; FI842133A0; FI68945C; US4612853A

Description

* i G PEM/so/13 Kaasketel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kaasketel, bestaande uit twee hoofdzakelijk cilindervormige delen, die gedeeltelijk zodanig met elkaar samenvallen, dat de mantels van de delen, waarvan de doorsneden cirkelboogvor-5 mig zijn, de zijden van de ketel vormen, en waarbij de bodem van de ketel bestaat uit hoofdzakelijk gelijke cirkelvormige segmenten, en waarbij in elk van de cilindervormige delen een roteerbaar gereedschap is aangebracht, dat het kaasmengsel behandelt, waarbij het gereedschap zodanig is gevormd, dat 10 tijdens rotatie ervan de zijden van het gereedschap de bodem en de zijden van de ketel volgen voor het bereiken van een volledige behandeling van het kaasmengsel.

Kaasketels, waarin de wei wordt gescheiden van het kaasmengsel, en waarin de kaasmassa in wrongeldeeltjes wordt 15 verdeeld, bestaan gewoonlijk uit vertikale, cilindervormige houders, die van één of verscheidene, het kaasmengsel mengende en in stukjes verdelende, roteerbare gereedschappen zijn voorzien. Omdat de afmetingen van kaasketels in de loop van hun ontwikkeling is toegenomen, heeft deze soort cilindervor-20 mige ketel een onaantrekkelijk grote hoogte bereikt met betrekking tot de produktie van bepaalde kazen, zoals bijvoorbeeld Edammer kaas. De reden hiervoor is de overmatige druk, die op de naar de ketelbodem zinkende wrongeldeeltjes werkt.

Het probleem kan niet worden opgelost door de ketel lager en 25 breder te maken, omdat het transport van een ketel zoals deze van de fabriek naar de melkfabriek als gevolg van de afmetingen ervan te moeilijk zou zijn.

Als oplossing voor bovenstaand probleem werd de kaasketel geconstrueerd van twee naast elkaar liggende cilin-30 dervormige delen, zodat de delen gedeeltelijk met elkaar samenvallen. Op deze wijze is een meng- en bewerkinrichting voor kaas ontstaan, die lager gemaakt kan worden dan een conventionele kaasketel, zonder een compromis met betrekking tot de afmetingen van de ketel.

35 Wanneer de uit parallelle, cilindervormige delen bestaande kaasketel met een hoofdzakelijk horizontale bodem wordt uitgevoerd, kunnen de in de ketel bewegende gereed- * i' ~ -f «4 n> ^ i» ...

W \ï' i. - £ Γ 5 - 2 - schappen de bodem en de zijden van de ketel volgen, zodat het kaasmengsel in de ketel geheel behandeld kan worden. Nu doet zich echter het probleem voor, dat wanneer de wrongeldeeltjes uit de ketel worden afgevoerd, en wanneer de ketel wordt ge-5 reinigd, het moeilijk is de ketel geheel te ledigen. De af-voeropening in de bodem van de ketel wordt normaal aan de rand van de ketel aangebracht, hetgeen impliceert, dat de ketel in de richting van de opening gekanteld moet worden, om deze geheel te ledigen. Hieruit vloeit voort, dat de ketel 10 van een afzonderlijk hefmechanisme moet zijn voorzien om hem te doen kantelen.

Een oplossing voor het vermijden van de bij het ledigen van de ketel behorende problemen is, dat de ketel permanent in een hellende positie wordt bevestigd. Dan ontstaat 15 echter een nadeel, dat de ketel niet tot de rand kan worden gevuld en er dus enige ruimte overblijft. Een andere oplossing is, dat de ketelbodem hellend wordt gemaakt, zodat deze naar de afvoeropening helt, die bij voorkeur in het midden van één of het ander cirkelvormig segment is geplaatst. Aan 20 de andere kant heeft dit ontwerp het nadeel, dat de in de ketel beweegbare gereedschappen een dood gebied hebben bij de bodem van de ketel, dat zij .niet bereiken en waarin het aanwezige kaasmengsel dus geen behandeling krijgt.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het ver-25 schaffen van een kaasketel, die bestaat uit twee naast elkaar geplaatste cilindervormige delen, die gedeeltelijk samenvallen en waarbij de bovengenoemde nadelen, die zich voordoen in soortgelijke bekende ketels, zijn vermeden. Terwijl bekende ketels gekenmerkt worden, doordat hun cilindervormige delen 30 parallel aan elkaar zijn, wordt daarentegen de ketel volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt, doordat de cilindervormige delen van de ketel zodanig naar elkaar toe hellen, dat hun samenvallen van onderen naar boven toeneemt.

Wanneer de bodem van de kaasketel volgens de uit-35 vinding uit delen bestaat, die hoofdzakelijk loodrecht staan op de assen van de cilindervormige delen van de ketels, en waarbij dus de bodem eveneens helt als gevolg van de helling van de assen, kan de ketel geledigd worden door de afvoerope- 8501519 ’ i - 3 - ning in het midden van de bodem aan te brengen zonder de noodzaak de ketel te kantelen. Het is tegelijkertijd mogelijk de het kaasmengsel behandelende gereedschappen zodanig te vormen, dat zij de bodem en de zijden van de ketel volgen, 5 zonder dode gebieden in de ketel te hebben, waar het kaasmengsel de behandeling zou ontberen.

Hierop volgend zal de uitvinding meer in detail worden beschreven met betrekking tot de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 10 fig. 1: in gedeeltelijk weggebroken zijaanzicht, een kaasketel volgens de uitvinding; en fig. 2: een doorsnede langs de lijn II-II van fig. 1;

In de figuur wordt een kaasketel 1 getoond, die be-15 doeld is voor het neerslaan en tot in kleine stukjes wrongel verdelen van het kaasmengsel met behulp van in de ketel bewegende gereedschappen 2. De kaasketel 1 bestaat uit twee zich naast elkaar bevindende, hoofdzakelijk cilindervorm!ge delen 3, die zodanig zijn geplaatst, dat zij gedeeltelijk met el-20 kaar samenvallen, en waarvan de assen 4 naar elkaar toe hellen. Het samenvallen van de delen 3 neemt daarom toe vanaf de bodem van de ketel 1 naar het bovenste deel van de ketel. De delen 3 zijn wederzijds hoofdzakelijk gelijk en vormen eikaars spiegelbeeld.

25 De definitie van de kaasketel 1 als zijnde samenge steld uit cilindervormige, gedeeltelijk samenvallende delen 3 betekent, dat de ketel een door de mantels 5 van de delen begrensde samenhangende ruimte 6 omvat, waarin de behandeling van het kaasmengsel plaatsvindt, en waarbij de dwarsdoorsne-30 den van de mantels 5 in loodrecht op de assen 4 van de delen staande vlakken, cirkelbogen zijn. Als gevolg van het toenemend wederzijds samenvallen van de delen 3, worden de cirkelbogen korter in zich naar boven uitstrekkende richting. De bodem 7 van de ketel 1 bestaat uit gelijke cirkelvormige seg-35 menten, die hoofdzakelijk loodrecht staan op de assen 4 van de delen 3. elk van de cirkelvormige segmenten omvat een cirkelvormig centraal deel 8, dat nauwkeurig loodrecht staat op de assen 4, en een ringsegmentvormig randdeel 9, dat scheef .3 s A 1 T. · - 4 - naar boven helt en het centrale deel omringt. De cirkelvormige centrale delen 8 van de cirkelvormige segmenten raken elkaar in het centrum van de ketelbodem 7, waar de afvoerope-ning 10 van de ketel is aangebracht. De centrale delen 8 5 sluiten op hun raakpunt een hoek in, die gelijk is aan de hellingshoek tussen het centrale deel 8 en het in elk cirkelvormig segment omringende randdeel 9. Tegelijkertijd is de hoek gelijk aan het supplement van de hoek tussen de assen 4 van de keteldelen 3.

10 Elk van de cilindervorraige delen 3 van de kaasketel 1 is voorzien van een om zijn as 2 roterend gereedschap 2, waarmee het kaasmengsel geroerd wordt en tot in wrongeldeel-tjes wordt gesneden. Elk gereedschap 2 omvat een op de as 4 van het keteldeel 3 aangebrachte as 11, en hoofdzakelijk pa-15 rallel aan en loodrecht op aan de zijde van de as 11 aangebrachte behandelingsorganen 12. De behandelingsorganen 12 kunnen bijvoorbeeld min of meer dwars op de rotatierichting van het gereedschap staande draden of messen zijn. De gereedschappen 2 zijn zodanig aangebracht in de cilindervormige ke-20 teldelen 3, dat de zijden van de gereedschappen tijdens de rotatie de uit de mantels 5 van de delen bestaande zijden en de ketelbodem 7 volgen. Om de gereedschappen 2 nauwkeurig aan de ketelbodem 7 aan te passen, vormt de tegenover de ketelbodem liggende zijde van elk gereedschap een hoek 13, die over-25 eenkomt met de hoek tussen de centrale delen 8 en de randde-len van de bodem. Door de vorm en de plaatsing van de gereedschappen 2 wordt bereikt, dat het kaasmengsel in de ketel een uniforme meng- en verdeelbehandeling ontvangt, die zich tot alle delen van de behandelingsruimte 6 uitstrekt.

30 Voor een vakman is het duidelijk, dat diverse uit voeringsvormen van de uitvinding niet beperkt zijn tot het in het voorgaande beschreven voorbeeld, en dat deze kunnen variëren binnen de strekking van de volgende conclusies.

850 1 δίίι

Claims

9 - 5 -

1. Kaasketel (1), bestaande uit twee hoofdzakelijk cilindervormige delen (3), die gedeeltelijk zodanig met elkaar samenvallen, dat de mantels (5) van de delen, waarvan de doorsneden cirkelboogvormig zijn, de zijden van de ketel vor-5 men, en waarbij de bodem (7) van de ketel bestaat uit hoofdzakelijk gelijke cirkelvormige segmenten, en waarbij in elk van de cilindervormige delen een roteerbaar gereedschap (2) is aangebracht, dat het kaasmengsel behandelt, waarbij het gereedschap zodanig is gevormd, dat tijdens rotatie ervan de 10 zijden van het gereedschap de bodem en de zijden van de ketel volgen voor het bereiken van een volledige behandeling van het kaasmengsel, met het kenmerk, dat de cilindervormige delen (3) van de ketel (1) zodanig naar elkaar toe hellen, dat hun samenvallen van onderen naar boven toeneemt.

2. Kaasketel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cilindervormige delen (3) van de ketel (1) aan elkaar gelijk zijn.

3. Kaasketel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk het kaasmengsel behandelend gereedschap (2) een 20 op de as (4) van het cilindervormige deel (3) van de ketel (1) aangebrachte as (11) en aan de zijde van de as, hoofdzakelijk parallel daaraan of loodrecht daarop aangebrachte draadachtige of mes-achtige behandelingsorganen (12) omvat.

4. Kaasketel volgens één van de conclusies 1-3, 25 met het kenmerk, dat de bodem (7) van de ketel (1) omvat: twee cirkelvormige delen (3), die loodrecht staan op de assen (4) van de cilindervormige delen (3) van de ketel en die aan elkaar raken, en schuin naar boven hellende cirkelsegmentvormige delen (9), en dat de hellingshoek gelijk is aan de hoek 30 tussen de tangentiële hoek tussen de cirkelvorraige delen of gelijk is aan het supplement van de hoek die wordt ingesloten door de assen van de cilindervormige keteldelen.

5. Kaasketel volgens conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat bij elk het kaasmengsel behandelend gereedschap 35 (2) de naar de bodem (7) van de ketel (1) toegekeerde zijde een hoek (13) vormt, die gelijk is aan de hellingshoek tussen 3501: . - 6 - de bodemdelen (8,9) van de ketel.

6. Kaasketel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk , dat de afvoeropening (10) van de ketel (1), waardoorheen het behandelde kaasmengsel tot in de kaasvormen wordt 5 geleid, op de bodem (7) van de ketel is aangebracht, en wel hoofdzakelijk op het punt, waar de cirkelvormige delen (8) van de bodem elkaar raken. * * * 5? ’! 3R 1 Ö