NL8501431A - Zelfdragend transportreservoir. - Google Patents

Zelfdragend transportreservoir. Download PDF

Info

Publication number
NL8501431A
NL8501431A NL8501431A NL8501431A NL8501431A NL 8501431 A NL8501431 A NL 8501431A NL 8501431 A NL8501431 A NL 8501431A NL 8501431 A NL8501431 A NL 8501431A NL 8501431 A NL8501431 A NL 8501431A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport container
transport
side walls
container according
areas
Prior art date
Application number
NL8501431A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rosenbauer Kg Konrad
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rosenbauer Kg Konrad filed Critical Rosenbauer Kg Konrad
Publication of NL8501431A publication Critical patent/NL8501431A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D90/00Component parts, details or accessories for large containers
    • B65D90/02Wall construction
    • B65D90/06Coverings, e.g. for insulating purposes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D88/00Large containers
    • B65D88/02Large containers rigid
    • B65D88/10Large containers rigid parallelepipedic

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

M Kon/YR,5Rosenbauer i «
Zelfdragend transportreservoir
De uitvinding betreft een zelfdragend transportreservoir voor bet opnemen van poeders respectievelijk vloeistoffen met ten minste drie bevestigingsplaatsen, die uit in wezen plaatvormige kopwanden, als ook bodem- en dakelementen en gepro-5 fileerde zijwanden vast en afgedicht is samengesteld.
Er zijn reeds verschillende transportreservoirs bekend, volgens DE-OS 19 19 491, die uit twee of meerdere aan een einde gesloten reservoir vormen samengesteld worden. Deze voor een ketelwagen bestemde transportreservoirs bestaan uit 10 met glasvezel versterkte kunststof en worden door bekleding van met overeenkomstig gevormde delen van met glasvezel versterkte kunststof samengesteld. Aansluitend aan de vervaardiging van de afzonderlijke delen worden deze tot een transportreservoir samengevoegd. Aan de naar elkaar toegekeerde ver-15 bindingsplaatsen worden zij door bedekking met kunststof die met glasvezels versterkt is, aanvullend met elkaar verbonden.
Verder is het ook reeds bekend - volgens DE-OS 21 08 216 -een huis voor een transportreservoir van voorgevormd thermisch geïsoleerde wanddelen te vervaardigen, waarbij aan de zijden 20 van het huis telkens een wanddeel het andere wanddeel overlapt. Voor de vaste verbinding van de afzonderlijke wanddelen worden de hoekgebieden met vloeibaar dichtings- respectievelijk kleefmiddel gevuld.
Verder is een van met glasvezel versterkte kunststof be-25 staand transportreservoir bekend - volgens DE-PS 25 15 567 -dat uit een veelvoud vooraf vervaardigde, in het bijzonder vlakke reservoirdelen bestaat. Aan de naadplaatsen zijn deze reservoirdelen onderling door middel van kunststof door lijnen verbonden. Ter versteviging van het transportreservoir, dat 30 als blusmiddelreservoir voor een brandweerwagen wordt toegepast, zijn de dragende reservoirdelen door aanbrenging van sneden en/of lappen, waarbij de lappen van het ene reservoir-deel in de sleuf van het andere reservoirdeel wordt gestoken, Q Z rt 1 k % „ 'J a - V -
ί I
\ 2 verbonden. De afdichting tussen de sleuven en lappen is op grond van de verschillende uitzetting van de reservoirdelen respectievelijk de trillingsbelasting bij toepassing van dergelijke transportreservoirs op voertuigen moeilijk. Boven-5 dien vereist een dergelijk reservoir de aanbrenging van een veelvoud van in langsrichting en in dwarsrichting zich uitstrekkende in de binnenruimte aangebrachte steunplaatsen om de noodzakelijke vastheid van het transportreservoir te verwezenlijken.
10 De onderhavige uitvinding heeft ten doel een transportreservoir te verschaffen, dat van willekeurige materialen op economische wijze kan worden vervaardigd en dat een hoge vastheid heeft. Bovendien dient de uitvoeringsvorm van het transport reservoir zodanig te zijn, dat daaraan verdere uitrustings-15 delen zijn aan te brengen en te bevestigen.
Dit doel volgens de uitvinding wordt bereikt doordat ten minste de zijwanden een veelvoud van loodrecht in de richting op de kopwanden van elkaar verwijderde en in de richting naar een middellangsas van het transportreservoir toe versprongen 20 gebieden heeft. Het voordeel van deze inrichting schuilt daarin, dat door de vormgeving van de zijwanden een sectiegewijze versteviging van het transportreservoir wordt bereikt en tussen de afzonderlijke ter versteviging gekromde gebieden desondanks overeenkomstige verdere uitrustingen respectievelijk 25 bouwdelen kunnen worden bevestigd. Verder is het op eenvoudige wijze ook mogelijk in deze gebieden rechte doorlopende ver-sterkingselementen toe te passen. Het is weliswaar reeds bekend zijwanden van transportreservoirs met inwaartse bochten respectievelijk doorgaande instulpingen ter versteviging daar-30 van te voorzien, maar deze instulpingen lopen meestal evenwijdig aan de langsmiddenas van het transportreservoir en lopen dan over de gehele lengte daarvan door. Daardoor is het aanbrengen van versterkingselementen als ook eventueel van er binnenin geplaatste bouwonderdelen zeer moeilijk. Door de in 35 langsrichting van het transportreservoir op afstand van elkaar aangebrachte versprongen gebieden, waardoor in langsrichting van het transportreservoir respectievelijk in de rijrichting verschillende dwarsdoorsneden ontstaan wordt een materiaal-remming, bijvoorbeeld bij het aanrijden of bij het remmen van 8501431 * * 3 het voertuig bereikt. Het aantal remwanden kan daardoor verminderd worden of het kan zelfs zo zijn dat er in het geheel geen remwanden meer worden toegepast. Met voordeel is een dergelijk transportreservoir als blusmiddeltank voor brand-5 weervoertuigen toe te passen, daar deze tegen lage kosten en met een laag gewicht kan worden vervaardigd.
Bij voorkeur heeft het transportreservoir volgens de uitvinding het kenmerk, dat de versprongen gebieden van het transportreservoir door ongeveer cilindervormige uitsparingen 10 gevormd zijn, die loodrecht ten opzichte van een middel-langsvlak een cirkeldeelvormige doorsnede hebben, waarbij bij voorkeur een booghoogte kleiner is dan een radius van een cirkeldeel. Door de ruimtelijke kromming van de zijwanden van het transportreservoir wordt zowel in horizontale als in 15 verticale richting een versteviging daarvan bereikt, waardoor de vastheid van het reservoir zonder de inbouw van aanvullende versterkingselementen wordt verhoogd.
Een verdere uitvoeringsvorm heeft het kenmerk, dat de middellangsas van de uitsparingen ongeveer loodrecht ten op-20 zichte van het bodemelement van het transportreservoir is gericht en zich in het bijzonder over de gehele hoogte van de zijwand uitstrekt. Door de cilindervormige, op elkaar volgende binnenwaartse bochten ontstaat er bij een beweging van het blusmiddel in langsrichting van het transportreservoir en 25 loodrecht op de langsas van deze cilinders tot een op elkaar volgend verdichten respectievelijk ontspannen van de vloeistof en tot een werveling die een opstuwing tegenwerkt. De werveling vormt practisch ten opzichte van de in een richting versneld blusmiddel een tegenkracht, waarbij door het treffen 30 van de hoeveelheid blusmiddel op de engere dwarsdoorsnede en daarmede op de gekromde vlakken in de gebieden van het transportreservoir met een grotere breedte in kring- en tegenstroming kan worden opgewekt.
Van voordeel is het verder, wanneer een veelvoud van uit-35 sparingen in de richting van de middellangsas van het transport reservoir achter elkaar zijn opgesteld, waarbij snijpunten van gekromde oppervlakken van de onmiddellijk naburige uitsparingen buiten het transportreservoir en op een afstand van de zijwanden zijn aangebracht, daar hierdoor tussen de 8501431 4 · afzonderlijke uitsparingen verstijvingsgebieden worden gescha pen.
4
Binnen het raam van de uitvinding is het ook mogelijk, dat tussen de onmiddellijke naburige uitsparingen ten minste 5 in de zijwanden versterkingselementen zijn aangebracht. Daardoor kunnen de versterkte eindgebieden voor het aanbrengen respectievelijk bevestigen van aanvullende inrichtingen worden benut.
Verder is het ook mogelijk, dat ten minste in de naar de 10 kopwanden toegekeerde eindgebieden van de zijwanden en respectievelijk of in de kopwanden versterkingselementen zijn aangebracht en dat deze versterkingselementen koppelingsdelen van koppelingsinrichtingen van verdere uitrustingsmodulen respectievelijk bekledingsmodulen tot leger dienen, zodat de 15 vasthoudkrachten direct in de versterkingselementen geleid worden en de wandelementen van het transportreservoir daardoor niet belast worden.
Een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de kopwanden, zijwanden, het dak- en bodem-20 element in het bijzonder van met glasvezel versterkte kunststof zijn vervaardigd, en dat bij voorkeur in het bodemelement draagfreemdelen zijn ingebed, die ten minste drie over het vlak verdeelde legerplaatsen voor bevestigingselementen heeft. Door de uitvoering van de tanks in kunststof respectievelijk 25 met glasvezel versterkte kunststof wordt het corrosiegevaar door zich in staand water vormend chloride of door overeenkomstig mineralenhoudend water, dat bijvoorbeeld ook hoge electrische geleidingswaarde kan hebben, verminderd respectievelijk uitgeschakeld. Bovendien kan door de speciale uitvoe-30 ringsvorm van het transportreservoir een torsievrije driepunts-oplegging daarvan worden verwezenlijkt.
Het is volgens de uitvinding ook mogelijk, dat de legerplaatsen door metalen delen, bijvoorbeeld dikwandige metalen platen of dergelijke gevormd zijn, die zodanig zijn aange-35 bracht, dat zij naar de buitenste deklaag zijn toegekeerd, waardoor doorgaande boringen in de reservoirwanden vermeden worden en aldus de dichtheid van het transportreservoir is verzekerd.
Bij voorkeur wordt volgens de uitvinding toegepast het 8 5 0 1 4 3 1
* V
5 kenmerk, dat een gebied van elke zijwand over een afstand ten opzichte van het voertuigmidden versprongen is, welke afstand ongeveer overeenkomt met een diepte van in het gebied van de zijbegrenzingen aangebrachte uitrustingsmodulen, 5 waarbij een afstand tussen de van elkaar afgekeerde, aan de tegenover elkaar gestelde zijwanden toegevoegde gebieden bij voorkeur groter is dan in een vrije breedte tussen de twee langsdragers van een chassisfreem. Door de verspringing van bepaalde gebieden ten opzichte van de zijwanden wordt een 10 aanvullende versteviging van een dergelijk transportreservoir bereikt.
Bij voorkeur wordt toegepast het kenmerk, dat de versprongen gebieden van de zijwanden in een naar de bodem van het transportreservoir toegekeerd gebied een verdere over dit 15 gebied naar het voertuigmidden toe versprongen gebied heeft, waarbij bij voorkeur een afstand tussen deze beide wijdere gebieden loodrecht ten opzichte van de zijwand kleiner is dan een vrije breedte tussen de twee langsdragers van een chassisfreem, daar hierdoor het gebied van de bodem van het transport 20 reservoir aanvullend versterkt wordt en bovendien de legering en bevestiging van het transportreservoir aan het chassisfreem vereenvoudigd wordt.
Het is echter ook mogelijk, dat in de de beide versprongen gebieden van de zijwanden met de bodem verbindende hoekgebie-25 den een evenwijdig aan de zijwand zich uitstrekkend verster-kingshoekstuk is aangebracht, waarvan flenzen evenwijdig aan de bodem van het transportreservoir en evenwijdig aan de versprongen gebieden gericht zijn, waardoor behalve de aanvullende versterking van de hoekgebieden tussen de verschillende 30 wanden van het transportreservoir deze versterkte gebieden tegelijkertijd voor het bevestigen van het transportreservoir op het chassisfreem kunnen worden gebruikt.
De voorkeur verdient de uitvoeringsvariant met het kenmerk, dat de vlakke wandgebieden van de zij- en/of respectie-35 velijk kopwanden als ook van de ten opzichte van de zijwanden verpsrongen gebieden als sandwichelement zijn gevormd en bij voorkeur tussen twee uit met glasvezel versterkte kunststof bestaande afdeklagen een steunelement, bijvoorbeeld een kunststof schuimplaat hebben, daar hierdoor op gewichtbesparende 3501431 J * 6 wijze de uitstulping van wanden bij het vullen van het transport reservoir en bij hoge zijversnellingen, zoals die zich voordoen bij een in te zetten voertuig tijdens een rit, worden vermeden.
5 Het is echter ook mogelijk, dat de met steunelementen versterkte wandgebieden door middel van versterkingsinlegsels, in het bijzonder met glasvezel versterkte kunststof aangebrachte van sterk materiaal vervaardigde banden of matten, bij voorkeur met koolstofvezels verbonden zijn, waardoor 10 een eenvoudige verwerking van materialen en een eenvoudig vervaardigingsproces tijdens het vervaardigen en samenstellen van het transportreservoir wordt verkregen en desalniettemin een zeer sterke hoekverbinding en een aanvullende zekerheid tegen het optreden van scheuren in de hoekgebieden wordt be-15 reikt.
Tenslotte is het binnen het raam van de uitvinding ook mogelijk dat de zijwanden in de richting loodrecht op elkaar een afstand hebben die ongeveer overeenstemt met een afstand tussen zijbegrenzingen van een het transportreservoir opnemend 20 in te zetten voertuig en de versprongen gebieden tussen in het gebied van de zijbegrenzingen aanwezige uitrustingsmodulen zijn aangebracht, waardoor een ongeveer T-vormige vormgeving van het transportreservoir bereikt wordt. Dit maakt op eenvoudige wijze een gelijkmatige verdeling van de oplegkrachten 25 in het gebied van de tussen de beide zijbegrenzingen zich uitstrekkende gebieden van het transportreservoir op het chassis-freem mogelijk evenals een eventueel gewenste verlenging van het deel van het transportreservoir dat met uitrustingsmodulen wordt voorzien, zodat deze aan verschillende, vereiste volumen 30 kan worden aangepast.
Voor een beter begrip van de uitvinding wordt deze in de hierna volgende beschrijving van de in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.
In de tekening tonen: 35 Fig. 1 een volgens de uitvinding uitgevoerd transportreservoir in vereenvoudigde schematische voorstelling;
Fig. 2 een bovenaanzicht van een transportreservoir volgens de uitvinding met daaraan bevestigde aanvullende uitrustingen in bovenaanzicht en vereenvoudigde schematische voor- 8501431 ♦ i 7 stelling; fig. 3 een uitvoeringsvariant van de opstelling van de versprongen gebieden in de zijwanden van het transportreser-voir; 5 Fig. 4 een uitvoeringsvariant van een transportreservoir volgens de uitvinding in zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn IY-IV van fig. 5;
Fig. 5 het transportreservoir volgens fig. 4 in bovenaanzicht in zijn opstelling op een chassisfreem. van een in te 10 zetten voertuig;
Fig. 6 het transportreservoir volgens fig. 4 en 5 in kopaanzicht, gedeeltelijk doorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 5;
Fig. 7 een hoekgebied van een transportreservoir in door-15 snede.
In fig. 1 is een zelfdragend transportreservoir 1 weergegeven, dat uit zijwanden 2,3, kopwanden 4, een bodemelement 5 en een dakelement 6 stevig en afgedicht is samengesteld. De afzonderlijke wanden respectievelijk wandelementen bestaan 20 uit omgezette respectievelijk gerolde staalplaten of uit met glasvezel versterkte kunststof, De kunststofwanden kunnen eventueel ook als sandwichelementen zijn. gevormd, waarbij tussen de afzonderlijke, met glasvezel versterkte kunststof-lagen bij voorkeur vulmaterialen als polyurethanschuimplaten 25 worden ingelegd. De vervaardiging van het transportreservoir geschiedt daarbij meestal zodanig, dat op een uit de beide zijwanden 2,3, de kopwanden 4 en het bodemelement 5 bestaande bouwelement, dat uit één stuk bestaat, het dakelement 6 op de wijze van een deksel erop wordt gezet en vast, alsmede af-30 dichtend met de zijwanden 2,3 en de kopwanden 4 wordt verbonden. In het dakelement 6 is meestal ten minste één opening, bijvoorbeeld een mangat 7 aangebracht, dat de toegang tot het binnenste van het transportreservoir mogelijk maakt, zodat tijdens de vervaardiging van het transportreservoir de ver-35 binding van de afzonderlijke elementen ook van binnenuit kan geschieden en tijdens het gebruik van het transportreservoir een reiniging respectievelijk reparatie mogelijk is. Verder is in het transportreservoir 1 in geval dit als blusmiddel-reservoir voor een in te zetten voertuig, in het bijzonder 8501431 4 * 8 een brandweervoertuig wordt gebruikt, een aanzuigleiding 8 boveri het bodemelement 5 aangebracht, die ter verbinding met een erachter geschakelde pomp van een verbindingsflens is voorzien. In het bodemelement 5 is verder een losopening 5 9 aanwezig, waarlangs het transportreservoir 1 gespoeld en gereinigd kan worden.
In de zijwanden 2,3 van het transportreservoir 1 zijn in de richting loodrecht op de kopwanden en evenwijdig aan de middellangsas 10 gebieden 11, 12, 13, 14 aangebracht, 10 die in de richting naar de middellangsas 10 toe ten opzichte van de zijwanden 2*3 naar binnen versprongen zijn. Deze ge-biden 11,12 zijn van. de gebieden 13,14 in de richting van de middellangsas 10 over een afstand 15 van elkaar verwijderd. Ten minste het bodemelement 5 is door versterkingsele-15 menten 16, bijvoorbeeld draagfreemdelen of dergelijke versterkt, welke bevestigingselementen 17 voor legerplaatsen 18 van het transportreservoir 1 bijvoorbeeld op een voertuig-chassis 19 van een voertuig voorzien. Tussen de bevestigingselementen 17 en het voertuigchassis 19 zijn elastische steun-20 elementen 20 aanwezig, die in beweeglijkheid van het chassis 19 ten opzichte van het starre transportreservoir 1 mogelijk maakt.
In fig. 2 is getoond, dat de gebieden 11,12,13,14 door cilindervormige uitsparingen 21 zijn gevormd. Deze hebben 25 loodrecht op een middellangsas 22 een doorsnede die een cirkel boogdeel vormen. Een booghoogte 23 van het cirkeldeel is in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld kleiner dan een radius 24.
In de uitvoeringsvoorbeelden volgens fig. 1 en 2 strekken de middellangsas 22 van de gebieden 11-14 zich in hoofdzaak 30 loodrecht uit op het bodemelement 5 en strekken zich over de totale hoogte van de zijwanden 2,3 uit. De middellangsassen 22 van naburige gebieden 11,13 respectievelijk 12,14 zijn op een afstand 25 van elkaar aangebracht, waarover de snijpunten van de gekromde oppervlakken van de gebieden 11,13 35. respectievelijk 12,14 buiten de zijwanden 2,3 komen te liggen respectievelijk de achter elkaar geplaatste, onmiddellijk naburige gebieden 11,13 respectievelijk 12,14 in de richting van de middellangsas van het transportreservoir 1 van elkaar gedistantieerd zijn.
8501431 ί» 9
Daardoor blijven er tussen de in langsrichting van het transportreservoir 1 overblijvende gebieden 11 respectievelijk 13 en 12 respectievelijk 14 vlakke zijwandgebieden 12 over. Zoals in fig. 2 getoond is, kunnen in deze zijwandge-5 bieden versterkingselementen 27, bijvoorbeeld U-profielen 28, in het binnenste van het reservoir worden ingebouwd. In geval het transportreservoir respectievelijk tank van met glasvezel versterkte kunststof wordt vervaardigd, kunnen deze versterkingselementen bij voorkeur in het kunststoflaminaat in-10 gebed worden, waardoor een innige verbinding tussen de wanden van het transportreservoir 1 en de versterkingselementen 27 wordt verschaft. Gelijktijdig blijft de dichtheid van het transportreservoir 1 tussen een binnenruimte 29 en de buitenzijden daarvan verzekerd. Zoals bij het als in gelamineerd 15 U-profiel 28 weergegeven versterkingselement 27 tussen de gebieden 12 en 14 - in dit gebied is het dakelement open getoond - is te zien, kan door middel van verbindingselementen 30 bijvoorbeeld schroeven en dergelijke, in draagfreem 31 voor uitrustingsmodule - kasten 32 worden bevestigd. De verbindings-20 elementen 30 respectievelijk de deze vormende schroeven zijn in verzonken gaten van de versterkingselementen 27 aangebracht, waarbij bijvoorbeeld het ü-profiel met een overeenkomstige ingezette vlakke plaat versterkt is. Doorgaande boringen zijn om de dichtheid van het transportreservoir niet nadelig te 25 beïnvloeden, vermeden. Op voordelige wijze is het ook mogelijk, bijvoorbeeld containerogen of kopelingsdelen van snel-sluitingen door middel van een veelvoud van verbindingselementen 30 op de versterkingselementen 27 te bevestigen en in deze koppelingsdelen respectievelijk koppelingsinrichtingen 30 het draagfreem 31 te hangen respectievelijk te monteren.
Verder is in fig. 2 nog te zien, dat in het bodemelement 5 in totaal drie legerplaatsen 18 aanwezig zijn, zodat een driepuntsoplegging door middel van de elastische steunorganen 20 - zoals in fig. 1 beschreven - en aldus een statisch be-35 paald systeem ter verbinding van het transportreservoir aan het chassisfreem 19 van een voertuig kan worden verschaft.
Zoals in het gebied van de rechter kopwand 4 van het transportreservoir 1 verder getoond is, kunnen ook ten minste in de hoekgebieden tussen kopwand 4 en zijwanden 2,3 ver- 8 5 0 1 4 3 1 V *>'· 10 t» sterkingselementen 27, bijvoorbeeld geïntegreerde container-ogen of dergelijke, zijn aangebracht, om. in het kopwandgebied uitrustingsmodulen respectievelijk draagfreems voor pompen, slanghaspels of dergelijke te legeren, 5 Bij al deze versterkingselementen respectievelijk legerplaatsen is er op te letten, dat deze onmiddellijk onder de buitenste deklaag - in geval het transportreservoir uit met glasvezels versterkte kunststof vervaardigd is - of anders buiten aan het reservoir bevestigd moeten zijn, om de dicht-10 heid van het transportreservoir 1 te verzekeren. Verder kunnen deze versterkingselementen van verschillende materialen en profielen gevormd zijn. Zo is het mogelijk in plaats van beschreven metalen profielen aluminiumprofielen, kunststof-profielen met overeenkomstige ingegoten respectievelijk inge-15 schuimde metalen elementen, houten delen of dergelijke toe te passen. Er moet slechts verzekerd worden, dat deze materialen door het in de binnenruimte 29 van het transportreservoir 1 opgenomen medium niet aangetast kunnen worden respectievelijk tegen een dergelijke aantasting overeenkomstig beschermd 20 zijn.
In een uitvoeringsvariant van fig. 3 is een transportreservoir 33 getoond, dat van langs een middellangsas 10 aangebrachte uitsparingen 34-37 is voorzien. Deze evenwijdig aan de middellangsas 10 in een zijwand 38 gevormde uitsparingen 25 strekken zich naar de binnenruimte van het transportreservoir 33 uit en zijn in langsrichting van de middellangsas 10 door middel van vlakke zijwanddelen 39 van elkaar gescheiden. Het voordeel van deze opstelling is daarin gelegen, dat door de overeenkomstige vormgeving de zijwand evenals dat het geval 30 is bij de uitvoeringsvormen van fig. 1 en 2 in horizontale en verticale richting is versterkt.
Een verder voordeel van de uitvoeringsvorm van een transport reservoir overeenkomstig de uitvoeringsvormen volgens de fig.
1 tot 3 is daarin vooral gelegen, dat door de gebiedsgewijze 35 vernauwing van een dwarsdoorsnede van een transportreservoir 1 respectievelijk 33 over een breedte 40 respectievelijk 41 en de daaraan aansluitende verwijzing op een breedte 42 resp.
43 bij rukkende beweging van het transportreservoir 1,33 in de richting van de middellangsas 10 vooral bij het transport 850 1 4 0'.
λ 11 van vloeistoffen, de zwelbeweging van de vloeistof in de richting 'van de vertragingsrichting liggende kopwand 4 afgeremd respectievelijk verminderd wordt. Dit wordt door de opbouw van een tegenstroming bewerkstelligd, die door de verschillen-5 de breedten namelijk de overgang van de breedte 42 en 43 naar breedte 40 en 41 werd opgebouwd en een stuwkracht vormt die de zwelwerking tegenwerkt. Deze stuwkracht respectievelijk tegenstroming wordt nog versterkt doordat na de doortrede door de verengde doorsnede en de volgende doorsnedeverwijding de stro-10 mende vloeistof op de aansluitend weer zich verengende wand-delen van het transportreservoir 1 terecht, daar omgeleid wordt en er daardoor een soort wervelvorming van vloeistof ontstaat die de zwelvorming nog aanvullend tegenwerkt.
Bij een dergelijke vormgeving van een transportreservoir 15 is het derhalve mogelijk met minder zwelwanden of dergelijke met geringere grootte aan te brengen, deze geheel weg te laten, waardoor een arbeidsbesparing en vereenvoudiging bij de opbouw van het transportreservoir 1 respectievelijk 33 wordt bereikt.
In de fig. 4 tot 6 is een transportreservoir 44 getoond, 20 dat uit kopwanden 45,46, een dak 47, een bodem 48 en zijwanden 49,50 is samengesteld.
Het transportreservoir 44 heeft in het gebied van het dak 47 een flens 51, die tijdens het transport van vloeistoffen in het transportreservoir 44 met een deksel is afgesloten. 25 Voor onderhoudsdoeleinden kan het deksel verwijderd worden, zodat het transportreservoir 44 van binnen toegankelijk is. Zo-zoals in deze figuren verder te zien is, heeft het transportreservoir 44 tegenover de zijwanden 49 respectievelijk 50 naar het middellangsvlak, dat door een midden tussen langsdragers 30 52 van een chassisfreem 53 van een in te zetten voertuig 54 zich uitstrekkende middellangsas 55 aangeduid is, toe versprongen gebieden 56 en 57. Ten opzichte van deze vanaf de zijwanden 49,50 naar de middellangsas 55 toe versprongen gebieden 56 en 57 zijn verdere gebieden 58 - zoals het beste 35 in fig. 6 te zien is - nog aanvullend aan deze gebieden 56, 57 in de richting naar de langsmiddenas 55 toe versprongen aangebracht.
Zoals verder in fig. 6 te zien is, is een loodrecht op de zijwanden 49 en 50 zich uitstrekkende afstand 59 tussen de 3501431 4 v 12 verdere gebieden 58 een weinig kleiner dan een vrije breedte 60 tussen de beide langsdragers 52 van het chassisfreem 53.
Een afstand 61 tussen de beide ten opsichte van de zijwanden 49 en 50 minder ver versprongen gebieden 56, 57 is een weinig 5 groter dan de vrije breedte 60 tussen de beide naar elkaar toegekeerde kopzijden van de langsdragers 52. Evenzo komt een afstand 62 tussen de zijwanden 49 resp. 50 en de gebieden 56 en 57 ongeveer overeen met een diepte 63 van uitrustings-modulen 64, die in aansluiting aan de zijwanden 49, 50 de 10 zijbegrenzingen 65 van het in te zetten voertuig 54 vormen. Door deze in bovenaanzicht ongeveer T-vormige vormgeving van het transportreservoir 44 wordt in gelijkmatige gewichtsverdeling van het gewicht van het transportreservoir over de beide langsdragers 52 bereikt en een stabiele legering daarvan 15 op het chassisfreem 53. Door de verdere ten opzichte van de zijwanden 49,50 versprongen gebieden is het transportreservoir 44 in de richting loodrecht op de langsmiddenas 55 aan het chassisfreem 53 geleid en gefixeerd.
Bovendien wordt daardoor echter slechts relatief weinig 20 oppervlak in het gebied van het zijbegrenzingen 65 van het in te zetten voertuig 54 voor het transportreservoir 44 nodig, zodat voor de voorneming van meestal zeer omvangrijke uit-rustingsvoorwerpen de zeer goed toegankelijke gebieden onmiddellijk in het gebied van de zijbegrenzingen 65 van het in 25 te zetten voertuig 54 overblijven. Tegelijkertijd vormen de verdere gebieden 58 in het gebied van de bodem 48 van het transportreservoir 44 een aanzuigput van waaruit zich een aan-zuigleiding 66 in de richting naar één van de kopwanden 45 toe uitstrekt. Bij voorkeur kan in dit gebied een pomp of 30 een tussenleiding naar een pomp zijn aangesloten. Verder is een door het transportreservoir 44 heen gaande overloopbuis 67 aanwezig om een drukopbouw in het transportreservoir te vermijden en om een in de dom 68 van het transportreservoir 44 uittredend medium naar de onderzijde, dat wil zeggen onder 35 het chassisfreem 53 af te leiden. Zoals uit deze figuren verder te zien is, is in het hoekgebied tussen de bodem 48 en ten opzichte van de zijwanden 49,50 versprongen gebieden 56, 57 een versterkingshoekstuk 69 ingebed, waarin bevestigingsmiddelen 70, die het transportreservoir 44 met het chassisfreem 54 via $501431 » 13 elastisdie tussenlegers 71 verbinden, gelagerd zijn.
Om een afdoende bevestiging van het vlakke wandgebied in het gebied van de zij- en kopwanden 49,50 en 45,46 als ook versprongen gebieden 56,57 te bereiken, zijn deze vlakke 5 wandgebieden als sandwichelementen uitgevoerd. Deze bestaan uit twee uit met glasvezel versterkte kunststof bestaande afdeklagen 72,73 waartussen een steunelement 74 is aangebracht.
In fig. 7 is een doorsnede door een hoekgebied respec-10 tievelijk een overgangsgebied tussen het gebied 56 en de achterste kopwand 46 op vergrote schaal, echter ter vereenvoudiging schematisch weergegeven. Zoals te zien is bestaan een buitenste en een binnenste afdeklaag 72 en 73 uit met glasvezelmatten, "Rovingvezels" of dergelijke versterkte 15 kunststof, bijvoorbeeld in polyesterhars of dergelijke.
Na het opbrengen van een binnenafdeklaag 73 op een vorm worden de vlakke wandgebieden door het opleggen van steunelementen 74, die bijvoorbeeld door kunststofschuimplaten van polyurethan of een andere kunststofschuim gevormd kunnen 20 zijn, versterkt, waarna een verdere buitenste deklaag 72 van met glasvezel versterkte kunststof wordt opgebracht. Daardoor worden deze steunelementen 74 tussen de buitenste en de binnenste afdeklagen 72,73 ingespannen en er wordt statisch gezien een drager met twee van elkaar verwijderde flenzen 25 geschapen.
Zoals in fig. 7 en in het bijzonder in fig. 4 verder te zien is, kan tussen de steunelementen 74 respectievelijk de buitenste en binnenste afdeklaag 72,73 een aanvullende ver-sterkingselement 75 aangebracht zijn, dat bijvoorbeeld door 30 een mat of een band van hoogwaardige vezels, zoals bijvoorbeeld koolstofvezels of dergelijke gevormd kan zijn. Door een overeenkomstige omlopende aanbrenging van deze versterkings inlegging 75, zoals in fig. 4 is getoond, door een omlopende aanbrenging over kopwanden en de versprongen gebieden of 35 een omlopende aanbrenging tussen bodem 48 en dak 47, als ook de gebieden 56 en 57 van het transportreservoir 44 kan een zeer sterke constructie en een ontlasting van de door de steunelementen 74 niet versterkte hoekgebieden - zoals in fig. 7 te zien is - worden bereikt.
85 0 1 4 3 1 14
Een verder voordeel van deze T-vormige tankopstelling bestaat daarin, dat door een eenvoudige variatie van de hoogte respectievelijk de lengte van de evenwijdig aan de langsmid-denas 55 zich uitstrekkende delen van de tank het tankvolume 5 op eenvoudige wijze aan verschillende eisen kan worden aangepast, waarbij echter het grondontwerp van de tank steeds dezelfde kan blijven. Aldus is het mogelijk tussen de uit-rustingsmodulen in onmiddellijke aansluiting aan de aan-zuigpunt, dat wil zeggen de verdere gebieden 58, bijvoorbeeld 10 een aandrijfmotor of dergelijke aan te brengen. Anderzijds is het echter ook mogelijk de aanzuigleiding in de richting naar de kopwand 46 als ook naar het achterste gebied van het in te zetten voertuig 54 te leiden en daar onmiddellijk een blusmiddelpomp aan te brengen. Zoals uit de weergave van fig. 15 5 te zien is, sluit aan de kopwand 45 van het transportreser-voir 44 een chauffeurscabine 56 of verdere uitrustingsmodulen van het in te zetten voertuig 54 aan.
8 5 0 1 4 3 '3

Claims (14)

1. Zelfdragend transportreservoir voor het opnemen van poeders respectievelijk vloeistoffen met ten minste drie bevestigingsplaatsen, die uit in wezen plaatvormige kopwanden, als ook bodem- en dakelementen en geprofileerde zijwanden 5 vast en afgedicht is samengesteld, met het kenmerk, dat ten minste de zijwanden (2,3,38) een veelvoud van loodrecht in de richting op de kopwanden (4) van elkaar verwijderde en in de richting naar een middellangsas (10) van het transport reservoir (1,33) toe versprongen gebieden (11-14) heeft.
2. Transportreservoir volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de versprongen gebieden (11-14) van het transport reservoir (1,33) door ongeveer cilindervormige uitsparingen (21) gevormd zijn, die loodrecht ten opzichte van een middel-langsvlak (22) een cirkeldeelvormige doorsnede hebben, waarbij 15 bij voorkeur een booghoogte (23) kleiner is dan een radius (24) van een cirkeldeel.
3. Transportreservoir volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middellangsas (22) van de uitsparingen (11-14,34-37) ongeveer loodrecht ten opzichte van het bodem- 20 element (5) van het transportreservoir (1,33) is gericht en zich in het bijzonder over de gehele hoogte van de zijwand (2,3,38) uitstrekt.
4. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een veelvoud van uitsparingen 25 (11-14,34-37) in de richting van de middellangsas (22) van het transportreservoir (1,33) achter elkaar zijn opgesteld, waarbij snijpunten van gekromde oppervlakken van de onmiddellijk naburige uitsparingen (11-14,34-37) buiten het transportreservoir (1) en op een afstand van de zijwanden (2,3) zijn 30 aangebracht.
5. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat tussen de onmiddellijk naburige uitsparingen (11-14,34-37) ten minste in de zijwanden (2,3) versterkingselementen (27) zijn aangebracht.
6. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat ten minste in de naar de kopwanden (4) toegekeerde eindgebieden van de zijwanden (2,3) en respec- 3501431 N* *- c· tievelijk of in de kopwanden (4) versterkingselementen (27) zijn'aangebracht en dat deze versterkingselementen (27) kop-pelingsdelen van koppelingsinrichtingen van verdere uitrus-tingsmodulen respectievelijk bekledingsmodulen tot leger 5 dienen.
7. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de kopwanden (4), zijwanden (2,3) het dak- en bodemelemen£ (6,5) in het bijzonder van met glasvezel versterkte kunststof zijn vervaardigd, en dat bij 10 voorkeur in het bodemelement (5) draagfreemdelen zijn ingebed, die ten minste drie over het vlak verdeelde legerplaatsen (18) voor bevestigingselementen (17) heeft.
8. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de legerplaatsen (18) door metalen 15 delen, bijvoorbeeld dikwandige metalen platen of dergelijke gevormd zijn, die zodanig zijn aangebracht, dat zij naar de buitenste deklaag zijn toegekeerd.
9. Transportreservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een gebied (56,57) van elke zijwand (49,50) over 20 een afstand (62) ten opzichte van het voertuigmidden versprongen is, welke afstand ongeveer overeenkomt met een diepte (63) van in het gebied van de zijbegrenzingen (65) aangebrachte uitrustingsmodulen (64) , waarbij een afstand tussen de van elkaar afgekeerde, aan de tegenover elkaar gestelde 25 zijwanden (49,50) toegevoegde gebieden (56,57) bij voorkeur groter is dan in een vrije breedte (60) tussen de twee langs-dragers (53) van een chassisfreem (53).
10. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de versprongen gebieden (56,57) van 30 de zijwanden (49,50) in een naar de bodem (48) van het transportreservoir (44) toegekeerd gebied een verdere over dit gebied naar het voertuigmidden toe versprongen gebied (58) heeft, waarbij bij voorkeur een afstand (59) tussen deze beide wijdere gebieden (58) loodrecht ten opzichte van de zij- 35 wand (49,50) kleiner is dan een vrije breedte (60) tussen twee langsdragers (52) van een chassisfreem (53).
11. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1,9 of 10, met het kenmerk, dat in de de beide versprongen gebieden (56,57) van de zijwanden (49,50) met de bodem (48) 850 1 43 1 < * * verbindende hoekgebieden een evenwijdig aan de zijwand zich uitstrekkend versterkingshoekstuk (69) is aangebracht, waarvan flenzen evenwijdig aan de bodem (48) van het transport-reservoir (44) en evenwijdig aan de versprongen gebieden 5 (56,57) gericht zijn.
12. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1 of 9 tot 11, met het kenmerk, dat de vlakke wand-gebieden van de zij- en/of respectievelijk kopwanden (49,50; 45,46)als ook van de ten opzichte van de zijwanden versprongen 10 gebieden (56,57,58) als sandwichelement zijn gevormd en bij voorkeur tussen twee uit met glasvezel versterkte kunststof bestaande afdeklagen (72,73) een steunelement (74), bijvoorbeeld een kunststofschuimplaat hebben.
13. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1 of 15 9 tot 12, met het kenmerk, dat de met steunelementen (74) versterkte wandgebieden door middel van versterkingsinlegsels (75), in het bijzonder met glasvezel versterkte kunststof aangebrachte van sterk materiaal vervaardigde banden of matten, bij voorkeur met koolstofvezels verbonden zijn.
14. Transportreservoir volgens één van de conclusies 1 of 9 tot 13, met het kenmerk, dat de zijwanden (49,50) in de richting loodrecht op elkaar een afstand hebben die ongeveer overeenstemt met een afstand tussen zijbegrenzingen (65) van een het transportreservoir (44) opnemend in te zetten 25 voertuig (54) en de versprongen gebieden (56,57) tussen in het gebied van de zijbegrenzingen (65) aanwezige uitrustings-modulen (64) zijn aangebracht. 850 1 4 3 1
NL8501431A 1984-05-18 1985-05-17 Zelfdragend transportreservoir. NL8501431A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT164184 1984-05-18
AT164184 1984-05-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501431A true NL8501431A (nl) 1985-12-16

Family

ID=3517804

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501431A NL8501431A (nl) 1984-05-18 1985-05-17 Zelfdragend transportreservoir.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3517289A1 (nl)
GB (1) GB2160157B (nl)
IT (1) IT1208542B (nl)
NL (1) NL8501431A (nl)
YU (1) YU82785A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8710906U1 (de) * 1987-08-10 1988-12-22 Westerwälder Eisenwerk Gerhard GmbH, 57586 Weitefeld Druckfester Tank
DE29704121U1 (de) * 1997-03-07 1997-05-15 Maschinenfabrik Rau GmbH, 73235 Weilheim Fahrbare Spritzeinrichtung
AT515611B1 (de) * 2014-03-31 2016-06-15 Rosenbauer Int Ag Selbsttragender Transportbehälter sowie Verfahren zur dessen Herstellung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3517289A1 (de) 1985-11-21
GB2160157B (en) 1987-02-18
YU82785A (en) 1988-06-30
IT1208542B (it) 1989-07-10
GB8511827D0 (en) 1985-06-19
IT8520738A0 (it) 1985-05-16
GB2160157A (en) 1985-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3566253B1 (en) Battery support structure for a vehicle
US11211656B2 (en) Vehicle battery tray with integrated battery retention and support feature
EP0589605B1 (en) Roadside barrier
JP6889251B2 (ja) トラックとして形成された緊急車両
NL1006199C1 (nl) Voertuigconstructie.
US5934741A (en) Self-supporting refrigerated truck
US4353313A (en) Body for a railway carriage
US5385375A (en) Reinforced impact beam for a bumper assembly and method of manufacture
US6691889B1 (en) Device at a fuel tank for heavy vehicles and a process of manufacture of the said tank
SU1074393A3 (ru) Передн часть кузова легкового автомобил
US3163434A (en) Truck tank
US3163435A (en) Transport tank
WO2015179185A1 (en) Intermodal container and method of constructing same
US2148950A (en) Car body for automobiles
NL8220456A (nl) Platform.
NL8501431A (nl) Zelfdragend transportreservoir.
GB2144683A (en) A fibre reinforced beam
US5303657A (en) Bogie frame of rolling stock having composite hollow beam construction
EP0617672B1 (en) Fuel tank arrangement for motor vehicles
NL8600543A (nl) Voertuig met een kabineomhulling met inwendige verstevigingselementen.
CA2006679A1 (en) Pressure tank
JPH09142194A (ja) ダンプカー用荷箱
US4128270A (en) Vehicle flooring construction
HUT70605A (en) Frame-structure
US3485523A (en) Trailer rear header structure

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed