NL8500883A

NL8500883A - Werkwijze voor het vormen van een mofbuis voorzien van een door een middel van een vasthoudring hiermee verbonden elastisch afdichtlichaam, alsmede hiervoor geschikte vasthoudring.

Info

Publication number: NL8500883A
Application number: NL8500883A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1979-03-30
Filing date: 1985-03-26
Publication date: 1985-07-01
Also published as: JPS55149479A; IE52896B1; NL178028B; NO800841L; NL182243C; IN154021B; NL178028C; US4566704A; FI73303C; BR8001971A; AR224520A1; FI800984A; FI73303B; NL7902516A; EP0017300A1; DK134980A; YU88080A; IE800641L; JPS5949083U

Description

' * - i 853007/vdV/kd

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vormen van een mofbuis voorzien van een door een middel van een vasthoudring hiermee verbonden elastisch afdichtlichaam, alsmede hiervoor geschikte vasthoudring.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een mofbuis voorzien van een door middel van een vasthoudring hiermee verbonden elastisch afdichtlichaam van een elastomeer doordat voor het verenigen van 5 de drie delen, een kopdeel van het afdichtlichaam in aanraking gebracht wordt met het bodemgedeelte van de vasthoudring en daarna genoemde vasthoudring met afdichting tot samenwerking gebracht wordt met de wand van de mofbuis.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de 10 Nederlandse octrooiaanvrage 7412324. Bij deze bekende werkwijze wordt het kopdeel van het hulsvormige afdichtlichaam gedrukt in het inwendige van het bodemgedeelte van een J-vormige vasthoudring waarna men de vasthoudring met het hulsvormige afdichtlichaam op de buitenzijde van de mofbuis 15 drukt onder vorming van een snapverbinding tussen de vasthoudring en de mofbuis door de aanwezigheid van aangepaste uitsparingen en uitsteeksels op genoemde vasthoudring en mofbuis.

Tengevolge van de betrekkelijk onregelmatige 20 vorm van gevormde afdichtlichamen en de onregelmatige buigzaamheid van de verschillende delen van het afdichtlichaam is het moeilijk om de vasthoudring met afdichtlichaam op een eenvoudige en betrouwbare wijze op de mofbuis te drukken. Daar de onregelmatige vorm van het afdichtlichaam en de 25 onregelmatige buigzaamheid van de verschillende delen van het afdichtlichaam samenhangen met de werkwijze voor het vormen van dergelijke afdichtlichamen kan men dit nadeel niet vermijden.

Gevonden is nu dat deze problemen volledig ondervan-30 gen worden door het afdichtlichaam vast te hechten op de vasthoudring door het afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling op de binnenzijde van de vasthoudring te vormen.

S £ f? - 3 “5

V V v V tJ M W

ir · -2-

De werkwijze van het hierbovengenoemde type is derhalve volgens de uitvinding gekenmerkt doordat vóór het verenigen van de delen het kopdeel van het afdichtlichaam fysisch/eh/of chemisch verbonden wordt met de vasthoudring 5 door vormen van het elastisch afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling op de binnenzijde van de vasthoudring.

Opgemerkt wordt dat uit het Franse octrooischrift 2.299.143 bekend is om een afdichtlichaam te vormen op het binnenoppervlak van een mofbuis uit een vloeibare samen-10 stelling van een in vaste toestand buigzaam materiaal.

Deze werkwijze vereist echter het gebruik van zeer ingewikkelde en grote matrijzen voor het vormen van het afdichtlichaam in voorgevormde mofbuizen van aanzienlijke afmetingen.

Dit Franse octrooischrift bevestigt bovendien 15 dat het niet voor de hand lag om het afdichtlichaam te bevestigen op een vasthoudring door het vormen van het afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling daar dezelfde uitvinder, die volgens Nederlandse octrooiaanvrage 6918082 een mofbuis ontwikkelde van hetzelfde type als beschreven 20 in Frans octrooischrift 2.165.518 waarbij een afdichtlichaam vasthouden wordt door een losse vasthoudring, in bovengenoemd Frans octrooischrift 2.299.143 niet voorgesteld heeft om een afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling te vormen op een vasthoudring doch om het afdichtlichaam 25 binnen in een mofbuis te vormen. Aangenomen moet worden dat deze mogelijkheid niet overwogen werd daar het op deze wijze gevormde afdichtlichaam dezelfde nadelen zou bezitten als het losse afdichtlichaam als beschreven in Nederlandse octrooiaanvrage 6918082.

30 Bovendien is bekend om een buisvormig afdichtlichaam te bevestigen aan het vrije einde van een thermoplastisch buisdeel door middel van een kleefmiddel volgens Brits octrooischrift 1.190.773. Het voorgevormde buisvormige afdichtlichaam bezit echter dezelfde nadelen van slechte 35 hanteerbaarheid als andere voorgevormde afdichtlichamen.

Voorts is in Frans octrooischrift 2.220.036 een innige verbinding beschreven van een afdichtlichaam aan 8500883

* -4 I

-3- een vasthoudring uit thermoplastisch materiaal die echter geen koppelingsmiddelen bezit voor het koppelen van deze ring met een mofbuis, doch dit afdichtlichaam wordt verkregen door hèt vormen van de vasthoudring uit een vloeibare 5 thermoplastische samenstelling om een voorgevormd afdicht-lichaam. Tengevolge van de hoge temperaturen die optreden bij het vormen van de vasthoudring uit een vloeibare thermoplastische samenstelling dient men zorgvuldig te zijn in de keuze van het buigzame materiaal voor het afdichtlichaam 10 daar dit verdraagzaam moet zijn met de hoge temperaturen, wat een beperking vormt voor het gebruik van verschillende rubbers.

Bovendien is het voorgevormde afdichtlichaam moeilijk te hanteren.

15 Met bijzonder voordeel wordt het afdichtlichaam met de vasthoudring fysisch/of chemisch verbonden door gieten of spuitgieten.

Onder gieten wordt hier verstaan het vormen van een afdichtlichaam uit een vloeibare massa die in een matrijs 20 gebracht wordt onder een overdruk van ten hoogste 5 tot 6 atmosfeer, het gieten en vormen van dit type dient niet verward te worden met spuitgieten waarbij zeer hoge drukken van bijvoorbeeld 150 kg/m2 gebruikt worden.

De vasthoudring bestaat uit kunststof of een 25 verknoopte elastomeer om de vasthoudring de gewenste stijfheid te geven.

Het afdichtlichaam en de vasthoudring kunnen met voordeel gevormd worden uit elastomeren, de vasthoudring kan dan bestaan uit een verknoopt elastomeer.

30 De vasthoudring kan met voordeel bestaan uit een kunststofvasthoudring verkregen door spuitgieten, waarbij de kunststof een thermoplastische kunststof een thermohardende kunststof of een verknoopte thermoplastische kunststof kan zijn.

35 De uitvinding zal nu worden toegelicht met behulp van een uitvoeringsvorm aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: 85 0 OS 33 ________ i v -4-

Fig. 1 een uitvoeringsvorm toont van een afdicht-lichaam volgens de uitvinding met hiermee vast verbonden kunststofvasthoudring op een mofbuis;

Fig.. 2 ·. een doorsnede door een vasthoudring 5 zonder afdichtlichaam;

Fig. 3 een doorsnede van een vasthoudring en een voor het met de vasthoudring vast te verbinden afdichtlichaam toegepaste matrijs;

Fig. 4 een andere variant van een afdichtlichaam 10 met een vast hiermee verbonden vasthoudring;

Fig. 5 een nog andere variant van een afdichtlichaam met vasthoudring volgens de uitvinding, en

Fig. 6 tot 8 nog andere uitvoeringsvormen van een afdichtlichaam met vasthoudring volgens de uitvinding.

15 In fig. 1 is een spuitgegoten vasthoudring 1 uit polypropeen weergegeven, die bij zijn vervaardiging aan zijn binnenzijde voorzien is van golfvormige uitsparingen 9, 10 en 11 en golftoppen 12, 13, 17.

Het uiteinde 14 van de vasthoudring 1 is dunner 20 uitgevoerd dan het resterende gedeelte.

Bij het spuitgieten van het fixatiedeel kunnen tegelijkertijd uitsparingen 2 in het fixatiedeel 1 gevormd worden, die begrensd worden door een kops gedeelte 15 van het fixatiedeel en een naar binnen gelegen kameruitsparings-25 begrenzingswand 16 bevinden zich al dan niet rondlopende wanddoorboringen 3 (zie fig. 2).

Deze vasthoudring wordt vast verbonden met een afdichtlichaam van bijvoorbeeld polyurethanrubber. Vanzelfsprekend kan men natuurlijk ook andere elastomere materialen 30 gebruiken, mits het afdichtlichaam zijn afdichtende werking kan uitoefenen.

Voor het vast verbinden door fysisch en/of chemische binding van het afdichtlichaam 6 met de vasthoudring 1 wordt de vasthoudring 1 aan zijn binnenzijde omgevendoor 35 twee matrijsdelen 18 en 19, die een matrijsruimte 20 begrenzen voor het vormen van een hulsvormig afdichtingsmanchet-deel 6, dat aan zijn buitenzijde voorzien is van de afdich- 8500883 • k -5- ting verbeterende, uitstekende ribben 7.

De ruimte 20 wordt volgegoten met een polyurethan-samenstelling onder bijvoorbeeld een overdruk van 1 atmosfeer. Tijdens het vormen van de hulsvormige afdichtingsmanchet 5 6 wordt tegelijkertijd door de uitsparing 3 in de kamerbegren- zingswand 16 elastomeer materiaal in de vorm van verbindingsstuk (ken) 5 gevormd, welke verbindingsstuk(ken) 5 verenigd kunnen worden met een kopdeel 4 van het afdichtlichaam 6. Na het vullen van de uitsparingen 2 en het vullen van 10 de wanddoorboringen 3 in de kamerbegrenzingswand 16, waardoor de verbinding(en) 5 ontstaan, en het volledig vullen van de matrijsruimte 20, wordt na een voldoende verstijving van het polyurethanmateriaal matrijsdeel 18 en matrijsdeel 19 van elkaar af bewogen, waardoor een vast met een vasthoud-15 ring verbonden afdichtlichaam volgens de uitvinding verkregen wordt.

Om er voor te zorgen dat de vasthoudring stevig op de matrijsdelen 18 en 19 gedrukt blijft, verdien het aanbeveling om op meerdere plaatsen het fixatiedeel 1 te 20 omgeven door klemoranen 21.

Hetzal duidelijk zijn dat in geval meerdere wanddoorboringen aanwezig zijn, ook meerdere verbindingsstroken gevormd worden, terwijl bij één wanddoorboring 3 ook slechts één verbindingsstrook aanwezig is.

25 In fig. 4 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij dè vasthoudring 1 gevormd is uit een verknoopt elastomeer, bijvoorbeeld een verknoopt polyurethan, waaraan direkt vastgegoten is de uit niet-verknoopt polyurethanmateriaal bestaande hulsvormig afdichtingsmanchet 6. De 30 vasthoudring is hier bevestigd op een mof 29 van buisdeel 30. De mof omvat een buitenste verwijding 29b en een binnenste verwijding 29a voor het opnemen van huls 6.

Onder toepassing van op zichzelf bekende maatregelen kunnen dergelijke uit materialen van verschillende hardheid 35 bestaande vasthoudringen en afdichtingsmanchetten in één trap vervaardigd worden.

Een andere voordelige uitvoeringsvorm is weergegeven 8500883 V » . -6- I ' in fig. 5 waarbij een ringvormig rondlopende kamer 22 aanwezig is, met een ronde dwarsdoorsnede. In vasthoudring 1 is een rondlopende wanddoorboring 23 aanwezig, waardoor het kopdeel 4 van het afdichtlichaam via een rondlopend verbin-5 dingsdeel 24 verbonden wordt met een hulsvormige afdichtings-manchet 6.

In fig. 6 is een nog andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij naast het kopdeel 4 van het afdichtlichaam enal dan niet rondlopend verbindingsdeel 24, het fixatiedeel 10 l.aan zijn binnenzijde ook nog een rondlopende elastomeer lichaam 25 draagt, welk elastomeer lichaam 25 dan verbonden ismet de reeds genoemde hulssvormige afdichtingsmanchet 6c Het fixatiedeel 1 is hierbij voorzien van een uitsparing die snappend kan samenwerken met een schouder 28 van de 15 mof 29. De mofbuis 29 omvat een buitenste verwijding 29b en een binnenste verwijding 29a voor het opnemen van de afdichtingshuls 6.

In fig. 7 is een nog andere uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het kopdeel 4 van het afdichtlichaam zich 20 uitstrekt tot de buitenzijde van de kopse zijde 15 van de vasthoudring. Dit kopdeel 4 is door verbinding van radiale verbindingsstukken 5 verbonden met een hulsvormige afdichtingsmanchet.

In fig. 8 is een nog andere uitvoeringsvorm 25 weergegeven, waarbij het afdichtlichaam zich uitstrekt tot op de buitenzijde van het kopse deel 15 van de vasthoudring 1 en bovendien de binnenzijde 26 van de vasthoudring 1 bedekt is met een laag van elastomeer materiaal, welke laag 27 op zijn beurt dan weer verbonden is met de hulsvor-30 mige afdichtingsmanchet.

Zoals men ziet, neemt bij een vasthoudring volgens fig. 4 de kromtestraal van de golfvormige verhogingen 12, 13, 17 toe in de richting van het vrije einde of dunste gedeelte 14 van het fixatiedeel.

35 De golfvormige verdiepingen en verhogingen maken het dan mogelijk dat de aangebrachte vasthoudring over de buitenzijde van de mof 29 kan bewegen bij slagbelastingen.

85 0 0 8 8 3 * -7-

Een kopdeel 25 van het afdichtlichaam kan ook alleen opgenomen zijn in de ruimte tussen de kopse wand 31 van de mof 29 en de daartegenoverliggende wand 32 van de vasthcudring 1 (zie fig. 9). In dit laatste geval is 5 de afdichthuls 6 uitgevoerd als een rondlopende ring met een afgeronde doorsnede en het kopdeel 25 fysisch en/of chemisch gehecht zijn aan de binnenwanden van de inwendige uitsparing van de J-vormige vasthoudring,zoals aan wand 32.

10 85 0 0 ?3*

____M

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een mofbuis voorzien van een door middel van een vasthoudring hiermee verbonden elastisch afdichtlichaam van een elastomeer doordat voor het verenigen van de drie delen, een kopdeel van het afdicht-5 lichaam in aanraking gebracht wordt met het bodemgedeelte van de vasthoudring en daarna genoemde vasthoudring met afdichtring tot samenwerking gebracht wordt met de wand van de mofbuis, met het kenmerk, dat vóór het verenigen van de delen het kopdeel (4) van het afdicht-10 lichaam (4, 6) fysisch/c^iemikch verbonden wordt met de vasthoudring door vormen van het elastisch afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling op de binnenzijde van de vasthoudring (1).

2. Werkwijze volgens coniJiusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat het afdichtlichaam (4, 6) met de vasthoudring fysisch/of chemisch verbonden wordt door gieten of spuitgieten. 3c Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het k e n m e rk, dat de vasthoudring (1) gevormd wordt door 20 verknopen van een elastomeer voor het vormen van het afdichtlichaam toegepaste elastomeer.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de vasthoudring (1) bestaat uit een thermoplastische kunststof, verknoopte thermoplastische 25 kunststof of thermohardende kunststof.

5. Vasthoudring geschikt voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het kopdeel (4) van een afdichtlichaam (4, 6) fysisch en/of chemisch verbonden is met de vasthoudring door vormen 30 van het elastisch afdichtlichaam uit een vloeibare samenstelling op de binnenzijde van de vasthoudring. 8500883