NL8500620A - Dermatologisch preparaat. - Google Patents

Description

NL 32706-Kp/cs Dermatologisch preparaat.

De uitvinding heeft betrekking op dermatologische preparaten voor gebruik in topische behandeling van talrijke dermatologische ziektes en aandoeningen, waaronder herpes simplex, herpes zoster, herpes genitalis, acne, acne vulga-5 ris dermatitis, psoriasis, perifere vasculaire ziekte, fungi van de huid, fungi van de nagels, ontstekingen van de huid, ontstekingen van de mond, brandwonden, zonnebrand, stomatitis, virale ontstekingen, fulgeratie van de huid en, amputatie van de huid zowel chirurgische amputatie als accidentale ara-10 putatie.

Telkens terugkerende herpes simplex is een van de meest voorkomende en in verwarring brengende huidaandoeningen, die door de praktiserende arts wordt behandeld. In wezen is herpes simplex een inflammatoire huidziekte, gekenmerkt 15 door de vorming van kleine blaasjes in trossen. Meer in het bijzonder wordt aangenomen, dat dit een acute virusziekte is, merkbaar door groepen van water bevattende blaren op de huid, de mond en mucusmembranen, zoals de randen van de lippen of de nares en het mucusoppervlak van de geslachtsor-20 ganen. Dit gaat vaak gepaard met koorts. Ofschoon een groot aantal verschillende typen chemische preparaten zijn voorgesteld voor toepassing in de behandeling of genezing van deze aandoening bleek geen van de diverse voorgestelde oplossingen bevredigend.

25 Een aantal van de meest recent voorgestelde oplos singen is beschreven in Dermatology, "Topical Therapy of Cutaneous Herpes Simplex" door Michael Jarratt, M.D., biz.

10-11, September 1979. In dat artikel beweert Dr. Jarratt dat "er diverse topische middelen zijn, die de duur van in-30 dividueel telkens terugkerende laesis kunnen verzachten of enigszins bekorten." De duur van de individueel telkens terugkerende laesis blijft echter een belangrijk probleem vormen. Een ander belangrijk probleem is, dat hoewel de laesis eventueel beter worden na opbrengen van een van de thans be-35 schikbare topische middelen, dit gepaard gaat met de vorming van een zeer onooglijk weefsel met littekens.

8500620 - 2 -

Herpes zoster is een andere huidziekte, waarvoor thans geen effectieve behandeling beschikbaar is. Herpes zoster is een acute inflammatoire virusziekte van de cerebrale ganglia en ganglia posterior van de zenuwwortels, ge-5 kenmerkt door groepen van kleine blaasjes op inflammatoire basis, die voorkomen in het cutane gebied van bepaalde zenuw-stammen, en die gepaard gaan met neurologische pijn. Ofschoon diverse behandelingen voor herpes zoster, waaronder bestra-lingstherapie, cytosine arabinoside, adenosine Arabinoside 10 (Ara-A), Interferon, Zoster-Immuneglobulin systemische corti-costeroïden zijn toegepast, bleek geen van deze behandelingen geheel bevredigend.

Acne is nog een andere huidziekte, die, alhoewel deze aanzienlijke aandacht heeft gekregen, het meest hard-15 nekkig bleek te zijn voor een effectieve behandeling. Acne komt in het algemeen voor bij teenagers tussen de leeftijden van 12 en 18 jaar, maar kan ook voorkomen bij volwassenen.

In feite is acne een inflammatoire aandoening van de seba-ceuze klieren. Meer in het bijzonder is acne vulgaris, of 20 gewoonweg acne, een chronische inflammatoire aandoening van de sebaceuze klieren, die meestal op het gezicht, de rug en borst voorkomen. De ontstoken klieren vormen hetzij kleine roze puistjes, die soms de comedones omgeven zodanig, dat zij zwarte middelpunten hebben, of anders pustulae of hyper-25 trofiede modules vormen. Vaak wordt op de huid zichtbaar lit-tekeriweefsel gevormd, hetgeen zelfs na verdwijning van de acne blijft. Ofschoon talrijke preparaten bestaan voor de behandeling van acne zorgt geen van hen voor significante bekorting van de duur van de aandoening of zorgt ervoor, dat 30 er geen littekens in het weefsel worden gevormd.

Er zijn talrijke andere huidaandoeningen, die, ofschoon zij veel aandacht hebben gehad, zeer hardnekkig bleken voor verzachting of verbetering. Deze huidaandoeningen zijn bijvoorbeeld dermatitis, psoriasis, perifere vascu-35 laire aandoening, fungi van de huid, fungi van de nagels, ontstekingen van de huid, ontsteking van de mond, brandwonden, stomatitis en virale ontstekingen. De meeste van deze huidziektes worden gekenmerkt door vorming van groepen van kleine blaasjes in trossen op het oppervlak van de huid, 0500620 - 3 - · ’ r ontstekingen op het oppervlak van de huid en zelfs verdikking van de huid.

In het artikel, getiteld "Dermatologie Therapeutic Survey" in The Journal of the Association of Military Derma-5 tologist, door John L. Aeling, Col., MC, U.S.A., biz. 2-4, zijn diverse behandelingen, waaronder topische behandelingen, voor een groot aantal van de bovengenoemde huidaandoeningen beschreven. Dergelijke topische behandelingen omvatten de toepassing van topisch zinkoxide voor herpes simplex 10 en topische hydrofiele zalf met ureum 5% en melkzuur 5% voor droge huid. Echter geen van de door Dr. Aeling beschreven topische middelen is chemisch identiek met het topische middel volgens de uitvinding en wat nog belangrijker is, geen van de topische middelen is geschikt voor de behandeling van 15 de diverse huidaandoeningen, hetgeen wel het geval is met het topische middel volgens de uitvinding.

Naast de diverse huidaandoeningen, die boven zijn genoemd, veroorzaakt amputatie van de huid, waaronder zowel chirurgische als accidentele amputaties van de huid, onoog-20 lijke huidcondities. Chirurgische amputaties omvatten verwijdering van cysten, wratten en andere onnatuurlijke groeisels op het oppervlak van de huid. Dergelijke amputaties creëren onooglijke holtes en littekens op het oppervlak van de huid. Accidentele amputaties omvatten bijvoorbeeld de 25 amputatie van een gedeelte van een vinger (waarbij niet begrepen de botten). Er zijn geen topische middelen bekend, die kunnen worden aangebracht op deze geamputeerde gebieden van de huid, die de huidgroei bevorderen zonder het creëren van een weefsel met een aanzienlijk litteken.

30 Gevonden is thans, dat bepaalde ziektes en aandoe ningen van de huid en nagels doelmatig kunnen worden behandeld met het preparaat volgens de uitvinding. Zoals vermeld omvatten deze ziektes en aandoeningen herpes simplex, herpes zoster, acne, dermatitis, psoriasis, perifere vasculaire 35 ziekte, fungi van de huid, ontstekingen van de huid, ontsteking van de mond, brandwonden, zonnebrand, stomatitis, virale ulcersfulgeraties en amputaties van de huid. Volgens de uitvinding wordt topisch het therapeuze preparaat volgens de uitvinding op dat deel van het lichaam aangebracht, dat is 8500620 - 4 - blootgesteld aan de ziekte of aandoening. Dit preparaat omvat ureum, zinkoxide, ricinusolie, zetmeel, hydrofiele zalf en desgewenst, water, petrolaten, ''Aquaphor”, ruwe koolteer en hydrocortison.

5 Ricinusolie is vanzelfsprekend een oude en zeer be kende chemische stof. Traditioneel werd het gebruikt als to-pische olie voor de huid.

Gevonden is volgens de uitvinding, dat onder meer ricinusolie wordt gecombineerd in een mengsel met zetmeel, 10 zinkoxide, hydrofiele zalf en ureum, en op voorwaarde dat de concentraties van het bovengenoemde component binnen specifieke grenzen worden gehouden, het verkregen preparaat een uitgesproken therapeutische werking op de bovengenoemde ongewenste huidaandoeningen uitoefent.

15 In veel gevallen is gebleken, dat het topisch aan brengen van de onderhavige preparaten op gebieden van het lichaam, aangetast door één van de bovengenoemde huidaandoeningen, een snelle genezing van water bevattende blaren, laesis, ontstekingen of dergelijke resulteert, die zijn 20 veroorzaakt door de desbetreffende huidaandoening, zonder het creëren van littekens op het weefsel. Het reaktiemecha-nisme of de wetenschappelijke verklaring voor wat nu precies verantwoordelijk is voor dergelijke snelle genezing zonder het veroorzaken van littekens op het weefsel is op het ogen-25 blik niet te geven.

Met betrekking tot het therapeutische preparaat volgens de uitvinding wordt opgemerkt, dat ricinusolie de meest aktieve component is. Maar ricinusolie alleen leidt niet tot de gewenste therapeutische werking. Naast ricinus-30 olie worden er volgens de uitvinding tenminste vier andere componenten gebruikt, zoals zetmeel, zinkoxide, hydrofiele zalf en ureum. Desgewenst kunnen ruwe koolteer, water, petrolatum, "Aquaphor" en cortison worden toegevoegd. Mits de concentraties van de componenten binnen specifieke gebieden 35 worden gehouden vertoont het preparaat de gewenste therapeutische werking.

Ofschoon het niet zeker is lijkt ricinusolie de beste therapeutische werking te vertonen, wanneer deze voorkomt in zijn meest aktieve component, te weten natriumricinoleaat, 8500620 - 5 - · waarvan gebleken is, dat dit prostaglandines E en F bevatte. De therapeutische werking van prostaglandine is recentelijk gevonden bij talrijke studies. In het algemeen is ricinusolie aanwezig in een hoeveelheid van 1-20 gew.% van het pre-5 paraat. Een meer geschikt trajekt is echter 1-10 gew.% ricinusolie in het preparaat. Nog gunstiger is wanneer het preparaat 2-5 gew.% ricinusolie bevat.

Ten aanzien van het zetmeel kunnen diverse typen korrelzetmelen worden gebruikt, waaronder aardappelzetmeel, 10 rijstzetmeel, graanzetmeel en maïszetmeel. Ofschoon elk van de bovengenoemde zetmelen gebruikt kan worden in het preparaat volgens de uitvinding verdient maïszetmeel de meeste voorkeur. In het algemeen dient het zetmeel in het eindpre-paraat aanwezig te zijn in een hoeveelheid van 1-30 gew.%.

15 Wanneer het preparaat 1-20 gew.% zetmeel bevat is dit gunstiger, terwijl wanneer het preparaat 5-20 gew.% zetmeel bevat dit de meeste voorkeur verdient.

Zinkoxide wordt in het preparaat volgens de uitvinding eveneens gebruikt. Zinkoxide heeft een verzachtende 20 werking op de huid en dient in het algemeen in het preparaat voor te komen in een hoeveelheid van 1-20 gew.%. Een meer gewenste hoeveelheid aan zinkoxide in het preparaat bedraagt 1-7 gew.%. In de meeste gevallen blijkt de optimale zink-oxideconcentratie in het preparaat 1-3 gew.% te zijn.

25 Ureum, die in het preparaat eveneens aanwezig is, dient als bevochtigingsmiddel. In het algemeen bevat het preparaat 5-40 gew.% ureum. Ofschoon ureum in elke willekeurige hoeveelheid binnen dit trajekt aanwezig kan zijn is het gunstiger, wanneer het gerede preparaat 5-20 gew.% ureum bevat.

30 Bij voorkeur bevat het preparaat 10-25 gew.% ureum.

De basis voor het preparaat bevat in het algemeen een hydrofiele zalf. Bijvoorbeeld is de hydrofiele zalf een olie-in-watertype dispersie van stearylalcohol en wit petrolatum in een medium van propyleenglycol en water, met daarin 35 natriumlaurvlsulfaat als oppervlakte-aktieve stof en methyl-parabeen en propylparabeen als antimicrobische conserveermiddelen. Een hydrofiele zalf is gewenst, aangezien die gemakkelijk van de huid en kleding kan worden verwijderd door wassen met water. In het algemeen is de hydrofiele zalf in 8500620 - 6 - het preparaat aanwezig in een hoeveelheid van 1-90 gew.%.

Een gunstiger trajekt is 1-50 gew.% hydrofiele zalf in het preparaat, terwijl het het gunstigst is, wanneer het preparaat 28-41 gew.% hydrofiele zalf bevat.

5 Desgewenst kan een gedeelte van de hydrofiele zalf, die normaal wordt gebruikt, worden vervangen door "Aquaphor" (Aquaphor is een supervette zeep, chemisch verkrijgbaar van Duke).

Wanneer dus "Aquaphor" wordt gebruikt is dit in het 10 algemeen in het preparaat aanwezig in een hoeveelheid van 1-40 gew.% en liefst in een hoeveelheid van 10-20 gew.%.

Naast Aquaphor kan een deel van de hydrofiele zalf worden vervangen door petrolatum in het basispreparaat. Wanneer petrolatum wordt gebruikt, dan komt dit in het algemeen 15 voor in het preparaat in een hoeveelheid van 1-20 gew.% en bij voorkeur in een hoeveelheid van 10-15 gew.%

Ofschoon niet vereist kan aan het preparaat volgens de uitvinding water worden toegevoegd. Wanneer water wordt gebruikt kan in beginsel het gerede preparaat worden bereid 20 zonder de toepassing van een zeer snelle menginrichting. De nauwkeurige wijze van bereiding van het preparaat zowel met als zonder water zal hierna nader worden beschreven. Het is gunstiger, wanneer het preparaat 1-40 gew.% water bevat, terwijl het het gunstigst is, wanneer het preparaat 25-35 gew.% 25 water bevat.

Ofschoon niet absoluut noodzakelijk kan aan het preparaat ruwe koolteer worden toegevoegd. Het ruwe koolteer zorgt voor een anaesthetische werking en is in het preparaat aanwezig in een hoeveelheid van 1/100 tot 15 gew.%. Het is 30 meer gewenst, wanneer teer aanwezig is in een hoeveelheid van 1/100-10 gew.%. Gunstigst is, wanneer het preparaat 1/100-7 gew.% ruwe koolteer bevat.

Aan het preparaat kan bovendien hydrocortison worden toegevoegd in ·ββη hoeveelheid van 0,1-5 gew.% van het wa-35 terige preparaat en bij voorkeur in een hoeveelheid van 1-3 gew.%. Hydrocortison heeft een effekt op carbohydraat en pro-teinemetabolisme en wordt gebruikt als anti-inflammatoir middel.

Teneinde qua geur en uiterlijk het preparaat vol- 85 0 0 5 20 - 7 - - gens de uitvinding aantrekkelijk te maken kunnen er parfums en kleurstoffen worden toegevoegd.

In het geval van een persoon, die lijdt aan herpes simplex, is gebleken, dat na topisch aanbrengen van het pre-5 paraat volgens de uitvinding een snelle verdwijning van water bevattende blaren of dergelijke optrad, die met de huidziekte gepaard gingen.

Bovendien blijken water bevattende blaren of dergelijke te genezen zonder het veroorzaken van littekens in het 10 weefsel. Dit is zeer belangrijk, aangezien herpes simplex een periodiek terugkerende huidziekte is, die gewoonlijk in het weefsel rondom de mond van de persoon, die aam de ziekte lijdt, onooglijke littekens geeft.

Topische behandeling van het desbetreffende gebied, 15 dat is aangetast, kan per uur dan wel per dag plaatsvinden, terwijl de behandeling zo lang dient te worden voorgezet, tot de water bevattende blaren of dergelijke volledig zijn verdwenen. In de meeste gevallen geneest het aangetaste gebied volledig binnen twee tot drie dagen.

20 Topische behandeling van de andere bovengenoemde huidziektes, die gekenmerkt worden door water bevattende blaren, ontstekingen of dergelijke op het oppervlak van de huid en mond is soortgelijk als de behandeling, zoals boven besproken met betrekking tot herpes simplex.

25 In het geval van een persoon, die lijdt aan hetzij een cnirurgische hetzij accidentele amputatie van een gedeelte van de huid is gebleken, dat het preparaat volgens de uitvinding op het aangetaste gebied rijkelijk dient te worden aangebracht en daarna dient te worden verbonden zodanig, dat 30 de zalf tegen de huid wordt aangedrukt. De tijd, die benodigd is voor het in gebonden toestand houden van het aangetaste gebied is afhankelijk van de ernst van de te behandelen amputatie. Verrassenderwijze blijkt de huid na behandeling van het geamputeerde gebied volgens de uitvinding weder-35 om aan te groeien op een manier dat weinig of helemaal geen littekens op het weefsel voorkomen.

Ofschoon voor de bereiding van het preparaat volgens de uitvinding andere methoden gebruikt kunnen worden verdient de volgende methode echter de voorkeur. Eerst, wan- 8500820 - 8 - neer ruwe koolteer wordt gebruikt, wordt dit met ricinusolie vermengd. Dan wordt zinkoxide toegevoegd en het geheel met ricinusolie en ruwe koolteer (indien toegepast) vermengd. Vervolgens wordt de hydrofiele zalf toegevoegd en het pre-5 paraat krachtig gemengd. Wanneer "Aquaphor" en/of petrolatum werden gebruikt ter vervanging van een deel van de hydrofiele zalf, zoals eerder beschreven, worden deze stoffen op dit punt van de procedure toegevoegd. Hierna worden het zetmeel en ureum toegevoegd en met de andere componenten vermengd.

10 Tenslotte, wanneer hydrocortison wordt gebruikt, wordt dit toegevoegd en vermengd. Het gerede mengsel dient dan grondig te worden gemengd met behulp van een zeer snelle menger. Een dergelijke menger is echter niet nodig, wanneer water wordt gebruikt. Een normale langzame menger is voldoende. In het 15 algemeen wordt water dan pas toegevoegd, nadat alle andere componenten zijn vermengd.

Voorbeelden van bepaalde voorkeurspreparaten volgens de uitvinding zijn als volgt:

Voorbeeld I

20 component hoeveelheid ureum 10 g zinkoxide 1 g ricinusolie 2 cc maïszetmeel 10 g 25 hydrofiele zalf 76 cc

Voorbeeld II

component hoeveelheid ureum 10 g zinkoxide 1 g 30 ricinusolie 2 cc maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 41 cc water 35 cc

Voorbeeld III

35 component hoeveelheid ureum 10 g ruwe koolteer 3 g 8500620 - 9 -

(vervolg) Voorbeeld III

component hoeveelheid zinkoxide 2 g ricinusolie 2 cc 5 maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 74 cc

Voorbeeld IV

component hoeveelheid ureum 20 g 10 ruwe koolteer 3 g zinkoxide 2 g ricinusolie 4 cc maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 61 cc

15 Voorbeeld V

component hoeveelheid ureum 20 g ruwe koolteer 3 g zinkoxide 2 g 20 ricinusolie 4 cc maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 31 cc water 30 cc

Voorbeeld VI

25 component hoeveelheid ureum 20 g ruwe koolteer 4 g zinkoxide 2 g ricinusolie 4 cc 30 maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 60 cc

Voorbeeld VII

component hoeveelheid ureum 20 g 35 zinkoxide 2 g 85 0 0 6 20 - ιοί vervolg) Voorbeeld VII component hoeveelheid ruwe koolteer 5 g ricinusolie 5 cc 5 maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 58 cc

Voorbeeld VIII

component hoeveelheid ureum 20 g.

10 zinkoxide 2 g ruwe koolteer 10 gm ricinusolie 5 cc maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 53 cc

15 Voorbeeld IX

component hoeveelheid ureum 20 g ruwe koolteer 10 g zinkoxide 2 g 20 ricinusolie 5 cc maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 28 cc water 25 cc

Voorbeeld X

25 component hoeveelheid ureum 20 g ruwe koolteer 3 g zinkoxide 2 g ricinusolie 4 cc 30 maïszetmeel 10 g hydrofiele zalf 31 cc water 29 cc hydrocortison 1 cc

Vanzelfsprekend kunnen andere variaties worden toe- 35 gepast zonder af te wijken van de geest en beschermingsom-vang van de uitvinding.

8500620

Claims (24)

1. Dermatologisch preparaat, met het kenmerk, dat dit preparaat 1-20% ricinusolie, 1/100-10% ruwe koolteer, 1-30% zetmeel, 1-20% zinkoxide, 1-20% zinkoxide, 1-90% hydrofiele zalf, en 5-40% ureum, op gewichtsbasis, be- 5 vat.

2. Preparaat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het preparaat 2-5 gew.% ricinusolie bevat.

3. Preparaat volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het preparaat 0,1-5 gew.% hydrocortison 10 bevat.

4. Preparaat volgens conclusies 1-3,met het kenmerk, dat het preparaat 1-60 gew.% water bevat.

5. Preparaat volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het preparaat 1-20 gew.% petrolatum bevat.

6. Preparaat volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het preparaat 1-60 gew.% water bevat.

7. Preparaat volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het zetmeel maïszetmeel is.

8. Preparaat volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling heeft: 10 gew.% ureum, 1 gew.% zinkoxide, 2 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel en 67 gew.% hydrofiele zalf.

9. Preparaat volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling 25 heeft: 20 gew.% ureum, 3 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zinkoxide, 4 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel en 61 gew.% hydrofiele zalf.

10. Preparaat volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling 30 heeft: 20 gew.% ureum, 3 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zinkoxide, 4 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel, 31 gew.% hydrofiele zalf en 30 gew.% water.

11. Preparaat volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling 35 heeft: 20 gew.% ureum, 4 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zinkoxide, 4 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel en 60 gew.% hydrofiele zalf.

12. Preparaat volgens conclusie 2, m e t het 8500620 - 12 - kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling heeft: 20 gew.% ureum, 5 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zink-oxide, 5 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel en 58 gew.% hydrofiele zalf.

13. Preparaat volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling heeft: 20 gew.% ureum, 10 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zink-oxide, 5 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel en 53 gew.% hydrofiele zalf.

14. Preparaat volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling heeft: 20 gew.% ureum, 10 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zink-oxide, 5 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel, 28 gew.% hydrofiele zalf en 25 gew.% water.

15. Preparaat volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het preparaat de volgende samenstelling heeft: 20 gew.% ureum, 3 gew.% ruwe koolteer, 2 gew.% zink-oxide, 4 gew.% ricinusolie, 10 gew.% zetmeel, 31 gew.% hydrofiele zalf, 29 gew.% water en 1 gew.% cortison.

16. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan een huidaandoening, met het kenmerk, dat op het aangetaste gebied topisch een therapeutisch werkzame hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 1 wordt aangebracht.

17. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan een huidaandoening, met het kenmerk, dat op de aangetaste plaats van de patiënt een therapeutisch werkzame hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 2 wordt aangebracht.

18. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan een huidaandoening, met het kenmerk, dat op de aangetaste plaats van de patiënt een therapeutisch effektieve hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 3 wordt aangebracht.

19. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan een huidaandoening, met het kenmerk, dat op de aangetaste plaats van de patiënt een therapeutisch werkzame hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 4 wordt aangebracht. 8500520 - 13 -

20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de huidaandoening is gekozen uit een groep van herpes simplex, herpes zoster, acne, dermatitis, psoriasis, perifere vasculaire ziekte, fun-5 gi van de huid, ontsteking van de huid, ontsteking van de mond, brandwonden, zonnebrand, stomatitis, virale ontsteking, fungi van de nagels, fulgeraties, veroorzaakt door elektrische shock en chirurgische incisies, amputaties van de huid, waaronder chirurgische en accidentele amputaties.

21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 16-18,met het kenmerk, dat de huidaandoening, die behandeld wordt herpes simplex is, waarbij het preparaat op de huid, die deze aandoening vertoont, wordt aangebracht.

22. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, 15 die lijdt aan psoriasis, met het kenmerk, dat op de aangetaste plaats een therapeutisch werkzame hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 1 wordt aangebracht.

23. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan psoriasis, met het kenmerk, dat 20 op de aangetaste plaats een therapeutisch werkzame hoeveelheid van het preparaat volgens conclusie 2 wordt aangebracht.

24. Werkwijze voor de behandeling van een patiënt, die lijdt aan psoriasis, met het kenmerk, dat op de aangetaste plaats een therapeutisch effektieve hoe- 25 veelheid van het preparaat volgens conclusie 3 topisch wordt aangebracht. 950 0 6 20