NL8500557A - IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL. - Google Patents

IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL. Download PDF

Info

Publication number
NL8500557A
NL8500557A NL8500557A NL8500557A NL8500557A NL 8500557 A NL8500557 A NL 8500557A NL 8500557 A NL8500557 A NL 8500557A NL 8500557 A NL8500557 A NL 8500557A NL 8500557 A NL8500557 A NL 8500557A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spreading
tool
discharge
frame
coupled
Prior art date
Application number
NL8500557A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8500557A priority Critical patent/NL8500557A/en
Priority to FR8602644A priority patent/FR2577749B1/en
Priority to GB08604884A priority patent/GB2172483A/en
Publication of NL8500557A publication Critical patent/NL8500557A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C15/00Fertiliser distributors
    • A01C15/003Bulk fertiliser or grain handling in the field or on the farm
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Fertilizing (AREA)

Description

* —'i C. van der Lely N.V., Maasland "Werktuig voor het verspreiden van materiaal"* —I C. van der Lely N.V., Maasland "Equipment for spreading material"

De uitvinding heeft betrekking op een werktuig voor het verspreiden van materiaal, in het bijzonder voor het ; verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal zoals kunstmest, welk werktuig een van ten minste één 5 ondersteuningswiel voorziene draaginrichting omvat waaraan een voorraadbak voor het materiaal is aangebracht en die een koppelingsmechanisme bezit waaraan een strooiinrichting ' aanbrengbaar is, die een afvoerbak en ten minste een ver- spreidorgaan omvat voor het tijdens bedrijf van het werktuig 10 verspreiden van materiaal.The invention relates to a tool for spreading material, in particular for; spreading granular and / or powdery material such as fertilizer, which tool comprises a carrying device provided with at least one support wheel, to which a storage container for the material is arranged and which has a coupling mechanism to which a spreader can be fitted, which has a discharge container and at least a spreader comprising spreading material during operation of the tool 10.

Een doel van de uitvinding is een werktuig van deze soort te verbeteren, zodanig dat het materiaal op gunstige wijze vanuit de voorraadbak aan de afvoerbak kan worden toegevoerd tijdens bedrijf.An object of the invention is to improve a tool of this kind, such that the material can advantageously be supplied from the storage bin to the discharge bin during operation.

15 Volgens de uitvinding kan dit bereikt worden doordat t tussen de voorraadbak en de afvoerbak een transportorgaan is aangebracht, waarmede tijdens bedrijf van het werktuig materiaal vanuit de voorraadbak- naar de afvoerbak transpor-teerbaar is, waarbij het transportorgaan aansluit op 20 een afvoeropening van de voorraadbak, die door een nabij de afvoeropening aangebracht afsluitorgaan althans gedeeltelijk afsluitbaar is, terwijl het transportorgaan is gekoppeld met de aandrijforganen voor het verspreidorgaan van de strooiinrichting, een en ander zodanig, dat tijdens 25 bedrijf het transportorgaan gelijktijdig met de strooi-organen wordt aangedreven. Hierbij zal tijdens bedrijf van het werktuig het transportorgaan steeds in beweging zijn, zodat het daarin aanwezige materiaal constant naar de afvoerbak wordt afgevoerd. Hierdoor ontstaat een gunstige 30 werking van het transportorgaan, waarbij het transport van het materiaal naar de afvoerbak gestopt kan worden door het afsluiten van de afvoeropening van de voorraadbak.According to the invention this can be achieved in that a transport member is arranged between the storage bin and the discharge bin, with which material can be conveyed from the storage bin to the discharge bin during operation of the tool, the transport member connecting to a discharge opening of the storage container, which is at least partly closable by a closing member arranged near the discharge opening, while the transport member is coupled to the driving members for the spreading member of the spreading device, all this in such a way that during transport the transport member is driven simultaneously with the spreading members. During operation of the tool, the transport member will always be in motion, so that the material present therein is constantly discharged to the discharge bin. This results in a favorable operation of the transporting member, wherein the transport of the material to the discharge bin can be stopped by closing the discharge opening of the storage bin.

Een gunstige constructie wordt verkregen wanneer het transportorgaan is voorzien van een in een transport-35 koker gelegen transportschroef, welke transportkoker met zijn ondereinde aansluit aan de afvoeropening en de . transportschroef vanaf de afvoeropening zich door de 8500557 - 2 - ' r * transportkoker uitstrekt tot de bovenzijde daarvan, waaraan een afvoerkanaal is aangebracht’dat uitmondt boven de afvoerbak van de strooiinrichting, waarbij het transportorgaan met aan de bovenzijde van de transportkoker aangebrachte 5 overbrengingsorganen is gekoppeld die via een tussenas zijn gekoppeld met overbrengingsorganen in de aandrijf-organen voor het verspreidorgaan.A favorable construction is obtained when the transport member is provided with a transport screw located in a transport tube, which transport tube connects with its lower end to the discharge opening and the. conveying screw from the discharge opening extends through the 8500557-2 * r * conveying sleeve to the top thereof, to which a discharge channel is provided which opens above the discharge bin of the spreader, the conveying member having 5 transfer members arranged on the top of the conveying tube coupled through an intermediate shaft to transmission means in the spreader drive means.

Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld is het afsluitorgaan gekoppeld met een hydraulische bedienings-10 cylinder die via een aan het werktuig aangebracht eerste bedienbaar schuifventiel is gekoppeld met een hydraulisch systeem van het werktuig. Op deze wijze kan het afsluit-orgaan gemakkelijk bediend worden.According to a further exemplary embodiment, the shut-off member is coupled to a hydraulic operating cylinder which is coupled to a hydraulic system of the tool via a first operable slide valve arranged on the tool. In this way the closing member can be easily operated.

Bij een verder uitvoeringsvoorbeeld is het koppe-15 lingsmechanisme scharnierbaar aan het gestel van de draag-inrichting aangebracht en gekoppeld met een indicatie-mechanisme dat reageert op het gewicht van de strooiinrichting, welk indicatiemechanisme een indicatie geeft voor het openen of dichten van de afvoeropening van de 20 voorraadbak. Op deze wijze kan de afvoerbak op gunstige wijze gevuld blijven waardoor de verspreiding van het materiaal door het verspreidorgaan voor een gelijkmatige verspreiding gunstig beïnvloed kan worden.In a further exemplary embodiment, the coupling mechanism is pivotally mounted on the frame of the carrying device and coupled to an indicator mechanism responsive to the weight of the spreader, which indicator mechanism provides an indication for opening or closing the discharge opening of the 20 storage bin. In this way, the discharge tray can remain advantageously filled, so that the distribution of the material through the spreader can be favorably influenced for an even distribution.

De stand van de strooiinrichting ten opzichte 25 van de draaginrichting kan op gunstige wijze beïnvloed worden wanneer tussen het koppelingsmechanisme en het gestel van de draaginrichting een verstelmechanisme is aangebracht dat in zijn lengterichting instelbaar is voor het naar keuze in een van ten minste twee standen brengen 30 van het koppelingsmechanisme ten opzichte van het gestel van de draaginrichting voor het veranderen van de hoogte-ligging van de strooiinrichting boven de grond. De stand van de strooiinrichting ten opzichte van de draaginrichting kan verder op gunstige wijze beïnvloed worden 35 wanneer het koppelingsmechanisme een driepuntsbevestiging met twee hefarmen en een topstang vormt voor de strooiinrichting, waarbij althans de koppeling van een van de hefarmen aan het gestel van de strooiinrichting in hoogte-richting ten opzichte van dit gestel verstelbaar is voor 8500557 ; \ - 3 - het in breedterichting schuin stellen van de strooi-inrichting ten opzichte van de draaginrichting waarbij deze koppeling aan de strooiinrichting een hydraulisch bedieningsorgaan omvat dat via een derde schuifventiel 5 is gekoppeld met het hydraulisch systeem van het werktuig, welk derde schuifdeel via het eerste schuifventiel koppel-baar is met het systeem bij een neutrale stand van de bedieningsarm van het eerste schuifventiel.The position of the spreader in relation to the carrying device can be favorably influenced when an adjusting mechanism is arranged between the coupling mechanism and the frame of the carrying device which is adjustable in its longitudinal direction for optionally in one of at least two positions. of the coupling mechanism relative to the frame of the carrying device for changing the height of the spreading device above the ground. The position of the spreader relative to the carrying device can furthermore be influenced favorably when the coupling mechanism forms a three-point mounting with two lifting arms and a top rod for the spreading device, at least the coupling of one of the lifting arms to the frame of the spreading device. height direction relative to this frame is adjustable for 8500557; - the widthwise inclination of the spreading device relative to the carrying device, this coupling to the spreading device comprising a hydraulic operating member which is coupled via a third slide valve 5 to the hydraulic system of the implement, which third slide part via the first slide valve can be connected to the system at a neutral position of the operating arm of the first slide valve.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 10 hand van de tekeningen van een gunstig uitvoeringsvoorbeeld van een werktuig volgens de uitvinding.The invention will be further elucidated with reference to the drawings of a favorable exemplary embodiment of a tool according to the invention.

Fig. 1 is een zijaanzicht van het werktuig volgens de uitvinding,Fig. 1 is a side view of the tool according to the invention,

Fig. 2 geeft op vergrote schaal een doorsnede weer 15 van een afsluitorgaan en een transportorgaan, gezien volgens de lijn II - II in fig. 1,Fig. 2 is an enlarged sectional view of a closure member and a conveyor member, taken along line II - II in FIG. 1,

Fig. 3 geeft een langsdoorsnede van het afsluitorgaan en het transportorgaan weer, gezien volgens de lijn III-III in fig. 2, 20 Fig. 4 geeft een aanzicht op het afsluitorgaan, gezien volgens de lijn IV - IV in fig. 2,Fig. 3 shows a longitudinal section of the closing member and the conveying member, seen along the line III-III in FIG. 2, FIG. 4 is a view of the closure member, taken along line IV-IV in FIG. 2,

Fig. 5 is een doorsnede over de overbrengingskast in de aandrijving van het transportorgaan, gezien volgens de lijn V - V in fig. 1, 25 Fig. 6 geeft een langsdoorsnede weer van de aandrij- vingsorganen voor het transportorgaan en de verspreid-organen,Fig. 5 is a sectional view through the transmission case in the drive of the conveyor, taken along line V-V in FIG. 1, FIG. 6 is a longitudinal sectional view of the drive members for the transport member and the spreading members,

Fig. 7 is een bovenaanzicht van een gedeelte van de strooiinrichting, gezien volgens de lijn VII - VII 30 in fig. 1,Fig. 7 is a plan view of a portion of the spreader, taken along line VII - VII 30 in FIG. 1,

Fig. 8 geeft een vooraanzicht weer van een ondersteuning voor de strooiinrichting gezien in de richting volgens de pijl VIII in fig. 7,Fig. 8 is a front view of a support for the spreader seen in the direction of the arrow VIII in FIG. 7,

Fig. 9 geeft op verkleinde schaal een achteraanzicht 35 van het werktuig volgens fig. 1 weer, waarbij de strooiinrichting in een scheefgestelde stand t.o.v. de draaginrichting is weergegeven,Fig. 9 shows a rear view 35 of the implement according to FIG. 1 on a reduced scale, the spreading device being shown in an oblique position relative to the carrying device,

Fig. 10 geeft een schema weer van het bedienings- 8500557 - 4 - ψ * mechanisme voor de verschillende onderdelen van het werktuig volgens de uitvinding.Fig. 10 shows a diagram of the operating 8500557-4 * * mechanism for the various parts of the tool according to the invention.

Het in de figuren weergegeven werktuig 1 omvat een draaginrichting 2 en een strooi-inrichting 3. De draag-5 inrichting 2 heeft een draaggestel 5 dat twee naar voren toe convergerende gestelbalken 6 omvat, waarvan er één in fig. 1 is weergegeven. De gestelbalken 6 zijn met hun achtereinden verbonden door een achterbalk 7, terwijl de vooreinden zijn gekoppeld aan een koppelplaat 8. Aan de koppel-10 plaat 8 is een koppelingshaak 9 naar keuze in één van meerdere in hoogterichting verschillende plaatsen te bevestigen.The tool 1 shown in the figures comprises a carrying device 2 and a spreading device 3. The carrying device 2 has a carrying frame 5 which comprises two forwardly converging frame beams 6, one of which is shown in Fig. 1. The frame beams 6 are connected at their rear ends by a rear beam 7, while the front ends are coupled to a coupling plate 8. A coupling hook 9 can optionally be attached to the coupling plate 8 in one of several locations in height direction.

Het draaggestel omvat twee loopwielen 10, die aan een aan de achterbalk 7 bevestigde wielas 11 zijn aangebracht. Het gestel 5 heeft nabij het vooreinde een steun-15 poot 12, die in hoogterichting beweegbaar is en naar keuze in één van meerdere standen vastzetbaar is. Op elk van de gestelbalken 6 is een draagsteun 13 aangebracht, die een voorraadbak 14 ondersteunen. Elk van de draagsteunen 13 is volgens het zijaanzicht in fig. 1 samengesteld uit onge-20 veer twee driehoekige delen 15 en 16. De voorzijden van de driehoekige delen 15 strekken zich loodrecht op de in hoofdzaak horizontale balken 6 uit en zijn met elkaar verbonden door een voorplaat 17. De voorraadbak 14 heeft een achterwand 18, die met de achterrand 19 van de draagsteunen 25._ 13 in zijaanzicht gezien samenvalt. De onderwand 20 van de voorraadbak 14 ligt gelijk aan de bovenzijde van de driehoekige gedeelten 15 van de draagsteunen 13,The carrying frame comprises two running wheels 10, which are arranged on a wheel axle 11 fixed to the rear beam 7. The frame 5 has a support leg 12 near the front end, which is movable in height direction and can optionally be fixed in one of several positions. A carrying support 13 is provided on each of the frame beams 6, which supports a storage container 14. According to the side view in Fig. 1, each of the supporting supports 13 is composed of approximately two triangular parts 15 and 16. The front sides of the triangular parts 15 extend perpendicular to the substantially horizontal beams 6 and are connected to each other by a front plate 17. The storage container 14 has a rear wall 18, which coincides with the rear edge 19 of the carrying supports 25._ 13 viewed in side view. The bottom wall 20 of the hopper 14 is flush with the top of the triangular parts 15 of the carrying supports 13,

In de op de onderwand 20 aansluitende onderzijde van de achterwand 18 is een afvoeropening 21 aangebracht 30 (fig. 3). Nabij de afvoeropening 21 is de achterwand 18 voorzien van een verstijvingsplaat 22, die om de omtrek van de afvoeropening 21 is gelegen en is voorzien van een doorlaatopening 23 die met de opening 21 samenvalt. De onderzijde van de verstijvingsplaat 22 steekt onder de wand 35 20 uit, evenals de achterwand 18. Door de wand 18 en de verstijvingsplaat 22 zijn meerdere bouten 24 aangebracht, die aan de wand 18 zijn bevestigd. Ook de verstijvingsplaat 22 is aan de wand 18 bevestigd.A discharge opening 21 is arranged in the underside of the rear wall 18 connecting to the bottom wall 20 (Fig. 3). Near the discharge opening 21, the rear wall 18 is provided with a stiffening plate 22, which is located around the circumference of the discharge opening 21 and is provided with a passage opening 23 which coincides with the opening 21. The underside of the stiffening plate 22 protrudes below the wall 35, as does the rear wall 18. Through the wall 18 and the stiffening plate 22, several bolts 24 are mounted, which are attached to the wall 18. The stiffening plate 22 is also attached to the wall 18.

8500557 • \ - 5 -8500557 • \ - 5 -

Tegen de verstijvingsplaat 22 is een tussenstuk 26 aangebracht, dat twee op afstand van elkaar gelegen rechthoekige steunramen 27 en 28 omvat, die met elkaar zijn verbonden door zich in hoogterichting uitstrekkende geleidin-5 gen 29 en 30 (fig. 2). Tegen de van de voorraadbak 14 afgekeerde zijde van het tussenstuk 26 is een bevestigings-rand 31 aangebracht. Het tussenstuk 26 en de bevestigings-rand 31 zijn door middel van de bouten 24 met de achterwand 18 en de daaraan bevestigde plaat 22 verbonden. De beves-10 tigingsrand 31 is vast verbonden met het ondereinde 32 van een transportkoker 36 van een transportorgaan 33. De beves-tigingsrand 31 is door middel van een tussenkanaal 35 verbonden met het ondereinde 32 van de transportkoker rond een invoeropening 34 van dit ondereinde · 15 Het tussenstuk 26 is voorzien van een afsluit- orgaan in de vorm van een afsluitschuif 37, die tussen de geleidingen 29 en 30 is gelegen en in hoogterichting langs de afvoeropening 21 beweegbaar is voor het meer of minder afsluiten van deze afvoeropening met de daarop aansluitende 20 doorlaatopening 23. De afsluitschuif 37 is voorzien van omgezette randen 38, waarmede de schuif tussen de geleidingen 29 en 30 past. De afsluitschuif 37 is voorzien van verstijvingsribben 39. Nabij de bovenzijde van de afsluitschuif 37 zijn ribben 41 aangebracht, waaraan door middel 25 van een pen 42 het ondereinde van een zuigerstang 44 schar-nierbaar is bevestigd. De zuigerstang 44 werkt samen met een cylinder 45 waarvan het boveneinde is bevestigd aan een steunbalk 46, die is aangebracht tussen twee draagarmen 47, die zich in het verlengde van het tussenstuk 26 omhoog 30 uitstrekken. De draagarmen 47 zijn met hun ondereinden bevestigd aan een draagbalk 48, die zich in dwarsrichting langs de achterwand 18 uitstrekt en daaraan is bevestigd.An intermediate piece 26 is provided against the stiffening plate 22, which comprises two spaced apart rectangular support windows 27 and 28, which are connected to each other by height-extending guides 29 and 30 (Fig. 2). A mounting edge 31 is arranged against the side of the intermediate piece 26 facing away from the storage container 14. The intermediate piece 26 and the mounting edge 31 are connected by means of the bolts 24 to the rear wall 18 and the plate 22 attached thereto. The fastening edge 31 is fixedly connected to the bottom end 32 of a transport tube 36 of a transporting member 33. The fastening edge 31 is connected by means of an intermediate channel 35 to the bottom end 32 of the transport tube around an inlet opening 34 of this bottom end. The intermediate piece 26 is provided with a closing member in the form of a closing slide 37, which is located between the guides 29 and 30 and is movable in height direction along the discharge opening 21 for more or less closing of this discharge opening with the adjoining Passage opening 23. The closing slide 37 is provided with bent edges 38, with which the slide fits between the guides 29 and 30. The closing slide 37 is provided with stiffening ribs 39. Ribs 41 are arranged near the top of the closing slide 37, to which the lower end of a piston rod 44 is pivotally mounted by means of a pin 42. The piston rod 44 cooperates with a cylinder 45, the upper end of which is attached to a support beam 46, which is arranged between two carrying arms 47, which extend upwards in line with the intermediate piece 26. The support arms 47 are attached with their lower ends to a support beam 48 which extends transversely along the rear wall 18 and is attached thereto.

De balk 48 verbindt de boveneinden van twee schoorbalken 50 waarvan de ondereinden aan de bovenzijde van de achter-35 balk 7 zijn bevestigd.The beam 48 connects the top ends of two strut beams 50, the bottom ends of which are attached to the top of the rear beam 7.

Het ondereinde 32 is tegenover de inlaatopening 34 voorzien van een schoonmaakopening 50 met schuif 51.Opposite the inlet opening 34, the bottom end 32 is provided with a cleaning opening 50 with slide 51.

In het boveneinde van de transportkoker 36 is het onder- 8500557 r * - 6 - einde 32 van een zich verder omhoog uitstrekkend bovengedeelte 52 van de transportkoker 36 gelegen en daarin vastgeklemd door het klemgedeelte 53 van het ondereinde 32.Located in the upper end of the transport sleeve 36 is the lower end 32 of a further upwardly extending top portion 52 of the transport sleeve 36 and clamped therein by the clamping portion 53 of the bottom end 32.

Het transportkokerdeel 52 wordt verder ondersteund door 5 een ring 53, die aan de boveneinden van de draagarmen 47 · is aangebracht. In de transportkoker 36 is een transport-orgaan 56 aangebracht in de vorm van een transportschroef.The transport sleeve part 52 is further supported by a ring 53, which is arranged at the upper ends of the carrying arms 47 ·. In the transport sleeve 36, a transport member 56 is arranged in the form of a transport screw.

Het boveneinde van de transportschroef reikt tot aan een afvoerkanaal 57, dat aan de bovenzijde van de transportko-10 ker 36 is aangebracht.The top end of the transport screw extends to a discharge channel 57, which is arranged on the top of the transport box 36.

De as 58 van de transportschroef steekt boven de transportkoker 36 uit en sluit aan op een overbrengings-kast 59, die op de bovenzijde van de koker 36 is aangebracht. De overbrengingskast is verder ondersteund door 15 steunarmen, die aan de boveneinden van de draagarmen 47 zijn aangebracht. De as 58 is voorzien van een kettingwiel 60, dat door middel van een ketting 61 met een kettingwiel 62 is gekoppeld. Het kettingwiel 62 is aangebracht op een as 63. Het ondereinde van de as 63 steekt onder de over-20 brengingskast 59 uit en is door middel van een tussenas 64 gekoppeld met een as 65, die is gelegerd in een overbrengingskast 66. De overbrengingskast 66 is bevestigd aan een ondersteuningsplaat 70, die is bevestigd aan een dwarsbalk 71. De dwarsbalk 71 is aangebracht tussen twee aan 25 de schoorbalken 50 aangebrachte driehoekige draagplaten 72. Door middel van schoorbalken 73 en 74 is nabij de achterzijde een dwarsbalk 75 aan het gestel 5 aangebracht, die is voorzien van lippen 76.The shaft 58 of the screw conveyor protrudes above the transport sleeve 36 and connects to a transmission case 59, which is mounted on the top of the sleeve 36. The transmission box is further supported by 15 support arms, which are arranged at the upper ends of the support arms 47. The shaft 58 is provided with a sprocket wheel 60, which is coupled to a sprocket wheel 62 by means of a chain 61. The sprocket wheel 62 is mounted on a shaft 63. The lower end of the shaft 63 projects below the transmission box 59 and is coupled by means of an intermediate shaft 64 to a shaft 65 which is mounted in a transmission box 66. The transmission box 66 is attached to a support plate 70, which is attached to a cross beam 71. The cross beam 71 is arranged between two triangular supporting plates 72 arranged on the strut beams 50. By means of strut beams 73 and 74, a cross beam 75 is attached to the frame 5 near the rear side. fitted with lips 76.

Aan de draagplaten 72 is een koppelingsmechanisme 30 80 aangebracht. Dit mechanisme 80 omvat twee in dwarsrich- ting van het werktuig op afstand van elkaar gelegen kniehef-bomen 81, die ieder scharnierend om een schamieras 82 aan een draagplaat 72 zijn aangebracht. Elk van de kniehefbomen 81 omvat een draagarm 83 en een steunarm 84. De steunarmen 35 van de kniehefbomen 81 zijn met elkaar verbonden door een koppelingspijp 85. Vanuit het midden van de pijp 85 zijn de draagarmen 83 nog ondersteund door schoorstaven 86. De pijp 85 is voorzien van een lip 87, die scharnierend is 8500557 • Λ - 7 - gekoppeld met een zuigerstang 88, die in een draagcylinder 89 is aangebracht. De draagcylinder 89 is scharnierend gekoppeld met een tuimelarm 90, die scharnierend om een as 91 aan het gestel 5 is bevestigd. Het uiteinde van de tui-5 melarm 90 is gekoppeld met een pen 92, waarom een drukveer 93 is aangebracht. De pen 93 is verschuifbaar in een gat van een aan het gestel 5 bevestigde strip 94, wat niet verder is weergegeven.A coupling mechanism 80 is arranged on the supporting plates 72. This mechanism 80 includes two spaced-apart knee levers 81 transversely of the tool, each hinged about a hinge axis 82 on a support plate 72. Each of the knee levers 81 comprises a support arm 83 and a support arm 84. The support arms 35 of the knee levers 81 are connected to each other by a coupling pipe 85. From the center of the pipe 85, the support arms 83 are still supported by bracing rods 86. The pipe 85 includes a lip 87 hinged 8500557 • Λ - 7 - coupled to a piston rod 88 mounted in a support cylinder 89. The support cylinder 89 is hingedly coupled to a rocker arm 90 hingedly mounted on a shaft 91 to the frame 5. The end of the blade arm 90 is coupled to a pin 92, around which a compression spring 93 is provided. The pin 93 is slidable in a hole of a strip 94 attached to the frame 5, which is not shown further.

Ongeveer in het langsmiddenvlak van het werktuig 10 is door de voorraadbak 14 een pijp 96 aangebracht, die aansluit op de ondersteuningsplaat 70 (fig. 6). Door de pijp 96 strekt zich een aandrijfas 97 uit, die zich ook door de overbrengingskast 66 uitstrekt en daarin is voorzien van een conisch tandwiel 98, dat met een conisch tandwiel 15 99 samenwerkt, dat op de as 65 is bevestigd. Aan de van de pijp 96 afgekeerde zijde steekt de aandrijfas 97 buiten de overbrengingskast 66 en vormt een koppelingseinde 100.Approximately in the longitudinal center plane of the tool 10, a pipe 96 is arranged through the hopper 14, which connects to the support plate 70 (Fig. 6). A drive shaft 97 extends through the pipe 96, which also extends through the transmission box 66 and is provided therein with a bevel gear 98 which cooperates with a bevel gear 99 which is mounted on the shaft 65. On the side remote from the pipe 96, the drive shaft 97 projects beyond the transmission case 66 and forms a coupling end 100.

De pijp 96 is in de voorplaat 17 ondersteund, waarbij de aandrijfas 97 zich tot voor de voorplaat 17 uitstrekt en 20 daar een koppelingseinde 101 bezit.The pipe 96 is supported in the front plate 17, the drive shaft 97 extending to the front plate 17 and there having a coupling end 101.

De lippen 76 en de uiteinden van de draagarmen 83 vormen op dezelfde wijze als de driepuntshefinrichting van een trekker een driepuntskoppelingsmechanisme waaraan de strooi-inrichting 3 koppelbaar is.The lips 76 and the ends of the carrying arms 83, in the same manner as the three-point lifting device of a tractor, form a three-point coupling mechanism to which the spreading device 3 can be coupled.

25 De strooi-inrichting 3 omvat een gestel 105 en een afvoerbak 106. De afvoerbak 106 is voorzien van twee afvoertuiten 107 en 108. Het onderste deel 102 van het afvoerkanaal 57 bezit een verdeelplaat 103 die boven beide afvoertuiten 107 en 108 uitmondt. Het onderste deel 102 30 is scharnierbaar ten opzichte van de transportkoker en naar keuze in één van meerdere standen vastzetbaar door een in zijn lengte instelbare arm 104. Onder elke afvoertuit 107 is een om een zich in hoogterichting uitstrekkende draai-ingsas verdraaibaar verspreidorgaan 109 resp. 110 aangebracht.The spreading device 3 comprises a frame 105 and a drain tray 106. The drain tray 106 is provided with two discharge spouts 107 and 108. The lower part 102 of the discharge channel 57 has a dividing plate 103 which opens above both discharge spouts 107 and 108. The lower part 102 is pivotable relative to the transport tube and optionally fixable in one of several positions by an arm 104 which is adjustable in its length. Under each discharge spout 107 there is a spreading member 109 resp. Rotatable about a height-extending axis of rotation. 110 fitted.

35 Het gestel 105 is voorzien van lippen 111 die door middel van een topstang 112 met de lippen 76 verbonden zijn. Het gestel 5 is verder voorzien van lippen 113 waarmede het gestel 5 aan de draagarmen 83 kan worden bevestigd, zoals 8500557 _ Q _The frame 105 is provided with lips 111 which are connected to the lips 76 by means of a top rod 112. The frame 5 is further provided with lips 113 with which the frame 5 can be attached to the support arms 83, such as 8500557

WW.

in fig. 1 is weergegeven. De lippen 111 liggen in het midden van de strooi-inrichting, terwijl de lippen 113 aan weerszijden van de strooi-inrichting 3 zijn aangebracht. Nabij één zijde van de strooi-inrichting zijn de lippen 113 vast 5 aan het gestel bevestigd, terwijl aan de in de fig· 1 weergegeven zijde de lippen 113 scharnierbaar om een schamier-as 114 ten opzichte van het gestel 105 zijn aangebracht.is shown in Fig. 1. The lips 111 lie in the center of the spreader, while the lips 113 are arranged on either side of the spreader 3. Near one side of the spreader the lips 113 are fixedly attached to the frame, while on the side shown in fig. 1 the lips 113 are hinged about a pivot axis 114 relative to the frame 105.

De lippen 113 kunnen naar keuze in één van meerdere standen ten opzichte van het gestel 105 vastgezet worden door een 10 grendelpen in één van de gaten 115 aan te brengen. Tussen de lippen 113 en een vast aan het gestel aangebrachte strip 116 is een verstelorgaan in de vorm van een hydraulische cylinder 117 aangebracht.The lips 113 can optionally be secured in one of several positions relative to the frame 105 by inserting a locking pin into one of the holes 115. An adjusting member in the form of a hydraulic cylinder 117 is arranged between the lips 113 and a strip 116 fixed to the frame.

Tussen de de verspreidorganen 109 en 110 met elkaar 15 verbindende aandrijforganen 118 en de asstomp 100 is een tussenas 119 aangebracht.An intermediate shaft 119 is arranged between the driving members 118 connecting the spreading members 109 and 110 and mutually connecting the shaft stub 100.

Aan de onderzijde van het gestel 105 zijn steunor-ganen in de vorm van een steunbeugel 120 en een achtersteun 121 aangebracht. De steunbeugel 120 is - zoals uit fig. 8 20 blijkt - U-vormig met twee aan weerszijden van het gestel 105 gelegen steunpoten 122. De beugel is nabij de bovenzijde voorzien van lippen 123 die door middel van bouten 124 scharnierbaar zijn aangebracht aan lippen 125 en 126. De lippen 125 en 126 zijn door klembeugels 127 met de onderein-25 den van de gestelbalken 128 van het gestel 105 bevestigd.Support members in the form of a support bracket 120 and a rear support 121 are provided on the underside of the frame 105. The support bracket 120 is - as can be seen from Fig. 8 - U-shaped with two support legs 122 located on either side of the frame 105. The bracket is provided near the top with lips 123 which are hinged to lips 125 by means of bolts 124. and 126. The lips 125 and 126 are secured by clamping brackets 127 to the ends of the frame beams 128 of the frame 105.

De steunpoot 121 heeft een houder 130 en een afneembare poot 131, die door middel van een grendelpen 132 in de onderzijde van de houder 130 is vergrendeld. De houder 130 heeft twee lippen 133, die aan weerszijden van een aan het achter-30 einde van het gestel 105 aangebrachte onderlip 134 zijn gelegen en aan de lip 134 en een bovenlip 135 zijn bevestigd door een pen 136. De pen 136 is hierbij door gaten in de lippen 133 - 135 aangebracht. De houder 130 is verder voorzien van een lip 137. In de stand zoals in fig. 1 is 35 weergegeven zijn de beugel 120 en de steunpoot 121 met elkaar verbonden door een uit een buis 138 en een daarin verschuifbare stang 139 bestaande koppeling. De stand van de stang 139 in de buis 138 is vergrendeld door een pen 140.The support leg 121 has a holder 130 and a detachable leg 131, which is locked in the bottom of the holder 130 by means of a locking pin 132. The holder 130 has two lips 133 which are located on either side of a lower lip 134 disposed at the rear end of the frame 105 and are secured to the lip 134 and an upper lip 135 by a pin 136. The pin 136 is herein holes in the lips 133 - 135. The holder 130 is further provided with a lip 137. In the position as shown in Fig. 1, the bracket 120 and the support leg 121 are connected to each other by a coupling consisting of a tube 138 and a rod 139 slidable therein. The position of the rod 139 in the tube 138 is locked by a pin 140.

8500557 - 9 -8500557 - 9 -

De stang 139 is schamierbaar om een pen 141, die aan de poot 122 van de beugel 120 is aangebracht. De lip 126 is iets langer dan de lip 125 en is daarbij in het verlengde gedeelte voorzien van een gat 142 dat op gelijke afstand 5 van de bout 124 is gelegen als een gat 143 in de betreffende lip 123. De achtersteun 121 is voorzien van een midden-drager 144.The rod 139 is pivotable about a pin 141 mounted on the leg 122 of the bracket 120. The lip 126 is slightly longer than the lip 125 and in the extension part is provided with a hole 142 which is equidistant from the bolt 124 as a hole 143 in the relevant lip 123. The rear support 121 is provided with a middle carrier 144.

De in het werktuig aanwezige hydraulische cylinders 45, 89 en 117 zijn met elkaar gekoppeld en vormen een sys-10 teem dat via ^aankoppelslangen 148 en 149 aangesloten is op de aansluitpunten 150 en 151 van een hydraulisch circuit van een het werktuig voortbewegend voertuig 152, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld de trekker 152. Het hydraulisch systeem omvat een schuivenblok 153 dat is voorzien van drie 15 schuiven 154, 155 en 156. De leidingen van het systeem zijn in de fig. 1-9 niet nader weergegeven, doch in fig. 10 is een schema van het hydraulisch leidingensysteem weergegeven, waaruit volgt hoe de verschillende te bedienen cylinders met de schuiven en met elkaar zijn verbonden. De cylin-20 der 45 is door middel van leidingen 157 en 158 met de schuif 154 verbonden, die is voorzien van een verstelarm 159. De cylinder 89 is via leidingen 162 en 163 en daarin aangebrachte terugslagkleppen 160 en 161 gekoppeld met de schuif 155, die is voorzien van een verstelarm 164. Op de cylin-25 der 89 is een manometer 165 aangesloten, waaraan een ten opzichte van de manometer verstelbare ring 166 is aangebracht. De cylinder 117 is door middel van leidingen 167 en 168 gekoppeld met de schuif 156, die is voorzien van een verstelarm 169. In de toevoerleiding 148 naar de schuiven 30 154 - 156 is vóór de schuiven een overdrukventiel 170 aange bracht, terwijl achter deze schuiven een overdrukventiel 171 is aangebracht in de retourleiding 149. De overdruk-ventielen 170 en 171 zijn via leidingen 172 en 173 om de schuiven 154 - 156 heen gekoppeld met de retour- resp.The hydraulic cylinders 45, 89 and 117 present in the implement are coupled together and form a system which is connected via connecting hoses 148 and 149 to the connection points 150 and 151 of a hydraulic circuit of a vehicle moving vehicle 152, as in this exemplary embodiment the tractor 152. The hydraulic system comprises a slide block 153, which is provided with three slides 154, 155 and 156. The pipes of the system are not shown in more detail in Figures 1-9, but in Figure 10. a diagram of the hydraulic pipe system is shown, showing how the different cylinders to be operated are connected to the slides and to each other. The cylinder 45 is connected to the slide 154 by means of lines 157 and 158, which is provided with an adjusting arm 159. The cylinder 89 is coupled to the slide 155 via lines 162 and 163 and non-return valves 160 and 161 arranged therein. which is provided with an adjusting arm 164. A pressure gauge 165 is connected to the cylinder 89, to which is mounted a ring 166 which is adjustable relative to the pressure gauge. The cylinder 117 is coupled by means of lines 167 and 168 to the slide 156, which is provided with an adjusting arm 169. A pressure relief valve 170 is arranged in the supply line 148 to the slides 154-156 before the slides, while slides slide behind these a pressure relief valve 171 is arranged in the return conduit 149. The pressure relief valves 170 and 171 are coupled via the conduits 172 and 173 around the sliders 154-156 to the return resp.

35 toevoerleiding.35 supply line.

Bij het gebruik van het werktuig wordt dit door middel van de koppelingshaak 109 met de trekker 150 of ander dergelijk voertuig gekoppeld zoals in fig. 1 is weer- 8500557 - 10 - gegeven. Hierbij wordt het aseinde 101 door middel van een tussenas 174 met de aftakas van de trekker gekoppeld, terwijl de leidingen 148, 149 worden aangesloten op de aan-sluitpunten 150 en 151. van het hydraulisch circuit van de 5 trekker.When using the tool it is coupled by means of the coupling hook 109 to the tractor 150 or other such vehicle as shown in FIG. 1 - 8500557-10. The shaft end 101 is coupled to the power take-off shaft of the tractor by means of an intermediate shaft 174, while the lines 148, 149 are connected to the connection points 150 and 151 of the hydraulic circuit of the tractor.

De strooi-inrichting 3 is op zichzelf een strooier die zonder de draaginrichting 2 aan de hefinrichting van een trekker of dergelijk voertuig gebruikt kan worden. Hiervoor kan de strooi-inrichting door middel van de lippen 10 111 en een topstang 112 aan het bovenste bevestigingspunt en de lippen 113 aan de hefarmen van de driepuntshefinrich-ting van een trekker gekoppeld worden. In het weergegeven werktuig vormen de lippen 76 en de draagarmen 83 als het ware een driepuntshefinrichting van de draaginrichting, 15 waaraan de strooi-inrichting is gekoppeld. De strooi-inrichting 3 kan normaal op de grond staan met de ondereinden van de gestelbalken 128 en de onderlip 134. De hefarmen van een trekker kunnen zo laag gebracht worden dat de hefarmen met de lippen 113 zijn te koppelen, zodat de 20 strooi-inrichting van de grond kan worden afgenomen. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de draagarmen 83 in hun neerwaartse beweging begrensd, zodanig dat de strooi-inrichting 3 op een hoger niveau gebracht moet worden om met de draagarmen 83 te kunnen worden gekoppeld. Hiervoor zijn aan de 25 onderzijde van het gestel 105 steunorganen in de vorm van de steunbeugel 120 en de steunpoot 121 aangebracht. In de in fig. 1 weergegeven neerwaarts gerichte stand van deze steunorganen kan de strooi-inrichting daarmede op de grond steunen. De steunorganen zijn zo hoog dat de strooi-inrich-30 ting daarop steunend zo hoog is gelegen, dat de lippen 113 met de draagarmen 83 en de lippen 111 door middel van de topstang 112 met de lippen 76 gekoppeld kunnen worden, zoals in fig. 1 is weergegeven. Hierbij wordt de tussenas 119 tussen de aandrijving 118 en de asstomp 100 aangebracht.The spreading device 3 is per se a spreader that can be used without the carrying device 2 on the lifting device of a tractor or similar vehicle. For this purpose, the spreading device can be coupled to the lifting arms of the three-point linkage of a tractor by means of the lips 10 111 and a top rod 112 at the top attachment point and the lips 113. In the tool shown, the lips 76 and the carrying arms 83 form, as it were, a three-point lifting device of the carrying device, to which the spreading device is coupled. The spreading device 3 can normally be on the ground with the lower ends of the frame beams 128 and the lower lip 134. The lifting arms of a tractor can be lowered so that the lifting arms can be coupled to the lips 113, so that the spreading device can be taken off the ground. In this exemplary embodiment, the carrying arms 83 are limited in their downward movement, such that the spreading device 3 must be raised to a level to be coupled to the carrying arms 83. For this purpose, support members in the form of the support bracket 120 and the support leg 121 are arranged on the underside of the frame 105. In the downwardly directed position of these support members shown in Fig. 1, the spreading device can thereby rest on the ground. The support members are so high that the spreading device resting thereon is located so high that the lips 113 with the carrying arms 83 and the lips 111 can be coupled to the lips 76 by means of the top rod 112, as shown in FIG. 1 is shown. The intermediate shaft 119 is herein arranged between the drive 118 and the stub axle 100.

35 Als de strooi-inrichting aan de hefinrichting is gekoppeld kan de beugel 120 omhoog gescharnierd worden om de bouten 124, zodanig dat zij de in de fig. 1 en 7 weergegeven gestippelde stand inneemt. De steunpoot 131 wordt door het 8500557 - 11 - losnemen van de pen 132 uit de onderzijde van de houder 130 genomen. De middendrager 144 kan dan in de bovenzijde van de houder 130 geplaatst worden en daarin worden vastgezet door de pen 132 in een gat 175 in de houder en een 5 daarmee corresponderend gat in de middendrager aan te brengen. De pen 140 wordt eveneens weggenomen, waarna bij scharnieren van de beugel 120 naar de gestippelde stand de stang 139 in de buis 138 schuift. De pen 140 kan dan door de gaten 142 en 143 van de betreffende lip 123 en de lip 126 gesto-10 ken worden, zodat de beugel in de gestippelde stand is vergrendeld. Hierbij blijft de koppeling, bestaande uit de buis 138 en de stang 139, aanwezig tussen de beugel 120 en de lip 137 zodat de houder 130 tegen verdraaien om de pen 136 is geborgd. De strooi-inrichting kan zonder de beu-15 gel 120 en de steunpoot 121 gebruikt worden door het afnemen van de beugel, waarvoor de bouten 124 losgenomen kunnen worden en door de pen 136 uit de lippen 133 - 135 te nemen. De beugel 120 en de poot 121 kunnen aan het gestel 105 van de strooi-inrichting 103 aangebracht, resp. daarvan 20 losgenomen worden door de strooier direct aan de hefinrich-ting van een trekker te koppelen en de strooi-inrichting met de hefinrichting van de trekker van de grond te lichten, zodat de onderzijde van het gestel 105 voldoende vrij van de grond komt om de steunorganen 120 en 121 daaraan aan 25 te brengen of daarvan los te nemen.When the spreader is coupled to the lifting device, the bracket 120 can be pivoted upwardly around the bolts 124 such that it occupies the dotted position shown in Figures 1 and 7. The support leg 131 is taken out of the bottom of the holder 130 by detaching the pin 132 from the bottom. The center support 144 can then be placed in the top of the holder 130 and secured therein by inserting the pin 132 into a hole 175 in the holder and a corresponding hole in the center support. The pin 140 is also removed, whereafter when the bracket 120 is hinged to the dotted position, the rod 139 slides into the tube 138. The pin 140 can then be inserted through the holes 142 and 143 of the respective lip 123 and the lip 126, so that the bracket is locked in the dotted position. Here, the coupling, consisting of the tube 138 and the rod 139, remains present between the bracket 120 and the lip 137, so that the holder 130 is secured against rotation around the pin 136. The spreader can be used without the bracket 120 and the support leg 121 by removing the bracket, for which the bolts 124 can be released and by removing the pin 136 from the lips 133-135. The bracket 120 and the leg 121 can be mounted on the frame 105 of the spreader 103, respectively. can be removed from it by coupling the spreader directly to the lifting device of a tractor and lifting the spreader with the lifting device of the tractor off the ground, so that the underside of the frame 105 is sufficiently clear of the ground to attaching or detaching support members 120 and 121 thereto.

Het werktuig dient om materiaal over een oppervlakte te verspreiden. Hiervoor wordt de inrichting over het oppervlak, bijvoorbeeld het land, voortbewogen, terwijl de verspreidorganen 107 en 108 om hun zich in hoogterich-30 ting uitstrekkende draaiingsassen in draaiing worden gebracht. De aandrijving van de verspreidorganen geschiedt mechanisch vanaf de aftakas 18 via de tussenas 174, de as 99, de tussenas 119 en de aandrijving 118. In dit uitvoe-ringsvoorbeeld is de strooi-inrichting 3 zodanig dat de 35 beide verspreidorganen 109 en 110 tegengesteld aan elkaar roteren, waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden van deze verspreidorganen bewegen in een richting evenwijdig aan de normale voortbewegingsrichting 176 van de inrichting 8500557 „ * - 12 - tijdens bedrijf. Aan de verspreidorganen wordt het te verspreiden materiaal toegevoerd vanuit de afvoerbak 106, waarvoor tussen de afvoertuiten 107 en 108 van de afvoerbak 106 en ieder van de verspreidorganen een doseermechanisme 5 177 is aangebracht, dat in dit uitvoeringsvoorbeeld niet nader is weergegeven. Ieder doseermechanisme is zodanig dat daarmede geregeld kan worden de hoeveelheid materiaal die per tijdseenheid vanuit de afvoerbak 106 aan de verspreidorganen 109 en 110 wordt toegevoerd. De toevoer van 10 het materiaal vanuit de voorraadbak aan de verspreidorganen en de uitvoering van de verspreidorganen is zodanig, dat elk van de verspreidorganen het materiaal tijdens normaal bedrijf over een breedte uitstrooit, die aan weerszijden van de langshartlijn van het werktuig zich praktisch even 15 ver uitstrekt. Hierbij strooit het verspreidorgaan 109 het materiaal over een breedte die samenvalt met de breedte waarover het verspreidorgaan 110 het materiaal verspreidt.The tool is used to spread material over a surface. To do this, the device is advanced over the surface, for example, the land, while the spreader members 107 and 108 are rotated about their axes of rotation extending vertically. The spreading members are driven mechanically from the PTO shaft 18 via the intermediate shaft 174, the shaft 99, the intermediate shaft 119 and the drive 118. In this embodiment, the spreading device 3 is such that the two spreading members 109 and 110 are opposite to rotate together, the facing sides of these spreader members moving in a direction parallel to the normal direction of advancement 176 of the device 8500557 * - 12 - during operation. The material to be spread is supplied to the distribution members from the discharge bin 106, for which a metering mechanism 5177, which is not shown in more detail in this embodiment, is arranged between the discharge spouts 107 and 108 of the discharge bin 106 and each of the distribution members. Each metering mechanism is such that it is possible to control the amount of material supplied from the discharge trough 106 to the spreading members 109 and 110 per unit time. The supply of the material from the hopper to the spreading members and the design of the spreading members is such that each of the spreading members scatters the material during normal operation over a width which is practically the same distance on either side of the longitudinal axis of the tool. extends. Here, the spreader 109 spreads the material over a width which coincides with the width over which the spreader 110 spreads the material.

Op deze wijze wordt een zeer gelijkmatige verdeling van het gestrooide materiaal over het te bestrooien oppervlak 20 verkregen.In this way a very uniform distribution of the spread material over the surface to be sprinkled is obtained.

De toevoer van het materiaal vanuit de afvoerbak 106 moet tijdens het bedrijf zo gelijkmatig mogelijk zijn.The supply of material from the drain pan 106 should be as uniform as possible during operation.

De uitstroming van het materiaal door het doseerorgaan is enigszins afhankelijk van de hoeveelheid materiaal die in 25 de afvoerbak 106 aanwezig is. Hierom zal het gunstig zijn om tijdens bedrijf de afvoerbak 106 steeds constant op een zelfde niveau gevuld te houden, althans het niveau binnen bepaalde vullingsgraden te houden die zo dicht mogelijk bij elkaar liggen en althans aanzienlijk dichter bij elkaar 30 liggen dan het verschil tussen een lege en een geheel gevulde afvoerbak 106. Hiervoor is het gunstig om min of meer constant materiaal aan de afvoerbak toe te voeren, waarbij deze toevoer aangepast is aan de hoeveelheid materiaal die per tijdseenheid via de doseerorganen 177 aan de verspreid-35 organen 109 en 110 wordt toegevoerd. Hierom is het werktuig voorzien van de draaginrichting 2 met de voorraadbak 14. Vanuit de voorraadbak 14 kan nu tijdens bedrijf min of meer constant materiaal vanuit de voorraadbak 14 aan de afvoerbak 8500557 - 13 - 106 worden toegevoerd. De toevoer van het materiaal aan de afvoerboek 106 vanuit de voorraadbak 14 geschiedt door het transportorgaan 33. Hiervoor wordt materiaal via de afvoeropening 21 aan de afvoerkoker 32 toegevoerd, welk 5 materiaal via de transportschroef 56 naar het afvoerkanaal 57 wordt getransporteerd van waaruit het in de afvoerbak 106 valt. Het materiaal wordt hierbij gelijkelijk verdeeld over de afvoertuiten 107 en 108 door de verdeelplaat 103.The outflow of the material through the dosing member is somewhat dependent on the amount of material present in the discharge tray 106. For this reason it will be advantageous to keep the drain tray 106 constantly filled at the same level during operation, or at least to keep the level within certain filling degrees that are as close as possible to each other and at least considerably closer to each other than the difference between an empty one. and a fully filled discharge tray 106. For this it is advantageous to supply more or less constant material to the discharge tray, this supply being adapted to the amount of material which is supplied per time unit via the metering members 177 to the distributing members 109 and 110 supplied. For this reason, the tool is provided with the carrying device 2 with the storage bin 14. From operation the storage bin 14 it is now possible to supply more or less constant material from the storage bin 14 to the discharge bin 8500557 - 13 - 106. The supply of the material to the discharge book 106 from the storage bin 14 is effected by the conveyor 33. For this, material is supplied via the discharge opening 21 to the discharge sleeve 32, which material is conveyed via the transport screw 56 to the discharge channel 57 from where it is fed into the drain tray 106 falls. The material is equally distributed over the discharge spouts 107 and 108 by the distribution plate 103.

De stand van het kanaaldeel 102 is meer of minder schuin 10 te stellen door het instellen van de lengte van de arm 104, zodat de verdeelplaat het materiaal in het midden van de bak 106 kan storten gerekend ten opzichte van de richting * 176.The position of the channel part 102 can be adjusted to a greater or lesser angle by adjusting the length of the arm 104, so that the distribution plate can deposit the material in the center of the bin 106, calculated in the direction * 176.

Het transportorgaan 56 wordt aangedreven vanaf 15 de aandrijfas 99 via de in de overbrengingskast 66 aanwezige overbrengingsorganen 98 en 99, de tussenas 64 en de over-brengingsorganen 60, 61 en 62 in de overbrengingskast 59, die met het boveneinde 58 van de as van het schroefvormige transportorgaan is gekoppeld. De toevoer van het materiaal 20 aan de afvoerbak zal echter in afhankelijkheid van de afvoer uit de afvoerbak naar de verspreidorganen geregeld moeten worden. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt het transportorgaan met constante snelheid aangedreven zodat de toevoer via het transportorgaan aan de afvoerbak per tijdseenheid 25 gelijk is. Deze hoeveelheid is althans even groot als de maximale hoeveelheid die per tijdseenheid vanuit de afvoerbak 106 aan de verspreidorganen kan worden toegevoerd. Indien meer materiaal via het transportorgaan 56 wordt toegevoerd dan aan de verspreidorganen, dan zal de toevoer af 30 en toe afgesloten moeten worden om de vullingsgraad van de afvoerbak zo constant mogelijk te houden. Hierom wordt de toevoer bij het bereiken van een minimaal gewenste vullingsgraad van de afvoerbak op gang gebracht, terwijl bij het bereiken van een gewenste maximale vullingsgraad de 35 toevoer naar de afvoerbak wordt gestopt. Op deze wijze kan de vullingsgraad binnen bepaalde grenzen gehouden worden, die naar keuze meer of minder ver van elkaar kunnen liggen, doch bij voorkeur voor een gelijkmatige afvoer uit de af- 8500557 - 14 - voerbak 106 naar de verspreidorganen niet te ver uit elkaar mogen liggen. Als de minimaal gewenste vullingsgraad is bereikt, wordt het afsluitorgaan 37 omhoog bewogen zodat de afvoeropening 21 vrijgegeven wordt en materiaal aan 5 het transportorgaan kan toestromen.en met behulp daarvan aan de afvoerbak kan worden toegevoerd. Wanneer de vullingsgraad zijn gewenste maximale waarde bereikt heeft wordt de schuif 37 naar beneden bewogen om de afvoeropening 21 af te sluiten. Hierdoor zal geen materiaal meer aan het 10 transportorgaan worden toegevoerd en zal het transportorgaan het in de koker 36 nog aanwezige materiaal aan de afvoerbak toevoeren. Daarna zal het transportorgaan door blijven draaien door zijn constante koppeling met de aandrijving van de verspreidorganen. Het sluiten en openen van de schuif 15 37 kan geregeld worden via de verstelarm 159 van het schuif- ventiel 154 en de aan de trekker aanwezige verstelarm van het hydraulisch ciruit van de trekker. Tijdens bedrijf wordt de verstelarm 159 in een stand gezet waarbij via de schuif 154 de leidingen 157 en 158 op de leidingen 148 en 149 zijn 20 aangesloten. Hierdoor kan via de verstelarm van het hydraulisch circuit van de trekker naar keuze naar de ene of de andere zijde van de cylinder 45 vloeistof worden toegevoerd voor het bewegen van de schuif in opwaartse of neerwaartse richting voor het vullen van de afvoerbak resp. het stoppen 25 van het vullen van de afvoerbak. Het ondereinde van de koker 36 is voorzien van een schoonmaakopening 50 (fig. 3) waarvoor een schuif 51 beweegbaar is die daarvoor van een knop 55 is voorzien.The conveyor 56 is driven from the drive shaft 99 via the transmission members 98 and 99 present in the transmission case 66, the intermediate shaft 64 and the transmission members 60, 61 and 62 in the transmission case 59, which is connected to the top end 58 of the shaft of the transmission shaft. helical conveyor is coupled. However, the supply of the material 20 to the discharge bin will have to be controlled in dependence on the discharge from the discharge bin to the spreading members. In this exemplary embodiment, the conveyor is driven at a constant speed, so that the supply via the conveyor to the discharge bin is equal per unit time. This amount is at least as great as the maximum amount that can be supplied per unit of time from the discharge tray 106 to the distribution members. If more material is supplied via the transport member 56 than to the distribution members, the supply will have to be shut off occasionally in order to keep the filling level of the discharge bin as constant as possible. For this reason, the supply is started when a minimum desired degree of filling of the discharge tray is reached, while when a desired maximum degree of filling is reached, the supply to the drain tray is stopped. In this way, the degree of filling can be kept within certain limits, which can optionally be more or less far from each other, but may preferably not be too far apart for an even discharge from the discharge trough 106 to the distribution members. lie. When the minimum desired degree of filling has been reached, the closing member 37 is moved upwards so that the discharge opening 21 is released and material can flow to the transport member and can be supplied to the discharge bin with the aid thereof. When the degree of filling has reached its desired maximum value, the slide 37 is moved downwards to close the discharge opening 21. As a result, no more material will be supplied to the transport member and the transport member will supply the material still present in the sleeve 36 to the discharge bin. The transport member will then continue to rotate due to its constant coupling to the drive of the spreading members. The closing and opening of the slide 37 can be controlled via the adjusting arm 159 of the slide valve 154 and the adjusting arm of the tractor hydraulic circuit present on the tractor. During operation, the adjusting arm 159 is set to a position in which the conduits 157 and 158 are connected to the conduits 148 and 149 via the slide 154. As a result, liquid can be supplied via the adjusting arm of the hydraulic circuit of the tractor to one or the other side of the cylinder 45 for moving the slide in an upward or downward direction for filling the discharge container, respectively. stopping filling of the drain pan. The bottom end of the sleeve 36 is provided with a cleaning opening 50 (fig. 3) for which a slide 51 is movable, which is provided with a knob 55 for this purpose.

De vullingsgraad van de afvoerbak 106 van de strooi-30 inrichting 3 wordt gemeten door het gewicht van de strooi-inrichting met het in de afvoerbak 106 aanwezige materiaal te meten. Dit gewicht oefent via de kniehefbomen 80 een kracht op de zuigerarm 88 en daarmede een druk in de cylinder 89 uit. De druk in de cylinder 89 kan gemeten worden 35 via de drukmeter 165 die aan de voorzijde van de voorplaat 17 van het gestel 13 is aangebracht en door de trekkerbe-stuurder constant controleerbaar is. Als de druk in de cylinder 89 is gezakt tot een waarde, die overeenkomt met de 8500557 - 15 - gewenste minimale vullingsgraad kan de bestuurder via de verstelhandle van het hydraulisch circuit van de trekker zodanig druk op de leidingen 148 en 149 plaatsen, dat via de leiding 157 de schuif 37 omhoog wordt bewogen. Als de 5 vullingsgraad van de afvoerbak 106 weer is gestegen tot de maximaal gewenste vullingsgraad, dan zal de druk in de cylinder 89 groter zijn geworden, wat afleesbaar is op de drukmeter. Als de druk is opgelopen tot een waarde die overeenkomt met de maximaal gewenste vullingsgraad van de 10 afvoerbak dan kan de bestuurder de schuif weer naar beneden doen bewegen door druk op de leiding 158 te geven via de ' verstelhandle in de trekker van het hydraulisch circuit.The degree of filling of the discharge bin 106 of the spreader 3 is measured by measuring the weight of the spreader with the material present in the discharge bin 106. This weight exerts a force on the piston arm 88 via the toggle levers 80 and thereby a pressure in the cylinder 89. The pressure in the cylinder 89 can be measured via the pressure gauge 165 which is arranged on the front of the front plate 17 of the frame 13 and which is constantly controllable by the tractor driver. When the pressure in the cylinder 89 has dropped to a value corresponding to the desired minimum degree of filling, 8500557 - 15, the driver can press the lines 148 and 149 via the adjustment handle of the tractor hydraulic circuit so that the conduit 157 the slide 37 is moved upwards. When the degree of filling of the discharge tray 106 has risen again to the maximum desired degree of filling, the pressure in the cylinder 89 will have increased, which can be read on the pressure gauge. When the pressure has risen to a value corresponding to the maximum desired degree of filling of the drain pan, the driver can cause the slide to move down again by applying pressure on line 158 via the adjustment handle in the tractor of the hydraulic circuit.

Op deze wijze vormt de cylinder 89 met de drukmeter 165 een indicatiemechanisme voor de vullingsgraad van de af-15 voerbak.In this manner, the cylinder 89 with the pressure gauge 165 forms an indication mechanism for the degree of filling of the discharge tray.

Om de drukmeter 165 is een stuurschijf 166 aangebracht die is voorzien van aanwijzingspunten 178 en 179 (fig. 10), die respectievelijk de minimaal en maximaal gewenste vullingsgraad van de afvoerbak 106 aangeven, zodat 20 deze punten 178 en 179 een indicatie aan de trekkerbestuurder geven voor het openen resp. afsluiten van de afvoerope-ning 21 via de schuif 37.A control disc 166 is provided around the pressure gauge 165 and provided with indicia points 178 and 179 (fig. 10), which respectively indicate the minimum and maximum desired degree of filling of the drain pan 106, so that these points 178 and 179 give an indication to the tractor driver for opening resp. closing the discharge opening 21 via the slide 37.

De een indicatiemechanisme vormende cylinder 89 met de stang 88 vormt tevens een verstelmechanisme om via 25 de stang 88 de kniehefbomen 81 om hun scharnierassen 82 te kunnen verdraaien, waardoor de ligging van de strooi-inrichting 3 boven de grond regelbaar is. De cylinder 89 met de stang 88 vormen dus een verstelmechanisme voor het koppelingsmechanisme 80 dat de draagarmen 83 omvat. Om de 30 hoogteligging van de strooi-inrichting 3 boven de grond te kunnen regelen kan de stang 88 meer of minder uit de cylinder gedrukt worden door of aan de ene, of aan de andere zijde van de cylinder 89 vloeistof toe te voeren. Voor het brengen van de stang 88 in de gewenste stand ten opzichte 35 van de cylinder 89 kan via het schuifventiel 155 en de leidingen 162 en 163 vloeistof naar de gewenste zijde worden toegevoerd. Hiervoor wordt de arm 159 in de neutrale stand geplaatst waardoor de schuif 155 met de leiding 148, 149 8500557 i · - 16 - wordt verbonden. Hierna kan in afhankelijkheid van de beweging van de verstelarm 164 naar de ene of naar de andere zijde van zijn neutrale stand vloeistof naar de ene of de andere zijde van de cylinder 89 worden toegevoerd. Als de 5 stang 88 in de gewenste stand staat ten opzichte van de cylinder 89 om de strooi-inrichting 3 op de gewenste hoogte boven de grond te brengen, zal de verstelarm 164 in de neutrale stand komen na het loslaten van deze verstelarm. Hierna kan de arm 159 weer in de gewenste stand gebracht worden 10 om de leidingen 157 en 158 weer met de leidingen 148 en 149 te koppelen. De druk in de cylinder 89 is enigszins afhankelijk van de stand van de kniehefbomen 81 om de schar-nieras 82 en daarmede van de ligging van de hoogte van de strooi-inrichting 103 boven de grond. Hierdoor zal de gewen-15 ste minimale en maximale vullingsgraad van de afvoerbak 106,bij verschillende standen van de strooi-inrichting boven de grond,in absolute waarden op de drukmeter verschillend zijn. Hiervoor is de stuurschijf 166 om de drukmeter 165 verdraaibaar en naar keuze in één van meerdere standen vast-20 zetbaar, zodat de aanwijzingen 178 en 179 op die absolute waarden van de drukmeter ingesteld kunnen worden, die over- . eenkomen met de gewenste minimale en maximale vullingsgraad van de afvoerbak 106 bij een bepaalde hoogteligging van de strooi-inrichting 3. De ingestelde stand van de stang 25 88 ten opzichte van de cylinder 89 wordt gewaarborgd door de aanwezigheid van de terugslagkleppen 160 en 161 in de leidingen 162 en 163.The cylinder 89 forming an indication mechanism with the rod 88 also forms an adjusting mechanism for rotating the knee levers 81 about their pivot axes 82 via the rod 88, so that the position of the spreader 3 above the ground is adjustable. Thus, the cylinder 89 with the rod 88 forms an adjustment mechanism for the clutch mechanism 80 which includes the support arms 83. In order to be able to control the height of the spreading device 3 above the ground, the rod 88 can be pushed more or less out of the cylinder by supplying liquid on either one or the other side of the cylinder 89. To bring the rod 88 into the desired position relative to the cylinder 89, liquid can be supplied to the desired side via the sliding valve 155 and the pipes 162 and 163. For this, the arm 159 is placed in the neutral position, whereby the slide 155 is connected to the line 148, 149 8500557 i-16. After this, depending on the movement of the adjusting arm 164 to one or the other side of its neutral position, liquid can be supplied to one or the other side of the cylinder 89. When the rod 88 is in the desired position relative to the cylinder 89 to bring the spreader 3 to the desired height above the ground, the adjusting arm 164 will come into the neutral position after releasing this adjusting arm. After this, the arm 159 can be brought back into the desired position in order to couple the lines 157 and 158 again with the lines 148 and 149. The pressure in the cylinder 89 depends to some extent on the position of the toggle levers 81 about the pivot axis 82 and hence on the location of the height of the spreader 103 above the ground. As a result, the desired minimum and maximum degree of filling of the discharge tray 106 will differ in absolute values on the pressure gauge at different positions of the spreader above the ground. For this purpose, the control disc 166 is rotatable about the pressure gauge 165 and can optionally be fixed in one of several positions, so that the indications 178 and 179 can be set to those absolute values of the pressure gauge, which are over. matching the desired minimum and maximum degree of filling of the discharge tray 106 at a certain height of the spreader 3. The adjusted position of the rod 88 relative to the cylinder 89 is ensured by the presence of the check valves 160 and 161 in the lines 162 and 163.

Door het scharnierbaar zijn van de kniehefbomen 81 zal het gewicht van de strooi-inrichting 3, in het bij-30 zonder bij bewegen met het werktuig over oneffen terrein, stootbelastingen in de kniehefbomen 81 veroorzaken. Dit zal op de druk in de cylinder en de drukmeter eveneens uitwerken. Om deze stoten op de druk in de meter 165 en de cylinder 89 te dempen is de cylinder met de tuimelarm 90 35 verbonden. Drukstoten op de tuimelarm worden overgebracht op de veer 93, die aldus de genoemde stootbelastingen dempt. Hierdoor heeft de wijzer van de drukmeter een rustiger stand, wat voor controle van de vullingsgraad van de afvoerbak 106 van voordeel is.By pivoting the knee levers 81, the weight of the spreader 3, especially when moving the implement over uneven terrain, will cause impact loads in the knee levers 81. This will also affect the pressure in the cylinder and the pressure gauge. In order to damp these impacts on the pressure in the meter 165 and the cylinder 89, the cylinder is connected to the rocker arm 90. Pressure impacts on the rocker arm are transferred to the spring 93, which thus damps the said impact loads. As a result, the pointer of the pressure gauge has a calmer position, which is advantageous for checking the degree of filling of the drain pan 106.

8500557 - 17 -8500557 - 17 -

De strooi-inrichting 103 wordt tijdens normaal gebruik zodanig aan de draaginrichting 2 aangebracht, dat de strooi-inrichting in breedterichting evenwijdig is gelegen aan een te bestrooien grondoppervlak. Hierbij liggen 5 de verspreidorganen 107 en 108 op gelijke hoogte boven de grond en zijn gewoonlijk evenwijdig aan de grond. De inrichting kan echter ook, zoals in fig. 9 is weergegeven, in de breedterichting scheefgesteld worden voor het uitstrooien van het materiaal, zodanig dat het materiaal naar 10 de ene zijde over kleinere afstand uitgestrooid wordt dan wanneer de strooi-inrichting in breedterichting evenwijdig aan het te bestrooien oppervlak is gelegen. Dit dient in hoofdzaak voor het bestrooien van kanten van een te bestrooien oppervlak. De strooier kan of naar de ene of naar de 15 andere zijde scheefgesteld worden door de lippen 113 om de scharnierassen 114 te verdraaien. Voor deze verstelling van de lippen 113 dient het hydraulisch mechanisme 117, waarmede de strooi-inrichting ten opzichte van de betreffende lip 113 opgetild, resp. neergelaten kan worden. Toevoer 20 naar de ene of de andere zijde van de cylinder 117 voor deze scheefstelling kan geschieden via het schuifventiel 156 door het bedienen van de verstelarm 169. Hiervoor wordt de verstelarm 159 in zijn neutrale stand geplaatst en de arm 164 in zijn neutrale stand gehouden, waardoor de leidin-25 gen 167, 168 met de leidingen 148, 149 gekoppeld worden en naar de ene of de andere zijde van de cylinder 117 vloeistof toegevoerd kan worden.During normal use, the spreading device 103 is arranged on the carrying device 2 such that the spreading device is parallel in width direction to a ground surface to be sprinkled. The spreading members 107 and 108 are here at the same height above the ground and are usually parallel to the ground. However, as shown in Fig. 9, the device can also be skewed in the width direction for the material to be spread, such that the material is spread over one side a shorter distance than when the spreader is parallel to the width direction. the surface to be spread is located. This mainly serves for sprinkling edges of a surface to be sprinkled. The spreader can be skewed to one side or the other by the lips 113 to rotate the pivot shafts 114. For this adjustment of the lips 113, the hydraulic mechanism 117, with which the spreading device is lifted relative to the relevant lip 113, resp. can be lowered. Supply 20 to one or the other side of the cylinder 117 for this skew can be effected via the sliding valve 156 by operating the adjustment arm 169. For this purpose, the adjustment arm 159 is placed in its neutral position and the arm 164 is kept in its neutral position, whereby the lines 167, 168 are coupled to the lines 148, 149 and liquid can be supplied to one or the other side of the cylinder 117.

In fig. 9 is de strooi-inrichting schuin naar beneden naar rechts scheefgesteld gezien in de normale voort-30 bewegingsrichting 176 van het werktuig. Deze scheefstelling kan ook naar de andere zijde bereikt worden, wat hier echter niet nader is weergegeven. Indien de gewenste scheefstelling is bereikt kan de verstelarm 169 weer in de neutrale stand gebracht worden. De arm 159 is dan weer in zijn gewenste 35 stand te brengen om de schuif 137 weer vanaf de trekker te kunnen bedienen. Na het gebruik van de machine in de scheefgestelde stand kan deze weer omgekeerd in de gewenste horizontale stand geplaatst worden.In Fig. 9, the spreader is tilted obliquely down to the right in the normal direction of travel 176 of the tool. This skew can also be achieved to the other side, which is not shown here in more detail. When the desired skew is reached, the adjusting arm 169 can be brought back into the neutral position. The arm 159 can then be brought back into its desired position in order to be able to operate the slide 137 again from the tractor. After using the machine in the tilted position, it can be placed backwards in the desired horizontal position.

8500557 - 18 -8500557 - 18 -

De beide overdrukventielen 170 en 171 zijn aangebracht om de gewenste maximale bedieningsdruk van de cylinders 45, 89 en 117 te begrenzen, welke grenswaarde kan worden ingesteld via de overdrukventielen. Zowel aan de ene 5 als aan de andere zijde van het in een blok 153 aangebracht schuivensysteem 154, 155 is een overdrukventiel aangebracht, opdat de schuiven 154 - 356 zowel zijn te bedienen als de leiding 148 of de leiding 149 op de toevoerleiding 150 van het hydraulisch circuit van de trekker is aangesloten, als 10 omgekeerd op de afvoerleiding 151. De verschillende verstel-armen 159, 164 en 169 zullen dan omgekeerd bediend moeten worden om een druk op de bepaalde einden van de betreffende cylinders te kunnen toevoeren.The two pressure relief valves 170 and 171 are arranged to limit the desired maximum operating pressure of the cylinders 45, 89 and 117, which limit value can be set via the pressure relief valves. A pressure relief valve is arranged on one side as well as on the other side of the slide system 154, 155 arranged in a block 153, so that the slides 154 - 356 can be operated both as the line 148 or the line 149 on the supply line 150 of the hydraulic circuit of the tractor is connected, if 10 reversed to the discharge pipe 151. The different adjusting arms 159, 164 and 169 will then have to be operated in reverse in order to be able to apply a pressure to the determined ends of the respective cylinders.

Wanneer het werktuig niet met de trekker is gekop-15 peld kan de voorzijde ervan op de uitgeschoven steunpoot 12 steunen in de van de trekker losgekoppelde stand.When the implement is not coupled to the tractor, its front can rest on the extended support leg 12 in the position disengaged from the tractor.

De ligging van de strooi-inrichting 3 achter de as 11 en van de voorraadbak 14 vóór deze as 11 is zodanig gekozen dat ongeacht de vullingsgraad van de voorraadbak 20 14 en/of de afvoerbak 106, het geheel steeds zo stabiel mo gelijk om de as 11 is en in het bijzonder een gewenste mini-male druk van de koppeling 9 op de koppeling met de trekker 152 wordt gewaarborgd. Om bij de maximale verschillen in evenwicht om de as 11, bij bijvoorbeeld geheel lege voorraad-25 bakl4 en geheel volle afvoerbak 106, voldoende druk van de koppeling 9 op de trekkeraansluiting te verkrijgen is op de vooreinden van de gestelbalken 6 een gewicht 178 aangebracht, dat in dit uitvoeringsvoorbeeld ongeveer 300 kg. is.The location of the spreading device 3 behind the axis 11 and of the storage bin 14 in front of this axis 11 is chosen such that regardless of the degree of filling of the storage bin 20 14 and / or the discharge bin 106, the whole is always as stable as possible about the axis 11 and in particular a desired minimum pressure of the coupling 9 on the coupling with the trigger 152 is ensured. In order to obtain sufficient pressure from the coupling 9 on the tractor connection at the front ends of the frame beams 6, in order to obtain sufficient pressure from the coupling beams 6 on the front ends of the frame beams 6, in order to obtain sufficient balance at the maximum differences in balance about the axis 11, for example with completely empty storage container 4 and completely full discharge container 106, that in this exemplary embodiment about 300 kg. is.

30 Met het werktuig volgens de uitvinding kan een grote hoeveelheid materiaal bij geheel gevulde voorraadbak 14 en meer of minder gevulde afvoerbak 106 meegevoerd worden om grote oppervlakken en/of grote hoeveelheden per oppervlak-te-eenheid te kunnen uitstrooien, zonder dat het werktuig 35 vaak gevuld moet worden. Vaak vullen kan tijdrovend zijn en nadelig zijn voor een gelijkmatige verspreiding over het oppervlak, daar dan soms halverwege een strooigang gestopt moet worden en het later moeilijk is om de juiste plaats 8500557 - 19 - weer te vinden om het strooien weer aan te vangen.With the tool according to the invention, a large amount of material can be carried with fully filled hopper 14 and more or less filled sink 106 to be able to spread large areas and / or large amounts per unit area, without the tool 35 often must be filled. Frequent filling can be time consuming and disadvantageous for an even spread over the surface, as sometimes a spreading aisle has to be stopped halfway and it is later difficult to find the right place 8500557 - 19 - again to start spreading.

Door de constante aandrijving van de transport-schroef tijdens bedrijf zal deze - wanneer geen materiaal vanuit de voorraadbak 14 naar de afvoerbak 106 behoeft 5 te worden getransporteerd - leeg zijn. Hierdoor zal zich geen materiaal in de transportkeker rond de transportschroef kunnen vastzetten. In het bijzonder zou dit het geval kunnen zijn wanneer met meer of minder grote tussenpozen materiaal vanuit de voorraadbak 14 naar de afvoerbak moet worden afge-10 voerd en het werktuig over oneffen terrein, bijvoorbeeld geploegd land, wordt voortbewogen, zodat de inrichting aan schokken en trillingen onderhevig is. Hierbij is van invloed dat de toevoer van het materiaal aan de afvoerbak 106 met meer of minder grote tussenpozen kan geschieden als de doseer-15 mechanismen 177 zodanig zijn ingesteld dat slechts betrekkelijk geringe hoeveelheden materiaal per tijdseenheid aan de verspreidorganen 109 en 110 wordentoegevoerd, omdat bijvoorbeeld slechts een kleine hoeveelheid materiaal per opper-vlakte-eenheid over het oppervlak behoeft te worden uitge-20 strooid.Due to the constant drive of the conveyor screw during operation, when no material has to be transported from the supply bin 14 to the discharge bin 106, it will be empty. As a result, no material will be able to settle in the transport sleeve around the transport screw. In particular, this could be the case if material has to be discharged from the hopper 14 to the drain pan at more or less frequent intervals and the implement is moved over uneven terrain, for example plowed land, so that the device is subject to shocks and vibrations. This has the effect that the supply of the material to the discharge tray 106 can take place at more or less great intervals if the dosing mechanisms 177 are adjusted such that only relatively small amounts of material per unit of time are supplied to the distributors 109 and 110, because, for example, only a small amount of material per surface unit needs to be spread over the surface.

De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven doch strekt zich ook uit tot datgene wat in de tekeningen is weergegeven en daaruit blijkt.The invention is not limited to what has been described above, but also extends to what is shown in the drawings and is apparent therefrom.

-Conclusies- 8500557-Conclusions- 8500557

Claims (23)

1. Werktuig voor het verspreiden van materiaal, in het bijzonder voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal zoals kunstmest, welk werktuig een van ten minste één ondersteuningswiel voorziene draaginrichting 5 omvat waaraan een voorraadbak voor het materiaal is aangebracht en die een koppelingsmechanisme bezit waaraan een strooi-inrichting aanbrengbaar is, die een afvoerbak en ten minste één verspreidorgaan omvat voor het tijdens bedrijf van het werktuig verspreiden van materiaal, met het kenmerk, 10 dat tussen de voorraadbak en de afvoerbak een transportorgaan is aangebracht, waarmede tijdens bedrijf van het werktuig materiaal vanuit de voorraadbak naar de afvoerbak transpor-teerbaar is, waarbij het transportorgaan aansluit op een afvoeropening van de voorraadbak die door een nabij de afvoer-15 opening aangebracht afsluitorgaan althans gedeeltelijk afsluitbaar is, terwijl het transportorgaan is gekoppeld met de aandrijforganen voor het verspreidorgaan van de strooi-inrichting, een en ander zodanig dat tijdens bedrijf het transportorgaan gelijktijdig met de strooiorganen wordt aan-20 gedreven. »1. Tool for spreading material, in particular for spreading granular and / or powdery material such as fertilizer, which tool comprises a carrying device 5 provided with at least one support wheel, to which a storage container for the material is arranged and which has a coupling mechanism to which a spreading device can be fitted, which comprises a discharge tray and at least one spreading member for distributing material during operation of the tool, characterized in that a transport member is arranged between the storage bin and the discharge tray, with which the tool material can be transported from the storage bin to the discharge bin, the transport member connecting to a discharge opening of the storage bin which is at least partly closable by a closing member arranged close to the discharge opening, while the transport member is coupled to the drive means for spreader of the spreader device, all this in such a way that during transport the conveying member is driven simultaneously with the spreading members. » 2. Werktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transportorgaan is voorzien van een in een transport-koker gelegen transportschroef welke transportkoker met het ondereinde aansluit aan de afvoeropening en de transport- 25 schroef vanaf de afvoeropening zich door de transportkoker uitstrekt tot de bovenzijde daarvan, waaraan een afvoerkanaal is aangebracht dat uitmondt boven de afvoerbak van de strooi-inrichting, waarbij het transportorgaan met aan de bovenzijde van de transportkoker aangebrachte overbrengingsorganen is 30 gekoppeld, die via een tussenas zijn gekoppeld met overbrengingsorganen in de aandrijforganen voor het verspreidorgaan.2. Tool according to claim 1, characterized in that the transport member is provided with a transport screw located in a transport tube, which transport tube connects with the lower end to the discharge opening and the transport screw extends from the discharge opening through the transport tube to the top thereof, to which is arranged a discharge channel which opens above the discharge bin of the spreading device, wherein the transport member is coupled to transmission members arranged on the top of the transport duct, which are coupled via an intermediate shaft to transmission members in the driving members for the spreading member. 3. Werktuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijforganen voor het verspreidorgaan een aandrijfas omvatten, die zich van de voorzijde van de draag- 35 inrichting tot de achterzijde daarvan uitstrekt en aan de achterzijde in een de overbrengingsorganen omvattende over-brengingskast is gelegen en van daaruit is gekoppeld met het transportorgaan en met het verspreidorgaan. 8500557 t - 21 -3. Tool according to claim 1 or 2, characterized in that the spreader drive means comprise a drive shaft extending from the front of the carrying device to the rear thereof and at the rear in a transmission comprising the transfer means. is placed and coupled therefrom to the transport member and to the spreader member. 8500557 t - 21 - 4. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan met een hydraulisch mechanisme is verbonden voor het meer of minder afsluiten van de afvoeropening.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the closing member is connected to a hydraulic mechanism for closing the discharge opening more or less. 5. Werktuig volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan is gekoppeld met een hydraulische bedieningscylinder, die via een aan het werktuig aangebracht eerste bedienbaar schuifventiel is gekoppeld met een hydraulisch systeem van het werktuig.Tool according to claim 4, characterized in that the shut-off element is coupled to a hydraulic operating cylinder, which is coupled to a hydraulic system of the tool via a first operable slide valve fitted to the tool. 6. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelingsmechanisme schamierbaar aan het gestel van de draaginrichting is aangebracht en is gekoppeld met een indicatiemechanisme dat reageert op het gewicht van de strooi-inrichting, welk indicatiemechanisme 15 een indicatie geeft voor het meer of minder afsluiten van de afvoeropening van de voorraadbak.6. Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling mechanism is pivotally mounted on the frame of the carrying device and is coupled to an indicator mechanism which responds to the weight of the spreader, which indicator mechanism gives an indication for the more or less closing of the discharge opening of the hopper. 7. Werktuig volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het indicatiemechanisme een hydraulische cylinder omvat, die het koppelingsmechanisme tegen verdraaien om de scharnier-20 as onder invloed van het gewicht van de strooi-inrichting in evenwicht houdt, waarbij de hydraulische cylinder met een drukmeter is verbonden, die aan de voorzijde van het werktuig is aangebracht voor waarneming door de bestuurder van het werktuig.7. Tool as claimed in claim 6, characterized in that the indicating mechanism comprises a hydraulic cylinder which balances the coupling mechanism against rotation about the hinge axis under the influence of the weight of the spreader, the hydraulic cylinder having a pressure gauge, which is mounted on the front of the implement for observation by the operator of the implement. 8. Werktuig volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de drukmeter is voorzien van een verstelbaar om de schaalverdeling daarvan aangebrachte indicatieschijf, die naar keuze in één van ten minste twee standen ten opzichte van de schaalverdeling van de drukmeter aanbrengbaar is.8. Tool as claimed in claim 7, characterized in that the pressure gauge is provided with an indication disc arranged adjustable about its scale, which is optionally arranged in one of at least two positions relative to the scale of the pressure gauge. 9. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het koppelingsmechanisme en het gestel van de draaginrichting een verstelmechanisme is aangebracht dat in zijn lengterichting instelbaar is voor het naar keuze in één van ten minste twee standen brengen van 35 het koppelingsmechanisme ten opzichte van het gestel van de draaginrichting voor het veranderen van de hoogteligging van de strooi-inrichting boven de grond. 8500557 - 22 - ft9. Tool as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that an adjusting mechanism is arranged between the coupling mechanism and the frame of the carrying device which is adjustable in its longitudinal direction for optionally bringing the coupling mechanism into one of at least two positions. with respect to the frame of the carrying device for changing the height of the spreading device above the ground. 8500557 - 22 - ft 10. Werktuig volgens conclusie 7 of 8 en 9, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme wordt gevormd door de hydraulische cylinder van het indicatiemechanisme, waarbij deze cylinder is gekoppeld met een tweede bedienbaar schuif- 5 ventiel voor het verschuiven van een zuigerstang ten opzichte van de cylinder voor het verdraaien van het koppelings-mechanisme ten opzichte van het gestel van de draaginrichting.10. Tool according to claim 7 or 8 and 9, characterized in that the adjusting mechanism is formed by the hydraulic cylinder of the indicator mechanism, this cylinder being coupled to a second operable sliding valve for sliding a piston rod relative to the cylinder for rotating the coupling mechanism relative to the frame of the carrying device. 11. Werktuig volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het tweede schuifventiel via het eerste ventiel met het 10 hydraulisch systeem van het werktuig is verbonden, waarbij het tweede schuifventiel bedienbaar is bij neutrale stand van de verstelarm van het eerste schuifventiel.11. Tool according to claim 10, characterized in that the second slide valve is connected via the first valve to the hydraulic system of the tool, the second slide valve being operable when the adjusting arm of the first slide valve is in neutral position. 12. Werktuig volgens conclusie 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat het verstelmechanisme voor het koppelingsmecha- 15 nisme is verbonden aan een aan het gestel van de draaginrichting aangebrachte tuimelarm, die onder veerdruk beweegbaar is voor het opnemen van de stootbelasting in het koppeling smechanisme onder invloed van het gewicht van de strooi-inrichting.12. Tool according to claim 9, 10 or 11, characterized in that the adjusting mechanism for the coupling mechanism is connected to a rocker arm mounted on the frame of the carrying device, which is movable under spring pressure to accommodate the impact load in the coupling mechanism under the influence of the weight of the spreading device. 13. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelingsmechanisme een driepunts-bevestiging vormt voor de strooi-inrichting met twee hefarmen en een topstang, waarbij althans de koppeling van één van de hefarmen aan het gestel van de strooi-inrichting in hoog-25 terichting ten opzichte van dit gestèl verstelbaar is voor het in breedterichting schuinstellen van de strooi-inrichting ten opzichte van de draaginrichting, waarbij deze koppeling aan de strooi-inrichting een hydraulisch bedieningsorgaan omvat, dat via een derde schuifventiel is gekoppeld met het 30 hydraulisch systeem van het werktuig, welk derde schuifventiel via het eerste schuifventiel koppelbaar is met het systeem bij een neutrale stand van de bedieningsarm van het eerste schuifventiel.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling mechanism forms a three-point attachment for the spreading device with two lifting arms and a top link, at least the coupling of one of the lifting arms to the frame of the spreading device is adjustable in height direction relative to this frame for tilting the spreading device in width direction relative to the carrying device, this coupling to the spreading device comprising a hydraulic operating member, which is coupled via a third slide valve to the 30 hydraulic system of the implement, which third slide valve can be coupled via the first slide valve to the system at a neutral position of the operating arm of the first slide valve. 14. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de strooi-inrichting ten minste twee verspreidorganen omvat, die tegengesteld aan elkaar aan-drijfbaar zijn door de aandrijforganen, waarbij de verspreidorganen het materiaal althans ongeveer spiegelsymmetrisch 8500557 - 23 - ten'opzichte van de langshartlijn van het werktuig uitstrooien over althans nagenoeg samenvallende strooisectoren.14. A tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the spreading device comprises at least two spreading members, which are driven opposite to each other by the driving members, the spreading members at least approximately mirror-symmetrical in material 8500557-23 Sprinkle at least substantially coincident spreading sectors relative to the longitudinal axis of the implement. 15. Werktuig volgens een der conclusies 5-14, waarbij in het hydraulisch systeem aan weerszijden van ten minste 5 één schuifventiel een overdrukventiel aanwezig is in de toe-voerleiding en in de afvoerleiding van het systeem, die aan-sluitbaar zijn op het hydraulisch circuit van een trekker of ander dergelijk voertuig waaraan het werktuig koppelbaar is, waarbij het afsluitorgaan van het eerste schuifventiel 10 bedienbaar is vanaf de trekker.15. Tool as claimed in any of the claims 5-14, wherein in the hydraulic system on both sides of at least one sliding valve a pressure relief valve is present in the supply pipe and in the discharge pipe of the system, which can be connected to the hydraulic circuit. of a tractor or other such vehicle to which the implement can be coupled, the closing member of the first slide valve 10 being operable from the tractor. 16. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelingsmechanisme nabij de achterzijde van de draaginrichting is aangebracht, waarbij de voorraadbak vóór de wielas van de draaginrichting en de 15 strooi-inrichting achter de wielas is gelegen, terwijl het vooreinde van het gestel van de draaginrichting is voorzien van een gewicht nabij een aan de voorzijde van het gestel van de draaginrichting aangebracht koppelingsorgaan waarmede het werktuig aan een voertuig zoals bijvoorbeeld een 20 trekker koppelbaar is.16. A tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling mechanism is arranged near the rear of the carrying device, the hopper being located in front of the wheel axle of the carrying device and the spreading device behind the wheel axle, while the front end of the frame of the carrying device is provided with a weight near a coupling member arranged on the front of the frame of the carrying device with which the implement can be coupled to a vehicle such as for instance a tractor. 17. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelingsmechanisme is bevestigd aan een schoorbalk die aan een achterbalk van het gestel van de draaginrichting is bevestigd en van daaruit verloopt 25 naar een aan de achterzijde van de voorraadbak aangebrachte draagbalk, waarbij de wielas aan de achterbalk is bevestigd.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling mechanism is attached to a strut which is attached to a rear beam of the frame of the carrying device and runs from there to a supporting beam arranged at the rear of the storage container, wherein the wheel axle is attached to the rear beam. 18. Werktuig volgens een der conclusies 2-17, met het kenmerk, dat het afvoerkanaal ten opzichte van de transportkoker verstelbaar is en naar keuze in één van ten 30 minste twee standen vastzetbaar is.18. A tool according to any one of claims 2-17, characterized in that the discharge channel is adjustable relative to the transport tube and is optionally lockable in one of at least two positions. 19. Werktuig volgens een der conclusies 2-18, met het kenmerk, dat de afvoerbak van twee afvoertuiten is voorzien en het afvoerkanaal nabij zijn uitmonding een verdeelplaat omvat waarover het uit het afvoerkanaal uit- 35 stromende materiaal gelijkelijk wordt verdeeld over de beide afvoertuiten.19. Tool as claimed in any of the claims 2-18, characterized in that the discharge tray is provided with two discharge spouts and the discharge channel near its outlet comprises a distribution plate over which the material flowing out of the discharge channel is equally distributed over the two discharge spouts. 20. Werktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de strooi-inrichting aan de onderzijde 8500557 r - 24 - is voorzien van steunorganen die in een zich in neerwaartse richting uitstrekkende stand brengbaar zijn en waarop de strooi-inrichting in verhoogde positie boven de grond kan steunen voor het aankoppelen aan het koppelingsmechanisme, 5 welke steunorganen uit hun neerwaarts gerichte positie ' wegneembaar zijn.Tool according to any one of the preceding claims, characterized in that the spreader is provided on the underside of 8500557 r - 24 - with support members which can be brought into a downwardly extending position and on which the spreader is raised above ground supports for coupling to the coupling mechanism, which support members are removable from their downwardly oriented position. 21. Werktuig volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de steunorganen een aan de voorzijde van het gestel van de strooi-inrichting scharnierbaar aangebrachte steun- 10 beugel omvatten, die via een in zijn lengterichting instel-’ bare koppelstang is gekoppeld met een achtersteun die los neembaar in een aan de achterzijde van het gestel van de strooi-inrichting aangebrachte houder is aangebracht en daaruit afneembaar is en aan de bovenzijde van de houder 15 aanbrengbaar is voor de werkstand van de strooi-inrichting met het werktuig.21. A tool according to claim 20, characterized in that the support members comprise a support bracket pivotally mounted on the front of the frame of the spreading device, which coupling is coupled to a rear support via a coupling rod which is adjustable in its longitudinal direction. which is detachably mounted in a holder arranged at the rear of the frame of the spreading device and which is removable therefrom and which can be mounted at the top of the holder 15 for the working position of the spreading device with the implement. 22. Werkwijze voor het bevestigen van de strooi-inrichting aan het koppelingsmechanisme van de draaginrich-ting, waarbij de strooi-inrichting in de hefarmen van een 20 trekker of dergelijk voertuig wordt opgeheven en aan de onderzijde van het gestel van de strooi-inrichting de steunorganen in neerwaarts gerichte positie worden aangebracht, waarna de strooi-inrichting op deze steunorganen in verhoogde positie op de grond kan steunen en vanuit deze positie 25 gekoppeld kan worden met het koppelingsmechanisme van de draaginrichting.22. Method for attaching the spreading device to the coupling mechanism of the carrying device, wherein the spreading device is lifted in the lifting arms of a tractor or the like vehicle and the underside of the frame of the spreading device support members are arranged in downward position, after which the spreading device can rest on these support members in elevated position on the ground and from this position can be coupled to the coupling mechanism of the carrying device. 23. Werktuig zoals hiervoor is beschreven en in de tekeningen is weergegeven. -o-o-o-o-o- 850055723. Tool as previously described and shown in the drawings. -o-o-o-o-o- 8500557
NL8500557A 1985-02-28 1985-02-28 IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL. NL8500557A (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500557A NL8500557A (en) 1985-02-28 1985-02-28 IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL.
FR8602644A FR2577749B1 (en) 1985-02-28 1986-02-26 DEVICE FOR SPREADING PRODUCT
GB08604884A GB2172483A (en) 1985-02-28 1986-02-27 Implement for spreading material

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8500557A NL8500557A (en) 1985-02-28 1985-02-28 IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL.
NL8500557 1985-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500557A true NL8500557A (en) 1986-09-16

Family

ID=19845599

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500557A NL8500557A (en) 1985-02-28 1985-02-28 IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL.

Country Status (3)

Country Link
FR (1) FR2577749B1 (en)
GB (1) GB2172483A (en)
NL (1) NL8500557A (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102004022041A1 (en) * 2004-05-03 2005-11-24 Kalkwerk Hufgard Gmbh Scattering device, in particular for the application of fine to coarse-grained mineral fertilizer
DE102012015218A1 (en) * 2012-08-03 2014-02-06 RAUCH Landmaschinen GmbH Method and device for transferring bulk material from a storage container into a plurality of separate container parts having working container
CN118087359B (en) * 2024-04-18 2024-07-05 山西长达交通设施有限公司 Interlocking grading marking construction device and technology

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB793259A (en) * 1954-05-13 1958-04-16 Lely Nv C Van Der Spreading device for fertilisers
NL6606169A (en) * 1965-05-11 1966-11-14
NL149984B (en) * 1965-12-24 1976-07-15 Lely Nv C Van Der DEVICE FOR SPREADING MATERIAL.
US3680741A (en) * 1970-12-16 1972-08-01 James R Barber Fertilizer distributor
DE2131980A1 (en) * 1971-06-28 1973-01-18 Amazonen Werke Dreyer H TRANSPORT VEHICLE
DE2518397A1 (en) * 1975-04-25 1976-11-04 Amazonen Werke Dreyer H Agricultural and road material spreader - consists of chassis with container and attachments for distributor mechanism incorporating hopper and meter
GB2018112B (en) * 1978-02-11 1982-08-18 Sisis Equipment Macclesfield Distribution of particulate material
NL7802074A (en) * 1978-02-24 1979-08-28 Lely Nv C Van Der DEVICE FOR DISTRIBUTION OF GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.
US4283014A (en) * 1979-04-09 1981-08-11 Devorak Dwight F Mobile spreader apparatus drive system
FR2480066A1 (en) * 1980-04-14 1981-10-16 Perrein Didier Trailer for granular material - has pinion mechanism producing distribution rate proportional to movement
DE3313892C2 (en) * 1983-04-16 1986-11-13 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Fertilizer spreader

Also Published As

Publication number Publication date
FR2577749A1 (en) 1986-08-29
GB2172483A (en) 1986-09-24
FR2577749B1 (en) 1990-06-29
GB8604884D0 (en) 1986-04-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2069081C (en) Seeding apparatus
DK154095B (en) EQUIPMENT FOR LOADING LODGE MATERIALS, ESPECIALLY ADHESIVE WRAPPING MATERIALS
NL8901903A (en) MACHINE FOR DISTRIBUTION OF EQUIPMENT.
NL8500557A (en) IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL.
US3884395A (en) Asphalt spreader
NL7906726A (en) DEVICE FOR DISTRIBUTION OF MATERIAL.
DK143932B (en) ASSEMBLY STAND FOR A CENTRIFUGAL FERTILIZER SPREADER ON A TRACTOR
US1979619A (en) Road building machine
NL8000248A (en) ROW SEEDER.
NL8302688A (en) AGRICULTURAL APPARATUS, IN PARTICULAR AN APPARATUS FOR THE SPREAD OF SPREADABLE MATERIAL.
DK172504B1 (en) Spreading machine, especially fertilizer spreading machine
NL8900965A (en) DEVICE FOR CUTTING SLOTS IN THE BOTTOM.
NL8301973A (en) APPARATUS AND METHOD FOR SPREADING MATERIAL OVER A SURFACE
NL8701467A (en) DEVICE FOR FILLING CAVES.
US3331341A (en) Fertilizer distributor
SE417116B (en) TRACTOR-BORN SPREADERS
US2567534A (en) Land leveler
NL1005026C1 (en) Agricultural machine.
NL8400155A (en) IMPLEMENT FOR SPREADING MATERIAL ON A SURFACE.
CA1110117A (en) Seeding device with air distribution system
NO830637L (en) PROCEDURE FOR PERMANENT IMPROVEMENT OF SURFACE DRAINAGE FROM EARTH AREAS, PRIOR FROM GRASS-GROWED AREAS, AND APPARATUS FOR USING THE PROCEDURE
EP0159762B1 (en) An agricultural machine
NL9100739A (en) SPREADER.
US2160376A (en) Road planer
NL7903962A (en) DEVICE FOR SPREADING GRAIN AND / OR POWDER MATERIAL.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed