NL8500532A

NL8500532A - Werkwijze voor het bereiden van een kunststofkorrels bevattend uithardend schuimmateriaal.

Info

Publication number: NL8500532A
Application number: NL8500532A
Authority: NL
Original assignee: Voorbij S Beton B V
Priority date: 1985-02-25
Filing date: 1985-02-25
Publication date: 1986-09-16
Also published as: US4735755A; EP0193988A1

Description

‘-JÉ N.0. 32927 1

Aanvrager noemt als uitvinder: Adrianus Theodorus Maria Bisschops sè

Werkwijze voor het bereiden van een kudfetofkorrels bevattend uithardend schuimmateriaal.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het bereiden van een kunststofkorrels bevattend uithardend schuimmateriaal, welke kunststofkorrels uit kunststofparels bereid worden, omyat-tende het bereiden van een brij basismateriaal waarbij een schuim in de brij basismateriaal ingebracht wordt.

Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek bekend en om-10 vat bij het bereiden van beton het mengen van cement en water tot een brij basismateriaal, en het daaraan toevoegen van. kunststofkorrels en schuim hierna wordt het materiaal verpompt wordt naar de plaats van toepassing. Deze kunststofkorrels worden eerder vervaardigd door het vöorschuimen van kunststofparels. Alvorens de dan groene korrels aan de 15 brij.toe te voegen worden deze eerst ten minste 24 uren verouderd. De massa bestaande uit brij, kunststofkorrels en schuim bestaat voor een groot deel uit schuimbelletjes. Aan deze werkwijze waarbij lucht verpompt wordt is het nadeel verbonden dat voor het verpompen van het eindprodukt (het mengsel van brij, kunststofkorrels en schuim) grote 20 pompen nodig zijn waarvan een aanzienlijk deel van de capaciteit nood—. zakelijk is voor het verpompen van het gevormde schuim.;De noodzaak om · direct na het inbrengen van de kunststofkorrels te moeten uitschuimen wordt gegeven door het feit dat de kunststofkorrels anders gaan opdrijven, waardoor ontmenging optreedt. Door het inbrengen van het schuim 25 onstaan langs de omtrek van de korrels schuimbelletjes die beletten dat de kunststofkorrels opdrijven.

Het is het doel van de uitvinding dit nadeel te vermijden. Dit doel'wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezènlijkt doordat na het mengen van de brij basismateriaal en de kunststofkorrels tot 30 mortel deze direct verpompt wordt waarna het schuim ingebracht wordt.

Door het, direct na het aan de brij basismateriaal toevoegen van de kunststofkorrels, verpompen van de zo ontstaande mortel wordt vermeden dat de kunststofkorrels opdrijven. Zolang het mengsel in beweging is zal dit niet optreden en kan na het verpompen het schuim ingebracht 35 worden. Dit betekent dat het schuim niet verpompt hoeft te worden zodat de capaciteit van de gebruikt pompen in aanzienlijke mate verkleind kan worden. -· BAD ORIGIty&ibgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering worden in Λ ï? Λ A r*· «» - 2 i ------- ) ^ hoofdzaak direct na het voorschuimen van de kunststofparels tot (groene) kunstofkorrels deze aan de brij basismateriaal toegevoegd.

Verrassenderwijs is gebleken dat in tegenstelling tot hetgeen dat tot nu toe gemeend werd het niet noodzakelijk is om de kunststofkorrels ' 5 24 uren te laten verouderen alvorens deze aan de brij basismateriaal toe te kunnen voegen. Dit betekent dat de vèel ruimte innemende opslag van de kunststofkorrels achterwege kan blijven. Ondanks het gebruik van groene korrels blijken deze niet samen te klappen. Deze korrels kunnen dan verder in de mortel uitharden.

10 Volgens een verdere uitwerking hiervan wordt voor het basismate riaal een bij uitharding water opnemend materiaal gebruikt en staan de kunststofkorrels bij uitharding water af. Doordat de kunststofkorrels, in tegenstelling tot de gebruikelijke werkwijzen, in de brij basismateriaal uitharden kan van het fysische verschijnsel gebruikt gemaakt wor-15 den dat sommige basismaterialen bij uitharding water opnemen terwijl de kunststofkorrels bij uitharding water afgeven zodat minder water toe-of afgevoerd hoeft te worden. Dit levert een vereenvoudiging voor de regeling van het proces alsmede verdere kostenbesparing op.

In het bijzonder kan als basismateriaal een cement bevattend mate-20 riaal gebruikt worden. Bij de verharding van cement neemt dit vocht op en ontstaat warmte. Bij de uitharding van kunststofkorrels wordt vocht afgestaan en warmte opgenomen. Door de combinatie van de materialen vullen de reactiemechanismen elkaar aan. j

Bij voorkeur worden als kunststofdeeltjes polystyreendeeltjes ge-25 bruikt, waardoor aan het beton bijzondere mechanische eigenschappen gegeven worden.

Hieronder zal de uitvinding aan de hand van een werkwijze waar de voorkeur aangegeven wordt gedetailleerd beschreven worden met verwijzing naar de enige figuur, waarin een blokdiagram van de werkwijze op-30 genomen is.

In de figuur is de werkwijze voor het vervaardigen van schuimbeton afgebeeld. Om dit schuimbeton te bereiden wordt eerst een brij basismateriaal vervaardigd die in dit geval uit cement en water bestaat. Aan deze brij basismateriaal worden groene korrels toegevoegd. Dit toevoe-35 gen kan eveneens tijdens het. mengen van de brij basismateriaal plaatsvinden.

Deze groene korrel is door voorschuimen, bijvoorbeeld door middel van stoominjectie verkregen. Het mengsel bestaande uit groene korrels en basisbrï’j heeft een veel kleinere omvang dan het via de gebruikelij-

SfDk9RJ§!M^en bereide mengsel bestaande uit basisbrij, kunststofkorrels « ff λ λ ε *? λ

---- , V

« I

3 en schuim. Daardoor kan voor het verpompen van de mortel gebruik gemaakt worden van leidingen en pompen met een aanzienlijk geringere capaciteit dan gebruikt volgens de stand der techniek. Door het direct na het mengen van de groene korrels verpompen bestaat het gevaar voor ont-5 menging niet. Ook het gebruik van. rotatie- of slangenpompen leidt daarbij niet tot beschadiging van de groene korrels die nog verder moeten uitharden. Ergens na de pomp en voor de plaats van bestemming wordt aan de mortel schuim toegevoegd. Dit schuim kan een mengsel van water en bekend schuimconcentraat zijn dat onder druk met een schuimgenerator 10 wordt vervaardigd en door injectie in de transportleiding wordt gebracht. Bij deze stap neemt het volume van de mortel in aanzienlijke mate toe hetgeen echter na de pomp gebeurt zodat daarmee geen nadelen verbonden zijn. Indien als kunststof polystyreen gebruikt wordt en als basismateriaal een hydraterend materiaal blijken de reactieraechanismen 15 van het uitharden elkaar te completeren. Dat wil zeggen bij uitharding van bijvoorbeeld cement of gips wordt water opgenomen en komt warmte vrij en bij uitharding van polystyreenkorrels wordt warmte opgenomen en komt water vrij. Door het gebruik van verschillende materialen en verschillende mengverhoudingen kunnen de uiteindelijke eigenschappen van 20 het eindprodukt bepaald wor- den. Het blijkt dat het mengsel van brij basismateriaal en kunststofparels een voor verwerking zeer goede plasticiteit heeft. Ondanks het pas op het laatste moment inbrengen van het schuim vindt geen ontmenging van het eindprodukt plaats. . Hét is bovendien mogelijk om het schuim direct na de pomp in te brengen. In dit ge-25 val zijn weliswaar grotere leidingen nodig maar ontstaat anderzijds het voordeel dat de schuimgenerator met de pompeenheid en de menginstalla-tie voor de brij basismateriaal en de groene korrels samengevoegd kunnen worden. Het mengsel dat ontstaat na inspuiting met schuim heeft een zodanige plasticiteit dat verpompen over afstanden van 300 meter en 30 meer mogelijk is, terwijl na het onstaan van schuimbelletjes bij tussentijdse opslag geen ontmenging plaatsvindt.

Voorbeeld

Voor de bereiding van 500 m^ polys tyreenkorrels bevattend schuinr* beton is bij de werkwijze volgens de stand der techniek een opslagruimr-35 te van 350 m^ voor polystyreenkorrels noodzakelijk, die daar ten minste 24 uren moeten verouderen om de nodige sterkte te verkrijgen.

O

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt deze 500 nr verkregen

O

door het gebruik van 150 ton cement, vermengd met 60 cm. water en 8,75 m^ pplystyreenparels uitgeschuimd tot 350 m^ losse polystyreenkor-Bftb ORIStNAhrbij na verporaping ongeveer 200 liter schuim toegevoegd « r Λ Λ c v a * 4 wordt.

Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van hèt gebruik van schuimbeton met polystyreenkorrels moet begrepen worden dat de uitvinding hiertoe niet beperkt^ is en dat voor het uithardende mate— 5 riaal elk ander materiaal zoals bijvoorbeeld gips gebruikt kan worden terwijl in plaats van polystyreenmatëriaal elk ander kunststofkorrels gevend materiaal toegepast kan worden. Het schuim kan eveneens alle in de stand der techniek bekende samenstellingen omvatten.

!

BAD ORIGINAL

Claims

1. Werkwijze voor het bereiden van een kunststofkorrels bevattend uithardend schuimmateriaal, welke kunststofkorrels uit kunststofparels bereid worden, omvattende het bereiden van een brij basismateriaal 5 waarbij een schuim in de brij basfismateriaal gebracht wordt, met het kenmerk, dat na het mengen van de brij basismateriaal en de kunststofkorrels tot mortel deze direct verpompt wordt, waarna het schuim ingébracht wordt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in hoofd-10 zaak direct na het voorschuimen van de kunststofparels tot (groene) kunststofkorrels deze aan de brij basismateriaal toegevoegd worden.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat als basismateriaal een bij uitharding water opnemend materiaal gebruikt wordt en de kunststofkorrels bij uitharding water afstaan.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als basismateriaal een cement bevattend materiaal gebruikt wordt.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als kunststofdeeltjes polystyreendeeltjes gebruikt wor-20 den. + + + + + + + + + + / BAD ORIGINAL R5 0 0 5 32