NL8500144A - Audioversterkeruitgangstrap. - Google Patents

Audioversterkeruitgangstrap. Download PDF

Info

Publication number
NL8500144A
NL8500144A NL8500144A NL8500144A NL8500144A NL 8500144 A NL8500144 A NL 8500144A NL 8500144 A NL8500144 A NL 8500144A NL 8500144 A NL8500144 A NL 8500144A NL 8500144 A NL8500144 A NL 8500144A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pair
transistors
load
terminals
input signal
Prior art date
Application number
NL8500144A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Siltronics Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Siltronics Ltd filed Critical Siltronics Ltd
Publication of NL8500144A publication Critical patent/NL8500144A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F3/00Amplifiers with only discharge tubes or only semiconductor devices as amplifying elements
    • H03F3/26Push-pull amplifiers; Phase-splitters therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Amplifiers (AREA)

Description

- ' f - .»
853004/AA/vL
-1-
Korte aanduiding: Audioversterkeruitgangstrap
De uitvinding heeft betrekking op een versterkeruitgangs-trap voor toepassing in versterkers die werken met voedingsbronnen met zeer lage voedingsspanningen.
Enkele van de belangrijke ontwerpproblemen van elektroni-5 sche toestellen van zakformaat die uitgevoerd zijn met een audiouitgangstrap, zoals een draagbare radio, oproepontvanger of dergelijke worden gevormd door de beperkingen van de afmetingen en het gewicht die opgelegd worden door een aantal batterijen die voldoende uitgangsspanning leveren voor· efficiënte 10 werking. De drempelspanning aan de ingang van een typische bipolaire siliciumuitgangstransistor bedraagt ongeveer 0,7 V.
Omdat de van een enkele droge cel beschikbare voedingsspanning meestal afneemt tot ongeveer 1,1 V aan het einde van haar levensduur, welke spanning minder dan twee maal de drempelspanning 15 van de transistor is, worden elektronische schakelingen voor werking met een enkele cel zeer ernstig beperkt. Daarom worden gewoonlijk twee batterijen in serie gebruikt voor het leveren van voldoende energie.
Om het aantal batterijen tot één terug te brengen en toch 20 een voldoende spanningszwaai te verkrijgen voor het sturen van de luidspreker zonder een zware en grote uitgangstransformator te gebruiken, wordt een in het midden afgetakte spreekspoel van een luidspreker gebruikt, waarbij de middenaftakking met de voe-dingsgeleider verbonden is. De delen van de spreekspoel aan 25 weerszijden van de middenaftakking worden in balans aangestuurd.
Het is echter gebleken, dat in het midden afgetakte luidsprekers zeer duur zijn en relatief inefficiënt zijn.
Om het vereiste van een in het midden afgetakte luidspreker (of equivalente belasting) te elimineren en toch voldoende 30 bedrijfsspanning te verkrijgen uit een enkele droge batterij-cel, zoals van het "AA" type, is voorgesteld om de niet gestuurde aansluitklem van een niet in het midden afgetakte belasting te verbinden met de voedingsgeleider, waarbij de belasting in balans gestuurd wordt (de balanssturing resulterend in een aan- 8500144 ' » * -2- gestuurde en een niet aangestuurde aansluitklem op elk niet-rustmoment). Dit verschaft een piek-piekspanning over de luidspreker die groter is dan de gelijkspanning van de voeding. Schakeltransistors werden gebruikt die door pulssignalen in 5 hun verzadigde bedrijfstoestanden gestuurd werden om een zo klein mogelijke spanningsafname tussen de niet gestuurde aan-sluitklemmen en de voedingsgeleider te verkrijgen. Er werden pulssignalen naar de basissen van de schakeltransistors gevoerd/ waarbij de fase van de pulsen afgeleid werd van de fase 10 van de balanssignalen.
Het is echter gebleken, dat een groot gedeelte van de stroom gedissipeerd wordt bij het opwekken van de naar de schakeltransistors gevoerde pulssignalen. Bovendien bleek het gepulseerd aan en uitschakelen van de schakeltransistors "cross-15 over" vervorming te geven als gevolg van schakelovergangsver-schijnselen en waren extra filtercondensators nodig voor het verminderen van de invloed van deze overgangsverschijnselen in het uitgangssignaal.
De uitvinding verschaft een versterkeruitgangstrap en 20 werkwijze voor het sturen van een niet in het midden af getakte belasting, zoals een luidspreker, die de door de schakelende transistors benodigde stroom belangrijk verminderd. Bovendien zijn zelfs geen pulssignalen nodig; het stuursignaal varieert met het ingangssignaal, d.w.z. het naar de belasting gevoerde 25 signaal. Ook de kruisvervorming is minimaal gemaakt.
Het resultaat is een eenvoudige keten met een hoge nuttigheidsfactor, laag vervormingsniveau en lage kostprijs, terwijl het vereiste vervalt voor een in het midden afgetakte luidspreker of andere belasting en filtercondensators die voor-30 heen gebruikt werden voor het verminderen van de overgangsverschijnselen tengevolge van de stuurpulssignalen.
In het algemeen bestaat de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding uit een versterkeruitgangstrap omvattende een eerste paar transistors voor het in balans met een ingangssignaal stu-35 ren van een paar aansluitklemmen van een belasting, een tweede paar transistors die respectievelijk verbonden zijn tussen de 8500144 I 4 -3- aansluitklemmen en de voedingsgeleider, en ketens om de ene of de andere transistor van het tweede paar in een verzadigde geleidende toestand in tegenfase met het naar de aansluitklemmen gevoerde signaal te sturen, waarbij de stuurketens voorzien 5 zijn van ketens voor het leveren van een versterkte vorm van het ingangssignaal aan het tweede paar transistors als stuursignaal.
Instelketens worden gebruikt om het tweede paar transistors marginaal geleidend te houden gedurende hun rusttoestan-10 den, waarbij de kruisvervorming bij discontinue geleiding van de belasting geminimaliseerd wordt, d.w.z. dat zij in klasse AB werkzaam zijn.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. In de tekening toont: 15 Figuur 1 een schema van de uitvinding;en
Figuur 2 golfvormen van signalen in verschillende punten van het schema van figuur 1.
Volgens figuur 1 is een luidspreker of een andere niet in · het midden afgetakte belasting 1 tussen een paar aansluitklem-20 men 2 en 3 verbonden.
Een paar ingangstransistors 4 en 5 ontvangen verschillende polariteiten (fasen) van een balanssignaal aan de ingangen en van een signaalfasesplitser (welke, daar zij geen deel-uitmaakt van de uitvinding, niet getoond is), waarbij de fasen 25 overeenkomen met de als voorbeeld gegeven golfvormen A en B van figuur 2. De emitters van de transistors .4 en 5 zijn via weerstanden 6 en 7 verbonden met de collectors van tegengesteld gepoolde transistors 8 respectievelijk 9. De emitters van de transistors 4 en 5 zijn ook via weerstanden 21 respectievelijk 30 22 verbonden met een geschikt gepoolde vermogensvoedingsgelei-der, waarvan de polariteit voor het geval dat de transistors 4 en 5 van de PNP soort zijn, positief is en aangegeven is met + BATT. De emitters van de transistors 8 en 9 zijn verbonden met de tegengesteld gepoolde massavoedingsgeleider, die aange-35 geven is met GND. De collectors van de transistors 4 en 5 zijn verbonden met de basissen van de transistors 8 en 9 en met massa via de dioden 11 en 12, die in serie met de weerstanden 13 8500144
, * 4 V
-4- respectievelijk 14 verbonden zijn.
Wanneer het balansingangssignaal aan de ingangen en V2 respectievelijk aangelegd wordt, wordt het signaal versterkt door de transistors 4 en 5 en wordt naar de transistors 8 en 9 5 gevoerd, wat leidt tot een uitgangssignaal dat in balans naar de aansluitklernmen 2 en 3 voor de doorgang door de belasting 1 gevoerd wordt.
De weerstanden 6 en 21 vormen een terugkoppelketen dat de aansluitklem 2 (de collector van transistor 8) dwingt een ver-10 sterkte replica te ontvangen van het signaal aan de ingang V^.
De weerstanden 7 en 22 werken op dezelfde wijze, waarbij de aansluitklem 3 gedwongen wordt een versterkte replica te ontvangen van het signaal aan de ingang V2.
Van de transistors 15 en 16 zijn de collector-emitterke-15 tens verbonden tussen de aansluitklernmen 3 respectievelijk 2 en de voedingsgeleider. Wanneer de transistors 15 en 16 van de PNP soort zijn, zijn de emitters verbonden met + BATT. Wanneer een signaal naar de ingang V1 en dus naar de belastingsaansluit-klem 2 gevoerd wordt, wordt de transistor 15 in verzadiging 20 gestuurd, waardoor de aansluitklem 3 met de voedingsgeleider verbonden wordt, zodat de signaalstroom door de transistor 15, de belasting 1 en de transistor 8 kan gaan. Gedurende dit interval is de transistor 16 niet geleidend.
Wanneer een signaal naar de ingang V2 en dus naar de be-25 lastingsaansluitklem 3 gevoerd wordt, is de transistor 15 niet geleidend en wordt de transistor 16 aangestuurd, wat de aansluitklem 2 met de voedingsgeleider verbindt. Het signaal gaat daarom in tegengestelde richting door de belasting 1.
Opgemerkt wordt, dat de naar de belastingsaansluitklemmen 30 2 en 3 gevoerde balanssignalen beide dezelfde polariteit maar een eigen fase hebben. Beide signaalgolfvormen A en B van figuur 2 hebben bijvoorbeeld een negatief gaande polariteit zelfs 'hoewel zij oorspronkelijk een tegengestelde polariteit hadden (een fase kan wat polariteit betreft in een omkeertrap vooraf-35 gaand aan toevoer naar deze keten omgekeerd zijn). Daar beide signaalfasen in tegengestelde richtingen door de belasting gaan, 8500144 -5- worden hun amplituden in de belasting opgeteld, De over de belasting verkregen piek-piekspanning kan daarom groter zijn dan de batterijspanning en heeft de vorm van de golfvorm C van figuur 2.
5 Zoals eerder opgemerkt met betrekking tot de bekende ke tens zou men verwachten dat om de transistors 15 en 16 correct te schakelen op hun basisaansluitingen pulssignalen zouden moeten ontvangen. Volgens de uitvinding hoeven gedurende hun geleidende fasen echter geen pulssignalen gebruikt te worden.
10 Er moeten, hierna toegelichte stuursignalen aangelegd worden, die afgeleid worden van de ingangssignalen en die versterkte vormen van de ingangssignalen zijn (geen pulssignalen), die opgevat kunnen worden als representatief voor de naar de belasting gevoerde stroom.
15 Golfvorm D van figuur 2 is een voorstelling van een golf- vorm van een representatief signaal dat naar de basis van de transistor 15 gevoerd wordt, of met een fase die overeenkomt met de tegengestelde fase van het balanssignaal naar de basis van de transistor 16.
20 Veronderstel bijvoorbeeld dat het ingangssignaal aan V^ overeenkomt met golfvorm A van figuur 2. De in de collectorke-ten van transistor 17 vloeiende resulterende stroom (golfvorm D) neemt geleidelijk negatief in amplitude toe, bereikt een piek op het moment dat golfvorm A een piek met tegengestel- 25 de polariteit bereikt en neemt af om op een constant niveau te blijven gedurende het interval dat stroomgolfvorm B met tegengestelde fase negatief begint te worden. De basisspanning van 'transistor 15 heeft dus een aan golfvorm D omgekeerde polariteit en transistor 15 geleidt dus zeer sterk. Wanneer golf- 30 vorm D (collectorstroom van transistor 17) op een constant laag niveau is, is de basisspanning van transistor 15 positief en geleidt haar collector-emitterketen niet. Samengevat: gedurende het interval dat golfvorm A van de ingangsspanning aan V^ negatief wordt geleidt transistor 15.
35 Transistor 16 is niet geleidend wanneer transistor 15 ge leidend i?, daar de basis ervan tijdens die intervallen op een 8500144 s: -6- constant positief niveau is.
Opgemerkt wordt echter dat hoewel de door golfvorm D voorgestelde signaalstroom geen pulsvorm heeft gedurende de tijd dat het de transistor 15 mogelijk maakt te geleiden, het 5 zelfs bij een zeer laag signaalniveau een voldoende amplitude moet hebben (bijvoorbeeld iets boven de drempelspanning) voor het in verzadiging sturen van de transistor 15. Daar de stuur-stroom van de transistors 15 en 16 varieert met het ingangssignaal in plaats van een pulsvorm te hebben, wordt aanmerke-10 lijk op de stropm bespaard, wat leidt tot een belangrijke vergroting van de nuttigheidsfactor van deze trap. Bovendien hoeft niet voorzien te worden in speciale pulsvormingsketens, daar het sturende signaal louter de vorm van het ingangssignaal volgt.
15 Een soortgelijk :effekt treedt op bij het sturen van de basis van transistor 16. Een signaal van de vorm van golfvorm D maar in fase met golfvorm B wordt aangelegd aan de basis van transistor 16, welk signaal varieert met het aan de ingangs-klem aangelegde ingangssignaal (golfvorm B). Wanneer tran-20 sistor 15 in hoofdzaak niet geleidend is, is transistor 16 sterk geleidend (ongeveer op haar centrale verzadigingsniveau zoals hierboven voor transistor 15 toegelicht) als gevolg van de naar de basis ervan gevoerde variërende stuurstroom.
Teneinde het bovenstaande te bereiken zijn in de voor-25 keursuitvoeringsvorm de transistors 17 en 18 van dezelfde ge-leidingssoort als de transistors 8 en 9, bijvoorbeeld NPN.
Het verdient de voorkeur, dat transistors 17 en 18 gelijk gekozen worden aan de transistors 8 en 9 maar met emittergebie-den die K maal groter zijn dan de emittergebieden van transis-30 tors 8 en 9 in een enkele geïntegreerde keten. De basissen ervan worden verbonden met de basissen van transistors 8 en 9, of worden anders zodanig verbonden dat zij gestuurd worden met een basisemitterspanning die identiek is aan die van transistors 8 respectievelijk 9.
35 De collectorstromen van transistors 17 en 18 bedragen daar om K maal de collectorstromen van transistors 8 en 9. De ver- 8500144 , ? -7- houding K wordt zo gekozen, dat verzekerd wordt dat KxhFE groter is dan 1, waarbij h_„ de versterkingsfactor van transis- h hi tor 15 of 16 is.
De emitters van transistors 17 en 18 zijn verbonden met 5 GND en hun collectors zijn verbonden met de basissen van transistors 15 en 16 respectievelijk, die zelf verbonden zijn met de positieve voedingsgeleider + BATT via de weerstanden 19 respectievelijk 20.
Voor elke waarde van de collectorstroom 18 van transis-10 tor 8 bedraagt de naar transistor 15 gevoerde basisstuurstroom Kxl8 (met verwaarlozing van weerstand 19) en zou transistor 15 dus een collectorstroom 115 doorlaten ter grootte van Kxl8xhFE (transistor 15) wanneer die niet verzadigd was. Omdat KxhFE (transistor 15) groter dan 1 gekozen was, wordt transistor 15 15 altijd gevoed met voldoende basisstuurstroom om een grotere collectorstroom dan 18 te geven en wordt transistor 15 dus in verzadiging gehouden gedurende de deelperiode wanneer transistor 8 stuurt. De werking van de transistors 9 en 16 is overeenkomstig.
20 Samengevats wanneer de ingang negatief gestuurd wordt levert transistor 4 een toenemende stuurstroom aan transistors 8 en 17, waarbij de door transistor 17 doorgelaten stroom transistor 15 in verzadiging brengt. Tegelijk wordt ingang V2 naar een constant positief niveau gestuurd, zodat transistors 25 9 en 18 en dus transistor 16 niet geleidend zijn. Wanneer de collectorstroom van transistor 8 toeneemt, gaat de collectorstroom van transistor 8 primair via transistor 15 door de belasting 1.
Een paar weerstanden 21 en 22 verbindt de emitters van 30 transistors 4 en 5 met de positieve voedingsgeleider. Weerstand 6 levert spanningsterugkoppeling vanaf de belastingsaansluit-klem 2 naar transistor 4, zodat tijdens het negatieve periode-deel van het signaal aan ingang de spanning aan aansluit-klem 2 gedwongen wordt een versterkte replica te zijn van het 35 signaal aan ingang De spanning aan aansluitklem 3 wordt op gelijke wijze gedwongen een versterkte replica te zijn van het 8500144 -8- signaal aan ingangsklem V0. Zoals eerder opgemerkt, door Kxh-,-, van transistor 15 groter dan 1 is, is de collectorstroom van transistor 17 voldoende om transistor 15 in verzadiging te houden, waarbij de spanning tussen aansluitklem 3 en + BATT 5 binnen de waarde van de verzadigingsspanningsval van transistor. 15 van de voedingsgeleiderspanning + BATT wordt gehouden.
Gedurende de negatieve halve periode van V2 treedt voor de transistors 5, 9, 18 en 16 een gelijke werking op zoals eerder toegelicht voor de .transistors 4, 8, 17 en 15.
10 Er wordt daarom een ingangsspanning versterkt die over de belasting 1 verschijnt met een piekuitgangsspanning van + BATT-Voe(sat) (Qa)_Voe(sat)(QB), in elke richting, waarbij QA verwijst naar transistors 8 of 9 rn QB naar transistors 15 • of 16. Voor elke polariteitsrichting is daarom een piekspan-15 ning te verkrijgen die de waarde van de batterijspanning nadert. Het is gebleken, dat deze keten dit bereikt bij voedingsspanningen tot 1 V laag zonder gebruik van transformators of een in het midden afgetakte belasting.
Tussen de belastingsklemmen 2 en 3 en de voedingsgeleider 20 zijn condensators 23 en 24 verbonden. Deze condensators verschaffen frequentiecompensatie voor de hiervoor genoemde terugkoppellussen bestaande uit transistors 4 en 8 en weerstanden 6 en 21 respectievelijk transistors 5 en 9 en weerstanden 7 en 22.
25 De serieketens bestaande uit de dioden 11 en 12 en de weerstanden 13 en 14 verkleinen de stroomoverdrachtsverhoudin-gen van de coHectorstromen van transistors 8 en 4. De diode 11 en de weerstand 13 vormen een belasting voor de collector van de transistor 4, die de instelstroom aan de basis van transis-3Q tor 8 in rust verkleint, daar de ruststroom van de serieketen van diode 11 en weerstand 13 veel groter is dan de basisstroom van transistor 8. Gedurende niet-rustomstandigheden is de stroom door de diode 11 en de weerstand 13 bijna constant, zodat een toegenomen collectorstroom van transistor 4 in de basis van 35 transistor 8 vloeit. Diode 12 en weerstand 14 werken op gelijke wijze samen met transistors 5 en 9.
8500144 -9-
Het stroomniveau in transistors 8 en 17, en 9 en 18 moeten zodanig ingesteld worden, dat transistors 15 en 16 geleidend zijn op een laag niveau gedurende rustperioden (d.w.z. wanneer de ingangssignalen nul zijn). Dit zal de "cross-over" vervor-5 ming minimaliseren. Inderdaad kunnen de transistors 15 en 16 in rust zijn bij hun verzadigingswerkniveau's maar zullen weinig of geen collectorstroom voeren. Zodra een van de laatste transistors een significante stroom begint te voeren wordt de andere uitgestuurd.
10 Typische weerstandswaarden voor de weerstanden 6 en 7 zijn 40 Ohm en voor de weerstanden 21 en 22 10 Ohm. De weerstanden 19 en 20 kunnen een waarde van ongeveer 20 kOhm hebben. Voor transistors met tegengestelde geleidingssoort kan de polariteit van de voedingsgeleiders omgekeerd worden.
15 Voor een batterijvoedingsspanning van 1,3 V werd voor een sinusvormig uitgangssignaal van 0,632 V effektief (d.w.z.
50 mW) een totale harmonische vervorming van 1,34% over een belasting van 8,2 Ohm gemeten.
Daar de voor het sturen van de transistors 15 en 16 ge-20 bruikte signalen geen pulssignalen zijn maar signalen die de basisstroom leveren voor het sturen van de transistors 15 en 16 en die evenredig zijn met het ingangssignaalniveau, worden schakel-overgangsverschijnselen in de overgangspunten geminimaliseerd en wordt de behoefte aan extra filtercondensators 25 geëlimineerd.
Het is duidelijk dat de uitvinding een belangrijk verbeterde uitgangsketen verschaft met relatief lage vervorming, verhoogd rendement, en een niet in het midden afgetakte luid-sprekerbelasting kan sturen uit een lage voedingsspanning zo-30 als van een enkele kleine droge cel.
8500144

Claims (15)

1. Versterkeruitgangstrap gekenmerkt door a) middelen voor het in balans met een ingangssignaal aansturen van een paar aansluitklemmen van een belasting; b) een paar schakelmiddelen die elk verbonden zijn tussen 5 een van de aansluitklemmen en een vermogensvoedingsgeleider; c) middelen om de een van de schakelmiddelen naar een geleidende toestand te sturen gedurende perioden die in tegen-fase zijn met de naar de andere aansluitklem gevoerde signalen, waarbij de stuurmiddelen voorzien zijn van middelen voor het 10 als besturingssignaal leveren van een versterkte vorm van het ingangssignaal.
2. Uitgangstrap volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de stuurmiddelen uitgevoerd zijn met middelen voor het naar een in hoofdzaak volledig geleidende toestand sturen 15 van elk van de schakelmiddelen gedurende elke in hoofdzaak volledige stuurperiode.
3. Uitgangstrap volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt door middelen voor het marginaal geleidend houden van het paar schakelmiddelen tijdens de rusttoestanden ervan.
4. Versterkeruitgangstrap gekenmerkt door a) een eerste paar transistormiddelen voor het uitgaande van een ingangssignaal in balans sturen van een paar aansluit-klemmen van een belasting, b) een tweede paar transistors waarvan de collector-emit-25 terketens respectievelijk verbonden zijn met de aansluitklemmen van de belasting en een vermogensvoedingsgeleider, c) een paar versterkermiddelen die uitgevoerd zijn voor het opwekken van een uitgangsstroom die een factor K veelvoud is van de collectorstroom in het eerste paar transistormidde- 30 len, waarbij K zodanig gekozen is dat het produkt van K maal de stroomversterking van het tweede paar transistors groter is dan 1, waarbij het paar versterkers elk uitgangsketen-stuurmid-delen hebben die verbonden zijn met de corresponderende basissen van het tweede paar transistors en een ingangsketen voor 8500144 . S' » -11- het ontvangen van een voorstelling van het te versterken in-gangssingaal in samenwerking met het eerste paar transistor-middelen, waarbij de uitgangsketen-stuurmiddelen middelen omvatten voor het naar de basissen van de transistors van het 5 tweede paar transistors voeren van een versterkte vorm van het ingangssignaal in tegengestelde fase aan het signaal dat optreedt aan de aansluitklemmen van de belasting waarmee het corresponderende tweede paar transistors verbonden is, en waarbij de versterking van de versterkermiddelen zodanig is, dat 10 het tweede paar transistors afwisselend in verzadiging gestuurd worden terwijl de versterkermiddelen in hoofdzaak niet in verzadiging gestuurd worden.
5. Uitgangstrap volgens conclusie 4 waarbij de versterking van het paar versterkermiddelen voldoende is voor het leveren 15 van signalen aan de basissen van het tweede paar transistors met amplituden die variëren onder besturing van het ingangssignaal maar met voldoende amplituden voor het sturen van het tweede paar transistors om werkzaam te zijn bij in hoofdzaak emitter-collectorverzadigingsspanningsniveau's bij lage en 20 hogere amplitudeniveau's van het ingangssignaal, maar om met ruststroomniveau's of met niet geleidende emitter-collector-stroomniveau's beneden de genoemde lage amplitudeniveau's van het ingangssignaal werkzaam te zijn.
6. Versterkeruitgangstrap gekenmerkt door 25 a) een eerste gelijksoortig paar transistormiddelen voor het met een ingangssignaal in balans sturen van een paar aan*· sluitklemmen van een belasting, b) een tweede gelijksoortig paar transistors die respectievelijk verbonden zijn tussen de aansluitklemmen en een vermo- 30 gensvoedingsgeleider, c) middelen voor het sturen van tegengestelde transistors van het tweede paar transistors met veranderende signalen die corresponderen met de afzonderlijke respectievelijk niet-rust-fasen van het ingangssignaal, waarbij de laatste transistors 35 in verzadiging gestuurd worden gedurende afwisselende tegengestelde niet-rustfasen van het ingangssignaal, zodat de belastings- 8500144 _ ft * V ^ -12- aansluiting tegenover die welke een niet-rustfase van het ingangssignaal ontvangt met de voedingsgeleider verbonden wordt.
7. üitgangstrap volgens conclusie 5 of 6 gekenmerkt door middelen voor het geleidend houden van het tweede paar 5 transistors bij ingangssignaalniveau's die laag of nul zijn.
8. Üitgangstrap volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat het aan de basissen van het tweede paar transistors aangelegde signaalniveau tijdens hun rustperioden voldoende is om hen marginaal geleidend te houden.
9. Versterkeruitgangstrap gekenmerkt door a) een eerste gelijksoortig paar transistors met ingangen voor het ontvangen van gescheiden fasen van een balansingangssignaal met spanningstrajecten met gelijke polariteit, b) een paar belastingsaansluitklemmen voor verbinding met 15 een niet in het midden afgetakte belasting, c) een eerste paar weerstandsmiddelen die respectievelijk verbonden zijn tussen de emitters van de eerste transistors en de belastingsaansluitklemmen, d) een tweede paar weerstandsmiddelen die respectievelijk 20 verbonden zijn tussen de emitters van het eerste paar transistors en een eerste voedingsgeleider, e) een tweede paar transistors van dezelfde geleidings-soort als het eerste paar transistors en waarvan de emitters met de voedingsgeleider en de collectors respectievelijk met 25 de belastingsaansluitklemmen verbonden zijn, f) een derde paar weerstandsmiddelen die verbonden zijn tussen de basissen van het tweede paar transistors en de voedingsgeleider, g) een derde paar transistors van een aan die van het 30 eerste paar transistors tegengestelde geleidingssoort en waarvan de basissen respectievelijk met de collectors van de eerste transistors, de collectors met de overeenkomstige belastingsaansluitklemmen en de emitters met een tweede voedingsgeleider met aan de polariteit van de eerste voedingsgeleider tegenge-35 stelde polariteit verbonden zijn, h) een paar stroominstelwegen, die tussen de basissen van 8500144 . ‘ * -13- het derde paar transistors en de tweede voedingsgeleider aangebracht zijn, i) een vierde paar transistors waarvan de geleidingssoort gelijk is aan die van het derde paar transistors en die met 5 hun basissen en emitters respectievelijk parallel met het derde paar transistors verbonden zijn en waarvan de collectors verbonden zijn met de andere basissen van het tweede paar transistors, waarbij het vierde paar transistors met het derde paar transistors aangebracht is in een geïntegreerde keten maar emit-10 tergebieden heeft die een factor K maal groter zijn dan de emit-tergebieden van het derde paar transistors, zodat de collector-stromen van het vierde paar transistors K maal groter gemaakt wordt dan de collectorstromen van overeenkomstige transistors van het derde paar transistors, waarbij de factor K zodanig ge-15 kozen wordt, dat het produkt van K maal de gemeenschappelijke emitterstroomversterking van het tweede paar transistors groter dan 1 is, en waarbij elke transistor van het tweede paar transistors in verzadiging gestuurd wordt in een fase die tegengesteld' is aan het balanssignaal dat aan de belastingsklem gelegd 20 wordt waarmee de andere van het tweede paar transistors verbonden is.
10. Uitgangsversterkertrap volgens conclusie 9 gekenmerkt door een paar condensatormiddelen die respectievelijk tussen de belastingsaansluitklemmen en de eerste voedingsge- 25 leider verbonden zijn.
11. Versterkeruitgangstrap volgens conclusie 9 met het kenmerk dat elk van de stroominstelwegen uitgevoerd is met een diode in serie met een weerstand, waarbij de polari-teitsrichting van elke diode gelijk is aan die van de basis- 30 emitterovergangen van het derde paar transistors.
12. Versterker volgens conclusie 9, 10 of 11 met het kenmerk dat de transistors van het eerste paar beide van de PNP soort zijn en de eerste voedingsgeleider positief is.
13. Versterker volgens conclusie 9, lOofllgekenmerkt 35 door een met de belastingsaansluitklemmen verbonden luidspreker.
14. Versterker volgens conclusie 9, 10 of 11 gekenmerkt door een met de belastingsaansluitklemmen verbonden 8500144 -/ -14- Λ luidspreker en een tussen de voedingsgeleiders verbonden batterij met een nominale spanning van 1,5 V.
15. Werkwijze voor het sturen van een niet in het midden afgetakte belasting gekenmerkt door 5 a) het naar tegenoverliggende aansluitklemmen van de be lasting voeren van een balanssignaal met spanningstrajecten met gelijke polariteit, b) het met een gemeenschappelijke aansluitklem via gelei-dingsmiddelen verbinden van afwisselende individuele aansluit- 10 klemmen van de belasting die tegengesteld zijn aan de klemmen aan welke de niet-rustfasen van het balanssignaal gelegd worden, en c) het met een versterkte voorstelling van het balanssignaal sturen van de geleidingsmiddelen. f 8500144
NL8500144A 1984-01-24 1985-01-21 Audioversterkeruitgangstrap. NL8500144A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CA000445968A CA1206216A (en) 1984-01-24 1984-01-24 Audio amplifier output stage
CA445968 1984-01-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500144A true NL8500144A (nl) 1985-08-16

Family

ID=4127023

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500144A NL8500144A (nl) 1984-01-24 1985-01-21 Audioversterkeruitgangstrap.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4647866A (nl)
CA (1) CA1206216A (nl)
GB (1) GB2153614B (nl)
NL (1) NL8500144A (nl)
SE (1) SE8500192L (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6026170A (en) * 1995-11-27 2000-02-15 Minnesota Mining And Manufacturing Company Electronic stethoscope with idealized bell and idealized diaphragm modes
US20140369529A1 (en) * 2013-06-12 2014-12-18 Avnera Corporation Switched-Mode Audio Amplifier Employing Power-Supply Audio- Modulation
US11011818B1 (en) * 2020-08-04 2021-05-18 Werlatone, Inc. Transformer having series and parallel connected transmission lines

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU417890A1 (nl) * 1972-03-13 1974-02-28
DE2431818A1 (de) * 1974-07-02 1976-01-15 Georg Dipl Ing Figol Nf-leistungsverstaerker
SU652687A1 (ru) * 1977-04-11 1979-03-15 Предприятие П/Я В-2634 Мостовой усилитель
IT1168164B (it) * 1981-08-26 1987-05-20 Ates Componenti Elettron Stadio finale a ponte per un aplificatore audio di ricezione

Also Published As

Publication number Publication date
SE8500192L (sv) 1985-07-25
GB8501721D0 (en) 1985-02-27
US4647866A (en) 1987-03-03
CA1206216A (en) 1986-06-17
SE8500192D0 (sv) 1985-01-16
GB2153614A (en) 1985-08-21
GB2153614B (en) 1987-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR0142149B1 (ko) 출력단에서의 직류 레벨이 자동 조정되는 차동 증폭 회로 및 btl 드라이버 회로를 반파로 드라이브 하는 전력 증폭 장치
EP0557032B1 (en) Pulse-width modulator for class D amplifier
JP4072765B2 (ja) 電力増幅回路
US7705672B1 (en) Buck converters as power amplifier
CN1964233B (zh) 脉冲整形电路
US5200711A (en) Pulse-width modulated, linear audio-power amplifier
US8013677B2 (en) One-sided switching pulse width modulation amplifiers
KR930022708A (ko) 다이나믹 바이어스, 저 정지-전류 증폭기
US4721919A (en) Class G bridge amplifier with unipolar supplies
KR101124802B1 (ko) 전력 배율기 장치 및 방법
JPH0567932A (ja) 増幅器
KR100704859B1 (ko) 다중 레퍼런스, 고정밀 스위칭 증폭기
EP0054943A1 (en) Power amplifier for supplying electric power to a load by switching of power supply voltage
NL8500144A (nl) Audioversterkeruitgangstrap.
US3050688A (en) Transistor amplifier
US6434243B1 (en) Power amplifier
JPH0712128B2 (ja) 増幅器
JPS6040018Y2 (ja) 電力増幅回路
JPH05176255A (ja) 電 源
JPH0744403B2 (ja) 低歪率d級電力増幅器
JPS59108408A (ja) 増幅器
RU1807551C (ru) Усилитель мощности
JP2812744B2 (ja) 三角波発生器
JP3169496B2 (ja) 交流増幅回路
EP0750393A2 (en) A high voltage operational amplifier output stage

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed