NL8500054A - Broekachtig kledingstuk uit textielmateriaal. - Google Patents

Description

«r_ _ λ N.0. 32968 1

Broekachtig kledingstuk uit textielmateriaal.

De uitvinding heeft betrekking op een broekachtig kledingstuk uit textielnateriaal in. het bijzonder voor kleine kinderen.

5 Alle tot nu toe op de markt verkrijgbare baby- en kinderbroekjes worden gekenmerkt door een verhoudingsgewijs smalle tailleband, meestal in de vorm van een enkel rubberkoord, alsmede slechts gemakkelijk uit-rekbare beenafsluitingen. Deze broekjes hebben het nadeel dat onderhemden slechts zeer gebrekkig door de tailleband vastgehouden worden, zo-10 dat bij de geringste beweging van de baby of het kleine kind het onderhemd naar boven glijdt, waarbij dit meestal nog bevorderd wordt doordat de luiers door het trappelen of lopen van het kind naar beneden getrokken worden.

De rug en het bijzonder gevoelige nierdeel van de baby of het 15 kleine kind ligt dan meestal volledig bloot met het gevolg dat het kind daardoor zeer snel kan afkoelen.

Tot nu toe trachtte men dit probleem te overwinnen doordat men doorgaande hemdbroekjes gebruikte. Het nadeel van deze hemdbroekjes is echter dat het kind volledig aan- resp. uitgekleed moet worden indien 20 het beneden- of bovendeel eens nat wordt. Een dergelijke wisseling van kleding is noch voor het kind noch voor de ouders erg aangenaam.

Het is daarom het doel van de onderhavige uitvinding een broekachtig kledingstuk van het hierboven genoemde soort te verwezenlijken, dat eveneens bij aanzienlijke trappel-, kruip- en loopbewegingen van het 25 kind een gewaarborgde bescherming voor het rug- en nierdeel vormt en dat aangenaam te dragen is.

Dit doeleinde wordt volgens de uitvinding op verrassend eenvoudige wijze verwezenlijkt doordat een tailleband aanwezig is, waarvan de breedte met ongeveer een kwart tot de helft, bij voorkeur ongeveer een 30 derde, van de totale lengte van het kledingstuk resp. van het broekje overeenkomt. ,

Daardoor wordt gewaarborgd dat het rug- en nierdeel van het kind steeds bedekt is, ook indien toevallig het onderhemd of dergelijke on- j der de tailleband uit glijdt. De bijzonder breed uitgevoerde tailleband 35 wordt bovendien gekenmerkt door een aanzienlijke soepelheid. Insnoeren, zoals dit bijvoorbeeld bij gebruikelijke rubberen koorden het geval is, wordt vermeden. Geen onaangename druk wordt op het tailledeel van het kind uitgeoefend. Het broekje zit verhoudingsgewijs vast tegen schuiven en houdt eventueel luiermateriaal samen, ook indien dit nat en vol is.

40 Bij voorkeur zijn eveneens de beenafsluitingen van verhoudingsge- 8500054 2 wijs brede bandjes van elastisch rekbaar textiel- resp. stretchmate-riaal voorzien, waarvan de breedte steeds ongeveer een vijfde tot de helft, bij voorkeur ongeveer een derde, van de breedte van de genoemde tailleband bedraagt. Daardoor wordt eveneens in het beengebied een ge-5 waarborgde afsluiting van het broekje gewaarborgd met als gevolg dat luiermateriaal niet naar beneden naar buiten glijdt. Door de brede uitvoering van de beenafsluitingen en het gebruikte materiaal is het kledingstuk volgens de uitvinding eveneens in het gebied van de benen zeer aangenaam te dragen.

10 Bij een verdere uitvoering van de uitvinding bestaat het enerzijds door de tailleband en anderzijds door de beenafsluitingen begrensde broek- resp. slipdeel uit zeer elastisch en tot zuigen in staat zijnd textielmateriaal, bij voorkeur frottee-stretch-materiaal, met een minimale rek van ongeveer 30-50%. Een dergelijk materiaal is zeer vriende-15 lijk voor de huid en belet de bewegingen van de baby of het kleine kind op generlei wijze. In het geheel wordt door de uitvinding een compact broekje verwezenlijkt, dat gekenmerkt wordt door grote soepelheid en vastheid, zonder insnoeren of druk uit te oefenen. GewaaTborgd is dat het gevoelige rug- en nierdeel van de baby resp. kleine kind steeds af-20 gedekt is. Verder wordt luiermateriaal tegen verschuiven gewaarborgd binnen het broekje samengehouden. Door de volgens de uitvinding vereiste uitrekking van het materiaal van het broekje, vooral het broek-resp. slipdeel, kan verhoudingsgewijs veel luiermateriaal ondergebracht worden. Verder kan het broekje door de vereiste minimale rek zogezegd 25 met de baby resp. het kleine kind meegroeien. Hetzelfde broekje past een pasgeboren kind en ook nog een kind van ongeveer 1 jaar met overeenkomstige uitgangsgrootte. Hetzelfde is het geval bij een grotere uitgangsgrootte. Daardoor ontstaan behalve de bovengenoemde voordelen nog extra voordelen met betrekking tot besparing.

30 Bij voorkeur zijn in de tailleband en in de beenbandjes molto- preendraden ingewerkt.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering bestaan de tailleband en beenbandjes uit ongeveer 60 tot 100% katoen en overigens elastan of dergelijk kunstvezelmateriaal, waarbij de samenstelling bij 35 voorkeur 90% katoen en 10% elastan is.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering bestaat het broek- resp. slipdeel uit ongeveer 60 tot 90% katoen en ongeveer 40 tot 10% nylon of dergelijk kunstvezelmateriaal.

Hieronder wordt een uitvoeringsvorm van een broekje volgens de 40 uitvinding aan de hand van de bijgevoegde tekening nader verduidelijkt.

8500054 3

Deze toont een broekje in uitgespreide vorm, bestaande uit een brede tailleband 10 en verhoudingsgewijs brede beenafsluitingen 14, die steeds rondgebreid zijn. Het eigenlijke broek- resp. slipdeel 16 wordt enerzijds door de tailleband 10 en anderzijds door de beenafsluitingen 5 14 begrensd en bestaat uit tot zuigen in staat zijnd en zeer elastisch frottee-stretch-materiaal met een minimale rek van ongeveer 30-50%, bij voorkeur ongeveer 40%. De tailleband 10 en de beenafsluitingen 14 bestaan uit ongeveer 60 tot 100% katoen; de rest uit elastan (gedeponeerd handelsmerk) of dergelijk kunstvezelmateriaal. Bij voorkeur bedraagt de 10 samenstelling 90% katoen en 10% elastan.

Het broek- resp. slipdeel 16 bestaat uit ongeveer 60 tot 90% katoen en ongeveer 40 tot 10% nylon (gedeponeerd handelsmerk) of dergelijk kunstvezelmateriaal.

In de tailleband 10 en in de beenafsluitingen 14 kunnen bovendien 15 moltopreendraden ingewerkt zijn, om de elasticiteit daarvan te verhogen.

Zoals uit de tekening blijkt bedraagt de breedte van de beenafsluitingen 14 ongeveer een kwart van de breedte van de tailleband 10.

Bij broekjes voor babys en kleine kinderen bedraagt de breedte van de 20 tailleband 10 ongeveer 8 cm. Verder blijkt uit de tekening dat de breedte van de tailleband 10 ongeveer met een derde van de totale lengte L van het broekje 12 overeenkomt, waarbij de totale lengte van de vrije omtreksrand van de tailleband 10 tot aan het kruis tussen de twee beenafsluitingen 14 gemeten wordt.

25 Vanzelfsprekend moet het gebruikte materiaal zo mogelijk bestendig tegen koken zijn. Aan deze voorwaarden voldoen de bovengenoemde materialen voor de afzonderlijke delen van het broekje. De broekjes kunnen eveneens voor volwassenen zeer zinvol zijn, vooral voor mensen met gevoelige nieren of dergelijke. Alle in deze beschrijving opgesomde ken-30 merken worden als wezenlijk voor de uitvinding zijnde gezien, in zover deze afzonderlijk of in combinatie ten opzichte van de stand der tech- j niek nieuw zijn.

8500354

Claims (8)

1. Broekachtig kledingstuk uit textielmateriaal, in het bijzonder voor kleine kinderen, gekenmerkt door een tailleband (10), waarvan de breedte met ongeveer een vierde tot de helft, bij voorkeur ongeveer een 5 derde, van de totale lengte (L) van het kledingstuk (12) overeenkomt.

2. Kledingstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de breedte van de tailleband (10) ongeveer 6 tot 10 cm, bij voorkeur ongeveer 8 cm bedraagt.

3. Kledingstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ' 10 tailleband (10) uit elastisch textiel- resp. stretch-materiaal bestaat en bij voorkeur rondgebreid is.

4. Kledingstuk volgens een van de conclusies 1 t/ra 3, gekenmerkt door beenafsluitingen in de vorm van beenbandjes (14) uit elastisch rekbaar (70-100% minimale rek) textiel- resp. stretch-materiaal, bij 15 voorkeur in de vorm van rond gebreide beenbandjes, waarvan de breedte steeds ongeveer een vijfde tot de helft, bij voorkeur ongeveer een derde van de breedte van de tailleband (10) bedraagt.

5. Kledingstuk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in de tailleband (10) en in de beenbandjes (14) moltopreendraden ingewerkt 20 zijn.

6. Kledingstuk volgens een van de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat het broek- resp. slipdeel (16) uit elastisch rekbaar en tot zuigen in staat zijnd, bij voorkeur frottee-stretch-materiaal bestaat, dat ten minste ongeveer 30-50% rekbaar is. 25

7. Kledingstuk volgens een van de conclusies 1 t/m 6, met het ken merk, dat de tailleband (10) en beenbandjes (14) bestaan uit: ongeveer 60 tot 100% katoen en overigens elastan of dergelijk kunstvezelmate-riaal, waarbij de samenstelling bij voorkeur 90% katoen en 10% elastan is. 30

8. Kledingstuk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het broek- resp. slipdeel (16) uit ongeveer 60 tot 90% katoen en ongeveer 40 tot 10% nylon of dergelijk kunstvezelmateriaal bestaat. •H-H-H-H-H-l- 1-1- I I I I I I 15 0 0 0 54