NL8420080A - Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel. - Google Patents

Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8420080A
NL8420080A NL8420080A NL8420080A NL8420080A NL 8420080 A NL8420080 A NL 8420080A NL 8420080 A NL8420080 A NL 8420080A NL 8420080 A NL8420080 A NL 8420080A NL 8420080 A NL8420080 A NL 8420080A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
casing
core
strand
rear end
product
Prior art date
Application number
NL8420080A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Union Carbide Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Union Carbide Corp filed Critical Union Carbide Corp
Publication of NL8420080A publication Critical patent/NL8420080A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C11/00Sausage making ; Apparatus for handling or conveying sausage products during manufacture
    • A22C11/02Sausage filling or stuffing machines
    • A22C11/0245Controlling devices
    • A22C11/0272Controlling devices for casing depletion

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)
  • Braiding, Manufacturing Of Bobbin-Net Or Lace, And Manufacturing Of Nets By Knotting (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)
  • Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)
  • Physical Deposition Of Substances That Are Components Of Semiconductor Devices (AREA)
  • Container Filling Or Packaging Operations (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)

Description

N.0. 32688 1
Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel
Achtergrond van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op een van kern voorzien, geplooid omhulselprodukt, een werkwijze en inrichting voor het gebruik bij automatische vulhandelingen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een produkt dat middelen omvat voor het regelen van het uitvouwen van het omhulsel van het produkt teneinde 10 nauwkeurige detectie van het verbruikt zijn van het omhulsel door het regelmechanisme van de vulinrichting mogelijk te maken. Inzake de werkwijze heeft de uitvinding betrekking op gebruik van een dergelijk produkt bij het detecteren van het verbruikt zijn van het omhulsel en het regelen van de beëindiging van een vulhandeling in reactie op een der-15 gelijke detectie.
Geplooide omhulselprodukten worden algemeen gebruikt bij automatische vulhandelingen om de produktiesnelheid van omhulde voedselpro-dukten te verbeteren. Deze omhulselprodukten bevatten een verhoudingsgewijs aanzienlijke lengte omhulsel, dat geplooid is en gecompacteerd 20 is tot een verhoudingsgewijs korte lengte, die een "geplooide omhulsel-stok" genoemd wordt. Een stok met een lengte van bijvoorbeeld minder dan 50 cm (20 inch) lang kan een doorgaande lengte omhulsel bevatten die wel 50 meter (160 voet) of meer in lengte is. Deze stokken zijn voldoende samenhangend zodat deze door de mechanische laadinrichting 25 van een vulmachine gehanteerd kunnen worden.
Bij een met hoge snelheid werkende automatische vulhandeling, zoals bij de vervaardiging van Frankforter worsten wordt de gehele toevoer van omhulsel aanwezig in een omhulselstok in minder dan een minuut verbruikt. Vanwege de snelheid waarmee de geplooide omhulselstok gevuld 30 wordt, is het belangrijk dat de vulmachine in staat is te detecteren wanneer de toevoer van omhulsel in een stok ongeveer aan het eind begint te raken. Dit stelt de machineregelingen in staat de vulhandeling juist voor het uitgeput zijn van de toevoer van omhulsel te stoppen, zodat een nieuwe stok in een vulstand gebracht kan worden* 35 Bij de vervaardiging van Frankforter worsten, is een gebruikelijke werkwijze voor het detecteren van het verbruikt zijn van het omhulsel het plaatsen van de omhulselstok over de vulhoorn bij het begin van de vulhandeling, en dan de stok naar het ontlaadeinde van de vulhoorn te spannen. Dit wordt uitgevoerd door een duwstaaf gespannen tegen een 40 ring die het achtereinde van de omhulselstok raakt. Wanneer het omhul- 8420080 2 sel gevuld en uitgevouwen wordt van een vooreinde van de omhulselstok, drijft de drukstaaf het overblijvende geplooide deel van de stok naar het ontlaadeinde van de vulhoorn. De stand van de duwstaaf, die tegen een ring geplaatst is, die het achtereinde van de omhulselstok raakt, 5 volgt in feite de stand van het einde van de omhulselstok. Dienovereenkomstig wordt de afstand van de duwstaaf tot de uitlaat van de vulhoorn gebruikt om het verbruikt zijn van het omhulsel aan te geven en om de beëindiging van de vulhandeling te regelen.
Hoewel op duwstaven of andere sensoren, die het huis aanraken, 10 vertrouwd kan worden voor het volgen van het einde van een gebruikelijke omhulselstok, heeft de komst van van kern voorziene omhulselstokken het nodig gemaakt andere middelen te vinden voor het aangeven van het naderend verbruikt zijn van het omhulsel.
Een van kern voorziene omhulselstok heeft een stijve buisvormige 15 kern aangebracht binnen de boring van de omhulselstok. Een geplooide omhulselstok, die een in hoofdzaak stijve buisvormige kern omvat, heeft verscheidene voordelen ten opzichte van meer gebruikelijke niet van kern voorziene stokken. De kern voorziet bijvoorbeeld de omhulselstok van een grotere samenhang zodat het minder waarschijnlijk is dat de 20 stok breekt tijdens de trillingen van het automatisch hanteren. Een ander voordeel is dat de buisvormige kern zelf als wegwerpvulhoorn kan werken, die na enkel gebruik afgedankt wordt. Van kern voorziene omhulselstokken kunnen met grotere lengten omhulsel vervaardigd worden dan niet van kern voorziene stokken, hetgeen belangrijk is voor het vergro-25 ten van de produktie bij automatische vulhandelingen.
In het kort wordt voor het vervaardigen van een van kern voorziene omhulselstok een streng geplooid omhulsel, bij voorkeur een gecompac-teerde streng, over een stijve buisvormige kern gedrukt. Als alternatief kan een streng geplooid omhulsel rechtstreeks op een kern gecom-30 pacteerd worden. Een verder alternatief is het rechtstreeks op een kern plooien met of zonder daaropvolgend compacteren. In elk geval worden de inwendige diameter van de geplooide omhulselstreng en de uitwendige diameter van de buisvormige kern zo gekozen dat de inwendige omtrek van de geplooide omhulselstreng om de buitenomtrek van de kern in aanraking 35 zal zijn, bij voorkeur over in hoofdzaak de hele lengte van de omhulselstreng. Bovendien moet deze aanraking tussen de omhulselstreng en de buisvormige kern voldoende zijn om in een weerstand tegen onderlinge beweging tussen de streng en de kern te voorzien.
Indien een van kern voorziene omhulselstok gebruikt wordt, wordt 40 de buisvormige kern over een vulhoorn aangebracht of kan de vulhoorn 842 0 ooo 3 weggelaten worden en de werking daarvan uitgevoerd worden door de buisvormige kern. Hoe de van kern voorziene omhulselstof ook gebruikt wordt, het achtereinde van de omhulselstreng kan niet langs de kern gedrukt worden naar de uitlaat van de vulhoom zoals bij niet van kern 5 voorziene stokken. Dit komt door de weerstand tegen onderlinge beweging verwezenlijkt door de aanraking tussen de kern en de omhulselstreng. Dienovereenkomstig is de gebruikelijke duwstaafinrichting voor het volgen van de stand van het achtereinde van de omhulselstreng niet passend indien van kern voorziene omhulselstokken gebruikt worden.
10 Er is bovendien een andere eigenschap van de van kern voorziene omhulselstokken, die het moeilijk maakt voor gebruikelijke observeeror-ganen het verbruikt zijn van het omhulsel nauwkeurig aan te geven. In dit opzicht neigt de weerstand tegen onderlinge beweging tussen de omhulselstreng en de kern te verminderen naar de einden van de omhulsel-15 streng. Verscheidene factoren dragen hiertoe bij.
De eigen veerkracht van de geplooide omhulselstreng neigt deze bijvoorbeeld axiaal te doen uitzetten. Deze axiale uitzetting maakt het omhulsel van de kern los en doet ten minste gedeeltelijk de weerstand tegen onderlinge beweging tussen de omhulselstreng en kern verminderen, 20 in het bijzonder nabij de einden van de omhulselstreng. Het materiaal van de kern, de oppervlakte-afwerking daarvan, de omvang van het com-pacteren enz. zijn alle variabelen, die invloed hebben op de weerstand tegen onderlinge beweging tussen de omhulselstreng en kern.
Voor het grootste deel is deze weerstand voldoende om het uitge-25 vouwen deel van de omhulselstreng verankerd aan de kern te houden, terwijl het omhulsel van de omhulselstreng uitvouwt. Dat wil zeggen de omvang van deze weerstand is groter dan de kracht vereist om omhulsel van de streng uit te vouwen. Wanneer het omhulsel van de streng uitvouwt neemt de lengte van de streng af. Wanneer de lengte van de streng af-30 neemt neemt de weerstand tegen onderlinge beweging tussen een overblijvend deel van de streng en de kern af. Indien een punt bereikt wordt waar deze weerstand onder de kracht van het uitvouwen daalt, zal het gehele overblijvende deel van de omhulselstreng zich losrukken en axiaal langs de kern beginnen te glijden in reactie op de uitvouw-35 kracht. Dienovereenkomstig kan beweging van het achtereinde van de omhulselstreng onder deze omstandigheden niet de juiste hoeveelheid omhulsel, die in de streng achterblijft weergeven. De sensoren ontworpen om het beëindigen van de vulhandeling aan te zetten en die slechts gevoelig zijn voor beweging van het achtereinde van de streng zullen bij-40 voorbeeld te vroeg activeren indien het overblijvende deel van de 8420080 4 streng een verhoudingsgewijs aanzienlijke lengte omhulsel omvat. Dat wil zeggen dat het vullen kan eindigen voordat al het bruikbare omhulsel verbruikt is.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt beweging langs de kern van 5 het achtereinde van het omhulsel geregeld en voorspelbaar gemaakt, zodat sensoren die het einde van een omhulsel volgen juist het verbruikt zijn van het omhulsel kunnen aangeven. Dit wordt verwezenlijkt door het voorzien in een middel gedragen door de kern, dat het omhulsel aangrijpt en de beweging van het achtereinde van het omhulsel regelt, zo-10 dat het verbruikt zijn van het omhulsel nauwkeurig aangegeven kan worden door sensoren die de stand van het achtereinde van het omhulsel volgen.
Korte beschrijving van de uitvinding
De onderhavige uitvinding kan enerzijds gekenmerkt worden door een 15 omhulselprodukt omvattende middelen voor het regelen van het verbruikt zijn van het omhulsel van het produkt omvattende: (a) een in hoofdzaak stijve buisvormige kern met een boring om doorgangen voor een voedselmateriaal dat gevuld wordt op te nemen; (b) een buisvormige streng geplooid omhulsel gedragen door de 20 kern, waarbij de streng een voorste deel heeft omvattende het vooreinde van de streng waaruit het omhulsel het eerst uitgevouwen wordt, en een achterdeel dat achter het voorste deel ligt en dat het achtereinde van het omhulsel omvat; (c) waarbij van de buisvormige streng het inwendige omtreksopper-25 vlak in aangrijpende aanraking om het uitwendige omtreksoppervlak van de kern ligt om in een weerstand tegen onderlinge beweging tussen de streng en de kern te voorzien, waarbij de omvang van deze weerstand, zoals verkregen door het achterdeel, verminderd, wanneer het omhulsel van het achterdeel uitgevouwen wordt totdat die weerstand minder is dan 30 de kracht vereist om het omhulsel van de streng uit te vouwen; en (d) middelen gedragen door de kern en het achterdeel aangrijpend voor het regelen van de beweging van het achtereinde van het omhulsel in reactie op het uitvouwen van het omhulsel van de streng, waarbij de middelen geschikt zijn en ingericht zijn om een dergelijke beweging van 35 het achtereinde te beletten totdat in hoofdzaak het volledig uitvouwen van het voorste deel en ten minste het gedeeltelijk uitvouwen van het achterdeel verkregen is.
Met betrekking tot de werkwijze kan de onderhavige uitvinding gekenmerkt worden door de stappen omvattende: 40 (a) het voorzien in een omhulselprodukt, omvattende een holle in 8 4 ?. 0 0 ft Ö 5 hoofdzaak stijve buisvormige kern en een geplooide streng omhulsel op de kern, welke streng een vooreinde heeft waarvan het omhulsel het eerst uitgevouwen moet worden en een achtereinde dat het achtereinde van de streng bevat en dat het laatst uitgevouwen moet worden, waarbij 5 het omhulsel en de kern in voldoende aanraking over de lengte van de streng zijn om in een weerstand tegen onderlinge beweging tussen de streng en de kern te voorzien, waarbij de omvang van de weerstand zoals verwezenlijkt door uitsluitend het achterdeel afneemt wanneer het omhulsel van het achterdeel uitgevouwen wordt totdat die weerstand klei- 10 ner is dan de kracht vereist voor het uitvouwen van het omhulsel van de streng; (b) het aanbrengen van het omhulselprodukt op een vulinrichting, zodat het materiaal dat gevuld wordt door de holle buisvormige kern zal gaan; 15 (c) het vullen van het materiaal door de buisvormige kern en in het omhulsel, waardoor een uitvouwkracht opgewekt wordt die voldoende is om het uitvouwen van het omhulsel van het vooreinde van de streng te verwezenlijken; (d) het voortzetten van de vulstap totdat de toevoer van omhulsel 20 aanwezig in de streng geplooid omhulsel in hoofdzaak uitgeput is tot van het achterdeel; (e) het gelijktijdig vasthouden van het achtereinde van de geplooide streng tegen langsbeweging langs de kern in reactie op de uitvouwkracht , 25 (f) het vrijnemen van het achtereinde voor langsbeweging langs de kern indien het achterdeel ten minste gedeeltelijk uitgevouwen is; (g) het detecteren van de langsbeweging van het achtereinde; en (h) het op gang brengen van het beëindigen van de vulstap in reactie op de langsbeweging van het achtereinde.
30 Beschrijving van de tekeningen
Fig. 1 is een schetsmatig aanzicht dat een van kern voorzien om-hulselprodukt volgens de onderhavige uitvinding toont op zijn plaats op een vulinrichting bij het begin van een vulkringloop;
Fig. 2 is een aanzicht overeenkomstig aan fig. 1 maar slechts 35 dichter nabij het einde van de vulkringloop;
Fig. 3 is een aanzicht dat een deel van fig. 2 toont juist voor het verbruikt zijn van het omhulsel;
Fig. 4 is een aanzicht overeenkomstig aan fig. 1, maar toont slechts een andere uitvoering van de uitvinding; 40 Fig. 5 is een aanzicht dat de uitvoering van fig. 4 nabij het ein- 8420080 6 de van de vulkringloop toont;
Fig. 6 is een aanzicht overeenkomstig aan fig. 4 en toont een andere uitvoering van de uitvinding.
Beschrijving van de voorkeursuitvoeringen 5 In de tekeningen toont fig. 1 het van kern voorziene omhulselpro- dukt volgens de onderhavige uitvinding, in het geheel aangegeven met 10, op zijn plaats op een met hoge snelheid werkende vulmachine zoals die gebruikt kan worden voor het vervaardigen van Frankforter worsten en dergelijke. Een typische automatische vulmachine zoals gebruikt kan 10 worden bij de vervaardiging van Frankforter worsten is getoond in het Amerikaanse octrooischrift 3 115 668. Aangezien deze machine zelf geen deel uitmaakt van de uitvinding, worden hier slechts die onderdelen die nodig kunnen zijn voor begrip van de onderhavige uitvinding beschreven. Deze onderdelen omvatten een vulhoorn 12 en een draaiende spanhuls 14. 15 In het kort strekt bij een machine van het soort beschreven in het
Amerikaanse octrooischrift 3 115 668, de vulhoorn 12 daarvan zich door de boring van het van kern voorziene omhulselprodukt uit. Het vooreinde van het omhulselprodukt wordt aangegrepen en door een spanhuls 14 gedraaid, die het produkt om de langsas daarvan snel draait. Het gevulde 20 omhulselprodukt 15, dat door het voedselmateriaal voortgebracht wordt, dat uit de vulhoorn en in het omhulsel treedt, draait eveneens wanneer het de draaiende spanhuls verlaat. Het tot schakels maken van het omhulsel wordt verwezenlijkt door andere onderdelen van de vulmachine (niet afgebeeld) die samenwerken met het sneldraaiende gevulde omhulsel 25 met bepaalde tussenruimten om afzonderlijke schakels omvattende Frankforter worsten te vormen.
Zoals afgebeeld in fig. 1 omvat het van kern voorziene omhulselprodukt 10 een buisvormig kernorgaan 16 en een streng geplooid omhulsel 18 dat om de kern in aanraking daarmee ligt. Bij voorkeur omvat de 30 streng een gecompacteerde geplooide streng omhulsel. Met betrekking hiertoe kan het omhulsel op een gebruikelijke wijze geplooid en gecom-pacteerd worden en dan op een kern 16 overgebracht worden, of een streng geplooid omhulsel kan naar de kern overgebracht worden en direct op de kern gecompacteerd worden om het van kern voorziene produkt 10 te 35 vormen.
Het compacteren van de geplooide streng is voor de onderhavige uitvinding niet kritisch, zodat de uitdrukking "streng" of "omhulsel-streng" zoals hier gebruikt, bedoeld is om een geplooide streng omhulsel aan te geven onafhankelijk of een dergelijke streng eveneens een 40 compacteerstap ondergaan heeft. In de voorkeursvorm is het omhulselar- 8 4 2 0 0 8 0 7 tikel 10 echter een zogenaamd "van kern voorzien omhulselprodukt met hoge dichtheid" zoals in detail beschreven in samenhangende aanvrage serienummer 363 815, waarvan door verwijzing daarna de inhoud hierin opgenomen is. Voor deze uitvinding is het voldoende te vermelden dat in 5 een van kern voorzien produkt met hoge dichtheid de geplooide streng 18 aanzienlijk gecompacteerd zou zijn op een buisvormige kern 16 tot een pakkingverhouding tussen ongeveer 100 en 190 en een pakkingrendement van ten minste ongeveer 0,50. De uitdrukking "pakkingverhouding" is de verhouding van de ongeplooide lengte in inch van het omhulsel in streng 10 18 gedeeld door de uiteindelijke geplooide en gecompacteerde lengte van de streng in inch. De uitdrukking "pakkingrendement" is een verhouding die de dichtheid van de gecompacteerde streng aangeeft. Deze wordt bepaald door het berekenen van het werkelijk volume van het omhulsel aanwezig in bepaalde gecompacteerde streng, en het dan delen door het vo-15 lume van een massief voorwerp met dezelfde afmetingen als de gecompacteerde streng (d.w.z. lengte, inwendige diameter en uitwendige diameter) .
In elk geval moet het inwendige oppervlak van de streng bij voorkeur voldoende aangrijpende aanraking hebben met het uitwendige opper-20 vlak van de kern om in een weerstand tegen onderlinge beweging daartussen te voorzien. Verondersteld wordt dat keuze van de onderlinge afmeting van de kern en de omhulselstreng noodzakelijk om in de noodzakelijke omvang van dergelijke weerstand te voorzien zonder het beschadigen van hetzij het omhulsel of de kern binnen het bereik van degene be-25 kwaam op dit gebied der techniek ligt.
De inwendige diameter van het buisvormige kernorgaan 16 begrenst de boring van het van kern voorziene omhulselprodukt 10, zodat tijdens een vulhandeling de vulhoorn 12 van de machine zich uitstrekt door de boring zoals bij een meer gebruikelijke (d.w.z. niet van kern voorzie-30 ne) omhulseistok.
Nabij het vooreinde van kern 16 bevindt zich een flens 20. Deze flens werkt als een emulsieafdichting en voorziet eveneens in een oppervlak dat aangegrepen wordt door draaiende spanhuls 14 voor het draaien van het van kern voorziene omhulselprodukt 10. Teneinde het om-35 hulselprodukt 10 aan te drijven moeten de flens 20 en spanhuls 14 parende complimentaire oppervlakken hebben. Bovendien moet opgemerkt worden dat het omhulsel dat uitgevouwen wordt, zoals aangegeven bij 22, over deze flens 20 gaat alsmede tussen de draaiende spanhuls en de flens. Dienovereenkomstig zullen de parende de complimentaire opper-40 vlakken op de flens en de spanhuls het omhulsel in staat stellen gemak- 8420080 8 kelijk en met geringe wrijving tussen deze oppervlakken te gaan, en de spanhuls moet de flens niet met een zodanig grote kracht aangrijpen dat het omhulsel dat tussen de flens en de spanhuls gaat scheurt.
Bij het achtereinde van kern 16 bevindt zich een elastische band 5 of ander passend middel 24 dat gedragen wordt door de kern en geplaatst over het achtereinde 26 van het omhulsel aanwezig om dit einde van het omhulsel tegen de kern te houden. De elastische band 24 werkt als een middel voor het regelen van het vrijgeven van het achtereinde doordat deze het achtereinde van het omhulsel aan de kern vastbindt of veran-10 kert met een kracht die voldoende is om voortijdige beweging van het achtereinde langs de vulhoorn te beletten.
Indien het omhulsel gevuld wordt, vouwt deze van de streng uit en het uitgevouwen omhulsel beweegt naar rechts zoals gezien in de figuren. Wanneer de streng uitvouwt, is de weerstand tegen onderlinge bewe-15 ging tussen de omhulselstreng en de kern voldoende om een voorste hoofdlichaam gecompacteerd omhulsel, zoals aangegeven bij 28, vast, d.w.z. onbeweeglijk op de kern te houden.
Dat wil zeggen dat de omvang van deze weerstand groter is dan de kracht vereist om het omhulsel uit te vouwen zodat volledig uitvouwen 20 van het hoofdlichaamsdeel 28 plaats kan vinden voor enige beweging van het achtereinde 26 plaatsvindt. Wanneer het omhulsel van de streng uitvouwt neemt echter de lengte van het voorste hoofdlichaam 28 af. Deze afname in de lengte van de geplooide streng samen met bovengenoemde veerkrachtige axiale uitzetting bij de einden van de streng kunnen de 25 omvang van de weerstand tegen onderlinge beweging verminderen wanneer het uitvouwen het achtereinde 26 bereikt. In feite kan, indien het voorste hoofdlichaam 28 volledig uitgevouwen is, een overblijvend achterdeel van het omhulsel zoals aangegeven bij 30 niet in staat zijn weerstand te bieden aan de uitvouwkracht. Dat wil zeggen dat de weer-30 stand tegen onderlinge beweging die bestaat tussen dit overblijvende achterdeel 30 en de kern 12 kleiner kan worden dan de kracht vereist voor het uitvouwen van het huis. Indien dit verband aanwezig is zal het gehele overblijvende achterdeel 30 zich losmaken van de kern en in de langsrichting langs de kern beginnen te bewegen in reactie op de uit-35 vouwkracht uitgeoefend op het achterdeel.
Bovendien kan de lengte van dit overblijvende achterdeel 30 van omhulselprodukt tot omhulselprodukt variëren. Dit betekent dat de beweging van het achtereinde 26, dat deel uitmaakt van het overblijvende achterdeel 30, geen juiste aanduiding hoeft te zijn van het verbruikt 40 zijn van het omhulsel. Dienovereenkomstig kan onder deze omstandigheden 8420050 9 niet op beweging van het achtereinde 26 vertrouwd worden om het beëindigen van de vulhandeling op gang te brengen.
Bijgevolg dient de elastische band of het middel 24, dat aangebracht is om het achtereinde 26, voor het beletten van de voortijdige 5 beweging van dit achtereinde totdat het volledig uitvouwen van het overblijvende achterdeel plaats gevonden heeft, zodat op de beweging van het achtereinde van het omhulsel vertrouwd kan worden als een juiste aanduiding voor het verbruikt zijn van het omhulsel.
Tijdens gebruik doet het vullen de toevoer van omhulsel aanwezig 10 in streng 18 van het vooreinde van het omhulselprodukt uitvouwen. Op een bepaald punt, zoals afgebeeld in fig. 2, is in hoofdzaak de gehele lengte van de streng, omvattende het voorste hoofdlichaamsdeel en achterdeel, uitgevouwen, zodat weinig of geen geplooide streng overgebleven is om aan de uitvouwkracht uitgeoefend op het achtereinde weerstand 15 te bieden. Zelfs indien weinig of geen omhulsel achtergebleven is op het overblijvende achterdeel, zal de elastische band 24 echter functioneren om het uiteinde 26 van het omhulsel vastgebonden aan de kern 16 vast te houden.
Indien het omhulsel geheel uitgevouwen is, zoals afgebeeld in 20 fig. 3, zal verder vullen van het omhulsel het achtereinde 26 en daarom elastische band 24 langs de kern en naar het vooreinde van de kern zoals afgebeeld in fig. 3 trekken. Beweging van het achtereinde van het omhulsel of van de elastische band kan gedetecteerd worden door een passende sensor 32 op de machine. Elke mechanische of andere sensor be-25 kend in de stand der techniek kan voor dit doeleinde gebruikt worden. Een elektrisch oog is slechts als voorbeeld getoond. Een dergelijk elektrisch oog kan van het soort zijn dat de straal uitzendt, waarbij de terugkaatsing van de straal gebruikt wordt om waar te nemen wanneer de band 24 of het achtereinde beweegt. De band of het achtereinde kun-30 nen bijvoorbeeld de straal zo terugkaatsen dat beweging van een daarvan het terugkaatsen onderbreekt. Alternatief kan de beweging van de band of het achtereinde reflectie van het kernoppervlak mogelijk maken. Beide methoden of elke andere methode die opkomt bij degene bekwaam in de regeltechniek kan gebruikt worden om beweging van de band of het ach-35 tereinde waar te nemen.
Welke methode ook gebruikt wordt, het uitgaande signaal uit deze sensor 32 bij beweging van de band of het achtereinde kan gebruikt worden om op betrouwbare wijze een regelsignaal voort te brengen om een tijdsbepaalde beëindiging van de vulhandeling op gang te brengen juist 40 voordat het achtereinde 26 van het omhulsel flens 20 bereikt. Bij het 84 ?!) 0 ?0 10 einde van de vulkringloop wordt het achtereinde van het omhulsel over flens 20 en naar buiten getrokken door de draaiende spanhuls terwijl de elastische band, indien deze beweegt, door de flens op de kern vastgehouden wordt.
5 Een andere uitvoering van de uitvinding is in fig. 4 en 5 afge- beeld. Hier is de buisvormige kern van het omhulselprodukt afgebeeld werkend als de vulhoorn. Bovendien omvat de sensor voor het detecteren van het verbruikt zijn van het omhulsel een mechanisch onderdeel dat in staat is om de draaiing van het omhulsel op te nemen, waarbij dit me-10 chanische onderdeel een sensor in staat stelt met het achtereinde van de streng te slepen om aan te geven wanneer de streng volledig uitgevouwen is.
In fig. 4 is het omhulselprodukt in het geheel aangegeven met 100 en omvat een buisvormige kern 116 met een flens 120 bij het vooreinde 15 daarvan. Deze flens wordt aangegrepen door een roterende spanhuls 114, waarvan het bedrijf en de functie overeenkomstig is aan de roterende spanhuls 14 die hierboven beschreven is aan de hand van fig. 1 en 2.
Het achtereinde van de buisvormige kern 116 is geschikt om verbonden te worden met de uitlaat van de vulinrichting, die met 115 aangege-20 ven is. De uitlaat 115 van de vulinrichting is in deze uitvoering gewijzigd teneinde in een passende drukafdichting 117 te voorzien. Deze afdichting stelt de kern in staat snel ten opzichte van uitlaat 115 om de langsas van de kern te draaien.
Een geplooide omhulselstreng 118 is aangebracht om de kern en in 25 aanraking daarmee. Zoals bij de uitvoering van fig. 1-3, omvat de geplooide omhulselstreng een voorste hoofdlichaamsdeel 128 en een achterdeel 130.
In de uitvoering afgebeeld in fig. 4, is het middel gedragen door de kern voor het regelen van het vrijmaken van het achtereinde 126 van 30 de omhulselstreng een verhoogd uitsteeksel kernmateriaal aangegeven bij 124. Bij voorkeur kan dit kernuitsteeksel hetzij een doorlopende rand kernmateriaal zijn, zoals afgebeeld, of deze kan een reeks verheven doorzettingen zijn gevormd van het kernmateriaal. Als een alternatief kan het uitsteeksel een afzonderlijk deel zijn dat aan de kern beves-35 tigd is.
Het uitsteeksel 124 scheidt achterdeel 130 van het voorste hoofdlichaamsdeel 128 van de omhulselstreng. De werking van dit uitsteeksel is het beletten van voortijdige langsbeweging van het achterdeel langs de kern in reactie op het uitvouwen van het omhulsel van de streng. Ge-40 bleken is dat het uitsteeksel voor dit doeleinde niet zeer hoog hoef te 8420080 11 zijn. Indien bijvoorbeeld een gebruikelijke geplooide streng omhulsel, met afmetingen voor Frankforter worsten gebruikt wordt, aangebracht om een buisvormige kern met een uitwendige diameter van 12,5 mm (0,50 inch), was een uitsteeksel van ongeveer 0,75 mm (0,03 inch) hoog 5 voldoen om een achterdeel van de streng aan de kern vast te houden wanneer dit achterdeel uitgevouwen werd.
Verondersteld wordt dat het binnen het bereik van de deskundige in op dit gebied der techniek ligt om de passende afmeting en plaats van het uitsteeksel voor omhulselstrengen van andere afmetingen te kiezen. 10 Het uitsteeksel 124 kan hetzij voor hetzij nadat het gecompacteer- de omhulsel om de kern aangebracht wordt, gevormd worden. Elk passend werktuig kan voor dit doeleinde gebruikt worden, waarbij het werktuig axiaal in de kern aangebracht wordt en tegen het inwendige oppervlak van de kern gedrukt wordt om het verheven uitsteeksel 124 te verwezen-15 lijken.
In gevallen waarin het uitsteeksel gevormd wordt voordat de streng op de kern geplaats is, kan het einde van de streng, door de veerkracht daarvan, nog steeds over het uitsteeksel geduwd worden zonder schade aan het omhulsel. Deze kracht nodig om de streng op de kern te drukken 20 zal natuurlijk groter zijn dan de kracht nodig om het omhulsel van de streng uit te vouwen.
Onafhankelijk of het uitsteeksel 124 gevormd wordt voor of na het plaatsen van de omhulselstreng op de kern kan het uitsteeksel aangebracht worden om een voorafbepaalde lengte van het omhulsel op de kern 25 te houden nadat het voorste hoofdlichaamsdeel uitgevouwen is. Bijgevolg bevat bij deze uitvoering het achterdeel, zoals aangegeven bij 130, een vooraf bepaalde hoeveelheid omhulsel, die belet wordt naar voren te bewegen naar het vooreinde van de kern door uitsteeksel 124, dat tegen dit achterdeel 130 grijpt. De lengte van achterdeel 130 is bij voorkeur 30 zo kort mogelijk maar toch lang genoeg om met de onderhavige gebruikte sensor voor het waarnemen van het einde van het omhulsel te werken. Eveneens moet het achterdeel lang genoeg zijn zodat enig uitvouwen van het achterdeel plaats moet vinden voordat het achtereinde 126 beweegt. Voor omhulsel bemeten voor Frankforter worsten kan het achterdeel 130 35 ongeveer 0,975 mm (0,375 inch) of minder zijn.
Naast het tegenhouden van een bepaalde lengte omhulsel, zal uitsteeksel 124 eveneens werken als een aanslag om axiaal uitzetten van het voorste hoofdlichaamsdeel 128 van de omhulselstreng voorbij deze aanslag of naar links, zoals gezien in de figuren te beletten.
40 _ Achterdeel 130, dat door het uitsteeksel niet belemmerd wordt om 8420080 12 axiaal uit te zetten naar links zoals gezien in de figuren, is vrij om axiaal langs de kern uit te zetten weg van uitsteeksel 124. Zoals hieronder verder besproken zal worden kan deze axiale uitzetting, indien aanwezig, de aangrijping van het achterdeel op de kern losnemen. De 5 daaruit eventueel volgende vermindering in de weerstand tegen onderlinge beweging tussen het achterdeel en de kern zal de werking van de onderhavige uitvinding niet treffen.
Tijdens bedrijf verloopt het vullen van het omhulsel 118 zoals hierboven aan de hand van fig. 1 beschreven is, waarbij het uitvouwen 10 vanaf het vooreinde van de stok plaatsvindt. Het uitvouwen gaat door totdat de toevoer van geplooid omhulsel aanwezig in het hoofdlichaamsdeel 128 stopt. Wanneer het omhulsel van het voorste hoofdlichaamsdeel 128 uitvouwt, neemt de lengte van dit deel af, hetgeen de omvang van de weerstand tegen onderlinge beweging vermindert. De aangrijping van het 15 uitsteeksel 124 tegen het achterdeel 130 belet echter dat het achterdeel in de langsrichting beweegt in reactie op de uitvouwkracht zelfs bij het volledig uitvouwen van het voorste hoofdlichaamsdeel 128. Indien al het omhulsel aanwezig in het voorste hoofdlichaamsdeel 128 uitgevouwen is, zal het huis bij uitsteeksel 124 vanaf het achtereinde 130 20 beginnen uit te vouwen.
Aangezien dit achterdeel vrij was uit te zetten en los te komen van de kern, is het waarschijnlijk dat op een bepaald punt voor het volledig uitvouwen van het achterdeel, de uitvouwkracht enige weerstand tegen onderlinge axiale beweging tussen de kern en enig geplooid omhul-25 sel, dat in het achtereind overblijft, zal overwinnen. Indien dit gebeurt zal enig geplooid omhulsel dat in het achterdeel overblijft axiaal langs de kern en naar het uitsteeksel 124 beginnen te bewegen. Dit houdt feitelijk het achterdeel liggend tegen het uitsteeksel als het omhulsel verder uitvouwt. Uiteindelijk zal het achtereinde 126 naar 30 het uitsteeksel gebracht worden en zoals afgebeeld in fig. 5 uitgevouwen worden.
Beweging van het achtereinde 126 tot uitsteeksel 124 kan gedefinieerd worden door elk passend volgorgaan, dat tegen het achtereinde 126 van het omhulsel gespannen wordt. Indien een dergelijk voorgespan-35 nen volgorgaan naar boven bewogen is naar de plaats van uitsteeksel 124 kan elk passend middel, zoals een grensschakelaar, bediend worden om de opeenvolging voor het beëindigen van het vullen op gang te brengen.
Bij deze uitvoering moet opgemerkt worden dat de stand van het achtereinde 126 een vrij nauwkeurige aanduiding geeft van het verbruikt zijn 40 van het omhulsel omdat uitsteeksel 124 elke beweging van het achterein- 8420080 13 de belet totdat ten minste een deel van het achterdeel uitgevouwen is.
Fig. 4 en 5 tonen eveneens een sensormiddel 131 waar de voorkeur aangegeven wordt, voor het gebruik van het regelen van het uitvouwen volgens de onderhavige uitvinding om het beëindigen van een vulhande-5 ling op gang te brengen. Zoals afgebeeld in fig. 4 omvat deze sensor een slede 132 die glijdend aangebracht is op de vulinrichting nabij de uitlaat 115. Deze slede draagt een passende sensor 134, zoals een sensor met elektrisch oog van het hierboven beschreven soort. De slede draagt eveneens een volgorgaan 136 dat een reflecterend oppervlak 138 10 heeft. Het reflecterende oppervlak wordt met een hoek ten opzichte van een langsas van het omhulselprodukt ingesteld, welke hoek dichtbij de vorm van het achtereinde 126 ligt zoals gevorm door een gebruikelijke plooihandeling.
De wagen wordt op glijstaven 140 gedragen en in een richting naar 15 het achtereinde 126 voorgespannen door veren 142. Elk passend middel zoals aanslagen 144 op glijstaven 140 kan gebruikt worden om de beweging van de slede te beperken. Bij voorkeur hoeft de slede niet veel voorbij de plaats van uitsteeksel 124 te bewegen. Bij deze inrichting zal volgorgaan 136 tegen het achtereinde 126 blijven zelfs hoewel het 20 achtereinde naar uitsteeksel 124 kan bewegen wanneer omhulsel van het achterdeel 130 uitgevouwen wordt.
Indien gewenst kan volgorgaan 136 vrij zijn om ten opzichte van slede 132 te draaien teneinde de draaiing van het omhulselprodukt beter op te nemen. Overigens moet het volgorgaan bij voorkeur vervaardigd 25 zijn van een materiaal met geringe wrijving om schade aan het draaiende omhulsel bij het achtereinde dat tegen het volgorgaan wrijft, te vermijden.
De sensor 134 met elektrische oog is met een hoek ten opzichte van het achtereinde aangebracht, zodat elke straal uitgezonden door de sen-30 sor teruggekaatst wordt door het omhulsel weg van de sensor. Indien echter het achtereinde 126 uitgevouwen of op andere wijze verwijderd wordt van over het reflecterende oppervlak 138, zal een straal uitgezonden door sensor 134 teruggekaatst worden naar de sensor. Deze reflectie geeft het verbruikt zijn van het omhulsel aan en kan gebruikt 35 worden om een handeling voor het beëindigen van het vulbedrijf op gang te brengen.
Het voordeel van de sensorinrichting zoals afgebeeld in fig. 4 en 5 is dat de sensor in staat is de beweging van het achtereinde over een beperkt voorafbepaald bereik te volgen om nauwkeurig het verbruikt ra-40 ken van het omhulsel waar te nemen. Bijvoorbeeld indien het achtereinde 8 4 9 0 n ü 14 niet beweegt, beweegt het sensormiddel 131 niet en wordt door sensor 134 geen reflectie van de straal waargenomen totdat het achtereinde uitvouwt en van tussen de sensor en reflecterend oppervlak 138 beweegt. Anderzijds zal indien het achtereinde naar uitsteeksel 124 beweegt, 5 sensormiddel 131 meegaan totdat het achtereinde uitvouwt hetzij bij uitsteeksel 124 hetzij bij een punt voor het bereiken van het uitsteeksel. In geen van beide gevallen wordt een aanduiding van het verbruikt zijn van het omhulsel gegeven voordat het achtereinde 126 verwijderd is van over het reflecterend oppervlak 138.
10 Een gewijzigde uitvoering van de sensor is afgebeeld in fig. 6.
Hier is een contactsensor 234, zoals een microschakelaar, aangebracht ongeveer op de plaats van uitsteeksel 124. Een volgorgaan 236 wordt voorgespannen tegen het achtereinde 126 voor het volgen van elke beweging van het achtereinde.
15 Het uitvouwen van het omhulsel vanaf het achterdeel 130 zal het volgorgaan 236 tegen contactsensor 234 doen bewegen indien het omhulsel volledig uitgevouwen is. Indien dit plaatsvindt wordt de sensor 234 geactiveerd om de opeenvolging van gebeurtenissen op gang te brengen om het vullen te beëindigen.
20 Bijgevolg moet onderkend worden dat de beschreven uitvoeringen in middelen voorzien voor het regelen van het vrijgeven van het achtereinde van het omhulsel op een van kern voorzien omhulselprodukt tijdens een vulhandeling zodat een betrouwbaar aangeven van het verbruik zijn van het omhulsel automatisch verkregen kan worden waarnaar gehandeld 25 kan worden. In de in fig. 1-3 afgebeelde uitvoering, wordt deze regeling verwezenlijkt door een uitwendig vasthoudorgaan 24, dat het uiteinde van het omhulsel losneembaar aan de kern vasthoudt. In de uitvoering zoals afgebeeld in fig. 4-6, wordt de regeling verwezenlijkt door een inwendig vasthoudmiddel 124, dat een voorafbepaalde hoeveelheid omr 30 hulsel, omvattende het achtereinde van het omhulsel vasthoudt bij het het einde van de kern totdat het omhulsel verbruikt is. Het uitsteeksel maakt het geregeld uitvouwen van deze voorafbepaalde hoeveelheid mogelijk om te verzekeren dat de beweging van het achtereinde in een nauwkeurige aanduiding van het verbruik van het omhulsel voorziet. Bij het 35 verbruikt zijn van het omhulsel brengt het waarneemmiddel, zoals hier beschreven, een handeling op gang om het vulbedrijf te eindigen.
Hoewel de uitvinding beschreven is als gebruikt met een vulmachine die het omhulsel tijdens een vulhandeling draait, is de uitvinding eveneens toepasbaar op vulmachines die het omhulsel tijdens de vulhan-40 deling niet draaien. Bij de laatste toepassing kan de kern van het om- 8420030 15 hulselprodukt al dan niet een flens vereisen bij het vooreinde daarvan, zoals beschreven is.
Na aldus de uitvinding in detail beschreven te hebben is datgeen waarvoor rechten gevraagd worden als zijnde nieuw: 8 4 ?. 0 0 8 0

Claims (4)

1. Buisvormig omhulselprodukt voor gebruik bij het vervaardigen van omhulde voedselmaterialen, welk produkt omvat: (a) een in hoofdzaak stijve kern, welke kern een axiale boring 5 heeft om doorgang van een voedselmateriaal op te nemen; (b) een buisvormige streng geplooid omhulsel gedragen door de kern, welke streng omvat een voorste deel omvattende het vooreinde van de streng waarvan het omhulsel eerst uitgevouwen moet worden, en een achterdeel dat achter het voorste deel ligt en dat het achtereinde van 10 het omhulsel bevat; (c) waarbij van de buisvormige streng geplooid omhulsel in hoofdzaak de gehele lengte van het inwendige omtreksoppervlak in aangrijpende aanraking om het uitwendige omtreksoppervlak van de kern ligt en deze aangrijpende aanraking voldoende is om in een weerstand te voorzien 15 tegen onderlinge beweging tussen de streng en buisvormige kern, waarbij de omvang van de weerstand zoals verschaft door het achterdeel afneemt wanneer het omhulsel uitgevouwen wordt van het achterdeel totdat die weerstand kleiner is dan de kracht vereist voor het uitvouwen van het omhulsel van de streng; en 20 (d) middelen gedragen door de kern nabij het achtereinde van het huis en het achterdeel aangrijpend voor het regelen van de beweging van het achtereinde van het omhulsel in reactie op het uitvouwen van het omhulsel van de streng, welke middelen geschikt en aangebracht zijn om een dergelijke beweging van het achtereind te beletten voor het volle- 25 dig uitvouwen van het voorste deel en ten minste het gedeeltelijk uitvouwen van het achterste deel verwezenlijkt is.
1. Buisvormig omhulselprodukt voor gebruik bij het vervaardigen van omhulde voedselmaterialen, welk produkt omvat: (a) een in hoofdzaak stijve kern welke kern een axiale boring 5 heeft om doorgang van een voedselmateriaal op te nemen; (b) een buisvormige streng geplooid omhulsel gedragen door de kern, welke streng omvat een voorste deel omvattende het vooreinde van de streng waarvan het omhulsel het eerst uitgevouwen moet worden, en een achterdeel dat achter het voorste deel ligt en het achtereinde van 10 het omhulsel omvat; (c) waarbij van de buisvormige streng geplooid omhulsel het inwendige omtreksoppervlak daarvan in aangrijpende aanraking ligt om het uitwendige omtreksoppervlak van de kern om in een weerstand tegen onderlinge beweging tussen de streng en de buisvormige kern te voorzien, 15 waarbij de omvang van de weerstand zoals verschaft door het achterdeel afneemt wanneer het omhulsel van het achterdeel uitgevouwen wordt totdat die weerstand kleiner is dan de kracht vereist voor het uitvouwen van het huis van de streng; en (d) middelen gedragen door de kern en het achterdeel aangrijpend 20 voor het regelen van de beweging van het achtereinde van het omhulsel in reactie op het uitvouwen van het omhulsel van de streng, welke middelen geschikt zijn en aangebracht zijn om een dergelijke beweging van het achtereinde te beletten tot het volledig uitvouwen van het voorste deel en ten minste het gedeeltelijk uitvouwen van het achterste deel 25 verwezenlijkt is.
2. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij het achterdeel een voorafbepaalde lengte omhulsel omvat.
3. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij het middel een orgaan op de kern is, dat het voorste deel van de geplooide streng van 30 het achterdeel scheidt.
4. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij het middel een uitsteeksel op het uitwendige omtreksoppervlak van de kern is, waarbij het uitsteeksel voldoende is om te beletten dat het achterdeel in langsrichting voorbij het uitsteeksel beweegt voor het uitvouwen van 35 het achterdeel.
5. Omhulselprodukt volgens conclusie 4, waarbij het uitsteeksel gevormd is uit het materiaal van de kern.
6. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij het middel het achtereinde van de streng losneembaar aan de kern vasthoudt en het ach- 40 tereinde vrijgeeft voor beweging langs de kern bij het volledig uitvou- 5490090 wen van het achterdeel.
7. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij het middel een band is, aangebracht om het achtereinde van de streng om het achtereinde losneembaar aan de kern vast te houden.
8. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij de band aange bracht is voor beweging langs de kern in reactie op een uitvouwkracht, die uitgeoefend wordt op het achtereinde, na het in hoofdzaak volledig uitvouwen van het achtereinde.
9. Omhulselprodukt volgens conclusie 8, waarbij de kern een voor- 10 einde heeft nabij het vooreinde van de streng geplooid omhulsel, waarbij het vooreinde van de kern een flens heeft geschikt om langsbeweging van de band van de kern te beletten.
10. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij de kern geschikt is om op een vulhoorn van een vulmachine aangebracht te worden.
11. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij de kern geschikt is om te werken als de vulhoorn van een vulmachine.
12. Omhulselprodukt volgens conclusie 1, waarbij de kern en de streng geplooid omhulsel een van kern voorzien omhulselprodukt met hoge dichtheid omvatten.
13. Werkwijze voor het beëindigen van een vulhandeling van een om hulsel voor het uitputten van de toevoer van omhulsel, welke werkwijze omvat de stappen bestaande uit: (a) het voorzien in een omhulselprodukt omvattende een holle in hoofdzaak stijve buisvormige kern en een geplooide streng omhulsel op 25 de kern, welke streng een vooreinde heeft waarvan omhulsel eerst uitgevouwen moet worden en een achterdeel dat het achtereinde van de streng omvat en dat het laatst uitgevouwen moet worden, waarbij het omhulsel en de kern in voldoende aanraking over de lengte van de streng zijn om in een weerstand tegen onderlinge beweging tussen de streng en de kern 30 te voorzien, waarbij de omvang van die weerstand zoals uitsluitend door het achterdeel verwezenlijkt afneemt wanneer het omhulsel uitgevouwen wordt van het achterdeel totdat die weerstand kleiner is dan een kracht vereist om het omhulsel van de streng uit te vouwen; (b) het aanbrengen van het omhulselprodukt op een vulinrichting 35 zodat het materiaal dat gevuld wordt door de holle buisvormige kern zal gaan; (c) het vullen van het materiaal door de buisvormige kern en in het omhulsel, waardoor een uitvouwkracht opgewekt wordt die voldoende is om het uitvouwen van het omhulsel van de streng te verwezenlijken; 40 (d) het voortzetten van de vulstap totdat de toevoer van omhulsel 8 * ? ? 0 S 0 aanwezig in de streng opgevouwen omhulsel in hoofdzaak uitgeput is tot aan het achterdeel; (e) het gelijktijdig vasthouden van het achtereinde van de opgevouwen streng tegen langsbeweging langs de kern in reactie op de uit- 5 vouwkracht; (f) het vrijnemen van het achtereinde voor langsbeweging langs de kern indien het achterdeel ten minste gedeelteijk uitgevouwen is; (g) het detecteren van de langsbeweging van het achtereinde; (h) het op gang brengen van het beëindigen van de vulstap in reac- 10 tie op de langsbeweging van het achtereinde.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, omvattende de stap van het snel draaien van het omhulselprodukt om de langsas daarvan tijdens de vulstap.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het vasthouden van het 15 achtereinde van de geplooide streng verwezenlijkt wordt door het vasthouden van het achterdeel.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het vasthouden van het achterdeel verwezenlijkt wordt door het aangrijpen van het achterdeel tegen een uitsteeksel aanwezig bij het uitwendige omtreksoppervlak van 20 de buisvormige kern, welk uitsteeksel de langsbeweging van het achterdeel voorbij het uitsteeksel in reactie op de uitvouwkracht belet.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het vrijgeven van het achtereinde verwezenlijkt wordt door het uitvouwen van omhulsel van het achterdeel nabij het uitsteeksel en het in staat stellen van de uit- 25 vouwkracht het overblijvende achterdeel, omvattende het achtereinde, naar het uitsteeksel te trekken.
18. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de detectiestap uitge-voerd wordt na het achtereinde in staat te stellen in langsrichting langs de kern te bewegen naar een voorafbepaalde stand op de kern in 30 reactie op de uitvouwkracht.
19. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de detectiestap verwezenlijkt wordt door het plaatsen van een sensor op zijn plaats om langsbeweging van het achtereinde van de streng te volgen, welke sensor een signaal afgeeft dat reageert op hetzij het volledig uitvouwen van 35 het achterdeel, omvattende het achtereinde, hetzij de beweging van het achtereinde naar een voorafbepaalde stand langs de kern.
20. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de aanbrengstap verwezenlijkt wordt door het plaatsen van de kern over een vulhoorn van de vulinrichting.
21. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de aanbrengstap verwe- 8420080 zenlijkt wordt door het bevestigen van een eind van de buisvormige kern aan een uitlaat van de vulinrichting en het gebruiken van de kern als de vulhoorn van de inrichting.
22. Inrichting voor het detecteren van het verbruikt zijn van om-5 hulsel van een geplooide streng omhulsel, welke inrichting omvat: (a) een in langsrichting beweegbaar volgorgaan met een oppervlak dat opgenomen kan worden tegen een achtereinde van een uitgevouwen streng omhulsel; (b) voorspanmiddelen die het volgorgaan tegen het achtereinde 10 drijven voor het volgen van de langsbeweging van het einde; (c) sensormiddelen in overeenstemming met een dergelijk volgorgaan beweegbaar, welke sensormiddelen en volgorgaan een ruimte daartussen begrenzen voor het ontvangen van ten minste een deel van het achtereinde; en 15 (d) waarbij de sensormiddelen en volgorgaan samenwerken om de aan wezigheid van het achtereinde in de ruimte te detecteren.
23. Inrichting volgens conclusie 22 omvattende een slede geschikt voor langsbeweging, waarbij het volgorgaan en de sensormiddelen bevestigd zijn aan de slede.
24. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij het oppervlak van het volgorgaan ten minste een gedeeltelijk een reflecterend oppervlak is, waarbij reflectie daarvan belet wordt door het plaatsen van achtereinde in de ruimte en tegen het oppervlak.
25. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij het oppervlak van het 25 volgorgaan ten minste gedeeltelijk een reflecterend oppervlak is en de sensor aangebracht is om een straal uit te zenden voor reflectie van het oppervlak.
26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij de sensor georiënteerd is ten opzichte van het oppervlak teneinde een terugkaatsing van het 30 oppervlak van een straal geëmitteerd door de sensor te ontvangen. 8 «· ? 0 Θ 8 0 Gewijzigde conclusie
4-H-l I I I I I I I I I I I I I I I 8420080
NL8420080A 1983-03-31 1984-03-28 Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel. NL8420080A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/481,034 US4606379A (en) 1983-03-31 1983-03-31 Article for controlling casing depletion
US48103483 1983-03-31
US8400461 1984-03-28
PCT/US1984/000461 WO1984003926A1 (en) 1983-03-31 1984-03-28 Article, method and apparatus for controlling casing depletion

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8420080A true NL8420080A (nl) 1985-02-01

Family

ID=23910322

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8420080A NL8420080A (nl) 1983-03-31 1984-03-28 Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel.

Country Status (21)

Country Link
US (1) US4606379A (nl)
EP (1) EP0156938B1 (nl)
JP (1) JPS60500953A (nl)
AU (1) AU2731984A (nl)
BE (1) BE900257A (nl)
BR (1) BR8406496A (nl)
CA (1) CA1232788A (nl)
DE (2) DE3490143C2 (nl)
ES (3) ES8505233A1 (nl)
FI (1) FI78543C (nl)
FR (1) FR2547552B1 (nl)
GB (1) GB2147489B (nl)
GR (1) GR81830B (nl)
IT (1) IT1173537B (nl)
MX (1) MX159598A (nl)
NL (1) NL8420080A (nl)
NZ (1) NZ207715A (nl)
PT (1) PT78354B (nl)
SE (1) SE8406037D0 (nl)
WO (1) WO1984003926A1 (nl)
ZA (1) ZA842312B (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4606379A (en) * 1983-03-31 1986-08-19 Union Carbide Corporation Article for controlling casing depletion
BR8407251A (pt) * 1983-12-29 1985-12-24 Union Carbide Corp Artigo envoltorio,aparelho e processo para usar o mesmo
CA1248813A (en) * 1984-11-01 1989-01-17 John H. Beckman Composite shirred casing article with cored high density shirred casing and method of using same and production thereof
US4675945A (en) * 1985-01-23 1987-06-30 Tipper Tie, Inc. Clipping apparatus
US4991260A (en) * 1989-01-17 1991-02-12 Viskase Corporation Stuffing method and apparatus
US5197914A (en) * 1992-01-09 1993-03-30 Marlen Research Corporation Casing brake mechanism for stuffing apparatus
JP3477728B2 (ja) * 1992-04-30 2003-12-10 ハイテック株式会社 連鎖状ソーセージ等の製造装置
DE9211979U1 (nl) * 1992-09-05 1992-11-12 Vemag Maschinenbau Gmbh, 2810 Verden, De
US6066035A (en) * 1997-10-29 2000-05-23 Townsend Engineering Company Automatic control for terminating the filling of a sausage casing, and method of use thereof
WO2000047053A1 (fr) * 1999-02-10 2000-08-17 Hitec Co., Ltd. Dispositif de fabrication de saucisson
US6302776B1 (en) * 2000-06-29 2001-10-16 Hollymatic Corporation Casing lock mechanism for a sausage stuffing machine
DE20102457U1 (de) * 2001-02-13 2002-06-20 Frey Heinrich Maschinenbau Abfüllvorrichtung
ES2274360T3 (es) * 2004-08-06 2007-05-16 ALBERT HANDTMANN MASCHINENFABRIK GMBH & CO. KG Procedimiento y dispositivo para el reconocimiento de hilos rotos de envolturas de embutidos y/o de un extremo de una envoltura de embutido en la produccion de embutidos.
CN106212623A (zh) * 2016-09-27 2016-12-14 新疆康信肠衣制造有限公司 肠衣套管

Family Cites Families (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1518511A (en) * 1924-05-19 1924-12-09 Erwin O Freund Stuffer horn
US2754538A (en) * 1953-04-29 1956-07-17 Maier Minnie Casing filler aid for a sausage and food stuffer
US2871508A (en) * 1955-09-30 1959-02-03 Globe Company Filling machine horn
US2863167A (en) * 1956-08-01 1958-12-09 Canada Packers Ltd Stuffing mechanism for sausage and like casings
US3122779A (en) * 1960-03-12 1964-03-03 Blcchschmidt Otto Apparatus for supporting sausage casings
US3148408A (en) * 1962-05-02 1964-09-15 Speedco Inc Stuffed sausage casing sizer
US3115668A (en) * 1962-05-14 1963-12-31 Townsend Engineering Co Machine for encasing sausage and the like
CH437113A (de) * 1966-07-20 1967-05-31 Permac Ag Vorrichtung zur Ausgabe eines Schlauches von Verpackungsmaterial und Verfahren zum Betrieb derselben
US3545038A (en) * 1966-10-31 1970-12-08 Union Carbide Corp Constant pressure filling apparatus
US3451098A (en) * 1966-10-31 1969-06-24 Union Carbide Corp Constant pressure filling apparatus
GB1167377A (en) * 1967-06-03 1969-10-15 Viskase Ltd Improvements in Shirred Tubular Food Casings
DE1611871B1 (de) * 1968-02-07 1970-09-03 Spang & Brands Maschf Vorrichtung zur Zufuehrung des Verpackungsschlauches an Verpackungsmaschinen
US3785406A (en) * 1970-08-06 1974-01-15 Crystal X Corp Cartridge pack for trash compaction machine
US3726059A (en) * 1971-07-02 1973-04-10 V Cherio Semi-automatic apparatus for filling foodstuff into tubular nettings
US3964128A (en) * 1972-12-14 1976-06-22 Townsend Engineering Company Apparatus for encasing a product
US3949446A (en) * 1974-04-19 1976-04-13 Townsend Engineering Company Stuffing horn
US3975795A (en) * 1975-01-20 1976-08-24 Union Carbide Corporation Product stuffing apparatus and method
US4017941A (en) * 1975-10-30 1977-04-19 Union Carbide Corporation Casing sensing means for stuffing apparatus
US4017914A (en) * 1975-11-05 1977-04-19 Young Sr Daniel J Water closet metering device
US4023238A (en) * 1975-12-03 1977-05-17 Rheem Manufacturing Company Stuffing machine with telescoping nozzle
DE2853402A1 (de) * 1978-12-11 1980-06-19 Hoechst Ag Portionierter hohlstab aus laengsweise gerafftem verpackungsschlauch mit den hohlstab umgebender stuetzhuelle
ZA822950B (en) * 1981-05-01 1983-12-28 Union Carbide Corp Cored high densitzy shirred casings
US4467499A (en) * 1981-05-01 1984-08-28 Union Carbide Corporation Stuffing method and apparatus
CA1183396A (en) * 1981-06-12 1985-03-05 Arthur L. Sheridan Tension sleeve supported casing article
US4606379A (en) * 1983-03-31 1986-08-19 Union Carbide Corporation Article for controlling casing depletion
BR8407251A (pt) * 1983-12-29 1985-12-24 Union Carbide Corp Artigo envoltorio,aparelho e processo para usar o mesmo

Also Published As

Publication number Publication date
PT78354B (en) 1986-04-30
ES283962Y (es) 1986-04-16
SE8406037L (sv) 1984-11-29
FR2547552A1 (fr) 1984-12-21
JPH0422764B2 (nl) 1992-04-20
DE3490143C2 (nl) 1992-03-05
FR2547552B1 (fr) 1987-12-31
ES531207A0 (es) 1985-05-16
US4606379A (en) 1986-08-19
JPS60500953A (ja) 1985-06-27
BR8406496A (pt) 1985-03-12
AU2731984A (en) 1984-10-25
CA1232788A (en) 1988-02-16
ZA842312B (en) 1984-11-28
FI78543B (fi) 1989-04-28
DE3490143T (de) 1985-05-02
WO1984003926A1 (en) 1984-10-11
NZ207715A (en) 1986-09-10
EP0156938A1 (en) 1985-10-09
ES283962U (es) 1985-08-01
IT8420331A0 (it) 1984-03-30
GB2147489B (en) 1987-02-18
IT1173537B (it) 1987-06-24
ES8601654A1 (es) 1985-11-16
FI78543C (fi) 1989-08-10
EP0156938B1 (en) 1988-06-22
GB2147489A (en) 1985-05-15
ES539562A0 (es) 1985-11-16
BE900257A (fr) 1985-01-30
GR81830B (nl) 1984-12-12
FI844732A0 (fi) 1984-11-30
FI844732L (fi) 1984-11-30
GB8428970D0 (en) 1984-12-27
PT78354A (en) 1984-04-01
ES8505233A1 (es) 1985-05-16
SE8406037D0 (sv) 1984-11-29
MX159598A (es) 1989-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8420080A (nl) Produkt, werkwijze en inrichting voor het regelen van het verbruikt zijn van omhulsel.
NO140533B (no) Apparat for paafoering av et ensartet silisiumholdig belegg paa glass
FR2458222A1 (fr) Appareil de bourrage d'enveloppes de produits alimentaires et procede pour arreter cet appareil en cas de chute de pression
JPS63283534A (ja) 詰め物の直径を自動的に制御する方法および装置
FI935581A (fi) Hihnankatkaisu- ja ulostyöntömekanismi hihnasidontakonetta varten
EP1513407B1 (en) Method and means for stuffing natural casings with sausage emulsion
CA1112827A (en) Apparatus and method for inserting a sizing disc into a tubular casing
CH681538A5 (nl)
NO157290B (no) Fremgangsmaate og apparat for pakking av sprengstoff.
US4872408A (en) Polymeric film-enveloped explosive cartridges and their manufacture and use
US4692966A (en) Article, method for controlling casing depletion
CH616829A5 (en) automatic machine for making a clove hitch with a cord around an object and use of the machine
FR2574371A1 (fr) Dispositif pour alimenter en cigarettes une ligne d'enveloppement dans une machine a empaqueter des cigarettes
CH249982A (fr) Dispositif d'entraînement de deux éléments superposés en matière d'emballage dans une plieuse automatique.
US4583264A (en) Stuffing apparatus having casting article engaging and rotating means
NZ215415A (en) Apparatus for detecting depletion of casing from shirred casing strand
EP0399938B1 (fr) Procédé et dispositif pour rapporter une poignée de préhension et/ou de versage sur un sachet en matériau synthétique souple et sachet ainsi obtenu
NO853384L (no) Omhyllingsartikkel og apparat og fremgangsmaate for aa bruke denne.
NO158043B (no) Innpakningsprodukt og fremgangsmaate for aa styre innpakningsoppbruk.
KR20110014973A (ko) 접힌 튜브형 케이싱 단부 밀봉 방법
JPH0422765B2 (nl)
BR102013017990B1 (pt) dispositivo de grampeamento
GB2124578A (en) Banding bundles
EP2684459A1 (en) Clipping tool assembly
EP1260354B1 (fr) Dispositif pour réaliser des sacs en paper