NL8403077A - Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie. - Google Patents

Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie. Download PDF

Info

Publication number
NL8403077A
NL8403077A NL8403077A NL8403077A NL8403077A NL 8403077 A NL8403077 A NL 8403077A NL 8403077 A NL8403077 A NL 8403077A NL 8403077 A NL8403077 A NL 8403077A NL 8403077 A NL8403077 A NL 8403077A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electrode
voltage
circuit
control voltage
output
Prior art date
Application number
NL8403077A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8403077A priority Critical patent/NL8403077A/nl
Priority to DE19853534942 priority patent/DE3534942A1/de
Priority to US06/784,914 priority patent/US4723171A/en
Priority to GB08524690A priority patent/GB2165685B/en
Priority to FR858514860A priority patent/FR2571573B1/fr
Priority to JP60224978A priority patent/JPS6194470A/ja
Publication of NL8403077A publication Critical patent/NL8403077A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F9/00Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements
    • G09F9/30Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements
    • G09F9/37Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements being movable elements
    • G09F9/372Indicating arrangements for variable information in which the information is built-up on a support by selection or combination of individual elements in which the desired character or characters are formed by combining individual elements being movable elements the positions of the elements being controlled by the application of an electric field
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N3/00Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages
    • H04N3/10Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical
    • H04N3/12Scanning details of television systems; Combination thereof with generation of supply voltages by means not exclusively optical-mechanical by switched stationary formation of lamps, photocells or light relays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Control Of Indicators Other Than Cathode Ray Tubes (AREA)
  • Transforming Electric Information Into Light Information (AREA)

Description

+ i « EHN 11.168 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Eléktroskqpische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie.
De uitvinding heeft betrekking qp een elektroskopische vloeistof beeldweergeef inrichting geschikt voor televisie, welke inrichting is uitgevoerd roet in een paneel in rijen en kolomen, matrixvormig gearrangeerde weergeef elementen en met een stuurspanningsgenerator, 5 welke weergeefelementen een eerste en tweede elektrode en een daartussen in een vloeistof verplaatsbare derde elektrode bevatten en welke stuurspanningsgenerator voor het leveren van stuurspanningen is gekoppeld met de genoemde elektroden, waarbij afhankelijk van de waarde van de spanning qp de verplaatsbare derde elektrode ten opzichte van die 10 op de eerste en tweede elektrode, de derde elektrode zich nabij de eerste of tweede elektrode bevindt, waarbij ten minste één der drie spanningen voor elk weergeef element leidt tot een pulsduurmodulatie bij de vergave die afhangt van de waarde van een televisiegewijs weer te geven beeldsignaal, waartoe de inrichting is uitgevoerd met een signaal-15 bemonster- en -houdschakeling voor het beeldsignaal en een daaropvolgende pulsduurmodulator.
Een dergelijke beeldweergeef inrichting is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 82 00 354. Als een passieve weergeef inrichting is de inrichting werkzaam met omgevingslicht. Hierbij kan qp bekende 20 wijze gebruik worden gemaakt van lichtreflektie of -transmissie. Beschreven is de lichtreflektie waarbij licht wordt gereflékteerd door de spiegelend uitgevoerde derde elektrode wanneer deze zich bij de i j doorzichtig zijnde eerste elektrode bevindt en licht wordt geabsorbeerd i in de ondoorzichtig zijnde vloeistof in het weergeefelement wanneer 25 de derde elektrode zich bij de tweede elektrode bevindt. De eerste elektroden kunnen hierbij als een gemeenschappelijke bovenelektrode voor alle weergeefelementen zijn uitgevoerd, waarbij de tweede elektroden als stripvormige onderelektroden in de rijrichting liggen en de derde, verplaatsbare tussenelektroden de elektrische doorverbinding in de 30 kolanrichting hebben. Met de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling en de pulsduurmodulator wordt bereikt dat gedurende een televisie raster-periode respektievelijk beeldperiode bij geïnterlinieerde televisie, tijdens een deel ervan de derde elektrode zich nabij de eerste elektrode 8403077 * a PHN 11.168 2 en tijdens het resterende deel van de periode nabij de tweede elektrode bevindt/ welke periodedelen afhangen van de plaatselijke beeldsignaal-waarde. Voor de pulsduurirodulator is genoemd de toepassing van een klokpulsteller die afhankelijk van de opgeslagen beeldsignaalwaarde het 5 rasterperiodedeel bepaalt waarin de derde elektrode wordt aangestuurd.
Het resultaat is een televisiebeeld met vele helderheidsniveaus bij weergave.
De pulsduurmodulatie afhankelijk van de beelds ignaalwaarde kan een goede oplossing geven bij een eléktroskopische beeldweergeef-10 inrichting geschikt voor televisie met de vele helderheidsniveaus. Echter, door de toepassing van vloeistof in de weergeef elementen kunnen problemen optreden. Zo kan de vloeistof onderhevig zijn aan elektrolyse wanneer tussen aangrenzende elektroden een gelijkspanningskarponent aanwezig is. De produkten van de elektrolyse kunnen dirëkt of na enige tijd tot 15 een onaanvaardbare verandering van de eigenschappen van de vloeistof leiden. Bij een ander probleem kunnen de gelijkspanningskomponenten tussen de elektroden leiden tot ladingsakkumulatie met elektrische laad-en ontlaadeffékten in de vloeistof waardoor de plaats en de verplaat-singssnelheid van de verplaatsbare derde elektrode onaanvaardbaar kunnen 2o worden beïnvloed. Daar beeldsignalen bij televisie op bekende wijze ge-lijkspanningskcmponenten hebben die afhangen van de beeldsignaalinhoud, kan de pulsduurmodulatie niet zonder meer worden toegepast bij elektros-kopische beeldweergeefinrichtingen die met vloeistof gevulde weergeef-elementen bevatten, indien de vloeistof beïnvloedbaar is door gelijk-20 spanning.
De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een eléktroskopische beeldweergeefinrichting met weergeefelementen die gevuld zijn met door gelijkspanning beïnvloedbare vloeistof, welke inrichting geschikt is voor toepassing bij televisie met de toevoer van beeldsignalen met 3q gelijkspanningskomponenten. Een eléktroskopische beeldweergeefinrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat de pulsduurmo-dulator de eerste, tweede en derde elektrode van het weergeef element omvat waarbij de tweede elektrode is gekoppeld met een bijbehorende beeld-spanningsuitgang van de signaalbemonster- en -houdschakeling voor afgifte 35 van het plaatselijk weer te geven beeldsignaalmonster, de bij alle weergeefelementen doorverbonden derde elektrode is gekoppeld met een uitgang van de stuurspanningsgenerator voor afgifte van een over de rasterperiode variërende stuurspanning waarbij qp een terugstelpuls voor de terugstel- 8403077 * * H3N11.168 3 j ling van de derde elektrode naar de tweede elektrode een min of meer i lineair afnemende stnurspanning volgt en waarbij de eerste, voor de weergeefelementen gemeenschappelijke· elektrode is gekoppeld met een uitgang van de stuurspanningsgenerator voor afgifte van een min of meer 5 kans tante stnurspanning, welke stuurspanningen afkomstig van de stuur spanningsgenerator dezelfde polariteit hebben, en waarbij de terugstel-pulsspanning min of meer gelijk is aan de kons tante stuur spanning, waarbij periodiek, per ten. minste êên rasterperiode, de polariteit van tenminste de genoemde stuurspanningen omgekeerd is.
10 De na de terugstelling plaatsvindende pulsduurmodulatie met het beeldspanningsmonster op de tweede elektrode, met de afnemende stuur-spanning cp de derde elektrode en met de kons tante stuurspanning met dezelfde polariteit cp de eerste elektrode, te zamen met de periodieke polariteitscmkering van ten minste de twee stuurspanningen, voorkomt de 15 starende invloed van de beeldsignaalgelijkspanningskarponent cp de weergeefelementvloeistof.
Een uitvoering van een elektroskcpische weergeef inrichting volgens de uitvinding waarbij de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling cp eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd, vertoont het kenmerk, dat 2o de min of meer lineair afnemende stuurspanning en de konstante stuurspanning beide over de rasterperiode een wisselspanning zijn met dezelfde frekwentie en polariteit. Hierbij kan de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling de beeldspanningsmonsters net slechts êên polariteit af geven.
Een andere uitvoering waarbij de toepassing van stuurwissel-25 spanningen wordt vermeden, vertoont het kenmerk, dat de min of meer lineair afnemende stuurspanning en de konstante stuurspanning beide over de rasterperiode een gelijkspanning zijn, waarbij de signaalhe-monster- en -houdschakeling de beeldspanningsmonsters levert met de genoemde periodieke, per ten minste êên rasterperiode gebeurende, polari-3Q teitscmkering.
Een op eenvoudige wijze uit te voeren polariteitscmkering bij de beeldsignaalverwerking kan worden verwezenlijkt in een uitvoering van de inrichting die het kenmerk vertoont, dat de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling wordt voorafgegaan door een periodieke beeldsignaalinver-35 teerschakeling die periodiek werkzaam is met de genoemde periodieke, per ten minste één rasterperiode gebeurende, polariteitscmkering.
Een uitvoering van een elektroskcpische beeldweergeefinrichting volgens de uitvinding met een eenvoudige aansturing van de tweede elek- 840 3 07 7 • i PHN 11.168 4 troden, vertoont het kenmerk, dat de beeldsignaalbemonster- en -houd-schakeling is uitgevoerd met een kruisstangenstelsel van elkaar in de rij- en de kolcmrichting kruisende verbindingen, dat met rijselektie en sekwentiële kolombeeldsignaaltoevoer werkzaam is, waarbij bij de krui-g singen aanwezige capaciteiten die de beeldspanningsmonsters voeren, elk via een uitgang van de schakeling zijn gekoppeld met de bijbehorende tweede elektrode.
Een uitvoering met een eenvoudig te verwezenlijken polari-teitsamkering zoals beschreven, vertoont het kenmerk, dat de stuur-10 spanningsgenerator een frèkwentiedeelschakeling bevat, die is voorzien van een ingang voor toevoer van een televisie rastersynchroniseersignaal en van een uitgang voor afgifte van een signaal met de genoemde periodieke, per ten minste êên rasterperiode gebeurende, polariteitsomkering.
Hierbij vertoont een uitvoering die verder geschikt is voor 15 de beschreven wisselspanningstoepassing, het kenmerk dat de stuurspan-ningsgenerator is uitgevoerd met een wisselspanningsgenerator en een generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende stuur-spanning, welke generatoren een televisie rastersynchronisering hebben, waarbij een vermenigvuldigschakeling aanwezig is met ingangen die zijn 20 gekoppeld met de uitgang van de wisselspanningsgenerator en de frekwen-tiedeelschakeling en waarvan een uitgang is gekoppeld met de eerste elektrode van de weergeef elementen, waarbij een verdere vermenigvuldigschakeling aanwezig is met ingangen die zijn gekoppeld met de uitgang van de generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende 25 stuur spanning, de frèkwentiedeelschakeling en de wisselspanningsgenerator en waarvan een uitgang is gekoppeld met de derde elektrode van de weergeef elementen.
Een andere uitvoering die verder geschikt is voor de beschreven gelijkspanningstoepassing, vertoont het kenmerk dat de genoemde capa-30 citeiten elk aanwezig zijn in een bijbehorend amschakelcircuit via welke de ene dan wel de andere capaciteitsklem met het beeldspanningsmonster met omgekeerde polariteit met de bijbehorende uitgang zijn gekoppeld, welk. cmschakelcircuit voor de toevoer eraan van een omschakelsignaal met de genoemde periode van de polariteitsomkering is gekoppeld met 35 een uitgang van de genoemde frekwentiedeelschakeling.
Een verdergaande uitvoering voor de gelijkspanningstoepassing vertoont het kenmerk, dat de stuur spanningsgenerator is uitgevoerd met een generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende 8403077 • » EHN 11.168 5 stuurspanning, welke generator een televisie raster synchronisering heeft, waarbij een vermenigvuldigschakeling aanwezig is met ingangen die zijn gekoppeld met de uitgang van de genoemde generator en van de frékwentie-deelschakeling, waarbij de uitgang van de frékwentiedeelschakeling is 5 gekoppeld met de eerste elektrode van de weergeefelementen en de uitgang van de vermenigvuldigschakeling is gekoppeld met de derde elektrode van de weergeefelementen.
De uitvinding zal aan de hard van de bijgaande tekening als voorbeeld nader warden toegelicht, waarbij 10 figuur 1 cp schematisch getekende wijze een mogelijke uitvoering geeft van de ophouw van een elêktroskqpische televisiebeeldweergeefin-richting geschikt voor het toepassen van de uitvinding, figuur 2 ter vereenvoudiging van de uitleg van de uitvinding een mogelijke signaalcpbouw bij televisie, als funktie van de tijd geeft, 15 figuur 3 een schakelingsschema geeft voor een uitvoering van , een stuurspanningsgenerator en een beeldsignaalbemonster- en -houdscha-keling volgens de uitvinding, figuur 4 ter illustratie van de werking van de inrichting volgens figuur 1 en van het schakelingsschema volgens figuur 3 enige span-20 ningsdiagrammen als funktie van de tijd geeft, figuren 5a en 5b evenzo tijdsdiagrairmen van nauw samenwerkende spanningen en van resulterende eléktrodeverplaatsingen geven, figuur 6 een meer gedetailleerde uitvoering van een deel van de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling van figuur 3 geeft, met de 25 mogelijkheid van een polariteitscmkering van het beeldsignaalmonster, en figuur 7 hierbij behorende tijdsdiagrammen van samenwerkende spanningen en van resulterende eléktrodeverplaatsingen geeft.
In figuur 1 is van een schematisch getekende uitvoering van een elêktroskqpische vloeistof beeldweergeefinrichting volgens de uit-30 vinding een matrixpaneel met EFD en een stuurspanningsgenerator met UG aangeduid. Het matrixpaneel EED heeft tussen twee vlakken 1 en 2 een afgesloten ruimte waarin een vloeistof F aanwezig is. De vloeistof F |
is een ondoorzichtige vloeistof waarvoor gesteld wordt dat deze beïnvloed- I
baar is door er over en er in voorkomende gelijkspanningen, De beïnvloe-· -35 ding kan bestaan uit elektrolyse of ladingsakkumolatie met elektrische laad- en ontlaadeffekten in de vloeistof.
Cp elk van de vlakken 1 en 2 is binnen de ruimte met de vloeistof F een verder niet aangeduide elektrisch isolerende laag aanwezig.
8403077 I ., .
PHN 11.168 6
Het vlak 1 is hierbij doorzichtig en bevat boven de isolerende laag een elektrisch geleidende laag die met E1 aangeduid, dienst doet als een eerste elektrode. Onder de isolerende laag bij het vlak 2 zijn met E2 aangeduide, tweede elektroden aanwezig. De tweede elektroden E2 zijn 5 met streeplijnen als vierkanten getekend, maar kunnen verder andere vormen hebben. Van belang is slechts dat de elektroden E2. elektrisch van elkaar zijn geïsoleerd. Met E3 zijn derde elektroden aangeduid die voorkomen in de vloeistof F en daarin verplaatsbaar zijn tussen de vlakken 1 en 2. De elektroden E3 zijn evenzo als voorbeeld met een vierkantige 10 vorm getekend. Hierbij is van belang dat de elektroden E3 diffuus spiegelend zijn uitgevoerd aan de naar de elektrode E1 toegekeerde zijde. Verder hebben de elektroden E3 elektrische doorverbindingen 3 en 4. De verbindingen 3 en 4 kunnen als een verende verbinding zijn uitgevoerd.
- Getekend is dat de verende verbindingen 3 en 4 een aansluiting hébben 15 pp het vlak 2, bijvoorbeeld op de genoemde isolerende laag. Uitgaande van de in rijen en kolomen, matrixvormig gearrangeerde elektroden E3 (en E2), verzorgen de getékende verende verbindingen 3 en 4 een spannings-toevoer aan de elektroden E3 in de kolamrichting. In plaats hiervan zou een spanningstoevoer in de rijrichting of een kcmbinatie van beide, 20 evenzo mogelijk zijn. Voor de getekende uitvoering geldt dat de kolotdoor-verbindingen 3 en 4 tot buiten het matrixpaneel EFD zijn uitgevoerd en te zamen zijn gekoppeld met een uitgang 5 van de stuurspanningsgenerator UG. In plaats van met het vlak 2 zouden de verende verbindingen 3 en 4 met het vlak 1 kunnen zijn verbonden. Hierbij dienen de aansluitingen 25 op het vlak 1 en de verbindingen 3 en 4 doorzichtig te zijn. In plaats van de als voorbeeld gegeven uitvoering van de elektroden E3 met de verende verbindingen 3 en 4, kunnen deze zijn uitgevoerd met een aan één zijde ingeklemd verend blad of met een stijf blad dat met een veer of veren is verbonden of dat kantelbaar is cm êên zijde. Verder kan 30 worden gedacht aan elektrisch geleidende, geleidestangen tussen de vlakken 1 en 2, tussen welke stangen êên of meer elektroden E3 verplaatsbaar zijn in de aangegeven richting. Onafhankelijk van de specifieke uitvoering van de verplaatsbare elektroden E3, is slechts van belang dat aan alle elektroden E3 éénzelfde spanning kan worden toegevoerd, die 35 in figuur 1 met SE3 bij een uitgang 5 van de stuurspanningsgenerator UG is aangeduid.
De elektroden E1, E2 en E3 vormen te zamen weergeefelementen DE in het matrixpaneel EFD. Elk weergeef element DE cmvat hierbij een ge- 840 3 07 7 « * PHN 11.168 7 deelte van de gemeenschappelijk zijnde eerste elektrode E1, de eigen tweede elektrode E2 met een nader te beschrijven eigen spanningstoevoer en de eigen derde elektrode E3 met de gemeenschappelijke toevoer van de stuurspanning SE3. De stuurspanningsgenerator OS levert aan een uitgang 6 5 een stuurspanning SE1 voor toevoer aan de elektrode E1. Voor de aparte spanningstoevoer aan elke elektrode E2 is het matrixpaneel EED uitgevoerd met een signaalbemonster- en -houdschakeling S/H die aanwezig is in het vlak 2. De schakeling S/H bevat een kruisstangenstelsel dat met CB is aangeduid en kruisstangen heeft in de rij- en kolcmrichting van de 10 weergeef elementen DE. Het kruisstangenstelsel CB zal blijken te werken met een rijselektie waarvoor door de generator OS te leveren stuurspan-ningen SR1, SR2 tot en met SRn worden gebruikt en met een sékwentiële kolaninformatietoevoer onder besturing van, van de generator UG afkomstige stuurspanningen SC1, SC2 tot en met SCm. Hierbij behoort een 15 matrixpaneel EED met n rijen en m kolomen van weergeefelementen DE.
De kolcminformatie bestaat in een lijn- en rastergewijze weer te geven televisie beeldsignaal PS dat door de generator 03 voor toevoer aan de schakeling S/H, aan een uitgang 7 wordt afgegeven. Hiervoor krijgt de stuurspanningsgenerator UG het televisie beeldsignaal PS en een televisie 20 raster- en lijnsynchroniseersignaal VS respektievelijk HS toegevoerd.
De generator UG kan aan de uitgang 7 de beeldsignaalspanning PS direkt afgeven, dan wel met een periodieke polariteitsaiikering die een signaal-volgorde PS, PS oplevert.
Voor de verklaring van de werking van de bij figuur 1 beschre-25 ven elektroskqpische televisie beeldweergeefinrichting (EED, UG),, is voor een vereenvoudiging daarvan, in figuur 2 een mogelijke televisie signaalppbouw als funktie van de tijd t gegeven. Met TV is een televisie rasterperiode aangeduid die een rasteraftasttijdsduur TVS en een raster- j onderdrukkingstij dsduur TVB omvat. In de rasterperiode TV voorkomende 30 lijnperioden zijn met TH aangeduid, waarbij met TBS een lijnaftasttijds- i duur en met THB een lijnonderdrukkingstijdsduur zijn aangegeven, Weer ! te geven beeldinformatie komt voor in de tijdsduren TVS en THS. In figuur 2 zijn tijdens twee opeenvolgende rasterperioden TV1 en TV2 als voorbeeld enige plaatselijke beeldinformaties nader aangeduid. Met P1, P2 en 35 P3 zijn drie beeldpunten aangegeven ongeveer voorkomend aan het begin, in het midden en aan het einde van de tijdsduur TVS van de rasterperiode TV1. De beeldpunten P komen elk overeen met een weergeef element DE van figuur 1. Met P4 en P5 zijn enige beeldpunten van de rasterperiode TV2
___ - - _A
840 3077 PHN 11.168 8 aangeduid, die als voorbeeld in het weergegeven televisiebeeld een aantal televisielïjnen lager liggen dan de beeldpunten P1 en P2. Hierbij kunnen de rasterperioden TV1 en TV2 behoren bij een geïnterlinieerd televisiebeeld zoals in een televisiestandaard vastgelegd of kan niet-ge-5 interlinieerde televisie worden toegepast. Bij enkelvoudig geïnterlinieerde televisie kant in de rasterperiode TV1 respektievelijk TV2 de beeldinformatie van oneven respektievelijk even genummerde televisielijnen voor. Bij niet-geïnterlinieerde televisie zijn de televisie lijnenrasters in de rasterperioden TV identiek.
10 Bij de beeldpunten P van figuur 2 behoren beeldinformaties die als monsters worden betrokken uit de beelds ignaalspanning PS (uitgang 7), met behulp van de signaalbemonster- en -houdschakeling S/H van figuur 1. In figuur 3 is een schakelingsschema gegeven voor een mogelijke uitvoering van de schakeling S/H en de stuurspanningsgenerator UG. De 15 in figuur 3 getekende uitvoering zal blijken geschikt te zijn voor twee wijzen van signaalverwerking. Een signaalverwerking met wisselspanningen tijdens rasterperioden TV wordt uitgevoerd volgens het met getrokken lijnen getekende schakelingsschema van figuur 3, waarbij ter illustratie van de werking, bijbehorende tijdsdiagrammen in figuren 4, 5a en 5b zijn 20 gegeven. Een signaalverwerking met gelijkspanningen tijdens rasterperioden. TV wordt uitgevoerd met het schakelingsschema van figuur 3 aangevuld respektievelijk gewijzigd met streeplijnverbindingen. Hiérbij past een in figuur 6 getekende, neer gedetailleerde uitvoering van een deel van de schakeling S/H en ter illustratie van de werking zijn bijbehoren-25 de tijdsdiagrammen in figuur 7 gegeven.
In figuur 3 zijn als bij figuur 1 de ingangsklemmen van de stuurspanningsgenerator UG met de toevoer van de signalen VS, PS en HS getékend. Het rastersynchroniseersignaal VS is in figuur 3 als funktie van de tijd getékend met een puls aan het begin van de rasterperiode TV.
3Q Het signaal VS wordt toegevoerd aan een frekwentiedeelschakeling 8 die aan een uitgang een erbij getekend signaal VS' afgeeft. In de te beschrijven verbindingen respektievelijk koppelingen zijn voor de eenvoud, normaliter aanwezige signaalversterkers en -verwerkingsschakelingen niet aangegeven. Het signaal VS' heeft een blokvorm over twee raster-35 perioden TV1 en TV2. In figuur 4 is op overeenkomstige wijze het span-ningsdiagram VS’ als funktie van de tijd t uitgezet. Figuur 4 toont spanningsdiagrammen over vier rasterperioden TV1, TV2, TV3 en TV4. De massapotentiaal is met OV aangeduid, ten opzichte waarvan, waar ge- 84 0 3 0 7 7 EHN 11.168 9 i « wenst, positieve en negatieve spanningen zijn aangegeven.
Uit het getékende signaal VS’ van figuur 3 blijkt dat de schakeling 8 als een 2-deler werkzaam is. Uit het vervolg zal blijken dat toepassing van een hogere deler mogelijk is. Behalve aan de fre-5 kwentiedeelschakeling 8 wordt het signaal VS toegevoerd aan een wissel-spanningsgenerator 9 en aan een generator 10 voor de afgifte van een over de rasterperiode variërende stuurspanning, waarbij qp een puls een min of meer lineair afhemende spanning volgt. De generator 9 respéktievelijk 10 levert het erbij getékende signaal S1 respéktievelijk IQ S2 ten opzichte van een met een stippellijn getékend nulniveau. De generatoren 8 en 10 leveren de respektieve signalen VS’ en S2 aan ingangen van een vermenigvuldigschakeling 11 die aan een uitgang een erbij getékend signaal S3 afgeeft. Over een rasterperiode beschouwd is het signaal S3 een geüjkspanningssignaal, waarbij per rasterperiode een 15 polariteitsarikering volgt. De schakeling 11 en de generator 9 leveren de respektieve signalen S3 en S1 aan ingangen van een vermenigvuldig-schakeling 12 die aan de uitgangsklem 5 het erbij getekend signaal SE3 van figuur 1 afgeeft. Verder leveren de generator 9 en de schakeling 8 de respektieve signalen S1 en VS’ aan ingangen van een vermenigvuldig-2Q schakeling 13 die aan de uitgangsklem 6 het erbij getekende signaal SE1 van figuur 1 levert. In figuur 4 zijn meer gedetailleerd de span-ningsdiagrairmen SE1 en SE3 uitgezet. De vermenigvuldigschakelingen 11, 12. en 13 kunnen als gebalanceerde vermenigvuldigers zijn uitgevoerd.
Een enkele vermenigvuldigschakeling (11, 12) met drie ingangen kan aan-25 wezig zijn voor het leveren van het signaal SE3. De getékende aparte , uitvoering geeft het voordeel dat via de getekende streeplijnverbinding een signaal SE3' (figuur 7) van de schakeling 11 kan warden betrokken.
Behalve de spanningsdiagrammen VS', SE1 en SE3 toont figuur 4 j verdere spanningsdiagranmen PS1, PS2, PS3, PS4 en PS5. Deze spannings- | 3q diagranrnen behoren bij de respektieve beeldpunten P1, P2, P3r P4 en P5 en geven daarvan de via de signaalbemonster- en -houdschakeling S/H verkregen beeldspanningsmonsters, met twee polariteiten. De schakeling S/H van figuur 3 wordt aangestuurd vanuit een met 14 aangeduide rijstuur-schakeling (RD) en vanuit een met 15 aangeduide kolcmstuurschakeling 35 (CD) die respéktievelijk de signalen SR1 ... SBn en SCT ... SCm leveren.
Voor de rij-selektie bij het kruisstangenstelsel CB wordt het lijnsyn-chroniseersignaal HS via een terugstelbare telschakeling 16 toegevoerd aan de rijstuurschakeling 14. Van de telschakeling 16 ligt voor synchro- * 840 3 07 7 PHN 11.168 10 φ « niseerdoeleinden een terugstelingang RS aan de ingangsklem met de toevoer- van het raster synchroniseer signaal VS. Bij de bij figuur 2 beschreven fceeldsignaalopbouw met bijvoorbeeld twee geïnterlinieerde rasters die een televisiebeeld vormen, vindt de rij-selektie plaats in eerste 5 rasterperioden TV met de volgorde SR1, SR3, SR5 enzovoort voor de oneven rijen en in tweede rasterperioden TV met de volgorde SR2, SR4, SR6 enzovoort voor de even rijen. De kolamstuurschakeling 15 is verbonden met een uitgang van een terugstelbare telschakeling 17 waarvan een tel-ingang is verbonden met een uitgang van een hoogfrekwente klokpulsbron 10 18 en een terugstelingang (RS) is voor synchroniseerdoeleinden verbonden met de ingangsklem met de toevoer van het lijnsynchroniseersignaal HS.
Voor de kolcminformatietoevoer is volgens figuur 3 de ingangsklem met het beeldsignaal PS direkt en via een inverteerschakeling 19 verbonden met ingangen van een amschakelcircuit 20. Een omschakelingang 15 van het circuit 20 ligt aan de uitgang van de frekwentiedeelschakeling 8, waarbij een circuituitgang per twee rasterperioden de signaalvolgorde PS, PS af geeft. Hierbij korrespondeert de uitgang van een aldus gevormde periodieke beeldsignaalinverteerschakeling (19, 20) met de uitgang 7 van de stuurspanningsgenerator UG van figuur 1. De uitgang 7 is in figuur 20 3 verbonden met bronelektroden van een rij van m transistoren uitgevoerd met geïsoleerde poortelektroden, waarvan de eerste en laatste transistor van de rij met 21 respectievelijk 22 zijn aangeduid. De poortelektroden van de transistoren 21 en 22 krijgen de kolomstuursignalen SC1 respectievelijk SCm toegevoerd, waardoor gedurende de lijnaftast-25 tijdsduren THS tijdens een raster aftasttijdsduur TVS, de beeldinformatie sekwentieel aan trans istorafvoerelektroden en daarmee verbonden kolcam-kruisstangen van het kruisstangenstelsel CB wordt doorgegeven. Per lijnperiode TH is gedurende de rasteraftasttijdsduren TVS steeds één der rijen van de n kruisstangen van het stelsel CB geselecteerd. Hiervoor 3Q zijn rijen van transistoren 23 ... 24 tot en met 25.... 26 waarvan de poortelektroden aan een rijkruisstang liggen, sekwentieel per rij, maar simultaan in de rij geleidend. De bronelektroden van de kolommen van transistoren 23 ... 25 tot en met 24 ... 26 liggen aan kolomstuurstangen van het stelsel CB. Het resultaat is dat beeldsignaalmonsters via de 35 bron-afvoerweg van de transistoren 23, 24 tot en met 25, 26 terechtkomen bij met de af voerelektroden verbonden capaciteiten C die aanwezig zijn in met 27, 28 tot en met 29, 20 aangeduide circuits. De capaciteiten C zijn hierbij aanwezig bij de kruisingen van het kruisstangenstelsel CB.
8403077 H3N 11.168 11
Volgens figuur 3 is het verbindingspunt van een transistorafvoerelektrode en een capaciteitsklem waarop het beeldspanningsmonster voorkant, ge-kappeld met rijen van uitgangen 31 ... 32 tot en met 33 ... 34 van de schakeling S/H. In figuur 3 is aangegeven dat de uitgang 31 net de twee-5 de elektrode E2 (11) van het eerste weergeef element DE van de eerste rij ervan is gekoppeld. Evenzo ligt de uitgang 32 aan de tweede elektrode E2 (1m) van het laatste weergeefelement DE van de eerste rij. Voor de laatste rij van weergeefelementen DE volgen de aansluitingen van de uitgang 33 met de elektrode E2 (n1) en van de uitgang 34 met de elektrode 10 E2 (nm). Met streeplijnen is aangegeven dat bij de tweede uitvoering van het schakelingsschema volgens figuur 3 de capaciteiten C deel uit maken van circuits 27 tot en met 30 waaraan het signaal VS' wordt toegevoerd. Het signaal VS' wordt daarbij verder benut voor het verkrijgen van een stuurspanning SE1' (figuur 7) voor de eerste elektrode E1-.
15 De in figuur 4 getékende diagrammen van de spanningsmonsters PS1 tot en met PS5 die uit het beeldsignaal PS zijn betrokken en bestemd zijn vocar toevoer aan de bijbehorende tweede elektrode E2, zijn gezien figuur 2 eenvoudig verklaarbaar. Gesteld wordt dat In een geïnterlinieerd televisiebeeld vóór de rasterperiode TV1 het beeldsignaal PS een zwart 20 televisie weergeefscherm oplevert. Hierbij hebben de beeldspannings-monsters de spanning van 0V, zoals in figuur 4 getékend. Vervolgens wordt gesteld dat hierna het beeldsignaal PS heldere en donkere informaties bevat waarbij de tijdstippen dat monsters worden getrokken met pijl- j punten in de spanningsdiagrantnen zijn aangeduid. Het beeldspannings-25 monster PS1 (en PS3) verkrijgt als getékend een waarde van +aV die bijvoorbeeld korrespondeert met de tcpwitwaarde bij televisie. Het monster PS2 heeft in de rasterperiode TV1 bijvoorbeeld een kleinere positieve spanning die bij televisieweergave korrespondeert met een grijswaarde.
Tijdens de volgende rasterperiode TV2 wordt het via de schake-3q ling (19, 20) in polariteit ctngekeerde beeldsignaal K3 toegevoerd aan de schakeling S/H, waardoor de beeldspanningsmonsters PS4.-en PS5 met negatieve spanningen optreden. De monsters PS4 en PS5 met de waarde -aV kor-respanderen evenzo met de genoemde tcpwitwaarde. Tijdens de rasterperiode TV3 wordt weer het positieve beeldsignaal PS verwerkt, waarbij wordt 35 gesteld dat het monster PS1 niet verandert en de monsters PS2 en PS3 toe- respéktievelijk afnemen. Tijdens de rasterperiode TV4 met de verwerking van het negatieve beeldsignaal PS blijft het monster PS4 onveranderd en vertoont het manster PS5 een sterke afneming.
8403077 -- —.— ' _Λ PHN 11.168 12
Ter vergelijking net de +aV en -aV als de grootst mogelijke spanningswaarde (topwit) bij de beeldspanningsmonsters PS1 tot en met PS5, zijn bij de spanningsdiagrairmen SE1 en SE3 van figuur 4 enige van belang zijde waarden aangegeven. Het spanningsdiagr am SE1 toont 5 de wisselspanning met een amplitude van bV, waarbij per rasterperiode TV de polar iteitscmkering optreedt. De pulsen in het spanningsdiagr am SE3 hebben hierbij evenzo de waarde van +bv of -bV afhankelijk van de polar iteitscmkering. Na de pulsen toont het spanningsdiagr am SE3 de wisselspanning met de min of meer lineair afnemende amplitude vanaf 10 een waarde van cV. Gesteld wordt dat de afneming gebeurt tot OV, hetgeen niet vereist is. Een kortere afneming of een overschrijding van de nul-waarde die met een toeneming gepaard gaat, zouden kunnen voorkomen. Dremr pelspanningen bij de elektrodeaansturingen kunnen een dergelijke afwijking gewenst maken.
15 Voor de diverse spanningswaarden volgt dat +aV kleiner moet zijn dan +CV, opdat aan het begin van een rasterperiode TV, onmiddellijk na de puls, dat beeldspanningsmonster nog valt binnen de omhullende van de af nemende wisselspanning. De waarde van +aV mag hoogstens gelijk zijn aan +cV. De waarde van +bV moet zo groot zijn ten opzichte van de 20 waarde van +aV dat op de bij figuur 5a en 5b te beschrijven wijze, steeds gegarandeerd is dat de puls als terugstelpuls werkzaam is voor de terugstelling van de derde elektrode E3 naar de tweede elektrode E2 van figuur 1.
In figuur 5a en 5b zijn tijdsdiagrammen gegeven van nauw samen-25 werkende spanningen, zoals de beeldspanningsmonsters PS1 tot en met PS5, met de stuurspanning SE3, en van daaruit resulterende verplaatsingen van de elektrode E3. Niet getekend is de stuurspanning SE1 waarvoor geldt dat deze aanwezig is met dezelfde wisselspanning als de spanning SE3, maar met de konstante amplitude van bV. Tijdens de duur van de puls in 30 de spanning SE3 met de waarde van -bV of +bV, is deze zelfde waarde min of meer aanwezig in de spanning SE1. Hierdoor is er geen of nagenoeg geen verschilspanning tussen de elektroden E1 en E3. Tussen de elektroden E2 en E3 is hierbij wel een verschilspanning die maximaal gelijk is aan (b+a)V en minimaal gelijk is aan (b-a)V. Deze minimale waarde dient 35 nu zo groot te zijn dat de verschilspanning tussen de elektroden E2 en E3 voldoende groot is cm een zich nabij de elektrode E.1 bevindende elektrode E3, binnen zekere tijd, te verplaatsen naar de elektrode E2.
In figuren 5a en 5b is bij het tijdsdiagram E3 met pijltjes naar E1 en E2 840 3 07 7 EHN11.168 13 de elektrodeverplaatsing uitgezet. De elektrodeverplaatsing in de ene dan wel de andere richting wordt daarbij op de getekende wijze geacht enige tijd in beslag te nemen. Gesteld wordt dat de (terugstel) tijd ruimschoots ligt binnen de rasteronderdrukkingstij dsduur TVB gegeven in fi-5 guur 2.
Het beeldspanningsmonster PS1 heeft het monster topwit van +aV aan het begin van de rasterperiode TV1. Volgens figuur 5a passeert korte tijd na het bemanstertijdstip het diagram PS1 de omhullende van de afnemende wisselspanning in het diagram SE3. Bij dit passeren is er jo geen verschilspanning tussen de elektroden E2 en E3, terwijl er een verschilspanning van bV minus de spanningsmonsterwaarde (van aV) heerst tussen de elektroden E1 en E3. Het gevolg is dat de elektrode E3 zich verplaatst van de elektrode Ξ2 naar de elektrode E1. Na het einde van de rasterperiode TV1 treedt de terugstelpuls met de waarde +bV op, waar-15 door de elektrode E3 wordt teruggesteld naar de elektrode E2. Door de kanstante waarde van het beeldspanningsmonster PS1 herhaalt de cyclus van de elektrodeverplaats ing zich in de volgende rasterperiode TV2, TV3 enzovoort. Het blijkt dat bij het beeldspanningsmonster PS1 de top-witwaarde korrespondeert met een spiegeltijdsduur TP11 waarin de spiege-20 lende elektrode E3 zich nabij de elektrode Ξ1 bevindt. De maximale spiegeltijdsduur TP11 waarin de diffuus spiegelende elektrode E3 werkzaam is, kan min of meer gelijk warden gekozen aan de raster aftasttijdsduur TVS gegeven in figuur 2.
Voor het beeldspanningsmonster PS2 van figuur 5a volgt op 25 dezelfde wijze een passering van de wisselspanningsomhullende bij de stuur spanning SE3, hetgeen leidt tot een spiegeltijdsduur TP21. Dezelfde spiegeltijdsduur is aanwezig in de rasterperiode TV2. De toeneming van de monsterwaarde in de rasterperiode TV3 tot de topwitwaarde leidt tot een spiegeltijdsduur TP22, waarna in de rasterperiode TV4 een spiegel-30 tijdsduur TP23 optreedt. De tijdsduur TP23 is gelijk aan de tijdsduur TP11, waarbij door de invloed van het bemonstert!jdstip de tijdsduur j | TP22 een weinig korter is.
Het beeldspanningsmonster PS3 van figuur 5a krijgt de topwit- j waarde aan bijna het einde van de rasterperiode TV1, waarop een kort-3g durende spiegeltijdsduur TP31 volgt. Hierna treedt de normale spiegeltijdsduur voor de topwitwaarde TP32 - TP11 = TP23 op. De afneming van het beeldspanningsmonster PS3 leidt tot de erbij behorende spiegeltijdsduur TP33.
8403077 ! PHN 11.168 14
Voor de in figuur 5b getékende beeldspanningsmonsters PS4 en PS5 volgen op korresponderende wijze de verplaatsingen van de elektroden E3. Het beeldspanningsmonster PS4 met de waarde van -aV dat optreedt in de rasterperiode TV2, heeft een rasterperiode TV later dezelfde effek-5 ten tot gevolg als het positieve beeldspanningsmonster PS1 van figuur 5a. Voor de spiegeltijdsduur volgt TP41 = TP11. Het beeldspanningsnonster PS5 krijgt de waarde van -aV cp een tijdstip waarop onmiddellijk de verplaatsing van de elektrode E3 inzet, een verkorte spiegeltijdsduur TP51 resulteert. Hierna treedt een spiegeltijdsduur TP52 = TP11 op. In figuur 10 5b is getekend dat tijdens de rasterperiode TV4 het beeldspanningsnonster PS5 een waarde krijgt die valt binnen de omhullende van de wisselspanning van de stuurspanning SE3. De elektrode E3 verkrijgt hierbij geen verplaatsing vanaf de elektrode E1 daar deze aldaar wordt vastgehouden door de wisselstuurspanning SE1 (figuur 4).
15 Uit het voorafgaande blijkt dat de eerste, tweede en derde elektrode E1, E2 respektievelijk E3 in elk weergeefelenent DE van figuur 1 deel uit maken van een pulsnodulator (UG, DE) die verder een deel van de stuurspanningsgenerator UG omvat. Zonder een verdere bewerking van de beeldspanningsmonsters PS1 tot en met PS5 van figuur 4 zorgt de keuze 2o van de toevoer van de stuurspanningen SE1 en in hoofdzaak SE3 aan de elektrode E1 respektievelijk E3 voor het pulsduurmodulatie-effekt met de in figuren 5a en 5b getekende verplaatsingen van de elektrode E3. Hierbij zal er in de praktijk een spanningsband zijn bij de wisselspan-ningsomhullende, vanuit welke spanningsband de elektrodeverplaatsing inzet. 25 Bij de televisie weergave geven de gedurende één rasterperiode TV, voor het desbetreffende beeldspanningsmonster te kort durende spiegel-tijdsduren TP22, TP31 en TP51 van figuren 5a en 5b geen merkbare beeldvers tor ing.
Uit figuur 4 blijkt dat de stuurspanningen SE1 en SE3 met de 2Q wisselspanning en de polariteitsomkering per rasterperiode voor in het bijzonder de spanning SE3, geen van OV afwijkende gelijkspanningskompo-nent hebben. Hierbij vereist de polariteitscmkering bij de spanning SE3 die bij de spanning SE1. De beeldspanningsmonsters PS1, PS2 en PS3 hebben een positieve gelijkspanningskorrponent, waarentegen de beeld-35 spanningsmonsters PS4 en PS5 een negatieve gelijkspanningskomponent hebben, hetgeen verkregen wordt via de periodieke beeldsignaalinverteer-schakeling (19, 20) van figuur 3. Indien wordt aangenomen dat de beeldinformaties van twee qpêênvolgende rasterperioden TV min of meer aan el- 840 3 07 7 PHN 11*168 15 » kaar gelijk zijn, dat wil zeggen voldoende gekorreleerd zijn roet ondergeschikte Informatiever ander ingen in de tijd, dan zullen de afwisselend per rasterperiode voorkanende positieve en negatieve heeldspannings-monsters tot een te verwaarlozen gelijkspanningskcmponent leiden. Behalve g de korrelatie in de tijd is er verder de korrelatie naar de plaats, waarbij beeldkontrasten zich uitstrekken over enige afstand. Bij geïnterlinieerde televisie is er over twee opêênvolgende rasterperioden TV een verschuiving over êên lijn in de rasteraftastrichting. Een mogelijk optredende ladingsakkuroulatie in de vloeistof F van het roatrixpaneel EED 10 van figuur 1 kan hierbij door ladingsvereffening in de vloeistof F beneden een drempelwaarde blijven waarboven elektrolyse gaat optreden en/of de elektrodeverplaatsing wordt beïnvloed. Bij de beschreven aanname is het voldoende dat tenminste de stuurspanningen SE3 en SE1 de polari-teitsarikering hebben. In het geval de aanname niet opgaat, kunnen ook 15 dè beeldspanningsmonsters PS1 tot en met PS5 van figuur 4 een polariteits-cmkering verkrijgen en wel op dezelfde tijdstippen als de stuurspanningen SE1 en SE3 of op tijdstippen die een rasterperiode TV later liggen dan de bemonstertij dstippen. In het geval van niet-geïnterlinieerde televisie geeft de periodieke beeldsignaalinverteerschakeling (19, 20) van figuur 3 20 direkt per rasterperiode TV de polariteitsarikering van de beeldspanningsmonsters van elk weergeef element DE van figuur 1.
Volgens figuur 4 vindt de polariteitsomkering bij ten minste de twee stuurspanningen SE3 en SE1 plaats per rasterperiode TV. in plaats hiervan kan warden gedacht aan een polariteitsomkering na steeds een 25 aantal rasterperioden TV. Voor geïnterlinieerde televisie wordt als voorbeeld genoemd een polariteitscrrikering per een aantal rasterperioden omvattende beelöperiode. De keuze van het aantal rasterperioden waarna periodiek de polariteitsarkering volgt, hangt af van de grootte van de toegestane kortstondige ladingsakkuroulatie die periodiek wordt teniet 3Q gedaan. Door een eenvoudige aanpassing van de deler van de frekwentie- ! deelschakeling 8, kan een gewenste periode van de polariteitsarkering worden verwezenlijkt.
De toepassing volgens figuur 4 van de konstante en de min of meer lineair afnemende wisselspanning in de stuurspanning SE1 respek-35 tievelijk. SE3 geeft dat, bij zowel op de bij figuren 5a en 5b beschreven wijze de positieve als negatieve beeldspanningsmonsters PS1 tot en met PS5, de verplaatsing van de elektrode E3 gebeurt wanneer de omhullende van de af nemende wisselspanning wordt gepasseerd door de monsterwaarde.
840 3 07 7
_;_J
I » PHN 11.168 16
Hierbij is er in de praktijk de spanningsband bij de omhullende van waaruit de elektrodeverplaatsing zich inzet.
In de volgens figuur 3 met streeplijnen getekende uitvoering van de stuurspanningsgenerator UG en de beeldsignaalbemonster- en -houd-g schakeling S/H wordt geen eventueel ongewenste wisselspanning over de rasterperioden TV toegepast. Hierbij wordt het signaal VS' als cinscha-kelsignaal toegevoerd aan de circuits 27 tot en met 30, waarvan in figuur 6 een gedetailleerde uitvoering is gegeven. In figuur 7 zijn als funktie van de tijd t spanningsdiagrammen VS', PS2', PS5', SET, SE3' en bijbe-10 horende elektrodeverplaatsingsdiagrammen E3 uitgezet. De in figuur 7 getékende diagrairmen van de stuurspanningen SET en SE3* korresponderen met de respektieve uitgangsspanningen VS’ en S3 van de frekwentiedeel-schakeling 8 en de vermenigvuldigschakeling 11, zodat deze stuurspanningen hieruit kunnen worden afgeleid. Van de vijf bij figuur 4 beschreven beeld-15 spanningsmonsters zijn er enkel twee in figuur 7 getékend. Vergeleken met de monsters PS2 en PS5 van figuur 4 hebben de in figuur 7 getekende monsters PS2' en PS5' een polariteitscmkering per rasterperiode. Voor het verwezenlijken van een dergelijke polariteitscmkering wordt als voorbeeld verwezen naar het schakelingsschema volgens figuur 6.
20 In figuur 6 is de elektrode E2 verbonden met een uitgang (31-34) van het bijbehorende Circuit (27-30) met de capaciteit C. Van de capaciteit G zijn capaciteitsklemmen met. +C en -C aangeduid, waarbij zal blijken dat de klem +C rêspéktievelijk -C een positieve respektievelijk negatieve spanning voert ofwel de spanning van 0V. De capaciteitsklem +C ligt aan 25 een afvoerelektrode van een transistor 40 waarvan een bronelektrode is verbonden met een, een konstante gelijkspanning van min of meer +aV voerende spanningsklem. De capaciteitsklem -C ligt aan een bronelektrode van een transistor 41 waarvan een afvoerelektrode is verbonden met een, een konstante gelijkspanning van min of meer -aV voerende spannings-3Q klem. De spanningsklemmen maken deel uit van een verder niet getekende spanningsbron waarvan een andere klem aan massa met de spanning van 0V is gelegd. De capaciteitsklem +C respektievelijk -C ligt verder aan een afvoer- respektievelijk bronelektrode van een transistor 42 respektievelijk 43. Geïsoleerde poortelektroden van de trans is tor en 40 en 43 35 zijn met elkaar verbonden en krijgen de spanning VS' toegevoerd. Poortelektroden van de transistoren 41 en 42 zijn met elkaar verbonden en krijgen via een inverteerschakeling 44 de geïnverteerde spanning VS' toegevoerd. Het resultaat is dat tijdens de rasterperioden TV1 de tran- 840 3 07 7 PHN 11.168 17 sis toren 40 en 43 in geleiding kunnen zijn, waarbij de transistoren 41 en 42 gesperd zijn. Omgekeerd kunnen tijdens de rasterperioden TV2 de transistoren 4t en 42 in geleiding zijn, terwijl de transistoren 40 en 43 gesperd zijn. Spanningsvallen bij transistorgeleiding worden voor 5 de eenvoud verwaarloosd. Van de transistoren 42 en 43 zijn de bron- respektievelijk afvoerelektrode met elkaar verbonden en zijn aangesloten op de ingang en de uitgang (31-34) van het circuit (27-30). De capaciteit C is hierbij aanwezig in een anschakelcircuit (40-44) waardoor tijdens de rasterperioden TV1 respektievelijk TV2 de capaciteitsklem 10 respektievelijk +C met de circuitin- · en -uitgang is verbonden.
Ter verklaring van de werking van de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling S/H uitgevoerd met de circuits (27-30) volgens figuur 6, wordt de volgende tabel gegeven:
15 TABEL
Rasterperiode Spanning Rasterperiode fanning Rasterperiode TV1 over C _TV2__over C__TVl_ toe/afvoer af voer toe/ af voer PS2'__ PS2f___
20 0V * aV 0V
+ 1/4 aV t 3/4 aV - 1/4 aV
+ aV 0V - aV
toe/afvoer afvoer PS5*____PS5*
25 0V _ aV 0V
- 3/4 aV * 1/4 aV -f 3/4 aV - aV 0V + aV
Uit de tabel blijkt dat de toe/afvoer van een positief beeld-30 spanningsmonster (PS2') van + 1/4 aV of + aV tijdens de rasterperiode TV1 leidt tot een afvoer tijdens de volgende rasterperiode TV2 van het in polariteit omgekeerde monster - 1/4 aV of - aV. Tegelijkertijd heeft via de periodieke. beeldsignaalinverteerschakeling (19, 20) van figuur 3 j de andere helft van de circuits een toe/afvoer van een negatief beeld-35 spanningsmonster (PS5*) en dit geeft tijdens de volgende rasterperiode TVl (= TV3 van figuur 7) een afvoer met positieve beeldspanningsmonsters.
Bij deze polariteitsankering van de monsters PS2’ en PS5* passen de dia- 3403077 _!_;_ PHN 11.168 18 ·.*»> gr airmen van figuur 7. In plaats van de toepassing van de periodieke beeldsignaalinverteerschakeling (19, 20) zou kunnen worden gedacht aan een splitsing van de circuits (27-30) in even en oneven rijen met elk een eigen onschakelsignaal toe voer, welke oplossing als minder gunstig g wordt beschouwd, onder andere door de van elkaar te isoleren verbindingen met de aparte cmschakelsignalen.
Uit figuur 3 met de streeplijnverbindingen volgen de in figuur 7 getekende stuurspanningen SE11 en SE3'. Over een rasterperiode TV beschouwd zijn er gelijkspanningen met de polariteitsomkering tussen de 10 rasterperioden TV. Bij het door het beeldspanningsmonster PS2' passeren van het lineair afnemende deel van de stuurgelijkspanning SE3', wordt binnen een bepaalde spanningsband de verplaatsing van de elektrode E3 ingezet, waarbij de verplaatsingsdiagrammen E3 voor de figuren 7 en 5a gelijk zijn. Hetzelfde geldt voor het beeldspanningsmonster PS5' en het 15 bijbehorende verplaatsingsdiagram E3 van figuur 7 dat gelijk is aan dat van figuur 5b.
Ter illustratie van bij een mogelijke uitvoering van een beeld-weergeefinrichting (EED, UG) volgens de uitvinding toepasbare spanningen en frékwenties worden als voorbeeld de volgende waarden gegeven: 20 Spanning bV = 40V. Spanning cV = 6V. Spanning aV - 5V.
Frekwentie van de wisselspanningsgenerator 9 gelijk aan 0,5 kHz en van de hoogfrékwente klokpulsbron 18 gelijk aan 10 MHz.
De inrichting (EED, UG) kan als voorbeeld werkzaam zijn volgens een geïnterlinieerde zwart-wit of kleurentelevis iestandaard met een 25 lijnenaantal van 625 of 525 lijnen per beeld en een rasterfrékwentie van 50 Hz of ongeveer 60 Hz. De beeldsignaalbandbreedte strekt zich hierbij bijvoorbeeld uit tot ongeveer 5 MHz.
30 35 840 3 07 7

Claims (9)

1. Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie, welke inrichting is uitgevoerd met in een paneel in rijen en kolomen, matrixvormig gearrangeerde weergeef elementen en met een stuurspanningsgenerator, welke weergeefelementen een eerste en tweede 5 elektrode en een daartussen in een vloeistof verplaatsbare derde elektrode bevatten en welke stuurspanningsgenerator voor het leveren van stuurspanningen is gekoppeld met de genoemde elektroden, waarbij afhankelijk van de waarde van de spanning op de verplaatsbare derde elektrode ten opzichte van die op de eerste en tweede elektrode, de derde elektrode 10 zich nabij de eerste of tweede elektrode bevindt, waarbij ten minste één der drie spanningen voor elk weergeef element leidt tot een pulsduur-modulatie bij de weergave die afhangt van de waarde van een televisie-gewijs weer te geven beeldsignaal, waartoe de inrichting is uitgevoerd met een signaalbemonster- en -houdschakeling voor het beeldsignaal en 15 een daaropvolgende pulsduurmodulator, met het kenmerk, dat de pulsduur-modulator de eerste, tweede en derde elektrode van het weergeef element omvat waarbij de tweede elektrode is gekoppeld met een bijbehorende beeld-spanningsuitgang van de signaalbemonster- en -houdschakeling voor afgifte van het plaatselijk weer te geven beeldsignaalmonster, de bij alle weer-20 geef elementen doorverbonden derde elektrode is gekoppeld met een uitgang van de stuurspanningsgenerator voor afgifte van een over de rasterperiode variërende stuurspanning waarbij pp een terugstelpuls voor de terugstelling van de derde elektrode naar de tweede elektrode een min of meer lineair af nemende stuurspanning volgt en waarbij de eerste, voor de weer-25 geef elementen gemeenschappelijke elektrode is gekoppeld met een uitgang van de stuurspanningsgenerator voor afgifte van een min of meer konstante stuurspanning, welke stuurspanningen afkomstig van de stuurspan-ningsgenerator dezelfde polariteit hebben, en waarbij de terugstelpuls-spanning min of meer gelijk is aan de konstante stuurspanning, waarbij 30 periodiek, per ten minste êen rasterperiode, de polariteit van tenminste j de genoemde stuurspanningen omgekeerd is.
2. Elektroskopische beeldweergeefinrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de min of meer lineair afnemende stuurspanning en de konstante stuurspanning beide over de rasterperiode een wisselspanning 35 zijn met dezelfde frékwentie en polariteit.
3. Elektroskopische beeldweergeefinrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de min of meer lineair afnemende stuurspanning en de konstante stuurspanning beide over de rasterperiode een gelijkspanning 34 0 3077 __ -J » PHN 11.168 20 *- zijn, waarbij de signaalbemonster- en -houdschakeling de beeldspannings-monsters levert met de genoemde periodieke, per ten minste êên raster-periode gebeurende, polariteitsomkering.
4. Elektroskopische beeldweergeefinrichting volgens konklusie 1, 5. of 3, met het kenmerk, dat de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling wordt voorafgegaan door een periodieke beeldsignaalinverteerschakeling die periodiek werkzaam is met de genoemde periodieke, per ten minste êên rasterperiode gebeurende, polariteitsamkering.
5. Elektroskopische beeldweergeef inrichting volgens êên der 10 voorafgaande konklusies, met het kenmerk, dat de beeldsignaalbemonster- en -houdschakeling is uitgevoerd met een kruisstangenstelsel van elkaar in de rij- en de kolamrichting kruisende verbindingen, dat met rijselektie en sékwentiële kolombeeldsignaaltoevoer werkzaam is, waarbij bij de kruisingen aanwezige capaciteiten die de beeldspanningsmonsters voeren, 15 elk via een uitgang van de schakeling zijn gekoppeld met de bijbehorende tweede elektrode.
6. Elektroskopische beeldweergeef inrichting volgens êên der voorafgaande konklusies, met het kenmerk,dat de stuurspanningsgenerator een frekwentiedeelschakeling bevat, die is voorzien van. een ingang voor 20 toevoer van een televisie rastersynchroniseersignaal en van een uitgang voor afgifte van een signaal met de genoemde periodieke, per ten minste êên rasterperiode gebeurende, polariteitsamkering.
7. Elektroskopische beeldweergeef inrichting volgens'. konklusies 2 en 6, met het kenmerk,dat de stuurspanningsgenerator is uitgevoerd 25 met een wisselspanningsgenerator. en een generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende stuurspanning, welke generatoren een televisie rastersynchronisering hebben, waarbij een vermenigvuldig-schakeling aanwezig is met ingangen die zijn gekoppeld met de uitgang van de wisselspanningsgenerator en de frekwentiedeelschakeling en waar-30 van een uitgang is gekoppeld met de eerste elektrode van de weergeef elementen, waarbij een verdere vermenigvuldigschakeling aanwezig is met ingangen die zijn gekoppeld met de uitgang van de generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende stuurspanning, de frekwentiedeelschakeling en de wisselspanningsgenerator en waarvan een uit-35 gang is gekoppeld met de derde elektrode van de weergeef elementen.
8. Elektroskopische beeldweergeef inrichting volgens konklusies 3, 5 en 6, met het kenmerk,dat de genoemde capaciteiten elk aanwezig zijn in een bijbehorend cmschakelcircuit via welke de ene dan wel de andere 840 3 07 7 PHN 11.168 21 capaciteitsklem met het beeldspanningsmonster met omgekeerde polariteit met de bijbehorende uitgang zijn gekoppeld/ welk cmschakelcircuit voor de toevoer eraan van een cmschakelsignaal met de genoemde periode van de polariteitsorikering is gekoppeld met een uitgang van de genoemde.-5 frekwentiedeelschakeling.
9. Elektroskqpische beeldweergeefinrichting volgens konklusies 3 en 6 of volgens konklusie 8/ met het kenmerk, dat de stuurspanningsgene-rator is uitgevoerd met een generator voor de afgifte van de over de rasterperiode variërende stuur spanning, welke generator een televisie 10 raster synchronisering heeft, waarbij een vermenigvuldigschakeling aanwezig is met ingangen die zijn gekoppeld met de uitgang van de genoemde generator en van de frekwentiedeelschakeling, waarbij de uitgang van de frekwentiedeelschakeling is gekoppeld met de eerste elektrode van de weergeefelementen en de uitgang van de vermenigvuldigschakeling is 15 gekoppeld met de derde elektrode van de weergeef elementen. 20 25 30 35 8403077 _;_;_A
NL8403077A 1984-10-10 1984-10-10 Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie. NL8403077A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403077A NL8403077A (nl) 1984-10-10 1984-10-10 Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie.
DE19853534942 DE3534942A1 (de) 1984-10-10 1985-10-01 Elektroskopische fluessigkeitsbildwiedergabeanordnung, geeignet fuer fernsehen
US06/784,914 US4723171A (en) 1984-10-10 1985-10-04 Electroscopic fluid picture-display device suitable for displaying television images
GB08524690A GB2165685B (en) 1984-10-10 1985-10-07 Electroscopic fluid picture-display device suitable for television
FR858514860A FR2571573B1 (fr) 1984-10-10 1985-10-08 Dispositif de reproduction d'images a liquide electroscopique convenant a la television
JP60224978A JPS6194470A (ja) 1984-10-10 1985-10-11 検電形流体式画像表示装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8403077 1984-10-10
NL8403077A NL8403077A (nl) 1984-10-10 1984-10-10 Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403077A true NL8403077A (nl) 1986-05-01

Family

ID=19844588

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403077A NL8403077A (nl) 1984-10-10 1984-10-10 Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4723171A (nl)
JP (1) JPS6194470A (nl)
DE (1) DE3534942A1 (nl)
FR (1) FR2571573B1 (nl)
GB (1) GB2165685B (nl)
NL (1) NL8403077A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8701138A (nl) * 1987-05-13 1988-12-01 Philips Nv Electroscopische beeldweergeefinrichting.
US5581272A (en) * 1993-08-25 1996-12-03 Texas Instruments Incorporated Signal generator for controlling a spatial light modulator
US6417825B1 (en) * 1998-09-29 2002-07-09 Sarnoff Corporation Analog active matrix emissive display

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR958354A (nl) * 1947-11-29 1950-03-08
US3748378A (en) * 1971-12-30 1973-07-24 Stromberg Carlson Corp Flat panel video display device
US3924228A (en) * 1975-01-06 1975-12-02 Bendix Corp Electrostatically actuated display panel
NL8200354A (nl) * 1982-02-01 1983-09-01 Philips Nv Passieve weergeefinrichting.
JPS58186796A (ja) * 1982-04-26 1983-10-31 社団法人日本電子工業振興協会 液晶表示装置およびその駆動方法
GB2321374A (en) * 1997-01-21 1998-07-22 Ico Services Ltd Spread spectrum satellite communication

Also Published As

Publication number Publication date
FR2571573A1 (fr) 1986-04-11
US4723171A (en) 1988-02-02
JPS6194470A (ja) 1986-05-13
GB8524690D0 (en) 1985-11-13
DE3534942A1 (de) 1986-04-10
GB2165685A (en) 1986-04-16
FR2571573B1 (fr) 1989-10-27
GB2165685B (en) 1988-05-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100370350C (zh) 显示设备和投影式显示装置
KR0143417B1 (ko) 집적 매트릭스 표시회로
KR890000649B1 (ko) 2차원 어드레스 장치
JP4083258B2 (ja) ディスプレイ装置及びその行選択ラインスキャナ
US3765011A (en) Flat panel image display
KR100273077B1 (ko) 다표준 비디오 매트릭스 디스플레이 장치 및 그의 동작방법
CN1478265B (zh) 用于液晶显示器的切换放大器驱动电路及驱动方法
JPH04502520A (ja) ちらつきのない液晶表示装置駆動器装置
JPH0887897A (ja) シフト・レジスタおよびスキャン・レジスタ
NL8701420A (nl) Weergeefinrichting en werkwijze voor het besturen van een dergelijke weergeefinrichting.
TW200923888A (en) Liquid crystal display panel and liquid crystal display thereof
JPH07175448A (ja) 液晶表示装置
JPH0776866B2 (ja) 液晶表示装置における駆動回路
JP2002541520A (ja) 特にタップ点を有するディスプレイ導体に沿って画像信号が伝搬する配列のためにディスプレイ素子を選択的に動作可能にする方法及び装置
US5296870A (en) Matrix display devices
NL8403077A (nl) Elektroskopische vloeistof beeldweergeefinrichting geschikt voor televisie.
JPS6355590A (ja) 液晶表示装置の駆動方法
JP3202345B2 (ja) 液晶表示装置
JPS5999887A (ja) 液晶表示装置
JP2676916B2 (ja) 液晶ディスプレイ装置
CN100447851C (zh) 液晶微型显示器及其控制方法
JPH04140716A (ja) 液晶表示装置
JP3376088B2 (ja) アクティブマトリックス液晶表示装置とその駆動方法
KR19980028982A (ko) 대면적의 액정 표시 장치를 형성하기 위한 구동회로 및 그 운영 방법
CN100359552C (zh) 显示设备