NL8402960A

NL8402960A - PLOW.

Info

Publication number: NL8402960A
Application number: NL8402960A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1984-09-28
Filing date: 1984-09-28
Publication date: 1986-04-16
Also published as: DE3569650D1; EP0180261B1; EP0180261A1; DE3534129A1

Description

C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.

"Ploeg""Plow"

De uitvinding heeft betrekking op een ploeg voorzien van een gestel en ten minste één aan dit gestel aangebracht ploeglichaam.The invention relates to a plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame.

Bij ploegen van deze soort heeft men reeds voorge-5 steld een rol toe te passen teneinde de door een ploeglichaam gekeerde grond aan te drukken en op deze wijze een direct in-zaaibaar geheel te creëren. De betreffende rol wordt aan het gestel van de ploeg gehangen en dient aan het einde van elke werkgang te worden afgekoppeld en opnieuw te worden aangebracht, 10 waartoe men een zg. "vanginrichting" gebruikt. Het geheel heeft echter als nadeel dat extra voorzieningen voor het aan-en afkoppelen aanwezig dienen te zijn terwijl doordat de vanginrichting lang niet altijd eendirect aankoppelen garandeert, veel tijd verloren kan gaan. Verder is voor het transport van 15 de zwaar uitgevoerde rollen een extra transportmiddel nodig, hetgeen de kosten verder verhoogt.In plowing of this type it has already been proposed to use a roller in order to compress the soil turned by a plow body and in this way create a direct sowable whole. The respective roller is suspended from the frame of the plow and must be disconnected and reassembled at the end of each pass, for which purpose a so-called "catch device" is used. However, the whole has the drawback that additional provisions for coupling and uncoupling must be present, while because the catching device does not always guarantee direct coupling, a lot of time can be lost. Furthermore, an additional means of transport is required for the transport of the heavy-duty rollers, which further increases the costs.

Met de constructie volgens de uitvinding kunnen de bovengenoemde nadelen op simpele wijze worden opgeheven doordat de rol aan het gestel van de ploeg is aangebracht 20 en een grondbalk zijdelings van het ploeglichaam bewerkt.With the construction according to the invention, the above-mentioned drawbacks can be overcome in a simple manner because the roller is arranged on the frame of the plow and a ground beam is worked laterally of the plow body.

Door toepassing van deze constructie behoeft men geen gecompliceerde voorzieningen te treffen en gaat aan het einde van de werkgang geen tijd verloren, daar de rol deel uitmaakt van de ploeg. Verder kan het transport zonder extra trans-25 portmiddel plaatsvinden.By applying this construction, no complicated provisions need to be made and no time is wasted at the end of the working pass, since the roll is part of the plow. Furthermore, the transport can take place without additional means of transport.

De uitvinding betreft verder een ploeg met ten minste twee ploeglichamen waarbij nabij elk van de ploeg-lichamen één een grondbalk bewerkende rol is aangebracht.The invention further relates to a plow with at least two plow bodies, wherein one roller carrying a ground beam is arranged near each of the plow bodies.

Op deze wijze krijgt men een zodanige opstelling van de rollen 30 dat zij een gekeerde grondbalk van vooigaancfe ploeglichamen in een aaneengesloten strook bewerken, terwijl tijdens het transport het gewicht van de rollen gelijkelijk is verdeeld.In this way the rollers 30 are arranged in such a way that they work a turned base beam of smooth plow bodies in a continuous strip, while the weight of the rollers is evenly distributed during transport.

Een verder facet van de uitvinding betreft een ploeg waarbij voor een ploeglichaam een rol aanwezig is, die 35 met het gestel van de ploeg omf'een ongeveer althans nagenoeg horizontale as in twee werkstanden brengbaar is. Op deze wijze 8402960 - 2 - kan - indien de ploeg is uitgevoerd als een wentelploeg -de stand van de rollen zodanig worden gewijzigd dat in beide werkstanden van de ploeg met eenzelfde rol op dezelfde wijze kan worden gewerkt.A further aspect of the invention relates to a plow in which a roller is provided for a plow body, which can be brought into two working positions with the frame of the plow about an approximately at least substantially horizontal axis. In this way 8402960 - 2 - if the plow is designed as a reversible plow, the position of the rollers can be changed in such a way that the same roller can be used in both working positions of the plow with the same roller.

5 Een volgend facetvan de uitvinding betreft een ploeg die een rol omvat, waarbij de gronddruk van de rol kan worden geregeld. Dit regelen van de gronddruk kan bij voorkeur hydraulisch of pneumatisch gebeuren, zodat tijdens het bedrijf de trekkerbestuurder naar wens in overeenstemming 10 met de voorkomende omstandigheden de druk van de rol op de grond kan vergroten of verkleinen.A further aspect of the invention relates to a plow comprising a roller, wherein the ground pressure of the roller can be controlled. This control of the ground pressure can preferably be done hydraulically or pneumatically, so that during operation the tractor driver can increase or decrease the pressure of the roller on the ground as desired, in accordance with the prevailing conditions.

Volgens een verder facet van de uitvinding .kan een rol in toofdzaak uit plaatstaal zijn vervaardigd, waardoor het totale gewicht van een rol relatief gering is en bij toe-15 passing van een rol het gewicht van de ploeg niet ontoelaatbaar groot wordt. . .According to a further aspect of the invention, a roller can be made of sheet steel in an upward fashion, so that the total weight of a roller is relatively small and, when a roller is used, the weight of the plow does not become unacceptably large. . .

Aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an illustrative embodiment shown in the drawings.

20 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een ploeg volgens de uitvinding weer.Figure 1 shows a top view of a plow according to the invention.

Figuur 2 geeft een aanzicht volgens de pijl 2 in fig. 1.Figure 2 shows a view according to the arrow 2 in Figure 1.

Figuur 3 geeft op grotere schaal de ondersteuning 25 en uitvoering van een rol bij een ploeg volgens de uitvinding weer.Figure 3 shows on a larger scale the support and implementation of a roller in a plow according to the invention.

Figuur 4 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een rol, toe te passen bij een ploeg volgens de uitvinding.Figure 4 shows a second exemplary embodiment of a roller to be used with a plow according to the invention.

30 Figuur 5 geeft een opstelling van twee ploegen vol gens de uitvinding, die respectievelijk aan de voor- en achterzijde van een trekker zijn aangebracht en evenals, de ploeg volgens de figuren 1 en 2 als wentelploegen zijn uitgevoerd.Figure 5 shows an arrangement of two plows according to the invention, which are respectively mounted on the front and rear of a tractor and, as well as, the plow according to figures 1 and 2 are designed as reversible plows.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft 35 een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een ploeg.The device shown in the figures relates to a soil cultivating machine, in particular a plow.

De ploeg omvat een hoofdgestelbalk 1, die.zich schuin ten opzichte van de voortbewegingsrichting A uitstrekt en tijdens het bedrijf althans nagenoeg horizontaal is gelegen, waarbij de langshartlijn een hoek van + 30° insluit met de voortbewe- * 8402960 - 3 - gingsrichting.The plow includes a main frame beam 1 which extends obliquely to the direction of travel A and is substantially horizontal during operation, the longitudinal axis including an angle of + 30 ° with the direction of travel.

De ploeg, die is uitgevoerd als een wentelploeg, omvat vier paren ploeglichamen 2, die op gelijke afstand van elkaar aan de hoofdgestelbalk 1 zijn aangebracht. Het voor-' 5 ste paar ploeglichamen 2 is nabij de voorzijde van de hoofdgestelbalk 1 bevestigd, terwijl het achterste paar op een afstand vóór het achterste einde van de gestelbalk is aangebracht, die ongeveer overeenstemt met de afstand tussen de paren ploeglichamen onderling (fig. 1). ........The plow, which is designed as a revolving plow, comprises four pairs of plow bodies 2, which are arranged equidistant from each other on the main frame beam 1. The front pair of plow bodies 2 is mounted near the front of the main frame beam 1, while the rear pair is spaced in front of the rear end of the frame beam, which approximately corresponds to the distance between the pairs of plow bodies (Fig. 1). ........

10 Elk van de ploeglichamen 2 van een paar omvat een rister 3 en een daarop aansluitende schaar 4 en is door middel van een drager 5 ondersteund. De dragers 5 gaan ter hoogte van de hoofdgestelbalk 1 over in een gemeenschappelijke, zich naar voren uitstrekkende arm 6, die met zijn vooreinde 15 aan één zijde van de hoofdgestelbalk 1 is bevestigd. Juist vóór de bevestiging van de ploeglichamen 2 van het ten opzichte van de voortbewegingsrichting A tweede, derde en vierde paar, is de hol uitgevoerde hoofdgestelbalk 1 voorzien van een legerbus 7, waarin een as 8 is ondersteund, die 20 zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. Om de as 8 is aan de zijde van de ploeglichamen 2 een bus 9 vrij verzwenkbaar aangebracht, welke bus zich bevindt aan de voorzijde van een draagarm 10. De draagarm 10 strekt zich vanaf 25 de hoofdgestelbalk 1 schuin naar beneden en naar opzij en enigszins naar achteren uit, een en ander zodanig dat het ondereinde van de draagarm 10 zich bevindt ter hoogte van het midden van een ploeglichaam 2 en praktisch recht achter het vrije einde van het rister 3 van het voorgaande ploeg-30 lichaam (fig. 1). Het betreffende einde van elke draagarm 10 is voorzien van een bus 11 waarin losneembaar een tweede bus 12 is aangebracht (fig. 3). Binnen de tweede bus 12 is door middel van legers 13, die nabij de einden van de bus zijn gelegen, een as 14 gelegerd, die zich althans nagenoeg 35 dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en horizontaal is gelegen. Elke as 14 strekt zich naar de van de hoofdgestelbalk afgekeerde zijde van de tweede bus 12 uit en vormt de centraal gelegen draaiingsas van een rol 15. De tweede bus 12 kan door middel van een pen 16 ten opzichte van de 8402960 * t - 4 - eerste bus 11 worden vergrendeld. De pen 16 is op de buitenzijde van de bus 11 door middel van een lip 17 ondersteund en kan tegen de werking van een veer 18, die om de pen tussen de lip 17 en een aanslag 19 om de pen is aangebracht, in 5 zijn langsrichting worden verplaatst voor het uitnemen van de tweede bus 12 met de erin gelegerde as 14, die tot de rol 15 behoort. Door de bovengenoemde speciale opstelling van de draagarm 10 kan een rol 15 een strook bewerken waarop de door het voorgaande ploeglichaam 2 losgemaakte en gekeerde 10 grondbalk wordt gebracht (fig. 1).Each of the plow bodies 2 of a pair comprises a rister 3 and a pair of scissors 4 adjoining it and is supported by a carrier 5. At the level of the main frame beam 1, the carriers 5 merge into a common, forwardly extending arm 6, which is fastened with one front end 15 on one side of the main frame beam 1. Just before the attachment of the plow bodies 2 of the second, third and fourth pair relative to the direction of travel A, the hollow main frame beam 1 is provided with an bearing bush 7, in which a shaft 8 is supported, which are at least substantially transverse to the direction of travel A and is at least substantially horizontal. A sleeve 9 is freely pivotally mounted on the side of the plow bodies 2, which sleeve is located at the front of a support arm 10. The support arm 10 extends from the main frame beam 1 at an angle downwards and to the side and slightly towards from the rear, such that the lower end of the carrying arm 10 is at the level of the center of a plow body 2 and practically straight behind the free end of the body 3 of the previous plow body (fig. 1). The respective end of each support arm 10 is provided with a sleeve 11 in which a second sleeve 12 is detachably arranged (fig. 3). Within the second sleeve 12, an axle 14 is mounted by means of bearings 13, which are located near the ends of the sleeve, which shaft extends at least substantially transverse to the direction of travel A and is horizontal. Each shaft 14 extends to the side of the second sleeve 12 remote from the main frame beam and forms the centrally located axis of rotation of a roller 15. The second sleeve 12 can be adjusted by means of a pin 16 with respect to the 8402960 * t - 4 - first bus 11 are locked. The pin 16 is supported on the outside of the sleeve 11 by a lip 17 and can be longitudinally opposed to the action of a spring 18, which is arranged around the pin between the lip 17 and a stop 19 around the pin. be moved to take out the second sleeve 12 with the shaft 14 mounted therein, which belongs to the roller 15. Due to the above-mentioned special arrangement of the supporting arm 10, a roller 15 can process a strip on which the ground beam released and turned by the previous plow body 2 is placed (fig. 1).

Elke rol 15 omvat drie naast elkaar gelegen schijfvormige organen 20, die door middel van naven 21 op althans nagenoeg gelijke afstand van elkaar vrij draaibaar om de as 14 zijn aangebracht. Elk van de schijfvormige organen 20 is 15 hol uitgevoerd en omvat een velgvormig hol deel 22, dat aan zijn omtrek is voorzien van een rand 23 die zich althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsas van een schijfvormig orgaan 20 uitstrekt en welk deel door middel van holle spaakvormige delen 24 is verbonden met de naaf 21. In dwarsdoorsne-20 de verloopt het velgvormig deel 22 naar zijn omtrek conisch, zodat een indruk met divergerend oplopende wanden in de aarde kan worden gemaakt.Each roller 15 comprises three adjacent disc-shaped members 20, which are arranged freely rotatably about the axis 14 by means of hubs 21 at substantially equal distance from each other. Each of the disc-shaped members 20 is hollow and comprises a rim-shaped hollow part 22, which at its periphery is provided with an edge 23 extending at least substantially perpendicular to the axis of rotation of a disc-shaped member 20 and which part is formed by means of hollow spoke-shaped parts 24 are connected to the hub 21. In cross-section 20, the rim-shaped part 22 is conical to its circumference, so that an impression can be made with diverging ascending walls in the earth.

Elk schijfvormig orgaan 20 is samengesteld uit twee plaatvormige delen 25, die zijn voorgestanst en spiegel-25 beeldig tegen elkaar zijn bevestigd. Het einde van de door de hoofdgestelbalk 1 gevoerde as 8, dat zich aan de zijde van de hoofdgestelbalk 1 bevindt, die is afgekeerd van de ploeglichamen 2, is voorzien van een arm 26, die zich schuin naar voren en in zijaanzicht gezien in het verlengde van een 30 draagarm 10 uitstrekt en die - zoals uit fig.1 blijkt - althans nagenoeg evenwijdig aan een vlak in de voortbewegings-richting A van de ploeg is gelegen, welk vlak eveneens althans nagenoeg evenwijdig is gelegen aan de dragers 5 voor de ploeglichamen 2.Each disk-shaped member 20 is composed of two plate-shaped parts 25, which are pre-punched and mirror-mounted against each other. The end of the shaft 8 passed through the main frame beam 1, which is located on the side of the main frame beam 1, which faces away from the plow bodies 2, is provided with an arm 26, which is seen obliquely in front and seen in side elevation of a supporting arm 10 and which - as appears from fig. 1 - is located at least substantially parallel to a plane in the direction of advancement A of the plow, which plane is also at least substantially parallel to the carriers 5 for the plow bodies 2 .

35 Het vooreinde van elke arm 26 is scharnierend ver bonden met een spoorstang 27, die zich in bovenaanzicht gezien althans nagenoeg evenwijdig aan de hoofdgestelbalk 1 uitstrekt. De spoorstang 27 is aan de voorzijde scharnierend 8402960 * « - 5 - verbonden met één einde van.een hydraulische verstelcylinder 28, die met zijn andere einde is verbonden met een dwarsbalk 29. De dwarsbalk 29 is aan het vooreinde van de hoofd-gestelbalk 1 aangebracht. Op enige afstand van zijn.van de 5 hoofdgestelbalk 1 afgekeerde einde, is de dwarsbalk 29 door middel van een zich althans nagenoeg evenwijdig aan de voort-bewegingsrichting A uitstrekkende steun 30 met de hoofdgestelbalk 1 verbonden. De dwarsbalk 29 is verder door middel van een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende 10 as 31 verzwenkbaar aangebracht ten opzichte van een van een driepuntsbevestiging voorzien gesteldeel 32, dat met de drie-pintshefinrichting van een trekker kan worden verbonden.The front end of each arm 26 is hingedly connected to a track rod 27, which in plan view extends substantially parallel to the main frame beam 1. The track rod 27 is hinged at the front to one end of a hydraulic adjustment cylinder 28, which at its other end is connected to a cross beam 29. The cross beam 29 is at the front end of the main frame beam 1. fitted. At some distance from its end remote from the main frame beam 1, the cross beam 29 is connected to the main frame beam 1 by means of a support 30 extending at least substantially parallel to the direction of travel A. The cross beam 29 is further pivotally mounted by means of a shaft 31 extending in the direction of travel A with respect to a frame part 32 provided with a three-point attachment which can be connected to the three-pin lifting device of a tractor.

Op niet nader weergegeven, bekende wijze kan de dwarsbalk 29 en daarmede de hoofdgestelbalk 1 om de zich in 15 de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 31 worden ver-zwenkt, teneinde de andere ploeglichamen 2 van een paar in een werkstand te brengen, waarbij de grond tijdens het bedrijf in een tegenovergestelde richting wordt verplaatst.In a known manner, which is not shown in more detail, the cross beam 29 and with it the main frame beam 1 can be pivoted about the shaft 31 extending in the direction of movement A, in order to bring the other plow bodies 2 of a pair into a working position, the ground being the company is moved in the opposite direction.

De werking van de in het voorgaande beschreven ploeg 20 is als volgt.The operation of the plow 20 described above is as follows.

Tijdens het bedrijf is de ploeg door middel van het van een driepuntsbevestiging voorziene gesteldeel 32 verbonden met de driepuntshefinrichting van een trekker en is de hydraulische verstelcylinder 28 aangesloten op het hy-25 draulisch systeem van de trekker. Nadat met behulp van de hefinrichting of met behulp van een niet nader weergegeven loopwiel een bepaalde werkdiepte voor de ploeg is ingesteld, kan deze in een werkstand als bijvoorbeeld weergegeven in fig. 1, waarbij de ploeglichamen 2 van de respectieve paren 30 de grond naar links verplaatsen, de ploeg worden voortbewogen in de richting volgens pijl A.During operation, the plow is connected to the three-point lifting device of a tractor by means of the three-point mounting frame part 32 and the hydraulic adjusting cylinder 28 is connected to the hydraulic system of the tractor. After a certain working depth has been set for the plow by means of the lifting device or by means of an impeller not shown in more detail, it can be placed in a working position as shown, for example, in fig. 1, wherein the plow bodies 2 of the respective pairs 30 move to the left move, the plow is moved in the direction of arrow A.

Voor elk van de werkende ploeglichamen 2 is een ten opzichte van de voortbev/egingsrichting A direct achter het ploeglichaam op de naastgelegen strook grond werkende 35 rol 15 aanwezig, die wordt gevormd door de in het voorgaande beschreven drie naast elkaar gelegen schijfvormige organen 20. Met behulp van de schijfvormige organen 20 van de respectieve rollen 15, die over de door het voorgaande ploeglichaam 2 uitgesneden en gekeerde grondbalk bewegen, wordt de aarde l 8402960 - 6 - van deze grondbalken onder plaatselijke trogvormige verdichting geëffend, waardoor men in staat is om direct een in-zaaibaar bewerkte grond te verkrijgen.For each of the working plow bodies 2, a roller 15 acting on the adjacent strip of soil relative to the advancement direction A is provided on the adjacent strip of soil, which is formed by the above-described three adjacent disc-shaped members 20. With with the aid of the disc-shaped members 20 of the respective rollers 15, which move over the ground beam cut out and turned by the previous plow body 2, the soil of these ground beams is smoothed under local trough-shaped compaction, which makes it possible to directly obtain a sowable tilled soil.

Met behulp van de hydraulische verstelcylinder 28 5 kan men via de spoorstang 27 en de armen 26, die op de assen 8 zijn bevestigd, een bepaalde druk op de rollen 15 en via de schijfvormige organen 20 op de grond uitoefenen, waardoor de werking van de schijfvormige organen naar wens kan worden beïnvloed.With the aid of the hydraulic adjusting cylinder 28 5, a certain pressure can be exerted on the rollers 15 and via the disc-shaped members 20 on the ground via the track rod 27 and the arms 26, which are mounted on the shafts 8, so that the action of the disc-shaped organs can be influenced as desired.

10 Zoals uit fig. 1 blijkt, zijn de respectieve rollen 15 zodanig aangebracht, dat de binnenste resp. buitenste schijfvormige organen 20 van opvolgende rollen in de voort-bewegingsrichting A gezien op een afstand van elkaar zijn gelegen, die althans nagenoeg gelijk is aan de onderlinge 15 afstand van de schijfvormige organen 20 van een rol 15. De diameter van een schijfvormig orgaan bedraagt bij voorkeur + 70 cm.As can be seen from Fig. 1, the respective rollers 15 are arranged such that the inner resp. outer disc-shaped members 20 of successive rollers in the direction of travel A are spaced apart, which is at least substantially equal to the mutual distance of the disc-shaped members 20 of a roller 15. The diameter of a disc-shaped member is preferably + 70 cm.

Doordat de as 14 van elke rol 15 vrij draaibaar is ondersteund en tevens de schijfvormige organen 20 vrij 20 draaibaar op de as 14 zijn aangebracht, kunnen wisselende rotatiesnelheden optreden, die de werking van de respectieve rollen ten goede komen.Since the shaft 14 of each roller 15 is supported rotatably and the disc-shaped members 20 are also freely rotatably mounted on the shaft 14, varying rotational speeds can occur, which are beneficial to the operation of the respective rollers.

Na het op bovenbeschreven wijze verplaatsen van de grendelpen 16 kan een rol 15, samen met de as 14 en de lege-25 ring voor deze as uit de bus 11 aan het ondereinde van een draagarm 10 worden genomen en kan een andere rol, bijvoorbeeld de rol 33 volgens fig. 4 worden aangebracht. De rol 33 is aan de omtrek voorzien van staaf- resp. buisvormige delen 34, die door middel van schijfvormige steunen 35 op een as 36 30 zijn bevestigd, welke as op dezelfde wijze als de as 14 is ondersteund. Met behulp van de rol 33 wordt een meer verkruimelende werking verkregen, waarbij de staafvormige delen voor zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende plaatselijke verdichtingen zorgen.After moving the locking pin 16 in the manner described above, a roller 15, together with the shaft 14 and the emptying ring for this shaft, can be taken from the bush 11 at the bottom end of a carrying arm 10 and another roller, for example the roller 33 according to fig. 4 are applied. The roller 33 is provided on the periphery with rod resp. tubular parts 34, which are mounted on a shaft 36 by means of disc-shaped supports 35, which shaft is supported in the same manner as the shaft 14. A more crumbling effect is obtained with the aid of the roller 33, the rod-shaped parts providing local densities extending transversely to the direction of travel A.

35 De diameter van de rol 33 bedraagt bij voorkeur + 40 cm. bij een werkbreedte van eveneens + 40 cm. De rollen 15 kunnen een zelfde werkbreedte hebben.The diameter of the roller 33 is preferably + 40 cm. with a working width of also + 40 cm. The rollers 15 can have the same working width.

De hol uitgevoerde, met behulp van voorgestanste platen gevormde schijfvormige organen 20 van de respectieve 8402960 * « - 7 - rollen 15 zorgen ervoor dat deze rollen licht kunnen zijn- -uitgevoerd.The hollow-shaped, disc-shaped members 20 of the respective rollers 15 formed by means of pre-punched plates ensure that these rollers can be light-formed.

Aan het einde van de in fig. 1 weergegeven werkgang, waarbij de respectieve ploeglichamen 2 de grond naar links 5 verplaatsen, kan na het heffen van het geheel, waarbij ook de rollen, daar deze met het gestel van de ploeg zijn verbonden, worden geheven de ploeg op de boven aangegeven viijze worden gewenteld, waarbij de andere ploeglichamen van de respectieve paren in een werkstand kunnen worden gebracht, waar-10 bij zij de grond naar rechts verplaatsen. Bij het heffen van de ploeg komen de armen 26 tegen aanslagen 26A, die een naar beneden bewegen van de.tot de ploeg behorende afneembare rollen 15 begrenzen. Tijdens het wentelen verzwenken de draag-armen 10 om de assen 8 over een hoek van +50° tot de armen 15 26 tegen aanslagen 26B komen, waarna het geheel opnieuw in het werk kan worden gesteld en de. rollen 15 resp. 33 op de beschreven wijze op de gekeerde grondbalken inwerken.At the end of the working path shown in fig. 1, in which the respective plow bodies 2 move the ground to the left 5, after lifting the whole, the rollers, since they are connected to the frame of the plow, can also be lifted the plow is rotated in the manner indicated above, the other plow bodies of the respective pairs can be brought into a working position, whereby they move the ground to the right. When the plow is lifted, the arms 26 come into contact with stops 26A, which limit a downward movement of the detachable rollers 15 belonging to the plow. During the rotation, the carrying arms 10 pivot about the axes 8 through an angle of + 50 ° until the arms 26 come into contact with stops 26B, after which the whole can be put back into operation and the. rolls 15 resp. 33 act on the turned ground beams as described.

Met de in het voorgaande beschreven ploegen volgens de uitvinding kan men ook een opstelling creëren, waar-20 bij door middel van een hef inrichting, één ploeg aan de achterzijde en één ploeg aan de voorzijde van een trekker 37 is aangebracht. Hierbij kan de zich vóór de trekker bevindende ploeg dan - zoals aangegeven - van drie paren ploeglichamen 2 zijn voorzien. Op dezelfde wijze als in het voorgaande 25 beschreven, zijn hierbij rollen 15 resp. 33 toe te passen.With the above-described plows according to the invention it is also possible to create an arrangement in which one plow is arranged by means of a lifting device, one plow at the rear and one plow at the front of a tractor 37. The plow in front of the tractor can then be provided - as indicated - with three pairs of plow bodies 2. In the same manner as described above, rollers 15 and 10 are herein respectively. 33 to apply.

Daar elk van de ploegen is uitgevoerd als een wentelploeg, kan aan het einde van de werkgang na het heffen, elk van de ploegen worden gewenteld en opnieuw worden ingezet, waarbij dan het andere ploeglichaam van de respectieve paren 30 de grond bewerkt en de rollen in hun nieuwe werkstand de gekeerde grondbalken bewerken.Since each of the plows is designed as a reversible plow, at the end of the working pass after lifting, each of the plows can be turned and re-deployed, the other plow body of the respective pairs tilling the soil and the rollers in their new working position to work on the turned ground beams.

Het zal duidelijk zijn dat in plaats van de bovenbesproken rollen 15 resp. 33, eveneens andere bewerkings-organen kunnen worden aangebracht, die dan op dezelfde wijze 35 - doordat zij met het gestel van de ploeg zijn verbonden - met de ploeg kunnen worden getransporteerd en bovendien met behulp van de hydraulische cylinder 38 naar wens meer of minder kunnen worden belast teneinde de werking te beïnvloeden. Voor de respectieve rollen kan tevens een aandrijving 8402960 * t - 8 - aanwezig zijn, zodat de werking via deze aandrijving, die een toerenvariator kan omvatten, kan worden beïnvloed.It will be clear that instead of the above-discussed roles 15 resp. 33, other processing members can also be provided, which can then be transported with the plow in the same manner - because they are connected to the frame of the plow - and more or less, if desired, with the aid of the hydraulic cylinder 38. are loaded to affect operation. A drive 8402960 * t - 8 - may also be provided for the respective rollers, so that operation through this drive, which may include a speed variator, can be influenced.

De uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 5 beschreven.The invention is not limited to the foregoing, but also relates to all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies- 8402960-Conclusions- 8402960

Claims

Plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame, characterized in that a roller is arranged on the frame, which machine works a ground beam laterally of the plow member.

Plow according to claim 1, characterized in that it comprises at least two plow bodies and a roller working a ground beam is located near each of the two plow bodies.

3. Plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame, characterized in that the plow comprises at least two plow bodies and a roller working a ground beam is arranged near each of the plow bodies.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller with the frame of the plow can be brought into two working positions by pivoting about an at least substantially horizontal axis.

5. Plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame, characterized in that a roller is present which can be brought into two working positions with the frame of the plow about an at least substantially horizontal axis.

Plow according to one of the preceding claims, characterized in that the ground pressure of the roller is adjustable.

7. Plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame, characterized in that the plow comprises a roller and the ground pressure of the roller is hydraulically adjustable.

Plow according to one of the preceding claims, characterized in that the active parts of the roller are formed from sheet steel.

9. Plow provided with a frame and at least one plow body arranged on this frame, characterized in that the plow comprises a roller which is mainly made of sheet steel 35.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that it is designed as a reversible plow, wherein the roller can be brought into an appropriate position for each working position.

Plow according to claim 10, characterized in that a roller is pivotable about an at least substantially horizontal axis extending transversely of the direction of travel.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller, seen in side view, is located behind the plow body, the roller of which works the turned ground beam 10 and at the level of the subsequent plow body.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller comprises a number of disc-shaped members.

Plow according to claim 13, characterized in that the shaft of the roller is supported rotatably and the disc-shaped members are arranged rotatably on the shaft.

Plow according to claim 13 or 14, characterized in that the disc-shaped members are arranged next to each other at substantially equal distance from each other.

Plow according to one of Claims 13 to 15, characterized in that three disc-shaped members are present per roll.

Plow according to one of Claims 13 to 16, characterized in that the disc-shaped members are hollow. 25

Plow according to one of Claims 13 to 17, characterized in that the disc-shaped members comprise a rim-shaped part which is provided on the periphery with an edge which extends at least substantially perpendicular to the axis of rotation of the member.

Plow according to claim 18, characterized in that the rim-shaped part is arranged on a hub by means of spoke-shaped parts.

Plow according to claim 18 or 19, characterized in that the rim-shaped part has a cross-section which tapers to the outer circumference.

Plow according to any one of claims 13 to 20, characterized in that the diameter of a disc-shaped member is + 70 cm. amounts. 8402960 * I - 11 -

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that a disc-shaped member is formed from two mirror-cut, plate-shaped parts arranged against each other.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that a roller is arranged on a shaft which is mounted with one end on the frame of the plow.

24. Plow according to claim 23, characterized in that the shaft is arranged on an arm which is pivotable about an axis extending transversely of the direction of movement.

A plow according to claim 23 or 24, characterized in that the shaft of a roller, together with an alloy, is easily detachable for this shaft.

26. Plow according to claim 25, characterized in that the alloy for the axle is located in a sleeve, which sleeve is detachable by means of a locking pin from a sleeve, which is mounted on the underside of a carrying arm, which arm a shaft which extends transversely to the direction of travel and which is at least substantially horizontal, is pivotally mounted on a main frame beam of the plow.

27. Plow according to claim 26, characterized in that the support arm extends from the main frame beam to the side and to the rear, such that a roller during operation processes a ground beam cut and reversed by a previous plow body,

Plow according to claim 26 or 27, characterized in that the pivot axis for each support arm of a roller is connected to a track rod.

29. Plow according to claim 28, characterized in that the track rod is connected to a hydraulic adjustment cylinder.

Plow according to claim 29, characterized in that the hydraulic adjustment cylinder is arranged at the front end of the track rod.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that a carrying arm can be pivoted about the pivot axis in two working positions, for which stops are provided.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller is designed as a cage roller, which is provided on the circumference with rod-shaped parts extending in the direction of the axis of rotation.

Plow according to claim 32, characterized in that the diameter of the cage roller is + 40 cm. amounts.

Plow according to any one of the preceding claims, characterized in that the working width of a roll is +40 cm. amounts.

Plow according to one of Claims 28 to 34, characterized in that the track rod is located on the other side of the main frame beam of the plow than the rollers.

36. Plow as described above and shown in the figures. -o-o-o-o-o- 8402960