NL8401893A - Inrichting voor het tot balen rollen van gemaaid gewas. - Google Patents

Description

* i

Hw/Mv/432 Multinorm

Inrichting voor het tot balen rollen van gemaaid gewas

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het tot balen rollen van gemaaid gewas, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een over het veld beweegbaar gestel, een door het gestel gedragen perskamer, die door 5 twee op afstand van elkaar gelegen staande wanden en tenminste daartussen aangebracht eindloos element is gevormd, welk eindloos element nabij de staande wanden telkens is voorzien van een aantal volgorganen, die langs een bijbehorende baan worden gevoerd.

10 De uitvinding heeft in het bijzonder betrek king op een zogenaamde rolbalenpers, waarvan de perskamer een vast volume heeft. Het volume van de kamer wordt voornamelijk bepaald door de vorm van de baan langs de zijwanden. Een dergelijke inrichting heeft als voordeel dat het eindloos ele-15 ment in de maximaal gevulde toestand van de perskamer voldoende is ondersteund om breuk te voorkomen. Anderzijds biedt deze oplossing het nadeel dat het openen van de perskamer voor het lossen van een gerede baal constructieve problemen met zich meebrengt.

20 De uitvinding beoogt bovengenoemd bezwaar op te heffen en verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt doordat elke baan is voorzien van een loodrecht op de zijwand gerichte rand, en dat bij een plaats van de baan een wisselorgaan is aangebracht voor het langs de ene respectie-25 velijk andere zijde van de rand geleiden van de volgorganen.

In de gebruiksstand zullen de volgorganen zich aan de binnenzijde van de rand van de geleidingsbaan bevinden waardoor een voldoende afsteuning zal plaatsvinden ‘tijdens het rollen van de baal. Zodra echter de baal moet worden ge-30 lost kunnen door het wisselorgaan in werking te stellen de volgorganen langs de andere zijde van de rand geleid worden, zodat de perskamer gemakkelijk kan worden geopend.

*401893 ' ί -2- Ιη een uitvoeringsvorm is de zijwand cirkelvormig, welke vast of draaibaar door het gestel is ondersteund waarbij de rand van de geleidingsbaan langs de omtrek van de zijwand is bevestigd.

5 In een andere uitvoeringsvorm heeft een draai bare zijwand een hoekige gestalte waarbij de rand van de geleidingsbaan een overeenkomstige hoekige gestalte vertoont.

In deze uitvoeringsvorm zijn bijvoorbeeld hoekige balen te rollen.

10 Indien de rand van de baan vast is opgesteld, hebben de volgorganen bij voorkeur een roteerbare rol.

De uitvinding stelt tevens een bijzondere vorm van een eindloos element voor, welke is gevormd door schar-nierbaar ten opzichte van elkaar aangebrachte profielen.

15 Deze profielen kunnen zijn uitgevoerd met in de transportrichting uitstrekkende flensranden, die enerzijds elkaar kunnen overlappen, anderzijds scharnierend met elkaar kunnen zijn verbonden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan 20 de hand van de hieronderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

In de tekening toont:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvin- 25 ding, waarbij enkele delen van het gestel zijn weggelaten,

Fig. 2 een perspektivisch zijaanzicht van de inrichting uit fig. 1, wederom met weggelaten delen van het gestel,

Fig. 3 een met fig. 1 overeenkomend zijaan- 30 zicht, waarbij het achterste gedeelte van de perskamer is opgeklapt om een gerede baal te kunnen afvoeren,

Fig. 4 een staande doorsnede over de zijwand van de perskamer met een deel van het daarmee samenwerkende eindloze element, 35 Fig. 5 een perspektivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm met vaste zijwand van de persinrichting volgens de uitvinding, waarvan enkele delen zijn weggebroken , - ; οι a 3 3 i * -3-

Fig. 6 een met fig. 5 overeenkomend perspek-tivisch aanzicht van een detail van een omkeer-wisselrol voor een alternatief uitgevoerd eindloos element en vaste zijwand.

Fig. 7 een met fig. 2 en 5 overeenkomend 5 perspektiviscn zijaanzicht,

Fig. 8 een zijaanzicht van een eindloos element, opgebouwd uit een ander type profiel.

In de figuren is met het cijfer 1 het gestel aangegeven dat door een tweetal loopwielen 2 is gedragen. Het 10 gestel wordt geacht aan de voorzijde middels een trekboom te zijn opgehangen aan een niet getoonde landbouwtrekker, die het gestel in de richting van de pijl PI over het veld voort beweegt.

Het gestel is aan weerszijden voorzien van een 15 schermplaat 3 waartussen een perskamer is aangebracht voor het opvangen en samenpersen van een hoeveelheid op het veld liggend gemaaid gewas, waarbij het gewas in de perskamer door een rollende beweging tot een baal wordt gevormd.

Voor het opnemen van het gewas dient een aan 20 de onderzijde van het gestel 1 opgehangen opneemtoestel 4, welk van elk bekend en passend type kan zijn.

De getoonde uitvoeringen van de persinrichting zijn van het zogenaamde vaste kamer-type, wat betekent dat de kamer een constant volume heeft gedurende het totale proces 25 voor het maken van een baal. De perskamer 5 bestaat in de fig. 1 t/m 4 uit een tweetal draaibaar in de schermplaten 3 gelagerde cirkelvormige schijven 6, alsmede een eindloos element 7, bestaande uit onderling verbonden dwarsstaven of profielen 8. Het eindloos element 7 wordt aan weerszijden via 30 een tweetal omkeerrollen 9, 10 en geleide rollen 11, 11’ ter hoogte van de onderzijde van de perskamer 5, geleid en verder langs een tweetal geleide banen 12 respectievelijk 13.

De geleide baan 12 wordt in de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 t/m 4 gevormd door een op de zijwand 6 staande 35 rand 14, die eveneens cirkelvormig is en precies langs de omtrek van de cirkelvormige zijwand 6 is aangebracht, zie ook fig. 4.

8401893 -4- 4 $

De geleide baan 13 is gevormd door een geleide rail, die door middel van ondersteuningsbeugels 15 is verbonden met het zijscherm 3 van het gestel 1. De geleide rail 13 vertoont in het bovenste gedeelte een scharnier 16, waarvan 5 de funktie hieronder nog nader wordt toegelicht. De rail kan hier vervangen zijn door een aantal geleiderollen.

Het eindloze element 7 bestaat zoals gezegd uit een aantal dwarsprofielen 8, die onderling scharnierend zijn verbonden door een flexibel element 17, hetwelk over de 10 omkeer- en geleiderollen 9-11' is geleid. Elk dwarsprofiel 8 draagt aan weerszijden een staafvormig uitsteeksel 18 in het verlengde daarvan, waarin scharnierbaar om het punt 19 een haakvormig element 20 is aangebracht, zie ook fig. 4. Het haakvormige uiteinde van het element 20 werkt samen met de 15 uitstekende rand 14 van de zijwand 6. Het element 20 wordt in de werkstand gehouden door een drukveer 21, die enerzijds in het staafvormig uitsteeksel 18 is opgenomen, en anderzijds afsteunt op het omgebogen einde van het element 20. Opgemerkt zij dat de scharnierpen 19 van het haakvormig element 20 in 20 radiale zin van de zijwand 6 gezien in het verlengde van het haakvormig einde ligt. Onder hoge belasting van de staafvormige elementen 8 ondervindt het haakvormig element 20 geen naar buiten gerichte kracht tegen de werking van de veer 21 in.

25 Het omgebogen einde van het element 20 dient tevens om dit element tegen de werking van de veer 21 in en linksom in fig. 4 te verzwenken door dit omgebogen einde te laten samenwerken met een stuurnok 22 welke op de draaiingsas 23 van het omkeerelement 10 is aangebracht. De stuurnok 22 30 kan enerzijds zijn uitgevoerd als een excentriekschijf, zie fig. 1 of als een meedraaiende rol, zie fig. 4.

De besturingsnok 22 is in de richting van de pijl P2 langs de as 23 verschuifbaar door middel van een verder niet nader weergegeven bedieningsstang 22'.

35 De as 23 is aan weerszijden gelagerd in een zwenkarm 24, welke om de in de zijschermen 3 gelagerde as 25 van de omkeerrol 11 verzwenkbaar is, en welke door middel van een drukveer 26 in opwaartse zin wordt belast.

8401893 if i -5-

Een soortgelijke constructie is te zien bij de omkeerrol 9, die door middel van een om een eveneens in de zijschermen 3 gelagerde as 25 verzwenkbare arm 24'' in het vertikale vlak op en neer beweegbaar is. Ook de arm 24'1 5 wordt door een drukveer 26'1 in opwaartse zin belast.

De omkeerrol 11’ aan de voorzijde van de machine is eveneens met behulp van een arm 24' in op en neerwaartse zin beweegbaar. Deze arm 24 wordt door een veer 26r in neerwaartse zin belast, welke constructie dient om het 10 eindloos element 7 op spanning te houden.

De aandrijving van het eindloze element 7 kan door het aandrijven van een der omkeer- en geleiderollen 9-11' tot stand worden gebracht. De aandrijving kan worden gerealiseerd door een tandwielkast 27, welke wordt bekrach-15 tigd door een door de trekker aangedreven aftakas 28.

De in de fig. 1 t/m 4 beschreven inrichting werkt als volgt.

Bij het voortbewegen van het gestel in de richting van de pijl P1 kan met behulp van het opraaptoestel 20 4 het gewas van het veld worden opgenomen en via de invoer- opening tussen de omkeerrollen 9 en 10 in de perskamer 5 worden gevoerd. De aandrijving van de rollen 9-11' is zodanig dat het binnenpart van het eindloze element in de richting van de pijl P3 wordt bewogen. In de werkstand moeten de haak-25 vormige elementen 20 aan elk einde van de dwarsstaafprofielen 8 telkens om de rand 14 van de zijwand 6 worden gehaakt. Dit gebeurt door het nokorgaan 22 naar links in fig. 4 te bewegen, waardoor de nok bij de omkeerrol 10 telkens tegen de wijzers van de klok in naar buiten wordt verzwenkt, waarna 30 door het vrijgeven van elk element 20 de veer 21 het haakvormig deel achter de rand 14 doet haken. Bij het voortbewegen van het eindloos element 7 zullen de haken de rand 14 meenemen en zodoende de vrij draaibaar gelagerde zijwand '6. Bij het voldoende invoeren van het gewas, zal er een zekere druk 35 van het gewas op de dwarsprofielen 8 worden uitgeoefend, welke druk door middel van de haakvormige elmenten 20 op de rand 14 wordt afgevoerd. Op deze wijze wordt een bepaalde hoeveelheid gewas tot een stevige samengeperste baal gerold, waarna ♦ - 8401893 -6- t J * niet getoonde bindmiddelen de baal vast kunnen binden. Zodra de baal is vastgebonden, wordt het nokvormige bedieningsor-gaan 22 naar rechts in fig. 4 verschoven, waardoor telkens de elementen 20 niet worden verzwenkt, die zodoende bij de om-5 keerrol 10 tegen de buitenzijde van de rand 14 komen te liggen. Hierdoor komt het binnenpart van het eindloze element 7 vrij te liggen van de zijwand 6, zodat het mogelijk is het achterste gedeelte van de perskamer 5 door middel van een stuurcilinder 27 op te klappen rond het scharnier 16, hetgeen 10 in fig. 3 is getoond. Hierdoor is het mogelijk om de gevormde n baal B uit de perskamer 5 te stoten.

Het zal uit de hierbovenstaande beschrijving duidelijk zijn dat de omkeerrol 10 als wisselrol fungeert, namelijk om de haakvormige elementen 20 zowel langs de ene 15 als de andere zijde van de rand 14 van de geleidingsbaan te voeren. De omkeerrol 9, waarbij de haken telkens worden vrijgegeven door een verder niet nader beschreven vaste nokken-baan 28, die ook het omgekeerde einde van elk haakvormig element 20 bestuurd, is eveneens flexibel opgehangen alsmede de 20 geleiderol 11'. Deze flexibiliteit dient om het eindloze element 7 gespannen te houden tegen de rand 14 en om lengte verschillen op te nemen als de haken langs de binnen- respectievelijk buitenzijden van de rand 14 lopen.

Fig. 5 toont een uitvoeringsvorm die in 25 hoofdzaak overeenstemt met de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, maar waarbij de rand 30 van de geleidingsbaan loodrecht op een vaste , niet meedraaiende zijwand 31 van de perskamer is bevestigd. De rand 30 is bovendien bij de in-voeropening boven het opraaptoestel 4 onderbroken. De haken 30 32 bij elk dwarselement 8 zijn hier onverzwenkbaar aange bracht.

Aan de onderzijde is een verend opgehangen omkeerrol 34 geplaatst, bij de overgang tussen het binnen- respectievelijk buitenpart van het eindloze element 7.

35 De omkeerrol 34 is draaibaar om een as 35. De as 35 is gesteund in een zwenkarm 36, die door een niet getoond bedie-ningselementop een neer bewogen kan worden. In de hoge stand van het omkeerelement 34 zullen'-de haken 32 telkens achter de 8401893 -7- « ; stilstaande geleidingsrand 3 0 grijpen,· zie fig. 5, zodat een voldoende afsteuning van de dwarselementen 8 tijdens het rollen van een baal verzekerd is. In de lage stand van het omkeerelement 34 zullen de haken langs de buitenzijde van de 5 vaste rand 30 worden geleid, waardoor de perskamer op de hierboven beschreven wijze geopend kan worden.

Fig. 6 toont een detail van een omkeerelement 34*, dat ook in op en neer beweegbare zin is gestuurd. De vaste geleidingsrand 30' is hier naar binnen gericht ten 10 opzichte van de vaste zijwand 31', en is onderbroken bij de invoeropening van de perskamer.

Het eindloze element 7 bestaat weer uit dwars profielen 8, die aan de einden is voorzien van een staafvor-mig verlengd deel 18 waarop een rol 37 is aangebracht. De 15 rol 37 kan zowel langs de ene zijde respectievelijk andere zijde van de rand 30* van de vaste wand 31* worden geleid door een passend op en neer bewegen van de as 36, waardoor telkens bij het oploopeinde 38 van de rand 30 de rol 37 langs de boven- respectievelijk onderzijde wordt gevoerd. Op deze 20 wijze is het binnenpart van het eindloze element 7 enerzijds afge- steund op de rand 30 indien een baal wordt gevormd, terwijl anderzijds de perskamer 5 kan worden geopend door de rollen 37 aan de onder- respectievelijk buitenzijde van de rand 30 25 te voeren.

Fig. 7 toont een uitvoeringsvorm, waarvan de zijwand 39 draaibaar is gelagerd en zeshoekig is. De zijwand is voorzien van een doorlopende eveneens zeshoekige geleidingsrand, die qua funktie overeenkomt met de cirkelvormige 30 geleidingsrand 14 in fig. 2. Het eindloos element 7 is uitgevoerd met zwenkhaken die op overeenkomstig (fig. 1-4) beschreven wijze achter de rand grijpen of buitenom worden geleid. De werking van de inrichting is gelijk aan dié volgens fig. 1-4.

35 Met deze uitvoering zal het duidelijk zijn dat veelhoekige balen kunnen worden gerold, die makkelijker sta-pelbaar zijn dan een ronde.

De fig. 6 en 8 tonen verschillende uitvoe- 8401893 w ·-» -8- ringsvorraen van dwarsprofielen voor het eindloze element 7.

Zo toont fig. 6 een dwarsprofiel opgebouwd uit een tweetal symmetrisch ten opzichte van elkaar aangebrachte gelijkvormige stroken 40, 40' die met hun langsranden aan elkaar zijn 5 vastgelast. Elk profielstrook 40, 40' toont een flens 41 die is uitgevoerd met scharniermiddelen 42 voor een koppeling aan de aangrenzende profielstrook.

Zodoende wordt een dicht eindloos element 7 verkregen dat in dwarsrichting stijf is vanwege de gekozen 10 profielstroken, welke op doeltreffende wijze kunnen worden afgesteund op het passend gevormde omkeerwiel 34.

Pig. 8 toont een uitvoeringsvorm waarbij de dwarsprofielen zijn gevormd door symmetrisch ten opzichte van elkaar aangebrachte gelijkvormige profielstroken, overeenkom-15 stig die uit fig. 7, maar waarbij de flensranden 41 niet onderling zijn bevestigd, maar zijn uitgevoerd met een omgezet einde 44. De flensstroken 44 hebben een zodanige lengte dat zij elkaar overlappen in de normale werkstand, zodat ook hier een dicht eindloos element 7 wordt verkregen, zie linksboven 20 in fig. 8. Aangezien de profielen onderling niet zijn gekoppeld, zijn ze aangebracht op een eindloos flexibel element 17, zoals getoond is in fig. 1. Het eindloos element 17 kan een tandriem zijn die samenwerkt met tanden 45 op een omkeer-rol 46.

25 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschrevenuitvoeringsvormen.

8401893

Claims (22)

1. Inrichting voor het tot balen rollen van gemaaid gewas, in het bijzonder uit een over het veld beweegbaar gestel, een door het gestel gedragen perskamer, die door twee op afstand van elkaar gelegen staande wanden, en tenmin- 5 ste een daartussen aangebracht eindloos element is gevormd, welk eindloos element nabij de staande wanden telkens is voorzien van een aantal volgorganen die langs een bijbehorende baan worden gevoerd, met het kenmerk, dat elke baan is voorzien van een loodrecht op de zijwand gerichte rand, en 10 dat bij een plaats van de baan een wisselorgaan is aangebracht voor het langs de ene respectievelijk andere zijde van de rand geleiden van de volgorganen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand cirkelvormig is, waarbij de 15 rand langs de omtrek van de zijwand is bevestigd.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de volgorganen als zwenkbare haken zijn uitgevoerd.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het 20 kenmerk, dat het wisselorgaan een zwenkbaar nabij de genoemde plaats van de baan opgehangen omkeerrol voor het eindloze element is.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de as van de omkeerrol een bedieningsor- 25 gaan voor het haakvormig volgorgaan draagt.

6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het k e n m e r k, dat het bedieningsorgaan is gevormd door een schuifbaar op de as van de omkeerrol aangebrachte vrij draaibaar rol.

7. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan is gevormd door een langs de as van de omkeerrol verschuifbare excenterschijf.

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijwand een hoekige vorm vertoont, 35 waarbij de baan een overeenkomstige hoekige gestalte heeft. 8401893 -10-

9. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de rand van de baan aan een vaste zijwand is aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het 5 kenmerk, dat de rand van de baan bij de invoeropening van de perskamer is onderbroken.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de volgorganen elk een langs de rand voerbare, en roteerbare rol vertonen.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eindloze element langs omkeerrollen is geleid die in het gestel flexibel meegevend zijn opgehangen.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het 15 kenmerk, dat een tweede geleide baan voor de volgorganen buiten om de eerstgenoemde geleide baan is aangebracht.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de tweede geleide baan is voorzien van een scharnier waarvan de scharnieras evenwijdig aan de dwarspro- 20 fielen van het eindloze element loopt.

15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eindloos element is uitgevoerd met profielen die buisvormig zijn.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het 25 kenmerk, dat de buisvormige profielen zijn samengesteld uit symmetrisch tegenover elkaar aangebrachte profielstroken.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de profielstroken gelijkvormig zijn.

18. Inrichting volgens conclusie 16 en 17, met 30 het kenmerk, dat elke profielstrook een flensrand heeft

19. Inrichting volgens conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de flensranden onderling scharnierend zijn verbonden.

20. Inrichting volgens conclusie 16-18, met 35 het kenmerk, dat de buisvormige profielen zijn aangebracht op twee of meer eindloze flexibele elementen, waarbij 8401893 - « -11- de aangrenzende flensranden van de buisvormige profielen elkaar overlappen.

21. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk buisvormig profiel 5 is voorzien van een volgorgaan.

22. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bindinrichting voor het aanbrengen van het bindmiddel om een gevormde baal is aangebracht. « c 8401893