NL8005666A - Inrichting voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro voor het direct op de plaats van bestemming gedoseerd verdelen van de verkregen produkten of stoffen. - Google Patents

Description

» 4 h 'i <? • vo 1061

Betr.: Inrichting voor het oprollen van cylindrische halen hooi of stro voor het direct op de plaats van bestemming gedoseerd, verdelen van de verkregen produkten of stoffen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro voor het onmiddellijk op de plaats van bestemming gedoseerd verdelen van de genoemde produkten of stoffen.

5 Zoals bekend is in de laatste tijd in de landbouw een nieuwe techniek voor het verwerken van stro en hooi in balen steeds meer verbreid, waarin wordt voorgesteld, dat geschikte z.g. rotopersen worden gebruikt, welke ter plaatse cylindrische balen met afmetingen van normaliter 120 tot 150 cm hoogte en 150 tot l80 cm in diameter vormen, 10 waarvan het gewicht 600 tot 800 kg bedraagt.

De toepassing van een dergelijk systeem is voordelig zowel met het oog op de kwaliteit van het produkt, dat niet zoals in het geval van persen met horizontale zuiger voor het vormen van balen in de vorm van een parallellepipedum beschadigden onderverdeeld wordt, alsook 15 en vooral uit het oogpunt van arbeid en behandeling, in zoverre, dat een bediener in staat is, balen te maken, deze ter plaatse op te laden en de op deze wijze verkregen balen te transporteren en in voorraden in het stuwbereik te stapelen.

Men heeft echter aanzienlijke moeilijkheden bij het gebruik van 20 de op deze wijze tot balen verwerkte produkten ondervonden, in zoverre, dat de afmeting en het gewicht van de cylindrische balen met zekerheid een gemakkelijk hanteren bij het verdelen en doseren van hooi en stro op de plaats van bestemming, niet mogelijk maken.

De huidige techniek verschaft inrichtingen welke slechts ten 25 dele aan bovenbedoelde eisen voldoen. In de meeste gevallen wordt in feite de cylindrische baal met de hand gerold, doordat men deze eenvoudig over de grond rolt, waarna de lagen, welke losgelaten zijn, met de hand of met behulp van vorken verdeeld worden.

In de meeste gevallen wordt de cylindrische baal met behulp 30 van van speciale messen voorziene motorzagen in schijven verdeeld, hetgeen echter het nadeel heeft, dat de behandeling bij het scheiden en bij het snijden een aanzienlijke hoeveelheid arbeid vereist, terwijl de daaropvolgende handelingen met betrekking tot het verdelen steeds met de hand dienen te geschieden.

8005863 -2-

Er worden ook mechanisdie inrichtingen gebruikt, welke aan een trekkend voertuig of een trekker gehangen moeten worden, welke de cy-lindrische halen in het midden van de heide afsluitvlakken of basisvlakken aangrijpen en over de grond rollen, terwijl zij deze meenemen.

5 Bij een dergelijk systeem is echter de hoeveelheid opgewikkeld hooi of stro toevallig en het is steeds noodzakelijk, dat aansluitend handarbeid nodig is cm het gesneden produkt te verdelen en te doseren.

Het doel van de onderhavige uitvinding bestaat daarin, de bovenbeschreven nadelen met betrekking tot de bekende systemen te ondervangen, 10 door het verschaffen van een inrichting, welke geen ingrijping met de hand verlangt en het mogelijk maakt, dat de cylindrische banen naar de plaats van bestemming worden getransporteerd, waarbij de gedoseerde verdeling van het gesneden produkt kan plaatsvinden en dit zeer nauwkeurig daar kan worden afgeladen, waar het gewenst is.

15 Een ander belangrijk doel van de uitvinding bestaat daarin, een inrichting met eenvoudige en zekere werking te verschaffen, welke weinig plaats inneemt zodanig dat het transport gemakkelijk gemaakt en toepassing in alle gevallen, ook binnen stallen van zeer kleine afmetingen, mogelijk wordt.

20 Deze en nog andere doelstellingen welke nog zullen worden be sproken, worden door de inrichting volgens de uitvinding voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro voor het gedoseerd verdelen van de verkregen produkten of stoffen ter plaatse waar dit nodig is, bereikt, doordat de nieuwe inrichting een achter een trekkend voertuig 25 te bevestigen wagen en op deze wagen een in hoofdzaak horizontale tap bezit, welke uitstekend in hoofdzaak evenwijdig aan de bewegingsrichting van de wagen is aangebracht en geschikt is in axiale richting in een cylindrische baal hooi of stro gevoerd te worden, dat bovendien verstelmiddelen voor het veranderen· van de hierbij evenwijdig aan 30 zichzelf blijvende tap uit een zijdelingse oplichtplaats in een bovenste laadstand en omgekeerd bevat, dat de inrichting voorts een in hoofde zaak horizontale eindloze transporteur bezit, welke in dvarsrichting is aangebracht en ertoe dient, de daarop gezette en met behulp van de tap vastgehouden cylindrische balen te ondersteunen en op te rollen, 35 dat een van uitstekende tanden of dergelijke voorzien draaibaar verdeel- v 8005863 * * -3- η * £ orgaan aanwezig is, dat in de nabijheid van het afgifteeinde van de transporteur is aangebracht en ertoe dient de van de door de transporteur opgerolde cylindrische balen komend hooi of stro te verdelen en zijdelings af te voeren, en tenslotte motorische aandrijfïniddelen voor het bedienen 5 van de transporteur en het verdeelorgaan bevat.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding heeft de nieuwe inrichting teneinde een nauwkeurige regeling en bestemming voor de hoeveelheid hooi of stro tijdens het verdelen te verkrijgen, een evenwijdig aan de as van de tap zich uitstrekkende, boven de as van de transporteur 10 en in de bewegingsrichting achter het verdeelorgaan aangebrachte snij-inrichting, welke ertoe dient, van de op de transporteur in afwikkeling zich bevindende cylindrische balen een laag uit stro of hooi met in hoofdzaak constante hoogte af te snijden.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken: uit 15 de gedetailleerde beschrijving van een de voorkeur verdienende, echter niet uitsluitende uitvoeringsvorm voor een inrichting voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro of dergelijke en voor het gedoseerd verdelen van deze produkten rechtstreeks op de plaats van de verbruiker. In de tekening toont: 20 fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een inrichting vol gens de uitvinding; fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 in zijaanzicht; fig. 3 de aan een trekker gehangen inrichting volgens fig. 1 na het opladen van een cylindrische baal in zijaanzicht; 25 fig. U de inrichting volgens fig. 3 in bovenaanzicht in een stand direct na het opladen van een cylindrische baal; fig. 5 de inrichting vólgens fig. 3 in vooraanzicht in een stand, waarin een cylindrische baal wordt opgenomen; fig. 6 de inrichting volgens fig. 5 in een stand waarin een 30 cylindrische baal wordt afgeladen; en fig. T een hydraulisch schema voor de bedieningsorganen van de inrichting.

In de tekening is de inrichting als geheel door 1 aangeduid en omvat een wagen 2, welke aan een trekker 3 gehangen kan worden. Juister 35 gezegd bevat de bedoelde wagen een frame, dat aan de achterzijde van 8005666 \ J s 4 \ i twee stuurwielen \ en aan de voorzijde van ‘bevestigingsmiddelen 5 voorzien is, welke geschikt zijn voor het aanhangen aan de drie punten van een hydraulisch hechttoestel, dat normaliter hij trekkers voor het gebruik in de landbouw aanwezig is; volgens fig. 1 zijn twee van deze 5 bevestigingsmiddelen 5 aanwezig, terwijl een derde, niet verder weergegeven bevestigingsmiddel van telescopisch type is, cm op deze wijze stoten van de wagen te verhinderen, wanneer deze op achteruit rijden is ingesteld. Het aanhangen van de inrichting aan het hydraulische hef-toestel van de trekmachine maakt het overigens extra mogelijk om behalve 10 het trekken ook een schuine stand van de inrichting in de beladingsfase te verwezenlijken.

Voor de bediening van de inrichting is een hydraulisch systeem aanwezig, dat met behulp van de voorste as 6 (fig. 1, 5» 6) in werking gesteld kan worden, welke mét de aandrijving van de trekker te verbinden 15 is.

Boven de as 6 zijn stuurhefbomen 7 aangebracht, welke ertoe dienen, de inrichting in functie te brengen.

Op het frame van de wagen 2 is een eindloze transporteur 8 aangebracht, welke een in hoofdzaak horizontale stand heeft en uit een aan-20 tal profielstukken bestaat, welke naast elkaar en onderling evenwijdig op een paar kettingen 9 (fig. 2) bevestigd zijn, welke op geschikte afstanden van elkaar aangebracht en als eindloze kettingen over ketting-wielen 10 en 11 gevoerd zijn. Bedoelde transporteur is in een richting haaks op de transportinrichting van de wagen 2 aangebracht en strekt 25 zich in hoofdzaak over de gehele wagen uit, om. op deze wijze een onder-steuningsvlak voor cylindrische balen 12 te vormen. Wanneer men de transporteur in de richting van de pijl A (fig. 1 en 2) laat lopen, vindt oprollen van een cylindrische baal 12 plaats, welke op de transporteur is gelegd, zoals nog nader wordt beschreven.

30 Voor het opladen van de balen 12 op de transporteur 8 is een landinrichting aanwezig, welke een tap 13 bezit, welke uitstekend is aangebracht en waarvan de as evenwijdig aan de de transporteur 8 vormende profielstukken verloopt en bij normale bewegingsrichtingen .evenwijdig aan de transportinrichting van de wagen 2 loopt.

35 De tap 13 wordt gevormd door een buisvormige stang, welke 8005666 * ·* ' -5- * aan de voorzijde is aangepunt en aan een einde uitstekend op een arm 1¾ is bevestigd, welke op zijn "beurt bij 15 op bet einde van een andere aim 16 steunt. Deze laatste is in een punt 17 aan het frame van de wagen 2 bevestigd en cm het punt 17 verstelbaar met behulp van een hydraulische, 5 dubbelwerkende cylinder 18, welke enerzijds met het frame van de wagen en anderzijds met het buitenpunt 19 van de arm 16 verbonden is (fig. 1, 5, 6).

Een andere hydraulische, dubbelwerkende cylinder 20 is enerzijds met de arm 16 en anderzijds met de arm lU verbonden, zodat men op deze 10 wijze deze laatste t.o.v. de arm 16 kan verstellen, doordat deze cm het scharnierpunt 15 draait.

Wanneer men op geschikte wijze de beide genoemde hydraulische cylinders 8 en 20 in werking stelt, kan de tap 13 evenwijdig uit zichzelf uit een zijdelingse opraap- of opneemstand (fig. 1, k, 5) in een opge-15 lichte laadstand (fig. 6) gezwenkt wonden en omgekeerd.

Brengt men voor het opnemen van een cylindrische baal 12, welke op de grond ligt, de tap 13 ter hoogte van de as van de baal en dan zodanig wordt gemanoeuvreerd, dat de wagen 2 gaat terugbewegen, waarbij de richting van deze beweging evenwijdig aan de as van de op te nemen of 20 op te lichten baan verloopt, tot de tap in de baal volgens de langs as ingevoerd of ingestoken wordt, waarbij gebruik wordt gemaakt van het feit, dat het centrale gedeelte van de baal het hooi of het stro minder compact is dan in de overige delen van de baal. Wanneer de tap 13 geheel in de cylindrische baal is gedrongen, licht men deze door de bediening 25 van de hydraulische cylinders 18 en 20 op en de baal 12 wondt op de transporteur 8 gezet, welke, zoals nog zal blijken, het oprollen bewerkstelligt .

Cta een regelmatig oprollen met vorming van een materiaallaag van constante dikte te verkrijgen, is overigens een snijorgaan 21 aan-30 wezig, dat over de transporteur 8 gemonteerd is en op enige afstand daarvan en dat zich in horizontale richting, evenwijdig aan de profiel-ètukken uitstrekt, die de transporteur vormen.

Dit snijorgaan bestaat op bekende wijze uit een paar getande of van tanden voorziene snijkanten, welke axiaal t.o.v. elkaar beweeg-35 baar zijn, welk orgaan zodanig is aangebracht, dat dit in hoogterichting S 0 ö 5 3 3 6 • ’ -6- verstelbaar is en de helling van de bovenste messen veranderd kan worden, zodanig dat men op deze wijze een geschikte regeling van de dikte van de laag, welke 'continu gesneden of afgescheiden wordt, kan verkrijgen.

Het snijorgaan 21 is in de nabijheid van het. .afvoereinde van de trans-5 porteur 8 aangebracht.

De inrichting bevat voorts een verdeelorgaan, dat uit een draaibare as 22 bestaat, waarvan de hartlijn evenwijdig aan de profiel-stukken loopt, welke de transporteur 8 vormen, of waarvan de as evenwijdig aan die van de tap 13 loopt. Deze as is van een aantal uitste-10 kende, flexibele tanden voorzien, welke volgens een spiraal over de - gehele lengte van de as zijn aangebracht.

De as 22 wordt in de bewegingsrichting gezien achter de snij-inrichting 21 aangebracht en wordt met behulp van een riemoverbrenging 23 (fig. l) gedraaid, die op zijn beurt de beweging van de transporteur 1? 8 of juister gezegd van de as 10a (fig. 7) verkrijgt, welke de ketting- wielen 10 dragen, waarom de kettingen van de transporteur geslagen zijn.

Er is voor gezorgd, dat de omtrekssnelheid van de tanden 22a groter is dan die van de transporteur 8, zodanig, dat men vanwege deze 20 tanden een afbladderen van de materiaallaag verkrijgt, welke continu van de op de transporteur gezette eylindrische baal wordt afgewikkeld, waarbij men op deze wijze een regelmatige verdeling van het gesneden materiaal verkrijgt.

Overigens, is de as 22 aan zijn einden op twee armen 2h gelegerd, 25 welke uitstekend aan het frame van de wagen 2 bevestigd zijn en hierbij onder een hoek verstelbaar zijn, zodanig, dat men naar believe binnen bepaalde grenzen de hoogte van de as t.o.v. de grond kan variëren, cm op deze wijze te bereiken, dat het gesneden materiaal een veranderlijke baan doorloopt, zodanig, dat men dit op grotere of kleinere af-30 stand van de inrichting kan afleggen.

In het schema volgens fig. 7 is het hydraulische systeem voor het bedienen van de verschillende organen van de inrichting weergegeven.

Er is voor gezorgd, dat de as 6, welke door middel van een 35 cardankoppeling 6a aan de mot or aandrijving van de trekker is bevestigd, 8005353 % -7- gelijktijdig twee pompen 2k en 25 via een toerental everzetinrichting 26 in werking krengt.

De pomp 2k onttrekt olie uit het voorraadsreservoir 27 en levert deze aan. de verdeler 28, welke de hydraulische motor 29 bedient, welke 5 motor het snijorgaan 21 in werking stelt; van de motor 29 keert het ar-beidsmedium weer naar het voorraadsvat 27, via de verdeler 28, terug.

De andere pomp 25 onttrekt ook olie uit het voorraadsreservoir 27, cm dit naar de verdeler 30 te leveren, welke de hydraulische cylinders 18 en 20 en via de leidingen 31 een hydraulische motor 32 voedt, welke 10 de as 10a doet draaien (welke de transporteur 8 en via de overbrenging 23 de as 22 van de verdeelinrichting in beweging zet).

De werking van de bovenbeschreven inrichting is als volgt:

Nadat men de inrichting op achteruitlopen heeft ingesteld, zodanig, dat de tap 30 volgens de as van de cylindrische baan 12 ingevoegd of 15 ingestoken kan worden (fig. k en 5) wordt deze opgencmen en opgelicht door werking van de hydraulische cylinder 28, totdat de baal op de transporteur 8 is' gezet (fig. 3 en 6). Alsdan bewerktstelligt het continu bewegen van de transporteur 8, terwijl de inrichting door de trekker 3 naar voren wordt getrokken, het draaien van de cylindrische baal 12 20 cm de tap 13, waarop de baal geschoven is, en op deze wijze begint het oprollen van de baal. In deze fase wordt de hydraulische cylinder ontlucht, zodanig, dat de baal 20 in de mate, waarin deze wordt af gewikkeld, en op grond van zijn eigen gewicht kan zakken, om steeds op de transporteur te blijven liggen, terwijl de tap 13 vrij is een baan 25 in de vorm van een cirkelboog af te leggen, waarvan het midden in de as van het scharnier 15 ligt, waarbij deze langzamerhand de transporteur nadert. In het geval dat de hechting tussen de baal 12 en de transporteur 8, hetgeen door het eigen gewicht bewerkstelligd en bepaald wordt, niet voldoende is cm een draaien van de baal zelf te garanderen, is het 30 mogelijk, de hydraulische cylinder 20 in die zin te activeren, dat deze de arm ik naar omlaag stoot, waardoor cp deze wijze de tap 13 in de richting van de transporteur wordt gedrukt. De tap 13 kan ook worden versteld, doordat men de hydraulische cylinder 18 in werking stelt, zodanig, dat deze op geschikte wijze op de transporteur 8 wordt ingesteld.

35 De draaibeweging blijft voortgaan, totdat de cylindrische baan geheel is 8 0 0 5 c 6 6 -8- afgewikkeld, waarbij op deze wijze het aflossen van de draaiende massa van de materiaallaag met veranderlijke dikte wordt bewerstelligd, welke door de transporteur en door het draaiende verdeelorgaan 22-22a getransporteerd wordt, om terzijde van de inrichting in de richting van ^ die zone af gevoerd te worden, waarin de toepassing plaatsvindt.

Wanneer men een grotere uniformiteit of gelijkmatigheid in de verdeling van het materiaal wenst te verkrijgen, dan wordt ook het snij-orgaan 21 in werking gesteld, welke een doorsnijding volgens een beschrijvende lijn van de cylindrische baal bewerkstelligt, wanneer deze cm de tap 13 draait. Tegelijkertijd wordt de hydraulische cylinder 18 ontlucht, zodanig, dat de baal 12 in de richting van de messen kan verstellen, waarbij op deze wijze steeds weer nieuw materiaal voor de snijinrichting kcrnt.

De snijdikte (welke 'door de afstand tussen de snijranden en de jj. daaronder liggende transporteur wordt bepaald) blijft foor een bepaalde instelling constant. Uiteraard kan deze dikte naar believe gevarieerd worden, doordat men het snijorgaan naar omhoog of naar omlaag met betrekking tot de transporteur brengt, zo ook de snijhoek geregeld kan worden, doordat men de snijkant met betrekking tot de transporteur 2Q min of meer schuin stelt of doet hellen.

Dientengevolge blijft na de regeling, doordat men de draaisnelheid van de verschillende organen constant houdt, de gesneden hoeveelheid, welke onder de messen doorloopt, constant en dientengevolge ook de hoeveelheid materiaal, dat met behulp van het verdeelorgaan 22-22a 2^ op de grond wordt afgeladen.

Uiteraard verhoogt men, wanneer men de snijdikte verhoogt (dóórdat men de eenheid 21 met betrekking tot de transporteur 8 naar omhoog beweegt) ook de hoeveelheid gesneden materiaal bij elke omwenteling van de cylindrische baal, zodanig, dat men op deze wijze een 2q nauwkeurige dosering van het materiaal in de zone, waar dit wordt gebruikt, al naar gelang de vereisten, verkrijgt.

Het verdeelorgaan 22-22a bewerkstelligt dan een gelijkmatige verdeling van het materiaal, zodanig, dat vermeden wordt, dat lege zones worden gevormd, terwijl het materiaal zelf cp geschikte wijze 2ij op die zone wordt gericht, waar het moet worden gebruikt (wanneer de 8005663 -9- as 22 wordt gelicht, zal het materiaal een haan volgen, die langer is, zodanig, dat het materiaal op een grotere afstand van de inrichting kan worden afgeworpen).

Op deze wijze is het mogelijk een gelijkmatige verdeling te ver-5 krijgen, welke nauwkeurig gedoseerd is, waarbij het materiaal direct in de zone waar dit gebruikt moet worden, wordt af gelegd, b.v. in de voeder-trog van een stal.

Doordat de beweging van de transporteur en het snij orgaan via de > hydraulische motoren 32 en 39 als gevolg van het draaien van de as 6 10 wordt verkregen, welke de pompen 2h en 25 bedient, welke as met de kracht-aandrijving van de trekker verbonden is, zal de snelheid van deze organen zijn aangepast aan de voortbewegingssnelheid van de inrichting over de 'grond, zodat steeds een gelijkmatige verdeling bij elke voortbewegingssnelheid wordt verkregen.

15 Het gebruik van hydraulische motoren maakt overigens een gemakke lijke omkering van de arbeidsbewegingen mogelijk, zodanig, dat b.v. de transporteur een beweging gaat maken, die omgekeerd is aan die van de pijl A volgens fig. 1, om het afladen op een plaats te bewerkstelligen, welke tegengesteld is aan die, welke beschreven is.

20 Dit amkeren maakt het overigens mogelijk dat men gemakkelijk eventuele verstoppingen met materiaal op de met de messen overeenstemmende plaatsen kan verhinderen.

Uiteraard kan de inrichting zijn voorzien van niet weergegeven zijdelings leuningen of banden, met behulp waarvan het door de trans-25 porteur bewogen materiaal vastgehouden en geleid kan worden.

De op deze wijze uitgevoerdeinrichting kan zonder buiten het kader van de uitvinding te treden ook anders zijn opgebouwd. Zo kan b.v. de hefinrichting en de inrichting voor het oplichten van de cylindrische balen op andere wijze dan boven beschreven zijn uitgevoerd, doordat men 30 in plaats van een tap 13 twee tegenover elkaar gelegen tappen toepast, welke op de wijze van een tang naar elkaar toe en van elkaar af bewogen kunnen worden zodanig, dat zij in de beide einden van de badl volgens de as in een baal gevoerd kunnen worden.

8005668

Claims (7)

1. Inrichting voor het oprollen van cylindrische "balen hooi of stro voor het direct op de plaats van "bestemming gedoseerd verdelen van de verkregen produkten of stoffen, met het kenmerk, dat deze een achter aan een trekkend voertuig te "bevestigen wagen en op deze wagen een in hoofd-5 zaak horizontale tap "bezit, welke uitstekend in hoofdzaak evenwijdig aan de voorthewegingsrichting van de wagen aangebracht en hierbij geschikt is, in axiale richting een cylindrische baal hooi of stro gevoerd te worden, dat de inrichting bovendien stelmiddelen voor het verstellen van de hierbij evenwijdig aan zichzelf blijvende tap uit een 10 zijdelingse ophef in een bovenste laadstand en omgekeerd bevat, dat de inrichting voorts een in hoofdzaak horizontale, eindloze transporteur heeft, welke in dwarsrichting is aangebracht en ertoe dient, de daarbij gezette en met behulp van de tap vastgehouden cylindrische balen te ondersteunen en op te rollen, dat de inrichting daarenboven een van uitstekende 15 tanden of dergelijke voorzien, draaibaar verdeelorgaan bevat, dat in de nabijheid van het afvoerèinde'van de transporteur is aangebracht en ertoe dient, het van de door de transporteur opgerolde cylindrische balen kamende hooi of stro te verdelen en'zijdelings af te voeren en dat de inrichting tenslotte motorische aandrijfmiddelen bevat voor het bedienen 20 van de transporteur en het verdeelorgaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze een evenwijdig aan de as van de tap zich uitstrekkende, boven de as van de transporteur en in hoogteiichting t.o.v. het verdeelorgaan aangebrachte snijinrichting heeft, welke ertoe dient, van de cp de transporteur 25 zich in afwikkeling bevindende cylindrische balen een laag uit stro of hooi met in hoofdzaak constante hoogte af te snijden.

3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het verstellen van de-tap evenwijdig aan zichzelf, twee aan hun einden met elkaar verbonden armen bevatten, waarvan de eerste 30 de tap uitstekend draagt en de tweede op het frame van de vagen is bevestigd en welke verstelmiddelen voorts een tussen de tweede aim en het frame van de wagen geschakelde eerste dubbelwerkende, hydraulische cylinder voor het verstellen van de tweede arm met betrekking tot de wagen en een tweede dubbelwerkende hydraulische cylinder bevatten, welke 35 tussen de eerste en de tweede arm geschakeld is en ertoe dient, de eerste 8005665 -liana met "betrekking tot de tweede arm te verstellen. 1+. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de wagen aan zijn voorzijde met verbindingsorganen voor het aahhangen aan drie punten van éen hydraulisch heftoestel van een trekkend voertuig en aan 5 de achterzijde van een paar stuurwielen voorzien is. 5» Inrichting volgens conclusies 1-1+, met het kenmerk, dat de snij-inrichting in hoogte verstelbaar is, om op deze wijze de dikte van de op de transporteur gezette "balen afgesneden materiaallaag in te stellen.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de snij-10 inrichting schuin ingesteld kan worden, opdat op deze wijze de helling of de schuine stand van de messen met "betrekking tot de transporteur veranderd kan worden.

7. Inrichting volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, cht heb draaibare verdeelorgaan uit een t.o.v. de tap evenwijdig, naar omlaag be- 15 weegbaar in de snij inrichting aangebrachte as bestaat, welke over de gehele lengte van radiale, volgens een spiraal aangebrachte tanden voor- ê zien is, waarvan de cmtrekssnelheid groter is dan de verstelsnelheid van de transporteur.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de as van 20 de roterende verdeler aan eindarmen is aangebracht, welke onder een hoek verstelbaar zijn, cm de hoogtestand van de as met betrekking tot de grond of een betreffende laag te veranderen.

9. Inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de beweging van de verschillende arbeidsorganen van een hydraulische eenheid 25 worden afgeleid, welke door tenminste één met de motorische aansluiting van het trekkende voertuig gedreven pomp gevoed wordt en welke een hydraulische motor voor het bedienen van de transporteur en het verdeelorgaan en een andere hydraulische motor voor het bedienen van de snij-inrichting bevat. __ 8005666