NL8401038A - Frituurinrichting. - Google Patents

Description

4& . . - T/Atag-46

Frituurinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een frituurinrich-ting omvattende een gestel, een met het gestel verbonden, aan de bovenzijde open houder voor een frituurvloeistof, een onder een bodemvlak van de houder geplaatste gasbrander en af-5 voermiddelen voor het afvoeren van verbrandingsgassen.

Dergelijke gasgestookte frituurketels zijn algemeen bekend en worden in het bijzonder professioneel gebruikt. Het opwarmen van het frituurvet of de -olie in de gewoonlijk van roestvaststaalplaat vervaardigde houder duurt geruime tijd.

10 Ook het weer op de juiste temperatuur brengen van het vet nadat een te frituren produkt is ingebracht, neemt enige tijd in beslag.

Het doel van de uitvinding is een frituurinrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen die een 15 kortere opwarmtijd heeft.

Dit doel wordt bij een frituurinrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de houder door gieten van een alu-miniumlegering is vervaardigd, waarbij aan de naar de gasbrander toe gekeerde zijde van het bodemvlak oppervlak-vergroten-20 de elementen zijn aangegoten en dat het met de frituurvloeistof in contact komende binnenoppervlak door een oppervlakbe-handeling is gehard. Ondanks de ten opzichte van een houder van roestvaststaalplaat grotere wanddikte van een gegoten houder, wordt toch een aanzienlijk kortere opwarmtijd bereikt.

25 Doordat bij een houder volgens de uitvinding een zeer goed warmtetransport in de houder zelf optreedt, verkrijgt de houder een zeer gelijkmatige temperatuur. Hierdoor kan door de gasbrander meer warmte worden toegevoerd zonder dat het gevaar bestaat dat plaatselijk in de wand van de houder te hoge 30 temperaturen optreden waardoor het daarmee .in contact verkerende frituurvet oververhit zou geraken.

Een bijkomend voordeel is dat het te frituren produkt sneller klaar is, doordat de daling van de temperatuur van het vet door het inbrengen van het koude produkt snel wordt 35 gecompenseerd.

8401038 2

Verderevoordelen van de inrichting volgens de uitvinding zijn dat het vet een langere levensduur heeft omdat geen oververhitting optreedt. Door de bijzonder gelijkmatige en lage temperatuur van de verhitte houderwand kan ook volstaan 5 worden met een relatief kleine hoeveelheid vet aangezien geen buffervolume nodig is ter voorkoming van oververhitting. Dit draagt verder bij tot een korte opwarmtijd.

Dit frituurinrichting volgens de uitvinding heeft ook een hoog rendement. In het bijzonder wanneer de oppervlak-ver-10 grotende elementen zich radiaal uitstrekkende ribben zijn wordt een grote besparing in energie bereikt ten opzichte van de bekende inrichtingen. Gebleken is dat bij een op deze wijze uitgevoerde frituurinrichting 20 a 25% minder gas wordt gebruikt, terwijl toch de bovengenoemde voordelen worden be-15 reikt.

Een fabrikagetechnisch gunstige uitvoering van de frituurinrichting volgens de uitvinding wordt verkregen wanneer volgens een ander aspect van de uitvinding de afvoermiddelen een aan de houder aangegoten, zich over een aanzienlijk deel 20 van de omtrek van de houder en tot onder het niveau van het bodemvlak uitstrekkende wand omvat. Hierdoor is een afzonderlijke rookgaskast om de houder heen overbodig, zodat het aantal onderdelen van de frituurinrichting sterk wordt beperkt.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden uit-25 eengezet aan de hand van in de tekeningen getoonde uitvoering svoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht met weggebroken delen van een frituurinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een gedeeltelijke doorsnede van de in-30 richting van fig. 1, volgens een vlak dwars op de voorzijde daarvan.

Fig. 3 toont een onderaanzicht volgens de lijn III-III in fig. 2, van alleen de houder van de frituurinrichting.

Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm van een hou-35 der volgens de uitvinding.

De frituurinrichting1 van fig. 1 omvat een gestel 2 in de vorm van een kast, die aan de voorzijde voorzien is van een scharnierende deur 3. In de kast 2 is een horizontaal mon-tagevlak 4 gevormd waarin een houder 5 voor frituurvet is ge 8401038 3 monteerde De houder is volgens de uitvinding door gieten vervaardigd van een aluminiumlegering. Aan de houder is een flens 13 aangegoten- De houder 5 rust met de flens 13 op het montagevlak 4, en is door bouten daarmee verbonden. Het ge— 5 stel 2 omvat verder een bovenvlak 6, waarvan een omgezette rand 7 in de opening van de houder 5 grijpt.

Onder het bodemvlak van de houder 5 is een gasbrander 8 geplaatst. Aan deze brander 8 wordt via een regelkraan 9 gas uit een gasleiding 10 toegevoerd.

10 Aan de voorzijde van de kast 2 zijn een aantal op f zichzelf bekende bedieningsorganen 11 aangebracht, zoals organen voor het instellen van de gewenste temperatuur van het frituurvet, en bedieningsmiddelen voor een waakvlam.

De door de gasbrander 8 geproduceerde rookgassen, die 15 in fig. 1 en 2 aangegeven zijn met pijlen 17, worden door af-voermiddelen 15 uit de kast afgevoerd. De frituurinrichting 1 kan onder een afzuigkap worden geplaatst, die de rookgassen verder naar buiten afvoert.

De afvoermiddelen 15 omvatten een zich om de houder 20 uitstrekkende rookgaskast 16.

Het bodemvlak 19 van de houder 5 loopt naar het midden toe af. In het midden van het bodemvlak is een zak 18 gevormd waarin een kruimvanger 21 is geplaatst. Kleine delen van te frituren produkten die in de houder achterblijven ver-25 zamelen zich in de kruimvanger 21 die periodiek uit de zak 18 genomen kan worden en geleegd kan worden. Onder in de zak 18 is een schroefstop 20 aangebracht. Wanneer het vet vervangen moet worden wordt de schroefstop 20 los gedraaid, waarna het in de houder aanwezige vloeibare vet in een onder de houder 30 geplaatste emmer kan stromen. Deze emmer 12 is in fig. 1 met stippellijnen aangegeven.

Doordat de houder van de frituurinrichting volgens de uitvinding gegoten is, kunnen de hoeken 28 daarin op eenvoudige wijze afgerond worden uitgevoerd. Dit is voor het reinigen 35 van de houder, na het aftappen van het vet zeer gunstig.

Het binnenoppervlak 27 van de houder is met een op zichzelf bekende oppervlakbehandeling gehard.· Deze voor aluminium onder de naam "hardcoaten" bekende behandeling zorgt ervoor dat het binnenoppervlak kras- en slijtvast is. Bovendien 8401038 ·* JA ^ 4 is het aldus behandelde aluminium ongevoelig voor aantasting door het frituurvet.

Aan het bodemvlak 19 van de houder 5 zijn oppervlak-vergrotende elementen 22 aangegoten. Deze elementen kunnen 5 bijvoorbeeld pennen of ribben zijn. Volgens de in de figuren getoonde voorkeursuitvoeringsvorm worden de oppervlak-vergro-tende elementen 22 gevormd door zich in radiale richting uitstrekkende ribben 23. Deze zorgen voor een bijzonder goede warmte-uitwisseling tussen de hete verbrandingsgassen van de 10 gasbrander 8 en de wand van de houder 5.

In fig. 2 wordt nog getoond dat in de houder 5 een steun 24 is aangegoten, waarin kanalen zijn geboord voor het opnemen van temperatuurvoelers 29, 30. Deze temperatuurvoe-lers dienen zoals op zichzelf bekend voor de thermostatische 15 regeling van de temperatuur van het frituurvet en voor een oververhittingsbeveiliging.

De in fig. 4 in doorsnede getoonde houder 35 komt grotendeels overeen met de eerder beschreven houder 5 van de inrichting 1. Ook de houder 35 omvat een montageflens 36, waar-20 mee deze in een gestel kan worden gemonteerd. Bij deze voorkeur suitvoerings vorm is aan de montageflens 36 een wand 37 aangegoten die zich over een aanzienlijk deel van de omtrek van de houder uitstrekt tot onder het niveau van het bodemvlak daarvan. Deze wand 37 vervult de functie van de rookgas-25 kastwand 16 bij de inrichting van fig. 1. Door de houder 35 op deze wijze uit te voeren, wordt het aantal onderdelen van de frituurinrichting volgens de uitvinding beperkt, hetgeen • de montagewerkzaamheden en daardoor de fabrikagekosten van de inrichting volgens de uitvinding kan beperken.

30 Hoewel bij de getoonde en beschreven uitvoeringsvoor- beelden van de frituurinrichting volgens de uitvinding de houder een rechthoekige basisvorm heeft, kan de houder ook uitgevoerd worden met een ronde basisvorm, zoals eveneens gangbaar is.

8401038

Claims (3)

1. Frituurinrichting (1) omvattende een gestel (2), een met het gestel (2) verbonden/ aan de bovenzijde open houder (5) voor een frituurvloeistof, een onder een bodemvlak (19) van de houder (5) geplaatste gasbrander (8) en afvoermid- 5 delen (15) voor het afvoeren van verbrandingsgassen (17), met het kenmerk, dat de houder (5) door gieten van een aluminiumlegering is vervaardigd, waarbij aan de naar de gasbrander (8) toe gekeerde zijde van het bodemvlak (19) oppervlak-vergrotende elementen (22) zijn aangegoten en dat 10 het met de frituurvloeistof in contact komende binnenopper-vlak (27) door een oppervlakbehandeling is gehard.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de oppervlak-vergrotende elementen (22) zich radiaal uitstrekkende ribben (23) zijn. 15

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afvoermiddelen (15) een aan de houder (35) aangegoten, zich over een aanzienlijk deel van de omtrek van de houder (35) en tot onder het niveau van het bodemvlak uitstrekkende wand (37) omvat. @401038