NL8303883A - Magnetisch registreermedium. - Google Patents

Magnetisch registreermedium. Download PDF

Info

Publication number
NL8303883A
NL8303883A NL8303883A NL8303883A NL8303883A NL 8303883 A NL8303883 A NL 8303883A NL 8303883 A NL8303883 A NL 8303883A NL 8303883 A NL8303883 A NL 8303883A NL 8303883 A NL8303883 A NL 8303883A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic
layer
recording medium
magnetic recording
organosilane compound
Prior art date
Application number
NL8303883A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8303883A publication Critical patent/NL8303883A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/72Protective coatings, e.g. anti-static or antifriction
    • G11B5/725Protective coatings, e.g. anti-static or antifriction containing a lubricant, e.g. organic compounds
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/62Record carriers characterised by the selection of the material
    • G11B5/68Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent
    • G11B5/70Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer
    • G11B5/71Record carriers characterised by the selection of the material comprising one or more layers of magnetisable material homogeneously mixed with a bonding agent on a base layer characterised by the lubricant
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10S428/90Magnetic feature
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31652Of asbestos
    • Y10T428/31663As siloxane, silicone or silane

Landscapes

  • Paints Or Removers (AREA)
  • Magnetic Record Carriers (AREA)
  • Lubricants (AREA)

Description

Br/Bl/lh/1594
Magnetisch registreerraedinm.
De uitvinding heeft betrekking op magnetische regi-streermedia die een magnetische laag op een niet-magnetische drager bezitten, zoals bijvoorbeeld magnetische banden, magnetische schijven en dergelijke en die als smeermiddel 5 een gefluoreerde sulfo-ester van een organosilaanverbinding bevatten.
Magnetische banden moeten diverse eigenschappen bezitten, zoals niet alleen een lage wrijvingscoefficient en een glad en stabiel lopend transportgedrag maar eveneens 10 een minimale hoeveelheid poederverlies en goede lasbaarheids-eigenschappen. Wanneer magnetische banden in magnetische registreer- en weergave-inrichtingen, zoals videobandinrich-tingen, worden gebruikt, worden de banden gewoonlijk met hoge snelheden in fysisch kontakt met bandgeleiders, magneet-15 koppen en dergelijke getransporteerd. Het is dus van belang, dat de banden een uitmuntende slijtvastheid bezitten en in staat zijn gedurende een lange periode onder stabiele omstandigheden te lopen. Indien bijvoorbeeld de wrijvingscoefficient aan het oppervlak van de band wisselt ten tijde 20 van het registreren of van de weergave, zal de band aan gedeelten van de geleiders of magneetkoppen gaan trillen.
Dit leidt tot het nadeel, dat het geregistreerde of weergegeven signaal, bijvoorbeeld het geluidsignaal, een wisselende frequentie bezit, hetgeen leidt tot een klank of geluid 25 met een andere frequentie dan de oorspronkelijke frequentie of met een trillingsgeluid van de band, dat de zogenaamde "Q scund" vormt, die duidelijk hoorbaar is.
Om dit gebrek te overwinnen zijn diverse pogingen ondernomen aan magnetische banden goede glij-eigenschappen 30 te verlenen. Zo is het bijvoorbeeld algemeen gebruikelijk vaste smeermiddelen, zoals molybdeendisulfide, grafiet of was aan magnetische lakken toe te voegen, die een magnetisch poeder, zoals gamma-Fe203-poeder, en een vinylchloridehars als bindmiddel bevatten. Deze vaste smeermiddelen hebben i 8303883
______J
-2- *; > echter het nadeel, dat zij niet effektief zijn bij het verbeteren van de duurzaamheid van het registreermedium en de magnetische eigenschappen ervan zelfs nadelig beïnvloeden, indien toegevoegd in grote hoeveelheden. Eveneens kunnen 5 hogere vetzuren, hogere vetzuuresters, paraffine-koolwater-stoffen en siloxanoliën (bijvoorbeeld dimethylsiloxanvloei-stof, difenylsiloxanvloeistof en dergelijke) eveneens als smeermiddelen worden gebruikt. Deze smeermiddelen verlenen echter geen bevredigende duurzaamheid en de smerende eigen-10 schappen zijn niet bevredigend, in het bijzonder niet voor cassettebanden voor videobandinrichtingen. Bovendien bezitten deze smeermiddelen de neiging tot exsudatie en bloemen aan het oppervlak van de magnetische laag, hetgeen bij de magnetische band het verschijnsel van stokken of stok-slibben 15 veroorzaakt.
Uit het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat de bekende smeermiddelen van nadeel zijn, omdat de daarmee verkregen magnetische banden vrij slecht zijn wat betreft de duurzaamheid, transport- of loopstabiliteit en oppervlakte-20 eigenschappen en verloop van tijd instabiel worden in het bijzonder wat betreft de weergave-eigenschappen bij stilstand.
US-A-4.007.313 beschrijft een magnetisch registreermedium, dat een buigzaam niet-magnetisch foeliesubstraat en 25 een magnetische‘laag omvat, die een organosiliciumverbinding bevat of daarmee is bekleed, welke organosiliciumverbin-ding gekenmerkt is als een gefluoreerde carbonzuurester van een organosilaanverbinding. Dit type smeermiddel verlaagd op significante wijze de statische wrijvingseoefficient en 30 de neiging van de magnetische laag om poeder af te geven.
De inhoud van het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift wordt door de vermelding ervan als hierin gelast beschouwd.
De uitvinding verschaft magnetische registreermedia, die vele van de moeilijkheden volgens de stand der techniek 35 overwinnen. In het bijzonder bezitten de magnetische registreermedia verbeterde wrijvingseoefficienten, een beter loop- of transportgedrag en een verbeterde slijtvastheid.
Het magnetische registreermedium volgens de uitvin- 83 0 3 8 8 j , % * -3- ding bestaat uit een niet-magnetisch substraat en een aan tenminste één zijde van het niet-magnetische substraat gevormde magnetische laag, welk medium voorzien is van een organosilaanverbinding, die als een smeermiddel fungeert 5 en beantwoordt aan de formule 1, waarin R een verzadigde of onverzadigde eenwaardige koolwaterstofrest met 7 tot 21 koolstofatomen voorstelt, n 0, 1 of 2 is en p een geheel getal tussen 1 en 12 is.
De magnetische laag kan gevormd zijn uit een magne-10 tisch poeder en een bindmiddel te zamen met het verbeterde smeermiddel volgens de uitvinding of kan een dunne magnetische metaalfilm zijn, waarop een smeermiddellaag is gevormd. Als andere alternatieven kan de verbeterde smeermiddelverbinding ook zijn opgenomen in een ruglaagbekleding, die aan de zijde 15 van het niet-magnetische substraat tegenover de magnetische laag is gevormd om zo een glad transportbedrijf van het magnetische medium te vergemakkelijken. Een ander alternatief brengt het verschaffen van een laag van het organosilaan-smeermiddel op de ruglaagbekleding met zich mee.
20 Dankzij het gebruik van de verbeterde organosilaan- verbindingen als smeermiddelen vertonen de daarmee verkregen magnetische registreermedia niet alleen een uitmuntende duurzaamheid en een lage wrijvingscoefficient met een daarmee gepaardgaande verbetering van de glij-eigenschappen, maar 25 vertonen zij eveneens stabiele weergave-eigenschappen bij stilstand en stabiele transporteigenschappen.
De uitvinding zal onderstaand nader worden beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin fig. 1 tot 5 sterk vergrote deelbeelden in dwarsdoorsnede van diverse 30 uitvoeringsvormen volgens de uitvinding tonen.
Bij de verbeterde organosilaanverbindingen volgens de uitvinding wordt, indien het door R voorgestelde aantal koolstofatomen minder dan 7 is, de wrijvingscoefficient niet lager en treedt een achteruitgang van de duurzaamheid 35 op. Indien het aantal koolstofatomen daarentegen meer dan 21 bedraagt, worden de organosilaanverbindingen tengevolge van een verhoging van het smeltpunt minder mengbaar met de magnetische laag en treedt de neiging tot exsudatie op.
3303383 ♦f ) -4-
De door fluor gesubstitueerde koolwaterstofrest wordt p gekozen in het traject van 1 tot 12, omdat, indien p groter dan 12 is, de verkregen organosilaanverbinding tengevolge van een verhoging van het smeltpunt minder verenigbaar is met 5 de magnetische laag en dus de kans loopt exsudatie en kopvervuiling te veroorzaken.
De bij de uitvoering van de uitvinding als smeermiddel toegepaste hoeveelheid organosilaan ligt doelmatig in het traject van 0,5 tot 7 gew.delen per 100 gew.delen 10 in de magnetische laag aanwezig magnetisch poeder (afgekort dph) wil zich bij opname in de magnetische laag het smerende effekt totaal ontwikkelen. In het geval het smeermiddel in een rugbekledingslaag aanwezig is, die gevormd is op de zijde, waar zich geen magnetische laag bevindt, ligt de 15 hoeveelheid bij voorkeur in het traject van ongeveer 0,5 tot 20 gew.delen per 100 gew.delen van het in de ruglaagbekleding aanwezige bindmiddel (afgekort dph). Indien het smeermiddel in de vorm van een deklaagbekleding of een bekledingslaag wordt aangebracht, die onderstaand meer in bijzonderheden 20 zal worden beschreven, ligt de hoeveelheid bij voorkeur in het traject van 1 tot 1000 mg/m2.
De bereiding van de verbeterde organosilaanverbindingen volgens de uitvinding zal nu worden beschreven.
De organosilaanverbindingen worden bereid door 25 omzetting van een door fluor gesubstitueerde organosilaanverbinding met de algemene formule 2, waarin n en p dezelfde betekenissen bezitten als bovenstaand, met een thiocarbon-zuur met de algemene formule 3, waarin R dezelfde betekenis bezit als bovenstaand, onder afsplitsing van waterstof-30 chloride. Deze omzetting wordt gewoonlijk uitgevoerd bij aanwezigheid van een waterstofchloride-bindend middel bij een temperatuur in het traject van 0°C tot 150°C. Voorbeelden van waterstofchloride-bindende middelen of invangende middelen zijn tertiaire amineverbindingen, zoals triethyl-35 amine, pyridine, dimethylaniline en dergelijke. De omzetting kan worden uitgevoerd onder toepassing van een geschikt verdunnend oplosmiddel. Typische voorbeelden van de oplosmiddelen zijn aromatische koolwaterstoffen, zoals benzeen, tolueen, xyleen en dergelijke, alifatische koolwaterstoffen, 9303383 . r ,* -5- zoals n.pentaan, cyclohexaan en dergelijke, etherverbindingen, zoals dibutylether, dipropylether, diethylether, tetrahydro-furan en dergelijke, en gechloreerde koolwaterstoffen, zoals tetrachlooretheen, trichloorethaan, trichlooretheen, 5 dichloorethaan, dichloormethaan en dergelijke.
Met verwijzing naar de bijgaande tekeningen zijn in fig. 1 tot 5 dezelfde verwijzingscijfers toegepast om dezelfde onderdelen aan te geven. Verder wordt hierbij opgemerkt, dat in fig. 1 tot 5 de gestippelde laag de laag aangeeft, 10 die als smeermiddel een organosilaanverbinding bevat, waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft.
In fig. 1 is een magnetisch registreermedium M weergegeven, dat een niet-magnetisch substraat 1 en een op het substraat 1 gevormde magnetische laag 2 omvat. De 15 magnetische laag 2 bevat het verbeterde smeermiddel volgens de uitvinding. Op dezelfde wijze toont fig. 2 een magnetisch registreermedium M, dat een op de magnetische laag 2 gevormde deklaagbekleding 3 omvat, die het verbeterde smeermiddel bevat.
20 De in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm verschilt van die, welke in fig. 1 en 2 zijn weergegeven, en omvat een bekledingslaag 4, die het verbeterde organosilaan-smeermiddel volgens de uitvinding omvat en zich aan de tegenover gelegen zijde van het niet-magnetische substraat 1 25 bevindt, waar geen magnetische laag aanwezig is.
Fig. 4 komt overeen met fig. 3, maar omvat een rug-laagbekleding 5, die een verbeterd organosilaan-smeermiddel en magnetische deeltjes bevat, die eveneens aan de zijde tegenover de magnetische laag 2 is gevormd.
30 Fig. 5 toont een magnetisch medium bestaande uit het substraat 1, de aan één zijde van het substraat 1 gevormde magnetische registreerlaag 2, de rugbekledingslaag 5, die geen smeermiddel bevat en aan de tegenover gelegen zijde van het substraat 1 is gevormd, te zamen met een op de rug-35 bekledingslaag 5 gevormde smcermiddellaag 6, die het verbeterde smeermiddel volgens de uitvinding bevat.
De rugbekledingslaag 5 bij deze uitvoeringsvormen wordt gewoonlijk voor vele doeleinden verschaft. Zo kan' bij- 3303383.
4 » -6- voorbeeld, indien de oppervlakteruwheid van de achterzijde in geschikte mate is geregeld, het transportgedrag van het magnetische registreermedium worden gestabiliseerd. Bovendien kan de rugbekledingslaag worden verschaft met het doel 5 antistatische eigenschappen te verlenen. In het algemeen bestaat de rugbekledingslaag uit een bindmiddel gemengd met roet en kan deze verder een niet-magnetisch pigment, zoals alfa-Fe2C>2/ aluminiumoxide, talk en dergelijke bevatten.
Behalve de in fig. 1 tot 5 weergegeven magnetische 10 registreermedia vallen binnen het kader van de uitvinding eveneens magnetische media, waarbij magnetische lagen aan weerszijden van een substraat zijn verschaft, zoals magnetische schijven. Bovendien kunnen de uitvoeringsvormen van fig. 1 tot 5 op diverse manieren worden gecombineerd, zoals 15 bijvoorbeeld de combinatie van de uitvoeringsvorm van fig. 1 met elk van de uitvoeringsvormen van fig. 2 tot 5, de combinatie van de uitvoeringsvorm van fig. 2 met elk van de uitvoeringsvormen van fig. 3 tot 5 en de combinatie van de uitvoeringsvorm van fig. 3 met de uitvoeringsvorm van fig. 4 20 of 5. Het volgens de uitvinding gebruikte smeermiddel kan dus met andere woorden worden opgenomen in de magnetische laag 2 en/of kan op het oppervlak van de magnetische laag 2 en/of aan het andere oppervlak tegenover de laag 2 worden aangebracht.
25 Ferromagnetische of magnetische poeders, die in de magnetische laag volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, kunnen elk van de bekende poeders zijn van bijvoorbeeld gamma-Fe2C>2/ Fe^O^, mengkristallen van gammaHj^O^ en Fe^O^, gamma-Fe202 of Fe^O^ waaraan Co is geadsorbeerd, met Co 30 gedoteerd Fe2C>3 of Fe304, chroomdioxide, bariumferriet, diverse magnetische legeringen, zoals Fe-Co, Co-Ni, Fe-Co-Ni, Fe-Co-B, Fe-Co-Cr-B, Mn-Bi, Μη-Al, Fe-Co-V en dergelijke alsmede ijzernitride. Deze ferromagnetische poeders kunnen hetzij afzonderlijk hetzij gemengd worden gebruikt.
35 De in de magnetische laag toegepaste bindmiddelen omvatten bijvoorbeeld vinylchloride-vinylacetaat-copolymeren, vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeren, vinyl-chloride-vinylacetaat-maleinezuur-copolymeren, vinylchloride- 3303383 Λ .·* ' -7- copolymeren, vinylchloride-acrylonitril-copolymeren, acryl-zuurester-acrylonitril-copolymeren, acrylzuurester-vinyli-deenchloride-copolymeren, methacrylzuurester-vinylideen-chloride-copolymeren, methacrylzuurester-styreen-copolymeren, 5 thermoplastische polyurethanharsen, fenoxyharsen, poly-vinylfluoride, vinylideenchloride-acrylonitril-copolymeren, butadieen-acrylonitril-copolymeren, acrylonitril-butadieen-acrylzuurcopolymeren, acrylonitril-butadieen-methacrylzuur-copolymeren, polyvinylbutyraal, polyvinylacetaal, cellulose-10 derivaten, styreen-butadieen-copolymeren, polyesterharsen, fenolharsen, epoxyharsen, thermohardende polyurethanharsen, ureumharsen, melamineharsen, alkydharsen, ureum-formaldehyd-harsen en dergelijke. In de magnetische laag bruikbare versterkingsmiddelen zijn onder andere aluminiumoxide, 15 chroomoxide, siliciumoxide en dergelijke, die hetzij afzonderlijk hetzij gemengd worden gebruikt. Bovendien kan bekend fijn gepoederd roet als een antistatisch makend middel worden gebruikt en kan lecithine als dispergeermiddel worden gebruikt.
20 Voor het bereiden van een magnetische lak worden organische oplosmiddelen gebruikt, zoals bijvoorbeeld ketonen, zoals aceton, methylethylketon, methylisobutylketon, cyclo-hexanon en dergelijke, alcoholen, zoals methanol, ethanol, propanol, butanol en dergelijke, esters, zoals methylacetaat, 25 ethylacetaat, butylacetaat, ethyllactaat, glyoolacetaat-monoethylether en dergelijke, glycolethers, zoals ethyleen-glycoldimethylether, ethyleenglycol-monoethylether, dioxaan en dergelijke, aromatische koolwaterstoffen, zoals benzeen, tolueen, xyleen en dergelijke, alifatische koolwaterstoffen, 30 zoals hexaan, heptaan en dergelijke, nitropropaan en dergelijke. Deze oplosmiddelen kunnen hetzij alleen hetzij gemengd worden gebruikt. Niet-magnetissche substraten, waarop magnetische lakken, waarin deze oplosmiddelen worden gebruikt, worden aangebracht, zijn in het algemeen vervaardigd uit 35 bijvoorbeeld polyesters, zoals polyethyleentereftalaat, polyalkenen, zoals polypropeen, cellulosederivaten, zoals celluloseacetaat, cellulosediacetaat en dergelijke, poly-carbonaat, polyvinylchloride, polyimide, metalen, zoals -8- aluminium, koper en dergelijke, papier en dergelijke.
Indien een deklaagbekleding of een bekledingslaag op basis van een smeermiddel wordt aangebracht, worden oplosmiddelen gebruikt, die zwak polair zijn en een laag 5 kookpunt bezitten, bijvoorbeeld Freons, hexaan, ethanol en dergelijke.
Magnetische registreermedia, waarop de uitvinding van toepassing is, omvatten niet alleen magnetische registreermedia van het type, waarbij een magnetisch poeder 10 te zamen met een bindmiddel wordt aangebracht voor het vormen van een magnetische laag, maar eveneens magnetische registreermedia van het type met een dunne magnetische metaalfilm. Zo kunnen bijvoorbeeld magnetische metalen, zoals Co, Fe, Ni of legeringen daarvan als een dunne film 15 worden gevormd op een niet-magnetisch substraat volgens diverse fysische methoden voor het afzetten uit de dampfase, zoals het bekleden in de vacuo, bekleding door ionenafzetting en kathodeverstuiving, of bekledingstechnieken uit vloeibare fasen. Dit type magnetisch registreermedium maakt niet 20 gebruik van enig bindmiddel, zodat een hoge magnetische induktie bezit. Daar de metaalfilms zeer dun zijn, zijn de media bovendien bruikbaar voor doeleinden, waarbij korte golflengten optreden en een hoge registratiedichtheid vereist is.
25 De uitvinding zal nu meer in bijzonderheden worden beschreven aan de hand van voorbeelden. In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de organosilaanverbin-dingen, die in de voorbeelden zijn beschreven.
jf* af ƒ» ” ^ 3 -9-
Verbindingno. Organosilaanverbinding 1 met de formule 4 2 met de formule'5 3 met de formule 6 5 4 met de formule 7 5 met de formule 8 6 met de formule 9 7 met de formule 10 10 De bij de voorbeelden toegepaste magnetische lak werd bereid uit de volgende samenstelling: gamma-Fe203 (magnetisch poeder) 100 gew.delen vinylchloride-vinylacetaat-vinylalcohol-copolymeer (verkrijgbaar onder de handelsnaam VAGH van U.C.C.) 18 gew.delen 15
Polyurethanhars (verkrijgbaar onder het handelsmerk "Estan" 5702 van B.F. Goodrich
Co., Ltd.) 12 gew.delen
Roet (antistatisch makend middel) 0,5 gew.delen
Lecithine (dispergeermiddel) 1,0 gew.delen 2_ Smeermiddel Hoeveelheid, zoals aangegeven in elk voorbeeld
Methylethylketon (oplosmiddel) 150 gew.delen
Methylisobutylketon (oplosmiddel) 150 gew.delen
De uitgangsmaterialen werden gedurende 24 uren in 25 een kogelmolen gemengd, waarna het mengsel door een filter werd geleid. Direkt voor het aanbrengen werden 3 gew.delen van een isocyanaatverbinding aan het mengsel toegevoegd, waarna nog 30 min. werd geroerd. Het verkregen mengsel werd op een polyethyleentereftalaatsubstraat met een dikte van 30 12 pn aangebracht in een droge bekledingsdikte van 5 jüm, gevolgd door magnetische oriëntering, drogen en opwikkelen.
De opgewikkelde foelie werd aan een oppervlaktebehandeling onderworpen en tot banden met een breedte van 12,7 mm gesneden voor het gebruik als proefbanden.
35 Voorbeelden I tot VII
De zeven organosilaanverbindingen nos. 1 tot 7 werden elk in een hoeveelheid van 2,0 dph (betrokken op het gewicht *3 r a ^ o o t
^ w - -J Vi '4 O
-10- van het magnetische poeder) toegevoegd, waarbij achtereenvolgens de proefbanden 1 tot 7 werden verkregen.
Vergelijkende voorbeelden 1 en 2
Als smeermiddel werd dimethylsiloxanvloeistof (verge-5 lijkend voorbeeld 1) resp. methylfenylsiloxanvloeistof (vergelijkend voorbeeld 2) toegevoegd en tot proefbanden verwerkt.
De banden werden onderzocht om diverse eigenschappen daarvan te bepalen, waarbij de in de volgende tabel aange-10 geven resultaten werden verkregen:
Wrijvins- Weergavekarak- S/R verstoring
Monster coefficient teristiek bij van het μά* stilstand, beeld*** tijd**
Voorbeeld I 0,180 meer dan 150 min. -0,5 dB
Voorbeeld II 0,175 meer dan 200 min. -0,5 dB
Voorbeeld III 0,172 meer dan 60 min. -0,5 dB
Voorbeeld IV 0,183 meer dan 200 min. -0,5 dB
Voorbeeld V 0,210 meer dan 30 min. -1,5 dB
2Q Voorbeeld VI 0,200 meer dan 30 min. -1,5 dB
Voorbeeld VII 0,185 meer dan 150 min. -0,5 dB
Vergelijkend
voorbeeld 1 0,400 minder dan 5 min. -4,0 dB
Vergelijkend
25 voorbeeld 2 0,440 minder dan 5 min. -4,0 dB
Opm.) * pd geeft een dynamische wrijvingscoefficient aan.
** de "weergavekarakteristiek bij stilstand" wordt uitgedrukt als een tijd voordat een beeldkwaliteit 30 achteruitgaat, wanneer een band in een videoband- inrichting aan weergavebedrijf bij stilstand wordt onderworpen. Een langere tijd betekent betere eigenschappen .
*** de term "S/R verstoring van het beeld" geeft aan 35 achteruitgang van de signaal/ruisverhouding van de betreffende band aan ten opzichte van een aanvankelijke S/R-verhouding in het geval de band in een videobandinrichting werd gebruikt en aan 300 cycli werd onderworpen.
3S ^ f\ 7 o q ^ C V.' C 0 * -11-
Zoals uit de bovenstaande resultaten blijkt verschaft het gebruik van de smeermiddelen volgens de uitvinding een lagere wrijvingscoefficient, een verbeterde tran-sportstabiliteit en een verbeterde slijtvastheid. Een ander 5 voordeel is, dat de ontaarding van de S/R-verhouding van een beeld na een aantal bedrijfscycli tot een minimum wordt beperkt. De banden bezitten een verbeterde duurzaamheid met een opmerkelijk verbeterde weergavekarakteristiek bij stilstand.
10 Voorbeeld VIII
Cobalt werd in vacuo afgezet op een polyethyleen-tereftalaatsubstraat met een dikte van 12 pn in een dikte van 1000 & volgens een schuine afzettingstechniek in vacuo, waardoor zich een magnetische laag vormde. Deze magnetische 15 laag werd verder met een Freon-oplossing van 1 % van de organosilaanverbinding no. 2 bekleed, zodat de hoeveelheid organosilaan 20 mg/m2 als deklaag was. De magnetische laag van de verkregen magnetische band vertoonde een dynamische wrijvingscoefficient, pd van 0,190.
20 Voorbeeld IX
Een magnetische lak, zoals bovenstaand beschreven, die geen smeermiddel bevatte, werd op een polyethyleen-tereftalaatsubstraat met een dikte van 12 pm aangebracht tot een bekledingsdikte van 5 pm, waardoor zich een magnetische 25 laag vormde. Op de magnetische laag werd een Freon-oplossing van 1% organosilaanverbinding no. 1 aangebracht in een hoeveelheid van 80 mg/m2, betrokken op de organosilaanverbinding. De verkregen magnetische band bleek een dynamische wrijvingscoefficient, pd, van 0,145 net betrekking tot de magnetische 30 laag te bezitten.
Voorbeeld X
Het algemene voorschrift van voorbeeld IX werd herhaald onder toepassing van de verbinding no. 2 in plaats van verbinding no. 1 als smeermiddel. De magnetische laag 35 van de verkregen magnetische band bezat een dynamische wrijvingscoefficient, pd, van 0,150.
Voorbeeld XI
De volgende bestanddelen werden met elkaar gemengd:
3 X A 7 q 9, X
v ' - *» * -12-
Roet 100 gew.delen
Polyurethanhars ("Estan" 5702) 50 gew.delen
Epoxyhars ("Epichlon" 351, geproduceerd door Dainippon Ink. Co., Ltd.) 50 gew.delen
Smeermiddel (verbinding no. 3) 2 gew.delen
Methylethylketon 400 gew.delen 5 Tolueen 400 gew.delen
Later werden 20 gew.delen "Desmodur L" aan het mengsel toegevoegd voor het verkrijgen van een lak voor het bekleden van de rugzijde. De lak werd op een substraat aan de zijde tegenover de magnetische laag aangebracht tot een droge 10 dikte van 3 μια, waardoor een rugbekledingslaag zoals weergegeven door het verwijzingscijfer 5 in fig. 4 werd gevormd en een proefband volgens voorbeeld XI werd verschaft.
Vergelijkend voorbeeld 3
De lak van voorbeeld XI, waaruit het smeermiddel 15 werd weggelaten, werd op de rugzijde van het substraat aangebracht waardoor een proefband werd gevormd met een ruglaag-bekleding.
Voorbeeld XII
Het algemene voorschrift van vergelijkend voorbeeld 20 III werd herhaald, waarbij een Freon-oplossing van 1% organosilaanverbinding no. 7 op de ruglaagbekleding in een dikte van 80 mg/m2 werd aangebracht, waardoor een proefband volgens voorbeeld XII werd verkregen met een bekledingslaag (4) zoals weergegeven in fig. 3.
25 Voorbeeld XIII
Een magnetische lak, zoals bovenstaand beschreven zonder smeermiddel werd op een polyethyleentereftalaatsub-straat met een dikte van 12 jum aangebracht in een dikte van 5 μια, waardoor een magnetische laag werd gevormd. Op de 30 andere zijde van het substraat werd een Freon-oplossing van 1% van de organosilaanverbinding no. 1 aangebracht in een hoeveelheid van 2 mg/m2 betrokken op de organosilaanverbinding .
Vergelijkend voorbeeld 4 35 Het voorschrift van voorbeeld XIII werd herhaald, waarbij de bekledingslaag (4) echter niet werd aangebracht.
8303883 -13-
De zo verkregen banden werd elk onderzocht voor het bepalen van de eigenschappen daarvan. De proefresultaten zijn onderstaand aangegeven.
5 Monster Wrijvings- S/R-verstoring _ coefficient van het beeld
Voorbeeld XI 0,180 -0,5 dB
Voorbeeld XII 0,187 -0,5 dB
Voorbeeld XIII 0,200 -0,5 dB
in Vergelijkend
1U voorbeeld 3 0,280 -0,5 dB
Vergelijkend
voorbeeld 4 0,285 -0,5 dB
Zoals uit de bovenstaande resultaten blijkt bezitten 15 de banden volgens de uitvinding een lagere wrijvingscoeffi-cient bij een goede transportstabiliteit en bezitten zij een verminderde mate van S/R-verstoring van het beeld na een aantal bedrijfscycli.
De organosilaanverbindingen volgens de uitvinding 20 zijn als funktie van de tijd stabiel, zodat de aanvankelijke eigenschappen van de magnetische registreermedia gedurende lange tijd konstant worden gehouden.
Het zal duidelijk zijn, dat vele modificaties van de beschreven uitvoeringsvormen mogelijk zijn zonder buiten 25 het kader van de uitvinding te treden.
3 τ η τ q £ X
^ v ^ v v

Claims (11)

1. Magnetisch registreermedium bestaande uit een niet-magnetisch substraat en een aan tenminste één zijde van het niet-magnetische substraat gevormde magnetische laag, met het kenmerk, dat het medium gesmeerd wordt door de 5 aanwezigheid van een effektieve hoeveelheid van een organo-silaanverbinding met de formule 1, waardoor R een verzadigde of onverzadigde eenwaardige koolwaterstofrest met 7 tot 21 koolstofatomen voorstelt, n 0, 1 of 2 is en p een geheel getal van 1 tot 12 is.
2. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magnetische laag in hoofdzaak bestaat uit een magnetisch poeder en een bindmiddel.
3. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de organosilaanverbinding in de 15 magnetische laag is opgenomen.
4. Magnetisch registreermedium volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de organo- · silaanverbinding aanwezig is in een hoeveelheid van 0,5 tot 7 gew.delen per 100 gew.delen van het magnetische poeder.
5. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dc organosilaanverbinding aanwezig is in een laag op de magnetische laag.
6. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de organosilaanverbinding aanwezig is 25 in een hoeveelheid van 1 tot 1000 mg/m2.
7. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magnetische laag een dunne film van magnetisch metaal is, die volgens een fysische opdampmethode is afgezet en dat de organosilaanverbinding als een laag 30 op deze dunne film aanwezig is.
8. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de organosilaanverbinding aanwezig is in een hoeveelheid van 1 tot 1000 mg/m2.
9. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, 35 dat verder een bindmiddel bevattende rugbekledingslaag omvat, die ten opzichte van de magnetische laag aan de tegenover gelegen zijde van het medium is gevormd, met het kenmerk, 3 3 0 3 Ί S 3 r -15- dat de organosilaanverbinding in de rugbekledingslaag aanwezig is in een hoeveelheid van 0,5 tot 20 gew.delen per 100 gew.delen van het bindmiddel in de rugbekledingslaag.
10. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 1, 5 dat tevens een aan de tegenover gelegen zijde ten opzichte van de magnetische laag gevormde rugbekledingslaag bezit, met het kenmerk, dat op de rugbekledingslaag een laag met de organosilaanverbinding is gevormd.
11. Magnetisch registreermedium volgens conclusie 10, 10 met het kenmerk, dat de laag van organosilaanverbinding aanwezig is in een hoeveelheid van 1 tot 1000 mg/m2. Λ v* λ ly ;i J Λ
NL8303883A 1982-11-19 1983-11-11 Magnetisch registreermedium. NL8303883A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP57204338A JPS5994234A (ja) 1982-11-19 1982-11-19 磁気記録媒体
JP20433882 1982-11-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303883A true NL8303883A (nl) 1984-06-18

Family

ID=16488842

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303883A NL8303883A (nl) 1982-11-19 1983-11-11 Magnetisch registreermedium.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4501801A (nl)
JP (1) JPS5994234A (nl)
DE (1) DE3341613A1 (nl)
FR (1) FR2536567B1 (nl)
NL (1) NL8303883A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113444445A (zh) * 2020-03-27 2021-09-28 湖南鼎一致远科技发展有限公司 一种热转印碳带及用于热转印碳带的背涂液

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4759991A (en) * 1984-03-06 1988-07-26 Toagosei Chemical Industry Co., Ltd. Magnetic recording medium having a lubricating coating layer
JPS61211828A (ja) * 1985-03-16 1986-09-19 Hitachi Maxell Ltd 磁気記録媒体
KR900002972B1 (ko) * 1985-05-29 1990-05-03 니뽕 빅터 가부시끼가이샤 자기 기록 매체
US4689181A (en) * 1985-12-27 1987-08-25 Dow Corning Corporation Fluorine-containing organosilanes useful as magnetic media lubricants
JPH0630140B2 (ja) * 1986-02-05 1994-04-20 日本ビクター株式会社 磁気記録媒体
JPH0792908B2 (ja) * 1986-04-23 1995-10-09 松下電器産業株式会社 磁気記録媒体
US4849291A (en) * 1987-12-02 1989-07-18 Eastman Kodak Company Magnetic recording element
JP2796852B2 (ja) * 1988-10-31 1998-09-10 インターナショナル・ビジネス・マシーンズ・コーポレーション 磁気記憶装置及び方法
US5230818A (en) * 1991-12-20 1993-07-27 Eastman Kodak Company Coating compositions for master media for anhysteretic recording
US6183831B1 (en) 1998-08-20 2001-02-06 Intevac, Inc. Hard disk vapor lube

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5234924B2 (nl) * 1974-10-02 1977-09-06
JPS56169223A (en) * 1980-05-28 1981-12-25 Sony Corp Magnetic recording medium
JPS57164427A (en) * 1981-04-01 1982-10-09 Tdk Corp Magnetic recording medium
JPS5891527A (ja) * 1981-11-26 1983-05-31 Sony Corp 磁気記録媒体

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113444445A (zh) * 2020-03-27 2021-09-28 湖南鼎一致远科技发展有限公司 一种热转印碳带及用于热转印碳带的背涂液

Also Published As

Publication number Publication date
DE3341613A1 (de) 1984-06-20
FR2536567B1 (fr) 1986-05-16
JPS5994234A (ja) 1984-05-30
FR2536567A1 (fr) 1984-05-25
US4501801A (en) 1985-02-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4172176A (en) Magnetic recording medium
US4431703A (en) Magnetic recording medium
NL8303883A (nl) Magnetisch registreermedium.
JPS6314411B2 (nl)
EP0144070B1 (en) Magnetic recording medium
US4469750A (en) Magnetic recording media comprising fluorinated organosilicones in a magnetic layer thereof
US4501800A (en) Magnetic recording media comprising organosilicones in a magnetic layer thereof
NL192702C (nl) Magnetisch registratiemedium.
US5082714A (en) Magnetic recording media
JPH0157415B2 (nl)
JPH058491B2 (nl)
JP2744225B2 (ja) 磁気ディスク
JPS6050728A (ja) 磁気記録媒体
US4156052A (en) Magnetic recording medium
JPH0817030A (ja) 磁気記録媒体
JPH058490B2 (nl)
JPS60234223A (ja) 磁気記録媒体
JP2744226B2 (ja) 磁気ディスク
JPS6192429A (ja) 磁気記録媒体
JPS6216450B2 (nl)
JPS5994236A (ja) 磁気記録媒体
JPS60246021A (ja) 磁気記録媒体
GB1589199A (en) Magnetic recording media
JPS59110033A (ja) 磁気記録媒体
JPS6057528A (ja) 磁気記録媒体

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed