NL8303273A

NL8303273A - Stelsel voor verwerking van videosignalen.

Info

Publication number: NL8303273A
Application number: NL8303273A
Authority: NL
Original assignee: Victor Company Of Japan
Priority date: 1982-09-25
Filing date: 1983-09-23
Publication date: 1984-04-16
Also published as: DE3334675C2; GB2128854A; GB2128854B; JPH0156591B2; JPS5956204A; FR2533787B1; GB8325652D0; FR2533787A1; US4587576A; DE3334675A1

Description

It *

Stelsel voor verwerking van videosignalen.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een stelsel voor verwerking van videosignalen, en in het bijzonder op een stelsel voor verwerking van videosignalen voor toepassing in een signaalverwerkingsstelsel 5 dat een pre-emphasis uitvoert in een registratiestelsel dat een videosignaal vastlegt op een registratiemedium, en dat een de-emphasis uitvoert in een afspeelstelsel dat het geregistreerde signaal van het registratiemedium afspeelt. Het signaalverwerkingsstelsel volgens de uitvinding kan de mate 10 waarin een uitgangssignaal van een pre-emphasisketen doorschiet, terugbrengen tot een betrekkelijk gering niveau, en het is niet nodig het uitgangssignaalniveau van de pre-emphasis-keten in aanzienlijke mate af te kappen.

In het algemeen wordt in een videosignaal-15 verwerkingsstelsel dat een pre-emphasis uitvoert met be trekking tot het signaal in het registratiesysteem en een de.amphasis uitvoert in het afspeelsysteem, het ingevoerde videosignaal dat moet worden geregistreerd, allereerst toegevoerd aan een pre-emphasisketen in het registratiesysteem 20 teneinde de hoogfrequente component van het ingevoerde video signaal te benadrukken. Het uitgangssignaal van de pre-emphasisketen wordt toegevoerd aan een afkapketen waarin het signaalniveau zodanig wordt afgekapt dat het niveau aan het topeind van de overschrijding in het signaal een vooraf 25 bepaald niveau niet overtreft. Het uitgangssignaal van de afkapketen wordt toegevoerd aan een frequentiemodulerende keten waarin een draaggolf met dit signaal aan frequentiemo-dulatie wordt onderworpen. Het frequentie-gemoduleerde video-uitgangssignaal van de frequentiemodulerende keten wordt ge-30 registreerd op een magneetband door middel van een magneet- kop. In het afspeelsysteem wordt het signaal dat is afgespeeld van de magneetband door de magneetkop, toegevoerd aan een frequentie-demodulerende keten waarin het afgespeelde „·.. ·*» —i « Λ «a - 2 -

* . V

signaal wordt gedemoduleerd. Het gedemoduleerde uitgangssignaal van de frequentie-demodulerende keten wordt toegevoerd aan een de-emphasisketen waarin de hoogfrequente component die in de pre-emphasisketen in het registratiesysteem werd 5 benadrukt, van de nadruk wordt ontdaan, of anders gezegd wordt verzwakt, teneinde het videosignaal in zijn oorspronkelijke vorm te herstellen. Het uitgangssignaal van de de-emphasisketen wordt verkregen als het afgespeelde videosignaal.

Zoals algemeen bekend is gaat de signaal/ 10 ruis-verhouding achteruit met betrekking tot de hoogfrequente componenten van het frequent ie-gemoduleerde videosignaal door het signaal te registreren en af te spelen. Aldus kan de signaal/ruis-verhouding in het hoge frequentiegebied worden verbeterd door het niveau van de hoogfrequente component 15 in de pre-emphasisketen, zoals hierboven beschreven, te bena drukken, en door de modulatiefactor met betrekking tot het hoogfrequente gebied te vergroten.

De bekende pre-emphasisketen werd ontworpen zo dat de laagfrequente componenten ten opzichte van de hoog-20 frequente componenten van het video-ingangssignaal met gebruik making van een filter dat een condensator en een aantal weerstanden bevatte, werden verzwakt. Anderzijds werd de bekende de-emphasisketen zo ontworpen dat de hoogfrequente componenten van het ingevoerde videosignaal meer werden onder-25 drukt dan de laagfrequente componenten en wel met gebruikma king van een filter dat een condensator en een aantal weerstanden bevatte. Deze bekende pre-emphasis en de-emphasis-ketens, beide gebruikmakend van het filter met de condensator en de weerstanden, kan worden opgevat als een keten die een 30 weging uitvoert ten aanzien van een informatie die werd ver kregen eerder dam de aktuele informatie, en die deze gewogen informatie toevoegt aan de aktuele informatie. In de onderhavige beschrijving zal naar een soort keten die een weging uitvoert met betrekking tot de informatie die werd verkregen 35 eerder dan de aktuele informatie, en die deze gewogen infor- ï'' . - J 0 »· - 3 - matie op deze wijze, worden aangeduid als een keten van het “voorwaartse type".

Als filter van het voorwaartse type dat anders was dan de hierboven genoemde filters met de condensa-5 tor en de weerstanden, bestond er een transversaal filter van het voorwaartse type dat een aantal vertragingsketens, een aantal coefficientvermenigvuldigers en een opteller bevatte.

Echter wordt met de bekende pre-emphasis-10 ketens die van één van de genoemde filters gebruik-maken, een grote overschrijding geïntroduceerd bij de oplopende en terugvallende delen van de aan pre-amphasis onderworpen signaal-golfvorm indien een blokvormig signaal aan de pre-emphasis wordt onderworpen. Wanneer een grote overschrijding die een 15 bepaald niveau overtreft, in het aan de pre-emphasis onder worpen signaal voorkomt, treedt een zogenaamd inversie-ver-schijnsel op indien een frequentie-gemoduleerd videosignaal dat wordt verkregen door de frequentie van een draaggolf met aan dit/pre-emphasis onderworpen signaal te moduleren, wordt gere-20 gistreerd op een magneetband en daarvan wordt afgespeeld.

Het inversie-verschijnsel is het verschijnsel waarbij zwart en wit in delen van het afgespeelde beeld die overeenkomen met de overschrijdingen, geïnverteerd raken. Teneinde het optreden van dit inversie-verschijnsel te verhinderen, werd 25 dus een afkapketen voorzien tussen de pre-emphasiskaten en de frequentie-modulerende keten in de bekende schakeling.

Deze afkapketen kapte het signaalniveau zodanig af dat het niveau aan het topeind van de overschrijding in het signaal een vooraf bepaald niveau niet overtreft.

30 Indien echter de afkapketen de overschrij ding van het aan pre-emphasis onderworpen signaal in aanzienlijke mate afkapt om zo het optreden van het inversie-ver^ schijnsel te voorkomen, gaat de beeldkwaliteit van het afgespeelde beeld achteruit op die plaatsen die overeenkomen met 35 de overschrijdingen die in aanzienlijke mate zijn afgekapt.

i — > ** *r - 4 -

Het is dus een algemeen doel van de uitvinding een nieuw en bruikbaar videosignaalverwerkingsstelsel te verschaffen waarin de hierboven beschreven problemen niet voorkomen.

5 Een tweede en meer specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een videosignaalverwerkingsstelsel waarin het registratiesysteem een serieschakeling bevat van een pre-emphasisketen van het voorwaartse type die eerder een weging uitvoert met betrekking tot een/ingevoerde infor-10 matie die werd verkregen eerder dan een actuele informatie, en die deze gewogen informatie toevoegt aan de aktuele uitgevoerde informatie, en een pre-emphasisketen van een type (hierna aangeduid met "achterwaarts type") dat een weging uitvoeren voert met betrekking tot eennög. in- te/ informatie die zal 15 worden verkregen volgend op een uitvoertijdstip waarop een uitgevoerde informatie wordt verkregen, en deze gewogen informatie toevoegt aan de uitgevoerde informatie, en het afspeelsysteem een serieschakeling bevat van een de-amphasisketen van het voorwaartse type en een de-emphasisketen van het ach- 20 terwaartse type die een weging uitvoert met betrekking tot voeren een nog in té/ informatie die zal worden verkregen volgend op een uitvoertijdstip waarop een uitgevoerde informatie wordt verkregen, en deze gewogen informatie toevoegt aan de uitgevoerde informatie. Volgens het stelsel volgens de uitvinding 25 omvatten de pre-emphasisketen en de de-emphasisketen beide een serieschakeling van ketens van het voorwaartse type en het achterwaartse type. Aldus kan de mate van doorschieten van het video-uitgangssignaal van de pre-emphasisketen worden teruggebracht tot een gering bedrag in vergelijking met de 30 bekende keten zonder dat het effect van het verbeteren van de signaal/ruisverhouding van het videosignaal in het hoge frequentiegebied dat met de pre-emphasis en de de-emphasis wordt verkregen, achteruit gaat. Om deze reden is het onwaarschijnlijk dat het inversie-verschijnsel zal optreden. Voorts 35 is er geen achteruitgang in de beeldkwaliteit die wordt ver- N *·· - · - * Ρ - 5 - oorzaakt door de afkapping die wordt uitgevoerd in een af-kapketen dat het niveau van het video-uitgangssignaal van de pre-emphas isketen afkapt tot een bedrag beneden een vooraf bepaald niveau, omdat er geen behoefte aan bestaat het niveau 5 van het videosignaal in aanzienlijke mate af te kappen.

Andere doeleinden en verdere kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving in bijzonderheden die verwijst naar een tekening.

Fig. IA en 1B zijn systematische bloksche-10 ma's die respectievelijk een uitvoeringsvoorbeeld van het registratiestelsel en een uitvoeringsvoorbeeld van een af-speelstelsel in een stelsel voor de verwerking van de videosignalen volgens de uitvinding tonen.

Fig. 2 is een systematisch schakelschema 15 dat een uitvoeringsvoorbeeld toont van een pre-emphasisketen van het achterwaartse type, als getoond in fig. IA.

Fig. 3 is een systematisch schakelschema dat een uitvoeringsvoorbeeld toont van een pre-emphasisketen van het voorwaartse type, als getoond in fig. IA.

20 Fig. 4 is een systematisch schakelschema dat een uit voeringsvoorbeeld voorstelt van een de-emphasis-keten van het achterwaartse type, als getoond in fig. 1B.

Fig. 5 is een systematisch schakelschema dat een uitvoeringsvoorbeeld van een de-emphasisketen van het 25 voorwaartse type toont, zoals voorgesteld in fig. 1B.

Fig. 6(A) tot en met 6(E) zijn grafische voorstellingen ter toelichting van de signaalvormen van het ingangssignaal en het uitgangssignaal van de pre-emphasisketen .

30 Fig. 7(A) tot en met 7(E) zijn grafische voorstellingen ter toelichting van de signaalvormen van het ingangssignaal en het uitgangssignaal van de de-emphasisketen.

Fig. 8 is een concreet systematisch schakelschema dat een modificatie voorstelt van de pre-eraphasis-35 keten van het achterwaartse type als getekend in fig. 2.

« * - 6 -

Pig. 9 is een concreet schakelschema dat een uitvoeringsvoorbeeld voorstelt van een coefficientvermenig-vuldiger in het in fig. 8 voorgestelde schakelstelsel.

Pig. 10 is een concreet systematisch scha-5 kelschema dat de de-emphasisketen van het achterwaartse type die in fig. 3 voorkomt, voorstelt.

Fig. 11 is een systematisch schakelschema dat een pre-emphasisketen voorstelt waarin pre-emphasisketens van het achterwaartse type en het voorwaartse type zijn ge-10 combineerd.

Pig. 12 is een systematisch schakelschema dat een de-emphasisketen voorstelt waarin de-emphasisketens van het achterwaartse type en het voorwaartse type zijn gecombineerd.

15 Fig. 13 is een systematisch schakelschema dat een ander uitvoeringsvoorbeeld van een pre-emphasisketen laat zien.

Pig. 14 is een systematisch schakelschema dat een ander uitvoeringsvoorbeeld van een de-emphasisketen 20 laat zien.

Fig. IA toont een uitvoeringsvoorbeeld van een stelsel voor het registreren van videosignalen in de videosignaalverwerkingsketen volgens de uitvinding, terwijl fig. 1B een uitvoeringsvoorbeeld toont van een afspeelstelsel. 25 Om te beginnen wordt in fig. IA een videosignaal dat moet worden geregistreerd, toegevoerd aan een pre-emphasisketen 12 die een essentieel onderdeel uitmaakt van het stelsel volgens de uitvinding, en wel via een ingangsklem 11. Het aan de pre-emphasisketen 12 toegevoerde videosignaal wordt 30 achtereenvolgens toegevoerd aan een pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type en aan een pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type die in serie zijn geschakeld en die de pre-emphasisketen 12 vormen. Het videosignaal waarvan de hoogfrequente component wordt benadrukt, wordt toegevoerd aan 35 een frequentie-modulator 15 waarin de signaalfrequentie een > · - 7 - draaggolf moduleert. Een frequentie-gemoduleerd video-uit-gangssignaal van de frequentie-modulator 15 wordt vastgelegd op een magneetband 17 door middel van een magneetkop 16.

In fig. 1B wordt het signaal dat op de mag-5 neetband op de hiervoor beschreven wijze is vastgelegd, afge speeld door de magneetkop 16. Het afgespeelde signaal uit de magneetkop 16 wordt toegevoerd aan een frequentie-demodulator 21 waarin het signaal wordt gedemoduleerd. Het gedemoduleerde videosignaal wordt toegevoerd aan een de-emphasisketen 22 10 die een essentieel deel is van de uitvinding. Het gedemodu leerde signaal dat aan de de-emphasisketen 22 wordt toegevoerd, wordt achtereenvolgens aangelegd aan een de-enphasis-keten 23 van het achterwaartse type en een de-emphaissketen 24 van het voorwaartse type die in serie zijn geschakeld en 15 die de de-emphasisketen 22 vormen. Het videosignaal waarin de hoogfrequente component wordt onderdrukt en dat in zijn oorspronkelijke vorm is hersteld, wordt via een uitgangsklem 25 als een afgespeeld videosignaal verkregen.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de pre-emphasis- 20 keten 13 van het achterwaartse type in de pre-emphasisketen 12 die in fig. IA is getekend, is in fig. 2 voorgesteld. Ver- tragingsketens 3232^, ___ 32n ^ en 32^ die respectievelijk vertragingstijden "~l ,T ...TT» en L hebben, zijn Ω X ^ 1 in serie geschakeld tussen een ingangsklem 31 waaraan het 25 videosignaal uit de ingangsklem 11 wordt toegevoerd, en een opteller 35. De ingangssignalen tot deze vertragingsketens 32, tot en met 32 worden respectievelijk aangeboden aan dif-1 n ferentieerketens 33^, 332, ... en 33n> Een uitgangssignaal van de vertragingsketen 33n wordt toegevoerd aan een differ-30 entieerketen 33n+^. Alle uitgangssignalen van de differen- tieerketens 33^ tot en met 33^+^ 'worden toegevoerd aan de opteller 35 via coefficientvermenigvuldigers 34^, 342, ___ 34^ en 34η+^. De coefficientvermenigvuldigers 34^ tot en met 34^+^ vermenigvuldigen respectievelijk de coëfficiënten -a^, -an 35 ..., -a2, -ra^ en -a^ met de uitgangssignalen van de differ- — , — t » »»

4 V

- 8 - entieerketens 33^ tot en met 33^+^ en bieden de vermenigvuldigde signalen aan de opteller 35 aan. De opteller 35 telt deze vermenigvuldigde signalen op en het uitgangssignaal van de opteller 35 dat aan een uitgangsklem 36 wordt verkregen, 5 wordt toegevoerd aan de pre-emphasisketen 14 van het voor waartse type. De waarden van de vertragingstijden van de ver-tragingsketens 32 tot en met 32n kunnen gelijk zijn. Echter zijn in het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld de vertragingstijden zo gekozen dat een betrekking X n ^ X ^ _) — 10 2 X j geldt. Bovendien worden de coëfficiënten van de coefficientvermenigvuldigers 34^ tot en met 34^ ^ zo gekozen dat een betrekking a^ a^ y .... } an i ^ an

In de pre-emphasisketen 13 voor het achterwaartse type die is uitgevoerd als hiervoor beschreven, 15 wordt de hoogfrequente component van het videosignaal bena drukt in verhouding tot de laagfrequente component in de differentieerketens 33. tot en met 33 ,. Voorts Wordt een 1 n+1 vooraf bepaalde pre-emphasis-karakteristiek verkregen door elk van de coëfficiënten van de coefficientvermenigvuldigers 20 34. tot en met 34 in te stellen op vooraf bepaalde waarden en door zo een weging uit te voeren. Aangenomen zal worden dat "aktueel" een uitvoertijdstip is waarop het videosignaal dat uit de vertragingsketen 32^ na te zijn vertraagd met een vertragingstijd CV n + + ... +X2 + "Xj) te zi3n ver" 25 traagd. Dan worden de videosignalen die zullen worden verkregen op tijdstippen ( ^. + + ... X . + X ),..., J· z n-l n (X i + T2) en ^ die op het aktuele tijdstip volgen, dat wil zeggen die in de toekomst liggen, respectievelijk verkregen uit de ingangskant van de vertragingsketen 32^ en de 30 uitgangskanten van de vertragingsketens 32^ tot en met 32n_^.

Wanneer een signaal met een signaalgolf-vorm als getekend in fig. 6(A), wordt aangeboden aan de in-gangsklem 31 van de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type, wordt een signaal met een signaalgolfvorm waar-35 in de hoogfrequente component is benadrukt, als getekend in -9 - J» * fig. 6(D), via de uitgangsklem 36 verkregen.

Het via de uitgangsklem 36 verkregen signaal wordt toegevoerd aan een ingangsklem 41 van een uit-voeringsvoorbeeld van de pre-emphasisketen 14 van het voor-5 waartse type, getekend in fig. 3. Het hier beschreven uitvoe- ringsvoorbeeld van de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type is uitgevoerd als een transversaal filter.

Het videosignaal dat wordt aangeboden aan de ingangsklem 41, wordt rechtstreeks toegevoerd aan een op-10 teller 45 en wordt tevens toegevoerd aan een differentieer- keten 42 waarin de hoogfrequente component van het videosignaal wordt benadrukt ten opzichte van de laagfrequente component. Het uitgangssignaal van de differentieerketén 42 wordt achtereenvolgens door n vertragingsketens 43^ tot en met 15 43^ gevoerd die respectievelijk vertragingstijden Ί3 ^,X2 > ... βηΊΙη hebben, en wordt met een vertragingstijd + ^2 + ··· + T n) vertraagd. Het uitgangssignaal vein de ver-tragingsketen 43^ wordt toegevoerd aan een coefficientvermenig-vuldiger 44^+^ waarin een coefficient afl met het signaal 20 wordt vermenigvuldigd. Bovendien worden de uitgangssignalen van de differentieerketen 42 en de vertragingsketen 43^ tot en met 43^ ^ respectievelijk toegevoerd aan coefficientver-menigvuldigers 44^ tot en met 44^ ^. Deze coefficientvermenig-vuldigers 44 ^ tot en met 44^_^ vermenigvuldigen respectieve-25 lijk coëfficiënten a^ tot en met a^ ^ met de respectievelijke ingangssignalen en de uitgangssignalen van deze coefficient-vermenigvuldigers 44 ^ tot en met 44worden toegevoerd aan de opteller 45. De opteller 45 telt de daaraan toegevoerde signalen op en levert een uitgangssignaal via een uitgangs-30 klem 46.

In de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type die werd uitgevoerd als hiervoor beschreven, telt de opteller 45 bij het aktuele videosignaal dat via de ingangsklem 41 wordt verkregen, signalen op die worden ver-35 kregen door elk van de gedifferentieerde videosignalen op # * - 10 - tijdstippen L, + L^) ..., (X1 + "ü2 + . ..X^) voor afgaand aan het aktuele tijdstip, dat wil zeggen uit het verleden, op .- Aldus wordt een signaal waaraan een pre-emphasiskarakteristiek is gegeven, uit de pre-emphasisketen 5 14 van het voorwaartse type verkregen.

De pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type benut de aktuele en de eerder ingevoerde informatie teneinde een signaal te verkrijgen waaraan een aktuele pre-emphasiseigenschap is gegeven. Aldus voert de pre-emphasis-10 keten 14 van het voorwaartse type een signaalbewerking van het voorwaartse type uit die in overeenstemming is met het tijdsverloop.

Wanneer het signaal met de signaalgolfvorm die in fig. 6(A) is getekend, aan de ingangsklem 41 wordt 15 aangeboden, wordt een signaal met een signaalgolfvorm waarin de hoogfrequente component is benadrukt, zoals getekend in fig. 6(C), verkregen via de uitgangsklem 46.

De vertragingstijden tot en met ^ van de vertragingsketens 32^ tot en met 32^ in de pre-emphasisketen 20 13 van het achterwaartse type als getekend in fig. 2, zijn gerangschikt in omgekeerde volgorde in vergelijking met de vertragingstijden ^ tot en met X van de vertragingsketens 32^ tot en met 43n in de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type die in fig. 3 is getekend. Bovendien zijn alle 25 gewichtscoefficienten -a tot en met -a^ van de coefficient- vermenigvuldigers 34^ tot en met 34n+^ in de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type gerangschikt in een omgekeerde volgorde in vergelijking met de gewichtscoefficienten ag tot en met an van de coefficientvermenigvuldigers 44^ tot 30 en met 44n+^ in de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type, en is het teken van alle gewichtscoefficienten van de coefficientvermenigvuldigers 34^ tot en met 34n+^ tegengesteld aan het teken van de gewichtscoefficienten van de coefficientvermenigvuldigers 44 ^ tot en met 44 ^. Ten aanzien van een 35 zelfde ingangssignaalgolfvorm zijn dus de uitgangssignaal- *2 i*» — *7 Ί* '«} ' - r ’ n U V 'J ·«. * w - 11 - golfvorm van de pre-enphasisketen 13 van het achterwaartse type en de uitgangssignaalgolfvorm van de pre-eraphasisketen 14 van het voorwaartse type symmetrisch ten opzichte van de tijdbasis, zoals kan blijken door vergelijking van de figuren 5 6(D) en 6(C). De verbeteringsfactoren van de signaal/ruisver- houding van de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type en de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type worden ingesteld zo dat zij althans nagenoeg gelijk zijn.

Tot nu toe was het gebruikelijk dat een pre-10 emphasisketen uitsluitend bestond uit een pre-emphasisketen van het voorwaartse type of uit een pre-emphasisketen van het achterwaartse type. Om deze reden werd met betrekking tot een ingangssignaalgolfvorm als getoond in fig. 6(A), een uitgangssignaalgolfvorm van een bekende pre-emphasisketen 15 als voorgesteld in fig. 6(B). Indien de mate van pre-empha- sis in deze bekende -pre-emphasisketen werd vergroot teneinde een gewenste verbeteringsfactor van de signaal/ruisverhouding te verkrijgen, werden de overschrijdingen in de signaalgolf-vorm als getoond in fig. 6(B), groter. Wanneer echter de 20 overschrijdingen groot zijn treedt het eerder beschreven in- versie-verschijnsel op. Het aan pre-emphasis onderworpen signaal werd dus door een afkapketen gevoerd om het optreden van dit inversie-verschijnsel te verhinderen. Indien echter de overschrijdingen worden afgekapt, gaat de beeldkwaliteit 25 achteruit.

Daarentegen zijn in het stelsel volgens de uitvinding de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type en de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type in serie geschakeld. Met deze inrichting kan de mate van pre-emphasis 30 die nodig is voor het verkrijgen van de verlangde verbeterings factor van de signaal/ruisverhouding, klein zijn in vergelijking met de mate van pre-emphasis die nodig is in de bekende pre-emphasisketen die bijvoorbeeld alleen bestaat uit een pre-emphasisketen van het voorwaartse type. Bovendien zijn 35 met betrekking tot een zelfde ingangssignaalgolfvorm de

- - - · T

ψ i - 12 - plaatsen waar de overschrijdingen optreden in de uitgangssignalen van de pre-emphasisketen 13 en 14 van respectievelijk het achterwaartse type en het voorwaartse type verschillend, zoals kan blijken uit fig. 6(D) en fig. 6(C). Wan-5 neer dus het signaal met de in fig. 6(A) getoonde golfvorm wordt aangeboden aan de ingangsklem 31, neemt het uitgangssignaal van de pre-emphas iskéten 14 van het voorwaartse type dat aan de frequentiemodulator 15 wordt aangelegd, een golfvorm aan die is getekend in fig. 6(E). Zoals uit fig. 6(E) 10 kan worden waargenomen, is het mogelijk de hoogte van de overschrijdingen in vergelijking met de in fig. 6(B) getoonde golfvorm te verminderen. Volgens het stelsel van de uitvinding is daarom het optreden van het inversie-verschijnsel onwaarschijnlijk. Bovendien is het niet nodig de overschrijdingen 15 af te kappen, of is indien toch afkapping nodig is, de benodigde afkapping uiterst gering in vergelijking met de afkapping die in de bekende pre-emphasisketen nodig was. De beeldkwaliteit zal door een dergelijke uiterst geringe afkapping niet worden verslechterd.

20 Vervolgens zal een beschrijving worden gege ven van de constructie van de de-emphasisketen 22. Het gedemo-duleerde videosignaal dat wordt verkregen uit de frequentie-demodulator 21, wordt achtereenvolgens toegevoerd aan de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type en de de-emphasis-25 keten 24 van het voorwaartse type. Een uitvoeringsvoorbeeld van een de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type is in fig. 4 getekend, en een uitvoeringsvoorbeeld van de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type in fig. 5. De de-emphasis-keten 22 geeft aan het signaal een de-emphasiskarakteristiek 30 die complementair is met de pre-emphasiskarakteristiek die in de pre-emphasisketen 12 is meegegeven. Het signaal waaraan deze de-emphasiskarakteristiek wordt gegeven, wordt verkregen via de uitgangsklem 25.

De in fig. 4 getoonde de-emphasisketen 23 voor 35 het achterwaartse type omvat n vertragingsketens 52^ tot en met 52^, coefficientvermenigvuldigers 53^ tot en met 53^+^ k * - 13 - en een opteller 54. De n vertragingsketens 52^ tot en met 52fl hebben respectievelijk vertragingstijden tot en met en zijn in serie geschakeld. De vertragingsketens 52^ tot en met 52^ vertragen respectievelijk het gedemoduleerde video-5 ingangssignaal dat wordt aangeboden aan een ingangsklem 51.

De coefficientvermenigvuldiger 53^ vermenigvuldigt het gedemoduleerde video-ingangssignaal met een gewichtscoefficient bn· De coefficientvermenigvuldigers 532 tot en met 52^+^ vermenigvuldigen de respectievelijke uitgangssignalen van 10 de vertragingsketens 52^ tot en met 52^ met gewichtscoeffi- cienten b^ ^ tot en met b^. De uitgangssignalen van de coefficientvermenigvuldigers 53j tot en met 53^+^ worden in de opteller 54 opgeteld en het opgetelde uitgangssignaal wordt via een uitgangsklem 55 afgegeven.

15 Aangenomen zal worden dat een referentie- tijdstip een tijdstip is waarop het uitgangssignaal van de coefficientvermenigvuldiger 53^+^ wordt verkregen. De de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type is dan een keten die een weging uitvoert met betrekking tot videosignalen op 20 tijdstippen T^, (T^ + · ···' en + T2 + *— + Tn^ die op dit referentietijdstip volgen, dat wil zeggen in de toekomst liggen in vergelijking met het referentietijdstip, en telt de gewogen videosignalen op bij het videosignaal op het referentietijdstip dat wordt verkregen uit de coefficient-25 vermenigvuldiger 53^+^. Zoals in het geval van de hiervoor beschreven pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type, maakt de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type gebruik van de toekomstige informatie die zal worden verkregen volgend op de aktuele informatie, en voert de keten een 30 signaalbewerking uit die tegen het tijdsverloop inloopt.

Wanneer dus een signaal met een golfvorm als getekend in fig. 7(A) aan de ingangsklem 51 wordt aangeboden, wordt een signaal met een golfvorm als getekend in fig. 7(D) via de uitgangsklem 55 van de de-emphasisketen 23 die in fig. 4 is ge-35 tekend, verkregen. Indien daarentegen hetzelfde signaal als r *.

- 14 - in fig. 7(A) is getekend, wordt aangeboden aan een bekende de-emphasisketen die alleen bestaat uit een de-emphasisketen van het voorwaartse type, zal het uitgangssignaal een golf-vorm aannemen als getekend in fig. 7(B). De coëfficiënten 5 van de coefficientvermenigvuldigers 53^ tot en met 53n+^, zijn zo gekozen dat een betrekking bn 4 bn ^ 4.___4. b^ 4. b^ bestaat. Bovendien kunnen de waarden van de vertragings-ketens 52^ - 52^ gelijk zijn. Echter zijn in het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld de vertragingstijden zo gekozen dat een 10 betrekking ^ ' * * * ^ Tn 1 ^ Tn bestaat.

De in fig. 5 getekende de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type is als een transversaal filter uitgevoerd en omvat n vertragingsketens 62^ tot en met 62n, coefficientvermenigvuldigers 63^ tot en met 63n+1 en een op-15 teller 64. De n vertragingsketens 62^ tot en met 62^ hebben respectievelijk vertragingstijden tot en met Tr en zijn in serie geschakeld. De vertragingsketens 62^ tot en met 62^ vertragen respectievelijk het ingangssignaal dat aan een in-gangsklem 61 wordt aangeboden. De coefficientvermenigvuldiger 20 63 ^ vermenigvuldigt het ingangssignaal met een gewichtscoeffi- cient bn. De coefficientvermenigvuldigers 63. tot en met 63 , u z n+l vermenigvuldigen respectievelijk de uitgangssignalen van de vertragingsketens 62^ tot en met 62n met gewichtscoefficienten b^ tot en met bn> De uitgangssignalen van de coefficientver-25 menigvuldigers 63 ^ tot en met worden in de opteller 64 opgeteld en het opgetelde uitgangssignaal wordt via een uit-gangsklem 65 afgegeven. Zoals in het geval van de pre-emphasis-keten 14 van het voorwaartse type die hiervoor is beschreven in samenhang met fig. 3, maakt de de-emphasisketen 24 van 30 het voorwaartse type gebruik van de aktuele en de eerder ingevoerde informatie teneinde de aktuele uitgangssignaalgolfvorm te verkrijgen, en voert het een signaalbewerking uit die in overeenstemming is met het tijdverloop.

De vertragingstijden tot en met van 35 de vertragingsketens 62^ tot en met 62^ binnen de de-emphasis- ·τ Λ " 0 7 ^ o ~ / v- - 15 - keten 24 van het voorwaartse type zijn geschikt in omgekeerde volgorde in vergelijking met de vertragingstijden Tn tot en met van de vertragingsketens 52^ tot en met 53n in de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type. Boven-5 dien zijn alle gewichtscoefficienten hg tot en met bn van de coefficientvermenigvuldigers 64 ^ tot en met 64^+^ in de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type geschikt in een omgekeerde volgorde in vergelijking met de gewichtscoefficienten bn tot en met b^ van de coefficientvermenigvuldigers 10 54j tot en met 54^+^ in de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type. Ten aanzien van een zelfde ingangssignaal-golfvorm zijn dus de uitgangssignaalgolfvorm van de de-emphasis-keten 24 van het voorwaartse type en de uitgangssignaalgolfvorm van de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type 15 symmetrisch met betrekking tot de tijdbasis. Het resultaat is dat wanneer het signaal met de in fig. 7(A) getoonde golf-vorm wordt aangeboden aan de ingangsklem 61, een signaal met een in fig. 7(C) getoonde golfvorm die complementair is aan de in fig. 7(D) getoonde golfvorm, wordt verkregen via de 20 uitgangsklem 65. Aldus wordt wanneer het blokvormig signaal dat in fig. 7(A) is getekend, wordt aangeboden aan de de-emphasisketen 22 die bestaat uit de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type en de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type, een signaal waaraan de emphasis is ontnomen en dat een 25 golfvorm heeft als getekend in fig. 7(E), uit de de-emphasis keten 22 verkregen. Zoals uit fig. 7(E) kan blijken, wordt de hoogfrequente component van het signaal onderdrukt. Het signaal dat in het registratiestelsel aan pre-emphasis is onderworpen, zoals getekend in fig. 6(E), wordt dus in de de-30 emphasisketens 23 en 24 van de emphasis ontdaan en herstelt in het blokvormig signaal dat is getekend in fig. 6(A) of fig. 7(A).

In de in fig. 2 getekende pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type kunnen de differentieerketens 35 33^ tot en met 33^+^ worden weggelaten. Een concreet schakel- ··— -r - 16 - schema van de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type waaruit de differentieerketens zijn weggelaten, is in fig. 8 getekend. In fig. 8 zijn de onderdelen die dezelfde zijn als de overeenkomstige onderdelen in fig. 2, aangeduid 5 met dezelfde verwijzingscij-fers. De uitgangssignalen van de coefficientvermenigvuldigers 34^ tot en met 34^+^ worden toegevoerd aan een omkerende ingangsklem van een operationele versterker 71 die de opteller 35 vormt. Het uitgangssignaal van de vertragingsketen 32^ wordt toegevoerd aan de coeffi-10 cientvermenigvuldiger 34^+^ en wordt tevens toegevoerd aan een niet-omkerende ingangsklem van de operationele versterker 71 via een vertragingsketen 32 Λ . De uitgang van de operatio- n+1 nele versterker 71 is aangesloten aan zijn eigen o rikerende ingangsklem via een weerstandspunt. Het uitgangssignaal van 15 de operationele versterker 71 wordt verkregen via de uitgangs- klem 36 als het uitgangssignaal van de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type. In dit uitvoeringsvoorfaeeld hebben alle vertragingsketens 32^ - 32^+^ dezelfde vertragings-tijd L (bijvoorbeeld 0,13^us).

20 In fig. 9 is een concreet schakelschema van de coefficientvermenigvuldiger 34^ getekend. De coefficient-vermenigvuldiger 34 ^ omvat transistoren Q1 en Q2, weerstanden Rl tot en met R6 en een condensator Cl die met elkaar zijn verbonden als in fig. 9 is getekend. De overige coefficient-25 vermenigvuldigers 342 ^0t en met ^n+1 z^n °P dezelfde wijze geconstrueerd. De coefficientvermenigvuldigers 34j tot en met 34n+^ zijn ingesteld om verschillende coëfficiënten te hebben door op geschikte wijze de waarde van de weerstand van de variabele weerstand R2 te kiezen.

30 In fig. 10 is een concreet schakelschema getekend van de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type die in fig. 4 is getekend. In fig. 10 zijn de onderdelen die dezelfde zijn als die overeenkomen met onderdelen in fig. 4, aangeduid met dezelfde verwijzingstekens. De uitgangs-35 signalen van de coefficientvermenigvuldigers 53^ tot en met - 17 - 53 . worden toegevoerd aan een niet-omkerende ingangsklem n+1 van een operationele versterker 75 die de opteller 54 vormt.

De uitgang van de operationele versterker 75 is aan zijn omkerende ingangsklem verbonden via een weerstand. Deze omke-5 rende ingangsklem van de operationele versterker 75 is via een tweede weerstand en een condensator die met elkaar in serie zijn geschakeld, geaard. Het uitgangssignaal van de operationele versterker 75 wordt via de uitgangsklem 55 verkregen als het uitgangssignaal van de de-emphasisketen 23 van het 10 achterwaartse type. In het hier beschreven uitvoeringsvoor- beeld hebben alle vertragingsketens 52^ tot en met 52fl dezelfde vertragingstijd T. Deze vertragingstijd T kan dezelfde zijn als de vertragingstijd in de pre-emphasisketen. De coefficientvermenigvuldigers 53^ tot en met 53^+^ kunnen wor-15 den geconstrueerd net als is voorgesteld in fig. 9.

In het hiervoor beschreven uitvoeringsvoor-beeld omvat de pre-emphasisketen de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type en de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type, die onafhankelijk van elkaar zijn en die in 20 serie zijn geschakeld. Evenzo omvat de de-emphasisketen de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type en de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type die onafhankelijk van elkaar zijn en die in serie zijn geschakeld. Echter kunnen de ketens van het achterwaartse type en het voorwaartse type 25 tot één geheel worden samengevoegd, zoals in de figuren 11 en 12 is getekend.

Fig. 11 toont een pre-emphasisketen 12A als een andere uitvoering van de pre-emphasisketen 12. In fig. 11 zijn de onderdelen die gelijk zijn aan de overeenkomstige 30 onderdelen in de figuren 2 en 3, aangeduid met dezelfde ver- wijzingscijfers en de beschrijving van deze onderdelen zal hier worden achterwege gelaten. Volgens het nu beschreven uit-voeringsvoorbeeld komt de pre-emphasisketen overeen met een keten waarin de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse 35 type die in fig. 2 is getoond, en de pre-emphasisketen 14 • 7 - 18 - van het voorwaartse type die in fig. 3 is getoond, als één geheel zijn geschakeld. Het uitgangssignaal van de vertra-gingsketen 32^ wordt toegevoerd aan de differentieerketen 33n+^ en wordt tevens toegevoerd aan een opteller 81 en aan de 5 differentieerketen 42. De opteller 81 wordt gemeenschappelijk gebruikt voor de optellers 35 en 45 die in fig. 2, respectievelijk fig. 3 zijn getekend. De uitgangssignalen van de coefficientvermenigvuldigers 34. tot en met 34 ., de vertra- 1 n+l gingsketen 32n en de coefficientvermenigvuldigers 44^ tot en 10 met 44η+^ worden respectievelijk toegevoerd aan de opteller 81 waarin deze uitgangssignalen worden opgeteld. Het aan pre-emphasis onderworpen uitgangssignaal van de opteller 81 wordt verkregen via de uitgangsklem 46. Wanneer dus het signaal met de in fig. 6(A) getoonde golfvorm wordt toegevoerd aan 15 de ingangsklem 31, wordt het signaal met de in fig. 6(E) ge toonde golfvorm via de uitgangsklem 46 verkregen. In het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld kunnen de differentieerketens 33. tot en met 33 ook achterwege blijven.

Fig. 12 toont een de-emphasisketen 22A als 20 een andere uitvoering van de de-emphasisketen 22. In fig. 12 zijn de onderdelen die dezelfde zijn als de overeenkomstige onderdelen in de figuren 4 en 5, aangeduid met dezelfde verwijzingstekens en hun beschrijving zal hier achterwege blijven. Volgens het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld komt 25 de de-emphasisketen overeen met een keten waarin de de-emphasis keten 23 van het achterwaartse type die in de fig. 4 is getoond, en de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type die in fig. 5 is getoond, tot één geheel zijn geschakeld. Het uitgangssignaal van de vertragingsketen 52n wordt toegevoerd 30 aan een opteller 92 via een coefficientvermenigvuldiger 91 die met een coefficient b^ vermenigvuldigt. Het uitgangssignaal van de vertragingsketen 52^ wordt tevens toegevoerd aan de vertragingsketen 62^. De coefficientvermenigvuldiger 91 wordt gemeenschappelijk gebruikt voor de'coefficientvermenigvuldigers 35 ^n+l en ®^1 z^n 9ete^end in fig. 4, respectievelijk - 19 - fig. 5. Bovendien wordt de opteller 92 gemeenschappelijk gebruikt voor de optellers 54 en 64 die worden getoond in fig. 4, respectievelijk fig. 5. De uitgangssignalen van de coefficientvermenigvuldigers 53^ tot en met 53^, 91, en 632 5 tot en met 63^+^ worden respectievelijk toegevoerd aan de opteller 92 waarin deze uitgangssignalen worden opgeteld.

Het uitgangssignaal van de opteller 92 dat van de emphasis is ontdaan, wordt verkregen via de uitgangsklem 65. Wanneer dus het signaal met de in fig. 7(A) getoonde golfvorm wordt 10 toegevoerd aan de ingangsklem 51, wordt het signaal met de in fig. 7(E) getekende golfvorm verkregen via de uitgangsklem 65. Wanneer het signaal met de in fig. 6(E) getekende golfvorm aan de ingangsklem 51 wordt toegevoerd, wordt het signaal met de in fig. 6(A) (of fig. 7(A)) getekende golfvorm 15 via de uitgangsklem 65 verkregen.

In alle tot nu toe beschreven uitvoerings-voorbeelden is de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type in serie geschakeld in een trap die volgt op de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type. Echter kan de 20 schakeling omgekeerd worden, dat wil zeggen dat de pre-emphasis- keten 14 van het voorwaartse type in serie kan worden geschakeld in een trap die voorafgaand aan de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type. Op dezelfde wijze kan de de-empha-sisketen 24 van het voorwaartse type in serie worden gescha-25 keld in een trap die voorafgaand aan de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type. Met andere woorden de ketens van het achterwaartse type en het voorwaartse type kunnen in beide volgorden met elkaar in serie worden geschakeld.

Voorts zijn in de hiervoor beschreven uit-30 voeringsvoorbeelden de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type en de de-emphasisketen 24 van het.voorwaartse type beide uitgevoerd als een transversaal filter. Echter zijn de ketens 14 en 14 niet beperkt tot het transversale filter en kan gebruik worden gemaakt van andere bekende ketens. Bijvoorbeeld 35 kan de pre-emphasisketen 14 van het voorwaartse type worden T-» -- * «r - 20 - ontworpen als een hoogdoorlaatfilter dat een condensator en een aantal weerstanden bevat, en kan de de-emphasisketen 24 van het voorwaartse type worden uitgevoerd als een na-ijl-voor-ijlfilter dat bestaat uit een condensator en een aantal 5 weerstanden. Bovendien kunnen geheugens worden gebruikt in plaats van deze filters om dezelfde karakteristieken te verkrijgen.

Verder kunnen de pre-emphasisketen 14 van het achterwaartse type en de de-emphasisketen 23 van het 10 achterwaartse type respectievelijk worden ontworpen in de vorm van een aanpassingsketen. In dit geval is een dergelijke · aanpassingsketen aangesloten aan een registratie- en afspeel-inrichting die reeds is voorzien van een ingebouwde pre-emphasisketen van het voorwaartse type en een de-emphasis-15 keten van het voorwaartse type.

Fig. 13 toont nog een ander uitvoerings-voorbeeld van de pre-emphasisketen. In fig. 13 omvat een pre-emphasisketen 102 van het voorwaartse type een condensator Cll en weerstanden Ril en R12, en is de pre-emphasisketen 20 van een bekende constructie. Het te registreren videosignaal uit de ingangsklem 11 in fig. IA wordt aan een ingangsklem 101 aangeboden. De ingangsklem 31 van de pre-emphasisketen 13 van het achterwaartse type is aan een uitgangsklem 103 aangesloten.

25 Fig. 14 toont een ander uitvoeringsvoorbeeld van de de-emphasisketen. In fig. 14 omvat een de-emphasisketen 112 van het voorwaartse type een condensator C12 en een weerstand R13 en de keten is van een bekende constructie.

Het uitgangssignaal van de frequentiedemodulator 21 die in 30 fig. 1B is getekend, wordt toegevoerd aan een ingangsklem 111.

De ingangsklem 51 van de de-emphasisketen 23 van het achterwaartse type is aan een uitgangsklem 113 aangesloten.

Met de in fig. 13 getoonde pre-emphasisketen en de in fig. 14 getoonde de-emphasisketen is het mogelijk 35 om dezelfde gewenste pre-emphasiskarakteristiek en dezelfde - > - - -» «* - 21 - gewenste de-emphasiskarakteristiek te verkrijgen als in de uitvoeringsvoorbeelden die hiervoor zijn beschreven.

Voorts is de uitvinding niet beperkt tot deze uitvoeringsvoorbeelden en kunnen verschillende variaties 5 en modificaties worden uitgevoerd zonder buiten de strekking van de uitvinding te treden.

Claims

1. Stelsel voor verwerking van videosignalen voor toepassing in een registratie- en afspeelstelsel dat een videosignaal vastlegt op een registratiemedium en 5 het vastgelegde videosignaal van het registratiemedium af speelt, welk stelsel omvat: een pre-emphasisorgaan voor het benadrukken van een hoogfrequente component van een videosignaal in de registratie ten opzichte van een laagfrequente component van het videosignaal; en een de-emphasisorgaan voor 10 het onderdrukken van een hoogfrequente component van een af- gespeeld videosignaal dat van het registratiemedium is afgespeeld, en wel ten opzichte van een laagfrequente component van het afgespeelde videosignaal, met het kenmerk, dat het pre-emphasisorgaan (12) een pre-emphasisketen (14) van het 15 voorwaartse type omvat voor het wegen van een eerder ingevoerd videosignaal dat werd toegevoerd aan de pre-emphasisketen van het voorwaartse type op een eerder tijdstip ten opzichte van het invoertijdstip waarop een videoingangssignaal daaraan wordt toegevoerd, en voor het leveren van een video-20 uitgangssignaal door het gewogen eerdere video-ingangssignaal op te tellen bij het video-ingangssignaal dat op dat tijdstip wordt toegevoerd, en een pre-emphasisketen (13) van het achterwaartse type voor het wegen van een toekomstig video-ingangssignaal dat aan de pre-emphasisketen van het achter-25 waartse type op een later tijdstip zal worden toegevoerd in vergelijking met een uitvoertijdstip waarop een video-uitgangssignaal wordt geleverd en voor het leveren van het video-uitgangssignaal door het gewogen toekomstige video-ingangssignaal op te tellen bij het videosignaal van het uit-30 voertijdstip, en dat het de-emphasisorgaan (22) omvat een de-emphasisketen (24) van het voorwaartse type voor het wegen van een eerder ingevoerd videosignaal dat aan de de-emphasisketen van het voorwaartse type werd toegevoerd op een eerder tijdstip in verhouding tot een invoertijdstip waarop een 35 video-ingangssignaal daaraan wordt toegevoerd, en voor het - 23 - leveren van een video-uitgangssignaal door het gewogen video-ingangssignaal op te tellen bij het video-ingangs-signaal dat wordt toegevoerd, en een de-emphasisketen (23) van het achterwaartse type voor het wegen van een toekomstig 5 video-ingangssignaal dat zal worden toegevoerd aan de de- emphasisketen van het achterwaartse type op een later tijdstip in betrekking tot een uitvoertijdstip waarop een video-uitgangssignaal wordt geleverd, en voor het leveren van het video-uitgangssignaal door het gewogen toekomstige video-10 ingangssignaal op te tellen bij het videosignaal van het uit voertijdstip.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pre-emphasisketen (13) van het achterwaartse type omvat een eerste aantal in serie geschakelde 15 vertragingsketens (32^ - 32^) voor het achtereenvolgens ver tragen van een video-ingangssignaal van de pre-emphasisketen van het achterwaartse type, een eerste aantal coefficient-vermenigvuldigers (34^ - 34^+^) aan elk waarvan een ingangssignaal van één van het eerste aantal vertragingsketens wordt 20 geleverd, en die dienen voor het vermenigvuldigen van een gewichtscoefficient met elk van de ingangssignalen van het eerste aantal vertragingsketens, en een eerste opteller (35) voor het optellen van elk van de uitgangssignalen van het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers met een uitgangs-25 signaal van een vertragingsketen (3 ) die is opgenomen in een laatste trap van het eerste aantal vertragingsketens om zo het video-uitgangssignaal te leveren, en dat de de-emphasisketen (23) van het achterwaartse type een tweede aantal in serie geschakelde vertragingsketens (52^ - 52n) omvat om 30 achtereenvolgens een video-ingangssignaal van de de-emphasis keten van het achterwaartse type te vertragen, een tweede aantal coefficientvermenigvuldigers (53^ - 53n+^) aan elk waarvan een ingangssignaal van één van het eerste aantal vertragingsketens wordt toegevoerd alsmede een uitgangssignaal 35 van een vertragingsketen (52^) die aanwezig is als een laatste EU 0024265 - 24 - trap van het tweede aantal vertragingsketens, en die dienen voor het vermenigvuldigen van een gewichtscoefficient met elk van de ingangssignalen van het tweede aantal vertragingsketens en het uitgangssignaal van de vertragingsketen die aan-5 wezig is in de laatste trap van het tweede aantal vertra gingsketens, en een tweede opteller (54) voor het optellen van elk van de uitgangssignalen van de tweede aantal coeffi-cientvermenigvuldigers teneinde het video-uitgangssignaal te leveren.

3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pre-emphasisketen (13) van het achterwaartse type verder omvat een eerste aantal differentieer-ketens (33^ - 33n+^) aan elk waarvan een ingangssignaal van het eerste aantal vertragingsketens wordt toegevoerd, respec-15 tievelijk het uitgangssignaal van de vertragingsketen die aanwezig is in de laatste trap van het eerste aantal vertragingsketens , en die dienen om alle ingangssignalen van het eerste aantal vertragingsketens en het uitgangssignaal van de vertragingsketen die aanwezig is in de laatste trap van het 20 eerste aantal vertragingsketens, te differentiëren, waarbij het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers (34. - 34 .) 1 n+1 is aangesloten in overeenstemming met het eerste aantal differentieerketens (33. - 33 .) zodanig dat elk van het 1 n+l eerste aantal coefficientvermenigvuldigers een uitgangssignaal 25 ontvangt van een overeenkomstige differentieerketen uit het eerste aantal differentieerketens.

4.Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat vertragingstijden (X - L ^) van het eerste aantal vertragingsketens (32^ - 32β) in de pre-emphasis-30 keten van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een vertragingsketen die aanwezig is in een eerdere trap van het eerste aantal vertragingsketens, een gro e vertragings-tijd heeft en dat de vertragingsketen die aanwezig is in een latere trap van het eerste aantal vertragingsketens, een 35 kleine vertragingstijd heeft, en dat de vertragingstijden * ' *>. ï : w - 25 - ( L - L ^) van het tweede aantal vertragingsketens (52^ -52^) in de de-emphasisketen van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een vertragingsketen die aanwezig is in een eerdere trap van het tweede aantal vertragingsketens een 5 grote vertragingstijd heeft, en de vertragingsketen die aan wezig is in een latere trap van het tweede aantal vertragingsketens een kleine vertragingstijd heeft.

5. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de gewichtscoefficienten (-a - -a^) 10 van het eerste aantal coefficientsvermenigvuldigers (34^ - 34β+1) in de pre-emphasisketen van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een coefficientvermenigvuldiger die aanwezig is in een eerdere trap van het eerste aantal coeffi-cientvermenigvuldigers een negatieve coefficient heeft met 15 een kleine absolute waarde, en dat een coefficientvermenig vuldiger die aanwezig is in een latere trap van het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers, een negatieve coefficient heeft met een grote absolute waarde, en dat de gewichtscoefficienten (bn - bg) van het tweede aantal coefficientvermenig-20 vuldigers in de de-emphasisketen van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een coefficientvermenigvuldiger die aanwezig is in een eerdere trap vein het tweede aantal coefficientvermenigvuldigers een kleine coefficient heeft en een coefficientvermenigvuldiger die aanwezig is in een latere trap 25 van het tweede aantal coefficientvermenigvuldigers, een grote coefficient.

6. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pre-emphasisketen (14) van het voorwaartse type een derde aantal in serie geschakelde vertra-30 gingsketens (43^ - 43n) voor het achtereenvolgens vertragen van het video-ingangssignaal van de pre-emphasisketen van het voorwaartse type omvat, alsmede een differentieerketen (42) voor het differentiëren van het video-ingangssignaal van de pre-emphasisketen van het voorwaartse type en voor het leveren 35 van een gedifferentieerd videosignaal aan een vertragings- #· - 26 - keten (43 ^) die aanwezig is in een begintrap van het derde aantal vertragingsketens, een derde aantal coefficientver-menigvuldigers (44^ - 44n+^) aan waarvan een ingangssignaal van elk van het derde aantal vertragingsketens wordt 5 toegevoerd, en die dienen voor het vermenigvuldigen met een gewichtscoefficient van alle ingangssignalen van het derde aantal vertragingsketens, en een derde opteller (45) voor het optellen van het video-ingangssignaal van de pre-empha-sisketen van het voorwaartse type en alle uitgangssignalen 10 van het derde aantal coefficientvermenigvuldigers om het video-uitgangssignaal te leveren, waarbij de pre-emphasis-keten (13) van het achterwaartse type en de pre-emphasisketen (14) van het voorwaartse type in serie zijn geschakeld, en dat de de-emphasisketen (24) van het voorwaartse type een 15 vierde aantal in serie geschakelde vertragingsketens (62 ^ - 62n) omvat voor het achtereenvolgens vertragen van het video-ingangssignaal van de de-emphasisketen van het voorwaartse type, alsmede een vierde aantal coefficientvermenigvuldigers (63^ - 63η+^) aan elk waarvan een ingangssignaal van telkens 20 één van het vierde aantal vertragingsketens, respectievelijk het uitgangssignaal van de vertragingsketen (62^) die als een laatste trap van het vierde aantal vertragingsketens aanwezig is, worden toegevoerd, en wel om een gewichtscoefficient te vermenigvuldigen met elk van de ingangssignalen van 25 het vierde aantal vertragingsketens en het uitgangssignaal van de vertragingsketen die aanwezig is in de laatste trap van het vierde aantal vertragingsketens, en een vierde opteller (64) om alle uitgangssignalen van het vierde aantal coefficientvermenigvuldigers op te tellen om het video-uit-30 gangssignaal te leveren van de de-emphasisketen van het voor waartse type, waarbij de de-emphasisketen (23) van het achterwaartse type en de de-emphasisketen (24) van het voorwaartse type in serie zijn geschakeld.

7. Stelsel volgens conclusie 6, 35 met het kenmerk, dat de vertragingstijden (^n ~ ) van het * r - 27 - eerste aantal vertragingsketens (32. - 32 ) in de pre- 1 n • emphasisketen (13) van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een vertragingsketen in een eerdere trap van het eerste aantal vertragingsketens een grote vertra-5 gingstijd heeft en een vertragingsketen in een latere trap van het eerste aantal vertragingsketens een kleine ver-tragingstijd en dat de vertragingstijden (T ^ -X^) van het derde aantal vertragingsketens (43 ^ - 43fl) in de pre-emphasisketen (14) van het voorwaartse type zo zijn 10 gekozen dat de vertragingsketen in een eerdere trap van het derde aantal vertragingsketens een kleine vertra-gingstijd heeft en een vertragingsketen in een latere trap van het derde aantal vertragingsketens een grote ver-tragingstijd.

8. Stelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een reeks volgens welke de vertragingstijden (X -X ) van de in serie geschakelde vertragingsketens (32j - 32^) van het eerste aantal daarvan vanaf de eerste trap tot de laatste trap zijn ingesteld, 20 de omgekeerde is van een reeks waarmee de vertragings tijden (Xj -X ) van *·η serie geschakelde vertragingsketens (43j - 43β) van het derde aantal vanaf de eerste trap tot de laatste trap zijn ingesteld.

9. Stelsel volgens conclusie 6, 25 met het kenmerk, dat de gewichtscoefficienten (-a - -a^) van het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers (34^ - 34 ^) in de pre-emphasisketen (13) van het ach terwaartse type zo zijn gekozen dat een coefficientver-menigvuldiger voor een eerdere trap van het eerste aantal 30 coefficientvermenigvuldigers een negatieve coefficient heeft met een kleine absolute waarde, en dat een coeffi-cientvermenigvuldiger die aanwezig is in een latere trap van het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers, een negatieve coefficient heeft met een grote absolute 35 waarde, en dat de gewichtscoefficienten (a^ - a ) van het ~ ·- =— - 28 - derde aantal coefficientvermenigvuldigers (44^ - 44n+^) in de pre-emphasisketen (14) van het voorwaartse type zo zijn gekozen dat een coefficientvermenigvuldiger voor een eerdere trap van het derde aantal coefficient-5 vermenigvuldigers een grote coefficient heeft, en een coefficientvermenigvuldiger voor een latere trap van het derde aantal een kleine coefficient.

10. Stelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een reeks volgens welke de absolute 10 waarden ( | -an \ - \ -a^ | ) van coëfficiënten in het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers (34^ - 34n+^) vanaf de eerste trap tot de laatste trap van het eerste aantal coefficientvermenigvuldigers zijn ingesteld, de omgekeerde is van een reeks volgens welke de coeffi- 15 cienten (an - a ) van het derde aantal coefficientver- u n menigvuldigers (44 ^ - 44n+^) zijn ingesteld te rekenen van de eerste trap tot de laatste trap daarvan.

11. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vertragingstijden (Tq - T^) 20 van het tweede aantal vertragingsketens (52^ - 52^) in de de-emphasisketen (23) van het achterwaartse type zo zijn gekozen dat een vertragingsketen die aanwezig is in een eerdere trap van het tweede aantal vertragingsketens, een grote vertragingstijd heeft en de vertragings-25 keten in een latere trap een kleine vertragingstijd, en dat de vertragingstijden (T^ - T ) van het vierde aantal vertragingsketens (62^ - 62^) in de de-emphasis-keten (24) van het voorwaartse type zo zijn gekozen dat de vertragingsketen in een eerdere trap van het vierde 30 aantal een kleine vertragingstijd heeft en de vertragings keten in een latere trap een grote vertragingstijd.

12. Stelsel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een reeks volgens welke de vertragingstijden (T^ - ) van de in serie geschakelde ver- 35 tragingsketens (52^ - 52^) van het tweede aantal te reke- • - - -? ~-7 - 29 - nen vanaf de begintrap tot de eindtrap van het tweede aantal vertragingsketens, de omgekeerde is van een reeks volgens welke de vertragingstijden (T, - T ) van de in 1 n serie geschakelde vertragingsketens van het vierde aan-5 tal zijn ingesteld vanaf de begintrap tot de eindtrap daarvan.

13. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de gewichtscoefficienten (bn - bg) van het tweede aantal coefficientvermenigvuldigers 10 (53^ - 53n+^) in de de-emphasisketen (23) van het achter waartse type zo zijn gekozen dat een coefficientvermenig-vuldiger in een eerdere trap van het tweede aantal coefficientvermenigvuldigers een kleine coefficient heeft, en een coefficientvermenigvuldiger in een latere 15 trap van het tweede aantal een grote coefficient, en dat de gewichtscoefficienten (bg - bn) van het .vierde aantal coefficientvermenigvuldigers (63 ^ - 63^) in de de-emphasisketen (24) van het voorwaartse type zo zijn gekozen dat een coefficientvermenigvuldiger in een eerdere 20 trap van het vierde aantal coefficientvermenigvuldigers een grote coefficient heeft en een coefficientvermenigvuldiger in een latere trap een kleine coefficient.

14. Stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een reeks volgens welke de coeffi- 25 cienten (b - bn) van het tweede aantal coefficientver- n U menigvuldigers (53^ - 53^+^) zijn ingesteld te rekenen vanaf de begintrap tot aan de eindtrap van het tweede aantal coefficientvermenigvuldigers, de omgekeerde is van een reeks volgens welke de coëfficiënten (b„ - b ) van u n 30 het vierde aantal coefficientvermenigvuldigers (63 ^ - 63η+^) zijn ingesteld vanaf de begintrap tot de eindtrap van dit vierde aantal.

15. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste en de derde opteller 35 (35, 45) bestaan uit een enkelvoudige opteller (81) die - 30 - gemeenschappelijk werkzaam is als eerste en als derde opteller, en dat de tweede en de vierde opteller (54, 64. bestaan uit een tweede enkele opteller (92) voor het gemeenschappelijk werkzaam laten zijn van de tweede 5 en vierde opteller.

16. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pre-emphasisketen (102) van het voorwaartse type een hoogdoorlaatfilter omvat dat bestaat uit een condensator en een aantal weerstanden, 10 dat de pre-emphasisketen (102) van het voorwaartse type en de pre-emphasisketen (13) van het achterwaartse type in serie zijn geschakeld, en dat de de-emphasisketen (112) van het voorwaartse type een laagdoorlaatfilter bevat dat bestaat uit een aantal weerstanden en een con-15 densator, en de de-emphasisketen (112) van het voor waartse type en de de-emphasisketen (23) van het achterwaartse type in serie zijn geschakeld. ,“\ »* *, —- " ·'· "·