NL8303207A

NL8303207A - Televisie-ontvanger.

Info

Publication number: NL8303207A
Application number: NL8303207A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1982-09-16
Filing date: 1983-09-16
Publication date: 1984-04-16
Also published as: DE3333599A1; FR2533390B1; GB8323957D0; FR2533390A1; KR920000258Y1; GB2128428A; CA1210132A; US4581646A; AU555864B2; DE3333599C2; AU1906683A

Description

» < * » C/Ca/ar/1576

Televisie-ontvanger.

De uitvinding heeft betrekking op een televisie-ontvanger, en meer in het bijzonder op een televisie-ontvanger voor selectieve ontvangst van een door een antenne geleverd ingangssignaal of een van een hulpapparaat afkomstig 5 hulpingangssignaal.

Gewoonlijk is een televisie-ontvanger voorzien van een enkelvoudige hoogfrequentingangsaansluiting voor koppeling met een antenne en voor ontvangst, via de antenne, van een aantal hoogfrequent omroepkanaalsignalen, 10 behorende bij verschillende televisiestations of -kanalen.

Door selectieve bediening van enige druktoetsen of van een daartoe bestemde bedieningsknop van de televisie-ontvanger kan dan uit de beschikbare omroepkanaalsignalen een keuze voor zichtbaarmaking van een bepaald televisieprogramma 15 worden gemaakt. Daarbij reageert een afstemeenheid van de televisie-ontvanger op bediening van een druktoets of van de bedieningsknop, meer in het bijzonder op bijvoorbeeld een uit de bediening resulterende, voor een bepaalde afstemfrequentie of -kanaal karakteristieke afstemspanning, zodanig, 20 dat de ontvanger op een gewenst kanaal wordt afgestemd.

Voor (tijdelijk) gebruik van een dergelijke televisie-ontvanger als zichtbaarmakingsinrichting bij bijvoorbeeld een videospel, dient de uitgangskabel van het videospelapparaat met de televisie-ontvanger te worden ge-25 koppeld via de genoemde enkelvoudige ingangsaansluiting daarvan, terwijl één van de genoemde kanaalkeuzedruktoetsen moet worden bediend voor afstemming van de ontvanger op de speciale draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het videospelapparaat. Teneinde te voorkomen, dat steeds bij overgang 30 van normale televisie-ontvangst naar een videospel en omgekeerd de antennekabel en de uitgangskabel van het videospelapparaat dienen te worden verwisseld, heeft men reeds de toepassing voorgesteld van een uitwendige of hulpschakelinrich-ting, welke tussen de genoemde hoogfrequentingangsaanslui-35 ting van de televisie-ontvanger enerzijds en de antenne en het videospelapparaat anderzijds wordt opgenomen. In dit ver- ^ —r - -- , * -2- band wordt opgemerkt, dat de toepassing van een televisie-ontvanger als zichtbaarmakingsinrichting bij een video-spelapparaat slechts een voorbeeld van een dergelijke speciale toepassing vormt en dat ook geheel andere apparaten 5 in dit verband kunnen worden genoemd.

Zo heeft de toenemende populariteit van niet alleen videospelapparaten, doch ook "personal computers", geleid tot de behoefte aan de mogelijkheid om een dergelijke "personal computer" of dergelijk videospelapparaat 10 op betrekkelijk eenvoudige wijze met een voor beeld- of informatiezichtbaarmaking dienende televisie-ontvanger van gebruikelijke type te koppelen. Duidelijk zal zijn, dat een dergelijk speciaal gebruik van een televisie-ontvanger de speciale aanschafkosten en de extra ruimte van een afzonder-15 lijke beeldbuis voor de computer of het spel bespaart.

Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, is reeds de toepassing van een speciale hulpschakelinrichting tussen de televisie-ontvanger en de verschillende voor levering van een ingangssignaal in aanmerking komende signaalbronnen voor-20 gesteld. Daarbij wordt in een bepaalde schakeltoestand van de inrichting de antenne met de ingangsaansluiting van de televisie-ontvanger verbonden, zodat de kanaalkeuzedruk-toetsen van de ontvanger normaal kunnen worden bediend voor keuze van een gewenst televisieprogramma. In een andere 25 schakeltoestand van de inrichting, welke door bediening van een toestandskeuzedruktoets of -bedieningsknop van de hulpschakelinrichting tot stand gebracht is, wordt de uitgangs-. kabel van het videospelapparaat of van een "personal computer" met de ingangsaansluiting van de ontvanger doorverbonden, 30 waarbij êén van de kanaalkeuzedruktoetsen van de televisie-ontvanger moet worden bediend voor afstemming van de ontvanger op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het videospelapparaat of de computer. De werking van een dergelijke installatie van reeds voorgesteld type heeft 35 echter:· enige nadelen. Zo dienen steeds schakelaars of druk-toetsen van twee gescheiden apparaten te worden bediend, zoals een kanaalkeuzedruktoets van de televisie-ontvanger en ( * ψ -3- de toestandskeuzedruktoets of -knop van de genoemde hulp-schakelinrichting. Wanneer van het waarnemen van een bepaald televisieprogramma naar het spelen van een videospel wordt overgegaan, dienen zowel een toestandskeuzedruktoets van de 5 hulpschakelinrichting als een kanaalkeuzedruktoets van het videoapparaat te worden bediend. Op soortgelijke wijze vereist overgang van een videospel naar normale televisie-ont-vangst bediening van zowel de toestandskeuzedruktoets van de hulpschakelinrichting als een kanaalkeuzedruktoets van 10 de televisie-ontvanger. Steeds zijn derhalve twee bedienings-handelingen nodig voor de overschakeling.

Afgezien van het voorgaande, vereist een dergelijke installatie twee afzonderlijke inrichtingen of kasten, dat wil zeggen de televisie-ontvanger en de genoemde 15 hulpschakelinrichting? daaruit resulteert een combinatie, welke eventueel niet fraai oogt en meer ruimte dan gewenst in beslag neemt. Voorts kan het onder bepaalde omstandigheden noodzakelijk zijn, dat de desbetreffende hulpschakelinrichting op enige afstand van de televisie-ontvanger wordt 20 aangebracht, met als nadelig gevolg, dat de gebruiker zich tussen de beide apparaten op en neer dient te bewegen, hetgeen als hinderlijk wordt ondervonden.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, hierin verbetering te brengen en een televisie-ontvanger te 25 verschaffen, waarbij de hiervoor beschreven problemen zich niet voordoen.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een televisie-ontvanger te verschaffen, welke voor selectieve ontvangst van een hetzij van een normale antenne, hetzij een 30 hulpapparaat, zoals een videospelapparaat of een "personal computer" afkomstig ingangssignaal kan worden gebruikt zonder toepassing van een uitwendige, speciale hulpschakelinrichting van het hiervoor beschreven type.

Een ander doel van de uitvinding is het ver-35 schaffen van een televisie-ontvanger met een aantal voor respectieve koppeling met een antenne en één of meer hulpappara-ten, zoals een videospelapparaat of computer, bestemde ingangs-* : - O :1 7 « 4 7 V*> * -4- aansluitingen en met een aan of op de kast van de televisie-ontvanger zelf aangebracht aansluitingskiesorgaan voor keuze van een in aanmerking komende ingangsaansluiting.

Nog een ander doel van de uitvinding is het 5 verschaffen van een dergelijke televisie-ontvanger, waarbij de overgang van televisieprogrammazichtbaarmaking via een bepaald ontvangstkanaal naar zichtbaarmaking van de uitgangs-informatie van een videospelapparaat of een computer op eenvoudige wijze kan geschieden, bijvoorbeeld door bediening 10 van slechts één druktoets of bedieningsknop.

Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een televisie-ontvanger met een één geheel daarmee vormend ingangsaansluitingskiesorgaan met een fraai uiterlijk en goede bedienbaarheid.

15 Nog weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een televisie-ontvanger met een ingangs-aansluitingskiesorgaan, dat tegen toevallige bediening is beschermd.

Daartoe verschaft de uitvinding een televisie-20 ontvanger met tenminste twee ingangsaansluitingen voor ontvangst van respectieve ingangssignalen, respectievelijk een van een antenne afkomstig hoogfrequentingangssignaal en een van een hulpapparaat afkomstig hulpingangssignaal, en voorts van ingangsaansluitingskiesmiddelen voor keuze van de des-25 betreffende ingangsaansluitingen en van met de aansluitings-kiesmiddelen samenwerkende besturingsmiddelen voor zodanige afstemming van de ontvanger, dat een met het via de gekozen ingangsaansluiting toegevoerde ingangssignaal overeenkomend beeld wordt zichtbaargemaakt.

30 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. 1, schematisch, een vooraanzicht op een 35 televisie-ontvanger met een afzonderlijke hulpschakelinrich-ting van eerder voorgesteld type, λ» — ' — Λ 7 * » -5-

Fig. 2, schematisch, een vooraanzicht op een televisie-ontvanger volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding,

Fig. 3 een schema van een essentieel gedeelte 5 van de televisie-ontvanger volgens Fig. 2,

Fig. 4 een schematische weergave van een stel druktoetsschakelaars van speciaal voor toepassing bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding in aanmerking komend type, 10 Fig. 5-8 zijaanzichten, gedeeltelijk in door snede, op details van het druktoetsmechanisme van het stel volgens Fig. 4 in verschillende bedrijfstoestanden daarvan,

Fig. 9, schematisch, een vooraanzicht op een televisie-ontvanger volgens een andere uitvoeringsvorm 15 van de uitvinding,

Fig. 10, op grotere schaal, een detail van Fig. 9 onder weglating van een paneel,

Fig. 11 een zijaanzicht in Fig. 10 op een aansluitingskiesorgaan in de eerste positie daarvan en 20 Fig. 12 een soortgelijk zijaanzicht als in

Fig. 11 in de tweede positie van het aansluitingskiesorgaan.

Voorafgaande aan een gedetailleerde beschrijving van de uitvinding wordt eerst verwezen naar Fig. 1, waarin een tot nog toe gebruikelijke installatie voor selec-25 tieve toevoer van verschillende ingangssignalen aan een televisie-ontvanger 1 met een enkelvoudige aansluiting 2 is weergegeven. Bij een dergelijke installatie van bekend type wordt gescheiden, respectievelijk als extern accessoir, van de televisie-ontvanger 1 een hulpschakelinrichting 3 gebruikt, 30 waarvan de uitgangsaansluiting 3a via een kabel 4 met de ingangsaansluiting 2 van de televisie-ontvanger 1 is gekoppeld. De hulpschakelinrichting 3 heeft twee ingangsaansluitingen 5 en 6, welke respectievelijk via een antennekabel 7a en een kabel 9 met respectievelijk een normale televisie-antenne 35 7 en een videospelapparaat 8 zijn gekoppeld. Een toestands- keuzetoets 10 van de hulpschakelinrichting 3 kan worden % · _· , -6- I l V % bediend voor keuze tussen de beide ingangsaansluitingen 5 en 6, respectievelijk tussen het van de antenne 7 afkomstige hoogfrequentingangssignaal en het uitgangssignaal van het videospelapparaat 8, zodanig, dat het gekozen signaal via de 5 uitgangsaansluiting 3a en de kabel 4 naar de ingangsaansluiting van de televisie-ontvanger wordt doorgelaten. Deze laatst-igenoemde is voorzien van een kathodestraalbuis of beeldbuis 11 en van een aantal kanaalkeuzedruktoetsen 12, welke aan de respectieve te ontvangen televisiestations of 10 -kanalen zijn toegevoegd. Het zal duidelijk zijn, dat deze druktoetsen 12 selectief kunnen worden bediend voor afstemming van de televisie-ontvanger 1 op die ontvangstfrequentie, waarop een in aanmerking komend televisiesignaal binnen het desbetreffende ontvangsfcfenaal wordt uitgezonden. Eén van de 15 druktoetsen 12, bij voorkeur behorende bij een kanaal, via hetwelk ter plaatse van de televisie-ontvanger geen programma wordt ontvangen, kan worden bediend voor afstemming van de ontvanger op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het videospelapparaat 8 of van een ander hulpapparaat.

20 Bij gebruik van een dergelijke installatie van bekend type volgens Fig. 1, kan de televisie-ontvanger als normale televisie-ontvanger, dat wil zeggen voor zicht-baarmaking van een via de antenne 7 ontvangen televisieprogramma, wanneer door geschikte bediening van de toestands-25 keuzedruktoets 10 van de hulpschakelinrichting 3 overschakelen naar de ingangsaansluiting 5 daarvan is bepaald. In dat geval kan een willekeurig via de antenne 7 ontvangen omroep-signaal op de beeldbuis 11 zichtbaargemaakt worden, wanneer ook de in aanmerking komende kanaalkeuzedruktoets 12 van de 30 ontvanger wordt ingedrukt. In plaats van het voorgaande kan de toestandskeuzedruktoets 10 van de hulpschakelinrichting 3 worden bediend voor aanwijzing van de ingangsaansluiting 6, via welke het uitgangssignaal van het videospelapparaat 8 wordt ontvangen. In dat geval dient echter die kanaalkeuze-35 druktoets 12 van de televisie-ontvanger 1, welke afstemming van de ontvanger op de draaggolffrequentie van het uitgangs- - * # * -7- signaal van het videospelapparaat 8 teweegbrengt, eveneens te worden ingedrukt. Op soortgelijke wijze vereist de over-gang van zichtbaarmaking van het van het videospelapparaat 8 afkomstige hulpsignaal naar waarneming van een via een geko-5 zen kanaal of station ontvangen omroepprogramma steeds eerst de bediening van de toets 10 van de hulpschakelinrichting 3 voor herstel van de koppeling van de antenne 7 met het tele-visie-apparaat en vervolgens door bediening van een in aanmerking komende druktoets 12 van de televisie-ontvanger zelf 10 voor keuze van het gewenste ontvangstsignaal. Indien in een dergelijk geval de televisie-ontvanger 1 en de hulpschakelinrichting 3 op enige afstand van elkaar zijn aangebracht, zal de noodzakelijke bediening van druktoetsen van beide apparaten tot een verminderd bedieningscomfort leiden. Voorts 15 is het mogelijk, dat de toepassing van een afzonderlijke hulpschakelinrichting 3, dat wil zeggen als een gescheiden accessoir van de televisie-ontvanger 1, resulteert in een onaantrekkelijk uiterlijk van de installatie en in een ongewenste toename van de door de installatie in beslag genomen 20 ruimte.

In Fig. 2 zijn de met die in Fig. 1 overeenkomende elementen weer zoveel mogelijk met respectievelijk dezelfde verwijzingsaansluitingen aangeduid. Zoals uit Fig.

2 naar voren komt, heeft de televisie-ontvanger IA volgens 25 deze uitvoeringsvorm van de uitvinding een kathodestraalbuis of beeldbuis 11 voor zichtbaarmaking van een beeld, dat naar keuze is gebaseerd op de via respectieve ingangsaansluitingen 2a en 2b ontvangen ingangssignalen. Meer in het bijzonder dient de ingangsaansluiting 2a voor koppeling met een normale 30 televisie-antenne, terwijl de ingangsaansluiting 2b dient voor koppeling via een kabel 9 met een videospelapparaat 8 voor ontvangst van het uitgangssignaal daarvan.

Aan de voorzijde van de ontvanger IA bevindt zich een ingangsaansluitingskiesorgaan 13, dat kan worden be-35 diend voor keuze van de ene of de andere van de beide genoemde ingangsaansluitingen 2a en 2b. Duidelijk zal zijn, dat bij een televisie-ontvanger volgens de uitvinding meer dan twee -8- dergelijke afzonderlijke ingangsaansluitingen kunnen worden toegepast, in welk geval ook het kiesorgaan 13 zou moeten worden uitgebreid.

Eveneens aan de voorzijde van de televisie-5 ontvanger IA bevindt zich kanaalkiesstelsel 12 met een aantal kanaalkeuzedruktoetsen 12a-12k, welke selectief kunnen worden bediend (ingedrukt) voor bekrachtiging van respectieve kanaal-kiesschakelaars, welke niet in Fig. 2 zijn weergegeven.

Het aansluitingskiesorgaan 13 bevindt zich 10 bij voorkeur aan de voorzijde van de televisie-ontvanger IA nabij het genoemde kanaalkiesstelsel 12 en behoort bijvoorbeeld tot eenzelfde bedieningspaneel als dit stelsel. De kanaalkeuzedruktoetsen 12a-12k en het aansluitingskiesorgaan 13 dienen voor zodanige besturing van de afstemming van de 15 televisie-ontvanger 1, dat deze hetzij een via een bepaald kanaal ontvangen televisieprogramma, hetzij de van het video-spelapparaat 8 afkomstige informatie zichtbaarmaakt. Meer in het bijzonder kan de televisie-ontvanger IA zijn uitgerust met een electronische afstemeenheid 1A^ (zie Fig. 3), welke 20 bijvoorbeeld werkt met een varactor, dat wil zeggen een met een analoge spanning regelbare inrichting met variabele reactantiewaarde, zoals een diode met variabele capacitantie; een dergelijke varactor dient dan als afstemelement, waarvoor de regelspanning of afstemspanning wordt verkregen door 25 middel van een schakeling met één of meer potentiometers.

Bij de in Fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn dergelijke potentiometers opgenomen in de verschillende secties I4a-l4k van een kanaalkiesstelsel 12, waarbij de genoemde secties 14a-14k zijn toegevoegd aan respectieve 30 kanaalkeuzedruktoetsen 12a-12k, terwijl een afzonderlijke sectie 141 aan een aansluitingskiesorgaan 13 is toegevoegd.

De secties 14a-141 zijn steeds op dezelfde wijze uitgevoerd en bevatten respectieve stellen kiesschake-laars 15a-151, respectieve potentiometers 16a-161 en res-35 pectieve visuele aanwijsorganen 17a-l71, welke laatstgenoemden bijvoorbeeld uit neonlampjes of lichtemitterende diodes bestaan.

-9-

Aangezien de verschillende secties I4a-14k van het kanaalkiesstelsel 12 op steeds dezelfde wijze zijn uitgevoerd, zullen slechts de onderlinge verbindingen en de werking van het stel kiesschakelaars 15a, de potentiometer 5 16a en het visuele aanwijselement 17a van de sectie 14a meer in details worden beschreven.

Binnen de sectie 14a bestaat het stel schakelaars 15a uit twee voor bediening met elkaar gekoppelde, gewoonlijk in hun open stand verkerende schakelaars 18 en 19. 10 Het weerstandselement van de potentiometer 16a is in serie met de schakelaar 18 opgenomen tussen een voedingsspannings-aansluiting 20 van de potentiaal +Vp en aarde. Op soortgelijke wijze is het visuele aanwijselement 17a in serie met de schakelaar 19 opgenomen tussen een voedingsspannings-15 aansluiting 21 van de potentiaal +V^ en aarde. Bij gelijktijdige overschakeling van de daarbij met elkaar gekoppelde, gewoonlijk in hun open schakeltoestand verkerende schakelaars 18 en 19 van het stel 15a wordt derhalve aan de beweegbare aftakking van de potentiometer 16a een afstemspanning 20 van voorafbepaalde waarde verkregen, welke als regelspanning voor de afstemeenheid 1A1 dient, zodanig, dat deze laatstgenoemde de televisie-ontvanger IA op een respectievelijk bijbehorende ingangssignaalfrequentie afstemt. Het sluiten van de schakelaar 19 leidt tot bekrachtiging van het visuele 25 aanwijselement 17a als aanwijzing voor de gebruiker, dat de televisie-ontvanger op de bij de sectie 14a behorende ingangssignaalfrequentie is afgestemd. Van de verschillende potentiometers 16a-161 is de beweegbare aftakking uiteraard steeds zodanig ingesteld, dat bij selectieve sluiting van de 30 stellen schakelaars 15a-151 respectievelijk bijbehorende, onderling verschillende regelspanningen aan de afstemeenheid 1A^ worden toegevoerd. Zo dient het bijvoorbeeld aanbeveling, dat de potentiometers 16a-16k met hun beweegbare aftakking zodanig zijn ingesteld, dat de bij sluiting van de stellen 35 kiesschakelaars 15a-15k aan de afstemeenheid 1A^ toegevoerde regelspanningen steeds resulteren in afstemming van de ont- w -10- Λ η ν vanger ΙΑ op die ingangssignaalfrequenties, waarop via de verschillende kanalen van de ontvanger televisie-omroepsig-nalen worden ontvangen. De stellen schakelaars 15a-15k vormen derhalve kanaalkiesschakelaars, zodanig, dat het sluiten van 5 één van de stellen 15a-15k leidt tot afstemming van de ontvanger IA op een respectievelijk bijbehorende omroepkanaal. Deze kanaalkiesschakelaars kunnen gemakkelijk uit hun gewoonlijk open of onwerkzame stand naar hun gesloten of werkzame stand worden gebracht door selectieve bediening (indrukking) 10 van de respectieve druktoetsen 12a-12k.

Het stel schakelaars 151 is op geschikte wijze met het aansluitingskiesorgaan 13 gekoppeld, zoals in Fig. 3 met een gebroken lijn bij 22 is aangeduid. Als gevolg daarvan zullen de tot het stelsel 151 behorende schakelaars 18 en 15 19 slechts worden gesloten wanneer het aansluitingskiesorgaan 13 werkzaam is voor toevoer van het uitgangssignaal van het hulpapparaat of videospelapparaat 8 als ingangssignaal aan de afstemeenheid ÏA^ Meer in het bijzonder, en zoals Fig. 3 laat zien, kan het aansluitingskiesorgaan 13 de gedaante 20 hebben van een schakelaar met vaste contacten 13a en 13b, welke met respectieve ingangsaansluitingen 2a en 2b zijn doorverbonden en afwisselend kunnen worden aangegrepen door een beweegbaar contact 13c, dat met de hoogfrequent-ingangsaansluiting van de afstemeenheid 1A1 is verbonden. Dit 25 beweegbare contact 13c is in 22 gekoppeld met de schakelaars 18 en 19 van het stel 151, zodat deze schakelaars 18 en 19 worden gesloten, zoals Fig. 3 laat zien, wanneer het beweegbare contact 13c van het aansluitingskiesorgaan met het vaste contact 13b daarvan in aangrijping wordt gebracht.

30 Wanneer het beweegbare contact 13c door handbediening naar het vaste contact 13a wordt overgeschakeld, zodat het antenne-ingangssignaal via de ingangsaansluiting 2a aan de hoog-frequentingangsaans lui ting van de afstemeenheid ÏA^^ wordt toegevoerd, worden de schakelaars 18 en 19 van het schake-35 laarstelsel 151 naar hun normale, open stand of onwerkzame stand teruggebracht. Het zal duidelijk zijn, dat het beweeg- -11- bar e contact van de potentiometer 161 op een zodanige plaats is ingesteld, dat het sluiten van de schakelaars 18 en 19 van het schakelaarstel 151 tot gevolg heeft, dat de aan de af-stemeenheid 1A^ toegevoerde, van de potentiometer 161 afkom-5 stige regelspanning afstemming van de ontvanger IA op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het video-spelapparaat 8 veroorzaakt. Het aan het aansluitingskies-orgaan 13 toegevoegde schakelaarstelsel 151 kan derhalve eveneens als ingangskiesschakelaar worden beschouwd.

10 Bij voorkeur is aan de kanaalkiesschakelaars 15a-15k en aan de ingangskiesschakelaar 151 een onderling vergrendelmechanisme toegevoegd, dat in Fig. 3 met gebroken lijnen bij 23 is weergegeven. Een dergelijk onderling vergrendelmechanisme dient, zoals nog meer in details zal worden 15 beschreven om de verschillende kiesschakelaars 15a-151 in hun gesloten of werkzame stand te houden, nadat zij in die stand zijn gebracht, en om een eerder in een dergelijke stand vastgehouden kiesschakelaar naar zijn normale, open of onwerkzame stand te laten terugkeren in geval van bedie-20 ning van een andere kiesschakelaar 15a-151. Het vergrendelmechanisme 23 dient derhalve om zeker te stellen, dat steeds slechts één van de kiesschakelaars 15a-151 tegelijkertijd wordt gesloten, terwijl de andere kiesschakelaars in hun open stand blijven. In dit verband wordt opgemerkt, dat als 25 gevolg van de bij 22 aangeduide koppeling tussen de kiesschakelaar 151 en het aansluitingskiesorgaan 13 het openen van bijvoorbeeld de kiesschakelaar 151, zulks in reactie op het sluiten van êén van de kanaalkiesschakelaars 15a-15k, gepaard gaat aan de overschakeling van het beweegbare contact 30 13c naar het vaste contact 13a.

De werking van de televisie-ontvanger IA volgens de in het voorgaande aan de hand van de Fig. 2 en 3 verduidelijkte uitvoeringsvorm van de uitvinding kan als volgt worden samengevat: 35 Wanneer het aansluitingskiesorgaan 13 zich oorspronkelijk in de stand bevindt, waarin zijn beweegbare -12- contact 13c op het vaste contact 13a aangrijpt, worden via de antenne 7 ontvangen hoogfrequentsignalen via de ingangs-aansluiting 2a van de ontvanger en vervolgens via het kies-orgaan 13 aan de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstem-5 eenheid 1A1 toegevoerd. Wanneer vervolgens door handbediening van éên van de kanaalkeuzedruktoetsen 12a-12k de respectievelijk bijbehorende kanaalkiesschakelaar I5a-15c wordt geactiveerd, respectievelijk naar zijn gesloten of werkzame toestand wordt gebracht, zal enerzijdse de van de respectieve-10 lijk bijbehorende potentiometer 16a-16k afgenomen regel-spanning aan de afstemeenheid 1A^ worden toegevoerd, zodat de beeldbuis 11 van de televisie-ontvanger IA het videodeel van het via het desbetreffende kanaal ontvangen omroeptele-visiesignaal zal zichtbaarmaken. Anderzijds zal het bijbe-15 horende visuele aanwijselement 17a-17k worden bekrachtigd als aanwijzing van het kanaal, waarop de televisie-ontvanger dan is afgestemd. De naar zijn werkzame of gesloten stand gebrachte kanaalkiesschakelaar 15a-15k zal dan door het ver-grendelmechanisme 23 in die stand worden gehouden totdat 20 een andere kanaalkeuzedruktoets 12a-12k wordt ingedrukt, in welk geval de respectievelijk bij de ingedrukte toets 12 behorende kanaalkiesschakelaar 15 wordt gesloten en de eerder gesloten kanaalkiesschakelaar door het vergrendelmechanisme 23 wordt vrijgegeven voor terugkeer naar zijn normale, open 25 of onwerkzame stand. Op soortgelijke wijze zal bij handbediening van het aansluitingskiesorgaan 13 naar zijn stand volgens Fig. 3 en de daaruit resulterende overgang van de ingangskiesschakelaar 151 naar zijn gesloten stand ieder eventueel voordien in zijn gesloten of werkzame stand gehou-30 den kanaalkiesschakelaar 15a-15k worden vrijgegeven voor terugkeer naar zijn onwerkzame of open stand volgens Fig. 3. Wanneer de ingangskiesschakelaar 151 in zijn gesloten of werkzame stand verkeert, zal de daaruit resulterende toevoer van de aan de potentiometer 161 afgenomen regelspanning aan 35 de afstemeenheid 1A^ tot gevolg hebben, dat de ontvanger IA wordt afgestemd op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het hulpapparaat, in dit geval het videospel-. \ : - - 1 , * -13- apparaat 8; het desbetreffende uitgangssignaal wordt dan via de ingangsaansluiting 2b en het aansluitingskiesorgaan 13 aan de ingangsaansluiting van de afstemeenheid ÏA^ toegevoerd. In dat geval wordt de uitgangsinformatie van het 5 videospelapparaat 8 op de beeldbuis 11 zichtbaargemaakt.

Het zal duidelijk zijn, dat de overschakeling van de ontvanger IA volgens de uitvinding van zicht-baarmaking van een omroeptelevisiesignaal naar zichtbaar-making van de door het videospelapparaat 8 afgegeven informa-10 tie slechts de bediening eist van één enkel bedienings- orgaan, dat wil zeggen het aansluitkiesorgaan 13. Wanneer de gebruiker daarna weer na ontvangst van een televisie-omroep-programma wil teruggaan, behoeft hij of zij weer slechts één enkel bedieningsorgaan te bedienen. Meer in het bijzonder 15 zal het indrukken van één van de kanaalkeuzedruktoetsen 12a-12k en de daaruit resulterende sluiting van de respectievelijk bijbehorende kanaalkiesschakelaar 15a-15k tot gevolg hebben, dat het vergrendelmechanisme 23 de ingangskiesschake-laar 151 vrijgeeft voor terugkeer uit zijn werkzame of ge-20 sloten stand naar zijn normale, open stand, waarbij de koppeling 22 ervoor zorgdraagt, dat het aansluitingskiesorgaan 13 teruggaat naar de stand, waarin zijn beweegbare contact 13c weer de ingangsaansluiting 2a met de hoogfrequentingangs-aansluiting van de afstemeenheid 1A^ doorverbindt.

25 Bij de in het voorgaande aan de hand van de

Fig. 2 en 3 beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding onderscheidt de bedieningsknop of ander in aanmerking komend element van het aansluitingskiesorgaan 13 zich zowel qua vorm als qua werking van de keuzedruktoetsen 12a-12k. Zoals Fig. 4 30 echter laat zien, kan bij een televisie-ontvanger volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding een schematisch aangeduid stel druktoetsschakelaars 24 worden toegepast, welke zowel de functie van het aansluitkiesorgaan 13 als van de ingahgsselectieschakelaar 151 in Fig. 3 vervullen; een derge-35 lijk stel schakelaars 24 kan worden aangebracht in een hulp-chassis 25, waarin eveneens de kanaalkiesschakelaars 15a-15k -* j -14- zijn aangebracht- Daarbij is aan het schakelaarstelsel 24 voor bediening een druktoets 26 toegevoegd, welke op soortgelijke wijze als de druktoetsen 12a-12k van de respectieve kanaalkiesschakelaars 15a-15k kan worden bediend, respec-5 tievelijk ingedrukt. Teneinde de bediening van de kanaalkiesschakelaars 15a-l5k en het schakelaarstelsel 24 vanaf de buitenzijde van het hulpchassis 25 mogelijk te maken, zijn tussen de druktoetsen 12a-12k en de respectieve schakelaars I5a-15k respectieve drukstangen 27a-27k aangebracht, 10 terwijl een soortgelijke drukstang 28 tussen de druktoets 26 en het schakelaarstelsel 24 is opgenomen- Aan de kanaalkiesschakelaars 15a-15k steken respectieve pennen of anders gevormde aansluitingen 29a-29k uit, terwijl aan het schakelaarstelsel 24 op soortgelijke wijze pennen of anders gevormde 15 aansluitingen 30 uitsteken, zodat de verschillende schakelaars of schakelaarstelsels in een soortgelijke schakeling als die volgens Fig. 3 kunnen worden opgenomen.

Bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 4 bevindt iedere kanaalkiesschakelaar 15a-15k zich in zijn open of on-20 werkzame stand, wanneer de respectievelijk bijbehorende druktoets 12a-12k uitsteekt, terwijl de overschakeling naar de gesloten stand plaatsvindt, wanneer de respectievelijk bijbehorende druktoets 12 met de hand wordt ingedrukt, bijvoorbeeld naar de voor de druktoets 12b in Fig. 4 weergegeven 25 stand. Op soortgelijke wijze vormt het schakelaarstelsel 24, wanneer de druktoets 26 in zijn uitstekende stand volgens Fig. 4 verkeert, het functionele equivalent van de ingangs-kiesschakelaar 151 in de open of onwerkzame stand daarvan en van het aansluitingskiesorgaan 13 in de stand, waarin het 30 beweegbare contact 13c op het vaste contact 13a aangrijpt (c.f. Fig. 3 en Fig. 4). De uitstekende stand van de druktoets 24 brengt deze tot voorbij of buiten de druktoetsen 12a-12k in de respectieve uitstekende stand daarvan; de druktoets 26 heeft een betrekkelijk lange bedieningsslag, 35 dat wil zeggen van zijn uitstekende of ruststand naar zijn ingedrukte of werkzame stand. De gebruiker van een volgens -15-

Fig. 4 uitgevoerde televisie-ontvanger kan derhalve gemakkelijk tussen de druktoetsen I2a-12k enerzijds en de druktoets 26 anderzijds onderscheiden. Bij bediening of indrukking van de druktoets 26 wordt het schakelaarstelsel 24 zodanig over-5 geschakeld, dat het functionele equivalent van het aanslui-tingskiesorgaan 13 en de schakelaar 151 in hun respectieve standen volgens Fig. 3 wordt verkregen.

Zoals reeds is opgemerkt, tonen de Fig. 5-8 schematisch een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, op 10 enige details van het druktoetsmechanisme van het stel druk-toetsschakelaars volgens Fig. 4 in de verschillende bedrijfs-toestanden daarvan. Zoals deze figuren laten zien, hebben de reeds genoemde drijfstangen 27a-27k en 28 ieder de gedaante van een staaf of stang, welke zich uitstrekt tussen de bij-15 behorende druktoets en het te bedienen schakelaarstel; de drukstangen kunnen onderling evenwijdig een schuivende beweging in hun langsrichting uitvoeren, waarbij zij geleidt worden in steeds twee zich tegenover elkaar uitstrekkende lei-openingen 31 en 32 in respectieve platen 33 en 34, welke 20 zich onderling evenwijdig en op enige afstand tot elkaar aan het hulpchassis 25 uitstrekken. Iedere drukstang 27 en 28 vertoont tussen de beide platen 33 en 34 een flens 35, welke door een tegen de plaat 34 steunende schroefveer 36 onder een in de Fig. 5-8 bovenwaarts gerichte veerspanning 25 wordt gehouden. Deze veerspanning is derhalve gericht op een verplaatsing naar hun normale of ruststand van de respectieve druktoetsen 12a-12k en 26.

In de Fig. 5-8 is het vergrendelmechanisme 23, dat in Fig. 3 slechts schematisch was weergegeven, afge-30 beeld als een langwerpig grendelorgaan 37, dat zich binnen het hulpchassis 25 hoofdzakelijk evenwijdig aan de genoemde platen 33 en 34, dat wil zeggen onder een rechte hoek ten opzichte van de hartlijnen van de drukstangen 27a-27k en 28, uitstrekt en een schuivende langsbeweging in twee richtingen, 35 in Fig. 5 met de pijlen a en b aangeduid, kan uitvoeren. Het langwerpige, schuifbare grendelorgaan 37 is voorzien van een ,-·> — \ —» η λ j- - v - · - U / -16-

, I

• V

aantal grendelarmen 38a-381, welke zijdelings aan het grendel-orgaan 37 uitsteken en dienen voor samenwerking met de respectieve drukstangen 27a-27k en 28. Meer in het bijzonder vertoont iedere drukstang 27a-27k enige naar de zijkant toe 5 open, op enige afstand van elkaar gevormde uitsparingen 39, 40 (39a,40a-39k,40k), welke tezamen met de genoemde grendel-armen 38a-38k van het grendelorgaan 37 koppelmiddelen vormen, waardoor de respectieve werkzame en onwerkzame standen van de druktoetsen 12a-12k, en daarmede de bijbehorende schakel-10 toestanden van de respectieve kanaalkiesschakelaars 15a-151, worden gefixeerd. Iedere drukstang 27a-27k heeft voorts een overgangsgedeelte 41a-41k, dat vanuit de respectievelijk bijbehorende uitsparingen 40a-40k schuin, dat wil zeggen onder een hoek ten opzichte van de langsas van de desbetreffende 15 drukstang, wegloopt naar de respectieve uitsparing 39a-39k.

Op soortgelijke wijze vertoont de drukstang 28 twee naar de zijkant toe open uitsparingen 391 en 401 met daar tussen een schuin lopend overgangsgedeelte 411 voor samenwerking met de grendelarm 381 van het grendelorgaan 37. De uitsparing 401 20 van de drukstang 28 vertoont echter in de langsrichting van de drukstang een afmeting, welke aanzienlijk groter is dan die van de overeenkomstige uitsparingen 40a-40k van de respectieve drukstangen 27a-27k. Op het grendelorgaan 37 werkt een in de Fig. 5-8 rechts onderaan getekende veer 42 in, 25 welke het grendelorgaan 37 onder een voorspanning in de richting van de pijl a (naar rechts in de Fig. 5-8) houdt, zodanig, dat daardoor de grendelarmen 38a-381 aan de zijde, waar de respectieve drukstangen 27a-27k en 28 hun genoemde uitsparingen en overgangsgedeelte vertonen, tegen deze drukstangen 30 worden gedrukt. Daarbij zijn de genoemde uitsparingen op zodanige plaatsen langs de drukstangen 27 en 28 gevormd, dat wanneer de verschillende druktoetsen 12a-l2k en 26 zich in hun onwerkzame of ruststand bevinden, de respectievelijk toegevoegde grendelarmen 38a-381 van het grendelorgaan 37 in de 35 respectieve uitsparingen 40a-401 van de drukstangen grijpen en daarbij in het bijzonder komen te rusten tegen het zich 8303207 * * % -17- onder een rechte hoek ten opzichte van de langsas van de desbetreffende drukstang uitstrekkende binnenoppervlak van deze respectieve uitsparingen. Dit door de bijbehorende drukveren 36 teweeggebrachte effect fixeert de desbetreffende 5 drukstangen in hun onwerkzame of ruststand. Wanneer vervolgens echter ëén van de druktoetsen, bijvoorbeeld 12b in Fig. 5, wordt ingedrukt, respectievelijk in zijn werkzame stand wordt gebracht, zal de daaruit resulterende langsbeweging van de drukstang 27b tegen de werking van de aan deze drukstang toe-10 gevoegde veer 36 in tot gevolg hebben, dat de uitsparing 39b van deze drukstang 27b naar de voor opname van de respectievelijk bijbehorende grendelarm 38b van het grendelorgaan 37 geschikte plaats wordt verschoven. Daarbij komt deze grendelarm 38b te rusten tegen het zich onder een rechte hoek ten 15 opzichte van de langsas van de drukstang 27b uitstrekkende binnenoppervlak van de uitsparing 39b, zodat de drukstang 27b en het grendelorgaan 37 met elkaar gekoppeld raken en op die wijze de werkzame of ingedrukte stand van de druktoets 12b fixeren; deze fixatie blijft behouden nadat de gebruiker 20 de druktoets 12b heeft losgelaten. Het tot het onderlinge vergrendelmechanisme 23 behorende grendelorgaan 37 blijft dan met de drukstang 27b gekoppeld voor fixatie van de respectievelijk bijbehorende kanaalkiesschakelaar 15b in zijn gesloten of werkzame stand, zodat de televisie-ontvanger 25 wordt ingesteld voor zichtbaarmaking van een via het bij de druktoets 12b behorende kanaal ontvangen televisieprogramma.

Wanneer de gebruiker vervolgens naar een ander kanaal wil overgaan, bijvoorbeeld voor zichtbaarmaking van het via het bij de druktoets 12a behorende kanaal ontvangen 30 televisieprogramma, drukt hij of zij de druktoets 12a in,-respectievelijk naar zijn werkzame stand, welke in Fig. 6 is weergegeven. Tijdens het indrukken van de druktoets 12a heeft de daaraan gepaard gaande langsverplaatsing van de drukstang 27a tot gevolg, dat het schuine overgangsgedeelte 41a 35 van de stang langs de grendelarm 38a van het grendelorgaan 37 schuift en deze laatstgenoemde daarbij in de richting van Λ "7 -18- de pijl b verplaatst naar een stand, waarin de voordien in de uitsparing 39b van de drukstang 27b van de oorspronkelijk ingedrukte druktoets 12b ingrijpende grendelarm 38b uit die uitsparing 39b vrij komt. Dit wil zeggen, dat tijdens de ver-5 plaatsing van de druktoets 12a naar zijn werkzame stand de voordien in zijn werkzame stand gebrachte druktoets 12b en bijbehorende drukstang 27b worden ontkoppeld van het grendel-orgaan 37, zodat de aan de drukstang 27b toegevoegde spiraal-veer 36 de druktoets 12b naar zijn onwerkzame of ruststand 10 kan terugverplaatsen, waardoor tevens de open of onwerkzame schakeltoestand van de bijbehorende kanaalkiesschakelaar 15b teweeggebracht wordt. Zodra de druktoets 12a zijn werkzame stand bereikt heeft, welke in Fig. 7 is weergegeven, zal de bijbehorende grendelarm 38a door de inwerking van de veer 42 15 op het grendelorgaan 37 in de uitsparing 39a ingrijpen, waardoor de druktoets 12a en de bijbehorende drukstang 27a in hun werkzame stand worden gefixeerd, waardoor de kanaalkiesschakelaar 15a in zijn gesloten of werkzame schakeltoestand wordt gehouden, zodat de televisie-ontvanger tot zichtbaarmaking 20. van het via het bij de druktoets 12a behorende kanaal ontvangen televisieprogramma overgaat.

Zolang één van de druktoetsen 12a-12k zich in zijn werkzame stand bevindt en op die wijze de keuze bepaalt van het kanaal, via hetwelk een televisieprogramma 25 wordt ontvangen en vervolgens door de televisie-ontvanger wordt zichtbaargemaakt, zal de druktoets 26 in zijn onwerkzame of ruststand blijven, welke wordt bepaald door de in-grijping van de grendelarm 381 van het grendelorgaan 37 in de uitsparing 401 van de drukstang 28; daarbij blijft het 30 schakelaarstel 24 via de antenne 7 ontvangen televisiesignalen aan de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeen-heid toevoeren.

Indien echter op een willekeurig ogenblik de druktoets 26 wordt ingedrukt, respectievelijk in zijn werk-35 zame stand wordt gebracht, welke in Fig. 8 is weergegeven, zal tijdens de daarbij optredende langsverplaatsing van de

— ν' V

-19- drukstang 28 het grendelorgaan 37 weer in de richting van de pijl b worden verplaatst/ daar zijn grendelarm 381 nu door het schuine overgangsgedeelte 411 van de drukstang 28 tegen de werking van de veer 42 in wordt verplaatst. Dit wil zeggen, 5 dat het indrukken van de druktoets 26 naar zijn werkzame stand niet alleen de met de gecombineerde werking van het aansluitingskiesorgaan 13 en het schakelaarstel 151 in Fig. 3 equivalente besturing van het schakelaarstel 24 teweegbrengt, doch tevens ertoe leidt, dat een eerder in zijn werkzame stand 10 vergrendelde kanaalkiesdruktoets 12a-12k daaruit door het vergrendelmechanisme 23 wordt vrijgegeven en door zijn respectievelijk bijbehorende veer 36 naar zijn onwerkzame of ruststand volgens Fig. 8 wordt teruggevoerd. Zodra de ingedrukte druktoets 26 zijn onderste stand volgens Fig. 8 heeft 15 bereikt, komt de grendelarm 381 van het grendelorgaan 37 tegenover de uitsparing 391, zodat de arm door de inwerking van de veer op het grendelorgaan 37 in de uitsparing 391 wordt getrokken en tegen het zich loodrecht ten opzichte van de langsas van de drukstang 28 uitstrekkende binnenoppervlak 20 van de uitsparing 391 komt te rusten, respectievelijk door de werking van de bijbehorende veer 36 daartegen gedrukt wordt. Zolang de druktoets 26 ingedrukt, dat wil zeggen in zijn werkzame stand, blijft, zal het bijbehorende schakelaarstel 24 het uitgangssignaal van het videospelapparaat of ander 25 hulpapparaat 8 aan de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid toevoeren, terwijl de televisie-ontvanger afgestemd blijft op de draaggolffrequentie van het desbetreffende signaal, zodat de resultaten van een videospel op de beeldbuis van de televisie-ontvanger zichtbaar worden.

30 Wanneer dit het geval is en de druktoets 26 in zijn ingedrukte, werkzame stand verkeert, zal bediening van ëên van de kanaalkiesdruktoetsen, bijvoorbeeld de druktoets 12a, waarbij deze in zijn ingedrukte, werkzame stand volgens Fig. 6 komt, weer gepaard gaan aan een zodanige verplaatsing 35 van het grendelorgaan 37, dat de grendelarm 381 uit de uitsparing 391 wordt verwijderd, waarna de aan de drukstang 28 ~ " 0 7 t 4 -20- toegevoegde veer 36 de druktoets 26 naar zijn onwerkzame ruststand terugvoert.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn geworden, dat bediening van uitsluitend de druktoets 26 vol-5 doende is om zeker te stellen, dat het uitgangssignaal van het videospelapparaat of ander hulpapparaat 8 aan de hoog-frequentingangsaansluiting van de afstemeenheid van de tele-visie-ontvanger wordt toegevoerd en dat deze laatstgenoemde zelf op de draaggolffrequentie van het desbetreffende sig-10 naai wordt afgestemd. Op soortgelijke wijze volstaat de bediening van éën van de druktoetsen 12a-12k om de toevoer van het antenne-uitgangssignaal aan de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid toe te voeren en om de tele-visie-ontvanger af te stemmen op het kanaal, waaraan de dan 15 ingedrukte druktoets 12a-12k is toegevoegd. Voorts zal het duidelijk zijn, dat de betrekkelijk grote afmeting van de uitsparing 401 in de langsrichting van de drukstang 28 tot gevolg heeft, dat de druktoets 26 in zijn onwerkzame of ruststand tot voorbij de andere druktoetsen 12a-12k uitsteekt 20 en dat de slaglengte 12 van de druktoets 26 van zijn onwerkzame stand naar zijn werkzame stand (Fig. 8) groter is dan die 1^ (zie Fig. 7) van enige van de andere druktoetsen 12a-12k. Als gevolg van dit verschil tussen de slaglengten 1^ en 12 kan een gebruiker van de televisie-ontvanger ge-25 makkelijk onderscheid maken tussen op zichtbaarmaking van het resultaat van het videospelapparaat 8 of ander dergelijk hulpapparaat gerichte bediening van de druktoets 26 enerzijds en op zichtbaarmaking van een desbetreffend televisieprogramma gerichte bediening van één van de kanaalkiesdruktoetsen 30 12a-12k anderzijds. Indien de druktoets 26 per ongeluk wordt ingedrukt, kan de desbetreffende bedieningsfout bovendien gemakkelijk worden herkend of afgeleid uit de betrekkelijk grote slaglengte.

Fig. 9 laat zien, dat bij een televisie-ont-35 vanger 1B volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding twee hoogfrequentsignaalingangsaansluitingen 2a en 2b - * -21- worden toegepast, welke zich bijvoorbeeld respectievelijk aan de achterzijde en de voorzijde van de kast van de tele-visie-ontvanger 1B bevinden. Daarbij kan de ingangsaanslui-ting 2a bijvoorbeeld worden gekoppeld met een antenne of met 5 de uitgangsaansluiting van een videobandapparaat, terwijl de andere ingangsaansluiting 2b zich bevindt op een plaats welke zich gemakkelijk leent voor koppeling met de uitgangsaansluiting van een videospelapparaat of ander hulpapparaat, zoals een "personal computer", dat betrekkelijk regelmatig 10 met de televisie-ontvanger dient te worden gekoppeld, respectievelijk daarvan dient te worden ontkoppeld. De televisie-ontvanger 1B is uitgerust met een kanaalkiesstelsel 12B, bestaande uit een aantal aan respectieve kiesschakelaar-stellen 15a-151 toegevoegde druktoetsen 12a-121, welke althans 15 tenminste in grote lijnen overeenstemmen met de aan de hand van Fig. 3 beschreven componenten. De kiesschakelaarstellen 15a-151 van het stelsel 12B kunnen door bediening van de respectieve druktoetsen 12a-121 selectief worden gesloten om afstemming van de televisie-ontvanger 1B op een in aan-20 merking komende ingangssignaalfrequentie te verkrijgen. De druktoetsen 12a-121 en schakelaarstellen 15a-151 zijn op geschikte wijze gerangschikt op een hulpchassis 25b, terwijl het kanaalkiesstelsel 12B bovendien bij voorkeur een in Fig.

9 niet getoond vergrendelmechanisme omvat, dat bijvoorbeeld 25 kan overeenkomen met het aan de hand van de Fig. 5-8 beschreven vergrendelmechanisme 23 en op soortgelijke wijze functioneert voor het vasthouden van een schakelaarstel 15a-151 in zijn gesloten stand na bediening van de respectieve druk-toets 12a-121, waarin slechts verandering optreedt, wanneer 30 een andere druktoets wordt ingedrukt voor het in zijn werkzame stand brengen van het respectievelijk bijbehorende schakelaarstel 15a-151.

Bij de televisie-ontvanger 1B volgens Fig.

9 worden de aan de respectieve schakelaarstellen 15a-151 35 bijvoorbeeld respectievelijk in 16a-161 van de afstembestu-ringsschakeling volgens Fig. 3 toegevoegde potentiometers -22- a * * * zodanig ingesteld, dat selectieve bediening van de druktoetsen 12a-12k tot gevolg heeft, dat de televisie-ontvanger 1B steeds wordt afgestemd voor zichtbaarmaking van een televisieprogramma, dat via het gekozen kanaal wordt ontvangen. Bediening van de 5 druktoets 121 heeft tot gevolg, dat de televisie-ontvanger wordt afgestemd voor ontvangst en verwerking van het uitgangs-draaggolfsignaal van een met de ingangsaansluiting 2^ gekoppeld videobandapparaat of van een met de ingangsaansluiting 2b gekoppeld videospelapparaat of ander dergelijk hulpapparaat.

10 Het kiesstelsel 12B omvat voorts een tussen twee standen verschuifbare schakelaar 13B, welke overeenkomt met het aansluitingskiesorgaan 13 volgens Fig. 3 en onmiddellijk onder het schakelaarstel 151 is aangebracht op een schakelingsbord 43, waarmede ook de schakelaarstellen 15a-151 15 gekoppeld zijn. De tussen twee standen verschuifbare schakelaar 13B is uitgerust met een bedieningsknop of -toets 44, welke door een verticale, langwerpige sleuf 45 in een dekplaat of paneel 33B heen steekt en met de hand kan worden verplaatst tussen zijn in Fig. 11 weergegeven, hoogste stand, 20 waarin de schakelaar 13B de ingangsaansluiting 2a met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid doorverbindt, en een in Fig. 12 weergegeven, bovenste stand, waarin de schakelaar 13B de ingangsaansluiting 2b met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid doorver-25 bindt.

Teneinde zeker te stellen, dat het schakelaarstel 151 ook werkelijk is gesloten voor afstemming van de ontvanger 1B op het uitgangsdraaggolfsignaal van een met de ingangsaansluitig 2b gekoppeld videospelapparaat of ander 30 hulpapparaat wanneer de schakelaar 13B de ingangsaansluiting 2b met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid van de ontvanger 1B doorverbindt, steekt aan de ene zijde van de druktoets 121 een zijdelings uitsteeksel 46 uit, dat schuivend kan worden aangegrepen door een ten opzichte van 35 de bedieningstoets 44 vaststaande arm 22B, welke bijvoorbeeld één geheel met de bedieningstoets 44 vormt en daaraan uit- - ' ' ' * «7 -23- steekt voor koppeling van de genoemde schakelaar 13B met het schakelaarstel 151. Meer in het bijzonder laten de Fig. 11 en 12 zien, dat de koppelarm 22B een haakvormig omgezet bovengedeelte 47 heeft, dat om het uitsteeksel 46 heen grijpt. Dit 5 haakvormige gedeelte 47 heeft een benedenwaarts gericht, vrij eindgedeelte 48 dat aan zijn binnenzijde twee ten opzichte van elkaar verschoven oppervlakgedeelten 48a en 48b met daartussen een schuin verlopend tussengedeelte 48c vertoont. Het haakvormige bovengedeelte 47 van de koppelarm 22B laat tussen 10 het platte oppervlakgedeelte 48b en het tegenover gelegen haakgedeelte 49 een betrekkelijk ruime spleet vrij, waardoor een goede beweging van de druktoets 121 van zijn werkzame naar zijn onwerkzame stand en omgekeerd bij aanwezigheid van het uitsteeksel 46 in de ruime spleet mogelijk wordt.

15 Wanneer de toets 44 in zijn bovenste stand volgens Fig. 11 verkeert, zodat de schakelaar 13B de ingangs-aansluiting 2a met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid doorverbindt, bevindt het vlakke oppervlakgedeelte 48b aan de binnenzijde van het haakvormige boven-20 gedeelte 47 van de koppelarm 22B zich tegenover het uitsteeksel 46, zodat de druktoets 121 in zijn ruststand volgens Fig. 11 kan verkeren of met de hand in zijn op het sluiten van het schakelaarstel 151 gerichte, werkzame stand kan worden gedrukt, in welk laatstgenoemde geval de ontvanger 25 wordt afgestemd op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van een met de ingangsaansluiting 2a gekoppeld video-bandapparaat. Wanneer de toets 44 zich in zijn bovenste stand volgens Fig. 11 bevindt, is het ook mogelijk, dat een van de andere druktoetsen 12a-12k met de hand wordt ingedrukt voor 30 afstemming van de televisie-ontvanger 1B op een respectievelijk bijbehorend televisieprogramma, dat via de in dat geval met de ingangsaansluiting 2a gekoppelde antenne wordt ontvangen .

Als gevolg van de toepassing van het niet in 35 de Fig. 11 en 12 weergegeven vergrendelmechanisme zal een druktoets 12a-121, nadat deze in zijn ingedrukte of werkzame 0 -24- stand is gebracht, terwijl de genoemde toets 44 zich nog in zijn bovenste stand volgens Fig. 11 bevindt, vervolgens door de werking van het vergrendelmechanisme in die ingedrukte werkzame stand wordt gehouden totdat het vergrendelmechanisme 5 als gevolg van bediening van één van de andere druktoetsen 12a-121 wordt ontgrendeld, zoals reeds voor het vergrendelmechanisme 23 aan de hand van de Fig. 5-8 is beschreven.

Wanneer de toets 44 met de hand naar zijn onderste stand volgens Fig. 12 wordt gebracht, zodat de scha-10 kelaar 13B dan de ingangsaansluiting 2B met de hoogfrequent-ingangsaansluiting van de afstemeenheid van de televisie-ontvanger 1B doorverbindt, zal het schuin lopende oppervlak-gedeelte 48c aan de binnenzijde van het haakvormige bovengedeelte 47 van de koppelarm 22 een schuivende beweging langs 15 het uitsteeksel 46 uitvoeren, waarbij het laatstgenoemde tenslotte terechtkomt bij het reeds genoemde oppervlakgedeelte 48a, waarna zowel het uitsteeksel 46 als de druktoets 121 worden in- of teruggedrukt, waardoor de druktoets 121 in zijn werkzame stand wordt gebracht en gehouden. Vervolgens, in 20 reactie op de verdere verplaatsing van de toets 44 naar zijn onderste stand, wordt de druktoets 121 ingedrukt, waardoor het schakelaarstel 151 wordt gesloten en de ontvanger 1B wordt afgestemd op de draaggolffrequentie van het uitgangssignaal van het met de ingangsaansluiting 2b gekoppelde video-25 spelapparaat of ander hulpapparaat, waarvan het genoemde uitgangssignaal dan via de schakelaar 13B aan de hoogfrequent-ingangsaansluiting van de afstemeenheid wordt toegevoerd. Tijdens de desbetreffende verplaatsing van de druktoets 121 naar zijn ingedrukte, werkzame stand in reactie op verplaat-30 sing van de toets 44 naar zijn onderste stand wordt het niet in de Fig. 11 en 12 weergegeven vergrendelmechanisme ontgrendeld, met als gevolg, dat een eerder in zijn werkzame stand vastgehouden druktoets 12a-12k, bijvoorbeeld de druktoets 12a in Fig. 11, wordt vrijgegeven voor terugkeer naar 35 zijn onwerkzame ruststand volgens Fig. 12. Wanneer een gebruiker derhalve wenst over te gaan van het bekijken van een via een door hem of haar gekozen kanaal ontvangen televisie- -25- programma of een via de ingangsaansluiting 2a door een video-bandapparaat aangeboden videoprogramma naar het inspecteren van de uitgangsinformatie van een aan de ingangsaansluiting 2b aangesloten videospelapparaat of ander hulpapparaat, be-5 hoeft hij of zij slechts éën enkel orgaan te bedienen, dat wil zeggen de genoemde toets of knop 44 uit zijn hoogste naar zijn laagste stand te verplaatsen (zie Fig. 12). Wanneer daarentegen slechts een verplaatsing van de knop of toets 44 uit zijn laagste naar zijn hoogste stand wordt uitgevoerd, 10 zal de schakelaar 13B automatisch worden teruggebracht in de schakeltoestand, waarin de ingangsaansluiting 2a opnieuw met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid wordt doorverbonden, terwijl als gevolg van het genoemde ver-grendelmechanisme het schakelaarstel 151 in zijn gesloten 15 stand blijft, waarbij de ontvanger op de draaggolffrequentie van het dan bijvoorbeeld door een videobandapparaat aan de ingangsaansluiting 2a toegevoerde signaal wordt afgestemd.

Zoals is uiteengezet, kan bij de verschillende beschreven uitvoeringsvormen van een televisie-ontvanger vol-20 gens de uitvinding de overschakeling van de televisie-ontvanger van zichtbaarmaking van een televisieprogramma of ander via de ingangsaansluiting 2a aangeboden videoprogramma naar zichtbaarmaking van het uitgangsresultaat van een videospelapparaat of ander met de ingangsaansluiting 2b gekoppeld 25 hulpapparaat, evenals de overgang in omgekeerde richting, op gemakkelijke en eenvoudige wijze rechtstreeks aan de televisie-ontvanger zelf worden uitgevoerd. Daarbij behoeft geen van de televisie-ontvanger onafhankelijke en gescheiden daarvan op te stellen hulpschakelinrichting te worden toegepast, 30 hetgeen zowel het bedieningscomfort als het uiterlijk van de televisie-ontvanger ten gunste komt.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de be-35 schreven details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

Claims

1. Televisie-ontvanger, bevattende een afstem-eenheid met een hoogfrequentingangsaansluiting voor selectieve ontvangst van een door een antenne geleverd ingangssignaal of een van een hulpapparaat afkomstig hulpingangs- 5 signaal, benevens een met de afstemeenheid gekoppelde af-stemmingsbesturingsschakeling voor afstemming van de ontvanger op het selectief via de ingangsaansluiting ontvangen signaal, met het kenmerk, dat rechtstreeks aan de televisie-ontvanger (1A;1B) tenminste een eerste en een 10 tweede ingangsaansluiting (2a,2b) zijn aangebracht voor respectieve ontvangst van het van de antenne afkomstige ingangssignaal en het van het hulpapparaat afkomstige hulpingangs-signaal, terwijl een tot de ontvanger behorend aansluitings-kiesorgaan (13;13B) selectief de ene of de andere van de 15 ingangsaansluitingen (2a,2b) met de hoogfrequentingangsaansluiting van de afstemeenheid (1A^) doorverbindt, waarbij met dit aansluitingskiesorgaan (13;13B) een afstemmingsbe-sturingseenheid (151) is gekoppeld voor afstemming van de ontvanger op de frequentie van het via de selectief met de af-20 stemeenheid doorverbonden ingangsaans lui ting (2a of 2b) ontvangen ingangssignaal.

2. Televisie-ontvanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hulpapparaat een computer is.

3. Televisie-ontvanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hulpapparaat een video-spelapparaat is.

4. Televisie-ontvanger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de antenne van het voor 30 ontvangst van een aantal via respectieve kanalen verschijnende hoogfrequentingangssignalen geschikte type is.

5. Televisie-ontvanger volgens conclusie 4, met een kanaalkiesstelsel, waarvan de verschillende kies- standen aan de genoemde kanalen zijn toegevoegd, met het 35 k e n m e r k, dat het aansluitingskiesorgaan (13;13B) ten- - -.....-. η -27- minste twee respectievelijk aan de tenminste eerste en de tenminste tweede ingangsaansluiting (2a,2b) toegevoegde toestanden heeft, en dat de afstembesturingseenheid afstem-elementen (I6a-161) voor afstemming van de ontvanger op een 5 door keuze bepaald antenne-ingangssignaal in afhankelijkheid van de toestand van het kanaalkiesorgaan (12;12B) en de toestand van het aansluitingskiesorgaan (13;13B) bevat.

6. Televisie-ontvanger volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aansluitingskiesorgaan 10 een aantal met de hand bedienbare kanaalkiesschakelaars (15a-15k) bevat, welke respectievelijk aan de verschillende kanalen zijn toegevoegd en ieder een werkzame en een onwerkzame stand vertonen, terwijl het aansluitingskiesorgaan voorts een met de hand te bedienen ingangskiesschakelaar (151) met 15 een werkzame en een onwerkzame stand bevat, welke dient om in zijn werkzame stand door middel van de afstemeenheid (ÏA^) de ontvanger op het hulpingangssignaal af te stemmen, waarbij een vergrendelmechanisme (23) dient om in reactie op bediening van één van de kanaal- en ingangskiesschakelaars (15a-151) 20 de overige kanaal- en ingangskiesschakelaars naar hun respectieve onwerkzame standen terug te voeren.

7. Televisie-ontvanger volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de kanaal- en ingangskiesschakelaars (15a-151) zijn uitgerust met respectieve bekrach- 25 tigingsorganen (27a-27k en 28), ieder met een eerste en een tweede respectievelijk bij de werkzame en de onwerkzame stand van de desbetreffende schakelaar (15a-151) behorende koepelorganen (39a-391,40a-401), en met een veer, welke het bijbehorende bekrachtigingsorgaan (27a-27k,28) naar de onwerk-30 zame stand van de respectievelijk bijbehorende kiesschakelaar drukt, terwijl het vergrendelmechanisme (23) is voorzien van een grendelorgaan (37) met een aantal respectievelijk aan de bekrachtigingsorganen van de verschillende kiesschakelaars toegevoegde, derde koppelorganen (38a-381), welk grendel-35 orgaan (37) kan bewegen tussen een aangrijpstand (Fig. 5), waarin iedere derde koepelorgaan (38a-381) selectief in aan- -28- grijping met het eerste of het tweede koppelorgaan (393-391, 40a-401) van het respectievelijk bijbehorende bekrachtigings-orgaan (27a-27k,28) kan worden gebracht voor het tot stand brengen van de werkzame of onwerkzame stand van de respec-5 tievelijk bijbehorende kiesschakelaar (15a-15k en 151 of 24), en een vrijgeefstand (Fig. 6), waarin alle derde koppel-organen van de respectieve eerste en tweede koppelorganen van de bekrachtigingsorganen zijn ontkoppeld, waarbij ieder dergelijk bekrachtigingsorgaan (27a-27k,28) is voorzien van 10 een overgangsgedeelte (41a-411), dat tijdens verplaatsing van de desbetreffende kiesschakelaar uit zijn onwerkzame naar zijn werkzame stand op het grendelorgaan (37) inwerkt voor verplaatsing daarvan naar zijn vrijgeefstand (Fig. 6).

8. Televisie-ontvanger volgens conclusie 7, 15. e t he’t kenmerk, dat het aansluitingskiesorgaan (13B) is voorzien van een koppelorgaan (22B), dat verplaatsbaar is tussen een eerste stand (Fig. 11), waarin het vrij is van de ingangskiesschakelaar (151), en een tweede stand, welke dient om de ingangskiesschakelaar (151) onafhankelijk 20 van het vergrendelmechanisme in zijn werkzame stand te houden.

9. Televisie-ontvanger volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het aansluitingskiesorgaan is voorzien van een aansluitingskiesschakelaar (13B), welke met het genoemde koppelorgaan (22B) is gekoppeld voor keuze 25 van de tweede ingangsaansluiting (2b) wanneer het koppelorgaan (22B) uit zijn eerste naar zijn tweede stand wordt verplaatst.

10. Televisie-ontvanger volgens ëén of meer der conclusies 6-9,met het kenmerk, dat de met 30 de hand te bedienen kiesschakelaars (15a-151) aan de voorzijde van de televisie-ontvanger (1A;1B) zijn aangebracht.

11. Televisie-ontvanger volgens ëén of meer der conclusies 6-10, met het kenmerk, dat de kiesschakelaars (15a-151) zijn uitgerust met respectieve 35 bedieningsdruktoetsen (12a-12k en 26; 12a-121).

12. Televisie-ontvanger volgens conclusie 11, •s *" -J .wa J / -29- met kenmerk, dat de bij de ingangskiesschakelaar (24) behorende druktoets (26) een betrekkelijk grote ver-plaatsingslengte (12) bij de overschakeling van de ingangskiesschakelaar van zijn onwerkzame naar zijn werkzame stand 5 vertoont, terwijl de bij de respectieve kanaalkiesschakelaars (15a-l5k) behorende druktoetsen (12a-12k) een betrekkelijk korte verplaatsingslengte (1^) bij de overschakeling van hun onwerkzame naar hun werkzame stand vertonen. Λ - ' ' ' ’