NL8303097A

NL8303097A - AGRICULTURAL IMPLEMENT.

Info

Publication number: NL8303097A
Application number: NL8303097A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1983-09-07
Filing date: 1983-09-07
Publication date: 1985-04-01
Also published as: IT8422539A0; DE3432692C2; GB2146212A; DE3432692A1; FR2551307A1; DE3432692C3; GB8421859D0; IT1176656B; GB2146212B; FR2551307B1

Description

C. van der Lely N.V., Maasland.C. van der Lely N.V., Maasland.

•'Landbouwwerktuig"• "Agricultural implement"

De uitvinding heeft betrekking op een landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aankoppelpunten van een driepunts bevestiging waarmee het werktuig aan een drie-puntshefinrichting van een trekker koppelbaar is.The invention relates to an agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point mounting with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor.

5 Landbouwwerktuigen die op de boven aangegeven wij ze met de hef inrichting van een -trekker koppelbaar zijn, worden - vooral indien het een grondbewerkingsmachine betreft - vaak gecombineerd met andere werktuigen, zoals bijvoorbeeld een zaaimachine of een kunstmeststrooier. Hiertoe 10 dient het landbouwwerktuig te zijn voorzien van middelen voor aankoppeling van een dergelijk aanbouwwerktuig.5 Agricultural implements which can be coupled in the manner indicated above to the lifting device of a tractor are - especially if it is a tillage implement - often combined with other implements, such as, for example, a seed drill or a fertilizer spreader. For this purpose, the agricultural implement must be provided with means for coupling such an attachment.

Met de constructie volgens de uitvinding kan nu een doelmatige aankoppeling van een dergelijk aanbouwwerktuig worden verkregen doordat het bovenste aankoppelpunt is 15 aangebracht aan een holle drager, welke drager nabij de einden door althans nagenoeg verticaal naar beneden verlopende plaatvormige steunen met de onderste aankoppelpunten van de driepuntsbevestiging is verbonden. Op deze wijze kan men door gebruik te maken van de althans nagenoeg vertikale steunen, 20 die met de holle drager een doelmatig stijf geheel vormen op eenvoudige goedkope wijze een effectieve ondersteuning creëren voor het aanbrengen van aankoppelmiddelen voor een aanbouwwerktuig.With the construction according to the invention, an effective coupling of such a mounted implement can now be obtained in that the upper coupling point is arranged on a hollow support, which support near the ends by plate-shaped supports which extend at least substantially vertically downwards with the lower coupling points of the three-point mounting. is connected. In this way, by using the at least substantially vertical supports, which form an effective rigid whole with the hollow carrier, one can create an effective support in a simple inexpensive manner for applying coupling means for a mounted implement.

Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de 25 uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of an exemplary embodiment.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een landbouwwerktuig in de vorm van een grondbewerkingsmachine weer, die is voorzien van een constructie volgens de uitvinding.Figure 1 shows a top view of an agricultural implement in the form of a tillage machine, which is provided with a construction according to the invention.

Figuur 2 geeft een zijaanzicht weer van fig. 1.Figure 2 shows a side view of Figure 1.

30 Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III - III in fig. 1.Figure 3 shows a larger-scale view along the line III-III in figure 1.

Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV in fig. 3, terwijlFigure 4 shows a view according to the arrow IV in Figure 3, while

Figuur 5 een aanzicht geeft volgens de lijn V - VFigure 5 shows a view along the line V-V

35 in fig. 3.35 in fig. 3.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft ~ ' een landbouwwerktuig, dat is uitgevoerd als een grondbewer- r - - - ** 7.....The device shown in the figures relates to an agricultural implement, which is designed as an earthworker - - - ** 7 .....

Ö . ·. , C- / - 2 - .Ö. ·. , C- / - 2 -.

\ kingsmachine die in het bijzonder geschikt is voor het bereiden van een zaaibed.Kings machine particularly suitable for preparing a seed bed.

De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin 5 op onderling gelijke afstand van bijvoorkeur 25 cm. zich in opwaartse, bijvoorkeur verticale, richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 aangebrachte, althans na-10 genoeg horizontale drager 4, die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden.The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely of the direction of travel A, wherein 5 are equidistant from each other, preferably 25 cm. are mounted in upwardly, preferably vertical, directionally extending shafts 2 of working members 3. Each of the working members 3 comprises an at least nearly enough horizontal support 4 arranged on the end of a shaft 2 protruding from the frame part 1 and which is provided at its ends with working elements 5 in the form of teeth which extend downwards.

Nabij het midden zijn op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 aankoppelmiddelen aangebracht, die 15 een gestel 6 omvatten dat is voorzien van aankoppelpunten 7 en 8, die een driepuntsbevestiging vormen voor aankoppe-ling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker. Het gestel 6 omvat een zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal . 20 gelegen torsiestijve gestelbalk of drager 9, die - zoals uit fig. 3 blijkt - hol is uitgevoerd met een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede van bijvoorkeur 100 x 100 mm. De einden van de drager 9 zijn door middel van platen 10 afgesloten.Near the center, coupling means are provided on the top of the tubular frame part 1, which frame comprises a frame 6 which is provided with coupling points 7 and 8, which form a three-point attachment for coupling the machine to the three-point lifting device of a tractor. The frame 6 comprises an at least substantially horizontal, extending transversely to the direction of travel. Torsionally rigid frame beam or support 9, which - as appears from Fig. 3 - is made hollow with an angular, preferably square cross-section of preferably 100 x 100 mm. The ends of the carrier 9 are closed by means of plates 10.

25 De langshartlijn van de drager 9 strekt zich al thans nagenoeg in horizontale richting uit en is evenwijdig gelegen aan een vertikaal vlak door de rotatieassen van de bewerkingsorganen 3. Zoals uit fig. 1 blijkt is het midden van de drager 9 althans nagenoeg in een vertikaal vlak gele-30 gen, dat door het midden van het kokervormig gesteldeel 1 loodrecht op de langshartlijn hiervan kan worden aangebracht. De lengte van de drager stemt althans nagenoeg overeen met de afstand tussen de onderste aankoppelpunten 7 en 8 van de driepuntsbevestiging. De drager 9 is door middel van als 35 steunen 11 dienstdoende plaatvormige steundelen, die althans nabij de einden van de gestelbalk zijn aangebracht, met de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 verbonden. Nabij het midden is de drager 9 voorzien van op afstand van elkaar gelegen platen 12, die het bovenste aankoppelpunt 8 van de q" 0 Γ " 1 7 . * >* - 3 - driepuntsbevestiging vormen.The longitudinal axis of the carrier 9 now extends substantially in a horizontal direction and is parallel to a vertical plane through the axes of rotation of the working members 3. As can be seen from Fig. 1, the center of the carrier 9 is at least substantially in a vertical flat, which can be arranged perpendicularly to the longitudinal axis thereof through the center of the tubular frame part 1. The length of the carrier at least roughly corresponds to the distance between the lower coupling points 7 and 8 of the three-point mounting. The support 9 is connected to the top side of the tubular frame part 1 by means of plate-shaped support parts serving as supports 11, which are arranged at least near the ends of the frame beam. Near the center, the carrier 9 is provided with spaced apart plates 12, which are the upper coupling point 8 of the q "0 Γ" 1 7. *> * - 3 - form three-point mounting.

De platen 12 zijn aan de voorzijde voorzien van twee achter elkaar gelegen gaten 13 voor het tussen de platen aanbrengen van de bovenste arm van de driepuntshefinrichting 5 van een trekker. Elk van de platen die, zoals uit fig. 3 blijkt - in hoofdzaak driehoekig zijn, is aan de onderzijde voorzien van een hoekige uitsparing, waarin de bovenzijde van de' om zijn langsas naar voren gekantelde vierhoekige drager 9 past. De kanteling van de drager 9 is zodanig, dat 10 een lijn door twee tegenover elkaar gelegen hoekpunten althans nagenoeg horizontaal is gelegen.The plates 12 are provided at the front with two holes 13 one behind the other for mounting the upper arm of the three-point lifting device 5 of a tractor between the plates. Each of the plates, which, as can be seen from Fig. 3, are substantially triangular, is provided at the bottom with an angular recess in which the top of the quadrangular support 9 tilted forward about its longitudinal axis. The tilt of the carrier 9 is such that a line through two opposite vertices is at least substantially horizontal.

Elk van de platen is aan de van de andere plaat afgekeerde zijde voorzien van een haaks omgezet deel 14 resp.Each of the plates is provided on the side remote from the other plate with a right-angled part 14 resp.

15; hierbij heeft het voorste deel 14 een lengte die overeen-15 komt met de breedte van een zijde van de drager 9, terwijl het achterste deel 15 een afmeting heeft die ongeveer een derde van de breedte van een zijde van de drager bedraagt.15; here the front part 14 has a length corresponding to the width of one side of the carrier 9, while the rear part 15 has a size which is approximately one third of the width of one side of the carrier.

De balk is aan de betreffende zijden van de platen 12 voorzien van gaten, voor het opnemen van bouten 16 voor de- beves-20 tiging van de delen 14. en 15; hierbij is het langste deel 14 door middel van twee bouten 16 en het· kortste deel door middel van één bout 16 bevestigd.The beam is provided with holes on the respective sides of the plates 12 for receiving bolts 16 for fixing parts 14 and 15; the longest part 14 is attached by means of two bolts 16 and the shortest part by means of one bolt 16.

De onderste aankoppelpunten 7 van de driepuntsbevestiging omvatten een kokervormig deel 17 dat is opgebouwd 25 uit twee opwaarts gerichte profieldelen 18, die aan de voor-en achterzijde elk zijn voorzien van een haaks omgezette voet 19 resp. 20, waarmee het deel op de bovenzijde van het ge-steldeel door middel van bouten 16 is bevestigd (fig. 5).The lower coupling points 7 of the three-point mounting comprise a tubular part 17 which is built up of two upwardly directed profile parts 18, each of which is provided at the front and rear with an angle bent base 19, respectively. 20, with which the part is fastened to the top of the frame part by means of bolts 16 (fig. 5).

Elk van de profieldelen 18 heeft aan de bovenzijde een twee-30 maaL haaks omgezette rand, welke randen door middel van bouten 16 aan elkaar zijn bevestigd, zodat het kokervormig deel 17 ontstaat. Zoals uit fig. 3 blijkt, zijn de profieldelen 18 zodanig uitgevoerd dat de hoogte van het kokervormig deel 37 naar achteren afneemt.Each of the profile parts 18 has at the top a two-to-30 angle bent edge, which edges are fastened together by bolts 16, so that the tubular part 17 is formed. As can be seen from Fig. 3, the profile parts 18 are designed such that the height of the tubular part 37 decreases to the rear.

35 Binnen het kokervormig deel 17 is een verzwenkbare, uit twee tegen elkaar gelegen strippen gevormde arm 21 aange- / bracht. De arm 21 draagt aan de voorzijde een vork voor aan-koppeling van een onderste arm van de driepuntshefinrichting van een trekker, terwijl de achterzijde binnen het kokervormig " " 7 Q ’-· ·- > ·* .Within the tubular part 17, a pivotable arm 21 formed of two strips located against each other is arranged. The arm 21 carries a fork at the front for coupling a lower arm of the three-point hitch of a tractor, while the rear within the tubular "" 7 Q "- · · -> · *.

* - 4 - deel 17 is aangebracht door middel van een scharnierpen 22, die is gestoken door een gat in de arm en één van twee achter elkaar gelegen, in de profieldelen 18 aangebrachte gaten 23. Elk van de gaten 23 is door middel van stansen aange- 5 bracht, een en ander zodanig dat naar buiten gerichte stans- randen 24 zijn gevormd die een breedte hebben die groter is dan de dikte van de plaat waaruit een profieldeel 17 is gevormd. De stansranden 24 vormen een legervlak voor de pen 22 waarmee de arm 21 is aangebracht. In fig. 3 is de pen 22 10 in het achterste gat aangebracht; indien de pen 22 in het voorste gat 23 wordt aangebracht, steekt de arm 21 verder uit het kokervormig deel 17.* - 4 - part 17 is arranged by means of a hinge pin 22, which is inserted through a hole in the arm and one of two holes 23 arranged in the profile parts 18 behind each other, each of the holes 23 being punched arranged in such a way that outwardly directed punching edges 24 are formed which have a width greater than the thickness of the plate from which a profile part 17 is formed. The punched edges 24 form an bearing surface for the pin 22 with which the arm 21 is arranged. In Fig. 3, the pin 22 is arranged in the rear hole; when the pin 22 is inserted in the front hole 23, the arm 21 protrudes further from the tubular part 17.

De steunen 11, waardoor de drager in hoofdzaak nabij de einden is ondersteund vormen een verbinding tussen 15 het bovenste aankoppelpunt 8 en de respectieve aankoppel-punten 7 van de driepuntsbevestiging. Elk van de steunen 11 omvat een steundeel 25 dat een zijplaat vormt die in hoofdzaak een driehoek is, die met zijn basis door middel van de bouten 16 aan de omgezette rand van de profieldelen 18 is 20 bevestigd (fig. 3 en 5). Aan de voorzijde verloopt het steundeel 25 vanaf de onderzijde licht hellend naar boven (fig.3), terwijl aan de achterzijde het steundeel sterker hellend naar voren verloopt. Aan de voorzijde gat het steundeel langs een opwaarts verlopende vouwlijn a over in een steundeel 26, dat 25 rechthoekig is omgezet. Het steundeel 26 gaat op zijn beurt via een opwaarts verlopende vouwlijn b over in een rechthoekig naar achteren omgezette rand. De via de vouwlijnen a en b in elkaar overgaande steundelen 25 en 26 geven de steun 11 een grote stijfheid.The supports 11, whereby the carrier is supported substantially near the ends, form a connection between the upper coupling point 8 and the respective coupling points 7 of the three-point mounting. Each of the supports 11 comprises a support part 25 which forms a side plate which is essentially a triangle, which is fixed with its base to the bent edge of the profile parts 18 by means of the bolts 16 (Figures 3 and 5). At the front, the support part 25 runs slightly inclined upwards from the bottom (fig. 3), while at the rear the support part runs more inclined forward. At the front, the support part overflows along an upwardly extending fold line a into a support part 26, which is rectangularly converted. The support part 26, in turn, changes via an upwardly extending fold line b into a rectangular folded-back edge. The supporting parts 25 and 26, mutually connecting via the folding lines a and b, give the support 11 a great rigidity.

30 Zoals uit fig. 4 blijkt, 'neemt de breedte van het steundeel 26 van onderen naar boven toe en heeft het deel in hoofdzaak een driehoekige vorm.De bovenzijde van het deel omvat een lip 27, die door middel van bouten 16 en daarvoor in de holle drager 9 aangebrachte gaten aan de drager is 35 bevestigd. Aan de achterzijde is tegen elk steundeel 25 van een steun 11 aan de binnenzijde de haaks omgebogen rand van een steundeel 28 door middel van bouten 16 aangebracht.As can be seen from Fig. 4, the width of the support part 26 increases from bottom to top and the part has a substantially triangular shape. The top of the part comprises a lip 27, which is secured by means of bolts 16 and before holes provided in the hollow support 9 are fixed to the support. At the rear, against each support part 25 of a support 11, on the inside the perpendicularly bent edge of a support part 28 is arranged by means of bolts 16.

De breedte van de omgezette rand, die zich vanaf de achterzijde van het steundeel 25 naar voren uitstrekt is · f*> Τ’ ~ λ -η λ 4 1« - 5 - althans nagenoeg gelijk aan de breedte van een zijde van de drager 9. De breedte van het steundeel 28 neemt - zoals uit fig. 4 blijkt - van onderen naar boven toe, zodat in hoofdzaak een driehoekige vorm is verkregen. Het steundeel 28 strekt 5 zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uit en he&it aan de bovenzijde een breedte die althans nagenoeg twee maal de breedte van het steundeel 26 bedraagt. Aan de bovenzijde is het steundeel 28 voorzien van een lip 29, die door middel van gaten in de drager 9 en bouten 16 aan de dra-10 ger is vastgezet. Aan de binnenzijde is het steundeel 28 voorzien van een rand, die haaks naar voren is omgezet. De breedte van de omgezette rand komt althans nagenoeg overeen met de breedte van de omgezette rand van het voorste deel 26.The width of the flanged edge, which extends forward from the rear side of the supporting part 25 is · f *> Τ '~ λ -η λ 4 1 «- 5 - at least almost equal to the width of one side of the carrier 9 The width of the support member 28 increases - as shown in Fig. 4 - from bottom to top, so that a substantially triangular shape is obtained. The support part 28 extends transversely to the direction of travel of the machine and has a width at the top which is at least substantially twice the width of the support part 26. At the top, the support part 28 is provided with a lip 29, which is fastened to the carrier by means of holes in the carrier 9 and bolts 16. On the inside, the support part 28 is provided with an edge which is bent at right angles to the front. The width of the turned edge at least roughly corresponds to the width of the turned edge of the front part 26.

Ter hoogte van het midden van de holle drager 9 15 en aan de onderzijde is de achterzijde van een steundeel 25 en de ertegenaan bevestigde omgezette rand van het steundeel '28 voorzien van door stansen gevormde gaten 30, waarbij naar buiten gerichte stansranden 31 aanwezig zijn. In de gaten 30 zijn door middel van pennen 32 verzwenkbaar zich naar ach- , 20 teren uitstrekkende armen 33 en 34 aangebracht. Hierbij zijn de bovenste armen 34 langer in verband met het naar voren hellen van de achterzijde van het steundeel 25. De vrije einden van de armen 33 en 34 zijn verbindbaar met aankoppel-middelen van een aanbouwwerktuig 40, dat hier als zaaimachine 25 is uitgevoerd.At the center of the hollow carrier 9 and on the underside, the rear side of a support part 25 and the bent-over edge of the support part '28 affixed to it are provided with punched holes 30, outwardly facing punched edges 31 are present. The holes 30 are pivotably arranged by means of pins 32 towards arms 33 and 34 extending backwards. The upper arms 34 are longer in this case because of the inclination of the rear side of the support part 25 forward. The free ends of the arms 33 and 34 are connectable with coupling means of a mounting implement 40, which here is designed as a seed drill 25.

Tussen de achterzijde van het gesteldeel 1 en een bovenste arm 34 is een verstelcylinder 35 aanwezig, een en ander zodanig dat door middel van de armen 33 en 34 het aanbouwwerktuig 40 kan worden geheven. De achtereinden van de 30 armen 33 en 34 kunnen ook een aankoppelstuk dragen, dat is voorzien van een driepuntsbevestiging.An adjusting cylinder 35 is present between the rear of the frame part 1 and an upper arm 34, such that the attachment 40 can be lifted by means of the arms 33 and 34. The rear ends of the arms 33 and 34 can also carry a connector, which is provided with a three-point attachment.

De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, opwaarts gerichte platen 36. Elk van de pla-35 ten 36 is nabij devoorzijde voorzien van een as 37, waarom een zich langs de plaat naar achteren uitstrekkende arm 38 verzwenkbaar is aangebracht. Elke arm 38 is nabij de achterzijde van de plaat 37 in meerdere standen brengbaar en vast-zetbaar. Tussen de vrije einden van de armen 38 is een vrij 3 3 Γ " ' ·'; 7 - 6 - draaibare rol 39 aangebracht, met behulp waarvan de werkdiepte van de bewerkingsorganen instelbaar is.The ends of the tubular frame part 1 are closed by means of upwardly directed plates 36 extending in the direction of advancement A. Each of the plates 36 is provided with a shaft 37 near the front, which is why a member extending backwards along the plate arm 38 is pivotally mounted. Each arm 38 is multi-positionable and lockable near the rear of plate 37. A free rotating roller 39 is arranged between the free ends of the arms 38, with the aid of which the working depth of the working members can be adjusted.

Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 41 met rechte ver-5 tanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as van een bewerkingsorgaan verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 42, die binnen de door de dra-10 ger 9 en de steunen 11 van het gestel 6 omsloten ruimte op het gesteldeel 1 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 42 staat de verlenging via een aan de achterzijde aanwezige toeren-variator 43 in aandrijvende verbinding met een zich in de · voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 44, die aan de 15 voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het buiten de tandwielkast uitstekende einde kan door middel van een tussen-as 45 met de aftakas van een trekker worden verbonden.Within the tubular frame part 1, a spur gear 41 with straight teeth is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center, the axis of a processing member is extended and with this extension extends into a gearbox 42, which is mounted on the frame part 1 within the space enclosed by the carrier 9 and the supports 11 of the frame 6. Within the gearbox 42, the extension is in driving connection via a speed variator 43 present at the rear with a shaft 44 extending in the direction of travel A, which protrudes from the front outside the gearbox. The end protruding outside the gearbox can be connected to the PTO shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 45.

De werking van de in het voorgaande beschreven ma- . chine is als volgt. .The operation of the previously described ma-. chine is as follows. .

20 Tijdens het bedrijf is de machine door middel van het gestel 6 dat de aankoppelunten 7 en 8 van een driepunts-bevestiging omvat met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden, zodat het geheel in een richting volgens pijl A kan worden voortbewogen. Tijdens deze voortbeweging 25 kunnen vanaf de aftakas via de tussenas 45 en de in het voorgaande beschreven overbrenging de respectieve bewerkingsorganen 3 zodanig worden aangedreven dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen tegengesteld roteren en hierbij met de be-werkingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende stroken 30 grond bewerken.During operation, the machine is connected to the three-point lifting device of a tractor by means of the frame 6 comprising the coupling points 7 and 8 of a three-point attachment, so that the whole can be moved in a direction according to arrow A. During this advancement 25, the respective working members 3 can be driven from the power take-off shaft via the intermediate shaft 45 and the transmission described above, such that adjacent working members rotate in opposite directions, thereby working at least adjacent strips 30 of soil with the working elements 5 .

De in het voorgaande beschreven aankoppelmiddelen die het door de drager 6 en de steunen 11 gevormde gestel 6 omvatten, kunnen op snelle wijze uit een holle balk en uit geprofileerde plaat worden vervaardigd, waarbij de diverse 35 bevestigingen door middel van de bouten 15 kunnen worden verkregen. Hierdoor wordt voorkomen dat dure 1aswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd.The coupling means described above, comprising the frame 6 formed by the carrier 6 and the supports 11, can be manufactured quickly from a hollow beam and from profiled sheet, whereby the various fixings can be obtained by means of the bolts 15 . This avoids having to carry out expensive welding work.

De zich in althans nagenoeg verticale richting uitstrekkende steunen 11 omvatten het aan de zijden aanwezige ^ " f! 9 7 .· V ' - 7 - driehoekige althans nagenoeg vertikale steundeel 25, dat is verstevigd door het nabij de voor- en achterzijde aangebrachte steundeel 26 resp. 28, die zich althans nagenoeg haaks op dit steundeel uitstrekken. Het aldus verstijfde steundeel 5 25 geeft de mogelijkheid om op eenvoudige wijze de armen 33 en 34 te ondersteunen voor het aanbrengen van een aanbouw-werktuig, dat hier is uitgevoerd als zaaimachine. Hierbij vormen vooral de naar boven verlopende verbredingen van de haaks opgestelde steundelen 26 en 28 een doelmatige onder-10 steuning welke ondersteuning eveneens geldt voor de holle drager 9 waarop zich het bovenste aankoppelpunt 8 bevindt en waarop tijdens het bedrijf relatief grote reactiekrachten kunnen werken.The supports 11, extending in at least almost vertical direction, comprise the triangular, at least substantially vertical, support part 25, which is present on the sides, which is reinforced by the support part 26 arranged near the front and rear. and 28, which extend at least substantially perpendicular to this support part. The thus stiffened support part 5 gives the possibility to easily support the arms 33 and 34 for mounting an attachment, which is here designed as a seed drill. In particular, the upwardly widening of the perpendicularly arranged support parts 26 and 28 form an effective support, which support also applies to the hollow support 9 on which the upper coupling point 8 is located and on which relatively large reaction forces can act during operation.

De stijve kokervormige delen 17 vormen een betrouw-15 bare ondersteuning voor de door de armen 21 gevormde onderste aankoppelpunten 7 en tevens een doelmatige bevestigings-mogelijkheid voor de steunen 11.The rigid tubular parts 17 form a reliable support for the lower coupling points 7 formed by the arms 21 and also an effective fixing possibility for the supports 11.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 20 beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies- s " 0 - π Π 7-Conclusions- s "0 - π Π 7

Claims

1. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point mounting with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor, characterized in that the upper coupling point is arranged on a hollow carrier, which carrier is near the ends are connected to the lower coupling points of the three-point mounting by at least substantially vertically downwardly extending plate-shaped supports.

2. Agricultural implement according to claim 1, characterized in that a support comprises a side plate-forming plate-shaped support part, which is wider at the bottom than the top.

Agricultural implement according to claim 2, characterized in that the plate-shaped supporting part comprises one or more folding lines.

4. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor, characterized in that between the upper coupling point and a lower coupling point at least two of one • or more folding lines provided with mutually attached plate-shaped supporting parts are provided.

Agricultural implement according to any one of claims 2 to 4, characterized in that plate-shaped supporting parts are arranged near the front and rear of a supporting part forming a support plate forming a side plate.

Agricultural implement according to any one of claims 2 to 5, characterized in that the plate-shaped supporting parts increase in width from the bottom to the top.

Agricultural implement according to claim 5 or 6, characterized in that the width of a front supporting part at the top is + half the width of a supporting part at the rear.

Agricultural implement according to any one of claims 5 to 7, characterized in that the supporting parts extend at least substantially perpendicular to the supporting part forming a side plate.

Agricultural implement according to claim 8, characterized in that the rear support part is provided with an 85 0 3 0 § 7 m m - 9 - perpendicularly bent edge which is fastened by bolts to the rear of the support plate forming a side plate.

Agricultural implement as claimed in any of the claims 5-9, characterized in that the supporting parts on the side remote from the supporting part forming a road plate are provided with a right-angled part which extends in the direction of travel of the implement.

11. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor, characterized in that a plate-shaped support is arranged between the upper coupling point and a lower coupling point, which has at the rear a part extending transversely to the direction of travel of the tool and a part extending in the direction of movement of the tool.

Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the underside of a support plate forming a side plate is arranged on a tubular part, which comprises a lower coupling point, and is on a frame part of the implement confirmed.

13. Agricultural implement according to claim 12, characterized in that the tubular part is built up from two profile parts and the support part forming a side plate is attached to mutually fixed edges of the profile parts.

14. Agricultural implement according to any one of claims 2-13, characterized in that the side plate-forming supporting part is provided at the rear with holes for mounting a lifting device for a mounted implement.

15. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point mounting with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor, characterized in that a support is provided between the upper coupling point and a lower coupling point, which is provided with one or more holes for mounting a lifting device for a mounted implement.

Agricultural implement according to claim 14 or 15, characterized in that the holes are arranged near the top and bottom of the supporting part forming a side plate for pivotally mounting the arms of the lifting device .

Agricultural implement according to any one of claims 5 to 14-16, characterized in that the holes are provided with a punching edge, which has a width greater than the thickness of the plate.

18. Agricultural implement according to any one of claims 14-17, characterized in that an adjusting cylinder is provided between the upper arm of the lifting device and the frame of the machine.

19. Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that, in accordance with the inclined upward and forward inclination of the rear side of the supporting part forming a side plate, an upper arm of the lifting device is longer than a lower arm.

20. Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the fixing between the respective plate-shaped supporting parts, the hollow carrier and the lower coupling points is obtained by means of bolts.

21. Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the top coupling point comprises two spaced apart plate parts, which are connected by bolts to two side surfaces of the angularly constructed hollow support.

22. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to a three-point lifting device of a tractor, characterized in that the upper coupling point comprises plate parts which are bolted to two side surfaces of a hollow, angular carrier are attached.

An agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the hollow carrier is quadrangular and rotated about its longitudinal axis such that a line through at least angled points runs at least substantially horizontally.

Agricultural implement according to claim 21 or 22 and claim 23, characterized in that two plate parts are arranged at a distance from each other and are provided at the bottom with a recess for receiving the carrier and the boundary of the recess mounting parts. has for the plates.

Agricultural implement according to any one of claims 5 to 12-24, characterized in that the lower coupling point comprises an arm which can be pivoted in the tubular part in several positions relative to the direction of travel.

26. An agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that it is designed as a tillage implement comprising a number of tillage members arranged in an upwardly directed axis, which are arranged in an upwardly directed axis frame part extending transversely of the direction of travel are supported and the frame provided with the three-point mounting is arranged on the top side of the frame part.

27. Agricultural implement as described above and shown in the figures. -o-o-o-o-o- P 7 n - r *. Λ * qr - -J C /