NL8303117A - AGRICULTURAL IMPLEMENT. - Google Patents

AGRICULTURAL IMPLEMENT. Download PDF

Info

Publication number
NL8303117A
NL8303117A NL8303117A NL8303117A NL8303117A NL 8303117 A NL8303117 A NL 8303117A NL 8303117 A NL8303117 A NL 8303117A NL 8303117 A NL8303117 A NL 8303117A NL 8303117 A NL8303117 A NL 8303117A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
point
agricultural implement
coupling
implement according
plate
Prior art date
Application number
NL8303117A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8303117A priority Critical patent/NL8303117A/en
Priority to GB08421860A priority patent/GB2146213B/en
Priority to IT22538/84A priority patent/IT1176655B/en
Priority to FR848413768A priority patent/FR2551621B1/en
Priority to DE19843432863 priority patent/DE3432863A1/en
Publication of NL8303117A publication Critical patent/NL8303117A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland. "Landbouwwerktuig"C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland. "Agricultural implement"

De uitvinding heeft betrekking op een landbouwwerktuig voorzien·van een gestel en aankoppelpunten van een drie-puntsbevestiging waarmede het werktuig aan de driepunts-hefinrichting van een trekker koppelbaar is.The invention relates to an agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to the three-point lifting device of a tractor.

5 Landbouwwerktuigen voorzien van aankoppelmiddelen van bovengenoemde soort, vooral indien zij zijn uitgevoerd als grondbewerkingsmachines voor de bereiding van een zaaibed, worden veelal in combinatie gebruikt met aanbouwwerk-tuigen in het bijzonder zaai-, of pootmachines, teineinde in 10 één werkgang te kunnen inzaaien of poten. De combinatie met een landbouwwerktuig brengt echter met zich mee dat de aankoppelmiddelen van het werktuig tijdens het transport relatief zwaar worden belast, waardoor men gedwongen is ten aanzien van deze aankoppelmiddelen extra voorzieningen te tref-15 fen die kostenverhogend werken. .Agricultural implements provided with coupling means of the above-mentioned type, especially if they are designed as tillage machines for the preparation of a seed bed, are often used in combination with attachments, in particular sowing or planting machines, in order to sow in one pass or legs. However, the combination with an agricultural implement implies that the coupling means of the implement are subjected to a relatively heavy load during transport, whereby it is forced to make additional provisions with regard to these coupling means which have a cost-increasing effect. .

De uitvinding beoogt nu een zodanige uitvoering van de aankoppelmiddelen, dat een combinatie met een aan-bouwwerktuig mogelijk is zonder dat sterk kostenverhogende voorzieningen dienen te worden getroffen.The invention now aims at an embodiment of the coupling means such that a combination with an attachment tool is possible without provisions having to be made to increase costs considerably.

20 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat ten minste één onderste aankoppelpunt tussen twee plaatvormige dragers is aangebracht en tussen deze plaatvormige dragers tevens een achterste aankoppelpunt voor een aanbouwwerktuig aanwezig is. Met behulp van deze constructie slaagt men erin 25 tijdens transport optredende reactiekrachten op doelmatige wijze op de aankoppelmiddelen van het werktuig over te brengen zonder dat hierbij dure extra voorzieningen noodzakelijk zijn.According to the invention, this is achieved in that at least one lower coupling point is arranged between two plate-shaped carriers and a rear coupling point for a mounted implement is also present between these plate-shaped carriers. With the aid of this construction, it is possible to transfer 25 reaction forces occurring during transport to the coupling means of the tool in an efficient manner, without expensive additional provisions being required.

Een verder kenmerk van de uitvinding betreft een 30 landbouwwerktuig van bovengenoemde soort waarbij aan een tussen het bovenste aankoppelpunt en een onderste aankoppelpunt aangebrachte steun ten minste één zich in de voortbewe-gingsrichting van het werktuig uitstrekkende aanslag voor een als arm uitgevoerd onderste aankoppelpunt is aangebracht.A further feature of the invention relates to an agricultural implement of the above-mentioned type, in which at least one stop extending in the direction of travel of the implement for a lower coupling point designed as an arm is arranged on a support arranged between the upper coupling point and a lower coupling point.

35 Door middel van dit voorstel kan de een onderste aankoppelpunt vormende arm in de geheven stand zodanig met de aanslag 83 0 3 1 1 7 • t * \ t - 2 - in aanraking zijn dat een maximale opvang en verder-geleiding van reactiekrachten mogelijk wordt.35 By means of this proposal, the arm forming a lower coupling point in the raised position can come into contact with the stop 83 0 3 1 1 7 • t * \ t - 2 - in order to allow maximum absorption and further transmission of reaction forces .

Aan de hand van een in de tekening weergegeven uit-voeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen 5 worden gezet..The invention will be explained in more detail below with reference to an illustrative embodiment shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een landbouwwerktuig in de vorm van een grondbewerkingsmachine weer, die is voorzien van aankoppelmiddelen volgens de uitvinding en is gecombineerd met een aanbouwwerktuig in de vorm van een zaai-10 machine.Figure 1 is a top plan view of an agricultural implement in the form of a tillage machine, which is provided with coupling means according to the invention and which is combined with an implement in the form of a sowing machine.

Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in figuur 1.Figure 2 shows a view according to the arrow II in figure 1.

Figuur*3 geeft op vergrote schaal de aankoppelmiddelen volgens de uitvinding weer.Figure * 3 shows on an enlarged scale the coupling means according to the invention.

15 Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV in figuur 3, terwijlFigure 4 shows a view according to the arrow IV in figure 3, while

Figuur 5 een aanzicht weergeeft volgens de lijn V - V in figuur 3.Figure 5 represents a view along the line V - V in Figure 3.

Figuur 6 geeft tenslotte een uitvoering van de aan- . 20 koppelmiddelen volgens de uitvinding weer, waarbij de onderste aankoppelpunten zijn voorzien van een extra koppelstuk, waardoor een snelkoppeling van de onderste aankoppelpunten met de onderste armen van de hefinrichting van een trekker mogelijk wordt.Finally, Figure 6 shows an embodiment of the indicia. Coupling means according to the invention again, wherein the lower coupling points are provided with an extra coupling piece, whereby a quick coupling of the lower coupling points with the lower arms of the lifting device of a tractor is possible.

25 Figuur 7 geeft een aanzicht weer volgens de pijl VII in figuur 6.Figure 7 shows a view according to the arrow VII in figure 6.

De in de figuren weergegeven inrichting is een landbouwwerktuig, in het bijzonder een grondbewerkingsmachine 30 voor de bereiding van een zaaibed.The device shown in the figures is an agricultural tool, in particular a soil tillage machine 30 for the preparation of a seed bed.

De machine omvat een zich dwars op de voortbewegings-richting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op . een onderlinge afstand van bijvoorkeur 25 cm. de opwaarts gerichte, bijvoorkeur althans nagenoeg verticaal verlopende 35 assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn ondersteund. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende drager 4, die is aangebracht op het onder uit het gesteldeel stekende einde van een as 2, en nabij de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrek-oY n - i'l 7The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely of the direction of travel A. a mutual distance of preferably 25 cm. the upwardly directed, preferably at least substantially vertically extending axes 2 of processing members 3 are supported. Each of the processing members 3 comprises an at least substantially horizontally extending carrier 4, which is arranged on the end of a shaft 2 projecting from the bottom of the frame part and is provided with downwardly extending near the ends. l 7

V/ V i j SV / V i j S

f * - 3 - kende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden.f * - 3 - known machining elements 5 in the form of teeth.

Nabij het midden is het kokervormig gesteldeel 1 voorzien van een driepuntsbevestiging 6 met twee onderste aankoppelpunten 7 en één bovenste aankoppelpunt 8. De driepunts-• 5 bevestiging 6 heeft een gestel, dat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende holle drager 9 omvat, die een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede heeft, met zijden van meer dan 10 cm. en bijvoorkeur ten minste 12 cm. De holle drager 9 is zodanig aangebracht dat een lijn 10 door twee tegenover elkaar gelegen hoekpunten van de dwarsdoorsnede althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De einden van de holle drager 9 zijn door platen 9A afgesloten. De holle drager 9 is nabij de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende plaatvormige steunen 10, die elk aan de 15 onderzijde door middel van een een onderste aankoppelpunt 7 omvattende bevestiging op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 zijn aangebracht. Het bovenste aankoppelpunt 8 van de driepuntsbevestiging omvat twee op afstand van elkaar .gelegen platen 11, die - zoals uit fig. 4 blijkt - een in 20 hoofdzaak driehoekige vorm hebben. De platen 11 zijn aan de van elkaar afgekeerde zijden aan de onderzijde voorzien van een haaks afgebogen bevestigingsdeel 12, dat zich althans nagenoeg over de gehele onderzijde uitstrekt.Near the center, the tubular frame part 1 is provided with a three-point mounting 6 with two lower coupling points 7 and one upper coupling point 8. The three-point mounting 6 has a frame, which comprises a hollow support 9 extending transversely of the direction of travel A. has an angular, preferably square cross-section, with sides of more than 10 cm. and preferably at least 12 cm. The hollow support 9 is arranged such that a line 10 is located at least substantially horizontally through two opposite vertices of the cross-section. The ends of the hollow support 9 are closed by plates 9A. The hollow carrier 9 is provided near the ends with downwardly extending plate-shaped supports 10, each of which are mounted on the top side of the tubular frame part 1 by means of a fastening comprising a lower coupling point 7. The top coupling point 8 of the three-point mounting comprises two spaced plates 11, which - as shown in FIG. 4 - have a substantially triangular shape. The plates 11 are provided on the sides facing away from each other with an angled bent fastening part 12, which extends at least substantially over the entire bottom.

Elk bevestigingsdeel 12 is aan de voorzijde afge-25 schuind, terwijl zich aan de achterzijde een rechthoekige begrenzing bevindt (fig. 4). Elk van de bevestigingsdelen 12 is door middel van bouten 13 vastgezet aan een zich schuin naar beneden en naar voren uitstrekkende zijde van de holle drager 9. De bouten 13 zijn daartoe in openingen in de 30 holle drager gestoken en aangebracht in een patroon zoals in fig. 4 is weergegeven, te weten een rij van drie bouten nabij een plaat 11 en nabij de achterzijde van de zijde van de drager ter hoogte van de voorste bout van de rij een verdere bout 13.Each fastening part 12 is chamfered at the front, while at the rear there is a rectangular boundary (fig. 4). Each of the fastening parts 12 is secured by bolts 13 to an obliquely downward and forwardly extending side of the hollow carrier 9. The bolts 13 are inserted for this purpose in openings in the hollow carrier and arranged in a pattern as in fig. 4 shows a row of three bolts near a plate 11 and near the rear side of the carrier at the height of the front bolt of the row a further bolt 13.

Elk van de platen 11 is aan de voorzijde voorzien 35 van twee gaten 14A, waarin naar keuze een pen kan worden gestoken voor de bevestiging tussen de platen van de bovenste arm 11A van de driepuntshefinrichting van een trekker. De plaatvormige steunen 10 zijn geprofileerd en samengesteld uit drie delen, die via vouwlijnen uit één stuk plaat van bij-o ~ ^ i 7 ij V· V . « i ' - 4 - voorkeur 6 mm. zijn gevormd. Het middelste deel 14 vormt een zijplaat van de driepuntsbevestiging 6 en heeft - zoals uit fig. 3 blijkt - praktisch de vorm van een rechthoekige driehoek, waarbij de opstaande rechthoekszijde zich aan de voor-5 zijde bevindt. De achterzijde van het middelste deel 14 gaat via een opwaarts gerichte vouwlijn a over in een haaks afgebogen achterste deel 15, dat van onderen naar boven in breedte toeneemt en in hoofdzaak een driehoekige vorm heeft.. De van het middendeel 14 afgekeerde zijde van het achterste 10 deel 15 is voorzien van een haaks naar voren afgebogen rand 16. Via een opwaarts gerichte bouwlijn b aan de voorzijde gaat het middelste deel 14 over in een haaks omgezet voorste deel 17, dat eveneens bij een driehoekige vorm van onderen naar boven in breedte toeneemt. Het voorste deel 17 heeft 15 aan de bovenzijde een breedte die + de helft bedraagt van de breedte van het achterste deel 15.Aan de van het middelste deel 14 afgekeerde zijde heeft het voorste deel 17 een haaks naar achteren omgezette rand 18.·Each of the plates 11 is provided at the front with two holes 14A, into which a pin can optionally be inserted for attachment between the plates of the upper arm 11A of the three-point hitch of a tractor. The plate-shaped supports 10 are profiled and composed of three parts, which are folded from one piece of sheet metal by means of folding lines. «I» - 4 - preferably 6 mm. are formed. The central part 14 forms a side plate of the three-point mounting 6 and has - as shown in Fig. 3 - practically the shape of a right-angled triangle, the upright rectangular side being on the front side. The rear side of the middle part 14 merges via an upwardly directed fold line a into a perpendicularly bent back part 15, which increases in width from bottom to top and has a substantially triangular shape. The side of the rear facing away from the middle part 14 10 part 15 is provided with a perpendicularly bent forward edge 16. Via an upwardly directed building line b at the front, the middle part 14 merges into a perpendicularly converted front part 17, which also increases in width with a triangular shape from below. . The front part 17 has a width at the top which is + half the width of the rear part 15. On the side facing away from the middle part 14, the front part 17 has an edge bent at right angles to the rear.

Zowel het achterste deel 15 als het voorste deel 20 17 is voorzien van een lip 19 resp. 20 die door middel van bouten 13, die door daarvoor aanwezige openingen in de holle drager 9 zijn gestoken, aan een wand van de drager zijn vastgezet. Zoals uit fig. 3 blijkt strekt de lip 19 van het achterste deel 15 zich over de gehele breedte van de wand van 25 de drager 9 uit, terwijl de lip 20 van het voorste deel 17 zich althans nagenoeg over de helft van de breedte van een wand van de drager 9 uitstrekt. De lip 19 van het achterste deel 15 is door middel van vier bouten 13, die door daarvoor aanwezige openingen in de drager 9 zijn gevoerd, vastgezet, 30 terwijl de lip 20 van het voorste deel 17 door middel van drie bouten 13 is bevestigd. Drie van de bouten '13 voor de bevestiging van de lip 19 van het achterste deel 15, welke bouten in een driehoeksverband zijn opgesteld, zorgen tevens voor de bevestiging van een steun 21 (fig. 4) waarvan het 35 vrije,althans nagenoeg vierkante, zich schuin naar boven en naar achteren uitstrekkende deel, is voorzien van een opening 22, die min of meer centraal is gelegen.Both the rear part 15 and the front part 20 17 are provided with a lip 19 resp. 20 which are fixed to a wall of the carrier by means of bolts 13, which are inserted through openings in the hollow support 9 which are provided for this purpose. As can be seen from Fig. 3, the lip 19 of the rear part 15 extends over the entire width of the wall of the carrier 9, while the lip 20 of the front part 17 extends at least about half the width of a wall of the carrier 9. The lip 19 of the rear part 15 is secured by means of four bolts 13, which have been passed through openings in the carrier 9, which are provided for this purpose, while the lip 20 of the front part 17 is secured by means of three bolts 13. Three of the bolts '13 for fixing the lip 19 of the rear part 15, which bolts are arranged in a triangular relationship, also ensure the attachment of a support 21 (fig. 4), of which the free, at least square, part which extends obliquely upwards and backwards, is provided with an opening 22 which is located more or less centrally.

De onderzijde van het middendeel 14 is aangebracht · tussen twee strippen 23, waarbij de onderzijde van het deel _ p" V i 17 C W <j -J J \i - 5 - 14 reikt tot de onderzijde van de strippen. De strippen 23 met de ertussen aangebrachte onderzijde van het middelste deel 14 zijn gezamenlijk door middel van bouten 13 bevestigd tussen twee op afstand van elkaar gelegen, opstaande plaat-5 delen 24 waarvan de hoogte naar achteren enigszins afneemt. Zoals uit fig. 3 blijkt reiken de strippen 23 aan de voor-en achterzijde tot voorbij de plaatdelen 24 en de onderzijde van het middendeel 14. Elk van de plaatdelen 24 is aan de voor- en achterzijde voorzien van een haaks omgezette voet 10 25 resp. 26, die elk door middel van bouten 13 aan de boven zijde van het gesteldeel 1 zijn bevestigd. In de ruimte tussen de plaatdelen 24 en de onderzijde van de strippen 23 en de ertussen gelegen onderzijde van het middelste deel 14 is een arm 25 aangebracht, die een onderste aankoppelpunt 7 van de 15 driepuntsbevestiging 6 vormt. De arm 25 is samengesteld uit twee tegen elkaar gelegen stripvormige delen, die aan de voorzijde een beugel 26 vormen. De benen van de beugel 26 zijn elk voorzien van twee achter elkaar gelegen gaten 27 voor het aanbrengen van de onderste arm 26A van de driepuntshefin-20 richting van een trekker. De arm 25 is aan de achterzijde voorzien van een gat waardoor een pen 28 is gestoken, welke pen naar keuze kan worden gestoken in één van vier achter elkaar aangebrachte, in de opstaande plaatdelen 24 aanwezige gaten 29. De gaten 29 zijn in de opstaande plaatdelen 24 door stan-25 sen gevormd, waarbij stansranden 30 zijn ontstaan die zich aan de buitenzijden van de plaatdelen bevinden, een en ander zodanig dat zij een effectief legeringsvlak voor de pen 28 vormen.The bottom side of the middle part 14 is arranged between two strips 23, the bottom side of the part extending to the bottom side of the strips. the underside of the middle part 14 arranged therebetween are jointly fastened by means of bolts 13 between two spaced-apart upright plate-5 parts 24, the height of which decreases slightly to the rear, as can be seen from fig. front and rear beyond the plate parts 24 and the underside of the middle part 14. Each of the plate parts 24 is provided at the front and rear with an angled base 10 25 and 26, each of which is fastened by means of bolts 13 to the are mounted on the top side of the frame part 1. In the space between the plate parts 24 and the bottom side of the strips 23 and the underside of the middle part 14 situated therebetween, an arm 25 is arranged, which has a lower coupling point 7 of the three-point b Establishment 6. The arm 25 is composed of two strip-shaped parts lying against each other, which form a bracket 26 at the front. The legs of the bracket 26 each have two holes 27 one behind the other for mounting the lower arm 26A of the three-point linkage of a tractor. The arm 25 is provided at the rear with a hole through which a pin 28 is inserted, which pin can optionally be inserted in one of four holes 29 arranged one behind the other in the upright plate parts 24. The holes 29 are in the upright plate parts 24 formed by punches, resulting in punched edges 30 which are located on the outer sides of the plate parts, such that they form an effective alloy surface for the pin 28.

De arm 25 is om·de schamierpen 28 begrensd in 30 hoogterichting beweegbaar in de ruimte tussen de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 en de onderzijde van de strippen 23, een en ander zodanig dat de arm 25 in de bovenste stand over zijn volledige lengte tegen de onderzijde van de als aanslag fungerende strippen 23 is gelegen. De tegen 35 elkaar gelegen strippen 23 zijn aan hun achterzijde voorzien van een opening 31 waarin door middel van een as 32 een onderste arm 33 van een hefinrichting 34 verzwenkbaar is aangebracht.The arm 25 is movable about the hinge pin 28 in height direction in the space between the top side of the tubular frame part 1 and the bottom side of the strips 23, in such a way that the arm 25 in its uppermost position is full length the underside of the strips 23 acting as a stop is located. The strips 23 lying against each other are provided at their rear with an opening 31 in which a lower arm 33 of a lifting device 34 is pivotally arranged by means of a shaft 32.

In elk van de openingen 22 in een hoeksteun 21 op £ T n ~ a 4 7 . Ον .j -J j i /In each of the openings 22 in a corner support 21 at T T n ~ a 4 7. Ον .j -J j i /

« V«V

% - 6 - de drager 9 zijn de bovenste armen 35 van de hefinrichting 34 door middel van een as 32 verzwenkbaar aanbrengbaar. Tussen de bovenste armen 35 en de bovenzijde van het gesteldeel 1 is een verstelcylinder 36 aanwezig, die met het hydraulisch 5 circuit van een trekker koppelbaar is, een en ander zodanig dat de hefinrichting 34 voor het aanbrengen van een aanbouw-werktuig van de trekker kan worden bediend. Het aanbouwwerk-tuig is hier uitgevoerd als een zaaimachine 37. De armen 33 en 35 kunnen ook zijn voorzien van een niet nader weergegeven 10 aankoppelstuk dat is voorzien van een driepuntsbevestiging.The upper arms 35 of the lifting device 34 can be pivotally mounted by means of a shaft 32 in the carrier 9. Between the upper arms 35 and the top side of the frame part 1 there is an adjustment cylinder 36, which can be coupled to the hydraulic circuit of a tractor, all this in such a way that the lifting device 34 for mounting an attachment of the tractor can be operated. The attachments are here designed as a seed drill 37. The arms 33 and 35 may also be provided with a coupling piece (not shown in more detail) which is provided with a three-point mounting.

Tussen de benen van de beugel 26 aan de voorzijde van die van de armen 25 die de onderste aankoppelpunten 7 van de driepuntsbevestiging 6 vormen, is een plaatvormig koppelstuk 38 aanbrengbaar (fig. 6 en 7). Elk koppelstuk 38 is voor-15 zien van een naar onderen open sleuf 39, die wordt begrensd door een tunnelvormig deel 40, dat aan beide zijden buiten de plaat uitsteekt, een en ander zodanig dat dit deel aan één zijde over een afstand uitstëekt, die + 10 keer zo breed is als aan de andere zijde. Zoals uit fig. 6 blijkt, is de · 20 totale breedte van het tunnelvormig deel 40 meer dan de helft van de afstand tussen de benen van een beugel 26, waartussen het plaatvormige koppelstuk 38 door middel van bussen 41 en in de gaten 27 van de benen gebrachte pennen 42, gemakkelijk losneembaar is aangebracht. Met behulp van het koppelstuk 38 25 kan een snelkoppeling voor de onderste armen van de hefinrichting van een trekker worden verkregen indien tussen deze armen een stang is aangebracht, die in de sleuven 39 breng-baar is, waarbij de tunnelvormige delen 40 een geleiding voor deze stang vormen.A plate-shaped coupling piece 38 is arranged between the legs of the bracket 26 at the front of that of the arms 25 forming the lower coupling points 7 of the three-point mounting 6 (fig. 6 and 7). Each coupling piece 38 is provided with a downwardly open slot 39, which is delimited by a tunnel-shaped part 40, which protrudes beyond the plate on both sides, such that this part protrudes over a distance on one side, which + Is 10 times as wide as on the other side. As can be seen from Fig. 6, the total width of the tunnel-shaped part 40 is more than half the distance between the legs of a bracket 26, between which the plate-shaped coupling piece 38 by means of bushings 41 and in the holes 27 of the legs 42, which are easily releasably mounted. With the aid of the coupling piece 38, a quick coupling for the lower arms of the lifting device of a tractor can be obtained if a rod is arranged between these arms, which can be inserted into the slots 39, the tunnel-shaped parts 40 providing a guide for this rod shapes.

30 De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn af gesloten door middel van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende opwaarts gerichte platen 43. Elk van de platen 43 is nabij de voorzijde voorzien van een as 44, waarom een zich langs de plaat naar achteren uitstrekkende arm 45 .ver-35 zwenkbaar is aangebracht. Elke arm 45 is nabij de achterzijde van de platen 43 in meerdere standen brengbaar en vastzet-baar, terwijl tussen de vrije einden van de armen een vrij draaibare rol 46 is aangebracht, met behulp waarvan de werk- diepte van de bewerkingsorganen 3 instelbaar is.The ends of the tubular frame part 1 are closed by means of upwardly directed plates 43 extending in the direction of advancement A. Each of the plates 43 is provided with a shaft 44 near the front, why an arm extending backwards along the plate. 45 pivotally mounted. Each arm 45 is adjustable and lockable near the rear of the plates 43, while a freely rotatable roller 46 is arranged between the free ends of the arms, with the aid of which the working depth of the working members 3 is adjustable.

n 7 Λ. 7 *] 1 7 *\1 1**» ·>.n 7 Λ. 7 *] 1 7 * \ 1 1 ** »·>.

* · - 7 - t »* · - 7 - t »

Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 47 met rechte ver-tanding aangebracht, een en ander zodanig dat dé tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met 5 elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 48, die binnen de door de drager 9 en de plaatvormige steunen 10 omsloten ruimte op het gesteldeel 1 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 48 is 10 de verlenging via een aan de achterzijde aanwezige toeren-variator 49 in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 50, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt. Het buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as 50 kan door middel van 15 een tussenas 51 met de aftakas van een trekker worden verbonden.Within the tubular frame part 1, a spur gear 47 with straight toothing is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center, the shaft 2 of a working member 3 is extended and with this extension extends into a gearbox 48, which is mounted on the frame part 1 within the space enclosed by the carrier 9 and the plate-shaped supports 10. Within the gearbox 48, the extension is in driving connection via a speed variator 49 present at the rear with a shaft 50 extending in the direction of advancement A, which protrudes beyond the gearbox at the front. The end of the shaft 50 protruding outside the gearbox can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 51.

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt. 'The operation of the machine described above is as follows. '

Tijdens het bedrijf is de machine door middel van 20 de driepuntsbevestiging 6, die de aankoppelpunten 7 en 8 omvat, met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden, zodat het geheel in een richting volgens pijl A kan worden voortbewogen. Tijdens deze voortbeweging kunnen vanaf de aftakas van de trekker via de tussenas 51 en de in het voorgaan-25 de beschreven overbrenging de respectieve bewerkingsorganen 3 zodanig worden aangedreven, dat naast elkaar gelegen bewerkingsorganen tegengesteld roteren en hierbij met de bewer-kingselementen 5 ten minste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken.During operation, the machine is connected by means of the three-point attachment 6, which comprises the coupling points 7 and 8, to the three-point lifting device of a tractor, so that the whole can be moved in a direction according to arrow A. During this advance, the respective working members 3 can be driven from the power take-off shaft of the tractor via the intermediate shaft 51 and the transmission described in the foregoing, such that adjacent working members rotate in opposite directions, with at least the working elements 5 cultivate adjacent strips of soil.

30 De in het voorgaande beschreven driepuntsbevesti ging 5 bestaande uit de holle drager 9 met het bovenste aankoppelpunt 8 en de door de plaatvormige steunen 10 verkregen verbindingen tussen dit bovenste aankoppelpunt en de onderste aankoppelpunten 7, kan op snelle eenvoudige wijze uit een 35 holle balk en plaatijzer worden opgebouwd, waarbij lassen niet noodzakelijk is en de verbindingen tussen de diverse delen zijn verkregen door uniform uitgevoerde bouten 13. De armen 25 die de onderste aankoppelpunten. 7 vormen, zijn zodanig O TT Γ' V ~'ή 4 *7 " ' - - .......The three-point mounting 5 described above, consisting of the hollow support 9 with the upper coupling point 8 and the connections obtained by the plate-shaped supports 10 between this upper coupling point and the lower coupling points 7, can be quickly and easily formed from a hollow beam and sheet metal are built up, whereby welding is not necessary and the connections between the various parts are obtained by means of uniformly constructed bolts 13. The arms 25 which are the lower coupling points. 7 shapes are such O TT Γ 'V ~' ή 4 * 7 "'- - .......

V J 4 l 1V J 4 l 1

0 V0 V.

- 8 - tussen de plaatdelen of plaatvormige dragers aangebracht, dat zij zich over de gehele breedte van het kokervormig gesteldeel 1 uitstrekken en daarbij met hun bovenzijde over de gehele lengte tegen de onderzijde van de als aanslagen 5 fungerende strippen 23-kunnen komen te rusten tussen welke strippen de onderzijde van het middelste deel 14 van de steunen 10 is bevestigd.Arranged between the plate parts or plate-shaped carriers, so that they extend over the entire width of the tubular frame part 1 and thereby rest with their top side along the entire length against the underside of the strips 23 acting as stops 5 between which strips fasten the bottom side of the middle part 14 of the supports 10.

De tussen de plaatdelen of plaatvormige dragers 24 gelegen strippen 23 met de hoeksteunen 21, vormen aankoppel-10 punten voor aankoppelmiddelen, te weten de in het voorgaande beschreven hefinrichting 34 voor het aanbrengen van een aanbouwwerktuig 37 dat hier is uitgevoerd als een zaaimachine. Indien het geheel van machine en aanbouwwerktuig wordt geheven, kunnen de tijdens het transport optrendende reactie-15 krachten op effectieve wijze via de strippen 23 op de als armen 25 uitgevoerde onderste aankoppelpunten 7 worden overgebracht, zodat de relatief zware belasting die tijdens het transport via de hefinrichting 34 voor het aanbouwwerktuig 37 op de driepuntsbevestiging 6 wordt overgebracht op effec-20 tieve wijze kan worden ingeleid en opgenomen.The strips 23 with the corner supports 21 located between the plate parts or plate-shaped carriers 24 form coupling points for coupling means, namely the above-described lifting device 34 for mounting an attachment 37, which here is designed as a seed drill. If the whole machine and attachments are lifted, the reaction forces that occur during transport can be effectively transferred via the strips 23 to the lower coupling points 7, which are designed as arms 25, so that the relatively heavy load that is carried during transport via the lifting device 34 for the attachment 37 on the three-point attachment 6 is transferred can be effectively introduced and picked up.

Doordat het achterste deel 15 van de steunen 10 een relatief grote breedte heeft, die naar boven toeneemt en dit deel door middel van een lip 19, die zich over de gehele breedte van de wand van de drager 9 uitstrekt, aan de drager 25 is bevestigd, wordt een betrouwbare ondersteuning van de drager verkregen waarop tijdens het bedrijf en in het bijzonder tijdens het transport eveneens aanzienlijke reactiekrachten kunnen worden overgebracht. De bevestiging van de onderzijde van het deel 14 tussen de strippen 23, zodanig dat de onder-30 zijde tot. de onderzijde van de strippen reikt, zorgt hierbij voor een goede overdracht van de reactiekrachten.Because the rear part 15 of the supports 10 has a relatively large width, which increases upwards, and this part is attached to the support 25 by means of a lip 19, which extends over the entire width of the wall of the support 9. , a reliable support of the carrier is obtained, to which considerable reaction forces can also be transferred during operation and in particular during transport. The fastening of the bottom side of the part 14 between the strips 23, such that the bottom side is up to. the bottom of the strips extends, ensuring a good transfer of the reaction forces.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

-Conclusies- i"nrrf Ύ--------------------- ------------------ ~.....--..........—-------‘---------------------......-Conclusions- i "nrrf Ύ --------------------- ------------------ ~ ... .. - .......... —------- '--------------------- ......

v- w -ij «J i I ƒv- w -ij «J i I ƒ

Claims (24)

1. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging waarmede het werktuig aan de driepuntshefinrichting van een trekker koppel-baar is, met het kenmerk, dat ten minste één onderste aan- 5 koppelpunt tussen twee plaatvormige dragers is aangebracht en tussen deze plaatvormige dragers tevens een achterste aankoppelpunt voor een aanbouwwerktuig aanwezig is.1. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point mounting with which the implement can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, characterized in that at least one lower coupling point is arranged between two plate-shaped carriers and between these plate-shaped carriers, there is also a rear coupling point for a mounted implement. 2. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het achterste aankoppelpunt deel uitmaakt van 10 ten minste één strip, die zich ten minste over de gehele lengte van de plaatvormige dragers uitstrekt.2. Agricultural implement according to claim 1, characterized in that the rear coupling point forms part of at least one strip, which extends at least over the entire length of the plate-shaped carriers. 3. Landbouwwerktuig volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat twee strippen naast elkaar zijn gelegen.Agricultural implement according to claim 2, characterized in that two strips are situated next to each other. 4. Landbouwwerktuig volgens conclusie 2 of 3, met 15 het kenmerk, dat een strip een aanslag vormt voor een tussen de plaatvormige dragers aangebrachte verzwenkarm, die een onderste aankoppelpunt van de driepuntsbevestiging vormt.Agricultural implement according to claim 2 or 3, characterized in that a strip forms a stop for a pivoting arm arranged between the plate-shaped carriers, which forms a lower coupling point of the three-point mounting. 5. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de plaatvormige dragers 20 althans een deel van de onderzijde van een steun is aangebracht, die zich bevindt tussen het bovenste aankoppelpunt en een onderste aankoppelpunt van de driepuntsbevestiging.Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that at least part of the underside of a support, which is located between the upper coupling point and a lower coupling point of the three-point mounting, is arranged between the plate-shaped carriers 20. 6. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging waarmede het werk- 25 tuig aan de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat aan een tussen het bovenste aankoppelpunt en een onderste aankoppelpunt aangebrachte steun ten minste één zich in de voortbewegingsrichting van het werktuig uitstrekkende aanslag voor een als arm uitgevoerd onderste 30 aankoppelpunt is aangebracht.6. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, characterized in that at least one is arranged on a support arranged between the upper coupling point and a lower coupling point. a stop extending in the direction of travel of the tool for a lower coupling point designed as an arm is provided. 7. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm aan de voorzijde is voorzien van een beugel in de benen waarvan achter elkaar gelegen gaten voor aankoppeling van de onderste arm van de hefinrich- 35 ting van een trekker zijn aangebracht.An agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the arm at the front is provided with a bracket in the legs of which holes are arranged one behind the other for coupling the lower arm of the lifting device of a tractor. 8. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging waarmede het werktuig aan de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar 6301117 t' · - 10 - is, met het kenmerk, dat ten minste één onderste aankoppel-punt een verzwenkbare arm omvat, die van twee of meer in de voortbewegingsrichting van het werktuig achter elkaar gelegen gaten is voorzien, waaraan de onderste arm van de hefinrich-5 ting van een trekker koppelbaar is.8. Agricultural implement fitted with a three-point linkage frame and hitching points with which the implement can be coupled to the three-point hitch of a tractor 6301117 t-10, characterized in that at least one lower hitching point comprises a pivotable arm, which is provided with two or more holes arranged one behind the other in the direction of travel of the implement, to which the lower arm of the tractor's lifting device can be coupled. 9. Landbouwwerktuig volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de gaten zijn aangebracht in de benen van een beugel, die zich aan de voorzijde van de arm bevindt.Agricultural implement according to claim 7 or 8, characterized in that the holes are arranged in the legs of a bracket located on the front of the arm. 10. Landbouwwerktuig volgens conclusie 9, met het 10 kenmerk, dat tussen de benen van de beugel door middel van één of meer pennen een koppelstuk aanbrengbaar is, dat is voorzien van een sleufvormige'geleiding,10. Agricultural implement according to claim 9, characterized in that a coupling piece, which is provided with a slot-shaped guide, can be fitted between the legs of the bracket by means of one or more pins. 11. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging waarmede het werk- 15 tuig aan de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat aan een onderste koppelpunt door middel van één of meer pennen een koppelstuk met een sleufvormige geleiding is aangebracht.11. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point mounting with which the implement can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, characterized in that a coupling piece with a slotted shape is connected to a lower coupling point by means of one or more pins. guidance is fitted. 12. Landbouwwerktuig volgens conclusie 10 of 11, met 20 het kenmerk, dat het koppelstuk plaatvormig is en is voorzien van een naar onderen open geleiding die wordt begrensd door een tunnelvormig deel.12. Agricultural implement according to claim 10 or 11, characterized in that the coupling piece is plate-shaped and is provided with a downwardly open guide bounded by a tunnel-shaped part. 13. Landbouwwerktuig volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het tunnelvormig deel zich uitstrekt over een 25 breedte die ten minste de helft van de afstand tussen de benen van de beugel bedraagt.13. Agricultural implement according to claim 12, characterized in that the tunnel-shaped part extends over a width which is at least half the distance between the legs of the bracket. 14. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de driepuntsbevestiging een zich dwars op de voortbewegingsrichting van het werktuig uit- 30 strekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen holle drager omvat, die een vierhoekige dwarsdoorsnede heeft met zijden van meer dan 100 mm.14. Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the three-point attachment comprises a hollow support extending transversely of the direction of movement of the implement, at least substantially horizontally, which has a quadrilateral cross section with sides of more than 100 mm . 15. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel en aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging waarmede het werk- 35 tuig aan de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is, met het kenmerk, dat het bovenste aankoppelpunt is aangebracht aan een vierhoekige holle drager, die ten minste één zijde van meer dan 100 mm. heeft.15. Agricultural implement provided with a frame and coupling points of a three-point attachment with which the implement can be coupled to the three-point lifting device of a tractor, characterized in that the upper coupling point is arranged on a quadrilateral hollow support, which has at least one side of more than 100 mm. has. 16. Landbouwwerktuig volgens conclusie 14. of 15, 83 03 1 1 7 .......... ................... ~ - 11 - met het kenmerk, dat de holle drager een vierkante dwarsdoorsnede heeft met zijden van + 120 mm.Agricultural implement according to claim 14. or 15, 83 03 1 1 7 .......... ................... ~ - 11 - with the characterized in that the hollow support has a square cross section with sides of + 120 mm. 17. Landbouwwerktuig volgens een der conclusies 14 - 16, met het kenmerk, dat nabij de einden van de holle 5 drager zich naar beneden uitstrekkende plaatvormige steunen zijn aangebracht.17. Agricultural implement according to any one of claims 14-16, characterized in that plate-shaped supports extending downwards are arranged near the ends of the hollow carrier. 18. Landbouwwerktuig volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat een plaatvormige steun een zijplaat vormend middendeel en een voorste en achterste deel omvat, die door 10 zich in opwaartse richting verlopende vouwlijnen uit één stuk plaat zijn gevormd.18. Agricultural implement according to claim 17, characterized in that a plate-shaped support comprises a side plate-forming middle part and a front and rear part, which are formed by one piece of sheet metal upwardly extending folding lines. 19. Landbouwwerktuig volgens conclusie 17 of 18, en een der conclusies 5-16, met het kenmerk, dat het middelste een zijplaat vormende deel van een steun d.m.v. bouten 15 is aangebracht tussen de twee strippen die een aankoppelpunt voor een -aanbouwwerktuig omvatten en de twee plaatvormige dragers, die een onderste aankoppelpunt van de driepunts-bevestiging ondersteunen.Agricultural implement according to claim 17 or 18, and any one of claims 5-16, characterized in that the middle part of a support forming a side plate by means of bolts 15 are provided between the two strips which comprise a coupling point for a mounted implement and the two plate-shaped carriers, which support a lower coupling point of the three-point attachment. 20. · Landbouwwerktuig volgens conclusie 18 of 19, 20 met het kenmerk, dat het voorste en achterste deel van een · steun naar boven in breedte toeneemt en door middel van een strip en bouten aan de holle drager is bevestigd.Agricultural implement according to claim 18 or 19, 20, characterized in that the front and rear parts of a support increase in width upwards and are fastened to the hollow carrier by means of a strip and bolts. 21. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat. nabij elk van de einden van de 25 holle drager een steun is aangebracht met een aankoppelpunt voor een aanbouwwerktuig.Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that. a support is provided near each of the ends of the hollow carrier with a coupling point for a mounted implement. 22. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aankoppelpunt en aan de achterzijde van de strippen en de aankoppélpunten van de steunen 30 nabij de einden van de holle drager verzwenkbare armen dragen, die een hefinrichting vormen voor het aanbouwwerktuig.Agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that the coupling point and the rear of the strips and the coupling points of the supports 30 bear pivotable arms near the ends of the hollow carrier, which form a lifting device for the mounted implement. 23. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dit is uitgevoerd als grondbe-werkingsmachine, voorzien van een aantal in een zich dwars 35 op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij aangebrachte, om opwaarts gerichte assen draaibare bewer-kingsorganen.An agricultural implement according to any one of the preceding claims, characterized in that it is designed as a soil cultivating machine, comprising a number of cultivating members rotatable about upwardly directed axes, arranged in a row extending transversely of the direction of advancement of the machine. 24. Landbouwwerktuig zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. Q T f' " 1 v’ *7 -o-o-o-o-o- Ö O '3 O a i J24. Agricultural implement as described above and shown in the figures. Q T f '"1 v" * 7 -o-o-o-o-o- Ö O' 3 O a i J
NL8303117A 1983-09-09 1983-09-09 AGRICULTURAL IMPLEMENT. NL8303117A (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303117A NL8303117A (en) 1983-09-09 1983-09-09 AGRICULTURAL IMPLEMENT.
GB08421860A GB2146213B (en) 1983-09-09 1984-08-29 Agricultural implements
IT22538/84A IT1176655B (en) 1983-09-09 1984-09-06 AGRICULTURAL TOOL EQUIPPED WITH FRAME WITH SPECIAL ATTACHMENT FOR CONNECTION TO OTHER TOOL TO BE USED IN COMBINATION
FR848413768A FR2551621B1 (en) 1983-09-09 1984-09-07 AGRICULTURAL MACHINE WITH AN IMPROVED HITCH
DE19843432863 DE3432863A1 (en) 1983-09-09 1984-09-07 AGRICULTURAL MACHINE

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8303117 1983-09-09
NL8303117A NL8303117A (en) 1983-09-09 1983-09-09 AGRICULTURAL IMPLEMENT.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303117A true NL8303117A (en) 1985-04-01

Family

ID=19842375

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303117A NL8303117A (en) 1983-09-09 1983-09-09 AGRICULTURAL IMPLEMENT.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3432863A1 (en)
FR (1) FR2551621B1 (en)
GB (1) GB2146213B (en)
IT (1) IT1176655B (en)
NL (1) NL8303117A (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3516742A1 (en) * 1985-05-09 1986-11-13 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen CLOSED DEVICE COMBINATION FOR AGRICULTURE
CN110419298B (en) * 2019-09-11 2021-09-21 张善科 Perforating device for farming

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3029880A (en) * 1960-06-27 1962-04-17 George J Heberlein Fast hitch adapter for tractor lift
FR1460750A (en) * 1965-10-07 1966-03-04 Fenet Sa Des Ets System for attaching an agricultural machine to a tractor
US3472528A (en) * 1967-10-26 1969-10-14 Massey Ferguson Inc Convertible category implement tractor hitch
ZA734783B (en) * 1972-07-21 1974-06-26 Barbier Soc Multiple rotary cultivator
GB1453586A (en) * 1973-03-20 1976-10-27 Rotary Hoes Ltd Cultivating machine
NL7306002A (en) * 1973-05-01 1974-11-05
NL7314805A (en) * 1973-10-29 1975-05-02 Lely Nv C Van Der COMBINATION OF TWO SOIL WORKING EQUIPMENT.
NL7510308A (en) * 1975-09-02 1977-03-04 Lely Nv C Van Der AGRICULTURAL IMPLEMENT.
GB2105561B (en) * 1981-09-12 1985-04-11 Allan Riach Soil working apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
GB8421860D0 (en) 1984-10-03
FR2551621A1 (en) 1985-03-15
FR2551621B1 (en) 1990-01-26
DE3432863A1 (en) 1985-03-28
GB2146213A (en) 1985-04-17
GB2146213B (en) 1986-09-03
DE3432863C2 (en) 1989-03-16
IT8422538A0 (en) 1984-09-06
IT1176655B (en) 1987-08-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501109A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL8303117A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL193084C (en) Soil cultivation machine.
NL8101017A (en) SOIL TILLER.
NL8800800A (en) COMBINATION OF A TRACTOR WITH AT LEAST A TILLAGE SEED UNIT.
NL8102623A (en) SOIL TILLER.
NL9200243A (en) Ground-working machine.
NL9300659A (en) Soil cultivation machine.
NL192364C (en) Combination of a tractor and a combination of a power harrow and a seed drill.
NL9101361A (en) Auxiliary roller for rotary harrow - is raised and lowered by auxiliary piston and cylinder to disengage tines from soil
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
EP0305601A1 (en) A soil cultivating machine
NL8700952A (en) SOIL TILLER.
EP0666015B1 (en) An agricultural machine
NL192594C (en) Combination of a tillage machine and a further machine to be coupled to it.
NL8304356A (en) SOIL TILLER.
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
NL8402020A (en) SOIL TILLER, ESPECIALLY SUITABLE FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED.
NL9101330A (en) SOIL TILLER.
NL8303097A (en) AGRICULTURAL IMPLEMENT.
NL8302968A (en) Tractor drawn multiple rotor harrow - has cross beam connected to three point hitch by fabricated structure with bolted joints
NL9500021A (en) Ground-working machine
NL8902832A (en) AGRICULTURAL MACHINE.
NL8301044A (en) SOIL TILLER.
NL8302967A (en) Tractor drawn multiple rotor harrow - has cross beam connected to three point hitch by fabricated structure with bolted joints

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed