NL193084C

NL193084C - Soil cultivation machine.

Info

Publication number: NL193084C
Application number: NL8401251A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1984-03-08
Filing date: 1984-04-18
Publication date: 1998-10-05
Also published as: GB8504501D0; FR2560732B1; GB2155745B; FR2560732A1; DE3507682C2; DE3507682C3; NL193084B; DE3507682A1; NL8401251A; GB2155745A

Description

1 1930841 193084

GrondbewerkingsmachineSoil cultivation machine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een rotorkopeg, voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine 5 uitstrekkend gesteldeel, waarin om verticale assen draaibare motorisch aandrijfbare grondbewerkings-organen zijn aangebracht, op welk gesteldeel ten minste twee zich opwaarts en in de voortbewegingsrichting uitstrekkende plaatdelen zijn aangebracht, waarbij de machine nabij het langsmiddenvlak daarvan is voorzien van een aankoppelbok, waarmee de machine met de driepuntshefinrichting van een trekker kan worden gekoppeld en van een aankoppelinrichting voor het aankoppelen van een gerekend in de 10 voortbewegingsrichting achter de machine aan te brengen tweede machine, welke aankoppelbok bestaat uit twee op afstand van elkaar opgestelde zich opwaarts uitstrekkende plaatvormige steunen, die nabij de bovenzijde door middel van een liggende dwarsbalk met elkaar zijn verbonden, waarbij nabij de onderzijde van elke plaatsteun een zich gerekend in de voortbewegingsrichting naar voren uitstrekkend aankoppel-orgaan is opgesteld, dat bestaat uit twee op afstand van elkaar opgestelde eerste aankoppelarmen, waarbij 15 nabij de voorzijde tussen deze eerste aankoppelarmen telkens een aankoppelpunt voor een onderste hefarm van de hefinrichting van de trekker aanwezig is, waarbij de bovenste hefarm van de hefinrichting verbindbaar is met een op de dwarsbalk aanwezig aankoppelpunt, waarbij nabij de boven- en onderzijde van elke plaatsteun het ene einde van om een horizontale as verzwenkbare tweede aankoppelarmen zijn aangebracht, welke tweede aankoppelarmen zich gerekend in de voortbewegingsrichting vanaf de 20 bevestigingspunten op de plaatsteun naar achteren uitstrekken en met hun achtereinden zijn bevestigd aan de aankoppelinrichting voor de tweede machine.The invention relates to a tillage machine, in particular a rotary harrow, for the preparation of a seed bed, provided with a frame part extending transversely of the direction of travel of the machine 5, in which motor-driven tillage members rotatable about vertical axes are provided. which frame part is provided with at least two plate parts extending upwards and in the direction of forward movement, the machine being provided with a coupling head near its longitudinal center plane, with which the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor and a coupling device for coupling a calculated in the direction of travel to be mounted behind the machine, the second machine, which coupling stand consists of two spaced upwardly extending plate-shaped supports, which are connected to each other near the top by means of a horizontal crossbar, whereby the underside of each plate support is arranged a coupling member, which extends in the direction of forward movement, and consists of two spaced-apart first coupling arms, wherein a coupling point for a lower lifting arm of the lower lifting arm of the lower lifting arm of the lower coupling arm each the tractor's lifting device is present, wherein the upper lifting arm of the lifting device is connectable to a coupling point present on the crossbar, wherein near the top and bottom of each plate support the one end of second coupling arms pivotable about a horizontal axis is provided, the second docking arms extend backwards from the 20 mounting points on the plate support in the direction of travel and are rearwardly attached to the docking device for the second machine.

Een dergelijke machine wordt beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8400901. Daarbij is het gesteldeel dat de grondbewerkingsorganen bevat ’’zwevend” opgehangen ten opzichte van de aankoppelbok om eventuele grondoneffenheden te volgen. Deze rotorkopeg is geschikt 25 voor combinatie met een zaai- of pootmachine, een en ander zodanig dat men in één werkgang een zaaibed kan bereiden en zaai- of pootgoed in de grond kan brengen. De hier bedoelde combinatie betekent vooral tijdens het transport een extra belasting van de aankoppelbok met behulp waarvan de combinatie met de driepuntshefinrichting van een trekker gekoppeld is. De hier beschreven machine is dan ook minder geschikt om met de beschreven relatief eenvoudig en licht uitgevoerde aankoppelbok een doelmatige 30 ondersteuning te verkrijgen voor een dergelijke combinatie tijdens het transport, zonder dat daarbij gevaar voor vervorming van de aankoppelbok bestaat.Such a machine is described in the non-prepublished Dutch patent application 8400901. In addition, the frame part containing the soil tillage members is 'floating' suspended from the coupling head to follow any soil unevenness. This rotary harrow is suitable for combination with a seeding or planting machine, all this in such a way that in one working pass one can prepare a seedbed and bring seed or seed material into the ground. The combination referred to here means, especially during transport, an additional load on the headstock, by means of which the combination is coupled to the three-point linkage of a tractor. The machine described here is therefore less suitable for obtaining effective support for such a combination during transport with the described relatively simple and lightly designed coupling head, without there being any danger of deformation of the coupling head.

Deze beschreven constructie is derhalve ongunstig voor transportdoeleinden.This described construction is therefore unfavorable for transport purposes.

Het doel van de uitvinding is een grondbewerkingsmachine te verschaffen, die bij een relatief eenvoudige en lichte uitvoering van de aankoppelbok over voldoende sterkte en draagvermogen beschikt om ook een 35 relatief zware, aan de aankoppelinrichting aangekoppelde, tweede machine probleemloos te dragen en transporteren.The object of the invention is to provide a soil tillage machine which, with a relatively simple and light construction of the coupling head, has sufficient strength and carrying capacity to also carry and transport a relatively heavy second machine coupled to the coupling device without problems.

Volgens de uitvinding zijn ten minste twee op het gesteldeel aangebrachte plaatdelen bevestigd aan de onderzijde van de twee plaatsteunen, waarbij de eerste aankoppelarmen telkens aan weerszijden van een bijbehorende plaatdeel zwenkbaar om een horizontale as daarmee zijn verbonden, waarbij deze aankoppel-40 armen door een opening aangebracht in een vast aan het gesteldeel bevestigd steundeel kan steken, welke opening een tussen aanslagen begrensde verzwenking van de eerste aankoppelarmen toelaten.According to the invention, at least two plate parts arranged on the frame part are attached to the underside of the two plate supports, the first coupling arms being pivotally connected thereto on either side of an associated plate part about a horizontal axis, these coupling arms passing through an opening provided in a support part fixedly fixed to the frame part, said opening permitting a pivoting of the first coupling arms bounded between stops.

Bij de constructie volgens de uitvinding zorgen de opstelling van de aankoppelorganen en de bevestiging van de plaatdelen voor een gelijkmatige opvang van de reactiekrachten tijdens transport, zonder dat men van een extra zwaar uitgevoerde aankoppelbok gebruik moet maken.In the construction according to the invention, the arrangement of the coupling members and the attachment of the plate parts ensure an even absorption of the reaction forces during transport, without the use of an extra heavy-duty coupling head.

45 Ter verdere vergroting van de sterkte en het draagvermogen verdient het de voorkeur dat de twee plaatdelen nabij hun voorzijden door middel van een dwarsprofiel met elkaar zijn verbonden, waarbij de onderzijde van dat dwarsprofiel aansluit op de bovenzijde van het gesteldeel.In order to further increase the strength and load-bearing capacity, it is preferable that the two plate parts are connected to each other near their front sides by means of a cross section, the bottom side of that cross section connecting to the top side of the frame part.

Op zich is uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7806830 een grondbewerkingsmachine bekend waaruit tussen aanslagen op en neer beweegbare paren koppelarmen bekend zijn en waarvan de aankoppelbok 50 aan het gesteldeel is bevestigd, terwijl er een aankoppelinrichting aanwezig is om een tweede machine achter de grondbewerkingsmachine aan te koppelen. Deze grondbewerkingsmachine is echter ongeschikt voor het aankoppelen van een relatief zware tweede machine. De aankoppelbok omvat immers een omgekeerde V-vormige steun, gevormd door een ronde buis, die aan de bovenzijde de aankoppeling voor de topstang van de driepuntshefinrichting bezit. De aankoppeling voor de tweede machine is gevormd door 55 slechts een enkel gat in een boven op de aankoppelbok bevestigde plaat. Aldus verschilt de constructie van de aankoppelbok bij deze bekende grondbewerkingsmachine met die volgens de onderhavige uitvinding.In Dutch patent application 7806830 a soil cultivation machine is known, from which pairs of coupling arms movable up and down are known between stops and of which the coupling head 50 is attached to the frame part, while a coupling device is present for coupling a second machine behind the soil cultivation machine. However, this tillage machine is not suitable for coupling a relatively heavy second machine. After all, the headstock comprises an inverted V-shaped support, formed by a round tube, which has the top link of the three-point linkage at the top. The coupling for the second machine is formed by 55 only a single hole in a plate mounted on top of the coupling head. Thus, the construction of the headstock in this known tillage machine differs from that of the present invention.

Het ontbreken van de dwarsbalk maakt deze aankoppelbok zwakker, en ook de als gevolg van de andere I constructie van de bekende aankoppelbok grijpt de bekende aankoppelinrichtingsconstructie voor de tweede machine op een ongunstige manier aan op deze bekende aankoppelbok, zodat tijdens het transport van deze bekende combinatie gemakkelijk vervorming van de aankoppelbok op kan treden.The absence of the cross beam makes this headstock weaker, and also because of the other construction of the known headstock the known headstock construction for the second machine adversely affects this known headstock, so that during the transport of this known combination easily deformation of the headstock.

5 Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an illustrative embodiment shown in the drawing.

Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer voorzien van een aankoppelbok volgens de uitvinding.Figure 1 is a top view of a tillage machine provided with a coupling head according to the invention.

Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn ll-ll in figuur 1.Figure 2 is a larger-scale view taken along line II-II in Figure 1.

10 Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn lll-lll in figuur 2, terwijl Figuur 4 een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV-IV in figuur 3.Figure 3 is a larger-scale view taken along line III-III in Figure 2, while Figure 4 shows a view along line IV-IV in Figure 3.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular for the preparation of a seed bed.

15 De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1, waarin op onderling gelijke afstanden van bijvoorkeur 25 cm opwaarts, bijvoorkeur verticaal gerichte assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn ondersteund. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op een onder uit het gesteldeel 1 stekend einde van een as 2 aangebrachte, althans nagenoeg horizontaal gelegen drager 4, die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de 20 vorm van tanden. Aan de einden is het gesteldeel 1 afgesloten door middel van platen 6, die zich in opwaartse richting uitstrekken en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A van de machine zijn gelegen. Nabij de voorzijde is elk van de platen 6 voorzien van een as 7, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en met behulp waarvan een zich langs de plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is aangebracht. Elke arm 8 is nabij de achterzijde van de plaat door 25 middel van een verstelinrichting 11 in meerderde standen brengbaar en vastzetbaar. Tussen de achtereinden van de armen 8 is vrij draaibaar een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende rol 9 aangebracht, welke rol bijvoorkeur aan de omtrek is voorzien van zich in de langsrichting van de rol uitstrekkende staafvormige delen 10. De staafvormige delen 10 zijn aangebracht op radiale rechthoekige uitsteeksels, die door middel van trapeziumvormige uitstanzingen aan de omtrek van de 30 plaatvormige steunen 10A zijn gevormd. De uitstanzingen kunnen het aanhangen van aarde en de vorming van sporen voorkomen.The machine comprises a tubular frame part 1 extending transversely to the direction of travel A, in which axes 2 of processing members 3 are oriented upwards, preferably vertically oriented, at equal distances from each other. Each of the working members 3 comprises an at least substantially horizontally located carrier 4 arranged on an end of a shaft 2 protruding from the frame part 1, and which is provided at its ends with downwardly extending working elements 5 in the form of teeth. At the ends, the frame part 1 is closed by means of plates 6, which extend upwards and are located at least substantially parallel to the direction of advancement A of the machine. Near the front, each of the plates 6 is provided with a shaft 7 which extends transversely to the direction of travel A and by means of which an arm 8 extending backwards along the plate 6 is arranged pivotally. Each arm 8 can be brought into several positions near the rear side of the plate by means of an adjusting device 11. Between the rear ends of the arms 8, a roller 9 extending transversely to the direction of travel A of the machine is freely rotatable, which roller is preferably provided on the periphery with rod-shaped parts 10 extending in the longitudinal direction of the roller. The rod-shaped parts 10 are arranged on radial rectangular protrusions which are formed on the periphery of the plate-shaped supports 10A by means of trapezoidal protrusions. The cutouts can prevent the adherence of soil and the formation of spores.

Met behulp van de rol 9 wordt de machine tijdens het bedrijf althans voor een deel ondersteund. Nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 zijn de armen 8 door middel van een als verstelinrichting uitgevoerde bout 11 en corresponderende gaten in de plaat 6 in meerdere standen ten opzichte van het gesteldeel 1 35 brengbaar en vastzetbaar een en ander zodanig, dat de werkdiepte van de bewerkingselementen 5 van de respectieve bewerkingsorganen 3 instelbaar is.The machine is at least partly supported during operation by means of the roller 9. Near the rear side of the frame part 1, the arms 8 can be moved and secured in several positions relative to the frame part 1 by means of a bolt 11, which is designed as an adjusting device, in such a way that the working depth of the processing elements 5 of the respective processing members 3 is adjustable.

Nabij de einden is het gesteldeel 1 voorzien van door middel van armen 12 aangebrachte, zich tijdens het bedrijf in opwaartse richting uitstrekkende platen 13. De armen 12 zijn elk om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbaar, een en ander zodanig, dat de platen 13 tijdens 40 het bedrijf met de buitenste bewerkingsorganen 3 kunnen samenwerken, voor het verkruimelen van de aarde en het regelmatig verdelen van deze verkruimelde aarde.Near the ends, the frame part 1 is provided with plates 13 arranged by means of arms 12, extending upwards during operation. The arms 12 are each pivotable about an axis extending in the direction of advancement A, such that the plates 13 can cooperate with the outer working members 3 during operation, for the crumbling of the earth and the regular distribution of this crumbled earth.

Binnen het gesteldeel 1 is op de assen 2 van elk bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 14 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen 14 op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as 2 van een 45 bewerkingsorgaan 3 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 15, die op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is bevestigd en waarbinnen de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde van de tandwielkast aangebrachte toerenvariator 16 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 17, die aan de voorzijde buiten de tandwielkast 15 uitsteekt. Het aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as 17 kan door middel van een tussenas 50 18 met de aftakas van een trekker worden verbonden. Nabij het midden is het gesteldeel 1 aan de bovenzijde voorzien van een aankoppelbok 19 voor aankoppeling van de machine met de driepunts-hefinrichting van een trekker. De bok 19 omvat twee zich vanaf het gesteldeel omhoog uitstrekkende steunen 20, die uit plaat zijn vervaardigd en die nabij de bovenzijde met elkaar zijn verbonden door een althans nagenoeg horizontaal gelegen dwarsbalk 21A.Within the frame part 1, a spur gear 14 with straight teeth is arranged on the shafts 2 of each working member 3, such that the gears 14 on the shafts of adjacent working members 3 are in driving connection with each other. Near the center, the shaft 2 of a 45 working member 3 is extended and extends into a gearbox 15, which is mounted on the top of the frame part 1 and within which the extension is via a bevel gear and a speed variator 16 mounted on the rear of the gearbox. is in driving communication with a shaft 17 extending in the direction of travel A, which protrudes beyond the gearbox 15 at the front. The end of the shaft 17 protruding from the front outside the gearbox can be connected to the power take-off shaft of a tractor by means of an intermediate shaft 50 18. Near the center, the frame part 1 is provided at the top with a coupling head 19 for coupling the machine to the three-point lifting device of a tractor. The trestle 19 comprises two supports 20 extending upwards from the frame part, which are manufactured from sheet metal and which are connected to each other near the top by an at least substantially horizontally located cross beam 21A.

55 De uit plaat gevormde steunen 20 omvatten aan de onderzijde een zich over de gehele breedte van het gesteldeel 1 uitstrekkend plaatdeel 21, dat nabij de voor- en achterzijde met behulp van aangelaste steunvoeten 22 respectievelijk 23 op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is vastgezet door 3 193084 middel van bouten, die tevens voor de bevestiging van een bovenplaat van het gesteldeel 1 zorgdragen.55 The supports 20 formed from plate comprise on the underside a plate part 21 extending over the entire width of the frame part 1, which is secured to the top of the tubular frame part 1 near the front and rear side by means of welded-on support feet 22 and 23 respectively. by 3 193084 by means of bolts, which also ensure the attachment of a top plate of the frame part 1.

Aan de achterzijde is elk van de plaatdelen 21 naar buiten omgebogen (figuur 3) teneinde de bevestigings-bouten voor de bovenplaat en de steunvoet 23 vrij te laten. Nabij de voorzijde is tussen de plaatdelen 21 een dwarsverbinding 24 aangebracht, die wordt gevormd door een hoeksteun, die tegen de bovenzijde van 5 het gesteldeel 1 is gelegen (figuren 3 en 4). De einden van de hoeksteun 24 zijn door middel van bouten 25 aan een opwaarts gericht deel 26 van de steunvoet 22 aangebracht.At the rear, each of the plate members 21 is bent outward (Figure 3) to release the mounting bolts for the top plate and support foot 23. A transverse connection 24 is provided near the front side between the plate parts 21, which is formed by an angle support, which is located against the top side of the frame part 1 (Figures 3 and 4). The ends of the corner support 24 are arranged by bolts 25 on an upwardly directed part 26 of the support foot 22.

Aan weerszijden van een plaatdeel 21 is verzwenkbaar een zich naar voren en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A uitstrekkende aankoppelarm 27 aangebracht. De armen 27 zijn gevoerd door een opening 28 in het deel 26 van de steunvoet 22. Ter hoogte van de bovenste begrenzing 10 van de opening 28 is aan de voorzijde van het deel 26 een verstevigingsstrip 29 aangebracht.A coupling arm 27 extending forwards and at least substantially parallel to the direction of travel A is pivotally arranged on either side of a plate part 21. The arms 27 are passed through an opening 28 in the part 26 of the support foot 22. At the height of the upper boundary 10 of the opening 28, a reinforcing strip 29 is arranged at the front of the part 26.

De armen zijn met hun achtereinden door middel van een gemakkelijk uitneembare pen 30 en gaten 31 in de plaatdelen 21 op verschillende plaatsen verzwenkbaar aanbrengbaar. Het voorste bevestigingspunt bevindt zich ter hoogte van het midden van het gesteldeel 1, terwijl twee verdere punten daarachter zijn gelegen (figuur 2). De armen 27 zijn voor het opnemen van de pen 30 aan de binnenzijde voorzien van een 15 bus 32, die tevens als afstandsbus dient doet. Vóór het deel 26 van de steunvoet 22 zijn de armen 27 met elkaar verbonden door een dwarsstuk 33. Aan de voorzijde zijn de armen 27 voorzien van een opening waardoor een pen brengbaar is voor aankoppeling aan de onderste arm 34 van een driepuntshefinrichting van een trekker.The arms can be pivoted in various places with their rear ends by means of an easily removable pin 30 and holes 31 in the plate parts 21. The front attachment point is at the center of the frame part 1, while two further points are located behind it (figure 2). For receiving the pin 30, the arms 27 are provided on the inside with a sleeve 32, which also serves as a distance sleeve. Before the part 26 of the support foot 22, the arms 27 are connected to each other by a cross piece 33. At the front, the arms 27 are provided with an opening through which a pin can be brought for coupling to the lower arm 34 of a three-point lifting device of a tractor.

De plaatdelen 21 zijn midden tussen de armen 27 gelegen, welke armen, doordat de plaatdelen 21 ten 20 opzichte van het overige deel van de steunen 20 naar buiten zijn verplaatst, zich op juiste afstand van elkaar bevinden voor aankoppeling van de onderste armen 34 van de driepuntshefinrichting van de trekker.The plate parts 21 are located centrally between the arms 27, which arms, because the plate parts 21 have been moved outwards relative to the rest of the supports 20, are at a correct distance from each other for coupling of the lower arms 34 of the three-point linkage of the tractor.

De hoeksteun 24 tussen de plaatdelen 21 zorg ervoor dat de door de schuin naar binnen verlopende stand van de onderste armen 34 optredende reactiekrachten tijdens het bedrijf effectief worden opgevangen.The angle support 24 between the plate parts 21 ensures that the reaction forces occurring through the inclined inward position of the lower arms 34 are effectively absorbed during operation.

25 Tussen de dwarsbalk 21A en de steunen 20 zijn aan de binnenzijde van de bok driehoekige steunplaten 35 aangebracht.Triangular support plates 35 are arranged on the inside of the trestle between the cross beam 21A and the supports 20.

Nabij het midden van de nabij de bovenzijde van de steunen 20 gelegen dwarsbalk 21A, zijn zich naar voren uitstrekkende lippen 36 aangebracht voor aankoppeling van de bovenste arm 37 van de driepuntshefinrichting van de trekker.Near the center of the crossbar 21A located near the top of the supports 20, forwardly extending lips 36 are provided for coupling the upper arm 37 of the three-point hitch of the tractor.

30 Ter hoogte van de dwarsbalk 21A zijn aan de buitenzijde van de platen 20 door pijpen gevormde steunen 38 bevestigd, welke steunen nabij de uiteinden van het kokervormig gesteldeel 1 aan de achterrand van de bovenzijde hiervan zijn bevestigd (figuur 1).At the level of the cross beam 21A, pipe-shaped supports 38 are mounted on the outside of the plates 20, which supports are attached near the ends of the tubular frame part 1 to the rear edge of the top side thereof (figure 1).

Aan de achterzijde van de de opstaande steunen 20 van de bok 19 is elk van de steunen 20 nabij de bovenzijde voorzien van een arm 39. Elke arm 39 is door middel van een pen 40, die zich dwars op de 35 voortbewegingsrichting A uitstrekt, verzwenkbaar aangebracht en naar achteren gericht. Hierbij zijn de pennen 40 voor de respectieve armen 39 in eikaars verlengde gelegen. De armen 39 vormen een bovenste armenpaar.At the rear of the upright supports 20 of the trestle 19, each of the supports 20 is provided with an arm 39 near the top. Each arm 39 can be pivoted by means of a pin 40, which extends transversely of the direction of travel A applied and directed backwards. The pins 40 for the respective arms 39 are here in line with each other. The arms 39 form an upper pair of arms.

Op enige afstand onder het midden zijn de steunen 20 aan de achterzijde elk voorzien van een arm 41, die zich naar achteren uitstrekt en door middel van een pen 42 verzwenkbaar is aangebracht (figuur 2). Ook 40 hierbij zijn de pennen 42, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekken in eikaars verlengde gelegen. De armen 41 vormen een onderste armenpaar. Elk paar armen 39 respectievelijk 41 is door middel van een dwarsbalk 43 respectievelijk 44 met elkaar verbonden. Hierbij bevindt de dwarsbalk 43 voor het bovenste paar armen 39 zich op enige afstand vóór de achtereinden, terwijl de dwarsbalk 44 bij het onderste paar armen 41 zich ter hoogte van de einden bevindt. Laatstgenoemde 45 dwarsbalk heeft in tegenstelling tot de eerstgenoemde dwarsbalk, die een ronde dwarsdoorsnede heeft, een hoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede. De einden van het onderste paar armen 41 hebben een naar binnen gericht schuin verloop en zijn hier ter hoogte van de dwarsbalk 44 voorzien van zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende delen 45. Aan de einden van het bovenste paar armen 39 en aan de schuin naar beneden en naar achteren gerichte delen 45 van de armen 41 is door middel van 50 pennen 46 respectievelijk bouten 47 scharnierbaar een aankoppelstuk 48 aangebracht, dat wordt gevormd door een rechthoekige beugel. Het aankoppelstuk 48 omvat een balk 49, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De balk heeft een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede en is aan de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende balken 50, die eenzelfde dwarsdoorsnede hebben en aan hun ondereinden scharnierbaar zijn aangebracht 55 aan de delen 45 van het onderste paar armen 41.At some distance below the center, the supports 20 at the rear are each provided with an arm 41, which extends backwards and is pivotally mounted by means of a pin 42 (figure 2). Here too, the pins 42, which extend transversely to the direction of travel A of the machine, are in line with each other. The arms 41 form a bottom pair of arms. Each pair of arms 39 and 41 are connected to each other by means of a cross beam 43 and 44, respectively. Here, the crossbar 43 for the top pair of arms 39 is spaced some distance in front of the rear ends, while the crossbar 44 at the bottom pair of arms 41 is at the ends. The latter 45 crossbar, in contrast to the former crossbar, which has a round cross section, has an angular, preferably square cross section. The ends of the bottom pair of arms 41 have an inwardly directed oblique course and here are provided at the level of the cross beam 44 with parts 45 extending obliquely downwards and backwards. At the ends of the top pair of arms 39 and at the angle parts 45 of the arms 41 directed downwards and backwards are hingedly mounted by means of 50 pins 46 and bolts 47 respectively, a coupling piece 48, which is formed by a rectangular bracket. The coupling piece 48 comprises a beam 49, which extends transversely of the direction of travel A and is located at least substantially horizontally. The beam has an angular, preferably square, cross-section and is provided at its ends with downwardly extending beams 50, which have the same cross-section and are hinged at their lower ends 55 to the parts 45 of the lower pair of arms 41.

Voor de verzwenkbare bevestiging door middel van de pennen 46 zijn nabij beide einden van de dwarsbalk 49 zich naar voren uitstrekkende lippen 51 aangebracht, die de gehele balk omgeven. Aan deFor pivotal attachment by means of the pins 46, forwardly extending lips 51 surrounding the entire beam are provided near both ends of the cross beam 49. To the

Claims

The adjusting cylinder 57, with its other end, is pivotally mounted by means of a bolt 58 between the pairs of arms 39 and 41 respectively at the rear of the supports 20 of the trestle 19, at the level of the beam 21 A. On each of the pins 40 with by means of which the upper pair of arms 39 is pivotally connected to the supports 20, a pivotable latch 59 is provided on the outside. Each latch 59 is provided at the rear with a catch jaw, which can cooperate with a pin 60, which is located on the outside of each lower arm 41 and which is arranged just behind the center of these arms. At the front, each latch 59 is provided with a recess 61, in which a stop 62 arranged on the supports 20 is located with clearance. Each of the latches 59 is further operable by a connector 63 from a tractor. As mentioned above, the machine described above concerns a soil cultivation machine, which is particularly intended for the preparation of a seed bed. For this purpose, the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor by means of the trestle 19 mounted on the frame part 1. After the working depth of the working members 3 has been set with the aid of the roller 9, the machine 25 can be moved by means of the tractor in the direction A, whereby from the PTO shaft via the intermediate shaft 18 and the described drive, adjacent working members 3 in are driven in the opposite direction, with their moving elements 5 they cultivate at least adjacent strips of soil. As already mentioned, a seeding or planting machine can be connected to the machine by means of the coupling piece 48. The trestle 19 described above hereby forms a very efficient support for the pairs of arms 39 and 41. This applies in particular in the transport position, in which the seeding or planting machine is in a position which is practically located above the machine. It is precisely here that great forces are exerted on the trestle 19, especially if a complete filling with seed or seed material is present. Hereby it is achieved that disconnection of the sowing or planting device is not necessary and thus a great deal of time can be saved.

1. Tillage machine, in particular a rotary harrow, for the preparation of a seed bed, provided with a frame part extending transversely of the direction of travel of the machine, in which motor-driven soil tillage members rotatable about vertical axes, on which frame part at least two are positioned upward and plate parts extending in the direction of advancement are arranged, the machine being provided near the longitudinal center plane thereof with a coupling block, 45 with which the machine can be coupled to the three-point lifting device of a tractor and of a coupling device for coupling a person calculated in the direction of movement behind the machine to be mounted, which coupling block consists of two spaced upwardly extending plate-shaped supports, which are connected to each other near the top by means of a horizontal crossbar, wherein near the bottom of each plate support in the direction of advancement extending forwardly, the coupling member is arranged, which consists of two spaced-apart first coupling arms, wherein a coupling point for a lower lifting arm of the tractor's lifting device is present near the front between these first coupling arms, wherein the upper lifting arm of the lifting device is connectable to a coupling point present on the cross beam, wherein near the top and bottom of each plate support the one 55 end of second coupling arms which can be pivoted about a horizontal axis are arranged, which second coupling arms are counted in the direction of travel from the mounting points on the plate support extend backwards and are attached with their rear ends to the coupling device for the second machine, characterized in that the at least two plate parts (21) arranged on the frame part (1) are fixed on the underside of the two plate supports (20), where the first coupling arms (27) are pivotally connected thereto on either side of an associated plate part (21) about a horizontal axis, these coupling arms being arranged through an opening (28) in a support part (22) fixedly fixed to the frame part (1), 26), which opening (28) allows a pivoting of the first coupling arms (27), which is limited between stops.

Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the two plate parts (21) are connected to each other near their front sides by means of a cross section (24), the bottom side of said cross section (24) connecting to the top side of the frame part. (1). Hereby 3 sheets drawing