NL8303072A - Gevormd eierkarton. - Google Patents

Description

- 1 -

Gevormd eierkarton.

De uitvinding heeft betrekking op een eierkarton en meer in het bijzonder op een vergrendelingssysteem om het eierkarton in een gesloten stand te houden tijdens het hanteren en opslag daarvan.

5 Bekende eierkartons gebruiken vergrendelings- inrichtingen om te voorkomen dat eieren uit het karton vallen tijdens het hanteren van de kartons. Deze ver-grendelingssystemen zijn gebruikt op kartons uit verschillende materialen omvattende gevormd pulpmateriaal, 10 karton en verschillende typen uit gevormde kunststof.

Bekend zijn vergrendelingssystemen waarbij gebruik gemaakt wordt van bekvormige vergrendelingen bij gevormde kartons waarbij een bekvormig uitsteeksel, dat vanaf de basis naar boven toe steekt, valt in een opening 15 of uitsparing of dergelijke in een zijde van het deksel om het deksel gesloten te houden totdat de bek naar binnen toe wordt gedrukt om deze vrij te maken van het deksel. Constructies van dit type zijn weergegeven in de Amerikaanse octrooischriften 3.217.963; 3.276.656; 3.459.360; 20 3.469.764; 3.471.078; 3.531.039; 3.570.747; 3.572.578; 3.672.560; 3.672.693 en 3.749.235. Zonder tekort te doen aan de bekende constructies moet worden opgemerkt dat zij in het .algemeen geen voldoende bescherming leveren voor de eieren tegen vertikale krachten in verband met de 25 afwezigheid van een steunflens. Ten gevolge van de bij het vormen gestelde eisen wordt de "bek" verder gewoonlijk zodanig aangebracht dat het materiaal onder de samenwerkende opening in de voorwand van het deksel gemakkelijk scheurt.

Deze bekende kartons worden in het algemeen niet voorzien 30 van steunflenzen vanwege de moeilijkheid bij het vormen van een dergelijke constructie.

Een verdere moeilijkheid bij de vaste uitstekende bek-vergrendeling is de noodzaak de plaats van de deksel-rand dicht bij het blokkeringsvlak van de bek aan te 35 brengen om een gemakkelijke en zekere sluiting tot stand te kunnen brengen. Het op de juiste plaats brengen van dergelijke vergrendelingen gaat niet altijd samen met de eisen die worden gesteld voor de automatische hantering 6:::072 ..... · —----:_._ · — - 2 - van de kartons.

De onderhavige uitvinding verschaft nu een vergrendeling die op dezelfde vrij ze wordt bediend als de bekende veel toegepaste knopvergrendelingen en kan daardoor 5 gemakkelijk en op natuurlijke wijze door de consumenten worden gebruikt. De vergrendeling omvat een minimaal verdraaibare steunflens voor het ondersteunen van de grendelnokken.

Deze grendelvorm kan worden gebruikt voor een 10 groot aantal verschillende vormen van verpakkingen die ook verschillende aantallen eieren kunnen opnemen en kan worden toegepast op bestaande automatische inrichtingen die bij deze vormen worden gebruikt.

De grendelvorm met een naar boven toe stekende 15 gevormde grendel en steunflens spaart ruimte tijdens de fabrikage en verlaagt de kosten. Hij spaart ruimte op de vormmachine waardoor de produktie per machineuur groter wordt en de constructie maakt een gemakkelijker vorming mogelijk. Eveneens wordt ruimte bespaard op de opzet-20 inrichting, wat belangrijk kan zijn bij grotere afmetingen waarbij het opzetten kritischer is.

De betrouwbaarheid van de nieuwe grendelvorm is hoger daar de grendel deel uitmaakt van het ingenestelde deel en minder blootstaat aan beschadiging dan de tot 25 nu toe bekende uitstekende vormen. De steunflens draagt eveneens bij tot bescherming van het karton tegen vertikale indrukking, waardoor eieren zouden kunnen breken.

De grendelvorm volgens de onderhavige uitvinding levert een meer beveiligde vergrendeling daar hij een 30 grotere neiging heeft om opgenomen te blijven dan de bekende veelvuldig voorgevouwen scharnierende grendels.

De grendel volgens de onderhavige uitvinding ornaat een grendelflens die naar boven toe is gevormd als een uitsteeksel van de natuurlijke ingenestelde wandhoek 35 van het karton en kan mechanisch naar binnen toe worden voorgevouwen voor het verschaffen van de juiste werkzame vergrendelingshoek.

In tegenstelling met de zeer bekende, momenteel op grote schaal gebruikte, knop’-vergrendelingskartons 40 waarbij de grendelflap in hetzelfde vlak wordt gevormd 3 Γ ' ' 7 0 W -· - r» - 3 - als het open karton terwijl bij gebruik de flap wordt verdraaid over meer dan 90° om binnen het kartondeksel te worden opgenomen, is bij de onderhavige uitvinding het flensscharnier van het type waarbij slechts een ver-5 draaiing van de naar boven toe gevormde flens mogelijk is over een maximum van ongeveer 40° en bij voorkeur over niet meer dan ongeveer 35°.-

Het verbindingslijf dat een vouwbare balg-verbinding vormt van de nieuwe vergrendeling met de 10 basis van het karton verschilt van het bekende daarin dat hij om te beginnen in vertikale stand wordt gevormd - dus in het feit dat de nieuwe flap slechts over een buighoek tot 40° naar binnen toe verzwenkbaar is vanuit zijn oorspronkelijk gevormde stand. In tegenstelling 15 met de bekende inrichtingen kan de grendel niet naar buiten toe worden gevouwen zonder de werking daarvan teniet te doen.

Deze begrensde beweging is voldoende om te verzekeren dat de grendel kan worden verplaatst voor het 20 blokkeren van het deksel tijdens de automatische sluiting, waardoor het bezwaar van de grendel van het bek-type wordt opgeheven.

Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de grendelflens een uitstekend deel 25 of nok die in aangrijping komt met een uitsteeksel op de bodemrand van de grendelopening voor een betere grendel-ingrijping en een grotere zekerheid.

De grendelflens volgens de onderhavige uitvinding omvat eveneens een scharniersamenstel met een 30 gebied met gereduceerde dikte dat eveneens samenwerkt met de voorste dekselwand.

Volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de grendel ook verdere voordelen voor wat betreft een aanvullende stapel-sterkte, dat wil 35 zeggen verstijving, ten gevolge van de aanligging van de bovenrand van de grendelflens en het deksel.

Bij de grendel volgens de onderhavige uitvinding komen aanslagen in werking wanneer de grendelflens naar binnen toe wordt gebogen, waarbij de verdraaiing 40 van de grendelflens wordt beperkt en een continue uit- . - . : v / l - 4 - steking van de grendel door de grendelapeningen in het deksel wordt verzekerd.

Deze en verdere voordelen van de onderhavige uitvinding worden nu nader toegelicht aan de hand van 5 de beschrijving van uitvoeringsvormen, weergegeven in de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht toont van een eierkarton in de geheel open stand, waarbij de vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding is aangebrachtr 10 fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont, op vergrote schaal, van een deel van de grendelflap van fig. 1, gezien vanaf de buitenzijde van het karton; fig. 3 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht toont, op vergrote schaal, van het grendelflapdeél van 15 fig. 1 en 2, gezien vanaf de binnenzijde van het karton; fig. 4 een doorsnede tooht volgens de lijn IV-IV van fig. 3; fig. 5 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht toont van een deel van het deksel dat past over de 20 grendelflens van de fig. 1-4, gezien vanaf de buitenzijde van het deksel van fig. 1; fig. 6 een gedeeltelijke doorsnede toont volgens de lijn VI-VI van de fig. 2 en 5 met het deksel aangebracht over de grendelflens; 25 fig. 7A-7R het compressie-effekt weergeven waarbij een balg wordt gevormd in het verdunde deel van de grendelconstructie; fig. 7C-7D een alternatieve grendelvorm tonen waarbij het "dunne halggebied" niet aanwezig is - de 30 grendelrotatie naar binnen toe eindigt wanneer de grendel-flapkragen•in aanraking komen met de kragen van het karton; fig. 8 een gedeeltelijke doorsnede toont over een andere uitvoeringsvorm voor het weergeven van het 35 verband tussen de grendelelementen? en . fig. 9 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht toont van de voorwand van het deksel, weergevende de grendelopening bij de uitvoeringsvorm van fig. 8.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een gevormd 40 karton 10 waarbij gebruik is gemaakt van de grendelvorm - „-ï.

ü . . ✓ - 5 - volgens de onderhavige uitvinding, in het weergegeven geval is een eierkarton getoond hoewel de grendelvorm niet noodzakelijkerwijs is beperkt tot de toepassing op eierkartons. Het eierkarton 10 heeft een basis 11 en een 5 deksel 12 dat scharnierend met de basis 11 is verbonden langs een langsrand daarvan, terwijl bij de tegenover liggende langsrand de basis 11 is voorzien van een grendelflens 13 in een stand waarbij het deksel 12 in een gesloten stand kan worden vergrendeld.

10 Zoals meer in detail weergegeven in de fig. 2, 3 en 6 is de grendelflens 13 scharnierend verbonden met de basis 11. In de open stand van fig. 1 kunnen in het karton 10 andere kartons 10 worden opgenomen. De naar boven toe stekende gevormde grendelflens 13 kan eventueel zijn 15 voorzien van een verspringend deel 15 langs zijn bovenrand om bij te dragen tot het er in nestelen van vertikale flensdelen 13.

De grendelflens 13 is langs zijn bovenrand voorzien van grendeluitsteeksels 16 die samen kunnen werken 20 met grendelopeningen 17 in het deksel 12 als weergegeven in de fig. 5 en 6. Onder elk grendeluitsteeksel 16 op de grendelflens 13 bevindt zich een vertikale instulping 381 die dient voor het vergroten van de diepte van het horizontale bodemvlak 22 van het grendeluitsteeksel 16.

25 Eên van de middelen voor het verkrijgen van een stevige vergrendeling van het deksel 12 aan de grendelflens 13 is weergegeven in de vorm van inkeping 21 in de bodemlip van de grendelopening 17. Inkeping 21 strekt zich naar binnen toe uit onder het bodemvlak 22 30 van het grendeluitsteeksel 16 en zorgt voor een betere vasthouding van het deksel 12 op het grendeluitsteeksel 16.

Wanneer het deksel 12 naar beneden toe wordt gebracht op de grendelflens 13 zal deze flens 13, die zich in nagenoeg vertikale stand bevindt, naar binnen 35 toe moeten worden gebogen langs een scharnier 23 en behoeft slechts gedeeltelijk terug te keren wanneer het grendeluitsteeksel 16 in de grendelopening 17 komt te vallen. Om dit geleidelijk aan tot stand te brengen moet de grendelflens 13 voldoende flexibel zijn om langs 40 de scharnierlijn 23 te buigen maar moet eveneens voldoende -» ·’ " - Λ *} - ï .· y - 6 - terugkeerkracht bezitten om alle grendeluitsteeksels 16 in de respectievelijke openingen 17 te doen vallen en stevig daarin vast te houden. Verschillende scharnierlijn-vormen die dit resultaat op kunnen leveren zijn weer-5 gegeven in de fig. 2, 4, 6 en 7A-7D.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede over een grendelflens 33 en de scharnierlijn 34, waaruit blijkt dat een verdund gedeelte 35 aanwezig is dat in het inwendige van het karton schuin naar boven toe loopt naar de boven-10 rand ervan. Het verdunde gebied strekt zich uit over de grendelflensinkeping aangeduid met de lijn 36 in fig. 3.

Fig. 3 toont de achterzijde van de grendelflens 33.

Wanneer de grendelflens 33 naar binnen toe wordt gevouwen wordt de buiging ervan geregeld door het 15 dunne gebied langs de lijnen 37, welk dun gebied in hoofdzaak onder trek staat langs de scharnierlijn 34.

Het dunne materiaal langs de lijn 36 wordt samengedrukt -wanneer de grendelflensinkepinggtop 38, die de tegenover liggende zijde vormt van de vertikale instulping 381, 20 naar binnen toe zwenkt totdat de inkepingspunt 38 en de onderrand van de flens 13, verbonden bij lijn 36, tot aanligging komen (zie fig. 2) tegen cilindrische aanslagen 40 bij de top van de basis 11 onder de grendelflens 33. De bodembuitenrand van de flens 33 vormt dus een 25 geschulpte rand 45 die bij het naar binnen toe draaien van het bovenste deel van de flens 33 aangedrukt wordt tegen de aanslagen 40, welke laatste werken als een flexibele aanslag, ten gevolge van het geheugen van het materiaal waaruit het karton is gevormd, waardoor een verende terug-30 gaande werking wordt opgewekt op de flens zodat een verdere inwaartse beweging wordt tegengegaan en de flens naar buiten toe wordt gedrukt. Hierdoor wordt de mogelijke vouwhoek voor de grendel beperkt, waardoor wordt verzekerd dat de grendel in vaste verbinding zal blijven en het 35 grendeluxtsteeksel 16 over de maximale afstand door de grendelopening 17 heen zal steken.

In fig. 6 vindt een overeenkomstige buigende werking en terugbrengkracht plaats bij het sluiten van het deksel. In dit geval wordt een vouw gevormd langs de 40 scharnierlijn 23.

.. *»' >- V '-rJ U Λ-m - 7 -

Fig. 7A-7B tonen schematisch de vouwwerking van de voorkeursgrendelvorm. Hierbij wordt de scharnier-lijn gevormd als een dun lijf 43 dat als een balg kan worden gevouwen bij een inwaartse beweging van de grendel-5 flens waardoor wordt bijgedragen aan het verschaffen van de teruggaande grendelkracht. De weerstand bij het maken van deze balgvouw, gecombineerd met de aanslag van het gevormde deel 40 dient om de vergrendelende teruggaande kracht te verzekeren.

10 Fig. 7C-7D tonen schematisch alternatieve uitvoeringsvormen waarbij er in het geheel geen scharnier aanwezig is maar in plaats daarvan een spleet 42 langs het gebied corresponderend met de lijn 36 in fig. 3.

De fig. 8 en 9 tonen een variant van de grendel-15 elementen, waarbij de wand 52 van het deksel, die zich direkt boven de grendelopeningen uitstrekt, ligt in een vlak dat op afstand ligt van het verdere deel van de voorwand van het deksel, zodat de een bodem van de grendelopening vormende rand 51 naar buiten toe ligt 20 ten opzichte van de bovenrand 53, van de opening. Verder is de vertikale afmeting, dat wil zeggen de hoogte van de opening, verkleind en, zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 8, is de hoogte van de grendelnok 56 groter dan de hoogte van de grendelopening.

25 Wanneer bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 8 en 9 de vergrendeling tot stand wordt gebracht zal de rand 51 naar buiten toe buigen daar hij over de nok 56 heen wordt geduwd en de rand 53 komt achter de nok 56 te vallen, waardoor een ongewenste naar binnen toe 30 gaande beweging daarvan wordt voorkomen. Deze variant verschaft dus een dubbelwerkende vergrendeling, de samenwerking van de rand 51 met de bodem van de grendelnok verschaft, in combinatie met het scharnier waardoor de steunflens.in voorwaartse richting wordt gedrukt,een 35 eerste vergrendelende werking en de samenwerking van de achterzijde van de nok 56 met het onderste deel van de wand 52 verschaft een tweede vergrendelend effekt. Om het karton te openen moet de rand 51 eerst over de grendelnok 56 heen worden gebracht, welke beweging door 40 de meeste gebruikers als natuurlijk wordt ondervonden.

-> --\ *? λ v ‘ -1 i ƒ / - 8 -

Het zal de deskundige duidelijk zijn, dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen en dat de uitvinding niet beperkt is tot de in de tekening weergegeven en 5 bovenbeschreven uitvoeringsvormen.

- conclusies - Λ ^ Λ ®7 ·*»

; · ^ 1 / V

v w y/ , t/ 4

Claims (7)

1. Vergrendelingssysteem voor een gevormd karton zoals een eierkarton, dat wordt gevormd door een basis en een scharnierend met de basis verbonden deksel, met het kenmerk, dat aan de basis, aan de rand 5 liggend tegenover het deksel, een grendelflens is aangebracht die steeds naar boven toe steekt, waarbij een schar-nierdeel is aangebracht langs de verbinding van de basis en de flens, terwijl de grendelflens is voorzien van een grendeluitsteeksel en in het deksel een grendelopening 10 is aangebracht zodanig dat de opening het grendeluitsteeksel op kan nemen, waarbij verder middelen aanwezig zijn voor het verschaffen van een kracht op de grendelflens om het grendeluitsteeksel opgenomen te houden in de grendelopening, welke kracht een compressiekracht omvat.

2. Grendelstelsel yolgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de middelen voor het leveren van een kracht bestaan uit een vouw in een scharnierlijn die de flens met de basis verbindt.

3. Grendelstelsel volgens conclusie 1, m e t 20 het kenmerk, dat de middelen voor het leveren van een kracht worden gevormd door een lijf aan een scharnierlijn, die de grendelflens verbindt met de basis en gevouwen kan worden in de vorm van een balg.

4. Grendelstelsel volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de grendelopening is voorzien van een inkeping op de onderste lip van de grendel en samenwerkend met het grendeluitsteeksel.

5. Grendelstelsel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorwand 30 van het deksel is. voorzien van een wand die naar boven toe loopt vanaf de grendelopening, welke wand naar binnen toe op afstand ligt van het verdere deel van de voorwand van het deksel zodat de wand boven de opening inspringt, waarbij de hoogte van de opening geringer is dan de hoogte H .n ; v ' ‘f -s-* < - 10 - van het grendeluitsteeksel zodat wanneer het karton wordt vergrendeld het bovenste deel van het grendeluitsteeksel zich uitstrekt boven en voor de bodem van de inspringende wand boven de grendelopening.

6. Grendelstelsel als beschreven en/of weergegeven in de tekening.

7. Eierkartan voorzien van een grendelstelsel als beschreven in êên of meer der voorgaande conclusies. ^ " o ” Γ’ 7 0