NL8302626A - Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport. - Google Patents

Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport. Download PDF

Info

Publication number
NL8302626A
NL8302626A NL8302626A NL8302626A NL8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A NL 8302626 A NL8302626 A NL 8302626A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
reed
phase
transport
comb
tunnel
Prior art date
Application number
NL8302626A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rueti Te Strake Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rueti Te Strake Bv filed Critical Rueti Te Strake Bv
Priority to NL8302626A priority Critical patent/NL8302626A/nl
Priority to EP84810248A priority patent/EP0133415A3/de
Publication of NL8302626A publication Critical patent/NL8302626A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/60Construction or operation of slay
    • D03D49/62Reeds mounted on slay
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/27Drive or guide mechanisms for weft inserting
    • D03D47/277Guide mechanisms
    • D03D47/278Guide mechanisms for pneumatic looms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/28Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
    • D03D47/30Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
    • D03D47/3006Construction of the nozzles
    • D03D47/302Auxiliary nozzles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Description

rsc l* ** W 947--297 Ned.B/nb
Korte aanduiding: Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.
De uitvinding heeft betrekking op een pneumatische weefmachine van het type, waarbij de lamellen van het in de kettingrichting heen en weer gaande riet tezamen met een aan de aanslagzijde daarvan aangebrachte uit in hun vlak geprofileerde lamellen bestaande hulpkam een tunnel voor 5 het pneumatische transport van de inslagdraden begrenzen, en waarbij de hulpkam t.o.v. het riet beweegbaar is tussen een tijdens de inslagfase ingenomen gesloten stand, waarin de transporttunnel vrijwel rondom gesloten is, en een tijdens de rietaanslagfase ingenomen geopende stand, waarin de inslagdraden zijdelings uit de tunnel kunnen treden.
10 Een dergelijke weefmachine is bekend uit de Europese octrooiaan vrage 0.060.237. Bij deze bekende weefmachine is het riet samengesteld uit lamellen met uitsparingen, die tezamen een zijdelings naar de aanslaglijn toe open tunnel voor het geleiden van de het inslagtransport verzorgende luchtstroom begrenzen. De naar het riet toegekeerde randen van de lamellen 15 van de hulpkam vormen daarbij tezamen een licht gebogen sluitwand, waarmede de zijdelingse opening van de door het riet begrensde geleidingstunnel tijdens de inslagfase wordt afgesloten.
De uitvinding beoogt nu deze bekende weefmachine en daarbij in het bijzonder de uitvoering van de geleidingstunnel voor het pneumatische in-20 slagtransport, verder te verbeteren. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, doordat het riet uit rechte rietstaven is samengesteld.
Het toepassen van rechte rietstaven en dus van een zogenaamd "recht" of "normaal" riet heeft in de eerste plaats het voordeel, dat het belangrijk goedkoper is dan een geprofileerd riet, hetgeen vooral spreekt in die geval-25 len, waarin op een universele weefmachine rieten met onderscheiden delingen en lameldikten moeten kunnen worden gemonteerd om verschillende soorten kettinggarens te kunnen verwerken. Een recht riet heeft voorts het voordeel, dat de breedhouder dichter bij de aanslaglijn kan liggen en daardoor beter zijn breedhoudfunktie kan uitoefenen dan in het geval van een geprofileerd 30 riet. Het toepassen van rechte rietstaven impliceert uiteraard, dat het tunnelprofiel dan in de naar het riet toegekeerde randen van de lamellen van de hulpkam aanwezig moet zijn.
Opgemerkt wordt, dat pneumatische weefmachines, waarbij een recht riet in kombinatie met een hulpkam wordt toegepast, op zichzelf algemeen 35 bekend zijn. In deze bekende gevallen gaat het dan echter om een kam waarbij het riet niet bijdraagt tot het vormen van een inslagtunnel, doordat de hulpkam daarbij is samengesteld uit ringvormige lamellen met een ontsnap- 8302626 .«* * - 2 - pingsspleet voor de inslagdraden.
T.o.v. deze bekende uitvoeringen heeft de uitvoering volgens de uitvinding het voordeel, kompakter te zijn. Door de omstandigheid, dat het riet en de hulpkam tijdens de rietaanslagbeweging uit elkaar bewegen, 5 wordt de ruimte gekregen, die nodig is om de lamellen van de hulpkam bij het in en uit het weefvak bewegen goed. tussen de aangrenzende (groepen) kettingdraden te geleiden.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
10 Fig. 1 is een schematische doorsnede door het weefvak van een pneumatische weefmachine met het riet in de teruggetrokken stand en de hulpkam in nog gesloten positie en fig. 2 is een zijaanzicht van het mechanisme voor het bewerkstelligen van de open- en sluitbewegingen van de hulpkam t.o.v. het riet.
15 In de tekening is met 1 het door de bovenste en onderste ketting draden 2 begrensde weefvak weergegeven. Het uit rechte rietstaven samengestelde riet 3 werkt samen met een uit geprofileerde lamellen samengestelde hulpkam 4.
In de in fig. 1 met volgetrokken lijnen aangegeven teruggetrokken 20 stand van het riet 3 vormen de rechte rietstaven tezamen met de lamellen van de hulpkam 4 een rondom gesloten geleidingstunnel 5 voor de luchtstroom, waarmede de inslagdraden in het weefvak worden gebracht. Deze luchtstroom wordt op bekende wijze geleverd door een in de tekening niet nader weergegeven, evenals het riet aan., de om de as 6 heen en weer beweegbare lade 7 25 (zie fig. 2) gemonteerd blaasmondstuk. Het inslagproces, dat reeds op gang is gebracht tijdens de voorafgaande beweging van het riet 3 vanuit de aanslagstand naar de getekende teruggetrokken stand, zal zijn beëindigd kort nadat het riet weer volgens de pijl I in de richting van de aanslag-lijn 8 is gaan bewegen. Vanaf dat moment vindt de rietaanslagfase plaats.
30 Tijdens deze fase dient de in het weefvak gebrachte inslagdraad uit de tunnel 5 te worden vrijgemaakt. Hiertoe is de hulpkam 4 t.o.v. het riet 3 beweegbaar volgens de pijl II, waardoor er ruimte tussen het riet en de hulpkam 4 ontstaat, via welke de ingebrachte inslagdraad uit de tunnel kan treden. In de laatste fase van de rietaanslagbeweging treedt de hulp-35 kam 4 met zijn lamellen tussen de kettingdraden door uit het weefvak, zodat het aanslaan van de ingebrachte inslagdraad in het doek daarna onbelemmerd kan plaatsvinden.
Na de rietaanslag, bij beweging van het riet in de richting tegengesteld aan die van de pijl If wordt de hulpkam met zijn lamellen tussen de 8302626 - 3 - ¥ m onderste kettingdraden door weer in het weefvak gebracht wordt en wel op een zodanige wijze, dat zo snel mogelijk opnieuw tezamen met het riet een rondom gesloten tunnel voor het transport van de volgende inslagdraad wordt verkregen.
5 Het is duidelijk, dat de transporttunnel tijdens de inslagfase zo lang mogelijk gesloten dient te blijven. Dit houdt in, dat de beweging van de hulpkam t.o.v. het (heen en weer bewegende) riet bij voorkeur in het gebied nabij de aanslaglijn 8 plaatsvindt.
Het hiertoe dienende mechanisme wordt thans aan de hand van fig. 2 10 nader beschreven. Met volgetrokken lijnen is dit mechanisme aangegeven in de stand, die korrespondeert met de aanslagstand van het riet. De hulpkam 4 is bevestigd op het vrije einde van een draagarm 9, die met zijn andere einde om een as 10 schommelbaar is gemonteerd op een vast, doch verstelbaar deel 11 van het machineframe. Aan de lade is d.m.v. van een console 15 12 een scharnierpunt 13 geformeerd, dat met een tussenliggend scharnierpunt 14 van de draagarm 9 is verbonden d.m.v. een verbindingsstang 15.
De scharnierpunten 10, 13 en 14 zijn zodanig t.o.v. de draaiings-as 6 van de lade 7 gesitueerd, dat in de eerste fase van de teruggaande beweging van de lade met het riet vanuit de aanslagstand een snelle be-20 weging van de hulpkam 4 t.o.v. het riet 3 in de richting van een gesloten inslagtransporttunnel plaatsvindt, terwijl in de volgende fase van de teruggaande beweging van het riet, tot aan het bereiken van de teruggetrokken stand, slechts een geringe beweging van de hulpkam t.o.v. het riet plaatsvindt. Een en ander blijkt bij vergelijking van de meest linkse, terug-25 getrokken stand en de tussenstand in fig. 2. Zoals is te zien, is de transporttunnel 5 in de getekende tussenstand reeds praktisch gesloten, zodat de inslagfase bij deze tussenstand van het riet reeds kan beginnen.
In het bovenstaande werden slechts de aan één zijde van de weef-machine voorkomende onderdelen van het bewegingsmechanisme voor de hulpkam 30 4 beschreven, het is duidelijk dat aan de tegenoverliggende zijde van de weefmachine dezelfde onderdelen voorkomen, zodat de zich over de gehele weefbreedte uitstrekkende hulpkam 4 in werkelijkheid wordt gedragen door twee draagarmen respectievelijk draagarmstellen 9.
Opgemerkt wordt nog, dat het inslagtransport evenals bij bekende 35 pneumatische weefmachines kan zijn ondersteund door een aantal over de weefbreedte verspreid opgestelde hulpblaasmondstukken. Deze hulpblaasmond-stukken, die in de tekening niet nader zijn weergegeven, kunnen daarbij deel uitmaken van de hulpkam 4 op een wijze die op zichzelf bekend is en bijv. is beschreven in de bovengenoemde Europese octrooiaanvrage.
8302628

Claims (2)

1. Pneumatische weefmachine van het type, waarbij de lamellen van het in de kettingrichting heen en weer gaande riet tezamen met een aan de aan-slagzijde daarvan aangebrachte, uit in hun vlak geprofileerde lamellen bestaande hulpkam een tunnel voor het pneumatische transport van de inslag-5 draden begrenzen en waarbij de hulpkam t.o.v. het riet beweegbaar is tussen een tijdens de inslagfase ingenomen gesloten stand, waarin de transport-tunnel rondom gesloten is, en een tijdens de rietaanslagfase ingenomen geopende stand, waarin de inslagdraden zijdelings uit de tunnel kunnen treden, met het kenmerk, dat het riet uit rechte rietstaven is samengesteld. 10
2. Weefmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rietkam is bevestigd op het vrije einde van een om een vast punt schommelbare draag-arm, waarvan een tussenliggend punt door een verbindingsstang is gekoppeld met een vast punt van de het riet dragende heen en weer gaande lade, waarbij de genoemde punten zodanig t.o.v. de as van de lade zijn gesitueerd, dat 15 de kam in de beginfase van de beweging van het riet vanuit de aanslagstand naar. dg teruggetrokken rietstand een snelle beweging t.o.v. het riet uitvoert onder het sluiten van de transporttunnel, terwijl in de daarop volgende fase tot aan het bereiken van de teruggetrokken stand slechts een geringe relatieve beweging tussen hulpkam en riet plaatsvindt. 8302626
NL8302626A 1983-07-22 1983-07-22 Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport. NL8302626A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302626A NL8302626A (nl) 1983-07-22 1983-07-22 Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.
EP84810248A EP0133415A3 (de) 1983-07-22 1984-05-22 Pneumatische Webmaschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302626A NL8302626A (nl) 1983-07-22 1983-07-22 Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.
NL8302626 1983-07-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302626A true NL8302626A (nl) 1985-02-18

Family

ID=19842193

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302626A NL8302626A (nl) 1983-07-22 1983-07-22 Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0133415A3 (nl)
NL (1) NL8302626A (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CS180260B1 (en) * 1975-07-17 1977-12-30 Vladimir Svaty Weft inserting device for shuttleless weaving machines
CS205624B1 (en) * 1978-12-15 1981-05-29 Vladimir Svaty Method of and apparatus for producting an auxiliary air flow in confusers
CH645418A5 (de) * 1980-03-27 1984-09-28 Rueti Ag Maschf Einrichtung zur fuehrung eines mittels eines stroemenden fluidums angetriebenen schussfadens im webfach einer webmaschine.
EP0039741A1 (de) * 1980-05-08 1981-11-18 Walter Scheffel Webmaschine mit Schusseintrag durch ein strömendes Medium
JPS6113568Y2 (nl) * 1981-03-11 1986-04-26

Also Published As

Publication number Publication date
EP0133415A2 (de) 1985-02-20
EP0133415A3 (de) 1985-03-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7903273A (nl) Inrichting voor het lanceren van opeenvolgende inslagdraadlengten bij een spoelloze weefmachine.
SU1255061A3 (ru) Ткацкий станок со струйным прокладыванием уточной нити
JPH0226961A (ja) 空気圧式織機のよこ糸通し装置
US4031926A (en) Loom with means for introducing the filling threads by means of a fluid
NL8302626A (nl) Pneumatische weefmachine met een tijdens de inslagfase vrijwel rondom gesloten tunnel voor het inslagtransport.
EP0582763B1 (de) Vorrichtung zum Halten von Schussfäden für Reihenfachwebmaschinen
NL7907050A (nl) Pneumatische weefmachine.
US4669514A (en) Air jet weaving machine and weft insertion nozzle arrangement in such air jet weaving machine
CA2234464C (en) Weaving machine with pneumatic weft thread insertion
JPS626025B2 (nl)
BE1013428A3 (nl) Kanteninleginrichting voor weefmachines.
NL8302456A (nl) Inrichting ter bevestiging van een hulporgaan aan het riet van een spoelloze weefmachine.
US4478259A (en) Reed for jet weaving machines
US6401762B1 (en) Reed and reed dent for weaving machines
US3399701A (en) Reed for a loom
GB2147322A (en) Rapier looms
US2839090A (en) Wire cloth loom
CZ280788B6 (cs) Brdový list
CH623872A5 (en) Shuttleless weaving machine.
IE44332B1 (en) Weaving loom comprising a pneumatically operated storage device for the weft yarn.
JP7037342B2 (ja) 移動式加工ヘッドを有する製織機のタックイン装置の制御てこ機構
EP0557723B1 (de) Vorrichtung zur Führung von Band- oder Stangengreifer in Webmaschinen
US20030201026A1 (en) Catching and holding apparatus for the catching-side weft thread end in a weaving machine
EP1042547A2 (en) Pneumatic weaving machine with a control mechanism for auxiliary nozzles
US4127148A (en) Weaving machine of the type in which weft insertion is effected by a fluid flow

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed