NL8302513A - Deurvergrendelingsinrichting. - Google Patents

Description

» f * ψ -1- 23328/CV/vb

Korte aanduiding: Deurvergrendelingsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een deurvergrendelingsinrichting voor een elektrische kook- of bakinrichting en meer in het 5· bijzonder op een deurvergrendelingsinrichting voor het vergrendelen van een deur in een gesloten stand.

Een elektrische kook- of bakinrichting zoals een microgolfoven wordt algemeen gebruikt. De microgolfoven voert microgolfenergie opgewekt door een magnetron toe aan een verwarmingskamer teneinde 10. voedsel te verwarmen. In een microgolfoven van een samengesteld type is echter verder een elektrisch verwarmingsorgaan in de verwarmingskamer opgesteld. Ieder van deze elektrische kook- of bakinrichtingen is uitgerust met een deurvergrendelingsinrichting voor het vergrendelen van een deur in een gesloten stand teneinde het voedsel op ef-15. fektieve wijze te koken of te bakken en een uitbreken van microgolf-energie uit de verwarmingskamer te vermijden. De deurvergrendelingsinrichting heeft een haak en een handgreep. De scharnierend op de deur aangebrachte haak kan in ingrijping komen met het huis teneinde de deur in de gesloten stand te vergrendelen en zodoende de opening vei- 20. lig af te sluiten. De handgreep is scharnierend aangebracht op de voorste buitenzijde van de deur. Een staafvormig duworgaan is in de deur opgesteld tussen de haak en de handgreep. Het duworgaan wordt ondersteund door een op de deur aangebrachte geleiding zodanig dat deze in een rechte lijn in de axiale richting daarvan beweegbaar is. De 25. handgreep heeft een duwoppervlak, welke aanligt tegen een einde van het duworgaan. De haak heeft een drukqppervlak, dat aanligt tegen het andere einde van het duworgaan. Indien de handgreep wordt verdraaid wordt het duworgaan door het drukoppervlak van de handgreep weggeduwd en beweegt dan recht naar de haak. Het duworgaan drukt dan 30. tegen het drukoppervlak van de haak. Als resultaat wordt de haak ver-zwenkt voor het mechanisch losmaken van het huis en kan de deur worden geopend.

De microgolfoven heeft een schakelaar voor het regelen van de oscillatie van de magnetron. De schakelaar wordt in overeenstemming 35. met het openen en sluiten van de deur in werking gesteld. Met andere woorden de schakelaar wordt in werking gesteld in antwoord op scharnierende beweging van de haak. De magnetron kan slechts in oscillatie 8302513 4» ' -2- 23328/CV/vb komen indien de deur is gesloten.

Het drukoppervlak van de handgreep is gebruikelijk vlak, zodat bij scharnierbeweging van de handgreep de duwkracht inwerkt op het duworgaan in een richting loodrecht op het drukoppervlak van de 5. handgreep. Bij begin van scharnierende beweging van de handgreep is de richting van de duwkracht, welke op het duworgaan inwerkt via het drukoppervlak althans nagenoeg hetzelfde als de axiale richting van het duworgaan. Dientengevolge wordt het duworgaan gelijkmatig verplaatst. De handgreep oefent echter een kracht uit op het duworgaan 10. in een richting onder een hoek ten opzichte van de hartlijn van het duworgaan indien de handgreep wordt verzwenkt. Dientengevolge wordt het duworgaan tegen het binnenoppervlak van de geleider voor het duworgaan gedrukt. Wrijvingskracht tussen het duworgaan en de geleider wordt zodoende vergroot, zodat een grote kracht wordt vereist voor 15. het verzwenken van de handgreep. In aanvulling op dit nadeel hebben t het duworgaan en de geleiding voor het duworgaan ook de neiging om te gaan slijten en te vervormen. De scharnierbeweging van de handgreep en dientengevolge het openen en sluiten van de deur wordt onstabiel. Het drukoppervlak van de haak is eveneens vlak doordat het 20. bovenomschreven probleem ook ontstaat in de verhouding tussen het duworgaan en het drukoppervlak van de haak. Indien het duworgaan en de geleiding voor het duworgaan versleten en vervormd raken kan het duworgaan de haak niet meer op de juiste wijze verzwenken." Dientengevolge wordt ook de werking van de schakelaar onstabiel en kan mi-25. crogolfenergie weglekken.

De huidige uitvinding is gemaakt onder het overwegen van de bovenomschreven situatie en heeft het oogmerk een deurvergrendelings-inrichting van een elektrische kook- of bakinrichting te verkrijgen, waarbij de vervorming en slijtage van het duworgaan kan worden voor-30. komen en waarbij het openen en sluiten van een deur en de schakel-handeling van een schakelaar gelijkmatig en op de juiste wijze kan worden uitgevoerd.

Volgens een aspect van de uitvinding is voorzien in een deur-vergrendelingsinrichting voor een elektrische kook- of bakinrichting 35. voorzien van: een bedieningsorgaan ondersteund op een deur van de kook- of bakinrichting; een haak, welke scharnierend is aangebracht op een binnenoppervlak van de deur tegenover het bedieningsorgaan en 8302513 -3- 23328/CV/vb welke in een sluiting met een huis van de kook- of bakinrichting ingrijpbaar is opgesteld voor het vergrendelen van de deur in een gesloten stand, waarin een opening van het huis is afgesloten, en een schakelaar voor het regelen van een oscillatie van een magnetron; een 5. voorspanorgaan om de haak te dringen naar een stand, waarin de haak in ingrijping is met het huis; en een staafvormig duworgaan, dat is ondersteund in de deur tussen het bedieningsorgaan en de haak om in langsrichting beweegbaar te zijn, waarbij het duworgaan is voorzien van twee einden, waarvan er één aanligt tegen het bedieningsorgaan en 10. het andere tegen de haak bij het andere eind teneinde de haak te ver- zwenken bij beweging van het bedieningsorgaan en dientengevolge de ingrijping tussen de haak en het huis op te heffen, terwijl de haak verder is uitgerust met een gekromd werkoppervlak, dat aanligt tegen het einde van het duworgaan en welke een voorspankracht van het voor-15. spanorgaan langs de hartlijn van het duworgaan op het duworgaan overbrengt.

Zoals hierboven beschreven heeft de haak een gekromd werkoppervlak, zodat de richting van de op het duworgaan via de haak werkende voorspankracht constant in lijn is gelegen met de axiale rich-20. ting van het duworgaan. Geen zijdelingse druk kan op het duworgaan worden aangebracht. Dientengevolge kan geen afschuifkracht inwerken op het duworgaan, zodat deze dientengevolge niet onderhevig is aan vervorming.

Verder kan geen overmatige wrijvingskracht werken tussen het 25. duworgaan en de deur waardoor wrijving en slijtage tussen het duworgaan en de deur omlaag wordt gebracht. Dientengevolge ontwikkelt zich geen overmaatspeling tussen het duworgaan en de deur door lang gebruik, zodat het duworgaan altijd zal bewerkstelligen, dat de haak op de juiste wijze werkt. Dientengevolge kan met de voorgestelde deur-30. vergrendelingsinrichting volgens de huidige uitvinding het openen en het sluiten van de deur en de schakelhandeling van de schakelaar op de juiste wijze gelijkmatig worden bewerkstelligd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoor-35. beelden van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in perspectief een microgolfoven voorzien van een deurvergrendelingsinrichting volgens de uitvinding.

8302513 -4- 23328/CV/vb

» V

V.

> >

Figuur 2 tot 6 tonen een deurvergrendelingsinrichting volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij figuur 2 de verschillende onderdelen van de deurvergrendelingsinrichting op afstand van elkaar toont, figuur 3 een dwarsdoorsnede weergeeft over 5. een deel van de deurvergrendelingsinrichting, figuur 4 een langs-doorsnede over de deurvergrendelingsinrichting toont, figuur 5 op grotere schaal een belangrijk deel van de deurvergrendelingsinrichting weergeeft en figuur 6 op grotere schaal een verder belangrijk deel van de deurvergrendelingsinrichting weergeeft.

10. Figuur 7 en 8 tonen een gewijzigde uitvoeringsvorm van het in de figuren 1-6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 9 toont nog een langsdoorsnede over een verdere deurvergrendelingsinrichting volgens de uitvinding.

15. Figuur 1 toont een microgolfoven 12 voorzien van een deur vergrendelingsinrichting 10 volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding. De microgolfoven 12 heeft een huis 14. Het huis 14 is voorzien van een daarin gelegen verwarmingskamer 16. Het huis 14 heeft verder een rechthoekige opening 18 via welke voedsel in of uit 20. de verwarmingskamer 16 kan worden gebracht, terwijl aan het huis 14 verder een voorste frame 20 is bevestigd. Een deur 22 is scharnierend met het huis 14 verbonden voor het openen en sluiten van de opening 18. De deur 20 heeft een rechthoekig frame 24 en een glasplaat 26, welke in het frame 24 is aangebracht voor het afdekken van een niet 25. weergegeven microgolfafschermplaat.

Zoals afgebeeld in de figuren 2 tot 4 heeft de deurvergrendelingsinrichting 10 een bedieningsorgaan of handgreep 27, welke scharnierend op het vooroppervlak van het frame 24 van de deur 22 is aangebracht. De handgreep 22 heeft een paar steunarmen 28, welke 30. zich vanaf de binnenzijde van de handgreep naar de deur 22 uitstrekken. De steunarmen 28 zijn op afstand van en evenwijdig aan elkaar aangebracht. Iedere steunarm 28 heeft een doorgaand gat 29, dat is gevormd in het uitstekende eindgedeelte van de arm. Een paar uitsteeksels 30 strekken zich uit vanaf de binnenzijde van de hand-35. greep 27 naar de deur 22. Een drukoppervlak, een half bolvormig con caaf oppervlak,is gevormd bij het vrije uiteinde van ieder uitsteeksel 30. Een handgreepafdekking 34 is aangebracht op het voor- 8302513 0 "Φ -5- 23328/CV/vb oppervlak van het frame 24 en is binnen de handgreep 27 gelegen. Een paar rechthoekige openingen 36, die zijn opgesteld tegenover de steun-armen 28, en een paar doorgaande gaten 38, die tegenover de uitsteeksels 30 zijn gelegen, zijn in de afdekking 34 gevormd. Een paar recht-5· hoekige openingen 40, die tegenover de openingen 36 van de afdekking 34 zijn gelegen, en een paar cirkelvormige doorgaande gaten 42, die tegenover de gaten 38 zijn gelegen, zijn in het frame 24 aangebracht.

Een scharnierorgaan 44 en een steunorgaan 46 zijn op het binnenoppervlak van het gestel 24 geschroefd, zodat zij de handgreep 10* 27 scharnierend ondersteunen. Het scharnierorgaan 44 heeft een L- vorm en het bovenste gedeelte ervan strekt zich buiten het gestel 24 uit door de corresponderende openingen 40 en 36. Het scharnierorgaan 44 heeft een steunpen 47, welke zich daarvan omhoog uitstrekt. Het steunorgaan 46 is uitgevoerd als een langgestrekte plaat en het on-15· derste eindgedeelte daarvan is haaks afgebogen voor het vormen van een scharniergedeelte 48. Het scharniergedeelte 48 strekt zich buiten het frame 24 uit door de corresponderende openingen 40 en 36, en heeft een steunpen 49. De steunpennen 47 en 49 zijn ingestoken in de corresponderende doorgaande gaten 29 van de steunarmen 28 zodat daar-20. door de handgreep 27 scharnierend wordt ondersteund. Het steunorgaan 46 heeft een paar geleidingsgedeelten 50 voor een duworgaan.

Ieder geleidingsgedeelte 50 heeft een cilindrische geleiding 52. De geleiders 52 voor het duworgaan zijn respektievelijk aangebracht in de doorgaande gaten 42 en 48 zodanig dat zij buiten het gestel 24 25· uitsteken. Verder heeft het steunorgaan 46 een paar haakse scharnier-delen 54 en een paar aanslagen 56, welke zich vanaf het gestel 24 naar binnen toe uitstrekken. Een steunpen 58 strekt zich van ieder haaks scharniergedeelte 54 uit. Het scharniergedeelte 48, de geleidingsgedeelten 50 voor het duworgaan, de haaksscharniergedeelten 54 50· en de aanslagen 56 zijn uit een stuk met elkaar gevormd.

De deurvergrendelingsinrichting 10 heeft een paar haken 60, die scharnierend op de desbetreffende steunpennen 58 van de haak-scharniergedeelten 54 worden ondersteund. Ieder haak 60 heeft een cilindrisch steungedeelte 62, waarin de corresponderende steunpen 58 55. is aangebracht, een haakgedeelte 64, dat zich vanaf het steungedeelte 62 uitstrekt, en een zittinggedeelte 66 voor het duworgaan, dat zich van het gedeelte 62 uitstrekt in een richting loodrecht op het haak- - -- 8302513 s* * -6- 23328/CV/vb gedeelte 64. Ieder zittinggedeelte 68 voor een duworgaan heeft een halfbolvormig concaaf werkingsoppervlak 68 gevormd tegenover het corresponderende doorgaande gat 38 van het gestel 24. De haakgedeelten 64 kunnen in ingrijping komen met ingrijpingsgaten 70 (figuur 1 en 2) 5. die zijn gevormd in het voorste frame 20 van het huis 14. Een schroef-veer 72 is gehaakt tussen iedere haak 60 en een corresponderende aanslag. 56. Iedere haak 60 wordt door de desbetreffende schroefveer 72 onder voorspanning gehouden zodanig, dat de veer ertoe neigt de haak 60 te dringen in een zodanige richting, dat het haakgedeelte 64 in- 10. grijpt in het desbetreffende ingrijpingsgat 70 (dat wil zeggen iedere haak wordt gedwongen om gezien in figuur 4 in de richting van de wijzers van de klok te draaien om de desbetreffende steunpen 58).

Zoals weergegeven in figuur 4 zijn schakelaars 71 en 72 in de microgolfoven 12 aangebracht. Deze schakelaars zijn verbonden met een 15. elektrische bron voor het regelen van de magnetronoscillatie. De schakelaars 71 en 73 worden in werking gesteld door de desbetreffende haakgedeelten 64 van de haken 60. In de in figuur 4 weergegeven stand, dat wil zeggen indien de haken 60 in ingrijping zijn met de voorplaat 20 en deur 22 in de gesloten stand is vergrendeld (figuur 4) 20. zijn de contacten van de desbetreffende schakelaars 71 en 73 door de haken 60 naar beneden gedrukt en zijn de schakelaars ingeschakeld.

De deurvergrendelingsinrichting 10 heeft een paar kolomvormige duworganen 74, die zijn ingestoken in de geleidingen 52. Ieder duworgaan 74 is in diameter een weinig kleiner dan de desbetreffende 25. geleider 52 en is in zijn axiale richting verschuifbaar ondersteund. Ieder duworgaan 74 heeft bolvormige convexe einden, welke aanliggen tegen het drukoppervlak 32 van het corresponderende uitsteeksel 30 en het werkoppervlak 68 van het corresponderende zittinggedeelte 66 voor het duworgaan. De oppervlakken 32 en 68 hebben een diameter, 30. welke een weinig groter is dan de half bolvormige convexe oppervlakken bij de einden van de duworganen 74. Zoals verder uit figuur 4 blijkt zijn een paar zich vanaf het gestel 24 naar binnen toe uitstrekkende aanslagorganen 76 aangebracht waartegen de zittingge-deelten 66 van de haken 60 in de in figuur 4 weergegeven stand aan-35. liggen.

8302513 * . * *· -7- 23328/CV/vb

De samenbouw van de deurvergrendelingsinrichting 10 zal nu worden beschreven.

De handgreepafdekking 34 wordt geschroefd op het voorste buitenoppervlak van het frame 24. Het scharnierorgaan 44 en het steunor- 5. gaan 46 worden ingestoken in de openingen 40 vanaf de binnenzijde van het frame 24, terwijl de handgreep 27 door de afdekking 34 wordt vastgehouden. De steunpennen 47 en 49 worden ingestoken in de desbetreffende doorgaande gaten 29 van de steunarmen 28 en de handgreep 27 is tijdelijk vastgezet. In deze stand worden eerst de duworganen in de 10. desbetreffende geleidingen 52 aangebracht en worden de haken 60 op de desbetreffende steunpennen 58 aangebracht. Ieder van de schroef-veren 72 wordt aangehaakt tussen de corresponderende haak 60 en het corresponderende aanslagorgaan 56. Daarna wordt de instelling van het scharnierorgaan 44 ingesteld teneinde de drukoppervlakken 32 van 15, de handgreep 27 in lijn te brengen met de duworganen 74. Het scharnierorgaan 44 en het steunorgaan 46 worden dan permanent in de juiste stand vastgeschroefd. Vervolgens worden de schakelaars 71 en 73 in lijn met de desbetreffende haken 60 opgesteld. Daarop is de samenbouw van de deurvergrendelingsinrichting voltooid.

20. De werking van de hierboven beschreven deurvergrendelings inrichting zal nu hieronder worden beschreven.

Indien gezien in figuur 3 en 4 de handgreep 27 in een richting aangeduid met pijl A wordt verzwenkt worden de duworganen 74 door de drukoppervlakken 32 van de handgreep 27 weggeduwd en naar de 25. overeenkomstige haken 60 bewogen. De duworganen 74 duwen via de werkoppervlakken 68 tegen de haken 60. De haken 60 worden tegen de wijzers van de klok in verzwenkt om de steunpennen 58 tegen de voorspankracht van de veren 72. Dientengevolge worden de haakgedeelten 64 vrijgemaakt van de desbetreffende gaten 70. In deze stand kan de 30. deur 22 vrij worden geopend.

Indien de gebruiker de handgreep 27 dan in de richting volgens pijl B beweegt wordt de deur geopend. Aangezien de haakgedeelten 64 dan zijn gescheiden van de contacten van de schakelaars 71 en 73 zijn deze schakelaars uitgeschakeld.

35. Opgemerkt wordt, dat de werking van een van de duworganen en zijn daarbij behorende onderdelen nu zal worden beschreven aan de hand van figuur 5 en 6. Indien de handgreep 27 wordt verzwenkt wordt 8302513 -8- 23328/CV/vb het duwoppervlak 32 uit de met getrokken lijnen weergegeven stand bewogen naar de met streep-stiplijnen weergegeven stand, terwijl daarbij het duwoppervlak 32 in contact blijft met het ene einde van het duworgaan 74. In dat geval wordt het contactpunt tussen het druk-5* oppervlak 32 en het ene einde van het duworgaan 74 verplaatst van een stand 78 naar een stand 80. Aangezien het duwoppervlak 32 en het ene einde van het duworgaan 74 half bolvormige oppervlakken zijn, is het contactpunt altijd in lijn gelegen op de centrale hartlijn van het duworgaan indien de handgreep 27 wordt verzwenkt. Dientengevolge 10. is (je richting van de op het duworgaan 74 via het drukoppervlak 32 inwerkende duwkracht steeds in lijn gelegen met de richting van de rechte beweging van het duworgaan, dat wil zeggen de axiale lengteas van het duworgaan. Dit geldt ook voor de verhouding tussen het werk-oppervlak 68 van het zittinggedeelte 66 van het duworgaan en het an-15. dere einde van het duworgaan 74. Meer in het bijzonder wordt het duworgaan 74 gedrongen naar een stand zoals aangeduid met de stippellijnen en indien de op de handgreep 27 inwerkende duwkracht wordt verwijderd wordt de haak 60 door de voorspankracht van de veer 72 in de richting van de wijzers van de klok verzwenkt, gezien in figuur 6. 20. Het duworgaan 74 wordt door het werkoppervlak 68 terugbewogen en teruggebracht naar de met getrokken lijnen weergegeven stand. Aangezien het werkoppervlak 68 en het daarmee samenwerkende oppervlak van het einde van het duworgaan 74 half bolvormige oppervlakken zijn, zal ook in dit geval het contactpunt tussen deze oppervlakken steeds 25. zijn gelegen op de centrale hartlijn van het duworgaan. De richting van de duwkracht, die op het duworgaan inwerkt via het oppervlak 68 is steeds in lijn gelegen met de axiale richting van het duworgaan.

Op deze wijze is de richting van de op het duworgaan 74 via het oppervlak 32 of het oppervlak 68 inwerkende kracht steeds in lijn 50. gelegen met de bewegingsrichting van het duworgaan respektievelijk de hartlijn van het duworgaan. Dientengevolge is nagenoeg geen overmatige wrijvingskracht aanwezig tussen het duworgaan 74 en zijn geleiding 32 zodat de scharnierbeweging van de handgreep 27 en de haak 60 gelijkmatig kan verlopen. Verder kan geen van betekenis zijnde 55. druk, dat wil zeggen duwkracht in een richting afwijkend van de hartlijn van het duworgaan, op het duworgaan inwerken. Geen merkbare afschuifkracht kan inwerken op het duworgaan, zodat het duworgaan 8302513 * -9- » 23328/CV/vb niet kan worden vervormd. Zodoende zal een achteruitgaan van de kwaliteit van het duworgaan worden verminderd en dientengevolge zal geen overmatige speling ontstaan tussen het duworgaan en de geleiding door lang en herhaaldelijk gebruik. Dientengevolge zal gedurende een zeer 5. lange tijd een juiste vergrendeling van de deur en een nauwkeurige scharnierbeweging van de haak gehandhaafd kunnen blijven. Tegelijkertijd kunnen de schakelaars 71 en 73 op de juiste wijze worden bediend, waardoor lekkage van microgolfenergie wordt vermeden.

Aangezien bij de deurvergrendelingsinrichting 10 volgens dit 10, uitvoeringsvoorbeeld de geleidingsgedeelten 50,‘de aanslagen 60 en de haakscharnierdelen 54 uit één stuk bestaan wordt het aantal onderdelen omlaag gebracht, hetgeen resulteert in een gemakkelijk in voorraad houden van de onderdelen en in lage fabricagekosten. Aangezien verder geleidingen 52 uit één stuk zijn vervaardigd met de desbe-15. treffende haakscharniergedeelten 54 behoeven de duworganen 74 niet te worden uitgelijnd met de desbetreffende haken 60 tijdens de samenbouw. Tegelijkertijd kan de vergrendelingswerking tussen ieder duworgaan 74 en de desbetreffende haak 60 op de juiste wijze worden uitgevoerd, waardoor de betrouwbaarheid wordt vergroot. Tesamen hier-20. mee kan de instelling voor het voorkomen van overmatige speling van de handgreep 27 en de haken 60 worden vereenvoudigd, zodat de samenbouw tijdig kan worden verkort en de produktiviteit kan worden verbeterd. In aanvulling op deze voordelen kan het openen en sluiten van de deur 22 gelijkmatig worden uitgevoerd onder het op de juiste wijze 25. vergrendelen en ontgrendelen van de deur 22. Als gevolg wordt tevens voorkomen, dat microgolfenergie weglekt. Aangezien de haakscharniergedeelten 54 en de aanslagen 56 uit één stuk zijn vervaardigd met een steunorgaan 46 kunnen de veren 72 gemakkelijk worden aangebracht, hetgeen de samenbouw verder vereenvoudigt.

30. De uitvinding is uiteengezet aan het hierboven beschreven uit voeringsvoorbeeld maar daarop niet beperkt. Binnen de geest- en bescher-mingsomvang van de uitvinding kunnen verschillende wijzigingen en/of aanvullingen daarop worden aangebracht. Zo zijn bijvoorbeeld in het beschreven uitvoeringsvoorbeeld de oppervlakken 32 en 68 half bolvormi^ con-35. cave oppervlakken en zijn de twee eindvlakken van het duworgaan 74 half bolvormige convexe oppervlakken. De oppervlakken 32 en 68 en de eindvlakken van het duworgaan kunnen echter ook worden uitgevoerd op 8302513 -10- 23328/CV/vb de in figuur 7 en 8 weergegeven wijze. Bij deze gewijzigde uitvoeringsvorm zijn de oppervlakken 32 en 68 half bolvormig convexe oppervlakken, terwijl de twee eindvlakken van het duworgaan 74 vlakke oppervlakken zijn. Deze vlakke oppervlakken strekken zich loodrecht 5. uit op de centrale hartlijn van het duworgaan. Hetzelfde effekt als is bereikt bij het bovenomschreven uitvoeringsvoorbeeld kan ook bij deze gewijzigde uitvoeringsvorm worden bereikt.

In bovenomschreven uitvoeringsvoorbeeld is het bedienings-orgaan, dat de handgreep 27 omvat, scharnierend op de deur 22 aange-10'. bracht. In een tweede uitvoeringsvoorbeeld zoals afgebeeld in figuur 2 omvat het bedieningsorgaan echter een bedieningsknop 80, die zodanig in de deur is aangebracht, dat deze in een rechte lijn evenwijdig aan de axiale richting van de duworganen 64 beweegbaar is. Bij dit tweede uitvoeringsvoorbeeld is een deur 22 voorzien van een op een 15. frame 24 bevestigde handgreep 82. De bedieningsknop 80 is beweeg baar ondersteund door de handgreep 82, zodanig dat de bedieningsknop evenwijdig aan de lengteassen van de duworganen beweegbaar is.

De bedieningsknop 80 heeft een paar drukoppervlakken 32, die ieder aanliggen tegen een uiteinde van een corresponderend duworgaan 74.

20. Ieder drukoppervlak 32 is vlak en loodrecht op de axiale richting van het desbetreffende duworgaan 74. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de bedieningsknop 80 evenwijdig aan de lengteassen van de duworganen 74 bewogen, zodat de richting van de op de duworganen 74 via de desbetreffende drukoppervlakken 32 inwerkende krachten nog steeds 25. in lijn zijn gelegen met de axiale richting van de duworganen 74, zelfs ofschoon de duwoppervlakken 32 vlak zijn. Dientengevolge kan ook in dit uitvoeringsvoorbeeld het zelfde effekt worden bereikt als bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld. Ook in het laatstbeschreven uitvoeringsvoorbeeld kunnen de twee einden van het duworgaan 74 vlak 30. zijn en de oppervlakken 32 en 68 kunnen beide half bolvormig zijn, zoals hierboven voor de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden is omschreven.

35.

8302513

Claims (9)

1. Deurvergrendelingsinrichting van een elektrische kook- of bak-inrichting welke is voorzien van een huis en een in het huis gelegen ver- 5. warmingskamer, van een op het huis aangebrachte deur en een schakelaar voor het toevoeren van elektrisch vermogen aan de kook- of bakinrichting, welke inrichting is voorzien van: een bedieningsorgaan (27), dat beweegbaar op de deur (22) is ondersteund; 10. een scharnierend op de deur aangebrachte haak (60) opgesteld te genover het bedieningsorgaan en bestemd voor ingrijping met het huis (14) teneinde de deur in een gesloten stand te vergrendelen en daarbij de schakelaars (71, 73) in te schakelen; een vaorspanorgaan (72) met behulp waarvan de haak wordt ge-15. drongen naar een stand waarin de haak met het huis ineengrijping is; een duworgaan (74) met twee einden en aanliggend tegen het bedieningsorgaan aan een einde en tegen de haak met het andere einde teneinde de haak te verzwenken bij beweging van het bedieningsorgaan met het oog op het opheffen van de ingrijping tussen de haak en het huis; en 20. een geleider (52) voor het schuifbaar ondersteunen van het duw- orgaan, waarbij de geleider door de deur wordt ondersteund; met het kenmerk, dat de haak (60) is voorzien van een gekromd werkoppervlak (68) dat aanligt tegen het andere einde van het duworgaan (74) en waaraan het duworgaan een kracht overbrengt uitsluitend 25. langs een hartlijn evenwijdig met een referentieas van het duworgaan.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (27) scharnierend op de deur (22) is aangebracht en is voorzien van een gekromd duwoppervlak (34), dat aanligt tegen het ene einde van het duworgaan (74) om het duworgaan langs de as daarvan te verplaat- 30. sen bij scharnierbeweging van het bedieningsorgaan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het duworgaan (74) is uitgevoerd in een kolomvormige vorm en is voorzien van halfbolvormige convexe einden, terwijl de gekromde duw- en werkopper-vlakken (32, 68) halfbolvormige concave oppervlakken zijn, die ieder 35. een kromtestraal hebben, die een weinig groter is dan die van ieder van de einden van het duworgaan.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken- 8302513 -12- 23328/CV/vb merk, dat het duworgaan (74) een kolomvormige vorm heeft met twee vlakke eindoppervlakken, die zich loodrecht op de hartlijn van het duworgaan uitstrekken, terwijl de gekromde druk- en werkoppervlakken (32, 68) beide halfbolvormige convexe oppervlakken zijn. 5. 5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van een steunorgaan (46) voor het scharnierend ondersteunen van het bedieningsorgaan (27) en de haak (60), waarbij het steunorgaan is aangebracht op de deur (22) en een scharniergedeelte (48) bezit voor het scharnierend ondersteunen van het bedieningsorgaan even-10. als een haakscharniergedeelte (54) voor het scharnierende ondersteunen van de haak en een geleidingsgëdeelte (50) voor het geleiden van het duworgaan (74) langs zijn hartlijn.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het steunorgaan (46) een aanslag (56) heeft en het voorspanorgaan (72) is gehaakt 15. tussen de haak (60) en de aanslag.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan (80) zodanig door de deur (22) wordt ondersteund, dat het bedieningsorgaan beweegbaar is langs de axiale richting van het duworgaan (74) en is voorzien van een drukoppervlak (32), dat aan- 20. ligt tegen het ene einde van het duworgaan en dat het duworgaan langs zijn hartlijn verplaatst bij de beweging van het bedieningsorgaan.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het duworgaan (74) een kolomvormige vorm heeft met halfbolvormige convexe einden, terwijl het duwoppervlak (32) een vlak oppervlak is, dat loodrecht op de 25. axiale langsas van het duworgaan verloopt en het werkoppervlak (68) een halfbolvormig concaaf oppervlak is waarvan de kromtestraal een weinig groter is dan die van ieder van de einden van het duworgaan.

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het duworgaan (74) is uitgevoerd in de vorm van een kolom en is voorzien van 30. vlakke eindoppervlakken, die zich loodrecht op de axiale lengteas van het duworgaan uitstrekken, terwijl de druk- en werkoppervlakken (32, 68) beide halfbolvormige convexe oppervlakken zijn.

35. Rijswijk, juli 1983 8302513