NL8301942A - V-riem. - Google Patents

Description

— t * V-riem.

De onderhavige uitvinding ligt op het gebied van V-riemen en in het bijzonder V-riemen van betrekkelijk onbuigzame materialen.

V-riemen zijn in vele instanties toegepast 5 voor de overbrenging van vermogen van de ene riemschijf op een andere. De toegepaste riemschijven hebben gegroefde omtreksopper-vlakken voor opname van de V-riem zodanig dat de trekspanning op de riem werkzaam is om de riem in de riemschijfgroeven te keggen voor toegenomen normale kracht tussen de groef- en riemoppervlakken.

10 In het typerende geval zijn V-riemen vervaar digd van versterkte, hoogst elastische materialen zoals rubber. Dergelijke riemen zijn in het algemeen continu en gelijkmatig in doorsnede en verschaffen hoge wrijvingscoëfficiënten met de riemschijf oppervlakken, betrekkelijk hoge vermogenoverbrenging en 15 aanzienlijke lange levensduur. Dergelijke riemen ondervinden echter ook grote wrijvingsverliezen, verliezen als gevolg van inwendige hysteresis, en beperkingen voor wat betreft overgebracht vermogen.

Om de tekortkomingen van meer elastische ma-20 terialen te vermijden, zijn een verscheidenheid van metalen riemen bedacht. Dergelijke metalen riemen zijn in het algemeen schakel-type riemen in plaats van continue riemen zoals in het geval van meer buigzame materialen. Een eerste riem volgens de stand van de techniek is in figuur 1 en 2 voorgesteld. Een dergelijke riem om-25 vat metalen V-blokken die samengesteld worden op een aantal eindloze riemen of metalen stroken. De metalen stroken worden gelegd over en ingesteld binnen kanalen gevormd in de metalen V-blokken. Pennen strekken zich dwars over de kanalen uit over de metalen stroken om de metalen V-blokken op hun plaats te houden.

30 De inrichting, die in figuur 1 en 2 voorgesteld is, is in het algemeen onderhevig aan rek onder enige mate van betekenis van het vermogen; en koppeloverbrenging kan verloren gaan als gevolg van de speling tussen aangrenzende V-blokken. Als al- i 8301942 i i 2 ternatief kunnen de metalen stroken verdikt worden om de voorgaande problemen te ondervangen- De riem is dan echter minder buigzaam en zal zich niet aan de straal van de riemschijf aanpassen. Niet-aanpassing van de riem aan de riemschijf kan resulteren 5 in variaties van de aandrijfratio en andere moeilijkheden die met gemis aan buigzaamheid samenhangen.

Als een ander voorbeeld van metalen V-riemen volgens de stand van de techniek tonen figuur 3 en 4 een schakel-type V-riem die pennen heeft welke aangrenzende schakels verbinden. 10 Door de schakels strekken zich naar weerszijden daarvan stevige platen uit, die smalle, hellende eindoppervlakken hebben. Deze platen worden gestapeld om doeltreffende wijdte aan de hellende oppervlakken te verlenen. De platen kunnen ingesteld worden binnen een legertype materiaal of elastisch type materiaal om de platen 15 zich beter te kunnen laten aanpassen aan de conische oppervlakken van de groef van de riemschijf. De resulterende hellende oppervlakken, die aldus gevormd worden, zijn, door de constructie van de inrichting, in het algemeen betrekkelijk smal in verhouding tot de afmeting van de schakels. Als gevolg hiervan wordt een gering 20 koppeloverbrengingsvermogen ten toon gespreid.-Bovendien wordt, als de platen in staat zijn om ten opzichte van de schakels te bewegen, inwendige wrijving ondervonden hetgeen resulteert in laag overbrengingsrendement.

Vanuit één aspect bezien voorzien de onder-25 havige uitvinding in een V-riem bestaande uit eerste schakels die elk een rechter schakel-onderdeel, een linker schakelonderdeel, een dwars-afstandsorgaan daartussen, en stevig bevestigde hellende overbrengingsvlakken aan twee tegenovergestelde zijden daarvan omvatten, waarbij elk ge-30 noemd schakelonderdeel twee eerste einden met een eerste verbin-dingsgat door elk genoemd eerste einde heeft, tweede schakels die elk twee tweede einden met een tweede verbindingsgat door elk genoemd tweede einde, en een blok tussen de genoemde twee tweede einden, die stevig beves-35 tigde hellende overbrengingsvlakken aan twee tegenovergestelde 8301942 i -* 3 zijden daarvan hébben, omvatten, welke hellende ovefbrengingsvlak-ken van de genoemde eerste en tweede schakels gelijke dwarstussen-afstanden en gelijke hellingshoeken hebben, en pennen die zich door de genoemde eerste en 5 tweede verbindingsgaten uitstrekken en afwisselend de genoemde eerste en tweede schakels verbinden.

Vanuit een ander aspect bezien voorziet de onderhavige uitvinding in een V-riem bestaande uit eerste schakels die elk twee eerste einden en overbrengingsvlakken aan tegenover-10 gestelde zijden daarvan omvatten, waarbij elk genoemd eerste einde gevorkt is met een eerste verbindingsgat daardoor, tweede schakels die elk twee tweede einden omvatten die in te stellen zijn binnen de genoemde eerste gevorkte einden en een tweede verbindingsgat door elk genoemd tweede einde 15 omvatten, en pennen die afwisselend de genoemde eerste en tweede schakels verbinden en zich door de genoemde eerste en tweede verbindingsgaten uitstrekken, waarbij de schakels ter plaatse van elke genoemde verbinding tussen de genoemde eerste en tweede 20 schakels een eerste vastgehouden pen om met de genoemde eerste schakel te zwenken en een tweede vastgehouden pen om met de genoemde tweede schakel te zwenken omvatten, welke pennen in onderling rolcontact zijn.

Vanuit een verder aspect bezien voorziet de 25 onderhavige uitvinding in een V-riem bestaande uit schakels die elk stevig bevestigde hellende overbrengingsvlakken aan twee tegenovergestelde zijden van elke genoemde schakel hebben, waarbij elk genoemd overbrengingsvlak smeerontlastdoorgangen daarop omvat, en pennen die de genoemde schakels zwenkbaar ver- 30 binden.

Enkele uitvoeringen van de uitvinding zullen nu bij wijze van voorbeeld en aan de hand van de bijgaande tekeningen beschreven worden.

Figuur 1 is een zijaanzicht van een inrich-35 ting volgens de stand van de techniek.

8301942 * 4

Figuur 2 is een doorsnede volgens IX - II in figuur 1.

Figuur 3 is een schuin aanzicht van een inrichting volgens de stand van de techniek.

5 Figuur 4 is een doorsnede volgens IV - IV in figuur 3.

Figuur 5 is een zijaanzicht van een eerste uitvoering van de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 is een doorsnede in bovenaanzicht 10 volgens VI - VI in figuur 5.

Figuur 7 is een doorsnede in eindaanzicht volgens VII - VII in figuur 6.

Figuur 8 is een doorsnede in eindaanzicht volgens VIII - VIII in figuur 6.

15 Figuur 9 is een doorsnede in eindaanzicht vol gens IX - IX in figuur 6.

Figuur 10 is een doorsnede in eindaanzicht volgens X - X in figuur 6.

Figuur 11 is een schuin aanzicht, waarin de 20 onderdelen in hun betrekkelijke verband losgenomen beschouwd worden, van de uitvoering van figuur 5.

Figuur 12 is een krachtscheaa waarin de belastingen op de riemschakels voorgesteld zijn.

Figuur 13 is een gedetailleerd zijaanzicht waar-25 in de plaats van de pennen van de uitvoering van figuur 5 voorgesteld is.

Figuur 14 is een tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding die in zijaanzicht voorgesteld is.

Figuur 15 is een schuin aanzicht van de uit-30 voering van figuur 14.

Figuur 16, 17, 18, 19 en 20 tonen verschillende oppervlakaspecten die smeerontlastdoorgangen vormen op de uitvoering van figuur 5 die in zijaanzicht voorgesteld is.

Figuur 21 toont smeerontlastdoorgangen op het 35 zijaanzicht van de uitvoering van figuur 14.

8301942 r i * 5

Figuur 22 toont een schuin aanzicht van de inrichting van figuur 21.

Bij het nu in detail beschouwen van de tekeningen, en in het bijzonder figuur 5 tot en met 13, wordt een 5 metalen V-riemstelsel gezien, dat algemeen met 10 aangegeven is en dat bestemd is om toegepast te worden met aandrijf- en aangedreven riemschijven. Het gebruik, dat bij het onderhavige mechanisme beoogd wordt, is voor continue reductiedrijfwerkmecha-nismen voor motorfietsen. De riem 10 is geconstrueerd van afzonder-10 lijke schakels 12 en 14 die afwisselend verbonden worden om de continue riem te vormen. De schakel 14 is geconstrueerd als een enkel stuk bij deze eerste uitvoering terwijl de schakel 12 verdeeld is in een rechter schakelonderdeel 16 en een linker schakel-onderdeel 18. De schakels 12 en 16 worden op hun plaats gehouden 15 door pennen, die in het volgende beschreven worden, waarbij bepaalde van de pennen gekookt worden om de schakelonderdelen 16 en 18 bijeen te houden.

De schakels 12 omvatten een rechter schakelonderdeel 16 en linker schakelonderdeel 18 die stevig bevestigde, 20 hellende onderbrengingsvlakken 20 en 22 omvatten, welke zich aan weerszijden van de schakel 12 bevinden. De vlakken worden zodanig aangebracht dat zij op passende wijze in contact komen en gekegd worden tegen de zijden van de groeven om de samenhangende riemschijven. Deze overbrengingsvlakken 20 en 22 worden gevormd door * 25 hellende blokken 24 en 26. De hellende blokken 24 en 26 strekken zich naar buiten uit van het hoofdgedeelte van elk schakelonderdeel 16 en 18 over een maximum beschikbaar oppervlakgebied voor maximum contact met een riemschijf. De uitgestrektheid van de overbrengingsvlakken 20 en 22 kan gezien worden aan de hand van figuur 30 5. De schakelonderdelen 16 en 18 strekken zich voorts tot twee einden 28 uit. De einden 28 bevinden zich aan weerszijden van elk van de schakelonderdelen, en derhalve hangen vier van dergelijke einden 28 met elke schakel 12 samen. Op deze wijze vormen één einde 28 vanaf het rechter schakelonderdeel 16 en één einde 28 van-35 af het linker schakelonderdeel 18 een gevorkt einde voor verbinding 8301942 6 met de aangrenzende schakel 14. Verbindingsgaten 30 strekken zich door elk van de einden 28 uit en zijn onderling uitgericht aan elk einde van deffihakel 12. Deze verbindingsgaten 30 omvatten een vlak wandsegment 32 dat zich vlakbij het einde van elk van de 5 schakelonderdelen bevindt. Het rechter schakelonderdeel 16 omvat voorts een dwarsafstandsorgaan 34 dat zich vanaf het binnenopper-vlak 36 van het rechter schakelonderdeel 16 uitstrekt. Dit afstands-orgaan 34 ligt tegen het binnenoppervlak 38 van het linker schakelonderdeel 18 aan. De schakelonderdelen 16 en 18 omvatten voorts 10 een flens 40 die zich gedeeltelijk over elk van de gaten 30 uitstrekt. De flens 40 verloopt continu met de hellende blokken 24 en 26 om de overbrengingsoppervlakken 20 en 22 zover mogelijk uit te strekken.

De schakel 14 omvat twee einden 42 die centraal 15 geplaatst zijn aan elk einde van deze schakel. Tussen de einden en zich in dwarsrichting uitstrekkend is een blok 44. Het blok 44 is stevig bevestigd aan de schakel 14 en strekt zich tot hellende overbrengingsvlakken 46 en 48 uit. De hellende overbrengingsvlak-ken 46 en 48 zijn het meest geschikt gelijk in de hellingshoek 20 tot de overbrengingsvlakken 20 en 22 en bevinden zich ook op gelijke tussenafstanden. Dit kan het best duidelijk worden door een snelle beschouwing van figuur 7 en 8. De afgeknot kegelvormige V-oppervlakken, die aldus gevormd worden, werken gelijkelijk samen met de samenhangende riemschijfmechanismen. Zich door de einden 25 42 van de schakel 14 uitstrekkend zijn verbindingsgaten 50. De verbindingsgaten 50 kunnen in uitgericht verband gebracht worden met de verbindingsgaten 30 om pennen op te nemen voor het onderling samenvoegen van de schakels in afwisselende uitvoering. De verbindingsgaten 50 omvatten echter ook een vlak wandsegment 52.

30 De vlakke wandsegmenten 52 zijn niet uitgericht met de vlakke wandsegmenten 32 van de schakels 12 maar in tegengestelde richtingen gekeerd, waarbij de vlakke wandsegmenten 52 zich vlakbij de einden van de schakel 14 bevinden. Om binding te vermijden en om goede werking en minimum wrijvingsverliezen te verzekeren, is de 35 samenwerking tussen de schakels 12 en schakels 14 zodanig, dat een 8301942 % 7 redelijke tussenafstand beschikbaar is. Te dien einde is het dwars^-af stands orgaan 34 werkzaam om de binnenoppervlakken 36 en 38 zodanig te verdelen dat de afstand daartussen aan elk einde van de schakel 12 iets wijder is dan de wijdte van de einden 42 van 5 de schakel 14. Daarbij zijn de einden van beide schakels 12 en 14 en de plaatsingen van de verbindingsgaten 30 en 50 zodanig uitgevoerd dat de einden van elke schakel niet binden tegen oppervlakken op de aangrenzende schakel.

De schakels 12 en 14 zijn verbonden door pen-10 nen die zich door de verbindingsgaten 30 en 50 uitstrekken. De pennen kunnen verdeeld worden in twee groepen, waarbij de pen 54 langer is dan de pen 56. Beide pennen 54 en 56 omvatten elk respectievelijk een vlakke zijde 58 en 60. De vlakke zijde 58 van de pen 54 bevindt zich in naast elkaar gelegen verband met het vlakke wandsegment 32, terwijl het vlakke wandsegment 52 en de 15 vlakke zijde 60 van de pen 56 zich in naast elkaar gelegen verband bevinden. Door het onderling samengaan vein vlakke wandsegmenten zoals beschreven en weergegeven, worden de pennen 54 en 56 er toe gebracht om met de aangrenzende schakel te zwenken. Dat wil zeggen, de pen 54 zwenkt met de schakel 12 terwijl de pen 56 met de scha-20 kei 14 zwenkt als de V-riem zich aan een samenhangende riemschijf aanpast. Het resterende oppervlak van elke pen 54 en 56 is cirkelvormig in doorsnede onder het zodoende ruw genomen vormen van half-cilindrische pennen. Het cilindrische oppervlak 62 van de pen 54 en het cilindrische oppervlak 64 van de pen 56 liggen tegen elkaar 25 aan in elk van de snijdingen tussen de schakels 12 en 14. Omdat van de pennen 54 en 56 het zwenken met de ene of de andere van de schakels 12 en 14 overigens tegengegaan wordt, werken de pennen 54 en 56 in rolcontact met elkaar samen bij buiging van de riem.

De pennen 54 zijn ontworpen om langer te zijn 30 dan de wijdte van de schakel zoals gemeten ter plaatse van beide verbindingsgaten 30.Daar deze pennen 54 zich zijdelings van de schakel 12 uitstrekken ter plaatse van het verbindingsgat, kunnen de einden 66 gekookt worden tegen de oppervlakken van de schakel 12. Door het koken van beide pennen 54 die met de einden 28 van de 8301942 8 schakel 12 samenhangen, worden de schakelonderdelen 16 en 18 bijeen gehouden en de pennen 54 op hun plaats gehouden.

De pennen 56 zijn korter dan de pennen 54 en zijn ontworpen om binnen de verbindingsgaten 30 en 50 te pas-5 sen zodanig dat zij zich niet geheel tot de flenzen 40 uitstrekken. Op deze wijze kunnen de pennen 56 in dwarsrichting in het door de schakels gevormde verbindingsgat schuiven. Tegelijkertijd zwenkt de pen 56 met de schakel 14 zelfs ofschoon deze in dwarsrichting schuiven kan. Deze dwarsspeling helpt bij de verlaging van wrijving, 10 onder het zodoende verhogen van het overbrengingsrendement. De krachten die uitgeoefend worden bij het tegengaan van de trekkracht van de riem door de pennen en schakels is in figuur 12 voorgesteld. De trekbelastingen op de schakel 12 en de schakel 14 worden overgebracht door de einden 28 en 42 en tegengegaan door 15 de pennen 54 en 56.

De krachten zoals uitgeoefend door de over-brengingsvlakken 20 en 22 en 46 en 48 omvatten een wrijvingscoëffi-ciënt tussen de riemschijf en de V-riem gemeten als de klaarblijkelijke wrijvingscoëfficiënt die uitgedrukt kan worden in de vol-20 gende vergelijking: 1 ss ^ / sin & + cos = cosec 2 2 2 waarin yu ' = klaarblijkelijke wrijvingscoëfficiënt; 25 /a. = wrijvingscoëfficiënt tussen materialen; = hoek van de V.

Indien de V-hoek derhalve op ongeveer 20 tot 40° ingesteld wordt, kan de klaarblijkelijke wrijvingscoëfficiënt waarden van 2 tot 3-maal de wrijvingscoëfficiënt die normaal tussen de materialen op-30 treedt bereiken. Als gevolg hiervan kan een hoge koppeloverbrenging verzekerd worden zelfs indien de V-riem en de riemschijven in smeer gedoopt worden zodanig dat het gevolg is dat de wrijvingscoëfficiënt verlaagd wordt.

Bij de aan de hand van figuur 5 tot en met 13 35 beschreven uitvoering zijn twee pennen 54 en 56 toegepast om de 8301942 o 9 schakels 12 en 14 samen te voegen. In figuur 14 en 15 wordt gezien dat de verbindingsgaten 30 en 50 in afmeting gereduceerd en met een enkele cilindrische pen 68 aangebracht kunnen worden. Beide einden van de cilindrische pen 68 kunnen dan gekookt worden om 5 zowel de pen op zijn plaats als de schakels bijeen te houden. Daarbij kunnen, wanneer dit geschikt is, de schakelonderdelen 16 en 18 als één element uitgevoerd worden, dat overeenkomstig gevormd is, maar met het dwarsafstandsorgaan 34 als één geheel uitgevoerd met beide schakelonderdelen 16 en 18. Op deze wijze kan de con-10 structie vereenvoudigd worden wanneer dit toelaatbaar is.

De besproken uitvoeringen zijn beschouwd voor vervaardiging met betrekkelijk onbuigzaam materiaal- De schakels 12 en 14 kunnen dus vervaardigd worden van dergelijke materialen als metaal of stevige polymeren zoals kunsthars, bijvoorbeeld poly-15 acetaal. In het geval van harsen kan smeer niet geschikt zijn. In het geval van metalen is het echter voordelig om de V-riem met smeer te drenken. Dit gébruik van smeer verzekert tegen wrijvings-verlies dat, in het geval van metaalmaterialen, resulteren kan in vastlopingen en beschadigende temperaturen.

20 5ij het vervolgens beschouwen van de uitvoeringen van figuur 16 tot en met 22 wordt gezien dat smeerontlastdoor-gangen 70 gevormd zijn op de overbrengingsvlakken 20 en 22 en 46 en 48. Deze smeerontlastdoorgangen 70 kunnen gelijkmatig geplaatst zijn op de oppervlakken, wellicht willekeurig geplaatst of wel-25 licht in een regelmatig variërend patroon geplaatst zijn, waarbij de laatste twee minder waarschijnlijk specifieke slijtagepunten op de riemschijven laten ontstaan in plaats van slijtage over het geheel genomen. De smeerontlastdoorgangen 70 laten het uitwerpen van smeer toe vanaf de vlakken 20 en 22 als het riemsegment of 30 de schakel in statisch contact komt met een samenhangende riemschijf. Op deze wijze worden wrijvingsverliezen verder verlaagd terwijl statische wrijving van de riem op de samenhangende riemschijf of riemschijven verhoogd wordt.

Zodoende zal gezien worden dat, tenminste in 35 de verkozen en voorgestelde uitvoeringen daarvan, de onderhavige S301942 10 uitvinding voorziet in V-riemen van betrekkelijk onbuigzaam materiaal die brede hellende overbrengingsoppervlakken op de schakels hebben. De verbinding tussen de schakels kan zodanig zijn dat gezorgd wordt voor- rolcontact tussen verbindingsoppervlakken die 5 de trekbelasting op de riemen ondersteunen. De riemen kunnen verder werken in een door smeer gedrenkte toestand om de wrijving verder te verlaten en toch hoge vermogenoverbrenging te bewaren. Door de voorgaande aspecten zijn V-riemen volgens de onderhavige uitvinding er tegen bestand om grote vermogenoverbrengingsbelastingen 10 te ondergaan, vertonen zij lage wrijvingsverliezen en hebben zij relatief beschouwd geen verliezen als gevolg van hysteresiswerking. Een toegenomen bandlevensduur wordt ook bewerkstelligd.

Kort samengevat is in het voorgaande een schakel-type V-riem van betrekkelijk onbuigzaam materiaal beschre-15 ven, die een eerste schakel 12, met gevorkte einden 28, en een tweede schakel 14, met enkele einden 42, omvat welke onderling bevestigd zijn door meervoudige pennen 54, 56 op afwisselende wijze. Twee pennen worden toegepast bij elke snijding tussen schakels en zijn half-cilindrisch voor rolcontact tussen pennen en voor 20 zwenkbeweging met de samenhangende schakel . Brede overbrengings-vlakken 20, 22, 46, 48 hangen met elke schakel samen in hellende uitvoering voor aanpassing aan een V-gegroefde riemschijf. Smeer-ontlastdoorgangen 40 helpen bij de vermogenoverbrenging van de riemschijf door smeermiddelen te laten vloeien vanaf de over-25 brengingsvlakken van de riem. Tegelijkertijd kan de riem gesmeerd worden om inwendige wrijvingen en schuifwrijving op samenhangende riemschijven verder te verlagen. Bij het vormen van de schakel die gevorkte einden heeft, kunnen twee schakelonderdelen samen ingesteld worden met een afstandsorgaan 34 daartussen. Pennen 54 30 worden op hun plaats gekookt om zowel de pen op zijn plaats als de schakelonderdelen bijeen te houden. De ongekookte pen 56 van de twee pennen in elke schakelverbinding laat men in dwarsrichting verschuiven om de wrijving verder te verlagen.

8301942

Claims (18)

1. Een V-riem bestaande uit eerste schakels die elk een rechter schakelonderdeel, een linker schakelonderdeel, een dwars-^af stands orgaan daartussen, en stevig bevestigde hellende overbrengingsvlakken aan twee tegenovergestelde zijden 5 daarvan omvatten, waarbij elk genoemd schakelonderdeel twee eerste einden met een eerste verbindingsgat door elk genoemd eerste einde heeft, tweede schakels die elk twee tweede einden met een tweede verbindingsgat door elk genoemd tweede einde, en een blok tussen de genoem-10 de twee tweede einden, die stevig bevestigde hellende overbrengings-vlakken aan twee tegenovergestelde zijden daarvan hebben, omvatten, welke hellende overbrengingsvlakken van de genoemde eerste en tweede schakels gelijke dwarstussenafstanden en gelijke hellingshoeken hebben, en 15 pennen die zich door de genoemde eerste en tweede verbindingsgaten uitstrekken en afwisselend de genoemde eerste en tweede schakels verbinden.

2. De V-riem volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het genoemde dwarsafstandsorgaan stevig bevestigd is aan een van de genoemde rechter 20 en linker schakelonderdelen en aanligt tegen het andere van de genoemde rechter en linker schakelonderdelen.

3. De V-riem volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de twee genoemde pennen zich uitstrekken door elk van de genoemde eerste en tweede verbindingsgaten.

4. Een V-riem bestaande uit eerste schakels die elk twee eerste einden en overbrengingsvlakken aan tegenovergestelde zijden daarvan omvatten, waarbij elk genoemd eerste einde gevorkt is met een eerste verb indings gat daardoor, tweede tweede schakels die elk twee binden omvatten die in te stellen 30 zijn binnen de genoemde eerste gevorkte einden en een tweede verbindingsgat door elk genoemd tweede einde omvatten, en pennen die afwisselend de genoemde eerste en tweede schakels verbinden en zich door de genoemde eerste en tweede verbindingsgaten uitstrekken, waarbij de schakels ter plaatse van elke genoemde verbinding 8301942 ; * /-, η tussen, de genoemde eerste en tweede schakels een eerste vastgehouden •pen om met de genoemde eerste schakel te zwenken en een tweede vastgehouden pen om met de genoemde tweede schakel te zwenken omvatten, welke pennen in onderling rolcontact zijn.

5. De V-riem volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat een van de genoemde eerste en tweede pennen bevestigd is aan een van de genoemde eerste en tweede schakels en de andere van de genoemde eerste en tweede pennen verschuifbaar is in de dwarsrichting van het andere van de genoemde eerste en tweede schakels in de genoemde verbindingsgaten.

6. De V-riem volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de genoem de eerste pennen gekookt zijn aan de genoemde eerste schakels.

7. De V-riem volgens een der conclusies 4 t/m 6, gekenmerkt doordat elke genoemde eerste schakel een rechter schakelonderdeel, een linker schakelonderdeel, en een dwarsafstandsorgaan daartussen 15 omvat, welk afstandsorgaan stevig bevestigd is aan een van de genoemde rechter en linker schakelonderdelen en in aanliggend contact verkeert met het andere van de genoemde rechter en linker schakelonderdelen, waarbij de genoemde eerste pennen gekookt zijn aan de genoemde eerste schakels, onder het bijeen houden van élk van de genoemde rechter en 20 linker schakelonderdelen.

8. De V-riem volgens een der conclusies 4 t/m 7, gekenmerkt doordat elk van de genoemde eerste en tweede verbindingsgaten een vlak wandsegment omvat en elke genoemde pen een vlakke zijde omvat in naast elkaar gelegen verband met een genoemd vlak wandsegment om van elke ♦ 25 genoemde pen en het daarnaast gelegen wandsegment de relatieve zwenk-beweging tegen te gaan.

9. De V-riem volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de genoemde vlakke wandsegmenten van de genoemde eerste verbindingsgaten zich vlakbij de einden van de genoemde eerste schakels bevinden en die van 30 de genoemde tweede verbindingsgaten zich vlakbij de einden van de genoemde tweede schakels bevinden.

10. De V-riem volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat elke genoemde pen ruw genomen half^cilindrisch is.

11. De V-riem volgens een der conclusies 4 t/m 10, gekenmerkt 35 doordat de genoemde hellende overbrengingsvlakken van de genoemde 3301942 „ 13·' 9 *► eerste en tweede schakels·gelijke dwarsafstanden en gelijke hellings-hoeken hebben.

12. De V-riem volgens een der conclusies 4 t/m 11, gekenmerkt doordat de genoemde eerste schakels voorts flenzen omvatten, die zich 5 gedeeltelijk over de genoemde eerste verbindingsgaten uitstrekken om de genoemde tweede pennen binnen de eerste verbindingsgaten te houden.

13. De V-riem volgens een der conclusies 4 t/m 12, gekenmerkt doordat de genoemde overbrengingsvlakken smeerontlastdoorgangen daarop omvatten.

14. Een V-riem bestaande uit schakels die elk stevig bevestigde hellende overbrengingsvlakken aan twee tegenovergestelde zijden van elke genoemde schakel hebben, waarbij elk genoemd overbrengingsvlak smeerontlastdoorgangen daarop omvat, en pennen die de genoemde schakels zwenkbaar verbinden.

15. De V-riem volgens conclusie 14, gekenmerkt doordat de genoemde schakels met smeermiddel gedrenkt worden.

16. De V-riem volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt doordat de genoemde smeerontlastdoorgangen willekeurig aangebracht zijn op de genoemde vlakken.

17. De V-riem volgens conclusie 14 of 15, gekenmerkt doordat de 20 genoemde smeerontlastdoorgangen met een regelmatig variërend patroon aangebracht zijn over de lengte van de riem.

18. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in een of meer van de figuren 5 t/m 22 en de bijbehorende beschrijving. 8301942