NL8301832A - Zwevende-vloerconstructie. - Google Patents

Description

VO 4781 -1-

Zwevende-vloerconstructie.

De uitvinding heeft betrekking op een zwevende-vloerconstruc-tie, voorzien van op elkaar aansluitende vloerplaten, die bij de hoekpunten worden ondersteund door zogenaamde stelvoeten, waarmee de zwevende vloer op de ondervloer rust en waarbij gebruik kan worden ge-5 maakt van separatie-kruishulpstukken.

Het doel van de uitvinding is een dergelijke vloerconstructie te verschaffen die behalve dat deze op eenvoudige wijze in hoog tempo kan worden geplaatst, in gebruik gunstige eigenschappen heeft, nl. enigermate verend is, voor het met behulp van lijm op de zwevende 10 vloer leggen van tapijt geen bijzondere maatregelen zijn vereist en dit op dezelfde wijze kan geschieden als op een egale, betonnen vloer, op de voortplanting van geluidstrillingen een remmend effekt wordt uitgeoefend, een tapijt op de zwevende vloer automatisch electrisch is geaard en tevens de toegankelijkheid van de ruimte onder de zwevende 15 vloer optimaal is, dat wil zeggen het lichten van een tegel met het daarop liggende tapijtdeel met een minimum aan handelingen en met minimale zichtbare onderbreking van de continuïteit van het tapijt uitvoerbaar is.

In verband met het plaatsingsgemak is bij een zwevende-vloer-20 constructie zoals in de aanhef beschreven de stelvoet, die op overigens bekende wijze is voorzien van een basisplaat die zonder bevestigingsmiddelen op de ondervloer kan worden geplaatst, een schroefspil met moer en een plateau met aan de onderzijde een over de schroefspil passende op de moer rustende bus, volgens de uitvinding de basisplaat uit-25 gevoerd met een centrale doordieping voor het opnemen van de schroefspil, waarbij het plaatgedeelte rondom de centrale doordieping is voorzien van radiale, omlaag doorgezette zones met naar de rand van de plaat toenemende diepte, een en ander zodanig, dat de stelvoet in onbelaste toestand op doorgezette zones rust en bij belasting de dragende functie 30 wordt overgenomen door de onderzijde van de centrale doordieping, welke 8301832 -2- is voorzien van een tweezijdig klevende laag.

Een dergelijke uitvoering van de basis van de stelvoet heeft het voordeel dat deze veel minder dan een platte basisplaat, gevoelig is voor plaatselijke onregelmatigheden in het ondervloeroppervlak.

5 Immers zorgt in onbelaste toestand de oplegging op een beperkt aantal gespatieerde punten onder de doorgezette plaatdelen voor stabilisatie met fixatie door de dubbelklevende laag, terwijl onder belasting de plaat kan doorbuigen en de bodem van de centrale doordieping de be-r lastingdruk overneemt.

10 De stelvoeten volgens de uitvinding kunnen derhalve snel en met een minimum aan voorbereidende maatregelen op hun plaats worden gezet. Na de niveau-instelling met behulp van de moer op de schroefspil kan het plateau met de bus over de schroefspil worden geplaatst en voor een snelle fixatie van het plateau op de schroefspil kan volgens de uit-15 vinding de bus in dwarsdoorsnede zijn voorzien van vlakke zijden met een onderlinge afstand in hoofdzaak gelijk aan de buitenmaat van de schroefspil, die op ten minste een plaats door vervorming is vergroot. Aldus kan het plateau door rotatie op de schroefspil worden verankerd.

Voor een enigszins verende ondersteuning van de vloerpanelen 20 kan volgens de uitvinding het plateau worden gevormd door een metalen bak welke tot aan de bovenrand is gevuld met een elastomeer, bijvoorbeeld een plaat van synthetische rubber met Shore-hardheid van 60-80.

Indien op een dergelijk stelvoetplateau de hoekpunten van een aantal, bijvoorbeeld twee of vier, aangrenzende vloerpanelen rusten, 25 zal onder invloed van een daarop uitgeoefende verticale belasting het materiaal van de metalen bak doorbuigen waardoor de elastomeerplaat althans een deel van de belasting overneemt en de vloerpanelen verend worden ondersteund.

Indien verder, door gebruik te maken van een op zichzelf 30 bekend separatiehulpstuk, bijvoorbeeld een op het plateau te plaatsen kruis, volgens de uitvinding de vloerpanelen op onderlinge afstand worden gehouden, zullen geluidstrillingen worden gedempt omdat het traject van een trilling van een paneel naar een aangrenzend paneel zich in hoofdzaak door het elastomeer uitstrekt.

8301832 -3-

De uitvinding betreft tevens een vloerpaneel in de vorm van een tegel, bestaande uit een metalen bak met een bodem en opstaande randen met aan de bovenrand een korte buitenwaarts gerichte omtreks-flens, welke bak tot aan de bovenrand met drukvast materiaal, in het 5 bijzonder beton is gevuld. Het voordeel van een dergelijke met drukvast materiaal gevulde metalen bak is dat de metalen bak als een uitwendige, trekspanningen opnemende wapening kan functioneren. Verder zal bij ondersteuning van de hoekzones van de bak door een stelvoet volgens de uitvinding via het metaal van de tegelbak, het metaal van de plateau-10 bak en de stelvoet, een aaneengesloten electrisch geleidend traject zijn gevormd dat statische electriciteit kan afvoeren van een op de zwevende vloer gelegd tapijt. Immers is het tapijt in de randzones van elke tegel in contact met de omtreksflens van de metalen tegelbak.

Door volgens de uitvinding de afmetingen van het separatie-15 kruis en van de tegelbak, in het bijzonder de randflenzen daarvan zodanig te kiezen dat bij een gemonteerde zwevende vloer de randzones van aangrenzende tegels op een geringe onderlinge afstand, in de orde van grootte van 1 - 3 mm liggen, wordt enerzijds zijdelingscontact en daardoor directe overdracht van trillingen van de ene tegel naar de 20 andere vermeden en kan anderzijds tegellijm als een continue laag worden aangebracht. De onderlinge afstand van de tegels is dermate klein dat de veelal taaie lijmmassa deze afstand zonder bezwaar overbrugt.

Door de betrekkelijk geringe onderlinge afstand van de tegels kunnen de randflenzen daarvan functioneren als mesgeleidingen 25 voor het doorsnijden van het tapijt. In dit kader kunnen volgens de uitvinding de randflenzen van de tegelbakken bij de hoekpunten zijn afgerond. Aldus wordt het inbrengen van een mes tussen twee tegels vergemakkelijkt terwijl op elk hoekpunt een aangrijpingsmogelijkheid wordt verschaft om een tegel te lichten zonder deze aan het tapijt op te 30 trekken, hetgeen tot een beschadiging van het tapijt kan leiden die zichtbaar blijft nadat de tegel weer op zijn plaats is gebracht.

Een hulpmiddel om bij het uitsnijden van een tegel de zichtbaarheid van de onvermijdelijke tapijtbeschadiging tot een minimum te beperken is een tapijtsnijmes met een handvat en een snijblad, welke 35 volgens de uitvinding is voorzien van een aan het handvat bevestigd, 8301832 -4- zich in het snijvlak aan de snijrandzijde van het mes uitstrekkende geleider. Bij het snijden van tapijt met een dergelijk mes zullen de tapijtpolen zijdelings worden afgebogen en niet door het mes worden beschadigd .

5 Ten aanzien van de uit een metalen bak met drukvaste vulling bestaande vloertegel wordt opgemerkt dat om het nadeel van het hoge gewicht van een betonvulling tot een minimum te beperken, het aanbeveling verdient de onderzijde van de tegel gewelfvormig met de gewelf-poten bij de hoekpunten uit te voeren.

10 Volgens de uitvinding is een gunstige vormgeving daarbij die, waarbij in de hoekzones de metalen bak de maximale diepte heeft, buiten de hoekzones de bakdiepte sprongsgwijze afneemt en de bakbodem behoudens onderbrekingen zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt op een ongeveer op 1/3 van de bakdiepte gelegen niveau, waarbij telkens halverwege 15 twee hoekzones de bakbodem met verhoogde delen, ongeveer met de configuratie van een helft van een afgeknotte kegel aansluit op de betreffende bakzijwand.

In het bijzonder bij een zwevende vloer van bijvoorbeeld een computerruimte moeten op diverse plaatsen doorgangen worden gemaakt 20 naar de onderliggende kabelruimte. Nabij de "toppen" van de afgeknotte kegels is de materiaaldikte van de vloertegels minimaal (bijvoorbeeld in de orde van grootte van 8 mm beton) en kan met betrekkelijk licht materiaal een doorgang worden aangebracht.

In de centrale tegelzone kan volgens de uitvinding het. hori-25 zontale bodemdeel zijn onderbroken door een bolsegmentvormige verhoging, terwijl radiaal doorgezette zones met buitenwaarts toenemende diepte zich volgens de tegeldiagonalen van nabij het bolsegment tot in de hoekzones uitstrekken.

In het midden van de tegelbak gestorte beton vloeit derhalve 30 gemakkelijk naar de relatief zware hoekzones en tevens worden in het tegelgewelf versterkingsribben gevormd in de zich tussen de gewelfpoten uitstrekkende gewelfzones.

Extra versterkingsribben kunnen in het betongewelf worden gevormd door de tegelbak uit te rusten met zich tussen het centrale 35 bolsegment en elk van de afgeknotte kegels gelegen, zich evenwijdig aan 8301832 -5- de betreffende tegelranden uitstrekkende doordiepingen met een zodanige diepte dat, bij het doorzagen van een tegel voor plaatsing bij een rand van een vloerconstructie, de deeltegel met de door een doordieping gevormde ribbe op een lijst of dergelijke randsteun kan rusten.

5 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, uitvoeringsvoorbeelden van onderdelen van de zwevende-vloerconstructie worden beschreven.

Fig. 1 is een doorsnede-zijaanzicht, gedeeltelijk met uiteengenomen delen, van een detail van de vloerconstructie; 10 fig. 2 is een doorsnede-aanzicht volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 is een bovenaanzicht van de basisplaat van de stelvoet; fig. 4 toont schematisch de onderlinge aansluiting van vier vloertegels en 15 fig. 5 toont een tapijtsnijmes dat in het bijzonder geschikt is voor gebruik bij de vloerconstructie volgens de uitvinding.

Volgens de tekening worden stelvoeten 1 gebruikt voor het ondersteunen van vloerpanelen in de vorm van tegels 2 op afstand boven een ondervloer 3. Elke stelvoet 1 ondersteunt een aantal tegelhoekpunten, 20 waarbij gebruik wordt gemaakt van een separatie-hulpstuk 4, bijvoorbeeld bij vier tegelhoekpunten een separatiekruis.

Op de door de tegels 2 gevormde zwevende vloer kan met behulp van een (niet afgebeelde) lijmlaag een tapijt 5 worden aangebracht.

De stelvoet 1 is samengesteld uit een basisplaat 6, een schroef-25 spil 7 met daarop een in hoogte instelbare en het plaatselijke niveau van de zwevende vloer bepalende moer 8, alsmede een plateau 9 waarop tegelhoekpunten 2 steunen.

De basisplaat is voorzien van een centrale doordieping 10 met daarvan uitgaande, in omtreksrichting verdeelde omlaag doorgezette delen 30 11 met naar de rand van de plaat 6 toenemende diepte en wel toenemend tot een zodanige waarde dat in onbelaste toestand en geplaatst op een vlakke bodem, de basisplaat uitsluitend op de doorgezette delen 11 rust en de onderzijde van de centrale doordieping 10 vrij van de bodem is. Aan de onderzijde van de centrale doordieping 10 van de basisplaat 8301832 -βίε een laag tweezijdig klevend materiaal 12 aangebracht.

Het tegeldraagplateau 9 bestaat uit een metalen bak 13 met opstaande zijranden die tot aan het bovenniveau van de randen is gevuld met een elastomeer 14. Aan de onderzijde van de bak 13 is een 5 bus 14 met in de afgebeelde uitvoeringsvorm een rechthoekige doorsnede (zie fig. 2) met zodanige afmeting dat de kortste afstand tussen tegenoverliggende zijden ongeveer gelijk is aan de buitenmaat van de groef-spil 7. In de schroefdraad van de spil 7 zijn plaatselijke vervormingen 16 aangebracht die buiten de schroefdraad uitsteken.

10 Het plaatsen van een dergelijke stelvoet geschiedt als volgt:

Op de daarvoor bestemde plaats behoeft er alleen voor te worden gezorgd dat de plek waar de centrale doordieping 12 zich bevindt redelijk vlak is. Het samenstel van basisplaat 6, schroefspil 7 en daar overheen geplaatste bus 14 met plateau 9 wordt op deze plaats aan-15 gebracht en door de tweezijdig klevende laag 12 aan de onderzijde van de centrale doordieping 10 gefixeerd. Het plateau 9 wordt met de aan de onderzijde daarvan bevestigde bus 14 over het vrije boveneinde van de schroefspil 7 geschoven en wel met de bus 14 in de in fig. 2 weergegeven positie, nl. zodanig dat de uitsteeksels 16 van de schroefspil 7 20 zich in de vrije hoekzones van het kokerprofiel 14 uitstrekken. Na hoogte-instelling van het plateau mer behulp van de moer 8 wordt het plateau in de in fig. 2 weergegeven pijlrichting gedraaid waardoor de uitsteeksels 16 de wanden van het kokerprofiel 14 vervormen, waardoor het plateau 9 op de juiste hoogte is gefixeerd.

25 Na het aldus volgens een roosterpatroon positioneren van een aantal stelvoeten 1, worden met behulp van separatiekruizen 14 de zwevende-vloertegels 2 geplaatst en door het gewicht daarvan wordt de basisplaat 6 van de stelvoet 1 vervormd in die zin dat, terwijl tot dusverre het gewicht van de stelvoet werd opgenomen door de omlaag 30 doorgezette zones 11, het gewicht van de tegels 2 via de bus 14 en de schroefspil 7 via de doordieping 10 en de dubbel klevende laag 12 direkt op de ondervloer 3 komt te rusten.

De vloertegels 2 bestaan elk uit een metalen bak 17 met een bodem 18, opstaande wanden 19 met bij de bovenrand van elk daarvan een 8301832 -7- omtreksflens 20. De bak is tot aan het niveau van de omtreksflens 20 gevuld met drukvastmateriaal 21 zoals beton.

Zoals blijkt uit fig. 1 worden met behulp van de separatie- hulpstukken 4 de tegels 2 zodanig op de plateau's 9 van de stelvoeten 1 5 geplaatst dat tussen naar elkaar toe gekeerde randflenzen 20 ruimte aanwezig is, echter slechts over een beperkte afstand, in de orde van grootte van 1 - 3 mm. Deze geringe onderlinge afstand tussen aangrenzende tegels maakt het mogelijk op een gemonteerde zwevende-vloer een continue lijmlaag aan te brengen voor een doorgaand tapijt 5.

10 Voor het lichten van een tegel 2, indien men nadat de vloer in gebruik is genomen, opnieuw toegang tot de ruimte tussen de zwevende- vloer en de ondervloer 3 wil verschaffen, kan een tegellichtgereedschap in de bij de hoekpunten door de afrondingen 22 geschapen ruimte worden ingebracht. De ruimte tussen aangrenzenden randflenzen 20 kan dienen voor 15 geleiding van een mes waarmee het tapijt boven de te lichten tegel kan worden doorgesneden. Bij voorkeur wordt daarbij gebruikgemaakt van een in fig. 5 afgebeeld mes dat voorzien is van een handvat 28, een mesblad en 29 en een aan het handvat 28 bevestigde/zich in het snijvlak uitstrekkende geleider 30. Tijdens de snijbeweging van het mes zorgt de geleider voor 20 het aanbrengen van een scheiding tussen tapijtpolen die derhalve niet door het mes worden doorgesneden zodat bij het later terugleggen van een gelichte tegel het daarop gekleefde tapijt weer volledig aansluit op omliggen de tapi j tde1en.

Bij voorkeur is de onderzijde van de metalen bak 17 van elke 25 tegel 2 gewelfvormig uitgevoerd met gewelfpoten bij de hoekpunten. Hiertoe bevinden de diepste delen van de metalen bak zich in de hoekzones 23 en vertoont de bakbodem 18 een aantal verhoogde delen. Telkens tussen twee hoekzones is de bakbodem verhoogd met delen 24 met in hoofdzaak de configuratie van een helft van een afgeknotte kegel, waarmee tussen 30 telkens twee hoekzones 23 de bakbodem aansluit op de betreffende bakzij-wand 19.

In het midden van de bodem 18 bevindt zich een bolsegmentvormige verhoging 25 en vanaf de centrale zone strekken zich radiale, omlaag doorgezette zones 26 uit welke uitmonden in de hoekzones 23. De 8301832 -8- radiale doordiepingen 26 vormen enerzijds geleidingen voor in het midden van de bak gestorte beton naar de verdiepte hoekzones 23 en anderzijds worden in de doordiepte delen 26 radiale versterkingsribben in de betonmassa gevormd.

5 Verder is de metalen bak 17 ook nog voorzien van zich tussen de centrale verhoging 25 en de wandverhogingen 24 evenwijdig aan de respectieve bakwanden 19 uitstrekkende doordiepingen 27 waarmee eveneens in de betonmassa versterkingsribben worden gevormd, waarvan de verticale afmeting zodanig kan worden gekozen dat, indien slechts van 10 een deel van een zwevende-vloertegel gebruik wordt gemaakt, bijvoorbeeld langs een rand van een zwevende-vloer, de betreffende tegels met een aldus gevormde ribbe in een doordieping 27 op een randsteunlijst van het vertrek kunnen rusten.

De zwevende-vloerconstructie volgens de uitvinding heeft een 15 aantal in het gebruik zeer gunstige eigenschappen.

Reeds is gewezen op de mogelijkheid een tapijt of andere vaste vloerbedekking met behulp van een continue lijmlaag aan te brengen op dezelfde wijze als op een continue, niet uit tegels of dergelijke panelen samengesteld vloeroppervlak.

20 Door de onderlinge spatiëring van de tegels in horizontale richting kunnen geluidstrillingen zich niet direkt van een tegel naar een aangrenzende tegel voortplanten.

Bij belasting van een tegel 2 (zie fig. 1) zal de metalen bak 13 van de stelvoet 1 bij zijn omtrek enigszins doorbuigen waardoor 25 de belasting althans gedeeltelijk door de elastomeer 14 in de bak 13 wordt overgenomen en aldus is de zwevende-vloer enigszins verend.

Aangezien een op de zwevende-vloer gelegd tapijt 5 bij de omtrek van elke tegel 2 in direkte aanraking is met de omtrekflens 20 van de metalen tegelbak 17 en aangezien de metalen bak 17 bij elke 30 stelvoet in direkte aanraking is met de metalen bak 13 van het plateau 9 van de stelvoet, wordt statische electriciteit overal direkt afgevoerd.

Ondanks dat de zwevende-vloer voldoende structurele sterkte heeft, zijn er over de gehele vloer verspreid een groot aantal plaatsen waar de materiaaldikte van de tegels 2 gering is, bijvoorbeeld bij de 35 top van elk van de afgeknot-kegelvormige configuraties 24. Op dergelijke 8301832 -9- plekken kan met gebruik van licht materiaal op eenvoudige wijze een doorgang naar de ruimte onder de zwevende-vloer worden gemaakt.

8301832

Claims (12)

1. Stelvoet bestemd voor gebruik bij een zwevende-vloerconstruc-tie, voorzien van op elkaar aansluitende vloerplaten, die bij de hoekpunten door stelvoeten worden ondersteund door stelvoeten waarmee de zwevende vloer op de ondervloer rust, welke stelvoet is voorzien van een 5 basisplaat die zonder bevestigingsmiddelen op de ondervloer kan- 'worden geplaatst, een schroefspil met moer en een plateau met aan de onderzijde een over de schroefspil passende op de moer rustende bus, met het kenmerk dat de basisplaat is uitgevoerd met een centrale doordieping voor het opnemen van de schroefspil, waarbij het plaatgedeelte rondom 10 de centrale doordieping is voorzien van radiale, omlaag doorgezette zones met naar de rand van de plaat toenemende diepte, een en ander zodanig dat de stelvoet in onbelaste toestand op doorgezette zones rust en bij belasting de dragende functie wordt overgenomen door de onderzijde van de centrale doordieping, welke is voorzien van een twee-15 zijdig klevende laag.

2. Stelvoet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bus van het tegeldraagplateau in dwarsdoorsnede is voorzien van vlakke zijden met een onderlinge afstand in hoofdzaak gelijk aan de buitenmaat van de schroefspil, die op ten minste een plaats door vervorming is 20 vergroot.

3. Stelvoet volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ’het plateau wordt gevormd door een metalen bak welke tot aan de bovenrand is gevuld met een elastomeer.

4. Stelvoet volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in de 25 metalen bak een de bak vullende plaat van synthetische rubber met een Shore-hardheid van 60 - 80 is aangebracht.

5. Zwevende-vloerconstructie met stelvoeten volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij gebruik wordt gemaakt van een separatie-hulpstuk, zoals een op het plateau te plaatsen kruis, met het kenmerk, 30 dat de vloerpanelen door het separatiehulpstuk op onderlinge afstand worden gehouden,

6. Vloerpaneel ten gebruike bij een zwevende-vloerconstructie in combinatie met stelvoeten volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vloerpaneel is uitgevoerd in de vorm van een 35 tegel, bestaande uit een metalen bak met een bodem en opstaande randen 8301832 * met aan de bovenrand een korte buitenwaarts gerichte omtreksflens, welke bak tot aan de bovenrand met drukvast materiaal, in het bijzonder beton is gevuld.

7. Zwevende-vloerconstructie volgens conclusie 5 en gebruik- 5 makend van een vloerpaneel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afmetingen van het separatiekruis en van de tegelbak, in het bijzonder de randflenzen daarvan, zodanig zijn gekozen dat bij een gemonteerde zwevende-vloer, de randflenzen van aangrenzende tegels op een geringe onderlinge afstand, iri de orde van grootte van 1 - 3 mm liggen.

8. Vloerpaneel volgens conclusie 6 in de toepassing volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de randflenzen van de tegelbakken bij de hoekpunten zijn afgerond.

9. Hulpmiddel voor het uitsnijden van een tegel uit een op een zwevende vloer volgens een van de voorgaande conclusies gelegd tapijt, 15 in de vorm van een tapijtsnijmes met een handvat en een snijblad, met het kenmerk, dat het mes is voorzien van een aan het handvat bevestigd, zich in het snijvlak aan de snijrandzijde van het mes uitstrekkende geleider.

10. Vloerpaneel volgens conclusie 6 in de vorm van een uit een 20 metalen bak met een drukvaste vulling bestaande vloertegel, waarbij de onderzijde van de tegel gewelfvormig is uitgevoerd met de gewelfpoten bij de hoekpunten, met het kenmerk, dat in de hoekzones de metalen bak de maximale diepte heeft, buiten de hoekzones de bakdiepte sprongsgewijze afneemt en de bakbodem behoudens onderbrekingen, zich in hoofdzaak 25 horizontaal uitstrekt op een ongeveer op 1/3 van de bakdiepte gelegen niveau, waarbij telkens halverwege twee hoekzones de bakbodem met verhoogde delen, ongeveer met de configuratie van een helft van een afgeknotte kegel, aansluit op de betreffende bakzijwand.

11. Vloerpaneel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat in de 30 centrale tegelzone het horizontale bodemdeel is onderbroken door een bolsegmentvormige verhoging, terwijl radiaal doorgezette zones met buitenwaarts toenemende diepte zich volgens de tegeldiagonalen van nabij het bolsegment tot in de hoekzones uitstrekken.

12. Vloerpaneel volgens conclusie 10 of 11, gekenmerkt door in 35 de tegelbak zich tussen het centrale bolsegment en elk van de afgeknotte kegels, evenwijdig aan de betreffende tegelranden uitstrekkende door-diepingen met een zodanige diepte dat, bij het doorzagen van een tegel 8301832 * -12- * voor plaatsing bij een rand van een vloerconstructie, de deeltegel met de door een doordieping gevormde ribbe op een lijst of dergelijke rand-steun kan rusten. 8301832