NL8301601A - Kathodestraalbuis. - Google Patents

Description

V -τ » 4 PHN 10.665 1 Ν.ν. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

"Kathodestraalbuis".

De uitvinding heeft betrekking op een kathodestraalbuis bevattende in een geëvakueerde omhulling een elektronenkanon voor het opwekken van tenminste één elektrcnenbundel die op een beeldscherm tot een trefvlek wordt gefokusseerd en die wordt afgebogen in twee 5 onderling loodrechte richtingen, zodat op het beeldscherm een raster wordt beschreven, welk elektronenkanon een kathode die cp een as is gecentreerd, een eerste rooster cp enige afstand daarvan langs de as en een tweede rooster op enige afstand van het eerste rooster bevat, welk eerste en tweede rooster ieder een deel hebben dat loodrecht op 10 de as staat en dat voorzien is van een opening rond de as, waarbij de opening in het eerste rooster aan de zijde van het tweede rooster langwerpig is in een richting loodrecht op de as samenvallend met een afbuigrichting en de opening in het eerste rooster aan de zijde van de kathode eveneens langwerpig is en de lengte-as van de opening aan de 15 zijde van de kathode loodrecht staat op de lengte-as van de opening aan de zijde van het tweede rooster.

Een dergelijke kathodestraalbuis kan worden toegepast voor het weergeven van televisiebeelden. Bet kan bijvoorbeeld een kleuren-beeldbuis, een monochrome beeldbuis, een beeldbuis voor het weergeven 20 van letters, cijfers en symbolen (een z.g. "Data-Graphic-Display tube" of D.G.D.-buis), een projektietelevisiebeeldbuis of een oscilloscoop-buis zijn. In al deze buizen is ook bij voor dat huistype grotere bundelstromen en na afbuiging een trefvlek op het beeldscherm net , bepaalde, bij voorkeur geringe, afmetingen en met zo min mogelijk 25 waas rond de trefvlek gewenst. Dit is nodig om ook kleine details, bijvoorbeeld letters, ook in de hoeken van het beeldscherm scherp te kunnen weergeven.

Een dergelijke kathodestraalbuis is bekend uit de Amerikaanse octrocdscbriften 4.242.613 (PHN 8959) en 4.358.703 (PHN 8960) die 30 als hierin opgenomen kunnen werden beschouwd. Daarin is beschreven, dat met een kathodestraalbuis zoals in de aanhef is geschetst, de waas rond de trefvlek op het beeldscherm, ook in de hoeken en aan de rand, aanzienlijk kan worden verminderd. Door het eerste rooster zoals 3301601 i · PHN 10.665 2 t % aangegeven te konstrueren wordt een astigmatische elektronenbundel verkregen, die door de afbuigspoelen, die ook een astigmatische elek-tronenlens vonten, minder wordt vervormd. In een kathcdestraalbuis is de trefvlek van de elektronenbundel qp het beeldscherm de afbeelding 5 met behulp van een of meer elektronenlenzen van een bundelknoop, die zich in het gebied tussen het eerste en tweede rooster bevindt. Door het eerste rooster zoals aangegeven te konstrueren, wordt niet één bundel-knoqp verkregen, maar wordt de van de kathode afkomstige elektronenbundel in tweeop een afstand van elkaar gelegen farandlijnen gefokusseerd en 10 vervolgens op het beeldscherm tot een trefvlek gefokusseerd.

Ben andere manier cm de trefvlekkwaliteit te verbeteren is het verminderen van de invloed van sferische aberratie. Deze manier is beschreven in de nog niet ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8204185 (EHN 10.488) die eveneens als hierin cpgencraen kan worden 15 beschouwd. In de in deze octrooiaanvrage beschreven kathodestraalbuis bevindt zich in de voartplantingsrichting van de elektronenbundel gezien achter een bundelknoop achtereenvolgens een versnellende voorfokusseer-lens, tussen het tweede en derde rooster van het elektronenkanon, en een hoofdfokusseerlens. De diameter van de opening in het derde rooster 20 (de tweede lenselektrode) is kleiner dan twee maal de diameter van de opening in het tweede rooster (de eerste lenselektrode) en de effektieve afstand S-eff tussen het tweede en derde rooster is kleiner dan 1 nm.

S-eff is gedefinieerd als het minimum van de funktie -AV/E(z). Daarin is AV het spanningsverschil tussen het derde en tweede rooster en E(z) 25 de elektrische veldsterkte tussen het derde en tweede rooster qp de as als funktie van de plaats z op de as. Met een dergelijk elektronenkanon wordt bij vergelijkbare bundelstrcmen een kleinere trefvlek verkregen met minder waas, dan met kanonnen volgens de traditionele kon-struktie. Dit kant doordat de sferische aberratie van de hoofdfokusseer-30 lens en de sferische aberratie in de elektronenbundel in de voorfokusseerlens elkaar tot qp zekere hoogte kcmpenseren, waardoor het elektronenkanon als geheel minder aberratie vertoont. Hierbij is hst noodzakelijk een sterke voorfckusseerlens toe te passen, die qp de juiste plaats ten qpzichte van de bundelknoop ligt. Bij een dergelijke voor-35 fokusseerlens worden de randstralen van de elektronenburdel zodanig naar binnen gebogen, dat deze in de hoofdf okusseerlens geen randstralen meer zijn.

Ben derde manier cm de trefvlekkwaliteit te verbeteren is 8301601 1 *' * PHN 10.665 3 beschreven in de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7902868. Deze verbetering wordt verkregen door toepassing van een ten opzichte van het tweede rooster uit andere kanonnen dik tweede rooster, een sterk elektrisch veld tussen het tweede en derde rooster en/of een 5 vergrote voorwerpsafstand van de hoofdfokusseerlens.

Een vierde manier om de trefvlekkwaliteit te verbeteren is beschreven in de ter inzage gelegde Duitse octrooiaanvrage 31 30 137. Deze verbetering wordt verkregen door na de bundelknoop een vertragende voorfokusseerlens aan te brengen, zodat de buitenste elektronenstralen 10 van de elektronenbundel een tweede bundelknoop voor de hoofdf okusseerlens vormen. Daardoor wordt de sferische aberratie die de bundel in de hoofdlens krijgt verminderd en wordt een trefvlek net geringe afmetingen alleen bij hogere bundelstromen verkregen.

Bij de laatste drie manieren cm de trefvlekkwaliteit te 15 verbeteren is de ligging van de bundelknoop ten opzichte van de voor-fokusseerlens zeer kritisch. Het is daarom niet vruchtbaar het eerste rooster volgens bet Amerikaans octrooischrift 4.358.703, waarmee een astigmatiscbe elektronenbundel met twee brandlijnen in plaats van één bundelknoop wordt verkregen, zondermeer in de elektronenkanonnen volgens 20 de laatstgenoemde drie octrooiaanvragen toe te passen. Cmdat als een van de brandlijnen de juiste ligging heeft ten opzichte van de voor-fokusseerlens de andere brandlijn dat niet heeft, treedt slechts tref-vlekkwaliteitsverbetering in één richting op. Toch bestaat behoefte aan een astigmatiscbe elektronenbundel. Het is bijvoorbeeld in zelf-25 konvergerende beeldbuissystemen met een grote afbuighcek (bijvoorbeeld 110°) in het algemeen noodzakelijk, ter vermijding van teveel verticale waas in de hoeken van het beeldscherm, de elektronenbundel (s) in het deflektievlak een kleinere doorsnede te geven in een richting die samenvalt met de afbuigrichting waarin de afbuigspoelen een positieve 30 elektronenlens vormen.

De uitvinding beoogt dan ook een kathodestraalbuis aan te geven met een eerste rooster van de in de aanhef beschreven soort, dus . van de soort zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.242.613 en 4.358.703 waarmee een kombinatie met de andere beschreven 35 aberratie reducerende voorfokusseermaatregelen wel tot een vruchtbaar resultaat leidt en de gehele trefvlekkwaliteit in alle richtingen wordt verbeterd.

Een kathodestraalbuis van de in de aanhef beschreven soort « 8301601 ï ^ EHN 10.665 4 wordt daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de afmetingen en de diepte van de opening aan de zijde van het tweede rooster en van de opening aan de zijde van de kathode zo gekozen zijn, dat in het voor de kathodestraalhuis belangrijke bundelstroomgebied nabij 5 het tweede rooster in hoofdzaak één bundelknoop in een astigmatische elektronenbundel wordt gevormd. Het belangrijke bundelstroomgebied bij een kleurenbeeldbuis is 2 tot 4 mA.

Een eerste roester volgens de Amerikaanse octroorschriften 4.242.613 en 4.358.703 heeft zoals reeds gezegd een uit elkaar trekken 10 van de bundelknoop tot twee brandlijntjes tot gevolg, waarbij bet brandlijntje evenwijdig aan de lengterichting van de opening in het eerste rooster aan de zijde van het tweede rooster, het dichtst bij de kathode is gelegen.

Een langwerpige opening door de gehele dikte van het eerste 15 rooster heeft eveneens een uit elkaar trekken van de bundelknoop tot gevolg, waarbij het brandlijntje evenwijdig aan de lengterichting van deze opening eveneens het dichtst bij de kathode is gelegen.

De uitvinding berust op zowel het theoretisch als experimenteel verkregen inzicht, dat door een geschikte katibinatie van epeningen 20 de effekten van beide typen epeningen elkaar kunnen opheffen en één bundelknoop kan worden verkregen, evenwel met. behoud van een verschil in openingshoek van de elektronenbundel in twee onderling loodrechte richtingen vanuit de bundelknoop.

Een eerste voorkeursuitvoerirïgsvorm van de uitvinding wordt 25 gekenmerkt, doordat de kathodestraalhuis een kleurenbeeldbuis is, waarin net drie met hun assen in een vlak gelegen elektronenkancnnen elektronentundels warden opgewekt, welk vlak zich in een der afbuig-richtingen uitstrekt en de opening in tenminste een der eerste elektroden aan de zijde van de tweede elektrode langwerpig is in een 30 richting loodrecht qp het vlak door de drie kanonassen. Daardoor heeft de elektronenbundel in het deflektievlak in de afbuigspoelen in één afbuigrichting een kleinere afmeting. De afbiigdefokussering die door de afbuigspoelen in die richting in de bundel wordt veroorzaakt wordt daardoor minder, waardoor de vertikale waas rond de tref vlek in de 35 hoeken van het beeldscherm wordt verminderd. Door de elektronenbundel in de andere afbuigrichting een grotere afmeting te geven, wordt een vermindering van de ruimteladingsafstoting tussen kanon en scherm verkregen, alsmede een kleinere vergroting van de bundelknoop voor de 8301601 Λ * ΡΗΝ 10.665 5 in deze afbuigrichting gelegen afmeting.

De lengte van de opening in het eerste rooster aan de zijde van de kathode is bij voorkeur ongeveer gelijk aan of kleiner dan de breedte van deze opening aan de zijde van het tweede rooster.

5 Zeer goede resultaten worden verkregen als de opening aan de zijde van de kathode rechthoekig is. De hoeken van de rechthoek kunnen echter ook afgerond zijn of de opening kan ovaal zijn. De opening moet echter steeds zodanig langwerpig en diep zijn, waarbij de lengteas zich loodrecht qp de lengteas van de opening aan de zijde 10 van het tweede rooster uistrekt dat één bundelknoop wordt verkregen.

De opening in het eerste rooster aan de zijde van het tweede rooster kan worden uitgevoerd op de wijzen zoals weergegeven in de reeds genoemde Amerikaanse octrooischriften 4.358.704 en 4.242.613.

Bij voorkeur is de opening aan de zijde van het tweede rooster echter ook 15 rechthoekig.

Als de opening aan de zijde van het tweede rooster een lengte van ongeveer 2 mm heeft en een breedte van ongeveer 0,7 mm en de opening aan de zijde van de kathode een lengte van ongeveer 0,7 mm heeft en een breedte van ongeveer 0,5 mm en bij voorkeur ook het deel van de eerste 20 elektrode dat loodrecht qp de as staat een dikte van ongeveer 0,3 mm heeft, waarbij het deel waarin de opening aan de zijde van de kathode is aangetracht ongeveer 0,1 mm dik is en het deel waarin de opening aan de zijde van het tweede rooster is aangetracht ongeveer 0,2 mm dik is, wordt een trefvlek verkregen met een zeer geringe waas en kleine 25 afmetingen, zoals nog zal worden toegelicht. Door de diktes te variëren en de afmetingen van de opening aan te passen kunnen ook ardere oplossingen gevonden worden, waarbij in het voor het huistype belangrijke bundelstrocmgebied in hoofdzaak één bundelknoop wordt verkregen. Deze oplossingen kunnen experimenteel worden bepaald en/of berekend.

30 De uitvinding kan bijzonder vruchtbaar worden ingezet in een kathodestraalbuis waarbij het elektronenkanon na de bundelknoop een voorfokusseerlens en een hoofdfokusseerlens bevat, welke voorfokus-seerlens de randstralen van de elektronenbundel zodanig naar binnen buigt, dat deze in de hoofdfokusseerlens geen randstralen meer zijn.

35 De uitvinding wordt nu bij wijze van voorbeeld nader tcege- licht aan de hand van een tekening, waarin in figuur 1 een horizontale doorsnede door een kathodestraalbuis volgens de uitvinding is getoond, in 8301601 EHN 10.655 6 * % figuur 2 een drievoudig elektronenkanonsysteem voor een kathodestraal-tuis volgens de uitvinding in perspektief is getoond, in figuur 3 een langsdoorsnede door een van de kanonnen volgens figuur 2 is weergegeven, in 5 figuur 4 en 5 doorsneden van figuur 3 zijn weergegeven, in de figuren 6 t/m 9 een aantal voorkeur suitvceringsvormen van het eerste rooster zijn getoond, in figuur 10a, b, c de werking van het eerste rooster nader wordt toegelicht, in 10 figuur 11a en b de ligging en vorm van een aantal waargenomen trefvlekken verkregen in een kathodestraalbuis volgens de stand van de techniek vergeleken werden net een aantal waargenomen trefvlekken in een kathodestraalbuis volgens de uitvinding en in figuur 12a, b, c en d in een viertal grafieken de trefvlek afmetingen 15 in twee onderling loodrechte richtingen verkregen in een kathodestraalbuis volgens de stand van de techniek vergeleken warden net de trefvlekafmetingen in een kathodestraalbuis volgens de uitvinding bij bundelstraren tussen 0,1 en 4 mA.

Figuur 1 toont schematisch een kathodestraalbuis volgens de 20 uitvinding, in dit geval een kleurenbeeldbuis van het zogenaamde "in-line"-type, in een horizontale doorsnede. In een glazen entailing 1, welke is samengesteld uit een beeldvenster 2, een trechtervarmig deel 3 en een hals 4 zijn in deze hals een drietal elektronenkanonnen 5, 6 en 7 aangebracht welke respektievelijk de elektronenbundels 8, 9 en 10 25 opwekken. De assen van de elektronenkanonnen zijn bij een kleurenbeeldbuis van het "in-line"-type in één vlak gelegen, hier het vlak van tekening. De as van het middelste elektronenkanon 6 valt nagenoeg samen met de buisas 11. De drie elektronenkanonnen monden uit in bus 16, die koaxiaal in de hals 4 is gelegen. Bet beeldvenster 2 is aan de 30 binnenzijde van een groot aantal trio's van fosfarlijnen voorzien.

Elk trio bevat een lijn bestaande uit een blauw oplichtende fosfor, een lijn bestaande uit een groen cplichtende fosfor en een lijn uit een rood oplichtende fosfor. Alle trio's samen vermen het beeldscherm 12.

De fosfarlijnen staan loodrecht op het vlak van tekening. Voor het 35 beeldscherm is een schaduwmasker 13 aangebracht, waarin een zeer groot aantal langwerpige epeningen 14 evenwijdig aan de fosfarlijnen is aangebracht en waardoor de elektronenbundels 8, 9 en 10 treden. De elektronenbundels worden in horizontale richting (in het vlak van 8301601 \ 0 »

• I

PHN 10.665 7 * tekening) en in vertikale richting (loodrecht op het vlak van tekening) door hst afbuigspoelenstelsel 15 afgebogen. De drie elektronenkanonnen zijn zo gemonteerd, dat de assen daarvan een kleine hoek met elkaar % maken. De opgewekte elektronenbundels vallen daardoor onder die hoek/ 5 de zogenaamde kleurselektiehoek, door de openingen 14 en treffen ieder slechts fosforlijnen van één kleur. De drie elektronenkancnnen 5, 6 en 7 kunnen, zoals bijvoorbeeld in het Amerikaans octrooischrift 3.772.554, een of meer elektroden gemeenschappelijk hebben. Hst is duidelijk dat de uitvinding ook in een dergelijk zogenaamd geïntegreerd 10 elektronenkanonstelsel kan worden toegepast.

In figuur 2 zijn de drie elektronenkanonnen 5, 6 en 7 in perspektief weergegeven. De roosters van dit elektronenkanonsysteem zijn ten opzichte van elkaar gepositioneerd door middel van metalen stripjes 17 die in glazen montagestaaf jes 18 zijn ingesmolten. Ieder 15 kanon bestaat uit een kathode (niet zichtbaar), een' eerste rooster 21, een tweede rooster 22, een derde rooster 23 en een vierde rooster 24.

In figuur 3 is een langsdoorsnede van één van de elektronenkanonnen volgens figuur 2 weergegeven. In het eerste rooster 21 bevindt zich een snel opwantende kathode 19. Een verhittingsdraad 28 bevindt 20 zich in een kathodeschacht 29 die tegenover de opening 34 in het eerste rooster 21 van een emitterend oppervlak is voorzien. De kathodeschacht is door middel van metaalstripjes 30 aan de draagcylinder 33 bevestigd, welke draagcylinder in het eerste rooster elektrisch geïsoleerd is aangebracht.

25 In figuur 4 is een doorsnede door figuur 3 weergegeven, waarbij tegen het oppervlak 36 van het eerste rooster woedt aangekeken. De opening 34 heeft aan deze zijde, de kathodezijde een rechthoekige vorm.

In figuur 5 is een doorsnede van figuur 3 weergegeven waarin 30 tegen het oppervlak 35 van het eerste rooster wordt aangekeken. De opening heeft aan deze zijde, de zijde van het tweede rooster 22, een langwerpige vorm. Deze is verkregen door in deze zijde van het rooster een ovale put aan te brengen, bijvoorbeeld door munten (coinen) of etsen.

35 In figuur 6 is een van de mogelijkheden in een doorsnede weergegeven waarop een eerste rooster zoals toegepast in de kathode-straalbuis volgens de uitvinding pp een eenvoudige en goedkope wijze kan worden verkregen. Het eerste rooster bestaat in dit geval uit een 8301601 PHN 10.665 8 « fe = l plaatvcrmig deel 38 met een rechthoekige opening 39, zoals ook zichtbaar is in figuur 7, en uit een daar tegenaan geplaatst plaatvormig deel 40 met daarin een rechthoekige opening 41, zoals ook zichtbaar is in de figuren 7 en 8.

5 In figuur 9 is in perspektief een kathode 50 ’weergegeven met daar tegenover een deel 51 van het eerste rooster waarin zich een opening 52 bevindt. Efet deel 51 is, net als het eerste rooster uit figuur 6, uit twee delen 53 en 54 samengesteld. Deel 53 heeft een dikte van 0,1 ran en deel 54 een dikte van 0,2 mn zodat deel 51 10 0,3 urn dik is. De opening in deel 53 is rechthoekig en 0,5 ran breed en 0,7 ran lang. De opening indeel 54 is eveneens rechthoekig en 2,1 ran lang en 0,7 ran breed. Met deze afmetingen van de openingen in het eerste rooster werden zeer goede resultaten verkregen. Het zal duidelijk zijn, dat het mogelijk is door een van de afmetingen te variëren 15 en de andere afmetingen aan te passen andere goed werkende oplossingen te vinden.

De figuren 10a, ben c lichten de werking van het eerste rooster in een kathodestraalbuis volgens de uitvinding nader toe.

In figuur 10a is schematisch een doorsnede door een kcnventioneel 20 elektronenkanon weergegeven. De van de kathode 60 afkomstige elektronen-tundel 61 treedt door het eerste rooster 62, wordt in de buurt van bet tweede rooster 63 tot een hundelknocp 64 gefokusseerd en vervolgens door een door de roosters 65 en 66 gevormde fokusseerlens op het beeldscherm 67 afgebeeld.

25 In figuur 10b is de bundelknocpvanrdng volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.358.703 weergegeven. Hst eerste rooster 70 is aan de zijde van het tweede rooster van een langwerpige verdieping 71 voorzien en aan de zijde van de kathode van een vierkante opening 72. Dit heeft tot gevolg dat de elektronenbundel 73, waarvan slechts enkele 30 stralen zijn weergegeven, niet tot één bundelknoqp wordt gefokusseerd, zoals in figuur 10a, maar tot twee brandlijnen 74 en 75.

Door nu, zoals in figuur 10c is getoond, het eerste rooster 80 aan de zijde van het tweede rooster van een langwerpige verdieping 81 te voorzien en aan de zijde van de kathode van een langwerpige opening 35 82 waarvan de lengteas loodrecht staat op de lengteas van de verdieping 81, dan wordt bij juiste keuze van afmetingen en diepte van de langwerpige verdieping 81 en de langwerpige opening 82 een astigmatische elektronenhundel 83 met één bundelknoop 84 verkregen in iet voer de 8301601 PHN 10.655 9 „ ft buis telangrijke bundelstrocmgebied.

In de figuren 11a en b worden enkele meetresultaten weergegeven. In figuur 11a is een beeldscherm weergegeven waarvan C het centrum is, N een plaats aan de bovenrand is, E een plaats aan de 5 zijrand is en NE een plaats in de hoek is.

In figuur 11b zijn een aantal trefvlekken van de elektronenbundel bij een bundelstroom van 2 mA in rij I vergroot weergegeven, die op de plaatsen C, N, E, NE van het beeldscherm bij een buis volgens de stand van de techniek zijn waargenomen, waarin een eerste rooster 10 zoals beschreven in het Amerikaans octrooischrift 4 358 703 is toegepast (dit is een buis van het type 30-AX van Philips). In rij II zijn een aantal trefvlekken eveneens bij 2mA bundelstroom weergegeven die op de plaatsen C, N, E, NE van het beeldscherm bij een buis volgens de uitvinding zijn waargenomen, waarin een eerste rooster is toegepast 15 waarmee één bundelknoop in een astigmatische elektronenbundel wordt verkregen. De trefvlekken zijn in de buis volgens de uitvinding aanzienlijk kleiner.

In de figuren 12a t/m d geven de gestreepte lijnen de tref-vlekafmetingen dx en dy (in mm) in horizontale en vertikale richting 20 veer als funktie van de bundelstroom I (mA) in een 30-AX buis volgens de stand van de techniek. De getrokken lijnen geven op analoge wijze de trefvlekafmetingen dx en dy veer in een vergelijkbare buis volgens de uitvinding. De nullen geven de gemeten waarden weer.

De figuren 12a en b geven de afmetingen in het centrum van hst beeld-25 scherm en de figuren 12c en d de afiietingen in een hoek van het beeldscherm veer. Uit deze figuren volgt, dat vooral voor grote burdel-strcmen in dit geval (groter dan 2 mA) de trefvlek vooral in vertikale richting kleiner is geworden, hetgeen een veel scherper beeld oplevert.

30 1 8301601

Claims (9)

1. Kathodestraalbuis bevattende in een geëvakueerde atiHiUing een elektronenkanon voor bet oprekken van tenminste êên elektroneribundel die cp een beeldscherm tot een trefvlek wordt gefokusseerd en die wordt af gebogen in twee onderling loodrechte richtingen, zodat op het 5 beeldscherm een raster wordt beschreven, welk elektronenkanon een kathode die cp een as is gecentreerd, een eerste rooster (¾) enige afstand daarvan langs de as en een tweede rooster op enige afstand van het eerste rooster bevat, welk eerste en tweede rooster ieder een deel hebben dat loodrecht cp de as staat en dat voorzien is van een 10 opening rond de as, waarbij de opening in het eerste rooster aan de zijde van het tweede rooster langwerpig is in een richting loodrecht cp de as samenvallend met een afbuigrichting en de opening in het eerste rooster aan de zijde van de kathode eveneens langwerpig is en de lengteas van de opening aan de zijde van de kathode loodrecht 15 staat op de lengteas van de opening aan de zijde van het tweede rooster, net het kenmerk, dat de afmetingen en de .diepte van de opening aan de zijde van het tweede rooster en van de opening aan de zijde van de kathode zo gekcfcen zijn, dat in het voor de kathodestraalbuis belangrijke bundelstroorgebied nabij het tweede rooster in hoofdzaak êên 20 bundelknoqp In een astigmatiscbe elektronenbundel wordt gevormd.

2. Kathodestraalbuis volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat het een kleurenbeeldhuis is waarin met drie met hun assen in één vlak gelegen elektronenkancnnen elektronenbundels woeden opgewekt, welk vlak zich in een der afbuigrichtingen uitstrekt en de opening in tenminste 25 een der eerste roosters aan de zijde van het tweede rooster langwerpig is in een richting loodrecht cp het vlak door de drie kanonassen.

3. Kathodestraalbuis volgens conclusie 1 of 2, met bet kenmerk, dat de lengte van de opening aan de zijde van de kathode ongeveer gelijk aan of kleiner is dan de breedte van de opening aan de zijde van het 30 tweede rooster. è

4. Kathodestraalbuis volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de opening aan de zijde van de kathode rechthoekig is.

5. Kathodestraalbuis volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de opening aan de zijde van het tweede rooster rechthoekig is.

6. Kathodestraalbuis volgens conclusie 5, met het kenmark, dat de opening aan de zijde van het tweede rooster een lengte van ongeveer 2 mm heeft en een breedte van ongeveer 0,7 mn en de opening aan de zijde van de kathode een lengte van ongeveer 0,7 nm heeft en een breedte van 8301601 A ‘ r* * * A *· PHN 10.655 11 ongeveer 0,5 ran.

7. Kathodestraalhiis volgens conclusie 6, met het kennerk, dat het deel van het eerste rooster dat loodrecht op de as staat een dikte van ongeveer 0,3 ran heeft, waarbij het deel waarin de opening aan de 5 zijde van de kathode is aangebracht ongeveer 0,1 ran dik is en 1st deel waarin de opening aan de zijde van het tweede rooster is aangebracht ongeveer 0,2 irm dik is.

8. Kathodestraalbuis volgens een der voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat het eerste rooster tenminste twee tegen elkaar 10 bevestigde plaatvormige delen bevat.

9. Kathodestraalbuis volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het elektronenkanon na de bundelknoop een voor-fokusseerlens en een hoofdfokusseerlens bevat, welke voorfokusseerlens de randstralen van de elektronenbundel zodanig naar binnen buigt, dat 15 deze in de hoofdfokusseerlens geen randstralen meer zijn. 20 25 30 1 8301601