NL8301488A - Elektrische kabelverbinding. - Google Patents

Elektrische kabelverbinding. Download PDF

Info

Publication number
NL8301488A
NL8301488A NL8301488A NL8301488A NL8301488A NL 8301488 A NL8301488 A NL 8301488A NL 8301488 A NL8301488 A NL 8301488A NL 8301488 A NL8301488 A NL 8301488A NL 8301488 A NL8301488 A NL 8301488A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sheet material
cable
enclosure
connection
casting
Prior art date
Application number
NL8301488A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190346C (nl
NL190346B (nl
Original Assignee
Minnesota Mining & Mfg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Minnesota Mining & Mfg filed Critical Minnesota Mining & Mfg
Publication of NL8301488A publication Critical patent/NL8301488A/nl
Publication of NL190346B publication Critical patent/NL190346B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190346C publication Critical patent/NL190346C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/08Cable junctions
    • H02G15/18Cable junctions protected by sleeves, e.g. for communication cable
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/003Filling materials, e.g. solid or fluid insulation
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G15/00Cable fittings
    • H02G15/08Cable junctions
    • H02G15/10Cable junctions protected by boxes, e.g. by distribution, connection or junction boxes

Landscapes

  • Cable Accessories (AREA)
  • Processing Of Terminals (AREA)
  • Insulating Bodies (AREA)

Description

Λ
Elektrische kabelverbinding.
De uitvinding heeft betrekking op een elektrische kabelverbinding alsmede op een werkwijze voor de produktie van een dergelijke kabelverbinding.
Om een indruk te geven van de stand van de 5 techniek als achtergrond wordt vermeld dat bij een bekende kabelverbinding van het aangegeven type (Amerikaanse octrooischrift 3.419.669) drukgevoelige zelf-dichtende stroken worden aangebracht aan al de randen van een rechthoekig blad waarop een afstandsmateriaal wordt aangebracht. Bij het maken van deze bekende kabelverbinding 10 wordt het blad rond het verbindingsgebied geplaatst, worden de dwars-randen tegen de kabelmantels gedrukt, worden de langsranden samengedrukt afgezien van een klein resterend gedeelte, dat een inbreng-opening voor de gietmassa vormt, en wordt de gietmassa daarin toegevoerd.
15 Het bladmateriaal moet in dit geval zo gedimensio neerd worden dat het bij het type kabelverbinding, waarvoor het moet worden gebruikt, in staat zal zijn om zelfs de maximum omtrek van het verbindingsgebied, die optreedt, te omsluiten. Corresponderend groot zal de vereiste gietmassahoeveelheid zijn. Teneinde 20 deze hoeveelheid te verminderen, is het bij de produktie van de bekende kabelverbinding mogelijk om het daaromheen aangebrachte bladmateriaal op bepaalde plaatsen stevig tegen het verbindingsgebied te drukken door middel van klemmen. Daarmee wordt beoogd te voorkomen dat de omsluiting, die door het daaromheen gelegde bladma-25 teriaal wordt gevormd, tot het maximum mogelijke voltime door de gietmassa wordt gevuld. De genoemde klemmen zijn ongerieflijk om te gebruiken. Door de meestal onregelmatige vorm van de kemverbinding vereist de aanbrenging daarvan een zekere bekwaamheid. Niettemin kunnen zij er gemakkelijk weer af glijden, vooral indien de kem-30 verbinding een weinig dikker of bijzonder onregelmatig mocht zijn.
Vaak heeft men de klemmen niet bij de hand of gaan deze verloren.
De te bereiken besparing in gietmassa is onbetekenend.
Bij een andere bekende kabelverbinding (Ameri- 8301488 - 2 i· '* kaanse octrooischrift 3.967.795) wordt door omsluiting gevormd van een wikkel die met isolerende band is gemaakt. Daarmee kan inderdaad wordt verzekerd dat de omsluiting dicht tegen het verbindingsgebied zal liggen onder het zich aanpassen aan de vorm daarvan 5 zodat slechts een betrekkelijk geringe gietmassahoeveelheid nodig zal zijn om de omsluiting te vullen, maar. de produktie van een voldoende dichte wikkel is erg duur in termen van tijd en arbeid en vereist zorg en bekwaamheid.
Het is het oogmerk van de uitvinding om te 10 voorzien in een gegoten kabelverbinding die op gemakkelijke en snelle wijze ook door minder geschoolden kan worden gemaakt en waarbij men metffSer geringe hoeveelheid gietmateriaal kan toekomen.
Bij de kabelverbinding volgens de uitvinding ligt de rubber-elastische omsluiting dicht tegen de kabelmantelsen 15 het verbindingsgebied onder de door het strekken veroorzaakte spanning, onder het zich zodoende conformeren aan onregelmatige con-tourvormen zoals in het verbindingsgebied, vooral bij van een meervoudige kern voorziene kabels, kunnen optreden. Door het dicht meegaan met de vorm van de omsluiting is de met de gietmassa te vullen ruimte 20 erg klein zodat het verbruik aan gietmassa corresponderend gering is. Met de snelwerkende sluitorganen, bij voorkeur in de vorm van een ritssluiting, kan het bladmateriaal gemakkelijk bijeengetrokken en gesloten worden voor de vorming van de omsluiting, bij welke verbinding vrij hoge rekspanningen met de hand in de omsluiting kunnen 25 worden opgewekt. De gietmassa kan derhalve met een betrekkelijk hoge druk worden toegevoerd, zonder de omsluiting in een storende mate te laten uitzetten, waarbij de gietmassa snel kan worden toegevoerd, en vlug en volledig door al de tussenruimten dringt en de lucht uitdrijft. Het gietstuk, dat na verharding van de gietmassa 30 wordt verkregen, zal dan in hoofdzaak vrij van luchtinsluitingen en dus mechanisch massief en elektrisch veilig zijn. Het bestaat alleen uit de werkelijk nodige minimum gietmassahoeveelheid. Kort samengevat resulteert er dus een buitengewoon voordelige combinatie van een gemakkelijke produktie, een aanzienlijke besparing in gietmassa, 35 en een hoge mechanische sterkte en elektrische kwaliteit van de 8301488 --3- • * verbinding.
Er zijn inderdaad kabelbeschermingshulzen bekend geworden, die zijn gevormd van een bladmateriaal, dat rond de kabel wordt geplaatst, en een daarlangs aangebrachte ritssluiting, welke 5 hulzen zich van kabelmantel tot kabelmantel uitstrekken onder het vormen van een dichting daartussen (Amerikaans octrooischrift 3.187.090). Maar deze beschermingshulzen vormen alleen een bijkomend veiligheidsconstructieonderdeel over een overigens afgewerkte en naar buiten afgedichte en beschermde kabelverbinding. Een merkbare 10 rek van de beschermingshuls is niet voorzien, en evenmin is rekening gehouden met het toevoeren van een gietmassa, en de beschermingshuls moet op maat gemaakt zijn in overeenstemming met de betreffende kabelverbinding gezien de slechte uitzetbaarheid. Andere uitvoeringen van deze bekende beschermingshulzen zijn ontworpen als 15 qua afmeting stabiele buidels welke slechts tijdelijk worden geplaatst rond een kabelverbinding die nog niet is voltooid teneinde de toetreding van vocht of vuil gedurende een werkonderbreking of dergelijke te vermijden. Ook daar is geen rek van de beschermingshuls voorzien noch is met het toevoeren van een gietmassa rekening 20 gehouden. Overeenkomstige beschermingshulzen die voor tijdelijke toepassing bedoeld en met ritssluitingen te sluiten zijn, zijn in het Amerikaanse octrooischrift 3.495.026 beschreven. Deze bekende beschermingshulzen bestaan uit kunststof, bijvoorbeeld polyvinylchloride, polyetheen en dergelijke. Er is geen rek voorzien voor deze 25 beschermingshulzen noch is met enige toevoer van gietmassa rekening gehouden.
Melding moet voorts worden gemaakt van het feit dat een buigzame beschermingshuls, die van een ritssluiting is voorzien, voor verschillende doeleinden bekend geworden is uit het 30 Amerikaanse octrooischrift 3.038.557; deze bekende beschermingshuls is in het bijzonder bedoeld met het oog op het leveren van een toevoer van vet op Bowdenkabels. Er is geen overeenkomst met de onderhavige uitvinding.
Tenslotte moet worden opgemerkt dat het reeds 35 vrij lang bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 2.756.172 in 8301488 * * > " 4 - samenhang met pijpen of gietijzer of dergelijke, welke zijn voorzien van een buitenisolatie van asbest of dergelijke, en een omsluiting die de isolatie bijeenhoudt, om de isolatie, in plaats van van canvas, van een bladmateriaal te vormen, dat in bepaalde gevallen ook 5 elastisch kan zijn, en om deze te sluiten door middel van een ritssluiting. Hieraan komen echter geen kabelverbindingen te pas, en noch in het genoemde octrooischrift noch elders is voorgesteld of gesuggereerd dat een dergelijk beginsel met succes bij kabelverbindingen aangewend kan worden.
10 De onderhavige vermelding dat het bladmateriaal tot elastische rek in staat is evenals rubber, is bedoeld te zeggen dat er een uitzetbaarheid optreedt zoals van natuur- of kunstrubber bekend is. Een dergelijke uitzetbaarheid kan op verschillende wijzen verkregen worden; in het eenvoudigste geval door het foliedeel in 15 hoofdzaak geheel van rubber-elastisch materiaal te maken. Maar andere uitvoeringen zijn ook mogelijk, waarbij slechts gedeelten van het plaatmateriaal bestaan uit rubber-elastisch materiaal dat tot rek in staat is, en/of waarbij een rubber-elastische uitzetbaarheid overwegend of uitsluitend in de dwarsrichting alleen optreedt 20 (in een radiale richting met betrekking tot de as van de kabelver-binding). In het algemeen zullen zodanige uitvoeringen de voorkeur verdienen, waarbij het bladmateriaal in hoofdzaak geheel uit rubber-elastisch materiaal bestaat, omdat dan het essentiële voordeel, dat volgens de uitvinding wordt verkregen, d.w.z. de dicht aanliggende 25 bedekking van zelfs onregelmatige contourvormen in. het verbindingsgebied, onverminderd wordt verleend. Dergelijke onregelmatige contourvormen kunnen zich in het bijzonder in samenhang met van een meervoudige kern voorziene kabels vormen, waarbij blok- of bol vormige kemverbindingen worden verdeeld in het verbindingsgebied. 30 Met behulp van plaatmaterialen die alleen flexibel maar niet rubber-elastisch zijn, kunnen cilindrische verbindingsgebieden op zijn best glad verlopend bedekt worden aan alle zijden, maar geen verbindingsgebieden van ingewikkelder vorm, zoals dubbel-conische of onregelmatige verbindingsgebieden.
35 De uitvinding zal meer in detail in het volgende 8301488 5 « # ^ en door middel van uitvoeringsvoorbeelden -'aan de hand van de tekeningen worden beschreven.
Figuur 1 is een schematische afbeelding in perspectief van een kabelverbinding volgens de uitvinding met weg-5 gebroken delen; figuur 2 is een schematische voorstelling in perspectief van een bladmateriaal dat geschikt is voor het maken van de kabelverbinding volgens figuur 1; figuur 3 is een afbeelding overeenkomstig aan 10 figuur 1, die een schematische voorstelling in perspectief van een andere uitvoering van een kabelverbinding volgens de uitvinding weergeeft; figuur 4 is een afbeelding overeenkomstig aan figuur 2, die een uitgebroken schematische afbeelding in perspec-15 tief van een andere uitvoering van een bladmateriaal voor de produktie van een kabelverbinding volgens de uitvinding weergeeft; figuur 5 is een schematische afbeelding in perspectief, corresponderende met figuur 2, die een andere uitvoering weergeeft van een bladmateriaal dat geschikt is om de kabelverbin-20 ding volgens de uitvinding te maken; figuur 6 is een schematische afbeelding in perspectief van het binnenoppervlak van een andere uitvoering van een bladmateriaal dat geschikt is voor de produktie van een kahelver-binding volgens de uitvinding; en 25 figuur 7 tot en met 11 zijn schematische afbeel dingen van verschillende fasen gedurende de produktie van een kabelverbinding volgens de uitvinding.
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
30 In figuur 2 t/m 11 zijn delen, die in een corresponderende vorm in figuur 1 optreden, aangemerkt met dezelfde verwijzingscijfers maar met een cijfer kenmerkend voor de betreffende figuur daarvoor geplaatst. Om herhalingen in verband met dergelijke verwijzingscijfers te vermijden zal ook steeds op figuur 1 en de 35 bijbehorende beschrijving worden gewezen.
8301488 £· 6 ' «
Figuur 1 toont een elektrische kabelverbinding voor het verbinden van twee elektrische kabels 1, ‘3, elk bestaande uit respectievelijk een kabelmantel 5 en 7 en drie kernen.
In figuur 1 zijn alleen de kernen 9, 11 en 13 5 van de kabel 1 waar te nemen in het gedeelte van de kabelverbinding, dat weggebroken is. De kernen worden aan elkaar verbonden door kem-verbindingen 15, 17, 19 die door kernverbindingisolaties 21, 23, 25 omgeven en onderling uiteengehouden worden. Het gehele stelsel wordt omgeven door een omsluiting 27 gevormd van flexibel materiaal dat 10 zich op af dichtende wijze van kabelmantel 5 tot kabelmantel 7 over het verbindingsgebied 29 uitstrekt, en bestaande uit rond de kabels gelegd bladmateriaal 31, dat op zichzelf is verbonden in twee zich tegenovergesteld bevindende langsgerichte strookgebieden 33, 35 om de omsluiting 27 te vormen. De verbinding gebeurt door middel 15 van een ritssluiting 37 die op de gebruikelijke wijze te sluiten is door middel van een schuif 38. De aan elkaar verbonden langsgerichte strookgebieden worden bij voorkeur aangebracht langs de langsranden van het bladmateriaal 31. Bij de in figuur 1 weergegeven uitvoering is het langsgerichte strookgebied 33, dat als het bovenste 20 in figuur 1 is weergegeven in samenhang met het ene deel van de ritssluiting 37, aangebracht langs één langsrand van het plaatmateriaal 31, terwijl het langsgerichte strookgebied 35, dat als het onderste in figuur 1 is weergegeven in samenhang met het tweede deel van de ritssluiting dat daar is aangebracht, op een afstand 25 van de aangrenzende langsrand 39 van het bladmateriaal 31 is aangebracht, zodat in de toestand waarin deze rond een dichtingsribbe 40 is gelegd, bij deze vorm de gesloten ritssluiting 37 van onder wordt bedekt en de ritssluiting 37 tegen het inwendige van de omsluiting 27 wordt afgedicht.
30 De dwarsranden 41, 42 van het bladmateriaal 31 zijn voorzien van dichtingsmiddelen 43, 45 in de vorm van zelf-dichtende stroken en worden zodoende respectievelijk ook afgedicht ter plaatse van de kabelmantels 5 en 7. Deze dichtstroken kunnen aan het binnenoppervlak van het bladmateriaal 31 worden bevestigd op 35 kunnen als één geheel met het bladmateriaal 31 worden gevormd.
8301488 » * 7
Een gietmassa 47, die in staat is om te worden verhard, wordt toegevoerd in de hulsvormige omsluiting 27, en vult al de tussenruimten en zal na verharding een mechanisch massief blok vormen. Aangebracht tussen het bladmateriaal 31 en de kemver-5 bindingen 15, 17, 19 is een afstandsmateriaal 49 dat bij voorkeur bestaat uit een open matting en door de gietmassa 47 wordt doordrongen. Voor de gebruikelijke, van een meervoudige kern voorziene, op een laag voltage berekende kabelverbindingen, bijvoorbeeld in een open 1 IV huishoudstroomtoevoerleidingen en dergelijke, is een mat van' 10 matting met een dikte van 5 tot 20 mm geschikt, welke bestaat uit los onderling verbonden, willekeurig georiënteerde vezels van kunststof met een diameter van ongeveer 0,5 mm. Geschikte open mattingen van polyamide- of polyestervezels zijn in de handel verkrijgbaar.
Het bladmateriaal 31 is sterk rubber-elastisch 15 uitzetbaar en bestaat volgens de uitvoering van figuur 1 voor dit doeleinde uit één geheel van een sterk uitzetbaar rubber-elastisch materiaal zoals bijvoorbeeld neopreen of dergelijke. Speciaal geschikt voor kabelverbindingen van het in het voorgaande vermelde type zijn bladen van een polychloropreenpolymeer dat de volgende eigen-20 schappen heeft
Shore-hardheid 36 treksterkte (MPa) 15,5 rek bij breuk (%) 895 25 breeksterkte (N/mm) 26.
De ritssluiting 37, die in figuur 1 is weergegeven, bestaat uit een bijzonder eenvoudige en voordelige uitvoering van een snel werkend verbindingsorgaan dat er op berekend is om onder een dwarsspanning te worden gesloten. Andere vormen van 30 dergelijke snelwerkende sluitorganen omvatten bijvoorbeeld ineengrij-pende profielsecties die in elkaar gehaakt kunnen worden door middel van een sluitschuif, overeenkomstig aan een gebruikelijke ritssluiting. In elk geval is het nodig dat het sneL^werkende sluit-orgaan sluit, en bij voorkeur ook te sluiten is terwijl het onder 35 dwarsspanning staat omdat bij de beschreven kabelverbinding de om- 8301488 ~ 8 ·” sluiting 27 op het verbindingsgebied zit terwijl deze elastisch gerekt wordt. Het bladmateriaal 31 is. zo gedimensioneerd dat deze kan worden gesloten om het verbindingsgebied 29. alleen onder rekken en de ritssluiting 37 is op zodanige wijze ontworpen dat deze kan 5 worden dichtgetrokken onder een dwarsspanning. Zodoende wordt het rubber-elastische bladmateriaal 31 gerekt en aan een trekspanning onderworpen. De trekspanning kan aanzienlijk zijn en wordt alleen beperkt door de kracht die voor het dichttrekken, van de ritssluiting beschikbaar is.
10 Het daarin toevoeren van de gietmassa 47 kan in beginsel op elke geschikte wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door de opening in de omsluiting 27 die daarin wordt gevormd door het met een spuit doorboren daarvan. Als gevolg van de hoge rek-krachten, die in de omsluiting 27 mogelijk zijn, verdient het echter 15 aanbeveling om het bladmateriaal 31 te voorzien van een speciale gietmassatoevoeropening 53 op een van de randen daarvan verwijderde plaats, die gemakkelijk op een zodanige wijze kan worden ontworpen dat het bladmateriaal 31 niet zal scheuren op die plaats. Wat bijzonder voordelig is, is de vorming daarvan in een de sterkte ver-20 hogend verbindingsstuk 55 dat gemakkelijk in één stuk kan worden uitgevoerd met het bladmateriaal 31 en dat in aanvulling daarop gemakkelijk te ontwerpen is voor het in contact brengen daarvan met een inspuitmondstuk van een gietmassainspuitinrichting (niet weergegeven) .
# 25 Het bladmateriaal 31 heeft op geschikte wijze tenminste één luchtuitlaatopening. In dat geval behoeft men zich niet te verlaten op de luchtontsnapping door lekken bijvoorbeeld van het snelwerkende sluitorgaan (ritssluiting 37), bij het daarin toevoeren van de gietmassa, en kan men het snelwerkende sluit-30 orgaan alsmede ook de dichtingen 43, 45 op een zodanige wijze ontwerpen dat een hoge mate van dichtheid wordt verzekerd. Dit is gemakkelijk mogelijk in samenhang met ritssluitingen op een welbekende wijze doordat de ineengrijpende sluitsecties, die in de langsgerichte strookgebieden 33, 35 worden aangébracht, worden gevormd als continue 35 ribben van kunststof (niet weergegeven). Dergelijke ribben van kunst- 8301488 * > - 9 --- stof kunnen bovendien op voordelige wijze tenminste gedeeltelijk als één geheel met het bladmateriaal 31 worden gevormd; dit vereenvoudigt de produktie aanzienlijk.
Bij de uitvoering volgens figuur 1 worden de 5 luchtuitlaatopeningen 57, 59 telkens elk op een van de dwarsranden 41, 42 van het bladmateriaal 31 aangebracht. Bij beide uitvoeringen, die zijn weergegeven, worden deze openingen respectievelijk heel eenvoudig vervormd door slangen 61 en 63, die respectievelijk door de dichtingsmiddelen 43 en 45 worden gevoerd, of eenvoudig worden 10 bevestigd door een kleefmiddel aan het binnenoppervlak van de dich-tingsorganen, of onder de dichtingsorganen worden ingebracht wanneer het bladmateriaal 31 daaromheen is gelegd. Deze op zichzelf bekende methode is erg eenvoudig en maakt een betrouwbare voorspelling mogelijk van het moment dat de kabelverbinding volledig met de gietmassa 15 is gevuld; in dat geval zal overmaat gietmassa uit beide luchtuit-laatopeningen 57 en 59 worden afgevoerd. Opdat de gietmassa pas afgevoerd zal worden nadat de vulling van de omsluiting 27 is voltooid, is het de bedoeling om de gietmassatoevoeropening 53 op een zo groot mogelijke afstand van de luchtuitlaatopening aan te brengen.
20 Zodoende bevindt bij de uitvoering van figuur 1 de gietmassatoevoeropening 53 zich ongeveer halverwege tussen de twee luchtuitlaat-openingen 57 en 59.
Het is gemakkelijk te beseffen dat de openingen zoals respectievelijk beschreven voor de toevoer van gietmassa en 25 voor de afvoer van lucht op voordelige wijze tenminste gedeeltelijk als één geheel daarmee in het bladmateriaal 31 kunnen worden gevormd.
In dat geval zijn geen speciale maatregelen nodig wanneer het bladmateriaal daaromheen gelegd wordt, teneinde de openingen op de juiste plaats aan te brengen.
30 Het zal voorts opgemerkt worden dat de omsluiting 27, die het verbindingsgebied 29 omgeeft, onder rubber-elastische rek erop berekend is om zich over de gehele eontourvorm van het verbindingsgebied aan te leggen, zodat verzekerd wordt dat slechts de absoluut noodzakelijke minimum gietmassahoeveelheid zal worden ver-35 bruikt.
8301488 i % - 10 .....
Figuur 2 toont een bladmateriaal 231 dat in beginsel geschikt is voor de produktie van een omsluiting volgens het type omsluiting 27 dat in figuur 1 is weergegeven. Bij de uitvoering volgens figuur 2 wordt aangenomen· dat de delen 237a en 5 237b van de ritssluiting 237 als één geheel gevormd zijn aan de langsranden van het bladmateriaal 231. De dichtingsmiddelen 243 en 245, die aan de dwarsranden zijn aangebracht, en de daarin geplaatste slangen, 261 en 263 alsmede het verbindingsstuk 255 met de gietmassa-toevoeropening 253 zijn overeenkomstig aan de corresponderende delen 10 van figuur 1 ontworpen. In zoverre wordt naar de beschrijving van figuur 1 verwezen.
Figuur 3 toont een uitvoering waarbij, overeenkomstig aan figuur 2, de snelwerkende sluitorganen in de vorm van een ritssluiting 337 aan de langsranden van het bladmateriaal 331 15 worden aangebracht. Als een specialiteit wordt een voorziening ge- een troffen voor de snelwerkende sluitorganen om met' lek geschikt om de omsluiting 327 af te laten te worden gevormd. Een dergelijk lek zal gewoonlijk reeds resulteren wanneer een ritssluiting van het gebruikelijke type voor de snelwerkende sluitorganen wordt gebruikt. 20 Het lek is echter niet zo groot dat bij het daarin toevoeren van de gietmassa storende overmaat gietmassahoeveelheden door de snelwerkende sluitorganen worden afgevoerd. Op geschikte wijze is bij deze uitvoering, bij het maken van de kabelverbinding, het snelwerkende sluitorgaan er op berekend om zich bovenaan te bevinden, 25 zoals in figuur 3 is· weergegeven. Men kan ook de aflaat tot bepaalde gebieden van het snelwerkende sluitorgaan beperken door de aanbrenging van afdichtingsmiddelen in andere gebieden waar geen lucht moet worden afgevoerd, bijvoorbeeld bestaande uit een randgedeelte 40 van het bladmateriaal dat als een dichtribbe 40 dient in over-30 eenstemming met figuur 1. Figuur 3 toont dat de snelwerkende sluitorganen 337 zich in een gebogen lijn uitstrekken rond de gietmassa-toevoeropening 353 die eveneens bovenaan moet worden aangebracht gedurende de produktie van de kabelverbinding. Bij de uitvoering volgens figuur 3 is de gietmassatoevoeropening 353 aangebracht in 35 een vulkoker 355 waarin de gietmassa zonder druk wordt gegoten. Bij 8301488 11 de weergegeven uitvoering, voorzien van een voor aflaat in de snelwerkende sluitorganen 337 geschikt lek, is de constructie van het bladmateriaal 331 zoals duidelijk zal zijn vooral eenvoudig, zodat de produktie bijzonder gemakkelijk mogelijk is. Zoals zonder meer 5 kan worden gezien, kan men ook een gietmassatoevoeropening vormen door een kleine opening te laten bij het proces van het sluiten van de snelwerkende sluitorganen. Daarmee wordt het bladmateriaal zelfs nog eenvoudiger. Maar de goede dimensionering van het open te laten gedeelte vergt een zekere mate van zorg; in het algemeen zal 10 men derhalve de voorkeur geven aan uitvoeringen waarbij de snelwerkende sluitorganen geheel dichtgetrokken worden en waarbij een speciale gietmassatoevoeropening is aangebracht.
Uiteraard kunnen de snelwerkende sluitorganen ook aldus worden aangébracht dat deze in verscheidene gedeelten op*· 15 treden. Zo kan bijvoorbeeld een ritssluiting worden gebruikt die vanaf beide einden dichtgetrokken kan worden door middel van een sluitschuif.
Figuur 4 toont de mogelijkheid van het vast aanbrengen van het afstandsmateriaal 449 op het binnenoppervlak van 20 het bladmateriaal 431. Dit vergemakkelijkt de produktie van de kabel-verbinding.
Figuur 5 toont een bladmateriaal 531 waarin een gietmassatoevoeropening 553 is aangebracht in een langwerpig verbindingsstuk 555 midden tussen twee luchtuitlaatopeningen 557 en 559. 25 De laatste worden aangébracht nabij de dwarsranden en de dichtings-middelen 543, 545 die daar worden aangebracht, in aflaatpijpen 67, 69. Het is gemakkelijk mogelijk om in de verbindingsstukken sluitorganen, kleppen of dergelijke zoals een (niet weergegeven) terugslagklep aan te brengen in het verbindingsstuk 555 van de gietmassa-30 toevoeropening 553. In het geval van de weergegeven uitvoering worden de verbindingsstukken 555, 67 en 69 als afzonderlijke onderdelen gevormd en worden deze aan het bladmateriaal 531 gelast of met een kleefmiddel daaraan verbonden. Om de sterkte te verhogen zal men dan op geschikte wijze voor de verbindingsstukken een wat harder ma-35 teriaal, bijvoorbeeld een polychloropreenpolymeer met de volgende 8301488 <· Nr ' 12 eigenschappen kiezen:
Shore-hardheid 70 treksterkte (MPa) 15 rek bij breuk (%) 300 5 breeksterkte (N/mm) 33.
Figuur 6 toont een bladmateriaal 631 dat van daarvan noppen 649 op het binnenoppervlak1 is voorzien. Deze noppen zijn dienstig als afstandsmateriaal om een bepaalde afstand van de kem-verbindingen te verzekeren. De noppen kunnen ook gemakkelijk als 10 één geheel met het bladmateriaal 631 worden gevormd gedurende de produktie daarvan. Bij de weergegeven uitvoering zijn de noppen 649 er in hoofdzaak op berekend om cilindrisch te zijn en zijn deze regelmatig verdeeld in rijen, meer specifiek in langsrijen. Het is gebleken dat daarmee het rubbertype elasticiteit van het materiaal 15 van het bladmateriaal 631 het minst door de noppen 649 wordt geschaad. In figuur 6 kan worden gezien dat bij deze uitvoering de dichtmidde-len 643, 645 zijn aangebracht in de vorm van ribben aan de dwars-. randen van het bladmateriaal. 631, en dat overeenkomstig aan de uit voering van figuur 5 verbindingsstukken 655, 667 en 669 zijn aan-20 gebracht die als afzonderlijke constructieonderdelen gevormd en daar-na aan het bladmateriaal 631 verbonden worden; deze verbindingsstukken bevatten respectievelijk de gietmassatoevoeröpening 633 en de luchtuitlaatopeningen 657 en 659.
Figuur 7 t/m 11 geven een voorstelling van de 25 produktie van een kabelverbinding tussen twee van een meervoudige kern voorziene kabels 701, 703 met een bladmateriaal 731 van het in figuur 5 weergegeven type. Een afzonderlijk afstandsmateriaal 749 is aangewend in de vorm van een open matting van een ongeveer zwaluwstaartvormige omtreksvorm, zodat de matting een lijfgedeelte 71 en 30 twee vleugelgedeelten 73, 75 heeft. Volgens figuur 7 wordt het lijf-gedeelte 41 van het afstandsmateriaal 749 eerst gelegd rond de kem-verbindingen die daarvoor voltooid en geïsoleerd zijn, zoals de kem-verbinding 717 bijvoorbeeld. Wanneer dit gebeurd is, worden ook de vleugels (figuur 8) 73, 75 rond de kemverbindingen gelegd. De aldus 35 gevormde wikkel 77 (figuur 9) kan tijdelijk bijeengehouden worden 8301488
P
A ,·» - 13 door middel van klemmen of dergelijke. Daarop wordt een bladma-teriaal 731 rond het verbindingsgebied 729 gelegd. Aan de langs-randen 733r 735 van het bladmateriaal 731 worden gedeelten van een ritssluiting 737 aangebracht. Een sluitschuif 738 van de ritsslui-5 ting wordt op het ritssluitinggedeelte van de langsrand 735 aangebracht. Het bladmateriaal 731 wordt rond het verbindingsgebied 729 gelegd op een zodanige wijze dat het zich van kabelmantel 705 tot kabelmantel 707 uitstrekt, en de schuif van de ritssluiting 737 wordt ingehaakt aan het ene einde van de ritssluiting (figuur 10 10) onder het daaromheen trekken en strekken van het bladmateriaal · 731, en het dichttrekken daarvan (figuur 11). Daarbij wordt het bladmateriaal uitgezet, en wordt het bladmateriaal afgedicht ten aanzien van de kabelmantels 705, 707 langs de dwarsranden daarvan door middel van de dichtmiddelen 743, 745 die daar ter plaatse worden 15 aangebracht. Daarop wordt een gietmassa in de gietmassatoevoerope-ning 753 toegevoerd, en de lucht, die gedurende de vulverrichting wordt verdrongen, kan door de luchtuitlaatopeningen 757 en 759 ont- een on snappen. In elk geval wordt de gietmassa toegevoerd bij >druk Voldoende om de omsluiting 731 in hoofdzaak op te blazen. Na verharding 20 van de gietmassa is de kabelverbinding gereecL-gekomen.
Opgemerkt zal worden dat de essentiele verrichtingen van de beschreven werkwijze hierin bestaan dat een bladmateriaal van sterk uitzetbaar rubber-elastisch materiaal wordt gesloten op een verbindingsgebied en daaromheen terwijl het aan 25 rek onderworpen wordt door middel van snelwerkende sluitorganen die te sluiten zijn onder een dwarsspanning, bij voorkeur in de vorm van een ritssluiting, en daarop wordt de gietmassa toegevoerd bij een druk die onvoldoende is om de omsluiting in hoofdzaak op te blazen. Zoals eerder reeds uiteengezet is, kunnen de snelwerkende 30 sluitorganen in het algemeen worden aangebracht in zich tegenovergesteld bevindende strookvormige gebieden, bij voorkeur randgebieden, van het bladmateriaal 731 dat omgelegd is.
Indien een bladmateriaal wordt aangewend dat zich niet aan de gietmassa vasthecht, kan het bladmateriaal verwijderd 35 liggen nadat de gietmassa is verhard. Dit wordt mogelijk gemaakt 8301488 <► V * o - 14 .- door een bladmateriaal te gebruiken, dat vrij is van daaraan bevestigd afstandsmateriaal en op het binnenoppervlak daarvan is voorzien van een loslaatmateriaal dat voorkomt dat de gietmassa daaraan vastkleeft. Als een scheidingsmateriaal kan siliconvet worden gebruikt.
5 Het tot stand brengen van de kabelverbinding volgens de uitvinding kan bijzonder eenvoudig gemaakt worden door het verschaffen van een voorgefabriceerde kit van constructie-onderdelen voor de produktie van de kabelverbinding, die al de nodige delen omvat, d.w.z. vooral een rubber-elastisch bladmateriaal dat 10 voor het betreffende type kabelverbinding geschikt is.
8301488

Claims (7)

1. Elektrische kabelverbinding, speciaal voor op een laag en gemiddeld voltage berekende elektriciteitsvoor-zieningsnetwerken, in een verbindingsgebied tussen tenminste twee 5 elektrische kabels elk met tenminste één kern en een kabelmantel, waarbij de kabelverbinding bestaat uit een kemverbinding die bij voorkeur is voorzien van een kemverbindingisolatie, een omsluiting gevormd van flexibel materiaal, die zich op af dichtende wijze van kabelmantel tot kabelmantel over het verbindingsgebied uitstrekt 10 en een bladmateriaal rond de kabels gelegd heeft, welk bladmateriaal zich tegenovergesteld bevindende onderling verbonden langsgerichte strookgebieden bij voorkeur langs langsranden van het bladmateriaal en in dicht contact tegen de kabelmantels liggende dwarsranden heeft, welke dwarsranden bij voorkeur van dichtmiddelen zijn voorzien, en 15 een gietmassa die in de omsluiting wordt toegevoerd, met een afstands-materiaal bij voorkeur aangebracht tussen het bladmateriaal en de kemverbinding, dat door het gietmateriaal doordrongen en bij voorkeur vast verbonden wordt aan het binnenoppervlak van het bladmateriaal, gekenmerkt doordat het bladmateriaal (31) sterk rekbaar 20 rubber-elastisch is, en zo gedimensioneerd is dat het rond het verbindingsgebied (29) alleen wanneer het gerekt is kan worden gesloten, en doordat de langsgerichte strookgebieden (33, 35) van het bladmateriaal (31) zijn voorzien van snelwerkende sluitorganen (37, 38) die onder dwarsspanning sluiten.
2. Kabelverbinding volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het snelwerkende sluitorgaan uit een ritssluiting bestaat.
3. Kabelverbinding volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de snelwerkende sluitorganen zijn ontworpen met 30 een lek dat geschikt is om de omsluiting af te laten.
4. Kabelverbinding volgens elke willekeurige der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het bladmateriaal (31) van een gietmassatoevoeropening (53) is voorzien.
5. Werkwijze voor de produktie van een kabel-35 verbinding, speciaal voor op een laag en gemiddeld voltage bere- 8301488 V * V '· 16 " kende stroomvoorzieningsnetwerken, in een verbindingsgebied tussen twee elektrische kabels elk bestaande uit tenminste één kern en één kabelmantel, welke werkwijze bestaat uit de volgende verrichtingen: het maken van een kernverbinding en bij voorkeur het isoleren 5 daarvan, het leggen van een bladmateriaal rond het verbindingsgebied van kabelmantel tot kabelmantel, desgewenst of desvereist met tussenvoeging van een afstandsmateriaal dat er op berekend is Om te worden doordrongen door de gietmassa, het afdichtend aanbrengen van het bladmateriaal aan de kabelmantels, bij voorkeur door middel van op 10 het bladmateriaal aangebrachte dichtingsorganen, het vormen van een in hoofdzaak gesloten omsluiting door het onderling verbinden van zich tegenovergesteld bevindende strookvormige gebieden, bij voorkeur randgebieden, van het omgelegde bladmateriaal, het toevoeren van een verhardbare gietmassa in de omsluiting- tot deze volledig gevuld 15 is, en het verharden van de gietmassa, met het kenmerk, dat de omsluiting wordt gevormd door het sluiten van een bladmateriaal van sterk rubber-elastisch materiaal op en rond het verbindingsgebied terwijl het aan rek onderworpen wordt door middel van snelwerkende sluitorganen die erop berekend zijn om onder dwarsspanning te worden 20 gesloten, bij voorkeur in de vorm van een ritssluiting, en het toevoeren van de gietmassa bij een druk onvoldoende om de omsluiting . in hoofdzaak op te blazen.
6. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.
7. Inrichting in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8301488
NLAANVRAGE8301488,A 1982-05-03 1983-04-27 Elektrische kabelverbinding. NL190346C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3216431 1982-05-03
DE3216431A DE3216431C2 (de) 1982-05-03 1982-05-03 Elektrische Kabelverbindung

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8301488A true NL8301488A (nl) 1983-12-01
NL190346B NL190346B (nl) 1993-08-16
NL190346C NL190346C (nl) 1994-01-17

Family

ID=6162536

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8301488,A NL190346C (nl) 1982-05-03 1983-04-27 Elektrische kabelverbinding.

Country Status (16)

Country Link
JP (1) JPS58204712A (nl)
AR (1) AR230902A1 (nl)
AU (1) AU561267B2 (nl)
BE (1) BE896632A (nl)
BR (1) BR8302256A (nl)
CA (1) CA1207045A (nl)
CH (1) CH662014A5 (nl)
DE (1) DE3216431C2 (nl)
ES (1) ES521962A0 (nl)
FR (1) FR2526233B1 (nl)
GB (1) GB2122037B (nl)
IT (1) IT1197639B (nl)
NL (1) NL190346C (nl)
NZ (1) NZ204059A (nl)
SE (1) SE455976B (nl)
ZA (1) ZA833108B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS62198819U (nl) * 1986-06-05 1987-12-17
JP2863124B2 (ja) * 1995-01-17 1999-03-03 トーマス アンド ベッツ コーポレーション 封入剤流出容器を有する強制封入ケーブル接続包体
DE19519367A1 (de) * 1995-05-26 1996-11-28 Cellpack Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung einer Giessharzmuffe für Verbindungen, Abzweigungen, Übergänge u. dgl. von isolierten Elektrokabeln
FR2982434B1 (fr) * 2011-11-07 2014-10-10 Soc Ind De Construction Dappareils Et De Materiel Electriques Enveloppement pour encapsuler une zone de raccordement de cables ainsi qu'ensemble et nœud de cables le comportant
FR3001347B1 (fr) * 2013-01-18 2016-06-24 Franck Vivona Housse d'injection pour des accessoires de raccordement de cables electriques
DE102013101601B4 (de) * 2013-02-18 2014-12-31 Sick Ag Leitungsfixierung für Sensorgehäuse
KR20210065185A (ko) * 2018-10-12 2021-06-03 이턴 인텔리전트 파워 리미티드 내부 댐을 포함하는 케이블 글랜드
CN110518428A (zh) * 2019-08-28 2019-11-29 中复碳芯电缆科技有限公司 一种应用于风电叶片的防雷电缆接头的制作方法
NL2025550B1 (en) * 2020-05-11 2021-11-25 Filoform Bv Method and prefabricated sealing assembly for sealing an electric cable joint

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2756172A (en) * 1954-03-05 1956-07-24 Alexander C Kidd Pipe coverings
US2967795A (en) * 1955-10-18 1961-01-10 Minnesota Mining & Mfg Protection of wire-splices
US3038558A (en) * 1959-03-24 1962-06-12 Walter A Plummer Protective jacket
US3187090A (en) * 1961-01-03 1965-06-01 Plummer Walter A Cable splicing boots
US3419669A (en) * 1965-03-15 1968-12-31 Minnesota Mining & Mfg Flexible mold and cable splice
US3495026A (en) * 1968-05-16 1970-02-10 Plummer Walter A Cable splice boot
FR2231137A1 (en) * 1974-04-02 1974-12-20 Zippertubing Co Protective insulating sheath for electric cables - uses foamed material inserted into tube with slide fastening

Also Published As

Publication number Publication date
AR230902A1 (es) 1984-07-31
DE3216431A1 (de) 1983-11-03
IT8348195A0 (it) 1983-05-02
NL190346C (nl) 1994-01-17
DE3216431C2 (de) 1984-02-02
SE8302428D0 (sv) 1983-04-29
ES8405563A1 (es) 1984-06-01
NL190346B (nl) 1993-08-16
ES521962A0 (es) 1984-06-01
SE8302428L (sv) 1983-11-04
CA1207045A (en) 1986-07-02
IT1197639B (it) 1988-12-06
GB2122037A (en) 1984-01-04
AU1413483A (en) 1983-11-10
GB2122037B (en) 1985-11-27
BE896632A (fr) 1983-11-03
ZA833108B (en) 1984-03-28
NZ204059A (en) 1986-01-24
AU561267B2 (en) 1987-05-07
SE455976B (sv) 1988-08-22
JPH0410295B2 (nl) 1992-02-24
BR8302256A (pt) 1984-01-03
FR2526233B1 (fr) 1987-01-09
FR2526233A1 (fr) 1983-11-04
JPS58204712A (ja) 1983-11-29
CH662014A5 (de) 1987-08-31
GB8311841D0 (en) 1983-06-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2080509C (en) Moisture-resistant cable splice and sealing structure thereof
CA2779682C (en) Wrap-around cable sleeve assemblies and methods for making and using the same
CA2167479C (en) Forced encapsulation cable splice enclosure including a container for existing encapsulant
JP2827076B2 (ja) 電線分岐接続部の防水処理方法並びにその方法に使用するカバー
RU2256992C2 (ru) Уплотнение кабеля
CA2080508C (en) Method and apparatus for protection of cable splices
NL8301488A (nl) Elektrische kabelverbinding.
JPH0719625B2 (ja) シール材パッド構成品
US3836702A (en) Means for sealing and protecting a cable splice
US11519506B2 (en) Seal for a vacuum material lifter
CA2958066C (en) An improved seal for a vacuum material lifter
EP0110673B1 (en) Electrical cable connections for gas-pressurized telecommunication cables
US3519728A (en) Protective enclosure for cables
DE4105625C2 (de) Abdichtung für einen Zwischenraum zwischen einem Kabelkanal und einer darin verlegten Leitung, die aufblähbar und gasundurchlässig ist
US3427392A (en) Pressurizable cable splice assembly
EP0198528A1 (en) A method of providing a water seal in a multi-wire cable or like conductor, and a foil for use in carrying out said method
CA1249953A (en) Pressurized cable junction closure
CA1217250A (en) Cable splice encapsulation seal
US6217499B1 (en) Manufacture of a flexible container
EP0147416A1 (en) Heat-shrinkable sleeve for electrical cables and cable connections
JPS63264879A (ja) 接続部絶縁用カプセル

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19991101