NL8301367A

NL8301367A - Inrichting voor het automatisch laden van grammofoonplaten.

Info

Publication number: NL8301367A
Application number: NL8301367A
Authority: NL
Original assignee: Staar Sa
Priority date: 1982-04-23
Filing date: 1983-04-19
Publication date: 1983-11-16
Also published as: GB2120831B; GB8310960D0; BE894259R; FR2525796B1; GB2120831A; IT1161149B; FR2525796A1; IT8320712A0

Description

« A

%

Inrichting voor het automatisch laden van grammofoonplaten·

De uitvinding heeft betrekking op een platenspeler, en meer in het bijzonder op een platenspeler, die is voorzien van een mechanisme voor het automatisch geleiden van grammofoonplaten van verschillende grootte naar speelstanden, gecentreerd 15 op een aandrijving, voorzien van een vertikale spil·

Tot nu toe hebben mechanismen voor het automatisch geleiden van grammofoonplaten naar een speelstand in een inschuif platenspeler slechts een beperkt succes gehad bij het grote publiek als gevolg van de ingewikkeldheid en het beperkte vermogen 20 tot het opnemen van grammofoonplaten met sterk verschillende grootten* Ook zijn deze mechanismen niet toegepast bij een video platenspeler, waarbij registraties worden uitgelezen door een laserwaarneemorgaan, dat zich onder een grammofoonplaat in de middenruimte bevindt, die gewoonlijk wordt ingenomen door het 25 leimechanisme, maar die vrij moet zijn voor het mogelijk maken van een radiale beweging van het laserwaarneemorgaan over de diameter van de grammofoonplaat.

Het hoofddoel van de uitvinding is het verschaffen van een mechanisme voor het geleiden van grammofoonplaten in een platen-30 speler, welk mechanisme grammofoonplaten met een sterk verschillende grootte kan geleiden en nauwkeurig centreren in de speelstand.

Een ander belangrijk doel is het verschaffen van een mechanisme voor het geleiden van grammofoonplaten van verschillende 35 grootte naar een speelstand, welk mechanisme in het bijzonder 8301367

ί V

2 geschikt is voor een video platenspeler, en zich buiten de middenruimte bevindt, nodig voor het laserwaarneemstelsel voor het uitlezen van op deze grammofoonschijven geregistreerde informatie.

5 Een verder doel is het verschaffen van een mechanisme voor het geleiden van grammofoonplaten van verschillende grootte naar een speelstand, welk mechanisme een eenvoudige constructie heeft en een betrouwbare werking voor het verlagen van de vervaardi-gingskosten en het verminderen van de uitgaven en moeilijkheden 10 bij het onderhoud.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een bovenaanzicht is van de platenspeler, de fig. 2A-D doorsneden zijn van details voor het ver-15 duidelijken van de kantelbeweging van een aanslagmiddel, gemonteerd aan de platenspeler volgens fig. 1, fig. 3 een aan fig. 1 gelijk bovenaanzicht is voor het verduidelijken van het bedrijf van de platenspeler wanneer een grote grammofoonplaat daarop is gelegd, 20 fig. 4 een aan fig. 3 gelijk bovenaanzicht is, waarbij de grote grammofoonplaat is gecentreerd, fig. 4A een vooraanzicht is van de platenspeler volgens fig. 4, fig. 5 een aan fig. 4 gelijk bovenaanzicht is, waarbij de 25 centreerelementen zijn verwijderd van uit aanraking met de omtrek van de op de platenspeler gecentreerde grote grammofoonplaat, fig. 5A een vooraanzicht is van de platenspeler volgens fig. 5, fig. 6 een aan fig. 1 gelijk bovenaanzicht is voor het ver-30 duidelijken van het bedrijf van de platenspeler, waarbij een kleine grammofoonplaat daarop is gelegd, fig. 7 een aan fig. 6 gelijk bovenaanzicht is, waarbij de kleine grammofoonplaat is gecentreerd en een aanslagmiddel in aanraking is met de omtrek daarvan, 35 fig. 8 een aan fig. 1 gelijk bovenaanzicht is, waarbij 8301367 * 4 3 tevens schakelaars en electronische beveiligings- en waarneem-elementen zijn weergegeven, de fig. 8A-B electrische schema's tonen van schakelingen, die de electronische beveiligings- en waarneemelementen bevatten, 5 fig. 9 een bovenaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de platenspeler voor gebruikelijke grammofoonplaten, fig. 9A een doorsnede is van een detail-van het aanslag-middel in de stand, ingenomen in fig. 9» fig. 9B een vooraanzicht is van de platenspeler volgens 10 fig. 9, fig. 10 een bovenaanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de platenspeler voor gebruikelijke grammofoonplaten, en fig. 10A een doorsnede is van een detail van het aanslag-middel in de stand, ingenomen in fig. 10.

15 Verwijzende naar de fig. 1 en 4A is een platenspeler afge- beeld voor video grammofoonplaten. Hoewel de uitvinding niet is beperkt tot het gebied van video platenspelers, heeft zij bijzonder nut voor dergelijke spelers, waarbij gebruik wordt gemaakt van een aandrijving voor de grammofoonplaten, voorzien van 20 een vertikale spil 10* De platenspeler bevat een horizontale plaat 12 voor het verschuifbaar opnemen van een grammofoonplaat, die horizontaal wordt gestoken door een laad- en lossleuf (niet weergegeven), waarbij de plaat 12 bij voorkeur een V-vormig oppervlak heeft, zoals beschreven in het Belgische octrooischrift 25 891.428, en is gemonteerd aan het gestel van de platenspeler.

De plaat 12 en de spil 10 zijn onderling beweegbaar gemonteerd aan het gestel van de platenspeler voor het naar de spil-stand brengen van een naar binnen gestoken grammofoonplaat.

De inrichting voor het monteren van de plaat 12 kan bestaan 30 uit het mechanisme, zoals beschreven in het Belgische octrooischrift 891.045.

Ook kan de inrichting voor het monteren worden benut voor het vertikaal naar boven bewegen van de spil 10 tot in aan-grijping met een grammofoonplaat op de plaat 12.

35 Een grote grammofoonplaat 16 is in fig. 3 afgeheeld tijdens 8301367 i v b een dergelijke beweging, en in fig. if gecentreerd op de hartlijn van de spil 10. De in de fig. 3 en if weergegeven grammofoonplaat 16 heeft een middengat 18 voor het opnemen van de naaf van de aandrijfspil 10 en kam daaraan (door niet weergegeven middelen) 5 worden vastgeklemd wanneer de plaat 12 en de grammofoonplaat 16 onderling axiaal zijn bewogen naar de bedrijfsstand volgens fig. 5A. Een de voorkeur verdienend vastklemmechanisme is beschreven in het Belgische octrooischrift 892.073·

Voor het geleiden van naar binnen gestoken grammofoonplaten 10 bij de naar binnen gerichte schuifbeweging langs de plaat 12, zijn op onderlinge afstand liggende hefbomen 12, 2if aan de binneneinden draaibaar gemonteerd aan assen 26, 28 onder de plaat 12, waarbij de hefbomen zich evenwijdig met de hartlijn van de baan van de beweging naar binnen van de naar binnen gestoken grammo-15 foonplaten uitstrekken. In de gemonteerde stand zijn de hefbomen 22, 2b vrij van het middengebied onder de plaat 12, en in het bijzonder van de bewegingsbaan, bepaals door de sleuf 29 van een laserwaarneemorgaan voor het uitlezen van informatie op een gecentreerde grammofoonplaat. De hefbomen 22, 2b hebben aan de 20 buiteneinden pennen 30, 32, die naar boven steken door gebogen sleuven 3b, 36 in· de plaat 12 en rubberen rollen 38, ^0 dragen,' die zijn opgesteld in de baan van een naar binnen gestoken grammofoonplaat. De op onderlinge afstand liggende hefbomen 22, 2b zijn zijdelings naar buiten beweegbaar van uit een eerste 25 stand, weergegeven in fig. 1 en worden veerkrachtig naar elkaar gedrukt door een middel, dat hier is weergegeven als een langwerpige spanveer b2·

Indien een grammofoonplaat uit het midden naar binnen wordt gestoken, grijpt zij eerst één van de rollen 38, ^0 aan, af-30 hankelijk van aan welke zijde van de hartlijn de grammofoonplaat naar binnen wordt geschoven, en drukt de aangeraakte rol 38 of bO de grammofoonplaat naar de hartlijn van de baan totdat de grammofoonplaat symmetrisch is opgesteld.

De hefbomen 22, 2b hebben in de uitgangsstand, weergegeven 35 in fig. 1 voldoende onderlinge afstand voor het in aanraking 8301367 * 4 5 komen met de omtrek van kleine of grote naar binnen gestoken grammofoonplaten.

Voor het in de gecentreerde stand stilzetten van een grote grammofoonplaat, is een paar stijlen 39 aangebracht aan de plaat 5 12 op een plaats om te worden aangegrepen door de voorste rand van de grammofoonplaat, wanneer deze naar binnen wordt gestoken· Verder is een paar aanslagmiddelen schrijlings over de hartlijn gemonteerd aan de plaat 12 in de baan van een naar binnen gestoken grammofoonplaat voor het in de gecentreerde stand 10 houden van een kleine, naar binnen gestoken grammofoonplaat. Ook zijn middelen voorzien voor het uit de baan van een grote, naar binnen gestoken grammofoonplaat verplaatsen van de aanslagmiddelen. De aanslagmiddelen, weergegeven in de fig. 2A-D, zijn L-vormige aanslagdelen 46, 48, gemonteerd aan horizontale assen 46A, 48A 13 aan de plaat 12 voor het kantelen tussen een opstand (fig. 2A) in de baan van een naar binnen gestoken grammofoonplaat, en een neerstand (fig. 2D, buiten die baan. De kantelbeweging van de aanslagdelen 46, 48 hangt samen met de beweging naar buiten van de twee hefbomen 22, 24 voor het zodoende doen kantelen van de 20 aanslagdelen naar de neerstand bij een draaibeweging van de twee hefbomen naar buiten vanuit de uitgangsstand over een bepaalde hoekverplaatsing* ïïit de fig. 2A-D blijkt, dat lén van de aanslagdelen 46, 48 zich tegen elk der hefbomen 22, 24 bevindt. De kantelbeweging van elk der aanslagdelen 46, 48 hangt samen met 25 de hoekstand van de naburige hefboom 22, 24 door een element in de vorm van een schuif 50, 51» die zich uitstrekt vanaf de hefboom en in aanraking is geplaatst met het onderste been 46B, 48B van het L-vormige aanslagdeel voor het in de opstand houden daarvan wanneer de hefboom zich nabij de uitgangsstand naar binnen 30 bevindt. De kantelbeweging van elk der aanslagdelen 46A, 46B hangt ook samen met de hoekstand van de andere hefboom 22, 24 door een element in de vorm van een verbindingsstang 52, 54, gekoppeld aan de andere hefboom 22, 24 door een langwerpige pen 56, 58, en zich evenwijdig met de plaat 12 (zie fig.4A) uitstrek-35 kende in een vlak boven de plaat 12 naar een stand in aanraking 8301367

ï· V

6 met het bovenste been *f6C, 48C van het L-vormige aanslagdeel voor het in de opstand houden daarvan wanneer de andere hefboom zich nabij de uitgangsstand naar binnen bevindt. De verbindings-stangen 52, 5^ kruisen elkaar, en worden beide geleid door een 5 pen 55» die zich uitstrekt door elkaar snijdende sleuven 52B, 5^B in de verbindingsstaven 52, 5^, en zijn aan de einden 52A, 5^A in aanraking met de aanslagdelen.

Met elk aanslagdeel hangen dus twee elementen samen, waarbij êên van de elementen in de vorm is van een schuif, die zich uit-10 strekt vanaf en kan worden bediend door een buitenwaartse beweging van de naburige hefboom, en het andere element in de vorm is van een verbindingsstang, die is verbonden met en kan worden bediend door een buitenwaartse beweging van de andere hefboom.

Voor het doen kantelen van de aanslagdelen naar de neerstand, 15 moeten de twee hefbomen 22, Zk over een bepaalde hoekverplaatsing naar buiten worden bewogen vanuit de op onderlinge afstand liggende uitgangsstand, hetgeen alleen kan worden bereikt door een grote grammofoonplaat.

Verder zijn ook middelen aangebracht voor het vanaf de 20 omtrek van de naar binnen gestoken grammofooQplaat wegbewegen van de rollen 38, ^0 wanneer de grammofoonplaat in de speelstand op de spil 10 is geplaatst. Voor dit doel zijn aan het gestel (niet weergegeven), dat de spil 10 draagt, vingers 60, 62 aangebracht, die een schuin vlak 6θΑ, 62A hebben, zoals weergegeven in de 25 fig. ^A en 5A. De schuine vlakken 60A, 62A van de vingers 60, 62 grijpen de onderste einden aan van de pennen 30, 32, die de rollen 38, kO dragen, voor het enigszins naar buiten drukken van de hefbomen 22, Zk vanaf de omtrek van een grammofoonplaat op de plaat 12, zoals weergegeven in fig. 5· Bit wordt tot stand ge-30 bracht door een beweging naar elkaar van de plaat 12 en de vingers 60, 62.

In fig. 7 is te zien, dat de rollen 38, 40 bij het in de speelstand op de spil 10 aanwezig zijn van een kleine grammofoonplaat, op afstand liggen van de omtrek daarvan, die wordt be-35 paald door de einden van de gebogen leisleuven 3^, 36 in de plaat 8301367 12. · 7

Met betrekking tot het bedrijf van de platenspeler is het bij het naar binnen steken van een kleine grammofoonplaat van belang op te merken, dat de kruisende verbindingsstangen 52, 54 5 het in de bedrijfsstand in de bewegingsbaan van de kleine gram-moffonplaat houden van de twee aanslagdelen 46, 48 verzekeren, zelfs indien de grammofoonplaat asymmetrisch naar binnen wordt gestoken, dat wil zeggen niet in het midden van de sleuf, maar naar een zijde. Als gevolg hiervan wordt de hefboom 22, 24, die 10 zich aan die zijde bevindt, onderworpen aan een hoekverplaatsing, die voor de schuif 50, 51 daarvan voldoende is voor het vrijmaken van het onderste been van het aanslagdeel 46, 48, dat zich aan dezelfde zijde bevindt. Indien echter die hefboom wordt onderworpen aan een grote hoekverplaatsing als gevolg van het 15 uit het midden naar binnen steken van een kleine grammofoonplaat, veroorzaakt deze als gevolg van de kleine diameter slechts een zeer kleine hoekverplaatsing of zelfs helemaal geen hoekverplaatsing van de andere hefboom. Dientengevolge wordt de ver-bindingsstang 52. 54, die samenhangt met de andere hefboom, niet 20 onderworpen aan een verplaatsing, die voldoende is voor het vrijmaken van het bovenste been van het aanslagdeel, waarop zij inwerkt.

Zoals te zien in fig. 8, zijn middelen aangebracht voor het waarnemen van de aanwezigheid van een grammofoonplaat in de 25 gecentreerde stand. Schakelaars SVA, SWA* zijn aangebracht voor het waarnemen van grammofoonplaten met een kleine diameter in de gecentreerde stand, evenals schakelaars SWB, SWB' voor het waarnemen van grammofoonplaten met een grote diameter, en een foto-transistorcel PhT. Zoals aangegeven in fig. 8A, activeert elk 30 paar schakelaars SWA, SWA' of SWB, SWB' een niet-ai-poort E of E'. Indien een van de paren schakelaars wordt bediend, waardoor een signaal wordt geproduceerd door de niet-en-poort E of E’, wordt een fotodiode PhD, die licht uitzendt, gevoed vanaf de bron +A, en ontvangt de fototransistor PhT licht wanneer de grammofoon-35 plaat is gecentreerd. Wanneer de fototransistor PhT licht ont- 8301367 8 vangt, wordt een signaal opgewekt asm de uitgangsaansluiting S, welk signaal kan worden benut voor het sturen van het begin van de laadkringloop voor grammofoonplaten of voor een willekeurige andere gewenste werking. Wanneer de uitgangsaansluiting S geen 5 signaal meer ontvangt, kan een andere werking worden uitgevoerd, bij voorbeeld het uitstoten van een grammofoonplaat.

Verwijzende naar de fig. 9 en 10 is een uitvoeringsvorm afgebeeld, die in het bijzonder geschikt is voor gebruikelijke draaitafels. Zoals bij de eerste uitvoeringsvorm, is een in een 10 horizontaal vlak aangebracht plaat 120 met een V-vormig oppervlak 200 aangebracht voor het opnemen van een kleine of grote grammofoonplaat. Voor het bij de schuifbeweging naar binnen geleiden van de grammofoonplaten, is een paar op onderlinge afstand liggende hefbomen 220, 2^0 aan de binneneinden draaibaar gemonteerd 15 aan assen 260, 280 en onder de horizontale plaat 120 opgesteld om zich evenwijdig met de hartlijn van de baan van de binnenwaartse beweging van de naar binnen gestoken grammofoonplaten uit te strekken. De hefbomen 220, 2^0 hebben aan de buiteneinden rollen 5^0» ^00 aan pennen 500» 520, die naar boven steken door 20 gebogen sleuven 5^0, 5^0 in de plaat 120, zodat zij zijn opgesteld in de baan van een naar binnen gestoken grammofoonplaat.

Overeenkomstig dit aspect, is een paar aanslagdelen ^60, ^80 voorzien, in het algemeen L-vormig van gedaante, gemonteerd aan assen A-90 om zodoende te kantelen vanuit een opwaartse naar 25 een neerwaartse stand, en ingericht om alleen in de opwaartse stand te worden gehouden door het einde van één van twee kruisende verbindingsstangen 520, 5^0, die stuurelementen verschaffen, die zich uitstrekken vanaf de hefbomen 220, 2*t0.

In fig. 10 is een grote grammofoonplaat met een streeplijn 50 in de gecentreerde stand weergegeven. De hefbo,en 220, 2^0 zijn naar buiten gedrukt en komen aan te liggen tegen een paar druk-veren 5^2, 5^» die de door de spanveer 20, die de hefbomen verbindt, uitgeoefende veerkracht versterken voor het verzekeren van een positieve centreerkracht op grote grammofoonplaten.

55 In fig. 9 is een kleine grammofoonplaat weergegeven in de 8301367 * 9 η gecentreerde stand, en blijven de twee kruisende verbindings-stangen 520, 5^0 in aangrijping met de onderranden van de aan-slagdelen 460, b80.

De opstand van een aanslagdeel is afgebeeld in fig. 9A, en 5 de neerstaud van een aanslagdeel is afgebeeld in fig. 10A.

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8301367

Claims

1. Platenspeler, voorzien van een mechanisme voor het geleiden en plaatsen van grammofoonplaten op een spil, gekenmerkt door een horizontale plaat voor het opnemen van een naar binnen 5 gestoken grammofoonplaat en beweegbaar naar een op de spil gecentreerde stand, door middelen aan de plaat voor het geleiden en centreren van grammofoonplaten van verschillende grootte, welke middelen op onderlinge afstand liggende draaibare hefbomen bevatten, die zijdelings beweegbaar zijn en zijn verbonden door 10 veerkrachtige middelen, door een paar aanslagmiddelen, schrijlings over de hartlijn in de baan van een naar binnen gestoken kleine grammofoonplaat gemonteerd aan de plaat voor het in de gecentreerde stand plaatsen van een dergelijke grammofoonplaat, en door middelen, die worden bediend door een buitenwaartse beweging 15 van de twee hefboiken door een grote grammofoonplaat voor het verplaatsen van de aanslagmiddelen ten einde het centreren van een dergelijke grote grammofoonplaat mogelijk te maken· Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk der aanslagmiddelen een L-vormig aanslagdeel omvat, dat draaibaar 20 is gemonteerd voor het kantelen vanuit een opstand met een been zich uitstrekkende boven de horizontale plaat in de bewegings-baan naar een neerstand met het been in hoofdzaak in het vlak van de horizontale plaat buiten de bewegingsbaan·

3· Platenspeler volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 25 de middelen voor het uit de bewegingsbaan verplaatsen van de aan-slagdelen, elementen bevatten, die zich uitstrekken vanaf de hefbomen en samenwerken voor het doen kantelen van de aanslag-delen naar de neerstand bij een draaibeweging van de twee hefbomen naar buiten vanuit de eerste stand over een bepaalde hoek-30 verplaatsing. km Platenspeler volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één der aanslagmiddelen zich bevindt nabij elk der hefbomen, waarbij de middelen voor het verplaatsen van de aanslagmiddelen, twee elementen bevatten, samenhangende met 35 elk der aanslagmiddelen, van welke elementen één zich uitstrekt 8301367 vanaf en kan worden bediend door een buitenwaartse beweging van de naburige hefboom, en het andere kan worden bediend door een buitenwaartse beweging van de andere hefboom, en beide hefbomen over een bepaalde hoekverplaatsing een beweging moeten uitvoeren 5 voor het bedienen van de elementen voor het uit de bewegingsbaan verplaatsen van de aanslagmiddelen.

5· Platenspeler volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat één van de aanslagmiddelen en één van de hefbomen zich aan weerszijden bevinden van de hartlijn, waarbij de mid-10 delen voor het verplaatsen van de aanslagmiddelen, een langwerpige verbindingsstang bevatten, die is verbonden met en kan worden bediend door een buitenwaartse beweging van de hefboom asm de andere zijde van de hartlijn, en beide hefbomen over een bepaalde hoekverplaatsing moeten bewegen voor het verplaatsen van de aan-15 slagmiddelen uit de bewegingsbaan·

6. Platenspeler volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat elk der aanslagmiddelen een L-vormig deel omvat, waarbij twee elementen zijn voorzien, elk verbonden met één van de hefbomen, voor het verplaatsen van elk aanslagdeel in samenwerking met een 20 ander been van het L-vormige aanslagdeel.

7· Platenspeler volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hefbomen onder de horizontale plaat zijn gemonteerd, en rollen dragen, die uitsteken boven de horizontale plaat voor aangrijping met de omtrek van naar binnen gestoken 25 grammofoonplaten·

8. Platenspeler volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hefbomen zijn gemonteerd onder, en de langwerpige verbindings-stangen boven de horizontale plaat voor samenwerking met een ander been van het L-vormige aanslagdeel, 30 9· Platenspeler volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat schakelaars zijn voorzien voor het waarnemen van de hoekstanden van de hefbomen, overeenkomende met een kleine of een grote grammofoonplaat in de gecentreerde stand, waarbij schakelingen de schakelaars bevatten voor het opwekken van een signaal, dat 35 de aanwezigheid weergeeft van een willekeurige grammofoonplaat 8301367 <4 <7 in de gecentreerde stand.

10. Platenspeler in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8301367