NL8301275A - Bijvoorbeeld in verbinding met klimaatregelinrichtingen te gebruiken ventilatorconstructie en met een dergelijke ventilatorconstructie uitgeruste klimaatregelinrichting. - Google Patents

Description

* . 4 i V.0.4704

Bijvoorbeeld in verbinding met klimaatregelinrichtingen te gebruiken ventilatorconstructie en met een dergelijke ventilatorconstructie uitgeruste klimaatregelinrichting.

De uitvinding betreft een bijvoorbeeld in verbinding met kli-maatregelinrichtingen te gebruiken ventilatorconstructie,welke een buitenhuis een tot een zuigleiding behorende zuigaansluiting en ten minste twee naar drukleidingen voerende drukaansluitingen bezit, waarin 5 een motorisch aangedreven ventilatorloopwiel draaibaar gelagerd is en waarbij een tussen verschillende standen verstelbare regelinrichting behoort, met behulp waarvan de uit het ventilatorloopwiel tredende volume-stroom naar wens en instelling over de drukaansluitingen verdeeld wordt.

Inrichtingen met de bovengenoemde kenmerken zijn bijvoorbeeld 10 voorgesteld in het Duitse octrooischrift 3002210, ze hebben tot doel, om de installatiekosten en het verbruik aan aandrijf energie in het bijzonder bij verwarmings- en klimaatregelinrichtingen alsmede soortgelijke installaties zoveel mogelijk te verminderen.

Bij de voomoemde bekende inrichtingen moeten de ventilator-15 loopwielen in axiale richting ten opzichte van het huis versteld worden, om op deze wijze de verdeling van de volumestroom naar wens en instelling over de drukaansluitingen te bewerkstelligen. Hiertoe zijn echter gecompliceerde schuifmechanisme voor de ventilatorloopwielen noodzakelijk, bovendien onstaat bij de genoemde bekende inrichtingen 20 voor elke instelling van het ventilatorloopwiel een nieuwe verhouding tussen de loopwielbreedte en de huisbreedte, hetgeen in zoverre op de vermogenskarakteristiek invloed heeft, dat nu aanzienlijke veranderingen van deze vermogenskarakteristiek verwacht kunnen worden. Bovendien is de bekende constructie slechts tot eenzijdig aanzuigende radiaalloop-25 wielen met achterwaarts gekromde schoepen beperkt, tweezijdig aanzuigende radiaalventilatoren alsmede trommelrotoren zijn op stromingstech-nische gronden niet toepasbaar, omdat in dergelijke gevallen een onveranderlijk huis noodzakelijk is, wanneer stromingstechnisch bevredigende resultaten bereikt moeten worden. Het doel van de onderhavige uitvinding 30 bestaat daarin, de bovengenoemde nadelen te ondervangen.

Aan de onderhavige uitvinding ligt het probleem ten grondslag de ventilatorconstructie van het hier bedoelde type met behoud van de 830 1 27 5 I 1 -2- bovengenoemde voordelen van de2e bekende inrichtingen te verbeteren, zodanig dat zij eenvoudig te vervaardigen en in opbouw eveneens eenvoudiger zijn, dat zij beter werken en het verloop van de vermogenska-rakteristiek overzichtelijker is, dat zij gemakkelijker bediend kunnen 5 worden en dat het toepassingsgebied groter is.

Daartoe is er volgens de uitvinding bij de nieuwe constructie voor gezorgd, dat de regel inrichting uit een tussen buitenhuis en ventilatorloopwiel aangebracht, binnenhuis met de binnencontour van het buitenhuis overeenstemmende buitencontour bestaat, dat tussen een 10 aantal instellingen overeenkomstig het aantal drukaansluitingen, waarin steeds een van de drukaansluitingen vrij ligt en de andere drukaansluitingen door het binnenhuis ten opzichte van het ventilatorloopwiel afgedekt zijn.en door willekeurige tussenstanden heen vastzetbaar, verstelbaar is. Hierbij is de constructie bij voorkeur zodanig uitgevoerd, 15 dat het ventilatorloopwiel met het binnenhuis op de wijze van een radiale ventilator samenwerkt, waarbij doelmatig de binnencontouren van het binnenhuis aan het verloop van een spiraalhuis voor radiaalventilator-loopwielen overeenstemt, terwijl bij voorkeur de buitencontour van het binnenhuis met het verloop van een cirkelboog overeenstemt. Het 20 binnenhuis is hierbij doelmatig verdraaibaar, om bijvoorbeeld om de as van het buitenhuis of het loopwiel heen, waarbij op doelmatige wijze voor het in hoge mate vermijden van lekverliezen de buitenvlakken van het binnenhuis en de binnenvlakken van het buitenhuis ten minste op de plaatsen, waarvan de drukaansluitingen uitgaan, dicht op elkaar liggen, 25 bij voorkeur onder toepassing van op zichzelf bekende slepende of contactloze afdichtsoorten. Het ventilatorloopwiel kan bijvoorbeeld als radiaalloopwiel met achterwaarts gekromde.schoepen zijn uitgevoerd, het kan echter ook als meerschoepige trommelrotor zijn uitgevoerd.

In totaal ontstaat dus een constructie van eenvoudige opbouw, 30 welke gemakkelijker en goedkoper kan worden gemaakt en gemakkelijk van buitenaf bediend kan worden, bovendien onderscheidt de nieuwe constructie zich door een doelmatig functioneren. Bij toepassing van de veelzijdiger dan de bekende constructies te gebruiken inrichting volgens de uitvinding ontstaan duidelijke stromingsverhoudingen, de uitvoeringsvorm 35 is compact, de mogelijkheid is aanwezig, geluiddempende inlegsels te gebruiken, de bouwlengte is korter, omdat gecompliceerde overgangsstuk- 8301275 9 % -3- ken, zoals deze bij de bekende, vergelijkbare constructies onder bepaalde omstandigheden noodzakelijk zijn, kunnen vervallen, bovendien bestaat nog de mogelijkheid, de stromingsrichting van de beide deel-luchtstromen vrijer te kunnen kiezen. In elk geval zijn ook de voor-5 delen van de bekende, vergelijkbare constructies behouden, namelijk dat in het bijzonder in combinatie met verwarmings- en klimatiseerin-richtingen voor grotere gebouwencomplexen de installatiekosten en het verbruik van aandrijfenergie kleiner worden.

De uitvinding betreft voorts een met een ventilatorinrichting vol-10 gens de uitvinding uitgeruste klimatiseerinstallatie, welke gekenmerkt is, doordat deze twee ventilatorconstructies bezit waarvoor in de stromingsrichting een, bijvoorbeeld ventilatorloos klimatiseerapparaat is geschakeld, waarvan de uitlaat met de zuigaansluiting van de eerste van de ventilatorconstructies in verbinding staat en dat twee uitlaten bezit, 15 waarvan de ene met een van de drukstompen van de eerste ventilatorcon-structie en andere met de atmosfeer in verbinding staat, dat in de stromingsrichting achter de te klimatiseren ruimte, de beide ventilatorcon-structie zijn geschakeld, dat een van de uitlaten van de tweede ventila-torconstructie met de vrije atmosfeer en de inlaat met de te klimatise-20 ren ruimte in verbinding staat en dat de andere uitlaat van de beide ventilatorconstructies eveneens met de te klimatiseren ruimte in verbinding staan. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de beide ventilatorconstructies als tweeling-ventilator zijn uitgevoerd, de ventilatoren van de beide ventilatorconstructies kunnen echter ook bijvoorbeeld gescheiden aangedreven 25 worden. De klimatiseerinstallatie volgens de uitvinding onderscheidt zich door een eenvoudig, betrouwbare opbouw en kan doelmatig worden gedreven, bovendien ontstaat door de compactheid en de bijzondere korte afmetingen het voordeel van minder behoefte aan ruimte.

In de tekening zijn uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting vol-30 gens de uitvinding weergegeven. Daarin tonen : fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een ventilatorconstructie volgens de uitvinding in zijaanzicht en schematisch weergegeven, in doorsnede, fig. 2 een variant van de constructie volgens fig. 1 op dezelfde 35 wijze weergegeven, 8301275

* V

V

-4- fig. 3 een andere uitvoeringsvorm van de inrichting Volgens de uitvinding, wederom schematisch in zijaanzicht en in doorsnede, fig. 4 de constructie volgens fig. 1 in bovenaanzicht en doorsnede en tenslotte 5 fig. 5 een met een ventilatorconstructie volgens fig. 1, respec tievelijk fig. 2 , respectievelijk fig. 3 uitgeruste klimatiseerinrichting, wederom schematisch aangeduid.

De ventilatorconstructie volgens fig. 1 heeft een buitenhuis 1 met een bij een zuigleiding behorende zuigaansluiting 2 en met twee 10 drukaansluitingen 3, 4 welke naar drukleidingen voeren. In dit buitenhuis 1 is een motorisch aangedreven ventilatorloopwiel 5 draaibaar gelagerd. Bij het buitenhuis behoort een andere nog nader te beschrijven regelinrichting, met behulp waarvan de uit het ventilatorloopwiel tredende volumestroom naar wens en instelling over de drukaansluitingen wordt 15 verdeeld.

De bovengenoemde regelinrichting bestaat uit een binnehuis 6, dat tussen het buitenhuis 1 en het ventilatorloopwiel 5 is aangebracht, en opgemerkt zij, dat de buitencontouren 6a van het binnenhuis 6 met de binnencontouren van het buitenhuis, althans ten dele, overeenstemt, zo-20 ’ als uit de figuren 7a, respectievelijk 7b blijkt. Dit binnehuis 6 is volgens de uitvinding tussen een aantal eindstanden verstelbaar en in een betreffende stand vastzetbaar, waarbij het aantal eindstanden met het aantal drukaansluitingen overeenstemt en de constructie is zodanig uitgevoerd, dat in de eindstanden steeds een van de drukaansluitingen 25 vrij ligt en de andere drukaansluitingen door het binnenhuis ten opzichte van het ventilatorloopwiel zijn af gedekt. Bovendien zijn ook willekeurige tussenstanden mogelijk, waarin slechts een gedeelte van de ene of de andere drukaansluiting, : respectievelijk beide drukaansluitingen af-gedekt, respectievelijk vrijgegeven is.

30 Het gaat hier ook om een ventilatorconstructie met verstelbaar, dukbbelwandig binnenhuis met cirkelvormige buitenmantel (buitencontour 6a), waarbij de beide deelstromen en in het bereik van de drukaansluitingen 8, respectievelijk 9 tegengesteld gericht zijn. Het binnenhuis kan zodanig ingesteld worden, dat de door het loopwiel getranspor-35 teerde volumestroom over de beide uittreedopeningen 8, 9 verdeeld wordt, waarbij + v2 * 100% en V1' resPectieveli3k v2 tussen 0 en 100% 8301275 i % -5- veranderd kunnen worden.

Duidelijk blijkt, dat het ventilatorloopwiel met het binnehuis op de wijze van een radiaalventilator samenwerkt, waarbij de binnencontour 6b van het binnenhuis met het verloop van een spiraalhuis voor 5 radiaalventilatorloopwielen overeenstemt. De buitencontour van het binnenhuis stemt, zoals reeds is opgemerkt, met het verloop van een cirkelboog overeen. In totaal ontstaat een constructie, waarbij het binnenhuis in doorsnede de vorm van een sikkel met een van het ene einde 6c naar het andere einde 6d afnemende dikte heeft.

10 Verder blijkt uit de tekening, dat het buitenhuis delen 7a, 7b met de contour van een cirkelboog bevat, waarbij de totale straal van alle cirkelbogen ongeveer met de straal overeenstemt, waarmee de buitencontour van het binnenhuis beschreven is, de delen 7a, 7b zijn dus met eenzelfde straal beschreven, de straal van de buitencontour van het bin-15 nenhuis stemt ongeveer overeen met deze straal, waarbij slechts de maatregel getroffen is, dat het binnenhuis, waarvan de buitencontour met het verloop van een cirkelboog overeenstemt,waarbij een middelpuntshoek vain ongeveer 180° behoort, om de as 10 van het buitenhuis, respectievelijk het ventilatorloopwiel, verdraaibaar is, volgens de pijl 11.

20 Het binnenhuis kan als hol lichaam zijn uitgevoerd, dat bij voor beeld,zoals bij de variant volgens fig. 1, met geluiddempend materiaal gevuld is, het binnenhuis kan echter bijvoorbeeld ook uit kunststof zijn geschuimd. Men kan bijvoorbeeld ook trachten,ten minste de binnenwand geluiddoorlatend te maken, bijvoorbeeld doordat men deze geheel of 25 ten dele van gaten voorziet en bijvoorbeeld uit een geperforeerde plaat vervaardigd. Voor het zoveel mogelijk vermijden van lekverliezen liggen de buitenvlakken van het binnenhuis en de binnenvlakken van het buitenhuis ten minste op die plaatsen, van waaruit de drukaansluitingen lopen, dicht tegen elkaar aan, bij voorkeur onder toepassing van op zichzelf 30 bekende slepende of contactloze afdichtingssoorten.

Terwijl bij de variant volgens fig. 1 het buitenhuis twee drukaansluitingen heeft, welke, zoals bij 3 en 4 respectievelijk 8 en 9 is getoond, evenwijdig aan elkaar lopen, doch tegengesteld gericht zijn, is bij de variant volgens fig. 2 het buitenhuis van drie drukaanslui-35 tingen 12, 13 voorzien, welke evenwijdig aan elkaar lopen en dezelfde richting hebben. De beide deelstromen en treden hierbij evenwijdig 8301275 -6- aan elkaar in dezelfde richting naar buiten. Overigens stemt de variant bij de constructie volgens fig. 2 grotendeels met die volgens fig. 1 overeen, slechts het binnenhuis 14 strekt zich over een cirkelboog uit, waarbij een grotere middelpuntshoek behoort dan bij de constructie vol-5 gens fig. 1.

Het buitenhuis kan bijvoorbeeld twee onder een hoek van 90° onderling verlopende drukaansluitingen hebben, een dergelijke constructie is niet getoond.

Bij de constructie volgens fig. 3 zijn aan het buitenhuis 15 10 vier drukaansluitingen 16, 17, 18, 19 voor de vier deelstromen V^, en aanwezig, deze drukaansluitingen zijn nagenoeg gelijkmatig over een cirkel verdeeld en verlopen bijvoorbeeld onder een hoek van 90° onderling. In dit geval bevinden de drukaansluitingen 16, 17, 18, 19 zich in hoofdzaak op een cirkelboog, waarvan de straal nagenoeg met die overeenstemt, waarmee de buitencontour van het binnenhuis 20 be-15 schreven is, waarbij de buitencontour aan het verloop van een cirkelboog overeenstemt, waarbij een middelpuntshoek van ongeveer 270° behoort. Bij deze in fig. 3 getoonde variant, waarbij het buitenhuis vier uittreedopeningen heeft, is dus het binnenhuis zodanig uitgevoerd, dat maximaal twee naburige uittreedopeningen in werking kunnen zijn, 20 dus door de volumestromen doorlopen kunnen worden, bijvoorbeeld deelstroom en , deelstroom en V^/ deelstroom en , deelstroom V. en V<. Het binnenhuis moet dus over 270° verstelbaar zijn.

In fig. 4 is een bovenaanzicht van een constructie volgens fig. 2 in doorsnede getoond, hier is het loopwiel 5 met een inlaadmond-25 stuk 21 weergegeven, en hierbij bestaat de mogelijkheid, dat de op de zuigaansluiting aangesloten zuigleiding axiaal ten opzichte van het loopwiel intreedt, de volumestroom als bij een radiaalventilator radiaal uit het loopwiel naar buiten treedt, om in het door het binnenhuis 6 gevormde spiraalhuis te komen. 22 is de aandrijfmotor.

30 Het ventilatorloopwiel kan zoals bij de getekende uitvoerings- voorbeelden als radiaalloopwiel met achterwaarts gekromde schoepen zijn uitgevoerd, het kan echter ook als meerschoepige trommelrotor uitgevoerd zijn.. Het ventilatorloopwiel kan als eenzijdig aanzuigend ventilatorloopwiel of als tweezijdig aanzuigend ventilatorloopwiel zijn 35 uitgevoerd. Er zijn ook andere varianten mogelijk, bijvoorbeeld twee- 8301275 -7- voudige uitvoeringsvormen of een uitvoeringsvorm waarbij de motor een tweede aseinde bezit en een tweede regelventilator aandrijft. Overigens kan men het binnenhuis via bekende stelsystemen verstellen, de keuze kan van geval tot geval al naar gelang de omstandigheden plaatsvinden.

5 Een klimatiseerinrichting, welke met ventilatorconstructie volgens de uitvinding is uitgerust, is in fig. 5 van de tekening getoond. Er zijn in dit geval twee ventilatorconstructies aanwezig, welke schematisch bij 25 zijn aangeduid, daarvoor is in de stromingsrichting volgens pijl 26 een bijvoorbeeld ventilatorloze klimatiseerapparaat 27 10 geschakeld, waarvan de uitlaat 28 met de zuigaansluiting 29 van de eerste van de beide ventilatorconstructies in verbinding staat en twee · inlaten 30, 31 bezit, waarvan de ene met een van de drukstompen 32 van de eerste ventilatorconstructie en de andere met de buitenatmosfeer in verbinding staat. De te klimatiseren ruimte 34 is achter de beide 15 ventilatorconstructies geschakeld, waarbij een van de uitlaten van de tweede ventilatorconstructie, de uitlaat 35 met de vrije atmosfeer en de inlaat van deze twee ventilatorconstructies 36 met de tê klimatiseren ruimte in verbinding staat. De andere uitlaten 37,38 van de beide ventilatorconstructies staan eveneens met de te klimatiseren ruimte in 20 verbinding. De beide ventilatorconstructies kunnen als tweelingventila-tor zijn uitgevoerd, de ventilatoren van de beide ventilatorconstructies kunnen echter ook gescheiden worden aangedreven.

8301275

Claims (13)

1. Bijvoorbeeld in combinatie met klimatiseerinrichtingen te gebruiken ventilatorconstructie, welke een buitenhuis met een bij een zuigleiding behorende zuigaansluiting en ten minste twee naar druklei-dingen voerende drukaansluitingen bezit, waarin een motorisch aangedre- 5 ven, bijvoorbeeld als radiaalloopwiel of als trommelrotor uitgevoerd ventilatorloopwiel draaibaar gelagerd is, en waarbij een tussen verschillende standen verstelbare regelinrichting behoort, met behulp waarvan de uit het ventilatorloopwiel tredende volumestroom naar wens en instelling over de drukaansluitingen verdeeld wordt, met het kenmerk, dat 10 de regelinrichting uit een tussen buitenhuis en ventilatorloopwiel aangebracht binnenhuis met de binnencontour van het buitenhuis overeenstemmende buitencontour bestaat, dat tussen een aantal instellingen,overeenkomstig het aantal drukaansluitingen, waarin steeds een van de drukaansluitingen vrij ligt en de andere drukaansluitingen door het binnenhuis ten 15 opzichte van het ventilatorloopwiel zijn afgedekt, en door willekeurige tussenstanden vastzetbaar, verstelbaar, bijvoorbeeld om de as van het buitenhuis, respectievelijk het ventilatorloopwiel verdraaibaar is.

2. Ventilatorconstructie volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het ventilatorloopwiel met het binnenhuis op de wijze van een radiaal - 20 ventilator samenwerkt, door dat bijvoorbeeld de binnencontour van het binnenhuis met het verloop van een spiraalhuis voor radiaalventilator-loopwielen kan overeenstemmen.

3. Ventilatorconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buitencontour van het binnenhuis met het verloop van een cirkelboog 25 overeenstemt, welke met een middelpuntshoek van ongeveer 180° of ongeveer 270° kan overeenstemmen.

4. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-3 met het kenmerk, dat het buitenhuis gedeelten'met steeds de contour van een cirkelboog bevat, waarbij de gemeenschappelijke straal van alle cirkel- 30 bogen ongeveer met de straal overeenstemt, waarmee de buitencontour van het binnenhuis beschreven is, waarbij doelmatig de drukaansluitingen van het buitenhuis zich in hoofdzaak op een cirkelboog kunnen bevinden, 8301275 c " -9- waarvan de straal ongeveer overeenstemt met die, waarmee de buitencontour van het binnenhuis beschreven is.

5* Ventilatorconstructie volgens conclusies 1-4 met het kenmerk, dat het binnenhuis als hol lichaam is uitgevoerd, dat bijvoorbeeld met 5 geluiddempend materiaal gevuld kan zijn.

6. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusie s 1 -5 ,met hetkenmerk dat ten minste de binnenwand van het binnenhuis ten minste ten dele van gaten is voorzien en hierbij bijvoorbeeld uit een geperforeerde plaat bestaat.

7. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-6 met het kenmerk, dat het binnenhuis uit kunststof is geschuimd.

8. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat voor het zoveel mogelijk vermijden van lekverliezen het buitenvlak van het binnenhuis en het binnenvlak van het buitenhuis ten 15 minste op die plaatsen van waaraf de drukaansluitingen uitgaan, dicht bij elkaar liggen, bij voorkeur onder toepassing van op zichzelf bekende slepende of contactloze soorten afdichting.

9. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-8 met het kenmerk, dat het buitenhuis twee drukaansluitingen bezit, welke 20 evenwijdig aan elkaar lopen en gelipt gericht of tegengesteld gericht zijn.

10. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-8 met het kenmerk, dat het buitenhuis twee onder een hoek van 90° onderling verlopende drukaansluitingen heeft.

11. Ventilatorconstructie volgens een van de conclusies 1-8, met 25 het kenmerk, dat het buitenhuis een aantal, bijvoorbeeld vier drukaansluitingen heeft, welke nagenoeg gelijkmatig over een cirkel zijn verdeeld en bijvoorbeeld onder een hoek van 90° onderling verlopen.

12. Ventilatorloopwiel volgens een van de conclusies 1-11 met het kenmerk, dat de aandrijfmotor voor het ventilatorloopwiel een tweede as- 30 einde bezit, waarop een tweede ventilatorloopwiel zit.

13. Met ventilatorconstructies volgens een van de conclusies 1-12 uitgeruste klimatiseerinrichting, met het kenmerk, dat deze twee ventilatorconstructies bezit en daarvoor in de stromingsrichting een, bijvoorbeeld ventilatorloos klimatiseerapparaat geschakeld is, waarvan de 35 uitlaat met de zuigaansluiting van de eerste ventilatorconstructie in verbinding staat en welke twee inlaten bezit, waarvan de ene met een 8301275 -10- van de drukstompen van de ventilatorconstructie en de andere met de buitenatmosfeer in verbinding staat, dat in de stromingsrichting de te klimatiseren ruimte achter de beide ventilatorconstructies is geschakeld, dat een van de uitlaten van de tweede ventilatorconstructie 5 met de vrije atmosfeer en de inlaat met de te klimatiseren ruimte in verbinding staat en dat de andere uitlaten van de beide ventilatorconstructies eveneens met de te klimatiseren ruimte in verbinding staan. 8301275