NL8300454A - TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE. - Google Patents

TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE. Download PDF

Info

Publication number
NL8300454A
NL8300454A NL8300454A NL8300454A NL8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A NL 8300454 A NL8300454 A NL 8300454A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
tractor according
frame
wheels
shaft
Prior art date
Application number
NL8300454A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8300454A priority Critical patent/NL8300454A/en
Priority to GB08402630A priority patent/GB2134862B/en
Priority to DE19843403932 priority patent/DE3403932A1/en
Priority to FR8401820A priority patent/FR2540452A1/en
Publication of NL8300454A publication Critical patent/NL8300454A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/18Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17
    • B62D21/186Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17 for building site vehicles or multi-purpose tractors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/02Tractors modified to take lifting devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)

Description

> < % * » ï * 2556/lied/Br:> <% * »Ï * 2556 / song / Br:

Gm van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.Gm van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.

"Trekker of dergelijk voertuig”"Tractor or similar vehicle"

De uitvinding heeft betrekking op een.trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden, met een aandrijf motor, een gestel en ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas.The invention relates to a tractor or the like vehicle, in particular a tractor for agricultural purposes, with a drive motor, a frame and at least one lifting device and at least one PTO shaft.

5 Bekende trekkers zijn aan ten minste één einde voorzien van een aftakas die met twee verschillende omwente-lingssnelheden aandrijfbaar zijn. Dit betekent dat één aangekoppelde machine, al naar gelang de aard van deze machine, tijdens bedrijf aandrijfbaar is met één bepaald 10 toerental. Hierdoor worden de mogelijkheden van de trekker ten zeerste beperkt. Het is een doel van de uitvinding om de bruikbaarheid van de trekker te verruimen.Known tractors are provided at at least one end with a power take-off shaft which can be driven at two different rotational speeds. This means that, depending on the nature of this machine, one coupled machine can be driven at one specific speed during operation. This greatly limits the possibilities of the tractor. It is an object of the invention to expand the usability of the tractor.

Volgens de uitvinding omvat de trekker nabij een einde ten minste twee aftakassen waarvan er ten minste 15 één met verschillende omwentelingssnelheden aandrijfbaar is.According to the invention, the tractor comprises near one end at least two PTO shafts, at least one of which is drivable at different rotational speeds.

Hierdoor is het mogelijk om een aan de trekker gekoppelde combinatie van machines (bijvoorbeeld een roterende eg met een zaaimachine, een balenpers en een laad-20 wagen, een maaimachine met een gewaskneuzer) naar omstandigheden en afhankelijk van de aard van de machine aan te drijven. Zo kan één der machines met een bepaalde omwente~ lingssnelheid worden aangedreven en de andere machine, bijvoorbeeld afhankelijk van de aard van de grond of het 25 gewas, tegelijkertijd met naar keuze één van meerdere omwentelingssnelheden worden aangedreven, zodat een der machines van de combinatie niet afhankelijk is van de omwentelingssnelheid waarvoor de andere machine is geconstrueerd.This makes it possible to drive a combination of machines coupled to the tractor (for example a rotary harrow with a seeder, a baler and a loading wagon, a mower with a crop conditioner) according to circumstances and depending on the nature of the machine . For example, one of the machines can be driven at a certain rotation speed and the other machine, for instance depending on the nature of the soil or the crop, can be driven simultaneously with one of several rotation speeds, so that one of the machines of the combination does not depends on the revolution speed for which the other machine is constructed.

30 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren: 8300454 i ί - 2 - *The invention will be elucidated on the basis of the following figures: 8300454 i ί - 2 - *

Figuur 1 is een zijaanzicht van een trekker volgens de uitvinding.Figure 1 is a side view of a tractor according to the invention.

Figuur 2 is een "bovenaanzicht van de trekker volgens figuur 1, waarbij duidelijkheidshalve de cabine is 5 weggelaten.Figure 2 is a top plan view of the tractor of Figure 1 with the cab omitted for clarity.

Figuur 3 is een vooraanzicht van de trekker volgens de fig. 1 en 2.Figure 3 is a front view of the tractor of Figures 1 and 2.

Figuur 4 is een schematische aanduiding van de constructie volgens de lijnen IV - IV in fig. 2.Figure 4 is a schematic of the construction along lines IV - IV in Figure 2.

10 Figuur 5 is een schematische aanduiding van een wielaandrijving van de trekker.Figure 5 is a schematic of a wheel drive of the tractor.

Figuur 6 is een alternatief van de voorasbevestiging volgens fig. 3.Figure 6 is an alternative to the front axle mounting of Figure 3.

Zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt, bezit de trekker 15 een gestel 1 dat een tweetal op afstand naast elkaar gelegen holle kokervormige gestelbalken 2 omvat, die aan weerszijden van een verticaal langssymmetrievlak 3 van de trekker zijn gelegen. Gerekend ten opzichte van de rijrichting A zijn elk der beide gestelbalken 2 voorzien van een verlenging in de 20 vorm van een hol kokerprofiel 4 dat star aan de voorzijde van de betreffende gestelbalk 2 is bevestigd en zich vanaf deze bevestiging schuin opwaarts en voorwaarts uitstrekt.As can be seen from Figures 1 and 2, the tractor 15 has a frame 1 comprising two spaced apart hollow tubular frame beams 2, which are located on either side of a vertical longitudinal symmetry plane 3 of the tractor. Calculated relative to the direction of travel A, each of the two frame beams 2 is provided with an extension in the form of a hollow box section 4, which is rigidly fixed to the front of the frame beam 2 concerned and extends obliquely upward and forward from this fastening.

Elke verlenging 4 ligt, gezien in bovenaanzicht, in het verlengde van de gestelbalk 2. De beide kokerprofielen 4, 25 waarvan de lengte ongeveer 25 & 30$ van die van een gestelbalk 2 bedraagt en die, gezien in zijaanzicht,met de bijbehorende gestelbalk 2 een hoek van ongeveer 45° insluiten, zijn aan hun bovenste uiteinden onderling star gekoppeld door middel van een horizontaal gelegen, loodrecht op het 30 symmetrievlak 3 opgestelde verbindingsbalk 5. Op korte afstand vóór hun achterste einden zijn de gestelbalken 2 eveneens onderling gekoppeld door middel van een loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen kokervormige balk 6, die aan elk van zijn uiteinden star verbonden is met een gestelbalk 2. 35 Op de bovenzijde van de balk 5 zijn twee in door snede U-vormige dragers 7 star bevestigd, die zich vanaf de balk 5 en gerekend ten opzichte van de rijrichting A in voorwaartse richting uitstrekken. De beide U-vormige dragers 7 8300454Seen in top view, each extension 4 is in line with the frame beam 2. The two box sections 4, 25, the length of which is approximately 25 & 30 $ of that of a frame beam 2 and, seen in side view, with the associated frame beam 2 enclosing an angle of approximately 45 °, they are rigidly coupled at their upper ends by means of a horizontally located connecting beam 5 arranged perpendicular to the plane of symmetry 3. A short distance in front of their rear ends, the frame beams 2 are also mutually coupled by means of a box-shaped beam 6 perpendicular to the plane of symmetry 3, which is rigidly connected at each of its ends to a frame beam 2. 35 On the top side of the beam 5, two U-shaped beams 7 are rigidly fixed, which are located from the beam 5 and extend forward in relation to the direction of travel A. Both U-shaped carriers 7 8300454

f If I

- 3 - zijn mei hun open zijden naar elkaar toe gekeerd opgesteld en zijn aan weerszijden van en op gelijke afstanden van het symmetrievlak 3 gelegen. De afstand tussen de aan de buitenzijden van de dragers 7 gelegen lijfplaten bedraagt onge-5 veer de helft van de loodrecht op het symmetrievlak 3 gemeten lengte van de verbindingsbalk 5· Aan hun voorste einden zijn de dragers 7 onderling star verbonden door middel van een loodrecht op het symmetrievlak gelegen, verticaal opgestelde verbindingsplaat 8.Their open sides may be turned towards each other and are situated on opposite sides and at equal distances from the plane of symmetry 3. The distance between the web plates located on the outer sides of the carriers 7 amounts to about half the length of the connecting beam 5 measured perpendicular to the plane of symmetry 3. At their front ends the carriers 7 are rigidly connected to each other by means of a perpendicular vertically arranged connecting plate 8 located on the plane of symmetry.

10 Gezien in bovenaanzicht bedraagt de in de rijrich ting A gemeten lengte van de verlengingen 4 en de dragers 7 tezamen ongeveer de helft van de lengte van de gestel-balken 2,Seen in top view, the length of the extensions 4 and the carriers 7, measured in the direction of travel A, together is approximately half the length of the frame beams 2,

In de vrije ruimte die - gezien in zijaanzicht 15 volgens fig. 1 - aanwezig is aan de voorzijde van de verlengingen 4 en onder de dragers 7 zijn een stel voorwielen 9 van de trekker opgesteld, die zijn voorzien van luchtbanden, die zijn uitgevoerd als lagedrukbanden.In the free space which - seen in side view 15 according to fig. 1 - is present at the front of the extensions 4 and under the carriers 7 a set of front wheels 9 of the tractor are arranged, which are provided with pneumatic tires, which are designed as low-pressure tires .

Gezien in bovenaanzicht (fig. 2) is een deel van elk der 20 beiden banden 9 onder een drager 7 gelegen. De twee voorwielen 9 zijn dicht bij elkaar opgesteld; de tussenruimte tussen de twee banden is kleiner dan een vierde van de diameter van een band. De beide voorwielen 9 zijn op nader aan te duiden wijze tezamen verzwenkbaar om een opwaarts 25 gerichte zwenkas 10, die in het symmetrievlak 3 is gelegen.Seen in top view (fig. 2), a part of each of the two belts 9 is located under a carrier 7. The two front wheels 9 are arranged close together; the spacing between the two tires is less than a quarter of the diameter of a tire. The two front wheels 9 are pivotable together in a manner to be specified, about an upwardly directed pivot axis 10, which is located in the plane of symmetry 3.

De trekker is voorzien van twee achterwielen 11, die aan weerszijden van het symmetrievlak 3 zijn opgesteld en draaibaar zijn om een wielas 12 die - gezien in zijaanzicht volgens fig. 1 - nabij het achterste uiteinde van de 30 gestelbalken 2 is gelegen en loodrecht op het symmetrievlak 3 is gericht.The tractor is provided with two rear wheels 11, which are arranged on either side of the symmetry plane 3 and are rotatable about a wheel axle 12 which - viewed in side view according to fig. 1 - is located near the rear end of the frame beams 2 and perpendicular to the plane of symmetry 3 is directed.

De diameters van de beide achterwielen 11 en die van de beide voorwielen 9 zijn gelijk en bedragen ongeveer 135 cm. D^ breedte van de luchtbanden die bij alle wielen 35 als lagedrukbanden zijn uitgevoerd, bedraaagt ongeveer 60 cm.The diameters of the two rear wheels 11 and those of the two front wheels 9 are the same and are approximately 135 cm. The width of the pneumatic tires, which are designed as low-pressure tires on all wheels 35, is approximately 60 cm.

De achterwielen 11 die aan de buitenzijden van het gestel 1 zijn opgesteld, hebben een zodanige onderlinge afstand dat - gezien in de rijrichting A - de beide voorwielen 9 8300454 4\ - 4 - tussen de achterwielen 11 zijn gelegen (zie fig. 3) zodat de totale breedte waarover de trekker op de grond rust, ten minste ongeveer 240 cm bedraagt; de lagedrukbanden zullen nabij de grond tengevolge van de gronddruk aanmerke-5 lijk uitpuilen. Hierdoor ontstaat een groot aanrakingsoppervlak met de grond en een relatief lage gronddruk; mede tengevolge van het feit dat elk wiel een wielspoor heeft dat niet samenvalt met een wielspoor van een ander wiel, kan worden bereikt dat bederf van de grondstructuur in 10 verband met de plantengroei kan worden voorkomen.The rear wheels 11, which are arranged on the outer sides of the frame 1, are spaced such that - seen in the direction of travel A - the two front wheels 9 8300454 4 \ - 4 - are located between the rear wheels 11 (see fig. 3) so that the total width over which the tractor rests on the ground is at least about 240 cm; the low-pressure tires will bulge significantly near the ground due to the ground pressure. This creates a large contact surface with the ground and a relatively low ground pressure; partly due to the fact that each wheel has a wheel track which does not coincide with a wheel track of another wheel, it can be achieved that decay of the soil structure in connection with plant growth can be prevented.

Op de gestelbalken 2 zijn voorste steunen 13 en achterste steunen 14 (die onderling zijn verbonden door een horizontale, loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen draagbalk 15) aangebracht, waarop een cabine 15 rust. Gezien 15 in zijaanzicht strekt de cabine 16 zich vanaf een gebied boven de verlengingen 4 uit tot boven de voorste helft van de achterwielen 11, en gezien in bovenaanzicht of vooraanzicht (fig. 3) tot buiten de buibenvlakken van de voorwielen 9· Vanuit de cabine kan de bestuurder niet alleen de 20 voorwielen 9 besturen, en de aandrijving van de trekker regelen, maar eveneens alle andere functies van de trekker instellen, zoals de nader te bespreken aftakassen. De cabinevloer is lager gelegen dan de onderzijden van de dragers 7.Front supports 13 and rear supports 14 (which are mutually connected by a horizontal support beam 15 perpendicular to the plane of symmetry 3) are mounted on the frame beams 2, on which a cabin 15 rests. Seen 15 in side view, the cabin 16 extends from an area above the extensions 4 to above the front half of the rear wheels 11, and seen in top view or front view (fig. 3) beyond the bending surfaces of the front wheels 9 · From the cabin the driver can not only drive the 20 front wheels 9 and control the drive of the tractor, but also set all the other functions of the tractor, such as the pto shafts to be discussed. The cabin floor is lower than the undersides of the carriers 7.

25 In het gebied tussen de voorwielen 9 en de achter wielen 11 is een verbrandingsmotor 17 aangebracht, die rust op de voorste delen van de gestelbalk 2 en tevens afgesteund is tegen de verlengingen 4 van deze gestelbalken. De motor 17 ligt ten delen binnen de cabine 16. De motor 17 is nabij 30 de achterzijden van de voorwielen 9 gelegen. De aandrijf-motor 17 is zodanig opgesteld dat de krukas van deze lucht-gekoelde dieselmotor dwars op het symmetrievlak 3 is gericht, zodat een uitgaande as 18 van de aandrijfmotor 17 aan een zijkant van de machine is gelegen. De as 1δ is voorzien van 35 een conisch tandwiel 19 dat - gezien in de rijrichting A -ongeveer evenwijdig aan het vlak 3 is gelegen en tevens ongeveer ligt in een vlak dat het buitenste begrenzingsvlak van het aan de betreffende zijde van de trekker gelegen 8300454 • % - 5 - voorwiel 9 omvat. Het tandwiel 19 is in aangrijping met een conisch tandwiel 20 dat op een as 21 is aangebracht, die zich horizontaal en evenwijdig aan het symmetrievlak 3 uitstrekt. De as 21 ligt coaxiaal om een hartlijn .22 die nabij 5 het laatstgenoemde begrenzingsvlak van het voorwiel ligt.In the region between the front wheels 9 and the rear wheels 11 a combustion engine 17 is arranged, which rests on the front parts of the frame beam 2 and is also supported against the extensions 4 of these frame beams. The motor 17 is located within the cabin 16. The motor 17 is located near the rear sides of the front wheels 9. The driving engine 17 is arranged such that the crankshaft of this air-cooled diesel engine is oriented transversely of the plane of symmetry 3, so that an output shaft 18 of the driving engine 17 is located on a side of the machine. The shaft 1δ is provided with a bevel gear 19 which - viewed in the direction of travel A - is located approximately parallel to the plane 3 and also roughly lies in a plane which is the outer boundary surface of the 8300454 located on the relevant side of the tractor. % - 5 - includes front wheel 9. The gear wheel 19 engages a bevel gear 20 mounted on a shaft 21 extending horizontally and parallel to the plane of symmetry 3. The axle 21 is coaxial about a centerline .22 which is near the last-mentioned boundary surface of the front wheel.

De tandwielen 19 en 20 zijn gelegen binnen een huis 23 dat ten opzichte van de motor 17 star is bevestigd. Aan de voorzijde van het huis 23 is een huis 24 gelegen, dat dient ter legering van een tweetal met elkaar in aangrijping zijnde 10 rechte tandwielen 25 en 26. Het tandtwiel 25 is op de as 21 bevestigd. In de getekende stand (fig. 2) is het tandwiel 26, dat op een as 27 is bevestigd, gerekend ten opzichte van het symmetrievlak 3» aan de buitenzijde van het tandwiel 25 gelegen. Ier plaatse van het tandwiel 26 en zijn as 27 15 is tegen de voorzijde van het huis 24 een koppelingshuis 28 star bevestigd. Ket huis 28 omsluit een vanuit de cabine 16 bedienbare koppeling (bijvoorbeeld een hydralusch bedienbare platehkoppeling) waarvan de ingaande as wordt gevormd door de as 27. De uitgaande as van de koppeling 29 is aangeduid 20 met het verwijzingscijfer 30 en vormt een aftakas van de trekker. De overbrengingsverhoudingen van de genoemde tandwielen zijn zodanig dat bij een toerental van de motor 17 van ongeveer 2000 - 2200 omw/min de aftakas 30 aandrijfbaar is met een omwentelingssnelheid van ongeveer 1000 omw/min.The gears 19 and 20 are located within a housing 23 which is rigidly mounted relative to the motor 17. At the front of the housing 23 is located a housing 24, which serves for the alloying of two straight gears 25 and 26 in engagement with each other. The gear 25 is mounted on the shaft 21. In the drawn position (fig. 2), the gear wheel 26, which is mounted on a shaft 27, is situated on the outside of the gear wheel 25 with respect to the plane of symmetry. At the location of the gear 26 and its shaft 27, a coupling housing 28 is rigidly mounted against the front of the housing 24. The housing 28 encloses a clutch operable from the cabin 16 (for example a hydralusch actuatable plate clutch), the input shaft of which is formed by the shaft 27. The output shaft of the coupling 29 is indicated by reference numeral 30 and forms a PTO shaft of the tractor . The gear ratios of said gears are such that at a speed of the motor 17 of about 2000 - 2200 rpm the power take-off shaft 30 is drivable at a rotation speed of about 1000 rpm.

25 De afstand tussen de aftakas 30 en het symmetrievlak 3 bedraagt in de getekende stand ongeveer 100 cm. Gezien in vooraanzicht bevindt de aftakas 30 zich buiten het buitenvlak van het nabijgelegen voorwiel 9 en is - gezien in zijaanzicht-boven de onderzijde van het gestel 1 en boven een horizontaal 30 vlak door de wielassen van de wielen 9 en 11 gelegen. Vanaf de aftakas 30 is het mogelijk om aan de trekker gekoppelde en - gezien in de rijrichting A - met hun werkbreedte buiten de trekker werkende machines of werktuigen aan te drijven zonder dat een aan de aftakas 30 koppelbare tussenas grote 35 hoeken met de as 30 insluit. Gezien in zijaanzicht is de aftakas 30 in het gebied tussen de voorwielen 9 en de achterwielen 11 opgesteld en steekt buiten een zijkant van de trekker uit. In het uitvoeringsvoorbeeld is de aftakas 30 8300454 * * - 6 - naar voren gericht maar het is uiteraard ook mogelijk om de aftakas 30 achterwaarts te richten en nabij de achterzijde van de trekker op te stellen. In het laatste geval is het in verband met de relatief grote afstand tussen de achter-5 wielen 12 gewenst om de huizen 23, 24 en 28 verder buiten de motor 17 te laten uitsteken, zodanig dat het verlengde van de aftakas 30 buiten een vlak ligt dat evenwijdig aan het symmetrievlak 3 is gericht en een zijvlak van het dichtstbijgelegen achterwiel 11 omvat. In dit verband is 10 het mogelijk de hiervoor aangeduide aandrijfconstructie van de aftakas 30 zodanig uit te voeren, dat de huizen 24 en 25 met de daarin opgenomen tandwielen resp. koppeling en tevens de aftakas 30 als eenheid verzwenkbaar uit te voeren ten opzichte van het huis 23 waarbij deze eenheid verzwenk-15 baar is om de hartlijn 22 van de as 21. Door deze eenheid 24 - 30 ten opzichte van het huis 23 om de hartlijn 22 verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar uit te voeren, is het mogelijk een aanzienlijk deel van de aandrijving van de aftakas in het geval dat deze eenheid bij-20 voorbeeld tijdens transport hinderlijk zou blijken te zijn, om de hartlijn 22 zodanig te verzwenken dat de in eikaars verlengde liggende hartlijnen van de assen 27 en 30 recht onder (of boven) de hartlijn 22, of, in bovenaanzicht, tussen de hartlijn 22 en het symmetrievlak 3 komt te liggen. In 25 deze alternatieve standen kan de aftakas 30 echter eveneens als aftakas worden gebruikt indien in één van de verzwenkte standen van de eenheid 24 - 30 een gunstige opstelling ten opzichte van een aangekoppelde machine wordt verkregen.The distance between the power take-off shaft 30 and the symmetry plane 3 in the drawn position is approximately 100 cm. Seen in front view, the power take-off shaft 30 is located outside the outer surface of the adjacent front wheel 9 and - seen in side view - is located above the underside of the frame 1 and above a horizontal plane through the wheel axles of the wheels 9 and 11. From the PTO shaft 30 it is possible to drive machines or implements coupled to the tractor and - seen in the direction of travel A - with their working width outside the tractor, without an intermediate shaft which can be coupled to the PTO shaft 30 enclosing large angles with the shaft 30 . Seen in side view, the power take-off shaft 30 is disposed in the region between the front wheels 9 and the rear wheels 11 and protrudes from a side of the tractor. In the exemplary embodiment, the power take-off shaft 30 is 8300454 * * - 6 - facing forward, but it is of course also possible to point the power take-off shaft 30 backwards and to position it near the rear of the tractor. In the latter case, because of the relatively large distance between the rear wheels 12, it is desirable to let the housings 23, 24 and 28 protrude further from the motor 17, such that the extension of the PTO shaft 30 is out of plane which is oriented parallel to the plane of symmetry 3 and comprises a side surface of the nearest rear wheel 11. In this connection it is possible to design the aforementioned drive construction of the power take-off shaft 30 in such a way that the housings 24 and 25 with the gearwheels resp. coupling and also the power take-off shaft 30 as a unit pivotable relative to the housing 23, this unit being pivotable about the axis 22 of the shaft 21. By this unit 24-30 relative to the housing 23 about the axis 22 pivotable and lockable in several positions, it is possible to make a considerable part of the power take-off of the PTO shaft, in case this unit proves to be a nuisance during transport, in order to pivot the centerline 22 such that the horizontally aligned centerlines of the shafts 27 and 30 will lie directly below (or above) the centerline 22, or, in plan view, between the centerline 22 and the plane of symmetry 3. In these alternative positions, however, the power take-off shaft 30 can also be used as a power take-off shaft if, in one of the pivoted positions of the unit 24-30, a favorable arrangement relative to a coupled machine is obtained.

Deze beweeglijkheid van de genoemde eenheid 24 - 30 in de 30 richting van het symmetrievlak 3 of in omgekeerde richting wordt mogelijk gemaakt doordat het huis 24 vanaf de hartlijn 22 aan één zijde aanzienlijk buiten het huis 23 uitsteekt. Deze verzwenkbare aftakas 30 is in principe niet gebonden aan het gebied tussen de voorwielen 9 en de achterwielen 11, 35 maar kan eveneens worden toegepast aan de voorzijde van de trekker en/of aan de achterzijde van de trekker.This mobility of the said unit 24-30 in the direction of the plane of symmetry 3 or in the reverse direction is made possible by the fact that the housing 24 protrudes considerably outside the housing 23 from the centerline 22 on one side. This pivotable PTO 30 is in principle not bound to the area between the front wheels 9 and the rear wheels 11, 35, but can also be used at the front of the tractor and / or at the rear of the tractor.

Volgens fig. 2 is de as 21 die in het huis 23 is gelegerd, in achterwaartse richting verlengd en omsloten 8300454 w. < » - 7 - door een pijpvormig steunstuk 31· Het steunstuk 31 is aan zijn voorzijde tegen de achterzijde van het huis 23 bevestigd en met zijn achterzijde tegen de voorzijde van een tandwielkast 32 die zich aan één zijde van het .symmetrievlak 5 3 uitstrekt en, gezien in zijaanzicht, direct achter de achterzijde van de motor 17 is gelegen. In de tandwielkast 32 (fig. 4) bevinden zich een aantal met elkaar in aangrij-ping zijnde tandwielen, die evenwijdig aan de loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen vlak zijn opgesteld. Nabij 10 de buitenzijde van de tandwielkast 32 is een tandwiel 33 gelegen dat bevestigd is op de as 21. Het tandwiel 33 is in aangrijping met een groter tandwiel 34 dat op een ongeveer horizontale, evenwijdig aan het symmetrievlak 3 gelegen as 35 is bevestigd, terwijl het tandwiel 34 in aangrijping is 15 met een even groot tandwiel 35A, dat bevestigd is op een evenwijdig aan de as 35 gelegen as 38; het tandwiel 35A is nabij het binnenste einde van de tandwielkast 32 gelegen. Behalve de genoemde tandwielen zijn tandwielen 37 en 38, waarvan de diameter kleiner dan die van het tandwiel 33 is, 20 met het tandwiel 33 in aangrijping. De assen 21, 35 en 36 zijn in een horizontaal vlak gelegen, terwijl de tandwielen 37 en 38 resp. hun assen boven respectievelijk onder dit vlak zijn opgesteld (fig. 4). De tandwielen 37 en 38 zijn bevestigd op assen 39 resp. 40 die in achterwaartse richting 25 buiten de tandwielkast 32 uitsteken en ingaande assen vormen van pompen 41 resp. 42 voor hydraulische vloeistof, die tegen de achterzijde van de tandwielkast 32 zijn bevestigd. De overbrengingsverhouding vanaf de uitgaande as 18 van de motor 17 is zodanig dat de assen 39 en 40 worden aangedreven 30 met een omwentelingssnelheid van ongeveer 3200 omw/min. Bij een omwentelingssnelheid van ongeveer 2000 omw/min van het tandwiel 33» bezitten de tandwielen 34 en 35A beide een omwentelingssnelheid van 1000 omw/min. De assen 35 en 38 draaien in tegengestelde richting. De assen 35 en 38 van 35 de tandwielen 34 en 35A worden aan de achterzijde van de tandwielkast 32 uitgevoerd· en vormen ingaande assen van vanuit de cabine 16 bedienbare koppelingen 43 resp. 44 (fig. 2), die analoog aan de koppeling 29 zijn uitgevoerd.According to FIG. 2, the shaft 21 mounted in the housing 23 is extended in the rearward direction and enclosed 8300454 w. - 7 - by a pipe-shaped support piece 31 · The support piece 31 is fixed at its front against the back of the housing 23 and with its back against the front of a gearbox 32 extending on one side of the symmetry plane 5 3 and seen in side view, is located directly behind the rear of the motor 17. In the gearbox 32 (Fig. 4) there are a number of mutually engaging gears, which are arranged parallel to the plane perpendicular to the plane of symmetry 3. Close to the outside of the gearbox 32 is a gearwheel 33 mounted on the shaft 21. The gearwheel 33 engages a larger gearwheel 34 which is mounted on an approximately horizontal shaft 35 located parallel to the plane of symmetry 3, while the gear wheel 34 engages an equal-sized gear wheel 35A, which is mounted on a shaft 38 located parallel to the shaft 35; the gear wheel 35A is located near the inner end of the gear box 32. In addition to the said gears, gears 37 and 38, the diameter of which is smaller than that of the gear 33, engage the gear 33. The shafts 21, 35 and 36 are in a horizontal plane, while the gears 37 and 38, respectively. their axes are arranged above and below this plane (fig. 4). The gears 37 and 38 are mounted on shafts 39 and 38, respectively. 40 which protrude in reverse 25 from the gearbox 32 and form input shafts of pumps 41 and 40 respectively. 42 for hydraulic fluid, which are mounted against the rear of the gearbox 32. The transmission ratio from the output shaft 18 of the motor 17 is such that the shafts 39 and 40 are driven at a revolution speed of about 3200 rpm. At a revolution speed of about 2000 rpm of the gear 33 », the gears 34 and 35A both have a revolution speed of 1000 rpm. Shafts 35 and 38 rotate in opposite directions. The shafts 35 and 38 of the gears 34 and 35A are formed at the rear of the gearbox 32 and form input shafts of clutches 43 and 43 operable from the cabin 16, respectively. 44 (FIG. 2), which are analogous to the coupling 29.

8300454 f k - 8 -8300454 f k - 8 -

De koppelingen 43 en 44 bezitten uitgaande assen 45 resp.Couplings 43 and 44 have output shafts 45 and 45 respectively.

46, die in achterwaartse richting uitsteken. De uitgaande as 45 is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 47 gekoppeld met een ingaande as van een 5 tandwielkast 48 die voorzien is van een achterwaarts uitstekende uitgaande as 49 die als aftakas dient. De tandwielkast 48 is vanuit de cabine 16 trapsgewijs schakelbaar en kan uitgevoerd zijn als bijvoorbeeld een handgeschakelde versnellingsbak van een automobiel. De instelbare over-10 brengingsverhoudingen van de tandwielkast 48 zijn zodanig dat bij een uitgaand toerental van de as 45 van 1000 omw/min, de af takas 49 aandri jfb--'-“ is met naar keuze 1000, 600, 450 of 350 omw/min, zodat de door de aftakas 49 aangedreven machine aangedreven kan worden met omwentelingssnelheden 15 die aanpasbaar zijn aan de omstandigheden, zoals - bijvoorbeeld bij roterende eggen - de bodemstructuur in combinatie met de rijsnelheid van de machine. De tandwielkast 48 en de aftakas 49 zijn aan een zijde van het symmetrievlak 3 op afstand van dit vlak opgesteld en wel - gezien in boven-20 aanzicht - ongeveer ter plaatse van de zijdelingse begrenzing van het gestel 1. De tandwielkast 48 is bevestigd op de bovenzijden van een der gestelbalken 2 en de dwarsbalk 6, die ongeveer ter hoogte van de wielassen van de wielen 9, 11 zijn gelegen.46 protruding backwards. The output shaft 45 is coupled by means of an intermediate shaft 47 provided with two universal couplings to an input shaft of a gearbox 48 which is provided with a rearwardly projecting output shaft 49 which serves as a PTO shaft. The gearbox 48 can be stepped-shifted from the cabin 16 and can be designed, for example, as a manual gearbox of an automobile. The adjustable gear ratios of the gearbox 48 are such that at an output speed of the shaft 45 of 1000 rpm, the PTO shaft 49 is driven --'- "with optional 1000, 600, 450 or 350 rpm. / min, so that the machine driven by the power take-off shaft 49 can be driven at rotation speeds that are adaptable to the circumstances, such as - for example with rotary harrows - the soil structure in combination with the driving speed of the machine. The gearbox 48 and the power take-off shaft 49 are disposed on one side of the symmetry plane 3 at a distance from this plane, namely - seen in top view - approximately at the location of the lateral boundary of the frame 1. The gearbox 48 is mounted on the top sides of one of the frame beams 2 and the cross beam 6, which are located approximately at the level of the wheel axles of the wheels 9, 11.

25 De uitgaande as 46 van de tandwielkast 32 is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 50 direct gekoppeld met een aftakas 51, die eveneens in achterwaartse richting uitsteekt. De aftakas 51 is gelegerd in een leger dat op de bovenzijde van de balk 6 is 30 bevestigd. De hartlijn van de aftakas 51 ligt in het symmetrievlak 3 en is aandrijfbaar met 1000 omw/min.The output shaft 46 of the gearbox 32 is directly coupled by means of an intermediate shaft 50 provided with two universal couplings to a PTO shaft 51, which also protrudes in the rearward direction. The power take-off shaft 51 is alloyed in a bearing mounted on the top of the beam 6. The axis of the power take-off shaft 51 lies in the plane of symmetry 3 and can be driven at 1000 rpm.

Aan weerszijden van de aftakas 51 zijn aan de verbindingsbalk 6 zwenkassen 52 bevestigd, die in eikaars verlengde liggen en loodrecht op het symmetrievlak 3 zijn 35 gericht. Om elk der zwenkassen 52 is een onderste hefarm 53 van een driepuntshefinrichting 54 verzwenkbaar. Een bovenste hefarm 55 van de hefinrichting 54 is verzwenkbaar bevestigd om een loodrecht op het symmetrievlak 3 gelegen 8300454 f % - 9 - zwenkas 56, die in een tweetal op de dwarsbalk 6 aangebrachte steunen is gelegerd* De befinrichting 54 is op de op zichzelf bekende wijze vanuit de cabine 16 hydraulisch bedienbaar. De hefarmen 53 en 55 zijn aan hun vrij einden 5 voorzien van koppelingspunten voor het aankoppelen van een of meer machines of werktuigen waarbij de koppelingspunten zijn uitgevoerd als naar boven resp. naar beneden geopende haken. Aangezien de hefinrichting 54 symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het symmetrievlak 3, ligt 10 de aftakas 51 - die met een omwentelingssnelheid van 1000 omw/min aandrijfbaar is vanaf de koppeling 44 - in bovenaanzicht tussen de hefarmen 53» terwijl de aftakas 49 buiten de nabijgelegen hefarm 53 is gelegen.On both sides of the power take-off shaft 51 pivot shafts 52 are attached to the connecting beam 6, which are in line with each other and are oriented perpendicular to the symmetry plane 3. A lower lifting arm 53 of a three-point lifting device 54 is pivotable about each of the pivot axes 52. An upper lifting arm 55 of the lifting device 54 is pivotally mounted about a 8300454 f% - 9 - pivot axis 56 located perpendicular to the symmetry plane 3, which is mounted in two supports arranged on the cross beam 6 * The folding device 54 is known per se can be operated hydraulically from the cabin 16. The lifting arms 53 and 55 are provided at their free ends with coupling points for coupling one or more machines or implements, the coupling points of which are designed as upwards and respectively. hooks opened down. Since the lifting device 54 is arranged symmetrically with respect to the plane of symmetry 3, the power take-off shaft 51 - which can be driven from the clutch 44 at a revolution speed of 1000 rpm - is located in plan view between the lifting arms 53 »while the power take-off shaft 49 is outside the nearby lifting arm 53 is located.

Aan de voorzijde van de trekker is tegen de verbin-15 dingsplaat δ een hefinrichting 57 op losneembare wijze bevestigd. Zoals uit fig. 2 blijkt, is door middel van een boutverbinding een symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 opgestelde ïï-vormige drager 58 tegen de verbindingsplaat 8 geschroefd. Om een nabij de voorzijden van de beide benen 20 van de drager 55 gelegen, loodrecht op het symmetrievlak 3 gerichte zwenkas 59 is een houder 60 verzwehkbaar door middel van een hydraulische cylinder 61, die vanuit de cabine 16 bedienbaar is. De houder 60 draagt aan zijn voorzijde een tweetal geleidingsbalken 62 die aan weerszijden var. het 25 symmetrievlak 3 en op afstand van dit vlak zijn opgesteld, en een ïï-vormige doorsnede bezitten. De beide balken 62 zijn met de benen van deze doorsnede naar elkaar toe opgesteld.At the front of the tractor, a lifting device 57 is detachably mounted against the connecting plate δ. As can be seen from Fig. 2, a bolt-shaped support 58 arranged symmetrically with respect to the plane 3 is screwed against the connecting plate 8 by means of a bolt connection. A holder 60 is pivotable by means of a hydraulic cylinder 61, which can be operated from the cabin 16 about a pivot axis 59 located perpendicularly to the symmetry plane 3 located near the front sides of the two legs 20 of the carrier 55. The holder 60 carries on its front two guide beams 62, which vary on both sides. the symmetry plane 3 is arranged at a distance from this plane, and has an i-shaped cross section. Both beams 62 are arranged with the legs of this cross section facing each other.

Sen tweetal rollen 63 zijn in elk der beide geleidingsbalken 62 verplaatsbaar, overeenkomstig de neerwaartse richting 30 van de balken 62. De rollen 63 zijn aan hun naar elkaar toe gerichte zijden gelegerd in een raamwerk 64, dat door middel van de rollen 63 binnen de beide geleidingsbalken 62 op en neer beweegbaar is door middel van een hydraulische cylinder 65 die met zijn onderzijde ten opzichte van de houder 60 * 35 af steunt en wa-arvan het einde van zijn zuigerstang verbonden is met de bovenzijde van het raamwerk 64. De hydraulische cylinder 65 is eveneens vanuit de cabine 16 bedienbaar.Two rollers 63 are movable in each of the two guide beams 62, corresponding to the downward direction 30 of the beams 62. The rollers 63 are mounted on their sides facing each other in a frame 64, which by means of the rollers 63 within the two guide beams 62 can be moved up and down by means of a hydraulic cylinder 65 which supports with its underside relative to the holder 60 * 35 and from which the end of its piston rod is connected to the top of the frame 64. The hydraulic cylinder 65 is also operable from the cabin 16.

Het raamwerk 64 draagt aan zijn onderste hoeken naar boven geopende haken die als aankoopelingspunten voor aan te 8300454 % - 10 - t.% • .The frame 64 carries upwardly opened hooks at its lower corners which serve as purchase points for 8300454% - 10 - t.% •.

koppelen machines öf werktuigen dienen en tevens een hoger gelegen, in het symmetrievlak 3 opgestelde, naar hoven geopende haak die als bovenste bevestigingspunt van deze hefinrichting 57 dient.coupling machines or implements serve and also a hook located at a higher level, arranged in the symmetry plane 3, open to the top, which serves as the top attachment point of this lifting device 57.

5 Nabij de voorzijden van de dragers 7 is een stuuras 66 opgesteld, die zich grotendeels onder de dragers 7 uitstrekt en vertikaal of - gerekend in neerwaartse richting -enigszins schuin voorwaarts is gericht. De stuuras 66 omvat hoofdzakelijk een cylindervormige holle pijp waarvan de • 10 hartlijn samenvalt met de reeds genoemde zwenkas 10. De stuuras 66 wordt nabij zijn bovenzijde omvat door een leger 67 dat afsteunt tegen de onderzijden van beide dragers 7. De hartlijn 10 van de stuuras 66 ligt in het symmetrievlak 3.A steering shaft 66 is arranged near the front sides of the carriers 7, which extends largely under the carriers 7 and is directed slightly obliquely forwards vertically or - calculated in the downward direction. The steering shaft 66 mainly comprises a cylindrical hollow pipe, the center axis of which coincides with the pivot shaft 10 already mentioned. The steering shaft 66 is enclosed near its top by an arm 67 which supports against the bottom sides of both carriers 7. The center line 10 of the steering shaft 66 lies in the plane of symmetry 3.

Het leger 67 omvat een aantal boven elkaar aange-15 brachte, door middel van bouten op elkaar klembare, plaatvormige delen 68 die horizontaal zijn opgesteld en op elkaar zijn gestapeld en waarvan het bovenste deel losneembaar aan de onderzijden van de dragers 7 is bevestigd. Deze plaatvormige delen 68, die zelf de stuuras 66 althans in hoofd-20 zaak legeren, kunnen uit slijtvast materiaal zijn vervaardigd. Ondanks het feit dat slijtvast materiaal in het algemeen moeilijk lasbaar is, kan door het samenstel van een leger uit opgestapelde plaatvormige delen worden bereikt dat het leger toch gemakkelijk uitwisselbaar is.The bearing 67 comprises a plurality of bolt-on plate-shaped parts 68 mounted one above the other, which are arranged horizontally and stacked on top of each other, the upper part of which is releasably attached to the undersides of the carriers 7. These plate-shaped parts 68, which themselves at least substantially center the steering shaft 66, can be made of wear-resistant material. Despite the fact that wear-resistant material is generally difficult to weld, the assembly of an army of stacked plate-shaped parts makes it possible to ensure that the army is easily interchangeable.

25 De stuuras 66 is aan zijn onderzijde, eveneens op losneembare wijze, star verbonden met een buisvormige ondersteuning 69 waarvan de hartlijn de hartlijn 10 snijdt en loodrecht op deze hartlijn 10 is gericht. De buisvormige ondersteuning 69 is in de getekende stand van de voorwielen 30 9 symmetrisch opgesteld ten opzichte van het symmetrievlak 3. Tegen beide uiteinde van de buisvormige ondersteuning 69 is een hydraulische wielmotor 70 star bevestigd. De uitgaande assen van deze wielmotoren 70 vallen samen met de draaiings-assen van 4de op deze uitgaande assen bevestigde voorwielen 9. 35 De stuuras 66 steekt door het leger 67 heen tot in de ruimte tussen de beide -dragers 7 en is aldaar voorzien van hefboom 71 (fig. 2), die in de middenstand van de voorwielen 9 zijdelings uitsteekt. Het vrije uiteinde van de hefboom 71 is 8300454 - 11 - verbonden met het einde van de zuigerstang van een hydraulische cylinder 72, die verzwenkbaar is om een ongeveer verticale zwenkas 73, welke zwenkas gelegerd is binnen een der U-vormige dragers 7· Door bediening van de hydraulische 5 cylinder 72 vanuit de cabine 16 kan de hefboom 71 en daarmee de stuuras 66, de buisvormige ondersteuning 69 samen met de wielmotoren 70 en de voorwielen 90 om de hartlijn 10 vanuit de middenstand over een hoek van ongeveer 75° naar de ene zijde en ongeveer 75° naar de andere zijde worden verzwenkt, 10 totaal ongeveer 150°. Deze aanzienlijke verzwenking wordt niet gehinderd door het gestel in verband met de in het zijaanzicht volgens fig. 1 zichtbare voim van het gestel 1 dat over de voorwielen heen gebogen is.The steering shaft 66 is rigidly connected at its underside, also in a detachable manner, to a tubular support 69 whose axis intersects axis 10 and is oriented perpendicular to this axis 10. The tubular support 69 in the drawn position of the front wheels 30 is arranged symmetrically with respect to the symmetry plane 3. A hydraulic wheel motor 70 is rigidly mounted on both ends of the tubular support 69. The output shafts of these wheel motors 70 coincide with the rotary axes of 4th front wheels 9 mounted on these output shafts. 35 The steering shaft 66 extends through the bearing 67 into the space between the two carriers 7 and is provided there with a lever 71 (fig. 2), which projects laterally in the middle position of the front wheels 9. The free end of the lever 71 is connected to the end of the piston rod of a hydraulic cylinder 72, which is pivotable about an approximately vertical pivot shaft 73, which pivot shaft is mounted within one of the U-shaped carriers 7. of the hydraulic cylinder 72 from the cabin 16, the lever 71 and thereby the steering axle 66, the tubular support 69 together with the wheel motors 70 and the front wheels 90 can rotate about the axis 10 from the center position through an angle of about 75 ° to the one side and about 75 ° to the other side, 10 total about 150 °. This considerable pivoting is not hindered by the frame in connection with the voim of the frame 1, which is bent over the front wheels, which is visible in the side view according to Fig. 1.

Sen in fig. 6 getekende alternatieve uitvoerings-15 vorm van de bevestiging van de voorwielen 9 aan de stuuras 66 omvat een verzwenkbare verbinding tussen de ondersteuning 69 en de stuuras 66 door middel van een horizontale, in het vlak 3 gelegen zwenkas 69A. Deze verbinding heeft het voordeel dat tijdens bedrijf steeds alle wielen 9, 11 op de grond 20 rusten zodat de gronddruk van alle wielen behouden blijft.An alternative embodiment of the attachment of the front wheels 9 to the steering axle 66, shown in fig. 6, comprises a pivotable connection between the support 69 and the steering axle 66 by means of a horizontal pivot axle 69A located in plane 3. This connection has the advantage that all wheels 9, 11 always rest on the ground 20 during operation, so that the ground pressure of all wheels is maintained.

Dit is van belang voor de bestuurbaarheid van de voorwielen S; ook de nabij de voorzijde gelegen motor 17 veroorzaakt een gunstige belasting van de beide voorwielen.This is important for the steerability of the front wheels S; the motor 17 located near the front also causes a favorable load on the two front wheels.

Tegen de zijkanten van de achterste uiteinde van de 25 beide gestelbalken 2 zijn buisvormige ondersteuningen 74 bevestigd, die vanaf de nabijgelegen gestelbalk 2 buitenwaarts zijn gericht en waarvan de hartlijnen samenvallen met de wlelas 12 van de achterwielen 11. Sik der buisvormige ondersteuningen 74 is door middel van een zijdelingse schoorstaaf 30 75j die vanaf de bijbehorende ondersteuning schuin voorwaarts en binnenwaarts is gericht, op starre wijze afgesteund tegen de zijkant van de nabijgelegen gestelbalk 2. De schoorstaven 75 en de zijdelingse ondersteuningen 74 brengen de reactie-kracht van het aandrijfkoppel dat tijdens bedrijf op de 35 achterwielen 11 wordt uitgeoefend, op op afstand van elkaar gelegen punten op de zijkanten van de gestelbalk 2 over, waarbij de opstelling zodanig is dat elke schoorstaaf 75 op een plaats van de gestelbalk 2 is bevestigd, waar eveneens de kokervormige balk 6 aan deze gestelbalk vastgelast is.Tubular supports 74 are mounted against the sides of the rear end of the two frame beams 2 and are directed outwardly from the nearby frame beam 2 and the center lines of which coincide with the wheel axis 12 of the rear wheels 11. Sik der tubular supports 74 is by means of of a lateral strut bar 75j which is inclined forward and inward from the associated support, rigidly supported against the side of the adjacent frame beam 2. The strut bars 75 and the lateral supports 74 impart the reaction force of the drive torque that is in operation is applied to the rear wheels 11 at spaced points on the sides of the frame beam 2, the arrangement being such that each strut bar 75 is secured in a location of the frame beam 2, to which the tubular beam 6 is also attached. this frame beam is welded.

8300454 V . - -% - 12 -8300454 V. - -% - 12 -

Tegen het buitenste eindvlak van elke buisvormige ondersteuning 74 is een wielmotor 76 op starre wijze bevestigd. Elke wielmotor 16 steekt vanaf de bijbehorende ondersteuning 74 in buitenwaartse richting uit .terwijl de 5 hartlijn van de uitgaande as van de wielmotor, die aan de van de bijbehorende ondersteuning 74 afgekeerde einden ligt, samenvalt met de wielas 12 van de achterwielen 11. De dimen-sioneringen van het gestel 1, de ondersteuningen 74 en de wielmotoren 16 alsmede die van de achterwielen 11 is zodanig 10 dat" de binnenste begrenzingsvlakken van de achterwielen 11, gezien in de rijrichting A, op korte afstand buiten de buitenste vlakken van de voorwielen 9 zijn opgesteld; deze afstand is maximaal onge'.'o: :: eer. vierde van de diameter van de wielen. Gezien in dezelfde richting ligt de aftakas 15 30, althans in de getekende stand, vóór één der achterwielen 11, Eén der beide hydraulische pompen 41, 42 voedt de beide hydraulische wielmotoren 16 van de achterwielen 11, terwijl de andere hydraulische pomp gekoppeld is met de 20 hydraulische wielmotoren 10 van de voorwielen 9* De beide hydraulische pompen 41 en 42 hebben een door de bestuurder te bepalen variabele vloeistofopbrengst, welke opbrengst kan worden ingesteld door middel van bijvoorbeeld een vanuit de cabine verzwenkbare, op zichzelf bekende kantelschijf.A wheel motor 76 is rigidly mounted against the outer end face of each tubular support 74. Each wheel motor 16 protrudes outwardly from the associated support 74, while the centerline of the output shaft of the wheel motor, which lies at the ends remote from the associated support 74, coincides with the wheel axis 12 of the rear wheels 11. The dimes -ionization of the frame 1, the supports 74 and the wheel motors 16 as well as that of the rear wheels 11 is such that "the inner boundary surfaces of the rear wheels 11, viewed in the direction of travel A, are a short distance outside the outer surfaces of the front wheels 9 This distance is maximally approximately one-fourth of the diameter of the wheels Seen in the same direction, the PTO shaft 30 is, at least in the drawn position, in front of one of the rear wheels 11, one of the two hydraulic pumps 41, 42 feeds the two hydraulic wheel motors 16 of the rear wheels 11, while the other hydraulic pump is coupled to the 20 hydraulic wheel motors 10 of the front wheels 9 * Both hyd hydraulic pumps 41 and 42 have a variable liquid flow rate, which can be determined by the driver, which flow rate can be adjusted by means of, for example, a tilting disc known per se that can be pivoted from the cabin.

25 Het schema volgens fig. 5 toont op schematische wijze de hydraulische schakeling tussen bijvoorbeeld de pomp 41 met de wielmotoren 10 van de voorwielen 9. Een dergelijke schakeling is eveneens voor de hydraulische pomp 42 en de wielmotoren 16 voor de achterwielen 11 aanv/ezig, zodat deze 30 hydraulische opstelli .wee maal in de trekker voorkomt.The diagram according to Fig. 5 schematically shows the hydraulic circuit between, for example, the pump 41 with the wheel motors 10 of the front wheels 9. Such a circuit is also provided for the hydraulic pump 42 and the wheel motors 16 for the rear wheels 11, so that this hydraulic arrangement occurs twice in the tractor.

De pomp 41 voedt via een in de cabine 16 onder handbereik van de bestuurder opgestelde schuif 77, via de leiding 78 de wielmotor 70, waarvan de uitgangsleiding 79 via de schuif 77 verbonden is met de leiding 80 die de andere wiel-35 motor 70 voedt. De uitgangsleiding 81 van de laatstgenoemde pomp 70 is via de schuif 77 en een leiding 82 verbonden met een vloeistofreservoir 83. In deze stand van de schuif 77 zijn de wielmotoren 70 in serie geschakeld. Wordt de schuif 3300454 - 13 - 77 door de bestuurder in de andere stand geplaatst dan wordt de onder druk gebrachte vloeistof vanaf de pomp 41 via de leidingen 78 en 80 naar beide wielmotoren 70 gevoerd en via de leidingen 79 en 81 verbonden met de leiding 82, en het 3 reservoir 83. In dit geval staan de beide motoren 70 in parallelschakeling. Dezelfde schakeling wordt toegepast voor de pomp 42 en de wielmotoren 76.The pump 41 feeds via a slide 77 arranged in the cabin 16 within easy reach of the driver, via the line 78 the wheel motor 70, the output line 79 of which is connected via the slide 77 to the line 80 which feeds the other wheel motor 70 . The output line 81 of the latter pump 70 is connected via a slide 77 and a line 82 to a liquid reservoir 83. In this position of the slide 77, the wheel motors 70 are connected in series. When the slider 3300454 - 13 - 77 is placed in the other position by the driver, the pressurized fluid is supplied from the pump 41 via the lines 78 and 80 to both wheel motors 70 and connected to the line 82 via lines 79 and 81 , and the 3 reservoir 83. In this case, both motors 70 are in parallel connection. The same circuit is used for the pump 42 and the wheel motors 76.

De leiding 78 is in alle gevallen een hogedruk-leiding. De "leiding 78 wordt af getakt via de leiding 84 naar 10 een instelbare electrische schakelaar 85, die in de handel verkrijgbaar is en die bij relatief lage hydraulische druk in de leiding 73 en 84 geopend is, maar bij het bereiken van een grenswaarde van de hydraulische druk sluit. Deze grenswaarde is door middel van de schakelaar 85 instelbaar.The line 78 is in all cases a high-pressure line. The line 78 is branched off via line 84 to an adjustable electrical switch 85, which is commercially available and which is opened at lines 73 and 84 at relatively low hydraulic pressure, but upon reaching a limit value of hydraulic pressure closes This limit value can be adjusted by means of switch 85.

15 De schakelaar 85 is enerzijds verbonden met de massa van de trekker en anderzijds via een signaalgever 86 (bijvoorbeeld een hoorn of een lichtsignaal), een schakelaar 87 (bijv. het contactslot van de trekker) met de positieve pool van de accu 88 van de trekker.The switch 85 is connected on the one hand to the mass of the tractor and on the other hand via a signal generator 86 (eg a horn or a light signal), a switch 87 (eg the ignition key of the tractor) to the positive pole of the battery 88 of the tractor.

20 De hiervoor uiteengezette mogelijkheid om vanuit de cabine de beide wielmotoren van de achterwielen 11 resp. de beide wielmotoren van de voorwielen 9 in serie cf parallel te schakelen, is van betekenis bij ongunstige bodem-omstandigheden waarbij één der beide beschouwde wielen 25 slipt of dreigt te slippen en waarbij het wenselijk is dat het andere wiel in staat blijft om een aandrijfkracht op de grond uit te oefenen. Ir. dit geval worden de wielmotoren 70 en/of 76 in serie geschakeld. Tijdens nomaal bedrijf zijn de wielmotoren 70 en 76 parallel geschakeld in verband 30 met onder meer het rijden van Dochten.20 The possibility explained above, from the cab, of the two wheel motors of the rear wheels 11 resp. connecting the two wheel motors of the front wheels 9 in series or in parallel is of significance in unfavorable ground conditions in which one of the two wheels 25 in question slips or threatens to slip and in which case it is desirable that the other wheel remains able to provide a driving force exercise the ground. Ir. in this case, the wheel motors 70 and / or 76 are connected in series. During normal operation, the wheel motors 70 and 76 are connected in parallel in connection with driving Dochten, among others.

Naast de hiervoor beschreven opstelling is het ook mogelijk om het schema volgens fig. 5 uit te voeren voor de wielen aan één zijde van de trekker en een zelfde opstelling voor de wielen aan de andere zijde van de trekker en daar-35 naast eer/omschakelmogelijkheid voor de eerst beschreven schakeling naar de laatstbedoelde schakeling en omgekeerd.In addition to the arrangement described above, it is also possible to carry out the diagram according to Fig. 5 for the wheels on one side of the tractor and the same arrangement for the wheels on the other side of the tractor and in addition to the possibility of switching / switching. for the first described circuit to the last-mentioned circuit and vice versa.

De schakelaar 85 kan ook als veiligheidsventiel wo'nde^ u-5 ~g°voerd, eveneens in como-^natie msu een signaalgever 86. In dir geval kan de druk in de leidingen 78, 84’ 8300454 I 4 V '* - 14 - niet boven de ingestelde grenswaarde uitstijgen.Switch 85 can also be used as a safety valve, also a signal transmitter 86 in combination msu. In this case, the pressure in the lines 78, 84 '8300454 I 4 V' * - 14 - do not exceed the set limit value.

Het is tijdens bedrijf gewenst om onder alle omstandigheden een bepaald deel van het vermogen, resp. het aandrijfkoppel van de aandrijfmotor 17 ter beschikking te 5 hebben voor het aandrijven van machines of werktuigen vanaf de voorste aftakas 30 en/of de achterste aftakas 51 (beide 1000 omw/min) en/of de achterste aftakas 49 (1000, 600, 450 en 350 omw/min). Dit betekent dat het voor de voortstuwing van de trekker en de daaraan gekoppelde machine(s) benodigde 10 vermogen resp. koppel niet boven een bepaald deel van het maximale vermogen resp. koppel van de motor 17 mag uitstijgen. Het vermogen van de aandrijfmotor 17 is in dit uit-voeringsvoorbeeld ongeveer 100 kW. De hydraulische druk in de leiding 78 (fig. 5) is een maat voor het vermogen 15 resp. koppel, dat voor de voortstuwing van de trekker en aangekoppelde machine(s) of werktuig(en) wordt gebruikt. Indien deze hydraulische druk in de leiding 78 en in de leiding 84 een bepaalde grenswaarde bereikt (overeenkomende met bijv. 50 kW) dan sluit de electrische schakelaar 85 20 en geeft de signaalgever 86, die in de cabine is opgesteld, een signaal af zodat de bestuurder op de hoogte is van het feit dat de minimumwaarde van het onder alle omstandigheden voor het aandrijven van de aangekoppelde machine(s) beschikbaar gestelde deel van het vermogen is bereikt en de moge-25 lijkheid aanwezig is dat dit deel (100 - 50 = 50 kW in het genoemde voorbeeld) onder de te voren gekozen minimumwaarde dreigt te geraken. De bestuurder kan dan maatregelen nemen om het voor de voortstuwing vereiste vermogen te verminderen door bijv. de rijsnelheid te verminderen door instelling 30 van de pompen 41 en 42 en/of,indien bijvoorbeeld een grond-bewerkingsmachine is aangekoppeld, de voorste en/of achterste hefinrichting enigszins te heffen zodat de grondweer-stand van de machine vermindert. Sodra het voor de voortstuwing gebruikte vermogen of koppel weer onder de grens-35 waarde komt, stopt de signaalgever 86 doordat de druk in de leidingen 78 en 84 is verminderd. Hierdoor kan op eenvoudige wijze worden bereikt dat steeds een bepaald deel van het vermogen van de motor ter beschikking staat voor de aandrij- 0300454 - 15 - ving van aangekoppelde machines. Aan de aftakassen staat derhalve in prindne practisch het gehele motorvermogen resp. koppel ter beschikking (indien het voortstuwingsvermogen zeer gering of nul is) en de aftakasaandrijvingen zijn voor dit 5 vermogen of koppel geconstrueerd.During operation it is desirable to use a certain part of the power, resp. to have the drive torque of the drive motor 17 available for driving machines or implements from the front PTO 30 and / or the rear PTO 51 (both 1000 rpm) and / or the rear PTO 49 (1000, 600, 450 and 350 rpm). This means that the power required for the propulsion of the tractor and the machine (s) coupled thereto. do not torque above a certain part of the maximum power resp. torque of motor 17 may rise. The power of the drive motor 17 in this embodiment is approximately 100 kW. The hydraulic pressure in the line 78 (fig. 5) is a measure of the power 15 resp. torque used to propel the tractor and coupled machine (s) or implement (s). If this hydraulic pressure in the line 78 and in the line 84 reaches a certain limit value (corresponding to, for example, 50 kW), the electrical switch 85 closes and the signal transmitter 86, which is arranged in the cabin, gives a signal so that the the driver is aware that the minimum value of the part of the power made available under all circumstances for driving the coupled machine (s) has been reached and it is possible that this part (100 - 50 = 50 kW in the above example) is likely to fall below the pre-selected minimum value. The driver can then take measures to reduce the power required for propulsion by, for example, reducing the driving speed by adjusting the pumps 41 and 42 and / or, for example, if a soil tillage implement is coupled, the front and / or rear lift the lifting device slightly so that the ground resistance of the machine is reduced. As soon as the power or torque used for the propulsion falls back below the limit value 35, the signal generator 86 stops because the pressure in the lines 78 and 84 has decreased. This makes it easy to achieve that a certain part of the engine's power is always available for driving coupled machines. The power take-offs are therefore practically all engine power resp. torque available (if propulsion power is very low or zero) and the PTO drives are designed for this power or torque.

In de ruimte tussen de achterzijde van de motor 17 en een der achterwielen 11 is een brandstoftank 89 aan een zijkant van de trekker bevestigd, terwijl tussen de aan de tandv/ielkast 32 bevestigde pompen 41 en 42 en het nabij-10 gelegen achterwiel een reservoir 83 voor hydraulische vloeistof is opgesteld aan de zijde tegenover de brandstoftank 89. De reservoirs 83 en 89 zijn grotendeels onder de cabine 16 opgesteld.In the space between the rear of the engine 17 and one of the rear wheels 11, a fuel tank 89 is mounted on one side of the tractor, while between the pumps 41 and 42 mounted on the gear box 32 and the rear wheel located nearby, a reservoir Hydraulic fluid 83 is disposed on the side opposite the fuel tank 89. The reservoirs 83 and 89 are arranged largely under the cabin 16.

De totale lengte van de trekker bedraagt ten minste 15 ongeveer 5 meter, de totale breedte van de trekker bedraagt ongeveer 3 meter. Ket gewicht van de trekker bedraagt ongeveer 3000 kg.The total length of the tractor is at least about 5 meters, the total width of the tractor is about 3 meters. The weight of the tractor is about 3000 kg.

De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat inde beschrijving en/of in de conclusies is vermeld, maar heeft 20 ook betrekking op de details van de figuren al dan niet beschreven.The invention is not limited to what is stated in the description and / or in the claims, but also relates to the details of the figures whether or not described.

-Conclusies- 3300454-Conclusions- 3300454

Claims (36)

2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aftakas met ten minste vier verschillende omwentelingssnelheden aandrijfbaar is. 10 3· Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de aftakas met, naar keuze, 1000, 600, 450 en 350 omw/min aandrijfbaar is.Tractor according to claim 1, characterized in that a power take-off shaft can be driven with at least four different rotational speeds. Tractor according to claim 1 or 2, characterized in that the power take-off shaft can be driven with, optionally, 1000, 600, 450 and 350 rpm. 4. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met verschillende omwentelingssnel- 15 heden aandrijfbare aftakas aan de achterzijde van de trekker is aangebracht.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the PTO which can be driven with different rotational speeds is arranged at the rear of the tractor. 5. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker ten minste één aftakas bezit die vanaf de motor via een koppeling aandrijfbaar is. · 20 6· Trekker volgens conclusie 5> met het kenmerk, dat de koppeling vanaf de bestuurderszitplaats in- en uit-schakelbaar is.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has at least one PTO which can be driven from the engine via a coupling. Tractor according to claim 5, characterized in that the coupling can be switched on and off from the driver's seat. 7. Trekker volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de koppeling door een uitgaande as van een tandwielkast 25 aandrijfbaar is, die een tandwielstelsel omvat door middel waarvan tevens hydraulische pompen voor de wielaandrijving van de trekker aandrijfbaar zijn.Tractor according to claim 5 or 6, characterized in that the coupling can be driven by an output shaft of a gearbox 25, which comprises a gear system by means of which hydraulic pumps for the wheel drive of the tractor can also be driven. 8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de motor een maximaal vermogen van 30 ongeveer 100 kW bezit.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the motor has a maximum power of about 100 kW. 9. Trekker volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de hydraulische pompen een vanaf de bestuurderszitplaats variabele opbrengst bezitten. 10. * Trekker volgens een der-voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de trekker vier door middel van hydraulische motoren aandrijfbare wielen bezit.Tractor according to claim 7 or 8, characterized in that the hydraulic pumps have a variable output from the driver's seat. 10. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has four wheels drivable by hydraulic motors. 11. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker twee hydraulische pompen 8300454 - 17 - bezit, waarvan er één de motoren van de achterwielaandrij-ving en de-andere de motoren van de voorwielaandrijving voedt.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has two hydraulic pumps 8300454-17, one of which feeds the rear-wheel drive motors and the other the front-wheel drive motors. 12. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de trekker ten minste twee door wiel- ♦ motoren aandrijfbare wielen omvat, welke motoren in parallelschakeling of in serieschakeling door een hydraulische pomp aandrijfbaar zijn.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises at least two wheels which can be driven by wheel motors, which motors can be driven in parallel or in series connection by a hydraulic pump. 13. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 10 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, Λ een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat de trekker ten minste twee door wielmotoren aandrijfbare wielen omvat, welke motoren in parallelschakeling of in serieschakeling door een hydrau-15 lische pomp aandrijfbaar zijn.13. Tractor or the like vehicle, in particular an agricultural tractor with a drive motor, a frame, at least one lifting device and at least one PTO, characterized in that the tractor comprises at least two wheels drivable by wheel motors, which motors can be driven in parallel or in series connection by a hydraulic pump. 14. Trekker volgens conclusie 12 of 13, niet het kenmerk, dat naar keuze de wielmotoren van de achterwielen en/of die van de voorwielen in serie resp. parallel schakel-baar zijn.Tractor according to claim 12 or 13, not characterized in that, optionally, the wheel motors of the rear wheels and / or those of the front wheels in series or. can be connected in parallel. 15. Trekker volgens een der voorgaande conclusies 10 - 14, met het kenmerk, dat de hydraulische motoren door middel van een buisvormige ondersteuning met het gestel zijn verbonde XI ·Tractor according to any one of the preceding claims 10-14, characterized in that the hydraulic motors are connected to the frame by means of a tubular support. 16. Trekker volgens conclusie 15, met het kenmerk, 25 dat de buisvormige ondersteuning door middel van een zijdelingse schoorstang tegen het gestel afsteunt.16. A tractor according to claim 15, characterized in that the tubular support rests against the frame by means of a lateral strut. 17. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij een einde van de trekker zodanig is aangebracht, dat de motoras zich onge-30 veer dwars op de rijrichting uitstrekt.Tractor according to one of the preceding claims, characterized in that the drive motor is arranged near one end of the tractor such that the motor shaft extends approximately transversely to the direction of travel. 18. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij een 35 einde van de trekker zodanig is aangebracht, dat de motoras zich ongeveer dwars op de rijrichting uitstrekt.18. A tractor or the like vehicle, in particular an agricultural tractor with a drive motor, a frame, at least one lifting device and at least one power take-off shaft, characterized in that the drive motor is arranged near one end of the tractor such that the motor shaft extends approximately transverse to the direction of travel. 19. Trekker volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor nabij de voorwielen is opgesteld.Tractor according to claim 17 or 18, characterized in that the drive motor is arranged near the front wheels. 20. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 8300454 - 18 - met het kenmerk, dat de aandrijfmotor een luchtgekoelde dieselmotor is.Tractor according to any one of the preceding claims, 8300454 - 18 - characterized in that the drive motor is an air-cooled diesel engine. 21. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmotor ten dele in een be- 5 stuurderscabine is opgesteld.21. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive motor is partly arranged in a driver's cabin. 22. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aftakas nabij een einde van de aandrijfmotor en zijdelings van de trekker is opgesteld.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that a power take-off shaft is arranged near one end of the drive motor and laterally of the tractor. 23. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat een stuuras voor bestuurbare wielen bezit, die een legering heeft welke legering een aantal boven elkaar aangebrachte plaatvormige delen omvat, waarbij het bovenste deel losneembaar aan het gestel is bevestigd.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that it has a steering wheel for steerable wheels, which has an alloy, which alloy comprises a number of plate-shaped parts arranged one above the other, the top part being detachably attached to the frame. 24. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 15 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandri jfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat een stuuras voor bestuurbare wielen bezit, die een legering heeft welke legering een aantal boven elkaar aangebrachte plaatvormige delen omvat, 20 waarbij het bovenste deel losneembaar aan het gestel is bevestigd.24. A tractor or the like vehicle, in particular an agricultural tractor with a drive motor, a frame, at least one lifting device and at least one PTO, characterized in that it has a steering axle for steerable wheels, which has an alloy which alloy comprises a number of plate-shaped parts arranged one above the other, the top part being detachably attached to the frame. 25. Trekker volgens conclusie 23 of 24, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen uit slijtvast materiaal zijn vervaardigd.Tractor according to claim 23 or 24, characterized in that the plate-shaped parts are made of wear-resistant material. 26. Trekker volgens een der conclusies 23 - 25, met het kenmerk, dat aan de stuuras twee voorwielen zijn bevestigd, die aan weerszijden van de stuuras zijn opgesteld.26. A tractor as claimed in any one of claims 23 to 25, characterized in that two front wheels are mounted on the steering axle and are arranged on either side of the steering axle. 27. Trekker volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de voorwielen ten opzichte van de stuuras gezamenlijk 30 om een ongeveer horizontale in de rijrichting gelegen zwenk-as verzwenkbaar zijn.27. The tractor as claimed in claim 26, characterized in that the front wheels are pivotable relative to the steering axle about a pivot axis which is approximately horizontal in the direction of travel. 28. Trekker volgens een der conclusies 23 - 27, met het kenmerk, dat de opwaarts gerichte stuuras ten opzichte van het gestel om zijn hartlijn op hydraulische wijze ver- 35 zwenkbaar«is.28. A tractor as claimed in any one of claims 23 to 27, characterized in that the upwardly directed steering axle is pivotable about its axis in a hydraulic manner relative to the frame. 29. Trekker volgens een der conclusies 23 - 28, met het kenmerk, dat de stuuras over ongeveer 150° verzwenkbaar is.The tractor according to any one of claims 23 to 28, characterized in that the steering axle is pivotable by about 150 °. 30. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 83 0 0 4 5 4. - 19 - met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn voorzijde boven de voorwielen eindigt en bevestigingsmiddelen omvat om een hefinrichting aan de trekker te bevestigen. 31· (Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 5 een trekker voor landbouwdoeleinden met een aandrijfmotor, een gestel, ten minste één hefinrichting en ten minste één aftakas, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn voorzijde boven de voorwielen eindigt en bevestigingsmiddelen omvat om een hefinrichting aan de trekker te 10 bevestigen.Tractor according to any one of the preceding claims, 83 0 0 4 5 4. - 19 - characterized in that the frame of the tractor ends above its front ends above the front wheels and comprises mounting means for attaching a lifting device to the tractor. 31 · (Tractor or similar vehicle, in particular an agricultural tractor with a drive motor, a frame, at least one lifting device and at least one PTO, characterized in that the frame of the tractor ends above its front wheels above the front wheels and includes mounting means for attaching a lifting device to the tractor. 32. Trekker volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat het gestel ten minste één balk ongeveer ter hoogte van de wielassen omvat alsmede ten minste één andere balk boven de wielen omvat. 15 33· Trekker volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de balk en de andere balk door een schuin opwaarts gerichte balk star zijn verbonden.Tractor according to claim 30 or 31, characterized in that the frame comprises at least one beam approximately at the level of the wheel axles and at least one other beam above the wheels. 33. Tractor according to claim 32, characterized in that the beam and the other beam are rigidly connected by an obliquely upwardly directed beam. 34· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker aan zijn 20 achterzijde een dwarsbalk omvat die, gerekend in de rijrichting, vóór de denkbeeldige wielas van de achterwielen is gelegen.34. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame of the tractor comprises at its rear a transverse beam which, calculated in the direction of travel, is located in front of the imaginary wheel axle of the rear wheels. 35. Trekker volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat aan de dwarsbalk een hefinrichting is bevestigd.Tractor according to claim 34, characterized in that a lifting device is attached to the cross beam. 36. Trekker volgens conclusie 34 of 35, met het kenmerk, dat aan de dwarsbalk ten minste één aftakas is bevestigd.Tractor according to claim 34 or 35, characterized in that at least one PTO is attached to the cross beam. 37. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel van de trekker nabij zijn 30 achterzijde twee lang&alken bezit die onderling op grotere afstand zijn gelegen dan twee nabij de voorzijde opgestelde langsbalken.37. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame of the tractor has two longitudinal beams near its rear side which are spaced at a greater distance from each other than two longitudinal beams arranged near the front side. 38. Trekker volgens een der conclusies 30 - 37, met het kenmerk, dat de trekker een bestuurderscabine omvat 35 waarvan de vloer lager is gelegen dan het boven de voorwielen gelegen gesfaldeel.38. The tractor as claimed in any one of claims 30 to 37, characterized in that the tractor comprises a driver's cab, the floor of which is lower than the splinter part located above the front wheels. 39. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een bestuurderscabine bezit waarvan de voorzijde zich, gezien in bovenaanzicht, ongeveer 3300454 V , - 20 - tot de voorzijde van de aandrijfmotor uitstrekt en de achterzijde in zijaanzicht hoven de voorste helft van de achterwielen is gelegen. 4*0. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de lengte van de trekker ten minste 5 meter bedraagt.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has a driver's cab, the front of which, viewed in plan view, extends approximately 3300454 V to the front of the drive motor and the rear in side view, the front in front. half of the rear wheels are located. 4 * 0. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the length of the tractor is at least 5 meters. 41. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de trekker ongeveer 3 meter bedraagt. 10 42. , Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gewicht van de trekker ongeveer 3000 kg. bedraagt.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the width of the tractor is approximately 3 meters. 42. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the weight of the tractor is about 3000 kg. amounts. 43. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker ten minste drie aftakassen 15 bezit, waarvan ten minste één aan een zijkant van de trekker is opgesteld.43. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has at least three PTO shafts, at least one of which is arranged on a side of the tractor. 44. Trekker zoals beschreven en in de tekeningen is afgebeeld. -o-o-o-o-o-44. Trigger as described and shown in the drawings. -o-o-o-o-o-
NL8300454A 1983-02-07 1983-02-07 TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE. NL8300454A (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300454A NL8300454A (en) 1983-02-07 1983-02-07 TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
GB08402630A GB2134862B (en) 1983-02-07 1984-02-01 A motor vehicle such as a tractor
DE19843403932 DE3403932A1 (en) 1983-02-07 1984-02-04 TRACTOR OR SIMILAR COMMERCIAL VEHICLE
FR8401820A FR2540452A1 (en) 1983-02-07 1984-02-07 TRACTOR OR APPARATUS VEHICLE WITH IMPROVED MANEUVERABILITY

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300454 1983-02-07
NL8300454A NL8300454A (en) 1983-02-07 1983-02-07 TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300454A true NL8300454A (en) 1984-09-03

Family

ID=19841371

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300454A NL8300454A (en) 1983-02-07 1983-02-07 TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3403932A1 (en)
FR (1) FR2540452A1 (en)
GB (1) GB2134862B (en)
NL (1) NL8300454A (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3740605A1 (en) * 1987-12-01 1989-06-15 Boeck Xaver Removable coupling device for farm tractors
DE102005000936A1 (en) * 2005-01-07 2006-07-20 Rebo Landmaschine Gmbh Farm tractor with a chassis
FR2998522B1 (en) * 2012-11-26 2014-12-19 Naturagriff Sarl INTERMEDIATE CHASSIS WITH INCORPORATED HYDRAULIC POWER PLANT AND MULTIFUNCTIONAL TRANSMISSION

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB582352A (en) * 1944-05-30 1946-11-13 Arthur William Bean A power driven vehicle for horticultural or similar purposes
BE487730A (en) * 1948-03-08
GB660055A (en) * 1949-02-15 1951-10-31 Louis Henri Denis Marie Ballu Improvements in or relating to light tractors
CH399041A (en) * 1960-02-08 1966-03-31 Lely Nv C Van Der Agricultural tractors with interchangeable attachments
GB916749A (en) * 1960-10-13 1963-01-30 Agrostrog Protejov An improved frame for a tractor
NL258916A (en) * 1960-12-09
CH504342A (en) * 1969-11-25 1971-03-15 Schilter & Co Maschf Motorized vehicle
NL7015918A (en) * 1970-10-30 1972-05-03
SE363717B (en) * 1972-05-17 1974-02-04 Svenska Sockerfabriks Ab
DE2240415A1 (en) * 1972-08-17 1974-02-21 Kloeckner Humboldt Deutz Ag VEHICLE, IN PARTICULAR AGRICULTURAL MOTOR VEHICLE
GB1600960A (en) * 1977-07-15 1981-10-21 Kubota Ltd Offset type tractors
JPS5467914A (en) * 1977-11-10 1979-05-31 Kubota Ltd A symmetric tractor
GB2029784B (en) * 1978-09-02 1982-08-11 Carruthers & Co Ltd J Tractive vehicles
NL8203382A (en) * 1982-08-31 1984-03-16 Lely Nv C Van Der TRACTOR.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3403932A1 (en) 1984-08-09
GB2134862B (en) 1986-11-12
GB8402630D0 (en) 1984-03-07
GB2134862A (en) 1984-08-22
FR2540452A1 (en) 1984-08-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300453A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
US3690395A (en) Motor vehicle with two driving units especially for agricultural purposes
US4363374A (en) Tractor
US5562166A (en) Garden tiller
US2524083A (en) Tractor and means for detachably mounting agricultural implements thereon
US4662162A (en) Tomato harvester
US4585084A (en) Agricultural tractor
US4791996A (en) Agricultural tractor with lightweight frame and front and rear wheels forming substantially continuous wheel path
NL8200663A (en) TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES OR THE LIKE.
NL8300732A (en) TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
NL8300454A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
NL8500758A (en) TRACTOR.
US4172356A (en) Yard rake
US4688375A (en) Mower attachment for farm tractors
US3672459A (en) Single wheel, self-propelling attachment
US20210212263A1 (en) Self-propelled vehicles with extendable devices
US4018294A (en) Draft attachment for wheeled implements
US2067158A (en) Power gang lawn mower
US5964078A (en) Multiple implement tow bar assembly
US3576227A (en) Attachment device for an agricultural machine
NL8203381A (en) TRACTOR.
NL8303181A (en) TRACTOR FITTED WITH A LIFTING DEVICE.
NL8204359A (en) TRACTOR, ESPECIALLY FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
GB2128147A (en) Agricultural tractor
NL8403484A (en) TRACTOR.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed