NL8300412A - Werkwijze voor het onduleren of sluik maken van haar, waarbij gelijktijdig het haar geconditioneerd wordt, alsmede haarondulatie samenstelling daarvoor. - Google Patents

Description

’·- ’ * .v ...........% r * VO 4545 - 1 -

Titel: Werkwijze voor het onduleren of sluik maken van haar, waarbij gelijktijdig het haar geconditioneerd wordt, alsmede haar-ondulatie samenstelling daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op samenstellingen voor het onduleren of sluik maken van haar, in het bijzonder menselijk haar, alsmede op werkwijzen voor het onduleren of sluik maken van haar. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op samenstellingen en methoden 5 van bovengenoemde aard, waarbij het haar in een geconditioneerde of verbeterde toestand achterblijft.

Het onduleren of sluik maken van haar (vaak ook aangeduid als permanent-behandeling) omvat gewoonlijk de toepassing van een middel voor het reduceren of verbreken van de disulfide bindingen van keratine' in 10 haar, (verder aangeduid als : reductiemiddel, terwijl samenstellingen die een reductiemiddel bevatten hierna zullen worden aangeduid als: reductie- of ondulatiesamenstelling of lotion), teneinde mogelijk te maken dat het haar in een vorm wordt gebracht zonder enige interne elasticiteit of andere weerstand, en het daarop volgend aanbrengen van een 15 neutralisatiemiddel, dat de keratinebindingen herstelt en het haar in zijn nieuwe, gewenste vorm brengt. Het neutralisatiemiddel is gewoonlijk een oxyderende oplossing, bijvoorbeeld een waterige oplossing van waterstof peroxyde en dergelijke.

Verschillend van het onduleren en sluik maken van haar door een 20 reducerende lotion is het zogenaamde relaxeren van haar, waarbij een sterke base, gewoonlijk in de vorm van een pasta of crème, wordt toegepast. Het mechanisme van de werking van de base verschilt van het werkingsmechanisme van het reductiemiddel bij het conventionele onduleren en sluik maken van haar. Terwijl in het laatstgenoemde geval de disulfide 25 bindingen van keratine worden verbroken en verbroken blijven, totdat ze door de neutralisator worden hersteld, worden in de behandeling met loog de disulfide bindingen van keratine omgezet in monosulfide banden en is de daarop volgende neutralisatie met een zuur louter de conventionele neutralisatie van de resterende base met een zuur. Derhalve hebben de 30 hier gebruikte termen onduleren en sluik maken geen betrekking op het relaxeren van haar door sterke basen.

Het onduleren of sluik maken van haar met reductiemiddelen, zoals k 8300412 1 / ' » - 2 - mercaptanen, sulfieten of fosfinen gaat vrijwel zonder uitzondering gepaard met een verslechtering van de gevoelseigenschappen van haar, grotere verwarring en slechtere kambaarheid. Dit gaat op voor alle typen haar en in het bijzonder voor haar, dat voorafgaande aan het onduleren 5 blootgesteld is aan bleekbehandeling, verfbehandeling of langdurige weersinvloeden. Dé gebruikelijke manier om in deze situatie verbetering.te brengen, is behandeling van het geonduleerde haar met conditionerings-middelen zoals alkyl-dimethyl benzyl halogeniden, emulsies van minerale olie, lanoline enz. Conditioneringsmiddelen van dit type worden gewoon-10' lijk in de neutralisatiestap van de werkwijze voor het onduleren of sluik maken opgenomen. Hoewel deze conditioneringsverbindingen verbetering brengen in het aanvoelen van het haar en de kambaarheid verbeteren, zijn hun- gunstige invloeden slechts van voorbijgaande aard en gaan zij geheel verloren wanneer het haar met shampoo wordt behandeld.

15 Üit het Amerikaanse octrooischrift 3,912,808 Sokol is een’.werk wijze bekend voor het onduleren of sluik maken van haar, waarbij een ondu-latielotion. wordt. gebruikt die een reductiemiddel en een polydimethyl-diallyl-ammoniumchloride, een cationogeen polymeer bevat. De in genoemd octrooischrift beschreven vinding wordt toegepast in een commercieel pro-20 duet, dat in verband met de onderhavige aanvrage getest en aan vergelijking onderworpen werd. Volgens de onderhavige uitvinding wordt geen poly-dimethyldiallylammoniumchloride gebruikt.

Het. Amerikaanse octrooischrift 4,175,572 (Hsiung et al.) heeft betrekking op een alkalihydroxyde haar-relaxeermiddel en niet op ondula-25 tie of sluik maken, welk relaxeermiddel onder andere ook polydimethyl-diallylammoniumchloride bevat. Het polymeer kan ook gescheiden van het basische relaxeermiddel, voordat of nadat het is aangebracht, worden aangebracht..Er wordt vermeld dat een zure shampoo gebruikt wordt na het relaxeren en conditioneren om de overmaat basische oplossing te verwijde-30 ren. De laatste shampoo stap of de samenstelling van de bedoelde shampoo · wordt, niet verder’gespecificeerd ‘én maakt, naar expliciet vermeld wordt, geen deel uit van het conditioneringsproces. In die zin kan het worden gelijkgesteld aan het op bovengenoemd- Amerikaans octrooischrift 3,912,808 gebaseerde commerciële product waarin een cationogeen opper-35 vlak-actief middel in de neutralisatiesamenstelling wordt gebruikt.

Daarentegen vereist de onderhavige uitvinding, behalve dat geen polydime-thyldiallylammoniumchloride wordt gebruikt, specifiek de aanwezigheid van een anionogeen oppervlakte-actief middel voor de vorming van het condi- 8300412 f . - -* - 3 - tionerende neerslag in tegenwoordigheid van haar. Verder is de onderhavige uitvinding niet bruikbaar in samenhang met sterk basische relaxeersamen-stellingen.

Thans is gevonden, dat een duurzame conditionering van haar kan 5 worden gerealiseerd in een werkwijze voor het onduleren of sluik maken van haar, die in gevolgen superieur is aan conventionele technieken en bij herhaalde shampoobehandelingen in stand blijft, welke werkwijze gekenmerkt wordt doordat het haar behandeld wordt met een waterige ondula-tiesamenstelling die een effectieve hoeveelheid reductiemiddel en ten-10 minste één catiologeen polymeer uit de volgende groep i· onamer, QPVAMINE, QPVP en Clairquat-1 alle zoals meer gedetailleerd onderstaand gedefinieerd, bevat en het haar daarna wordt behandeld met een waterige neutrali-satiesamenstelling die een oxidatiemiddel en een anionogeen oppervlakte-actief middel bevat.

15 Als gevolg van de volgorde van de initiële reductie in de ondu latie- (of sluikmakings-) en daarop volgende neutralisatiestappen en een unieke combinatie van ingrediënten, wordt in het haar een conditionerings-complex gevormd, dat onder herhaalde shampoobehandelingen stabiel is.

Doel van de uitvinding is derhalve om een werkwijze voor het 20 onduleren of sluik maken van haar te verschaffen, waarbij het haar in een geconditioneerde toestand achterblijft die tegen herhaalde shampoobehandelingen bestand is.

Een doel van de uitvinding is ook om samenstellingen te verschaffen, die voor het uitvoeren van bovengenoemde werkwijze bruikbaar zijn.

25 Andere en meer gedetailleerde doeleinden van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving en conclusies duidelijk worden.

In de volgende beschrijving en conclusies zullen waar mogelijk chemische verbindingen worden aangeduid met hun CTFA namen zoals opgenomen in het Cosmetic Ingredient Dictionary of .The Cosmetic, Toiletry and 30 Fragrance Association, Inc.

De cationogene polymeren die voor de doeleinden van de onderhavige uitvinding bruikbaar zijn, zijn van een paar specifieke typen. .Jüolecuulgewichten worden gegeven op basis van het gewichtsgemiddelde.

Een iets minder geprefereerd type is polyquaternium-1, een polymeer ge-35 quatemiseerd dimethyIbutenylammoniumchloride, voorzien van eindstandige gequatemiseerde ethanolamine groepen, in de handel gebracht door Onyx Chemicals Co. onder de naam Onamer M (hier aangeduid als "Onamer”), dat aan formule 1 van het formuleblad schijnt te beantwoorden, in welke 8300412 -4-- , e t V ^ formule n een geheel getal is dat evenredig is met het molecuulgewicht, welk molecuulgewicht tussen 800 en 5.000 ligt, bij voorkeur tussen 1.000 en 3.500.

Overgaande op de meer geprefereerde cationogene polymeren, bestaat 5 een ander in de onderhavige uitvinding bruikbaar type uit polymeren en tcopolymeren van gequaterriiseerd polyvinylamine, bereid op een op zichzelf bekende wijze. Gemeend wordt, dat deze gevormd worden door herhalende eenheden van de groep met formule 2,. waarin R^, 1¾ en R3 gelijke of verschillende groepen zijn en alkylgroepen met 1 tot 20 koolstofatomen voor-10 stellen, en X“ een cosmetisch aanvaardbaar anion, zoals halogenide, (bijvoorbeeld iodide of chloride) sulfaat of carboxylaat is en n een geheel getal is, dat evenredig is met het molecuulgewicht. Het molecuul gewicht ligt bij voorkeur tussen 3.000 en 150,000.. Dit polymeer wordt hierna aangeduid als "QPVAMINE". Bij wijze van voorbeeld kan trimethyl 15 polyvinyl ammoniumsulfaat worden genoemd, dat gemeend wordt te bestaan uit herhalende eenheden volgens Formule 3, met een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 50 .'000.

Een ander type bruikbaar catiologeen materiaal is een polymeer van gequaterniseerd poly-4-vinylpyridine dat op een op zichzelf bekende wijze 20 wordt bereid. Dit kan worden beschreven met de Formule 4, waarbij R een alkylgroep is met 1 tot 20 koolstofatomen en X” een cosmetisch aanvaardbaar anion is, zoals een halogenide, sulfaat of carboxylaat. Dit polymeer zal eveneens een molecuulgewicht in het gebied van ongeveer 5.000 tot ongeveer 500.000 hebben. Dit polymeer wordt hierna aangeduid als QPVP.

25 Als voorbeeld van het cationogene polymeer van dit type, kan poly vinyl methyl pyridiniumjodide met Formule 5 worden vermeld, dat een gemiddeld molecuulgewicht van ongeveer 50.000 heeft.

Een ander cationogeen polymeer, dat uitstekende resultaten conform de· onderhavige uitvinding bleek te geven, is poly (metacrylamidopropy1-30 trimethylammoniumchloride) dat door polymerisatie op een op zich .zelf bekende wijze van het overeenkomstige monomeer, in de handel gebracht door Texaco Chemicals onder de naam MAPTAC, wordt bereid. Dit polymeer schijnt te bestaan uit herhalende eenheden van de groep met Formule 6, waarin n een getal is dat evenredig is met het molecuulgewicht. Het molecuul-35 gewicht is bij voorkeur gelegen tussen 5.000 en 500.000. Dit polymeer wordt hierna aangeduid als Clairquat-1.

Zoals bovenstaand vermeld, bevinden de beschreven bijzondere cationogene polymeren zich in de in de werkwijze toegepaste reducerende lotion.

8300412 J , .......J|l|l!!:i......." - 5 -

De hoeveelheid cationogeen polymeer, die in de reducerende lotion aanwezig zal zijn, kan enigszins variëren, afhankelijk van de resultaten die gewenst zijn. Gewoonlijk zal deze hoeveelheid tussen ongeveer 0,2 en ongeveer 10 gew%, gebaseerd op hettotale gewicht van de reducerende 5 lotion uitmaken, waarbij het optimale gebied ligt tussen ongeveer 1 en ongeveer 5 gew.%.

Er zijn geen structuur- of bekende chemische eigenschappen van cationogene polymeren, die gebruikt kunnen worden om te voorspellen of een cationogeen polymeer volgens de onderhavige uitvinding kan worden 10 toegepast. Derhalve werd gevonden dat een aantal cationogene polymeren, wanneer ze gebruikt werden in plaats van de hier beschreven polymeren, onvoldoende duurzame conditionering van haar geven. Enkele van deze cationogene polymeren, die onvoldoende werkzaam bleken te zijn, zijn: gequaterniseerd poly-2-vinylpyridine 15 adipinezuur/epoxvpropyl diethyleentriaminecopolymeer (in de handel gebracht door Hercules Chemical Company onder de naam Delsette 101); adipinezuur/dimethylaminohydroxypropyldiethyleentriaminecopolymeer (in de handel gebracht door Sandoz. Ine. onder de naam Cartaretic F-4); poly (N-(3-dimethylamino)propyl)-N’-(3-(ethyleenoxyethyleendimethyl-20 amino)propyl) ureumdichloride (onder de naam M&apol A 15 in de handel gebracht door Miranol Chemical Company Incorporated)? quatemium-23, een quatemair ammoniumpolymeer, gevormd door de reactie van dimethylsulfaat en een copolymeer van vinylpyrrolidon en dimethyl-amonoethylmethacrylaat (door de GAF Corporation in de handel gebracht 25 onder de naam Gafquat 755N); quatemium-19, een polymeer van hydroxyethyl cellulose dat in reactie is gebracht met epichlorohydrine en daarna gequaterniseerd is met trimethyl-amine (in de handel gebracht door Union Carbide Corporation onder 'de naam Polymer JR-400; 30 een quatemair ammoniumderivaat van een gehydroliseerd collageen eiwit (onder de naam Crotein-Q in de handel gebracht door Croda Ine.); quatemium 39, een copolymeer van acrylamide en beta-methacryloxyethyl-trimethylammoniummethosulfaat ( onder de naam Reten 205 M in de handel gebracht door Hercules Chemical Company); 35 aminoethylacrylaat fosfaat/acrylaatcopolymeer (door National Starch Co. onder de naam Catrex in de handel gebracht); en quaternium 41, dat een copolymeer is van dimethyldiallylammoniumchloride met acrylamide (in de handel gebracht door Merck & Co. Ine. onder de 8300412 -,6 - . 1 V it naam Merquat-550).

Naast het cationogene polymeer kan de volgen.s de uitvinding toegepaste ondulatie- of reductielotion ook andere conventionele, gewoonlijk in dergelijke ondulatielotions toegepaste ingrediënten bevatten.

5 De drager voor de lotion is dus een waterige drager, waarin een of meerdere reductiemiddelen zijn opgenomen. Verscheidene reductiemiddelen zijn bekend, die voor het onduleren of sluik maken van haar bruikbaar zijn.

Als voorbeelden kunnen thioglycolzuur, cysteine, thiomelkzuur, natrium-kalium- en ammoniumsulfieten en bisulfieten, tris (hydroxyethylfosfine) IQ worden genoemd. Hoewel de onderhavige uitvinding kan worden toegepast bij alle ondulatie- en sluikmakingssamenstellingen, zijn in de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de toegepaste reductiemiddelen thioglycolzuur en alkalimetaalzouten, bijvoorbeeld natriumzouten van zwavéLLg-zuren, (bijvoorbeeld sulfieten en bisulfieten).

15 De in de ondulatielotion aanwezige hoeveelheid reductiemiddel zal eveneens enigszins variëren, afhankelijk van het gekozen middel en de gewenste resultaten. Gewoonlijk zal de ondulatielotion echter ongeveer 0,5 tot ongeveer 20 gew.% reductiemiddel, gebaseerd op het totale gewicht van de ondulatielotion bevatten. Optimale resultaten worden verkregen 20 wanneer het reductiemiddel ongeveer 2 tot ongeveer 10 gew.%,gebaseerd op het totale gewicht van de lotion,, uitmaakt. De term "effectieve hoeveel-' heid" zoals' hier in de beschrijving en in de conclusies gebruikt in verband met de ingrediënten.^ van de samenstelling, betekent een hoeveelheid waarmee het beoogde doel kan worden bereikt.. In het algemeen is een 25 gegeven concentratiegebied niet critisch en is de uitvinding niet gelegen in een bepaalde concentratie, maar veeleer in de:.componenten zelf.

De meest doelmatige hoeveelheid kan door routine-experimenten worden vastgesteld.

De ondulatielotion kan bovendien ook reukstoffen, basisch makende 30 middelen en andere conventionele ondulatielotion-ingredienten bevatten.. Meestal heeft de lotion pH. in het gebied van ongeveer 5 tot ongeveer 10.

De tweede essentiële component van het onderhavige conditione-ringssysteem wordt gevormd door amfotere of anionogene detergentia die deel van de neutralisatielotion zullen uitmaken. Er zijn een aantal 35 amfotere detergentia, die voor toepassing in de onderhavige uitvinding geschikt zijn. Twee klassen detergentia. zijn echter bijzonder doelmatig gebleken. De eerste klasse kan worden gedefinieerd door Formule 7, waarin R een vetzuurgroep met lange keten, die 10 tot 18 koolstof atomen 8300412 - 7 - bevat, voorstelt» Een typerend voorbeeld van een dergelijke verbinding of dergelijke verbindingen is het geval waarin R cocoszuurgroepen voorstelt. Een materiaal van deze aard is bekend als amphoteer-2 en wordt in de handel gebracht onder de naam Miranol C2MSF.

5 Een tweede soort amphotere detergentia die bijzonder doelmatig is voor de doeleinden van de onderhavige uitvinding, kan worden gedefinieerd door Formule 8, waarin R een vetzuur-alkylgroep met lange keten, die 10 tot 18 koolstofatomen bevat, voorstelt. In een voorbeeld van een dergelijke detergens is R in de formule een mengsel van lauryl en 10' myristil vetzuuralkylgroepen. Dit materiaal staat bekend als lauramino-propionzuur en wordt onder de naam Deriphat 170 C in de handel gebracht.

i

Niet alle amphotere oppervlakte-actieve middelen zijn geschikt gebleken. Geen van een aantal betaines werkte volgens de onderhavige uitvinding. Omdat betaines zwitterionverbindingen zijn, zou men. verwach-15 ten dat sommige zwitterion oppervlakte-actieve middelen eveneens niet zouden werken, maar er werden zwitterion oppervlakte-actieve middelen gevonden die aanvaardbaar zijn. Zoals gebruikt hier in de beschrijving en in de conclusies, geeft de term"amphoteer oppervlakte-actief product" aan, dat het amphotere oppervlakte-actieve middel overeenkomstig de 20 uitvinding zal werken. Of een amphoteer oppervlakte-actief middel een amphoteer oppervlakte-actief product is, kan op eenvoudige en routinematige wijze worden vastgesteld door een waterige oplossing van een oppervlakte-actief middel toe te voegen aan een oplossing met een basische pH van een van de in de conclusies genoemde cationogene polymeren 25 en wanneer een neerslag wordt gevormd, is het amphotere oppervlakte-actieve middel een amphoteer oppervlakte-actief product, omdat amphotere oppervlakte-actieve middelen boven een pKa waarde anionogeen worden, omvat de in de beschrijving en conclusies gebruikte term "anionogeen oppervlakte-actief middel" zowel anionogene oppervlakte-actieve middelen 30 als amphotere oppervlakte-actieve producten.

Alle geteste anionogene detergentia bleken in de uitvinding bruikbaar te zijn; derhalve, zowel zouten van alkylsulfonateay alkyl-sulfaten, gesulfonateerde en gesulfateerde alkylethers alsook carbonzuren met lange keten (waarin de ketenlengte tenminste 10 koolstofatomen omvat) 35 vertonen de vorming van conditionerende complexen. Als specifieke illustratie van hier bruikbare anionogene detergentia kunnen worden genoemd: natrium laurylsulfaat, natriumlaurylethersulfaat, TEA laurylsulfaat, natrium stearaat,_enzovoort.________________________________________________________________________________ 8300412

J

- 8 -

De hoeveelheid amphoteer of anionogeen detergens, die in de neutrali-satielotion volgens de uitvinding aanwezig zal zijn, zal enigszins variëren, opnieuw afhankelijk van economische overwegingen en de nagestreefde resultaten. Gewoonlijk zal dit echter in het gebied van onge-5 veer 0.2 tot ongeveer 50 gew.% zijn en ideaal in het gebied van onge-• veer 0.5 tot ongeveer 20 gew.% gebaseerd op het totale gewicht van de neutralisatielotion.

De neutralisatielotion kan ook andere ingrediënten bevatten, die gewoonlijk in neutralisatielotions, die gebruikt worden in procedures 10 voor het onduleren of sluikmaken van haar worden gebruikt,,worden toegepast. Opnieuw zal de drager gewoonlijk een waterige drager zijn, die een oxydatiemiddel zal bevatten dat dient voor het neutraliseren van de.· werking van het reductiemiddel dat in de ondulatielotion aanwezig is, nadat laatstgenoemde op het hoofd is aangebracht. Een aantal oxyda-15 tiemiddelen die aan dit doel zullen voldoen, is aan de deskundigen bekend. Deze omvatten waterstofperoxide, natrium- en kaliumbromaten, natriumperboraat enzovoort.

De hoeveelheid oxydatiemiddel, die in de neutralisatielotion aanwezig zal zijn, kan eveneens enigszins variëren; opnieuw afhankelijk van 20 het gekozen middel en de gewenste resultaten. Meestal zal dit tussen ongeveer 0,2 'en ongeveer 20 gew.% van de neutralisatielotion uitmaken, gebaseerd op het .totale gewicht van de neutralisatielotion. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal het oxydatiemiddel ongeveer 1 tot ongeveer 10 gew.% gebaseerd op het totale gewicht van de 25 neutralisatielotion uitmaken; naast het bovenstaande, kunnen van de ’andere ingrediënten die in de neutralisatielotion aanwezig kunnen zijn, materialen worden genoemd zoals organische en anorganische zuren (bijvoorbeeld fosforzuur, citroenzuur enz.) De pH van de neutralisatielotion zal gewoonlijk in het gebied van ongeveer 2 tot ongeveer 10 liggen, 50 behalve wanneer een amphoteer oppervlakte-actief middel wordt gebruikt in welk geval de pH meer aan de basische kan zal liggen..

De hier in de beschrijving en de conclusies gebruikte term "anionogeen oppervlakte-actief middel" omvat amphotere oppervlakte-actieve producten, wanneer de pH van de neutralisatiesamenstelling boven de pKa 35 waarde van het amphotere oppervlakte-actieve product ligt, omdat bij dergelijke: basische pH niveaus het amphotere materiaal een anionogeen karakter heeft.

Het is geschikt dat de samenstellingen volgens onderhavige uitvinding 8300412 . · ' * - 9 - op de markt worden gebracht in een verpakking die twee houders omvat, waarvan een de ondulatielotion bevat, die tenminste 'een van de vermelde cationogene polymeren en het reductiemiddel insluit, en de andere fles de reductie-oplossing bevat die het reductiemiddel en het anionogene ^ oppervlakte-active middel bevat.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden, die slechts ter toelichting dienen en niet beperkend zijn bedoeld, nader toe— gelicht.

1. Qndulatie-lation.- Men bereidde een lotion voor het onduleren van 10 haar met de volgende samenstelling: ammoniumthioglycollaat gew. % 7,0 monoethanolamine gew. % 3,5 reukstof gew. % 0,1

Clairquat-1 gew* % 3,0 15 water tot gew. % 100,0

Neutralisatie-lotion. - Deze werd bereid met de. volgende samenstelling: ammoniumlaurylsulfaat gew. % 3,0 waterstof peroxyde gew. % 1,4 fosforzuur gew. % 0,1 20 water tot gew. % 100,0

Naast de bovengenoemde monsters werden zowel de ondulatielotion als de. neutralisator ook bereid zonder het cationogene polymeer respectievelijk het anionogene detergens.

Vier sets van intacte kaukasische haarlokken werden onder iden-25 tieke omstandigheden van tijd en temperatuur behandeld, gevolgd door spoelen en neutralisatie. De lokken werden opgewonden op 1,3 cm. staven en twee daarvan werden verzadigd met de ondulatie-lotion, die het polymeer bevatte, terwijl de andere twee verzadigd werden met de ondulatielotion zonder datcationogene polymeer. Alle lokken werden daarna gewik-30 keld in Saran Wrap en gedurende 20 minuten in een op 35° gehouden oven gezet. Hierna werd de ondulatielotion door spoelen verwijderd en werden de lokken, terwijl ze nog op de staven zaten, gedurende 5 minuten met de neutralisatie-oplossingen behandeld. De neutralisatie-oplossing die ammoniumlaurylsulfaat bevat, werd aangebracht op twee geonduleerde 35 lokken, (de een geonduleerd met, en een zonder het polymeer) terwijl de andere twee werden blootgesteld aan de' neutralisator waarin geen ammonium-laurylsulfaat aanwezig was.

8300412 , « - 10 -

Gevonden werden, dat slechts in het geval van de geonduleerde haarlok waarin de gebruikte ondulatie-oplossing het polymeer bevatte, en waarin de neutralisator het anionogene detergent bevatte, de haarlok zacht, glanzend en geconditioneerd was. Het effect bleek duurzaam te 5 zijn, doordat het tegen tenminste vier shampoobehandelingen bestand was..

In onderstaand·. voorbeeld 2 werden de uitvoeringsvormen van de uitvinding direct vergeleken met de thans op de markt verkrijgbare producten. In een van de producten (Product I}’is een cationogeen polymeer, ' dat. wil zeggen een polydimethyldiallylammonium chloride met hoog mole-^ cuulgewicht aanwezig in de ondulatie-oplossing en wordt een cationogeen conditioneringsmiddel in de neutralisatiestap toegepast, welk product onder de naam Toni Lightwave op de markt wordt gebracht en bereid is volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.912.808. Het andere product, Product II, bevat geen polymeer in de ondulatie-oplossing maar bevat 15 volgens opgave in de neutralisatieoplossing een conditioneringsmiddel.

2. Ondulatielotion. - Men bereidde een haar-ondulatielotion met de volgende samenstelling: ammoniumsulfiet gew. % 3,0 natriumsulfiet gew. % 2,0 20. onamer gew. % 5,0 cysteine HCl gew. % 0,2 water tot gew. % 100,0

Neutralisatielotion.- Deze werd bereid met de volgende samenstelling: 25 natriumbromaat gew. % 6,0 ammoniumlaurethsulfaat gew. % 6,0 conserveringsmiddel gew. % 0,1 :: reukstof · gew. ·% 0,1- water tot gew. % 100,0 30 De voor elk product toegepaste procedures zijn onderstaand kort beschreven.

Procedure voor product I :

Schone (met shampoo behandelde) vochtige lokken werden op staven gewonden, gebruikmakend van papieren aan.de uiteinden. De activator 35 en stabilisator van Product I werden in de vormingslotion gegoten. Na goed schudden gedurende 30 seconden, werd de lotion op de voorgewikkelde lokken aangebracht totdat het haar goed verzadigd was. De lokken werden 8300412 , ^ .....

> * .*· - 11 = daarna gedurende 35 minuten in een oven van 35° C. gezet. De lokken werden gedurende twee minuten onder kraanwater gespoeld. Na het spoelen werd haar van de staven verwijderd en met product I conditioneringsmiddel (optionele stap) behandeld, waarbij dit product goed in het haar werd 5 gewerkt. Na een minuut werd het haar grondig gespoeld.

Procedure voor product Ili

Qndulatielotion werd aangebracht op schone (met shampoo behandelde) vochtige lokken en gewonden op staven, gebruikmakend van papieren aan de uiteinden. Het haar werd opnieuw verzadigd met lotion, in kunst-10 stof wikkel gewikkeld en gedurende 1 uur in een oven van 35° C. gezet.

De lokken werden daarna gedurende drie minuten onder kraanwater gespoeld.

Overmaat water werd door vloeien met papierdoeken verwijderd, en de lokken werden met neutralisator verzadigd. Na tien minuten bij 35° C. werden de lokken van de staaf verwijderd, de neutralisator door het haar 15 verwerkt, waarna het haar grondig werd gespoeld. Het haar werd gekamd en opgehangen om aan de lucht te drogen.

Procedure voor de onderhavige uitvinding:

De procedure was, zoals bovenstaand beschreven in verband met Product II tot en met het spoelen met water, dat echter gedurende twee minuten werd 20 gedaan na de behandeling van een uur. Na spoelen werd het haar van de staaf verwijderd en behandeld met 1 cc. bromaat neutralisator, die tot een schuim, werd opgewerkt en gedurende 5 minuten op het haar werd gelaten, waarna grondig werd gespoeld.

Elk. van de bovenstaand beschreven procedures werd uitgevoerd aan 25 zes lokken van zowel maagdelijke aard als driemaal geverfde lokken.

De geonduleerde lokken werden beoordeeld op kambaarheid in natte en droge toestand, gebruikmakend van de techniek voor deze metingen die beschreven is door Garcia en Diaz (J.Soc.Cosmet.Chem. 27_, 3.79, 1976.) De test omvat in essentie het leiden van de haarlok door een kam, die verbonden is met 30 een spanningsmeter, die op zijn beurt verbonden is met een opteken- inrichting. Er wordt arbeid verricht om het pas seren van de haarlok voor de kam .te realiseren, en deze arbeid, die van de integrator wordt af gelezen, is de beoogde maat voor het gemak/ongemak van kammen. Hoe groter de waarden zijn, des te moeilijker het haar te kammen is, en derhalve 35 des te minder geconditioneerd het haar.is. De gegevens voor 2owel maagdelijke als geverfde haarlokken staan in Tabel A.

8300412

~ 12 -Tabel A

Natte en droge kambaarheid van geonduleerd haar

Kam-arbeid

Produkt Maagdelijk haar Geverfd haar 5 · Nat · Droog Nat ,Droog

Controle 337 277 2567 3606 (geen ondulatie)

Produkt I 363 ' 225 1979 2392

Produkt II 682 273 3060 1392 10 Uitvinding 142 217 260 361

Er was geen significante verandering in de conditionerings-volgorde van deze producten na zes herhaalde applicaties.

Hoewel de uitvinding beschreven is aan de hand van specifieke 15 uitvoeringsvormen daarvan, zal duidelijk zijn dat vele veranderingen en modificaties kunnen worden aangebracht zonder dat daarmede de idee van de uitvinding wordt verlaten.

8300412

Claims (6)

1. Werkwijze voor het onduleren of sluik maken van haar, waarbij het haar in een geconditioneerde vorm achterblijft, welke conditionering bij herhaalde shampoobehandelingen in stand blijft, met het kenmerk, dat a. ) het haar wordt behandeld met een waterige ondulatie-samen-5 stelling die een effectieve hoeveelheid rèductiemiddel en tenminste een cationogeen polymeer uit de volgende groep: onamer, QPVAMINE, QFVP en Clairquat-1 bevat? en daarna b. } het haar wordt behandeld met een waterige neutralisatie-samenstelling, die een oxydatiemiddel en een anionogeen oppervlakte-actief middel bevat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ondulatie-samenstelling, gebaseerd op het gewicht van de ondulatiesamenstelling, ongeveer 0,5 tot ongeveer 20 gew.% reductiemiddel en ongeveer 0,2 tot ongeveer 10 gew.% cationogeen polymeer bevat, en. de neutralisatiesamen- 15 stelling, gebaseerd op het gewicht van de neutralisatiesamenstelling, ongeveer 0,2 tot ongeveer 20 gew.% oxydatiemiddel en ongeveer 0,2 tot ongeveer 50 gew.% oppervlakte-actief middel bevat.

3. Werkwijze volgens: Conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat a. Jhet reductiemiddel thioglycolzuur of een alkalimetaalzout 20 van zwaveligzuur is? b. Jhet cationogene polymeer Onamer M is met een molecuulgewicht tussen 1.000 en ongeveer 3.500; of Clairquat-1 is met een molecuulgewicht tussen ongeveer 5.000 en ongeveer 500.000? c. )het oxydatiemiddel waterstofperoxyde of natrium-of kalium-25 bromaat is, en d»)het detergens natriunrof ammoniumlaurylsulfaat is.

4. Waterige haar-ondulatiesamenstelling, bruikbaar bij het onduleren of sluik maken van haar, welke samenstelling gebaseerd is op het gewicht van de ondulatiesamenstelling: 30 a.)ongeveer 0,5 tot ongeveer 20 gew.% van een reductiemiddel; en b.)ongeveer 0,2 tot ongeveer 10 gew.% van tenminste een cationogeen polymeer uit de volgende groep: onamer, QPVAMINE, QPVP en Clairquat-1 .bevat.

5. Uit twee delen bestaande verpakking voor gebruik bij het ondule-35 ren of sluik maken van haar, welke verpaJcking twee houders bevat, waarvan 8300412 - 14 - , «' !*' V de ene houder ondulatielotion omvat, die een waterige oplossing is van een reductiemiddel en tenminste een cationogeen polymeer uit de groep onamer, QPVAMINE, QPVP en Clairquat-1, en de andere houder een neutrali-satielotion omvat, die een waterige oplossing is van een neutralisatie-5 'middel en een anionogeen oppervlakte-actief middel. 8300412 8 3 0 0 4 1 2 \ 0H-CH?CH2 Cl" Γ CH-J Cl" ΊαΓ CHXH.OH \ + / OH-CH^CH^-p N-CH2-CH = CH-CH2~- l+ - CH2 -CH = Ctt-CHg--N+ - CH2CH20H 0H-CH2CH2 CH3 n CH2CH20H 2 4 -:CH2-CH---CH2.-CH-- R—f—Rz Q) . I | - χ" - r3 x~ Jn R *- Jn ' 5 3 r -* —— *CH2 CH -€Ho-CH - CHo-CH —-- /x^nnk I I \) ch3-n+-ch3 ch3 — n+-ch3 ^+^JJ ch3 ch3 s04 - n CH3 n ch3 6 - ^Π2 l 'CH3 C0NHCH2CH2CH2N+^—CH3 ~ ~--CH, L 3Jn 7 CH2C00Na R-C-N+-CH2CH20CH2C00~

8 Nx yCH2 R-NH-CH2-CH2-COOH \ / ch£ Bristol-Myers Company 8300412