NL8300235A - Inrichting voor het snijden van een langgestrekte papierrol. - Google Patents

Description

/. 4 -1- 22889/CV/tl < *

Korte Aanduiding: Inrichting voor het snijden van een langgestrekte papierrol.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het snijden 5 van een langgestrekte papierrol in meerdere kleine rollen voorzien van althans een tijdens bedrijf om een draaiingsas draaibare ronde snijschijf.

Een dergelijke inrichting wordt bijvoorbeeld gebruikt om een langgestrekte papierrol onder te verdelen in kleine rollen,zoals bijvoorbeeld wc rollen of zogenaamde keukenrollen,dat wil zeggen papierrollen, 10 die een lengte hebben die ongeveer 2 x zo groot is als die van een gebruikelijke wc rol en waarvan het materiaal wordt gebruikt als papieren handdoek.

De bekende inrichtingen,die voor dit doel zijn gebruikt zijn voorzien van een enkele snijschijf, welke is gemonteerd op het uiteinde van 15 een verzwenkbare arm.Daarbij wordt de langgestrekte papierrol stapsgewijs over een afstand gelijk aan de gewenste lengte van de kleine rol in zijn lengterichting verplaatst en na iedere verplaatsing wordt de tijdens bedrijf roterende snijschijf naar beneden verzwenkt om een deel van de langgestrekte papierrol af te snijden.

20 Zowel het mechanisme voor het verzwenken van de snijschijf als de snijschijf zelf zijn hierbij sterk aan slijtage onderhevig,zodat de snijschijf met betrekkelijk korte tussenruimtes moet worden geslepen en/of vervangen,terwijl het overige deel van de inrichting eveneens veel onderhoud vereist.

25 Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen waarbij de aan de bekende inrichting klevende nadelen kunnen worden voorkomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de inrichting is voorzien van meerdere om tijdens bedrijf een vaste stand innemende 30 draaiingsassen draaibare snijschijven en van middelen om de langgestrekte papierrol ten opzichte van de snijschijven te verplaatsen in een richting loodrecht op de draaiingsassen van de snijschijven terwijl de snijschijven,gezien in de verplaatsingsrichting van de langgestrekte papierrol,ten opzichte van elkaar zijn versprongen,zodanig,dat een bui-35 tenste deel van de papierrol althans grotendeels is afgesneden voordat de het daarop aansluitende deel van de papierrol afsnijdende snijschijf 8300235 -2- 22889/CV/tl met de langgestrekte papierrol in ingrijping komt.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kunnen de snijschijven stationair worden opgesteld,hetgeen bijdraagt tot een vereenvoudiging van de opstelling en aandrijving van de snijschijven.

5 Doordat verder het snijden van de papierrol met behulp van meerdere snijschijven plaatsvindt zullen de snijschijven een aanzienlijk langere standtijd bezitten, waardoor het slijpen resp. uitwisselen van de snij-sclijven aanzienlijk minder vaak behoeft te gebeuren dan bij de bekende inrichting. De hierdoor bereikte besparing aan arbeidstijd en winst aan 10 nuttige werktijd van de inrichting weegt in ruime mate op tegen de kosten ,die aanvankelijk nodig zijn voor het aanbrengen van meerdere snijschijven.

Doordat verder er zorg voor wordt gedragen,dat steeds een uiteinde van een papierrol althans nagenoeg geheel is afgesneden voordat een be-15 gin wordt gemaakt met het maken van de snede voor het'afsnijden van een daarop aansluitend deel van de papierrol wordt het uitoefenen van ongewenste krachten op de papierrol veroorzaakt door het feit,dat de snij-schijf een bepaalde dikte heeft en dientengevolge tijdens het aanbrengen van de snede de aan weerszijden van de snijschijf gelegen delen in de 20 lengterichting van de rol ten opzichte van elkaar moeten worden verplaatst, vermeden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

25 Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op de snijschijven van een inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een zijaanzicht op een deel van de inrichting volgens de uitvinding gezien volgens pijl II in fig.1.

Fig. 3 toont een aanzicht op een deel van fig.2 gezien in de rich-30 ting volgens pijl III in fig.2.

Fig. 4 toont een aanzicht op een messchijf in de richting van de draaiingsas van deze messchijf.

Fig. 5 toont een zijaanzicht op fig.4.

Fig. 6 toont op grotere schaal het in fig.5 omcirkelde gedeelte VI.

35 Zoals in het bijzonder uit fig.1 en 3 blijkt omvat in het weerge geven uitvoeringsvoorbeeld de inrichting een achttal snijschijven 1-8 8300235 -3- 22889/CV/tl

t I

« > ten opzichte waarvan langgestrekte in meerdere delen te snijden papier-rollen 9 in een richting volgens pijl A,dat wil zeggen althans nagenoeg loodrecht op de althans nagenoeg horizontaal opgestelde draaiingsassen van de snijschijven 1 - 8 verplaatsbaar is.

5 Ten opzichte van de buitenste snijschijven 1 en 8,'waarvan de voorste punten althans nagenoeg in een verticaal staand vlak zijn gelegen zijn de naburige schijven 2 en 7 in de verplaatsingsrichting volgens pijl A naar achteren verplaatst en wel over een afstand welke bij voorkeur tenminste gelijk is aan de grootste diameter van een papierrol 9 welke met 10 de inrichting volgens de uitvinding moet kunnen worden verwerkt. De naast de schijven 2 en 7 opgestelde snijschijven 3 en 6 zijn over eenzelfde afstand ten opzichte van de schijven 2 en 7 in de richting volgens pijl A naar achteren versprongen. Ditzelfde geldt met betrekking tot de opstelling van de schijven 4 en 5 ten opzichte van de nabij gelegen schijven 15 3 en 6.

Zoals in de fig.4 en 5 is weergegeven bestaat een snijschijf uit een metalen plaat met een dikte van ί 3 mm waarbij het buitenste gedeelte van de plaat taps toeloopt doordat de plaat nabij de buitenomtrek aan een zijde is afgeschuind onder het vormen van een vlak„10,dat een hoek / ^ o 20 <r\ van - 1 insluit met de zich loodrecht op de draaiingsas van de schijf uitstrekkende zijvlakken 11 en 12 van de schijf. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig.6 is de buitenrand van de schijf bijgeslepen voor het vormen van een snijrand 13.

Zoals verder in fig.4 is aangeduid kan deze snijschijf herhaaldelijk 25 worden bijgeslepen waarbij de diameter van de snijschijf vanaf de aan-vangsdiameter a kan worden teruggebracht tot een minimale diameter b.

In een praktijk uitvoering is voor de beginwaarde a 610 mm gekozen,waarbij een dergelijke snijschijf kan worden gebruikt totdat een minimale diameter b '*· 460 mm is bereikt.

30 Zoals in het bijzonder uit de fig.1 en 3 blijkt zijn de draaiingsassen van de snijschijven niet zodanig opgesteld,dat zij zich evenwijdig uitstrekken aan de lengteas van een in stukken te snijden papierrol 9 maar sluiten de draaiingsassen van de schijven een hoek in met deze lengteas.

In bovenaanzicht gezien (fig.1) is de opstelling van iedere snijschijf 35 zodanig,dat het begrenzingsvlak 10 van het buitenste gedeelte van de desbetreffende snijschijf,dat een hoek van althans nagenoeg 1° insluit met 8300235 -4- 22889/CV/tl t > * * een zich loodrecht op de draaiingsas van de desbetreffende snijschijf . uitstrekkend vlak,zich loodrecht op de lengteas van de te bewerken papier-rol uitstrekt. Daarbij is.dit begrenzingsvlak afgekeerd van het met behulp van de desbetreffende snijsdijf af te snijden deel van de papierrol.

5 In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn dus de begrenzingsviakken 10 van de beide voorste snijschijven 1 en 8 naar elkaar toegekeerd. Dit geldt eveneens voor de begrenzingsviakken 10 van de op dezelfde hoogte opgestelde snijschijven 2 en 7,3 en 6 ,en 4 en 5.

Niet alleen in bovenaanzicht gezien sluiten de draaiingsassen van de 'snij-10 schijven een hoek van althans nagenoeg 1° in met de lengteas van een in stukken te snijden langgestrekte papierrol,maar ook in zijaanzicht (fig.3) gezien sluiten de draaiingsassen van de snijschijven een hoek van althans nagenoeg 1° in met de lengteas van een in stukken te snijden papierrol, zodat in zijaanzicht gezien de begrenzingsviakken 10 van de verschillende 15 messen althans nagenoeg verticaal staan.

Voor het transporteren van de in stukken te snijden langgestrekte papierrollen zijn tussen de snijschijven en naast de buitenste snijschijven eindloze aandrijfbare transportkettingen 14 of dergelijke transport-organen aangebracht. Aan deze transportorganerr zijn meenemers 15 voor-20 zien van V-vormige uitsparingen voor het opnemen van de papierrollen 9 bevestigd.

Daarbij zijn de transportkettingen 14 of dergelijke zodanig geleid,dat de bovenste parten van deze naast elkaar opgestelde transportkettingen 14 of dergelijke in een horizontaal vlak zijn gelegen,zodat een door de 25 meenemers 15 van de naast elkaar opgestelde transportkettingen 14 gedragen papierrol 9 in de richting volgens pijl A kan worden verplaatst.

Om te voorkomen,dat de papierrollen 9 uit de V-vormige uitsparingen 16 worden gedrukt zijn boven de transportorganen 14 eindloze kettingen 17 opgesteld aan de schalmen waarvan plaatvormige delen 18 zijn bevestigd.

30 De opstelling is daarbij zodanig,dat de aan het onderste part van de kettingen 17 bevestigde platen 18 in een horizontaal vlak zijn gelegen. Daarbij zijn de transportkettingen 17 aangebracht in een gesteldeel,dat in hoogterichting instelbaar is zoals aangeduid met behulp van pijl B ter aanpassing aan de diameter van de te verwerken papierrollen 9· De in-35 stelling zal daarbij zodanig geschieden,dat de plaatvormige delen 18 van de eindloze kettingen juist op de bovenzijden van de te verwerken papier- 8300235 . · » -5- 22889/CV/tl ·* rollen 9 komen te rusten.

Tijdens bedrijf worden de snijschijven 1- 8 in draaiing gebracht.

Daar de draaiingsassen van de snijschijven 1-4 zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken evenals de draaiingsassen van de snijschijven 5-8 5 kunnen de snijschijven 1 - 4 doelmatig met elkaar zijn gekoppeld en bijvoorbeeld worden aangedreven vanaf een zijde van de inrichting,terwijl op soortgelijke wijze de snijschijven 5-8 met elkaar kunnen zijn gekoppeld om vanaf de andere zijde van de inrichting te worden aangedreven, üit fig.1 zal het duidelijk zijn,dat tijdens de verplaatsing van een 10 papierrol 9 steeds de buitenste delen van een papierrol worden afgesneden voordat gezien in de verplaatsingsrichting meer naar achteren opgestelde messen met de papierrol in ingrijping komen. Hierdoor worden ongewenste krachten,die optreden indien op meerdere plaatsen gelijktijdig snijschijven in de langgestrekte papierrol indringen,vermeden. Datkzij deze 15 maatregel en de hierboven omschreven opstelling van dè draaiingsassen van de snijschijf aangepast aan het verloop van het begrenzingsvlak 10 wordt een recht afsnijden van de delen van de papierrol gewaarborgd.

Het zal duidelijk zijn,dat binnen de geest en beschermingsoqjvang van de uitvinding wijzigingen on aanvullingen op boven omschreven uitvoerings-20 vorm mogelijk zijn.

Zo kan de inrichting met meer of minder dan acht snijschijven zijn uitgerust,afhankelijk van de lengte van het uitgangsproduct 9 en de gewenste lengte van de eindproducten.

Verder kunnen de messchijven allen in een enkele zich schuin op de 25 richting A uitstrekkende rij zijn opgesteld.

30 8300235

Claims (7)

1. Inrichting voor het snijden van een langgestrekte papierrol in meerdere kleine rollen voorzien van althans een tijdens bedrijf om een draai -ingsas draaibare snijschijf,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van meerdere om tijdens bedrijf een vaste stand innemende draaiings- 5 assen draaibare snijschijven en van middelen om de langgestrekte papierrol ten opzichte van de snijschijven te verplaatsen in een richting althans nagenoeg loodrecht op de draaiingsassen van de snijschijven,terwijl de snijschijven gezien in de verplaatsingsrichting van de langgestrekte papierrol ten opzichte van elkaar zijn versprongen,zodanig,dat een bui-10 tenste deel van de papierrol althans grotendeels 'is afgesneden voordat de het daarop aansluitende deel van de papierrol afsnijdende snijschijf met de langgestrekte papierrol in ingrijping komt.

2. Inrichting volgens conclusie 1,waarbij gebruik wordt gemaakt van snijschijven,waarvan de buitenste rand wordt begrensd·door een tweetal 15 begrenzingsvlakken waarvan er een zich haaks op de draaiingsas van de snijschijf uitstrekt en de ander zich schuin onder een hoek van - 1° uitstrekt ten opzichte van een zich loodrecht op de draaiingsas van de snijschijf uitstrekkend vlak,met het kenmerk,dat de snijschijven zodanig zijn opgesteld,dat het schuin verlopende begrenzingsvlak zich ter hoogte 20 van het punt,waar de snijschijf op de papierrol inwerkt,zich althans nagenoeg loodrecht op de lengteas van de papierrol uitstrekt en is afgekeerd van het met de desbetreffende snijschijf af te snijden gedeelte van de papierrol.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat eindloze 25 transportorganen zijn aangebracht voorzien van meenemers voor' het ondersteunen en meenemen van de papierrol.

4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de meenemers worden gevormd door blokken met V-vormige uitsparingen,terwijl boven deze blokken met de te verwerken papierrollen samenwerkend geleidingsorganen 30 zijn aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de geleidingsorganen in hoogterichting instelbaar zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of. 5,met het kenmerk,dat de geleidingsorganen worden gevormd door eindloze ,van plaatvormige delen voor- 35 ziene kettingen. 8300235 -7- 22889/CV/tl

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat gezien in een richting dwars op de verplaatsingsrichting van de door te snijden rol de ... buitenste snijschijven op dezelfde hoogte zijn opgesteld en daartussen gelegen schijven meer naar achteren 5 zijn opgesteld. 8300235