NL8300194A

NL8300194A - Isolatiemateriaal.

Info

Publication number: NL8300194A
Application number: NL8300194A
Authority: NL
Original assignee: Grace W R Ltd
Priority date: 1982-02-09
Filing date: 1983-01-19
Publication date: 1983-09-01
Also published as: SE8300085L; US4539262A; NO162811C; DK53183A; JPS58149927A; KR840003595A; FI830240A0; DK159659C; IT1160707B; ES519618A0; ZA83601B; NO830403L; BR8300380A; ATA38283A; DK159659B; FI74989C; FR2521129A1; FR2521129B1; PH21393A; DK53183D0

Description

' ..........-i

Isolatiemateriaal.

De uitvinding hééft betrekking op een isolatiemateriaal bestaande uit geëxpandeerde kunststofkralen, die elk volkomen zijn ingekapseld in bitumen of een bitumineuze verbinding, en op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

5 In het Britse octrooischrift 1.592.096 zijn materialen beschreven, die bestaan uit geëxpandeerde polystyreen-kralen bekleed met bitumen met een laag verwekingspunt, samen met een emulgator. In het Britse octrooischrift 1.344 zijn materialen beschreven, die bestaan uit geëxpandeerde polystyreenkralen, 10 eveneens bekleed met geëmulgeerde bitumen in een volumeverhouding van ongeveer 1:6.

De uitvinding heeft betrekking op een isolatiemateriaal bestaande uit geëxpandeerde kunststofkralen, die elk zijn ingekapseld in bitumen of een bitumineuze verbinding vrij 15 van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren of andere vloeibaar makende middelen, waarbij de kralen met hete bitumen of bitumineuze verbinding in vloeibare vorm zijn ingekapseld.

De uitvinding heeft verder betrekking op een isolatiemateriaal in de vorm van een lichaam bestaande uit ge-20 expandeerde kunststofkralen, die elk zijn ingekapseld in bitumen of een bitumineuze verbinding vrij van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren of andere vloeibaarmakende middelen, waarbij de kralen met hete bitumen of bitumineuze verbinding in vloeibare vorm zijn ingekapseld en vervolgens zijn samengeperst en 25 vervormd tot een lichaam zonder of praktisch zonder holle ruimtes tussen de kralen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een isolatiemateriaal door bitumen of een bitumineuze verbinding vrij van oplosmiddelen, 30 lichte oliën, emulgatoren of andere vloeibaarmakende middelen te verhitten tot een temperatuur aanmerkelijk boven het verwekingspunt om de bitumen of bitumineuze verbinding vloeibaar en vrijstromend te maken, en geëxpandeerde kunststofkralen daarmee te verwerken zodanig, 83 0 0 19 4 dat elke kraal volkomen wordt ingekapseld.

De uitvinding heeft hovendien betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een isolatiemateriaal in de vorm van een lichaam door bitumen of een bitumineuze verbinding 5 vrij van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren of andere vloei-baarmakende middelen te verhitten tot een temperatuur aanmerkelijk boven het verwekingspunt om de bitumen of bitumineuze verbinding vloeibaar en vrijstromend te maken, geëxpandeerde kunststofkralen daarmee te verwerken zodanig, dat elke kraal volkomen wordt inge-10 kapseld, en, terwijl het inkapselendjbitumineuze materiaal in half-vloeibare toestand verkeert, de kralen samen te persen en te vervormen tot een lichaam zonder of praktisch zonder holle ruimtes tussen de kralen.

Met halfvloeibare of semivloeibare toestand 15 wordt hier bedoeld, dat de bitumen of bitumineuze verbinding heet genoeg is om kleverig te zijn maar niet heet genoeg om stromend te zijn.

Omdat de op de kralen aangebrachte bitumen of bitumineuze verbinding vrij is van oplosmiddelen, lichte oliën, 20 emulgatoren of andere vloeibaarmakende middelen, is de bekleding waterbestendig. Wanneer bijvoorbeeld een emulgator wordt toegepast, is er kans dat bij aanwezigheid van water de emulsie weer naar de vloeibare fase overgaat, zodat de bekleding niet waterbestendig is. Bij toepassing van oplosmiddelen voor bitumen is de moeilijkheid 25 vanzelfsprekend, dat deze de geëxpandeerde kunststofkralen kunnen oplossen. Een en ander wordt met de uitvinding vermeden, omdat de inkapseling van elke kraal meer continu en beter waterdicht is, zodat het materiaal, hetzij in de vorm van kralen, hetzij in de vorm van een lichaam, geschikt is voor toepassing onder omstandighe-30 den, waarin water of waterdamp aanwezig kan zijn zonder dat de kralen vocht opnemen.

En voorzover in het verleden is overwogen om geëxpandeerde polystyreenkralen bekleed met bitumen met een laag verwekingspunt toe te passen, hebben deze als belangrijkste nadeel, 35 dat in de warme zon of bij verhoogde temperatuur de bitumen week 8300194 — 3-- wordt en elk aggregaat van dergelijke beklede kralen zijn samenhang verliest.

Bijzonder bruikbare resultaten kunnen worden verkregen wanneer de bitumen of bitumineuze verbinding een verve-5 kingspunt heeft, dat aanmerkelijk boven het smeltpunt van de kralen ligt, bijvoorbeeld 10-20° C of meer, en wanneer de bitumen of bitumineuze verbinding bij omgevingstemperatuur vast is, zodat na het inkapselen de af gekoelde kralen gemakkelijk kunnen worden gescheiden en van elkaar gescheiden blijven.

10 De kunststofkralen zijn bij voorkeur van poly styreen, in het bijzonder geëxpandeerde polystyreenbolletjes, met een smeltpunt van ongeveer 95-100° C. De bitumineuze verbinding is bij voorkeur een asfalt, in het bijzonder met een vervekingspunt van ten minste 115° C (zoals bepaald vólgens de Institute of.Petro-15 leum Needle Method). Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het asfalt tijdens het inkapselen verhit tot 185° C. Bij voorkeur bezit de bitumen of bitumineuze verbinding een penetratiewaarde van 1-6 en meer bij voorkeur van 1-4, bij een konditioneringstemperatuur van 25° C.

20 Wanneer het isolatiemateriaal in de vorm van een lichaam verkeert, kan dit een kontinu, hard en glad oppervlak hebben. Dit kan worden bereikt door alle oppervlakken van het lichaam, dat in het algemeen de vorm van een paneel heeft, in aanraking te brengen met een verhit oppervlak.

25 Het samenpersen van de ingekapselde kralen om een lichaam te vormen, kan worden uitgevoerd tussen bewegende eindloze banden, op een tafel met een heen-en-weerbevegende rol, door het materiaal op een bewegende band onder een rol door te voeren of eenvoudig door kompressie. Maar bij voorkeur worden de kralen na 30 het inkapselen afgekoeld, van elkaar gescheiden, en opnieuw verhit tijdens het samenpersen zo dat het inkapselend materiaal kleverig of plakkerig maar niet vloeiend wordt. Goede resultaten kunnen ook worden verkregen door de kralen verder of opnieuw te expanderen tijdens het samennersen zodat zij tegen elkaar worden gedwongen en 35 aaneensluiten met rechte of praktisch rechte kanten tussen elkaar.

8300194

Bij voorkeur wordt een dergelijke verdere expansie of herexpansie teweeg gebracht door tussen de kralen oververhitte stoom van 150-180°C te injekteren. Bij wijze van indikatie voor een juiste verdere expansie, die het gevolg kan zijn van pentaan of een ander gas in de 5 kralen, kan dienen dat in een voorkeursgeval de beginvolumeverhouding kralen en bitumen 25:1 tot 30:1 bedraagt en de eindvolumeverhouding ongeveer 1*0:1. Bij voorkeur worden de kralen in een convergente gang tussen eindloze banden gevoerd onder expanderen naar de banden toe. Dit heeft het voordeel, dat de gelijkmatigheid van de kraal-10 grootte in het gerede produkt wordt verbeterd, en lege ruimtes worden uitgesloten, waardoor het lichaam meer buigzaam wordt en minder in- of samendrukbaar. Wanneer alleen een samenpersing van buitenaf zaü worden opgelegd, zouden kralen nabij het oppervlak plat •gedrukt kunnen worden en die nabij het midden in mindere mate,.waar-15 door het produkt aan sterkte zou inboeten. Het gebruik van hete stoom en het kleverig worden van het materiaal bevorderen de hechting wanneer de bitumen afkoelt.

2

Een buigsterkte van bij.voorkeur 2,10-3,15 kg/cm (bepaald volgens B.S. 1*370) en kompressiesterkte van bij voorkeur 2 o 20 1,05-1,75 kg/em bij 25 C en 20# kompressie, kunnen worden bereikt.

Bij het mengen van de kralen en bitumen of bitumineuze verbinding bedraagt de volumeverhouding kralen en bitumen of bitumineuze verbinding bij voorkeur ten minste 20:1 en is een volumeverhouding tot ten minste 50:1 mogelijk, en wordt bij voorkeur 25 een volumeverhouding van 25*1 tot 1*0:1 toegepast. Dientengevolge is de verhouding volume en gewicht van het produkt of dit nu in de vorm van een lichaam verkeert of van afzonderlijke ingekapselde kralen, hoog, hetgeen onmiskenbaar een voordeel is voor isolatiemateriaal, omdat het isolerend effekt toeneemt met het volume. De 30 gewichtsverhouding bitumen of bitumineuze verbinding en kralen bedraagt bij voorkeur ongeveer 1,5:1.

Om te zorgen dat alle kralen zo veel mogelijk met bitumen of bitumineuze verbinding worden ingekapseld, verdient het ook voorkeur om de geaggregeerde oppervlaktegrootte van de kra-35 len betrekkelijk laag te houden. Dit kan worden bereikt door kralen 8300194 te gebruiken, die niet kleiner zijn dan een bepaalde grootte, bij voorkeur 2 mm, en door er voor te zorgen, dat de kralen geen fijn-verdeeld materiaal bevatten, waardoor het oppervlak aanmerkelijk groter zou worden bij verwaarloosbare volumetoename. Bij voorkeur 5 is de diameter van de kleinste kralen dan ook niet kleiner dan 1/5 en in het algemeen niet kleiner dan de helft van de diameter dan de grootste kralen, en hebben de kralen het meest bij voorkeur allen dezelfde of nagenoeg dezelfde grootte. Kralen met een diameter van 2-10 mm en bij voorkeur 3-6 mm hebben dan ook de voorkeur. Een mini-10 maal verschil in deeltjesgrootte van de kralen heeft bepaalde voordelen voor de gelijkmatigheid en sterkte van het gerede produkt.

Wanneer de lichamen volgens de uitvinding panelen zijn, is het gewenst dat deze een dikte hebben van 3-10 cm en in het bijzonder 5 cm. De andere dimensies kunnen vrij worden geko-15 zen, maar met het oog op vervaardigen, opslag, hanteren en installeren zijn panelen van bijvoorbeeld 60 x 120 cm zeer geschikt.

Dat de kralen kunnen worden ingekapseld met bitumen of een bitumineuze verbinding met een temperatuur boven het smeltpunt van de kralen, is verrassend. Aanvankelijk zullen de kra-20 len voor het inkapselen neiging tot samenhang vertonen vanwege de opbouw van statische lading. Maar het is gebleken, dat wanneer zij aan de hete bitumen of bitumineuze verbinding worden toegevoegd, de bitumen of bitumineuze verbinding onmiddellijk een dunne bekleding rondom elke kraal vormt. En waar de kralen elk niet meer dan 25 een minimale bekleding opnemen, waarmee een volledige inkapseling wordt verzorgd, gaat overmaat bitumen of bitumineuze verbinding van de ene kraal over op de andere. Met andere woorden, spreidtde bitumen of de bitumineuze verbinding wanneer de kralen in de hete bitumen of bitumineuze verbindingjbevattende menger worden gebracht, zich 30 onverwacht vanzelf uit zodat elke kraal door bitumen of bitumineuze verbinding geheel wordt ingekapseld. Het inkapselen of geheel bedekt worden met bitumen of bitumineuze verbinding van de kralen vindt in korte tijd plaats. Dientengevolge vloeit de statische lading, die de kralen aanvankelijk bij elkaar hield, af, hoewel daarna de bitu-35 men of bitumineuze verbinding de neiging heeft om de kralen bij 8300194 — 6 — « elkaar te houden, na afkoelen of ten minste hij het "begin van afkoelen, in de menger.

De uitvinding omvat ook door bitumen of bitumineuze verbinding ingekapselde kralen in losse toestand. Bij afvoer 5 uit de menger kan elke hechting, die door de bitumen of bitumineuze verbinding veroorzaakt wordt, door zachtjes vibreren worden opgeheven. Dit resulteert in een aggregaat van waterdichte, zeer lichte en drijvende isolerende kralen, die geschikt zijn voor toepassing waar drijfvermogen is gewenst, omdat de kralen geen water opnemen, 10 zelfs niet na langdurig onderdompelen. Voor bepaalde isolatiedoel-einden, bijvoorbeeld het opvullen van holtes met isolatiemateriaal, kunnen dergelijke kralen een uitkomst zijn.

Voor het vervaardigen van voorwerpen zoals panelen wordt het mengsel tijdens of na afkoelen uit de menger afge-15 voerd en daarna samen-geperst zoals boven beschreven totdat er geen of nagenoeg geen holle ruimtes meer tussen de kralen zijn, dat wil zeggen dat de kralen vervormen maar dat hun volume niet of praktisch niet verandert. Dit wordt bij voorkeur teweeg gebracht door extra verhitten onder uitzetten. Samenpersen van een hoop losse kralen 20 tot ongeveer 2/3 van de dikte is gewoonlijk voldoende, maar door meer samen te persen kunnen alle holle ruimtes worden verwijderd.

Het persen dient eigenlijk zo te worden uitgevoerd, dat er geen kanaaltjes^ gevormd door onderling verbonden holle ruimtes, door het paneel ontstaan. Daardoor kan aan het paneel maximale dikte worden 25 verleend en daarmee een maximaal, isolerend vermogen voor een bepaald gewicht aan materiaal. Verder dienen de kralen zo tegen elkaar te worden geperst, dat zij vervormen en aaneen sluiten met rechte kanten tegen elkaar, zoals gezien in doorsnede. Daardoor verkrijgt het paneel een hoge buig- en kompressiesterkte. Wanneer aldus tewerk 30 wordt gegaan wordt een paneel verkregen, dat waterdicht is, geen of bijna geen holle ruimtes bevat en een hoge sterkte bezit bij een zeer laag gewicht. Een verdere verbetering kan worden bereikt met de boven beschreven oppervlaktebehandeling, waarbij een verhit oppervlak over alle oppervlakken van het paneel wordt gevoerd, dus 35 een soort "strijken". Daardoor wordt de bitumen week en gaan de kra- 83 0 0 19 4 4 len aan het oppervlak smelten, waardoor een hard, duurzaam, glad, hanteerbaar en slijtvast oppervlak ontstaat, dat aan het paneel verhoogde vaterbestendigheid en oppervlaktehardheid verleent alsook blijvende afsluiting.

5 Omdat voor het vervaardigen van de voorwerpen zeer weinig bitumen of bitumineuze verbinding wordt gebruikt, zijn zij buitengewoon lichte maar toch sterk en bezitten zij uitstekend isolatievermogen. Als toepassingen kunnen worden genoemd warmtβίε olerende konstrukties, daken, wanden en muren. De voorwerpen kun-10 nen gemakkelijk fabrieksmatig worden vervaardigd, gemakkelijk worden opgeslagen en gehanteerd en zeer goedkoop en gemakkelijk worden getransporteerd en nauwkeurig worden aangebracht.

Ter toelichting op de uitvinding volgt een beschrijving aan de hand van de tekening. Daarin toont figuur 1 een 15 dwarsdoorsnede van isolatiemateriaal volgens de uitvinding. In figuur 2 is schematisch een inrichting weergegeven voor het vervaardigen van isolatiemateriaal volgens de uitvinding.

In figuur 1 is het materiaal zelf aangegeven met het verwijzingscijfer 10. De dwarsdoorsnede toont witte gebieden 11 20 die kralen zijn, die door zwarte lijnen, die een asfaltbekleding voorstellen, van elkaar zijn afgegrenat. Opgemerkt wordt, dat de gelijkmatigheid van de kraalgrootte zoals weergegeven opmerkelijk hoog is, dat wil zeggen dat de kralen aan de zijkant niet merkbaar kleiner zijn dan in het midden. Dit wordt teweeg gebracht door ver-25 hitten en verder of opnieuw expanderen van de ingekapselde kralen bij het vervaardigen van voorwerpen. Daarnaast wordt opgemerkt, dat er tussen de kralen geen holle ruimtes zijn. Daardoor is het kraal-oppervlak betrekkelijk laag, wat inhoudt, dat een minimale hoeveelheid bitumineus materiaal nodig is om een waterdichte inkapseling van 30 elke kraal en hechting van de kralen onderling te bereiken.

Zoals weergegeven in figuur 2 worden de kunst-stofkralen eerst in een menger 15 gebracht, waarin zich reeds bitumen of bitumineuze verbinding in weke toestand, bij voorkeur asfalt van 185° C, bevindt, zodat alle kralen volkomen worden ingekapseld.

35 De kralen worden gedeeltelijk afgekoeld, op een transporteur 16 ge- 8 3 0 0 19 4 _- 8 -„ ν "Λ stort om verder af te koelen, onder een rol 17 door gevoerd om van elkaar te worden gescheiden tot losse kralen, en aan een hopper 20 toegevoerd. In dit stadium vormen de ingekapselde kralen een materiaal volgens de uitvinding. Vanuit de hopper worden de kralen met 5 een beheerste snelheid op de onderste 21 van twee eindloze handen gebracht. De bovenste daarvan is aangegeven met het verwijz ings ci jfer 22. De banden 2T en 22 lopen eerst convergerend en daarna evenwijdig ten opzichte van elkaar. In de ruimte tussen de banden strekken zich buizen 2k uit om oververhitte stoom te verschaffen, waarmee de kra-10 len worden verhit. Vanwege de aanwezigheid van pentaan of een ander gas in de kralen zetten deze bij verhitten verder uit zodat tijdens het vormen niet alleen aan de kanten maar ook over de dikte van het materiaal door de convergerend verlopende banden druk wordt uitge-oefend. Met de verwijzingscijfers 25 en 26 zijn toevoerrollen met 15 kunststofvel aangegeven om de eindloze banden 21 en 22 te bedekken, welke vellen door rollen aan het andere eind worden opgenomen, om te voorkomen dat zich aan de eindloze banden materiaal hecht. Het vormen vindt plaats in het convergerend gedeelte van de gang tussen de banden, en het gevormde voorwerp wordt in het parallelle gedeelte 20 van de gang gekoeld.

Een aldus uit bijvoorbeeld samengeperste ingekapselde polystyreerikralen vervaardigd isolatiepaneel is bestendig tegen voortdurende regen zonder vocht op te nemen, zodat het warmt eisolerend vermogen behouden blijft. Bovendien bestaat er met 25 bij voorkeur gebruikte bitumen met een hoog verwekingspunt en bij omgevingstemperatuur vast, geen gevaar dat een konstruktie uit het materiaal het in warm weer of in warme klimaten begeeft. Het materiaal kan dan ook worden toegepast als thermische isolatie voor bijvoorbeeld platte daken, waarop het boven de normale waterdichte 30 laag kan worden aangebracht. Daardoor is het mogelijk om de waterdichte laag zelf op de meest doeltreffende plaats aan te brengen, dat is rechtstreeks op de dakbedekking, terwijl het materiaal volgens de uitvinding tevens bescherming biedt voor de waterdichte laag tegen extreme temperaturen en ultraviolet licht, waarmee de 35 levensduur van de waterdichte laag zelf aanmerkelijk wordt verlengd.

t 83 0 0 1 9 4

Daarnaast verschaft het materiaal volgens de uitvinding uitstekende isolatie in een vorm, die behalve sterk ook makkelijk te hanteren is.

« 8300194

Claims

1. Isolatiemateriaal bestaande uit geëxpandeerde kunststofkralen en bitumen of een bitumineuze verbinding, met het kenmerk, dat de geëxpandeerde kunststofkralen (11) elk in 5 bitumen of bitumineuze verbinding (12) zijn ingekapseld, waarbij de inkapseling is gevormd met hete bitumen of bitumineuze verbinding in vloeibare vorm en vrij van oplosmiddelen, lichte oliën,, emulgatoren of andere vloeibaarmakende middelen. Materiaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de kralen vrijstromend zijn, en dat de bitumen of bitumineuze verbinding bij omgevingstemperatuur vast is.

3. Isolatiemateriaal in de vorm van een voorwerp, bestaande uit geëxpandeerde kunststofkralen en bitumen of bitumineuze verbinding, met het kenmerk, dat de geëxpandeerde kunst-15 stofkralen (11) elk door bitumen of bitumineuze verbinding (12) zijn ingekapseld, waarbij de inkapseling is gevormd met bitumen of bitumineuze verbinding in vloeibare vorm en vrij van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren of andere vloeibaarmakende middelen, en de ingekapselde kralen vervolgens zijn samen geperst en vervormd 20 onder vorming van een voorwerp (10) dat geen of nagenoeg geen holle ruimtes tussen de kralen bevat. 1*. Voorwerp volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding bij omgevingstemperatuur vast is.

5. Voorwerp volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het buitenoppervlak glad is.

6. Voorwerp volgens conclusie 3, U of 5, met het kenmerk, dat de kralen vanuit bolvorm zo zijn vervormd, dat zij met rechte of nagenoeg rechte kanten of vlakken tegen elkaar aan 30 sluiten.

7. Voorwerp volgens een der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat het voorwerp een buigsterkte bezit van 2,10- 3,15 kg/cm en een kompressiesterkte van 1 ,05-1,75 kg/cm bij 25 C en 20# kompressie.

8. Materiaal en voorwerp volgens een der voor- 8300194 -- 11 -- * J* · ft gaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de kleinste kralen niet kleiner is dan eenvijfde en bij voorkeur niet kleiner dan de helft van de diameter van de grootste kralen.

9. Materiaal en voorwerp volgens een der voor-5 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de grootte van de kralen in het algemeen gelijkmatig is.

10. Materiaal en voorwerp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verwekingspunt van de bitumen of bitumineuze verbinding hoger is dan het smeltpunt van de 10 kralen.

11. Materiaal en voorwerp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding een asfalt is met een verwekingspunt van 115° C of hoger zoals bepaald volgens de Institute of Petroleum Needle Method. 15 12’. Materiaal en voorwerp volgens een der voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding een asfalt is met een penetratiewaarde van 1-6 en bij voorkeur 1-U bij een konditioneringstemperatuur van 25° C.

13. Materiaal en voorwerp volgens een der voor- 20 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de kralen polystyreenkralen zijn. lU. Materiaal en voorwerp volgens een der voor·*·; gaande conclusies, met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding bitumen of bitumineuze verbinding en kralen ongeveer 1,5:1 bedraagt.

15. Materiaal en voorwerp volgens een der voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de kralen 2-10 mm groot zijn.

16 Materiaal en voorwerp volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kralen 3-6 mm groot zijn.

17. Materiaal en voorwerp volgens een der voor gaande conclusies, met het kenmerk, dat de volumeverhouding kralen en bitumen of bitumineuze verbinding 25:1 tot bO:1 bedraagt.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een isolatiemateriaal, met het kenmerk, dat bitumen of een bitumineuze ver- 35 binding vrij van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren of andere 8300194 - "S /t f. — 12— vloeibaarmakende middelen wordt verhit tot een temperatuur aanmerkelijk hoven het verwekingspunt om de bitumen of bitumineuze verbinding vloeiend en vrijstromend te maken, waarna er geëxpandeerde kunststofkralen mee worden verwerkt, zodat elke kraal volkomen wordt 5 ingekapseld.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding bij omgevingstemperatuur vast is, en dat de ingekapselde kralen van elkaar worden gescheiden zodat zij vrijstromend worden.

20. Werkwijze voor het vervaardigen van een iso lerend voorwerp, met het kenmerk, dat bitumen of een bitumineuze verbinding vrij van oplosmiddelen, lichte oliën, emulgatoren, of andere vloeibaarmakende middelen wordt verhit tot een temperatuur aanmerkelijk boven het verwekingspunt om de bitumen of bitumineuze ver-15 binding vloeiend en vrijstromend te naken,geëxpandeerde kunststofkralen er mee worden verwerkt zodat elke kraal volkomen wordt ingekapseld, en, terwijl het inkapselend bitumineuze materiaal in semi-vloeibare toestand verkeert, de kralen worden samengeperst en vervormd, zodat er geen of nagenoeg geen holle ruimtes tussen de kralen 20 zijn.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding bij omgevingstemperatuur vast is.

22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met 25 het kenmerk, dat de kralen na het inkapselen worden afgekoeld, van elkaar worden gescheiden en tijdens samenpersen opnieuw worden verhit.

23. Werkwijze volgens conclusie 20, 21 of 22, met het kenmerk, dat de kralen tijdens het samenpersen verder of 30 opnieuw worden geëxpandeerd zodat zij tegen elkaar aan worden gedwongen en aaneensluiten met rechte of nagenoeg rechte kanten of vlakken tussen elkaar. 2h. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het verder expanderen teweeg wordt gebracht door tussen 35 de kralen oververhitte stoom van 150-180° C te injekteren. 8300194 - Λ --13 -

25. Werkwijze volgens conclusie 23 of 2k, met het kenmerk, dat de beginvolumeverhouding kralen en bitumen of bitumineuze verbinding 25:1 tot 30:1 bedraagt en de eindvolumeverhou-ding ongeveer 4o:1.

26. Werkwijze volgens een der conclusies 20-25, met het kenmerk, dat de kralen worden samen geperst in een convergerend verlopende gang tussen twee eindloze banden.

27. Werkwijze volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat in de convergerende gang van de eindloze banden plastic 10 vellen worden meegevoerd om te voorkomen dat zich aan de banden materiaal hecht.

28. Werkwijze volgens een der conclusies 20-27, met het kenmerk, dat het voorwerp in aanraking wordt gebracht met een heet plat oppervlak om aan het voorwerp een glad oppervlak te _ 15 verlenen.

29. Werkwijze volgens een der conclusies 18-28, met het kenmerk.. dat de diameter van de kleinste kralen niet kleiner is dan eenvijfde en in het algemeen niet kleiner dan de helft van de diameter van de grootste kralen. 20 30, Werkwijze volgens een der conclusies 18-28, met het kenmerk, dat de kralen in het algemeen gelijkmatig van grootte zijn.

31. Werkwijze volgens een der conclusies 18-30, met het kenmerk, dat het vervekingspunt van de bitumen of bitumi- 25 neuze verbinding hoger is dan het smeltpunt van de kralen.

32. Werkwijze volgens een der conclusies 18-31, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding een asfalt is met een vervekingspunt van 115° C of hoger zoals bepaald volgens de Institute of Petroleum Needle Method.

33. Werkwijze volgens een der conclusies 18-32, met het kenmerk, dat de bitumen of bitumineuze verbinding een asfalt is met een penetratievaarde van 1-6 en bij voorkeur 1-^ bij een konditioneringstemperatuur van 25° C. 3^. Werkwijze volgens conclusie 31, 32 of 33, 35 met het kenmerk, dat de asfalt wordt verhit tot een temperatuur van 8300194 — 1U~ ν ,ν 1850 c.

35. Werkwijze volgens een der conclusies 18-3U, met het kenmerk, dat de kralen polystyreenkralen zijn,

36. Werkwijze volgens een der conclusies 18-35» 5 met het kenmerk, dat de gewichtsverhouding bitumen of bitumineuze verbinding en kralen ongeveer 1,5:1 bedraagt.

37· Materialen, voorwerpen en werkwijzen voor het vervaardigen daarvan zoals beschreven in de beschrijving en voorbeelden. 8300194