NL8300172A - Werkwijze voor het verbinden van aan de binnenzijde van een beschermingslaag voorziene pijpen. - Google Patents

Description

ψ

r I

Troost-7

Werkwijze voor het verbinden van aan de binnenzijde van een beschermingslaag voorziene pijpen

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen en aan elkander verbinden van aan de binnenzijde van een beschermingslaag voorziene pijpen.

Dergelijke van een beschermingslaag tegen 5 corrosie voorziene pijpen worden toegepast met name in de chemische en in het bijzonder de petro-chemische industrie en in de olie-industrie in het algemeen. De voorwaarde voor een goed functionerende pijpleiding is dat de pijpen ook op de naden van twee met de kopeinden tegen elkaar geplaatste pijpen 10 goed beschermd zijn tegen corrosie. Bij het verbinden van pijpen dient er voor gezorgd te worden dat de beschermingslaag niet wordt beschadigd. Dergelijke pijpen worden tot nog toe onder andere door middel van flenzen met elkander verbonden.

De flenzen zijn aan elkaar gekoppeld door bout-moerverbindingen. 15 Het bezwaar van een dergelijke verbinding is dat ten einde lekkage te voorkomen tussen de flenzen pakkingmateriaal moet worden aangebracht, dat bij voorkeur eveneens van een beschermingslaag moet worden voorzien. Een en ander is moeilijk, kostbaar en niet bedrijfszeker. Bovendien moeten de vaak 20 omslachtige handelingen in het veld worden uitgevoerd. Het aan elkaar lassen van pijpen brengt het grote gevaar met zich mee dat door de laswarmte de bekledingslaag, gebruikelijk van kunstharsengaat verbranden of oververhit zal worden en derhalve het pijpoppervlak niet meer volledig bedekt.

25 De uitvinding beoogt voor dit probleem een op lossing te bieden. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door de maatregelen zoals omschreven in de conclusies.

De uitvinding wordt aan de hand van de bijgaande tekeningen verduidelijkt.

30 De figuren 1 tot en met 6 vertonen de verschil lende stadia volgens welke volgens de werkwijze volgens de uitvinding de met elkander te verbinden pijpdelen worden vervaardigd en aan elkander gelast.

8300172 -2- t» ‘1*

Volgens figuur 1 wordt op de pijp 1 het ringvormig koppel-element 2 geschoven zodanig dat een lengtedeel 3 van de pijp 1 buiten het koppelelement 2 steekt. Vervolgens wordt door middel van hoeklassen 4 en 5 het koppelelement 2 rondom dichtend 5 aan de pijp 1 gelast. Volgens figuur 2 wordt op een tweede pijpdeel 6 een ringvormig koppelelement 7 geschoven zodanig dat een deel 8 van het koppelelement tot buiten het pijpdeel 6 steekt. Door middel van lassen 9 en 10 wordt het koppelelement 7 dichtend met het pijpdeel 6 verbonden. Bij voorkeur is de 10 afstand 8 waarover het koppelelement 7 buiten het pijpdeel 6 steekt gelijk gekozen aan de afstand 3 waarover het pijpdeel 1 buiten het koppelelement 2 steekt. Vervolgens worden beide pijpdelen aan de binnenzijde, door het roteren van de delen en het inbrengen van het beschermingsmateriaal voorzien van een 15 beschermingslaag van bijvoorbeeld kunsthars.

Vervolgens worden de beide pijpdelen met de kopeinden tegen elkaar gebracht. Voorafgaande aan het met de kopeinden tegen elkaar brengen van de pijpdelen kunnen de kopeinden met een laag beschermingsmateriaal (fig.4) inge-20 smeerd worden, teneinde eventuele beschadigingen te herstellen en worden de koppelelementen (fig.5) door middel van hoeklassen 11 met elkander verbonden. Opgemerkt wordt dat de diameter van een van de koppelelementen, bijvoorbeeld koppelelement 2, groter is gekozen dan die van het andere koppelelement 7. Het ' 25 is derhalve mogelijk de koppelelementen door middel van een hoeklas 11 met elkaar te verbinden.

Doordat de beide koppelelementen aan de bijbehorende pijpdelen gelast worden voorafgaande aan het aanbrengen van de beschermingslaag, bestaat er geen gevaar dat 30 door de laswarmte de beschermingslaag zal verbranden of oververhit zal worden. Doordat de koppelelementen aan elkaar gelast worden op een relatief grote afstand van de pijpen en de daarin aanwezige beschermingslaag en de warmtecapaciteit van de koppelelementen relatief groot is, wordt voorkomen dat de 35 laswarmte in van betekenis zijnde mate de beschermingslaag bereikt en deze doet vloeien en derhalve beschadigt. De diameters van de koppelelementen kunnen dermate groot worden gekozen dat gegarandeerd kan worden dat de laswarmte de beschermingslaag niet bereikt. Bij de werkwijze volgens de uitvinding 33 0 0 17 2 -3- is de enige handeling die verricht moet worden in het veld het vastlassen van de koppelelementen. Doordat de te verbinden pijpdelen met de bijbehorende koppelelementen en de aangebrachte beschermingslaag in de fabriek worden vervaardigd, is 5 de kwaliteitscontrole aanzienlijk vereenvoudigd en gemakkelijker door te voeren dan bij het lassen van de koppelelementen aan de pijpdelen in het veld.

Figuur 6 toont een uitvoering waarbij de diameter. van de koppelelementen aan elkaar gelijk gekozen zijn 10 en waarbij een V-las 12 tussen de ringvormige koppelelementen aangebracht wordt.

15 830 0 17 2

Claims (5)

1. Werkwijze voor het vervaardigen en aan el- ··. kander verbinden van aan de binnenzijde van een beschermingslaag voorziene pijpen (1,6), met het kenmerk, dat men op een van de pijpen (6) een ringvormige, over een deel tot buiten 5 het kopeinde van de pijp (6) uitstekend koppelelement (7) last (4.5) , de pijp (6) aan de binnenzijde voorziet van de beschermingslaag, op de andere van de pijpen (1) een ringvormig koppelelement (2) last (9,10) zodanig dat het kopeinde van de pijp (1) buiten het koppelelement (2) steekt, de pijp (1) aan 10 de binnenzijde voorziet van een beschermingslaag, de pijpen (1.6) met de kopeinden tegen elkaar plaatst en de koppelele-menten op afstand van de pijpen aan elkander last (11).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men op de kopeinden van de pijpen (1,6) voorafgaande 15 aan het tegen elkaar plaatsen, een laag beschermingsmateriaal aanbrengt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de afstand (8) waarover het koppelelement buiten de eerste pijp (6) steekt gelijk is aan de afstand (3) waar- . 20 over de tweede pijp (1) buiten het daarop aangebrachte koppelelement (2) steekt.

4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de diameter van éên (2) van de koppelelementen groter is gekozen dan die van het andere koppelelement (7) . 25

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de koppelelementen (2,7) door middel van een hoek-las (11) met elkander worden verbonden. 30 83 0 0 1 7 2