NL8300043A - Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels en bekledingsmengsel daarvoor. - Google Patents

Description

' * ' VO 3622

Titel: Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels en bekledingsmengsel daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op ammoniumnitraat bevattende mest-stofkorrels met verbeterde eigenschappen tijdens bulkopslag.

De toenemende neiging om korrelvormige meststoffen in bulk te transporteren en op te slaan, ook naar en in tropische streken, stelt 5 aan de eigenschappen van de korrels bijzondere eisen, waaraan sommige meststoffen van nature niet voldoen. Zo is het onder meer noodzakelijk dat onder vochtige omstandigheden de vochtopname van de korrels gering is en dat onder variërende omstandigheden van temperatuur en vochtigheidsgraad van de omgeving het opgenomen vocht niet leidt tot samenbak-10 ken van de korrels en de vorming van een korst. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels voldoen van nature niet aan deze eisen. Bij bulk-opslag van zulke korrels in een vochtige atmosfeer absorberen de aan het oppervlak van de storthoop liggende korrels gemakkelijk vocht, dat geleidelijk dieper de storthoop binnendringt, zodat een natte toplaag 15 ontstaat. Afhankelijk van de klimatologische omstandigheden en de duur kan deze natte toplaag een dikte van 5 tot 80 cm krijgen. Variaties in de temperatuur en de vochtigheidsgraad van de omgeving hebben tot gevolg dat de korrels in de natte toplaag samenbakken en deels hun structuur verliezen, zodat de natte toplaag uiteindelijk een steenharde korst 20 wordt. '

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.150.965 zijn ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels bekend, die over hun gehele oppervlak zijn voorzien van een gelijkmatige en nagenoeg gesloten bekleding van q alkylamine(n) in vaste toestand en van een daaroverheen aangebracht dun 25 laagje minerale olie- De aldus beklede korrels vertonen een sterk verminderde neiging tot samenbakken, aanmerkelijk verbeterde eigenschappen bij bulkopslag onder vochtige omstandigheden en een zodanig verhoogde weerstand tegen stofvorming bij onderling wrijven van de korrels, dat het produkt volkomen stofvrij is. In genoemd octrooischrift wordt ge-30 toond (voorbeeld IV), dat zich bij bulkopslag van de aldus beklede korrels onder vochtige omstandigheden in de storthoop door vochtabsorptie een dunne natte toplaag vormt, die na verloop van tijd tot een korst kam 8300043 * ί * - 2 - uitdrogen, maar dat onder deze toplaag of korst de korrels free flowing blijven. In de praktijk is gebleken, dat wanneer de in het genoemde Amerikaanse octrooischrift beschreven korrels gedurende lange tijd onder zeer vochtige omstandigheden in bulkopslag blijven, de natte toplaag 5 een dikte van hoogstens enige centimeters kan krijgen en in drogere perioden opdroogt tot een harde korst.

De uitvinding heeft tot doel ammoniumnitraat bevattende meststof-korrels te verschaffen, die zodanig zijn bekleed dat de korrels dezelfde gunstige eigenschappen bezitten als de in het Amerikaanse octrooischrift 10 4.150.965 beschreven korrels, d.w.z. dat zij stofvrij zijn en een ver waarloosbare neiging tot samenbakken vertonen, maar daarenboven de voordelige eigenschap hebben, dat zij in afwijking van de bekende korrels bij bulkopslag onder zeer vochtige omstandigheden in de storthoop hoogstens een dunne natte toplaag of zachte korst doen ontstaan.

15 De ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens de uitvin ding worden hierdoor gekenmerkt, dat de korrels zijn bekleed met 0,005 - 0,15 gew.% van een homogeen mengsel van (a) 5-30 gew.% van het produkt, verkregen door ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer aminen met de op het formuleblad af- 20 geheelde formule 1, waarin een alkyl- of alkenylgroep met 12-20 C-atomen, een alkyleengroep met 2-4 C-atomen en n^ een getal met een waarde van 0 tot 10 voorstellen, met een of meer zure fosfaat-' · esters, sulfonzuren en/of zure sulfaatesters, (b) 25-70 gew.% minerale olie, 25 (c) 10-50 gew.% grofkristallijne paraffinewas, en (d) 5-25 gew.% microkristallijne paraffinewas.

Indien het bekledingsmengsel als component (a) het produkt bevat, verkregen door ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer aminen met formule 1 met zure fosfaatester, bestaat het neutralisatie-30 middel bij voorkeur uit een of meer zure fosfaatesters met de op het formuleblad afgebeelde formule 2, waarin R^ een alkyleengroep met 2-4 C-atomen, een der substituenten R., Rc, R. een waterstofatoom, een der 4 o o substituenten R^, R^, R^ een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkyl- 8300043 < 4 - 3 - arylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep, een der substituenten R^, R^, Rg een waterstofatoom, een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep, en n^ een getal met een waarde van 0 tot 15 voorstellen. Is component (a) verkregen door 5 ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer van de genoemde aminen met sulfonzuur, dan bestaat het neutralisatiemiddel bij voorkeur uit een of meer sulfonzuren met de op het formuleblad afgebeelde formule 3, waarin R^ een alkylgroep met 4-12 C-atomen, een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep of een naftaleengroep voorstellen, 10 en indien de ten minste gedeeltelijke neutralisatie is geschied met zure sulfaatester, bestaat het neutralisatiemiddel bij voorkeur uit een of meer zure sulfaatesters met de op het formuleblad afgebeelde formule 4, waarin Ra een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkylarylgroep met

O

3-12 C-atomen in de alkylgroep, Rg een alkyleengroep met 2-4 C-atomen 15 en n^ een getal met een waarde van 0 tot 10 voorstellen. Het neutralisatiemiddel kan ook uit een combinatie van esters van de genoemde typen bestaan. De beschreven zure fosfaatesters verdienen als neutralisatie-* middelen de voorkeur, omdat daarmede de beste resultaten zijn verkregen.

Het amine dient in het algemeen voor ten minste 30 gew.% te zijn 20 geneutraliseerd. Bij voorkeur is het voor ten minste 40 gew.% geneutraliseerd.

3ij voorkeur bevat het bekledingsmengsel 10-20 gew.% van component (a), 35-55 gew.% van component (b), 20-40 gew.% van component (c) en 10-15 gew.% van component (d). De hoeveelheid bekledingsmengsel be-25 draagt bij voorkeur 0,01-0,1 gew.%, in het bijzonder 0,03-0,07 gew.%, berekend op de onbeklede korrels.

De uitvinding heeft mede betrekking op een bekledingsmengsel voor ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels, welk mengsel wordt gekenmerkt door 5-30 gew-%, bij voorkeur 10-20 gew.% van component (a), 30 25-70 gew.%, bij voorkeur 35-55 gew.% van component (b), 10-50 gew.%, bij voorkeur 20-40 gew-% van component (c) en 5-25 gew.%, bij voorkeur 10-15 gew.% van component (d).

De uitvinding omvat verder mengsels van de componenten (a), (c) en (d) in zodanige verhouding, dat toevoeging van 25—70 gew.% van 3g component (b), berekend op de totale hoeveelheid van (a), (b), (c) en (d) 8300043 i * - 4 - resulteert in een bekledingsmengsel volgens de uitvinding. Dergelijke mengsels kunnen als zodanig in de handel worden gebracht. De verbruiker kan daaruit op eenvoudige wijze door toevoeging van een geschikte hoeveelheid minerale olie een bekledingsmengsel volgens de uitvinding be-5 reiden.

Gevonden werd, dat de hoeveelheid vocht, die door een storthoop van ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels uit de atmosfeer wordt opgenomen, door de bekleding volgens de uitvinding zeer sterk wordt verminderd. Voor de meting van de vochtopname werd een' standaardproef 10 ontwikkeld, waarbij 3 kg produkt in een kunststofbak van 20 x 20 x 7 cm gedurende 3 dagen in een ruimte met een constante temperatuur van 20°C en een constante relatieve vochtigheid van 80% wordt gehouden, waarna de opgenomen hoeveelheid vocht door weging wordt bepaald. Op deze wijze werd een aantal handelsprodukten van de typen kalkammonsalpeter (KAS) 15 26% N en ammoniumnitraat (AN) 33,5% N van verschillende herkomst onder zocht. In onderstaand overzicht worden de opgenomen hoeveelheden vocht voor de onderzochte produkten, naar herkomst genummerd van 1 tot 11, opgegeven als.de vochtabsorptie-index (V.I.), d.w.z. de opgenomen hoeveelheid vocht als percentage van de door een referentieprodukt (= 100%)

20 opgenomen hoeveelheid. Als referentieprodukt werd gekozen KAS 26% N

van N.S.M. (Nederlandse Stikstof Maatschappij of Compagnie Néerlandaise de 1’Azote). De in het. overzicht met A en B aangeduide N.S.M. produkten zijn bekleed met een bekledingsmengsel volgens de uitvinding. Bekledingsmengsel A is een mengsel van 25 15 gew.% aminederivaat, verkregen door een condensatieprodukt van stearylamine met 2 mol ethyleenoxyde te neutraliseren met de fosfaatester van een mengsel van 50 gew.% 2-ethylhexa-nol en 50 gew.% nonylfenol, geëthoxyleerd met 8 mol ethyleenoxyde 30 42,:5 gew.% minerale olie 30,3 gew.% grofkristallijneparaffinewas 12,2 gew.% microkristallijne paraffinewas.

Bekledingsmengsel B bevat 15 gew.% van een aminederivaat, verkregen door het condensatieprodukt van stearylamine met 2 mol ethyleenoxyde te 35 neutraliseren met een mengsel van equimolaire hoeveelheden van de 8300043 # x - 5 - fosfaatmono- en -diester van 2-ethylhexanol, en is verder op dezelfde wijze samengesteld als mengsel A.

V.I. bevochtigde toplaag __%__ diktei_cm__hardheid, kg/cnt

5 KAS 26% N

produkt 1 (N.S.M.) 100 < 1. vervloeid " 2 96 6 >5 "3 111 6 >5 " 4 107 4 >5 10 stalactieten " 5 117 6 0/6 " 6 97 6 5 "7 101 6 1,7 N.S.M. A (uitvinding) 30 1 zacht 15 N.S.M. 3 (uitvinding) 30 1 zacht

AN 33,5% N

N.S.M. 113 1 vervloeid produkt 8 104 6 1,0 9 108 6 3,0 20 " 10 98 6 0,5 " 11 118 6 >5 N.S.M. A (uitvinding) 56 2,5 zacht N.S.M. B (uitvinding) 63 2,5 zacht

Uit dit overzicht blijkt dat het verschil in vochtabsorptie voor 25 de handelsprodukten van hetzelfde meststoftype niet significant is, maar dat deze vochtabsorptie door de bekleding volgens de uitvinding drastisch wordt verlaagd tot ver beneden de laagste waarde, die bij de handels-produkten werd gemeten, en dat de vochtabsorptie van AN, dat met magne-siumnitraat is gestabiliseerd en daardoor sterk hygroscopisch is, 30 door de bekleding volgens de uitvinding wordt gereduceerd tot 50-60% van de vochtabsorptie van KAS 26% N, dat zoals bekend veel minder, 8300043 - 6 - hygroscopisch is. Op de produkten volgens de uitvinding vormde zich een zachte toplaag, die slechts een geringe dikte had.

De meststofkorrels, die van de bekleding volgens de uitvinding kunnen worden voorzien, kunnen bestaan uit ammoniumnitraat of uit meng-5 seis daarvan met vulstoffen, zoals kalksteen of dolomiet, bijvoorbeeld ammoniumnitraat 28-35% N prills en granules, kalkammonsalpeter 20,5-23% N en 26% N prills en granules, mengsels van ammoniumnitraat met dezelfde vulstoffen en met magnesiumsulfaat, bijvoorbeeld stikstofmagnesia 20,5% N, binaire mengsels van ammoniumnitraat en ammonium- en calcium-10 fosfaten, bijvoorbeeld fosfaatammonsalpeter (onder meer 20-20-0 en 23-23-0) en ternaire mengsels van ammoniumnitraat, fosfaten en kalizou-ten, eventueel aangevuld met andere plantenvoedingsstoffen.

Voor toepassing in het bekledingsmengsel volgens de uitvinding geschikte aminederivaten zijn afgeleid van primaire alkyl- en/of 15 alkenylaminen, waarin de aminogroep eindstandig is en de alkyl- en/of alkenylgroep 12-20 C-atomen bevat, bij voorkeur in rechte keten, bijvoorbeeld cetylamine, stearylamine en oleylamine, of mengsels van zulke aminen, zoals technisch octadecylamine, dat ongeveer 65% C. -alkylamine, lo ongeveer 30% C^-alkylamine en geringe percentages en alkyl-20 aminen bevat, of condensatieprodukten van zulke aminen met ten hoogste 10 mol ethyleenoxyde, propyleenoxyde en/of butyleenoxyde per mol amine.

Het amine wordt ten minste gedeeltelijk geneutraliseerd met een of meer zure fosfaatesters, sulfonzuren en/of zure sulfaatesters. De zure fos-faatesters worden bij voorkeur verkregen door verstering van één df twee 25 waterstofatomen van orthofosforzuur met alkanolen met 4-12 C-atomen en/of alkylfenolen met 4-12 C-atomen in de alkylgroep, welke alkanolen en/of alkylfenolen gecondenseerd kunnen zijn met ten hoogste 15 mol ethyleenoxyde, propyleenoxyde en/of butyleenoxyde per mol alcoholische verbinding. Voorbeelden van geschikte fosfaatesters zijn mono- en di-2-ethylhexyl-30 fosfaat, mono- en di-tridecylfosfaat, mono- en di-tridecylpolyglycol-etherfosfaat (3 EO), mono- en di-nonylfenolpolyglycoletherfosfaat (4, 10 of 17 EO) en mengsels van zulke fosfaten. Voorbeelden van geschikte sulfonzuren zijn octylsulfonzuur, dodecylbenzeensulfonzuur en naftaleen-sulfonzuur. Laurylethersulfaat (3 EO) is een geschikte zure sulfaat-35 ester.

8300043 - 4 - 7 -

De tweede component van het bekledingsmengsel volgens' de uitvinding is een minerale olie, die onder meer als drager voor de overige componenten, fungeert en die met die componenten een mengsel oplevert, dat bij verhoogde temperatuur, bijvoorbeeld tussen 30 en 75°C, een 5 homogeen mengsel oplevert, dat hydraulisch of met een luchtsproeier versproeibaar is. Zeer geschikt zijn minerale smeeroliën, bestaande uit mengsels van een overwegende hoeveelheid paraffinische koolwaterstoffen met ondergeschikte hoeveelheden naftenische en/of aromatische koolwaterstoffen.

10 Als derde component wordt een grofkristallijne paraffinewas ge bruikt, bestaande uit een mengsel van paraffinen met een ketenlengte tussen 18 en 36 C-atomen, een gemiddeld molecuulgewicht tussen 360 en 420 en een druppelpunt tussen 50 en 60°C (Ullmanns Encyklopadie der technischen Chemie, 3e ed. (1967) Band 18, blz. 273), en de vierde com-15 ponent is een microkristallijne paraffinewas, bestaande uit een mengsel van paraffinen met een ketenlengte tussen 40 en 55 C-atomen, een mole- o cuulgewicht tussen 580 en 700 en een druppelpunt tussen 62 en 92 C (Ullmann, loc. cit.).

Het bekledingsmengsel volgens de uitvinding wordt verkregen door 20 samenvoegen van de gewenste hoeveelheden van de vier . componenten in willekeurige volgorde, gevolgd door verwannen op een temperatuur, die afhankelijk van de mengverhouding kan variëren van ongeveer 30°C tot ongeveer 75°C, waardoor een oplossing ontstaat, die zo nodig door roeren wordt gehomogeniseerd. Na afkoeling van de homogene oplossing tot gewone 25 temperatuur varieert het mengsel van een halfvast materiaal tot een dunne pasta, afhankelijk van de hoeveelheid minerale olie in het mengsel.

Voor het bekleden van ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels met het bekledingsmengsel volgens de uitvinding wordt het mengsel door verwarmen omgezet in een homogene oplossing, die over de te bekleden 30 korrels wordt versproeid terwijl de korrels in een intensief rollende beweging wordt gehouden, waarbij het over de korrels versproeide bekledingsmengsel over het korreloppervlak wordt uitgesmeerd tot een gelijkmatig en gesloten bekledingslaagje.

De aldus beklede korrels worden afgekoeld. Ammoniumnitraat bevat-35 tende korrels met ten minste 28% N worden gekoeld tot beneden 50°C en 8300043 4 - 8 - korrels met minder dan 28% N tot beneden 32°C, de temperatuur waarbij ammoniumnitraat van kristalmodificatie III overgaat in kristalmodifica-tie IV. Voor het koelen van de korrels kan gebruik worden gemaakt van een luchtstroom met een geschikte temperatuur en bij voorkeur met een 5 zodanig laag vochtgehalte, dat geen vochtabsorptie op de korrels kan plaatsvinden. De koeling met lucht kan geschieden in een gefluidiseerd bed of in een roterende trommel, die zodanig is ingericht dat een goed contact tussen de luchtstroom en de korrels tot stand wordt gebracht.

De hoeveelheid bekledingsmengsel, die op de korrels wordt aange-10 bracht, is afhankelijk van de samenstelling, de rondheid en de opper- vlaksporositeit van de te bekleden korrels en is in het algemeen gelegen tussen 0,005 en 0,15 gew.%, bij voorkeur tussen 0,01 en 0,1 gew.%, berekend op de onbeklede korrels.

Door de bekleding wordt de vochtabsorptie van de korrels drastisch 15 verminderd, waardoor bij bulkopslag van de beklede korrels onder zeer vochtige omstandigheden hoogstens een dunne natte toplaag of zachte korst ontstaat. De beklede korrels vertonen een sterk verminderde neiging tot samenbakken en veroorzaken door de pasteuze aard van de bekleding geen stofvorming. Een verder voordeel is dat het bekledings-20 mengsel volgens de uitvinding in één behandeling op de korrels kan worden aangebracht.

De beklede korrels volgens de uitvinding lossen vlot op in water, d.w.z. in minder dan 1 minuut, en onderscheiden zich hierdoor van de z.g. "slow release" meststofkorrels, die van een zodanige bekleding zijn 25 voorzien dat zij zeer vertraagd in water oplossen en daardoor hun nutriënten in de loop van een lange periode geleidelijk aan de bodem afstaan_

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden nader toegelicht.

30 Bij de proeven, die in de voorbeelden worden beschreven, werd de neiging tot samenbakken van ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels als volgt beoordeeld.

De korrels werden in zakken van 50 kg in een ruimte, waarin de temperatuur constant op 27°C werd gehouden, opgeslagen onder een druk 2 35 van 0,35 kg/cm (een betonblok van 1000 kg bedekte precies de platte 8300043 - 9 - kant van een zak van 50 kg) - Na een opslagduur van 1 maand werd de hoeveelheid brokken (samengebakken produkt) in een zak bepaald door de zeik voorzichtig op een zeef met mazen van 1 cm te leggen, de zak voorzichtig open te snijden en de opengesneden zak voorzichtig te verwijde-5 ren. Bij oplichten van de zeef vloeiden de free flowing korrels door de zeef; de op de zeef achterblijvende brokken werden verzameld en gewogen. Het gewicht van de brokken werd uitgedrukt als percentage van de zak-inhoud (50 kg). Vervolgens; werden uit de brokken blokjes 7 x 7 x 5 cm gesneden en werd met behulp van een dynamometer het gewicht in kg bepaald, 10 waaronder het brokje brak. Dit gewicht wordt in de voorbeelden "hardheid" genoemd.

Beoordeling: percentage brokken 0% = free flowing 15 < 15% = goed 15-30% = matig > 30% = onvoldoende hardheid brokken < 1 kg = nagenoeg free flowing 20 < 3 kg = goed 3-5 kg = matige bakneiging 5-10 kg = aanmerkelijke bakneiging > 10 kg = hard gebakken

In de bekledingsmengsels volgens de uitvinding werd steeds een in 25 de handel verkrijgbare, in hoofdzaak alifatische olie met de volgende eigenschappen gebruikt: soortelijke gewicht 0,371 viscositeit SUS 38°C 108 SUS 99°C 39,7 30 koolstoftype aromatische C-atomen 9,5% naftenische C-atomen 23,0% paraffinische C-atomen 67,5% viscositeitsindex 94 8300043 4 - IQ -

De bij alle proeven gebruikte grofkristallijne paraffinewas voldeed aan de volgende specificaties:

smelttrajeet (DIN 51556) 50-52°C

oliegehalte (DIN 51571) 1-2% 5 naaldpenetratie, 25°C (DIN 51579) 30 kegelpenetratie, 25°C (DIN 51580) 30 viscositeit, 98,9°C (DIN 51562) 3,8 centistokes.

De bij alle proeven gebruikte microkristallijne paraffinewas voldeed aan de volgende specificaties: 10 penetratie, 25°C (ASTM D-1321) 14-19

congelatiepunt (ASTM D-51571) 70-74°C

flashpunt (ASTM D-92) minimaal 220°C

- kleur, ongefiltreerd (ASTM D-1500) maximaal 2,5

Voorbeeld I

15 In een industriële bekledingstrommel, zoals beschreven in het

Amerikaanse octrooischrift 4.241.692, met een capaciteit van 50.000 kg per uur werden kalkammonsalpeter (KAS) 26% N prills bekleed met variërende hoeveelheden van de eerder beschreven bekledingsmengsels A en B volgens de uitvinding. Het bekledingsmengsel werd met een tempe-20 ratuur van 70°C via één sproeier in de bekledingstrommel versproeid over de prills, die een temperatuur van ongeveer 45°C hadden. De gemiddelde verblijftijd van de prills in de trommel bedroeg 7 minuten.

De beklede prills werden met lucht in een fluid-bed koeler tot 27-28°C afgekoeld. Vervolgens werden de vochtabsorptie-index en de neiging tot 25 samenbakken van de korrels bepaald. De resultaten zijn vermeld in tabel A.

8300043 «

- 11 -TABEL·'A

Bakneiging

Bekledings- V-I. brokken, % hardheid, kg mengsel % 5 geen 100 100 25 0,01 % A 47 61 2 0,03 % A 28 18 <1 0,05 % A 27 12 <1 0,075% A 28 8 <1 10 0,10 % A 28 5 <1 0,01 % b 51 63 1 0,03 % B 29 28 1,5 0,05 % B 28 18 1 0,075% B 26 9 <1 15 0,10 % B 30 3 <1 * t.o.v. N.S.M. KAS 26% = 100%.

Voorbeeld II

Op. dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld I werden KAS 26% N prills, KAS 27,5% N prills en amraoniumnitraat (AN) 33,5% N prills 20 (gestabiliseerd met 1,5 è 2,0% magnesiumnitraat) bekleed met 0,05 gew.% van het eerder beschreven bekledingsmengsel A volgens de uitvinding. De beklede KAS 26% N en 27,5% N prills werden gekoeld tot 27-28°C en de beklede AN 33,5% N prills tot 35°C. De aldus behandelde prills en prills van dezelfde typen in onbeklede toestand werden onderworpen aan de 25 vochtabsorptieproef. Tevens werd hun bakneiging gemeten. De resultaten zijn vermeld in tabel B.

8300043

- 12 -TABEL B

Bakneiging

Produkt Bekleding V.I. Toplaag brokken hardheide % (%) (kg) 5 KAS 26% N geen 100 hard 100 25 5 cm idem 0,05% A 30 . zacht 12 <1 0,5 cm KAS 27,5% N geen 100 hard 100 30 10 5 cm idem 0,05% A 32 zacht 7 < 1 0,5 cm AN 33,5% N geen 125 hard 0 - 4 cm 15 idem 0,05% A 52 zacht 0 0,5 cm

Bij bulkopslag in silo's van de volgens de uitvinding beklede prills in storthopen met hoogten van 12 m bleken de prills na een opslagduur van 1 maand nog volledig free flowing te zijn.

20 Voorbeeld III

In een roterende betonmolen werden ladingen van 60 kg KAS 26% N granules en AN 33,5% N granules (gestabiliseerd met 1,5 A 2,0% magne-siumnitraat) ladingsgewijze bekleed met 0,1 gew.% van het eerder beschreven bekledingsmengsel B volgens de uitvinding. Het bekledingsmengsel 25 werd met een temperatuur van 70°C via één sproeier in de betonmolen ver-sproeid over de granules/ die een temperatuur van ongeveer 45°C hadden.

De gemiddelde verblijftijd van de prills in de betonmolen bedroeg ongeveer 7 minuten. De beklede KAS 26% N granules werden gekoeld tot 27-28°C en de beklede AN 33,5% N granules tot 35°C. De aldus behandelde granules 30 en granules van dezelfde typen in onbeklede toestand werden onderworpen aan de vochtabsorptieproef. Tevens werd hun bakneiging gemeten, de resultaten zijn vermeld in tabel C.

8300043 - 13 -

TABEL C

Bakneiging

Produkt Bekleding V.I. Toplaag brokken hardheid % (%) (kg) 5 KAS 26% N geen 105 hard 100 25 5 cm idem 0,1% B 34 zacht 2 <1 0,5 cm AN 33,5% N geen 130 hard 0 10 4 cm idem 0,1% B 56 zacht 0 0,5 cm

Voorbeeld IV

Op soortgelijke wijze als beschreven in voorbeeld III werden in 15 een roterende betonmolen porties KAS 26% N korrels ladingsgewijze bekleed bij een temperatuur van 50°C en een verblijftijd van 5 minuten.

In een eerste reeks proeven werden de korrels bekleed met 0,1 gew.% van een der componenten van het eerder beschreven bekledingsmengsel B.

In een tweede reeks proeven werden de korrels bekleed met 0,1 gew.% 20 van een mengsel van drie van de vier componenten van bekledingsmengsel B. In een laatste proef werden de korrels bekleed met 0,1 gew.% van bekledingsmengsel B.

De proeven van de eerste en tweede reeks zijn vergelijkende proeven. De laatste proef is volgens de uitvinding.

25 De resultaten zijn vermeld in tabel D. In deze tabel wordt het aminederivaat van bekledingsmengsel B aangeduid als a, de minerale olie ais b, de grofkristallijne paraffinewas als c en de microkristal-lijne paraffinewas als d.

8300043 - 14 -

TABEL D

Bakneiging

Proef Bekledings- ,V.I. .brokken hardheid middel % (%) (kg) 5 1 a 90 30 5 2 c 72 100 23 3 d 97 100 22 4 mengsel van 15 gew.dln a 10 42,5 gew.dln b 30.3 gew.dln c 78 27 4 5 mengsel van 15 gew.dln a 42.5 gew.dln b 15 12,2 gew.dln d 85 35 4 6 mengsel van 15 gew.dln a 30.3 gew.dln c 12.2 gew.dln d 70 28 3 20 7 mengsel van 42.5 gew.dln b 30.3 gew.dln c 12.2 gew.dln d 75 90 16 8 mengsel van 25 15 gew.dln a 42.5 gew.dln b 30.3 gew.dln c 12,2 gew.dln d 36 0 0

Deze resultaten tonen, dat noch de afzonderlijke componenten van 30 bekledingsmengsel B, noch mengsels van drie van de vier componenten van bekledingsmengsel B in staat zijn de vochtabsorptie van de KAS 26% N korrels drastisch te verminderen en de bakneiging van de korrels te onderdrukken. Alleen het in proef 8 gebruikte bekledingsmengsel volgens de uitvinding levert het gewenste resultaat.

35 Voorbeeld V

Op de in voorbeeld III beschreven wijze werden KAS 26% N granules en AN 33,5% N granules (gestabiliseerd met 1,5 S, 2,0 gew.% magnesium-nitraat) bekleed met een bekledingsmengsel C volgens de uitvinding, dat 8300043 - 15 - als volgt was samengesteld: 7.5 gew.% stearylamine (0 EO) 7.5 gew.% van een mengsel van gelijke gewichtshoeveelheden 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) en nonylfenol-5 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) 10,0 gew.% oleylamine (0 EO) 32,5 gew.% minerale olie 30,3 gew.% grofkristallijne paraffinewas 12,2 gew.% microkristallijne paraffinewas- 10 De resultaten zijn vermeld in tabel E.

TABEL Ξ

Bakneiging

Produkt Bekleding V.I. Toplaag brokken hardheid % (%) (kg) 15 KAS 26% N geen 105 hard 100 25 5 cm idem 0,05% C 36 zacht 0 — 0,5 cm AN 33,5% N geen 130 hard 0 20 4 cm idem 0,05% C 58 zacht 0 - 0,5 cm

Voorbeeld VI

Er werd een reeks bekledingsmengsels volgens de uitvinding bereid, 25 analoog aan bekledingsmengsel A , maar steeds met een ander aminederi-vaat. De gebruikte aminederivaten waren als volgt verkregen.

Proef 1: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol ethyleenoxyde (EO) en geneutraliseerd met een mengsel van 83 gew.% 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) en 17 gew.% nonylfenolfosfaatester (17 EO).

30 Proef 2: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 1.

Proef 3: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en voor 50% geneutraliseerd met 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) en voor 50% met « 8300043 - 16 - een mengsel van 83 gew.% 2-ethylhexylfosfaatester (O EO) en 17 gew.% nonylfenolfosfaatester (17 EO).

Proef 4: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 3.

5 Proef 5: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd met oleyl-cetylfosfaatester (7 EO).

Proef 6: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 5.

Proef 7;, stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en voor 50% geneu- 10 traliseerd met 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) en voor 50% met een mengsel van 92 gew.% 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO) en 8 gew.% nonylfenolfosfaatester (17 EO).

Proef 8: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 7.

15 Proef 9: stearylamine, geneutraliseerd met 2-ethylhexylfosfaatester (3 EO).

Proef 10: oleylamine, geneutraliseerd als in proef 9.

Proef 11: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd met 2-ethylhexylfosfaatester (0 EO).

20 Proef 12: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd met nonylfenolfosfaatester (10 EO).

Proef 13: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 12.

Proef 14: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd 25 met nonylfenolfosfaatester (4 EO).

Proef 15: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 14.

Proef 16: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd met tridecylfosfaatester (3 EO).

30 Proef 17: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 16.

8300043 - 17 -

Proef 18: stearylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd met nonylfenolfosfaatester (5 EO).

proef 19: oleylamine, gecondenseerd met 2 mol EO en geneutraliseerd als in proef 18.

5 KAS 26% N prills werden steeds op de in voorbeeld I beschreven wijze bekleed met 0,1 gew.% van een der beschreven mengsels en vervolgens gekoeld, waarna de V.I. en de bakneiging van de beklede prills werden bepaald. Bij alle proeven ontstond een zachte toplaag met een dikte van ongeveer 0,5 cm.

10 De meetresultaten zijn vermeld in tabel F.

TABEL F

Bakneiging

Proef v.I. brokken hardheid % (%) (kg) 15 1 30 78 <1 2 30 6 < 1 3 29 35 <1 4 32 25 < Γ 5 59 4 <1 20 6 53 6 <1 7 27 3 <1 8 '42 83 8 9 30 82 <1 10 31 31 2,5 25 11 31 48 2,5 12 41 89 1,5 13 43 100 1,5 14 30 4 <1 15 31 40 3 30 16 34. 17 <1 17 34 8 <1 18 31 22 <1 19 42 2 <1 8300043

Claims (10)

1. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels, met het kenmerk, dat de korrels zijn bekleed met 0,005-0,15 gew.% van een homogeen mengsel van (a) 5-30 gew.% van het produkt, verkregen door ten minste gedeeltelijke 5 neutralisatie van een of meer aminen met de op het formuleblad af- gebeelde formule 1, waarin R^ een alkyl- of alkenylgroep met 12-20 C-atomen, R^ een alkyleengroep met 2-4 C-atomen en n^ een getal met een waarde van 0 tot 15 voorstellen, met een of meer zure fosfaat-esters, sulfonzuren en/of zure s'ulfaa testers, 10 (b) 25-70 gew.% minerale olie, (c) 10-50 gew.% grofkristallijne paraffinewas, en . (d) 5-25 gew.% microkristallijne paraffinewas.

2. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bekledingsmengsel als component, (a) het pro- 15 dukt bevat, verkrègen door ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer aminen met de op het formuleblad afgebeelde formule 1, waarin R^, R£ en n^ de genoemde betekenis hebben, met een of meer zure fosfaatesters met de op het formuleblad afgebeelde formule 2, waarin R^ een alkyleengroep met 2-4 C-atomen, een der substituenten R^, R^, Rg 20 een waterstofatoom, een der substituenten R^, R^, Rg een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep, een der substituenten R^, R^, Rg een waterstofatoom, een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep, en n een getal met een waarde van 0 tot 15 voorstellen.

3. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bekledingsmengsel als component (a) het produkt bevat, verkregen door ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer aminen met de op het formuleblad afgebeelde formule 1, waarin R^, R2 en n^ de genoemde betekenis hebben, met een of meer sulfonzuren met 30 de op het formuleblad afgebeelde formule 3, waarin R^ een alkylgroep met 4-12 C-atomen, een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep of een naftaleengroep voorstellen. 83 0 0 0 4 3 - 19 -

4. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bekledingsmengsel als component (a) het produkt bevat, verkregen door ten minste gedeeltelijke neutralisatie van een of meer aminen met de op het formuleblad afgeheelde formule 1, waarin , 5 1*2 en n^ de genoemde betekenis hebben, met een of meer zure sulfaat- esters met de op het formuleblad afgebeelde formule 4, waarin Rg een alkylgroep met 4-12 C-atomen of een alkylarylgroep met 8-12 C-atomen in de alkylgroep, Rg een alkyleengroep met 2-4 C-atomen en n^ een getal met een waarde van 0 tot 10 voorstellen.

5. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het bekledingsmengsel 10-20 gew.% van component (a), 35-55 gew.% van component (b), 20-40 gew.% van component (c) en 10-15 gew.% van component (dl bevat.

6. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusies 1-5, 15 met het kenmerk, dat de hoeveelheid bekledingsmengsel 0,01-0,1 gew.% bedraagt, berekend op de onbeklede korrels.

7. Ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hoeveelheid bekledingsmengsel 0,03-0,07 gew.% bedraagt.

8. Bekledingsmengsel voor ammoniumnitraat bevattende meststofkorrels, gekenmerkt door 5-30 gew.% van component (a) , 25-70 gew.% van component (hl, 10-50 gew.% van component (c) en 5-25 gew.% van component (d).

9. Bekledingsmengsel volgens conclusie 8, gekenmerkt door 10-20 gew.% van component (al, 35-55 gew.% van component (b), 20-40 gew.% van compo-25 nent (c) en 10-15 gew.% van component (dl. IQ. Mengsel van de componenten (a), (cl en (dl in zodanige verhouding, dat toevoeging van 25-70 gew.% van component (bl, berekend op de totale hoeveelheid van (al, (b), (cl en (dl resulteert in een bekledingsmengsel volgens conclusie 8 of 9. 8300043 VEREENIOLDE OCTROOIBUREAUX o.a..no. 83.00043 Ned.KI. ·5ΛΛΛνβΝΗΑ« (HotiANO) "beli. "bij schrijven dd.

10 maart 1983 -Jh> — Ur/LCM Wijziging (en) van errafcna(a) in de beschrijving, behorende hij octrooiaanvrage no. 83.00043 voorgesteld door aanvrager (ster) onder dattaa 10 maart 1983 -OOO— ' 2 f ] 1J. ,κϊ 1983 »___ Bladz. 5, regel 10 : stalactieten" wordt geschrapt. 1300043 (R2O )n]-R R,-n( f¥>nrH 2 ^^O-IR^Olp —Rj, 0=P^-0-(R30)nrR5 D"^3°'n2_R6 3 a7- so3-h h Rr(R90)n3-0-SQ3H Compagnie Néerlandaise de 1'Azote (Société Anonyme) .83 0 0 0 4 3