NL8220480A - Penningmechanisme met magnetisch scheidingsorgaan. - Google Patents

Description

*

PCT/N/31.585-dV/id E ? 2 O 4 0 O

. penningmechanisme met magnetisch scheidingsorgaan.

De uitvinding heeft betrekking op penningen en een penning-accepteermechanisme voor toepassing bij door een penning of dergelijke bediende verkoopmachines, amuse-mentsmachines en toegangscontroleinrichtingen, zoals tour-5 niquets.

Gedurende de afgelopen jaren zijn steeds grotere aantallen door een penning of dergelijke bediende machines vervaardigd en gebruikt. Veel van dergelijke machines kunnen worden bediend door middel van geldstukken.

10 Het is echter van voordeel om een andere penning dan een geldstuk te gebruiken, zodat de waarde van de diensten of goederen, die door de machine worden geleverd, kan worden gewijzigd, zonder dat een dienovereenkomstige wijziging van het accepteermechanisme van de machine noodzakelijk is.

15 Aangezien automatische door een penning be diende machines gewoonlijk zonder bewaking in bedrijf zijn, staan zij bloot aan in bedrijfstelling door middel van vervalste penningen. Onder omstandigheden, zoals in het geval van een groot metrostelsel, kan een aanmerkelijk bedrag aan 20 inkomsten verloren gaan door het gebruik van vervalste of nagemaakte penningen.

De meest gebruikelijke methoden voor het namaken of copieren van penningen zijn ponsen of draaien op een draaibank. Deze beide methoden kunnen tegen voldoende 25 lage kosten worden benut om de vervalsing economisch uitvoerbaar te maken.

Er bestaan verschillende bekende oplossingen om te voorkomen dat vervalste munten de betreffende machines bedienen. Er zijn bijvoorbeeld penningen met verschillende 30 inkepingen aan de omtrek vervaardigd om de penning te onderscheiden van gebruikelijke munten en om vervalsing tegen te gaan. Penningen met inkepingen aan de omtrek kunnen echter gemakkelijk worden vervalst met een ponsproces. Bij andere bekende ontwerpen wordt een gladde omtrek toegepast met ver-35 schillende groeven, die in de asrichting van de penning zijn gelegen. Het accepteermechanisme is dan voorzien van speciaal gevormde gleuven, die dienen voor het verwerpen van die penningen, welke niet zijn voorzien van de overeenkomstige groe- 8220480 - 2 - ven. Dit type penning kan echter gemakkelijk worden vervalst door draaien op een draaibank.

Enkele bekende mechanismen kunnen een onderscheid maken tussen penningen, die zijn samengesteld uit 5 magnetische materialen en penningen, die uit niet-magnetische materialen zijn samengesteld. Het is echter niet moeilijk om namaakpenningen geheel magnetisch of niet-magnetisch te maken. Het vervaardigen van een half-magnetische penning en het onderscheiden hiervan van penningen met een andere mag-10 netisatiegraad zou het mogelijk maken om meer geavanceerde anti-vervalsingsmaatregelen te nemen.

De uitvinding beoogt derhalve een penning te verschaffen, die niet gemakkelijk kan worden vervalst door ponsen of machinaal draaien.

15 Een ander doel van de uitvinding is een een voudig, goedkoop en storingsvrij mechanisme te verschaffen voor het accepteren van een penning, die niet gemakkelijk kan worden vervalst.

Een verder doel van de uitvinding is het 20 verschaffen van een penning, die gemakkelijk en goedkoop kan worden vervaardigd en die kan worden toegepast bij vele penning-accepteermechanismen, die momenteel in gebruik zijn.

Voorts beoogt de uitvinding een penning en een penning-accepteermechanisme te verschaffen, welke kunnen 25 worden toegepast naast de reeds in gebruik zijnde penning-accepteermechanismen, teneinde een extra bescherming tegen vervalsing te verschaffen.

De uitvinding beoogt verder een half magnetische penning te verschaffen, alsmede een mechanisme om 30 deze penning te onderscheiden van geheel magnetische en niet-magnetische penningen.

De in het voorgaande genoemde problemen worden opgelost en de bovengenoemde doelen worden bereikt bij een uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding, waarbij 35 een penning wordt verschaft, welke uit twee secties in de asrichting bestaat. De ene sectie heeft een met inkepingen uitgevoerde of getande omtrek, terwijl de tweede sectie een gladde omtrek heeft. Wanneer de penning volgens de uitvinding in het penning-accepteermechanisme komt, werkt de getande 40 sectie sam_en met een pal in het mechanisme en verplaatst de 8220480 - 3 - pal naar een vooraf bepaalde positie. De beweging van de pal ontgrendelt een arm, welke vervolgens wordt verplaatst door de sectie met de gladde omtrek. Alleen penningen, die zowel de getande als de gladde sectie bezitten, zullen op 5 de juiste wijze samenwerken met zowel de pal als de arm om te worden geaccepteerd door het mechanisme. Teneinde een verdere beveiliging tegen namaakpenningen te verkrijgen, kan het beschreven accepteermechanisme worden toegepast in samenwerking met een magnetisch scheidingsorgaan, dat alleen 10 half-magnetische penningen doorlaat.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont een voor- en een zijaanzicht van een uit twee secties bestaande penning volgens de uit-15 vinding.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de penning en een eerste uitvoeringsvorm van het accepteermechanisme .

Fig. 3 is een vooraanzicht van de penning, 20 die de eerste uitvoeringsvorm van het accepteermechanisme binnentreedt.

Fig. 4 is een vooraanzicht van de penning, die samenwerkt met de pal en de arm van het accepteermechanisme.

25 De Fig. 5-10 geven voorbeelden weer van na maakpenningen, die niet zullen worden geaccepteerd door de eerste uitvoeringsvorm van het accepteermechanisme.

Fig. 11 is een voorbeeld van een namaakpen-ning, welke wordt geaccepteerd door de eerste uitvoerings-30 vorm van het accepteermechanisme, doch niet door de tweede uitvoeringsvorm.

Fig. 12 is een vooraanzicht van de namaak-penning uit Fig. 11, die zich in het tweede uitvoeringsvoor-beeld van het accepteermechanisme bevindt, waardoor dit 35 mechanisme blokkeert.

Fig. 13 is een dwarsdoorsnede van een magnetisch scheidingsorgaan voor het onderscheiden van half-magnetische penningen van niet-magnetische en geheel magnetische penningen.

40 In Fig. 1 is een uitvoeringsvorm van de pen- 822 04 8 0 - 4 - ning volgens de uitvinding weergegeven. De penning bestaat uit een schijfvormig voorwerp met twee secties in de asrichting, die respectievelijk met 10 en 11 in Fig. 1 zijn aangeduid. De sectie 11 heeft een getande omtrek, waarbij de 5 tanden met 13 zijn aangeduid. Bij het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld zijn de tanden symmetrisch over de omtrek van de penning verdeeld. Dit is echter niet noodzakelijk voor de werking van het accepteermechanisme.

De sectie 10 heeft een gladde omtrek. Bij het 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de diameter van deze sectie gelijk aan de diameter van de buitenomtrek van de tanden 13. Dit is echter niet noodzakelijk voor een juiste werking van het penning-accepteermechanisme, zoals hierna zal worden beschreven. De penning kan zijn uitgevoerd met 15 een cirkelvormige, vierkante of andere geometrische uitsparing 12 in het midden. Een dergelijke uitsparing beïnvloedt de werking van het te beschrijven penning-accepteermechanisme niet en kan desgewenst worden weggelaten.

Dankzij de flens 10 kan de beschreven penning 20 niet gemakkelijk worden nagemaakt door ponsen. Voorts kan dankzij de tanden 13 de penning niet gemakkelijk worden nagemaakt door draaien op een draaibank. Een eenvoudige en goedkope manier voor het vervaardigen van een dergelijke penning is het gebruikmaken van een gesinterd metaalproces.

25 Bij een dergelijk proces wordt het metaal voor het vormen van de penning in poedervorm aan een stel matrijzen toegevoerd en aan hoge druk onderworpen. De druk veroorzaakt een voorhechting van de metaaldeeltjes, waardoor een voorvorm met het gewenste uiterlijk wordt verkregen. De voorvorm wordt 30 vervolgens verhit bij een bepaalde atmosfeer, zodat de me-taaldeeltjes samensmelten en het gerede voorwerp wordt verkregen. Het sinterproces is algemeen bekend in de metaal-verwerking en zal hierna niet verder worden beschreven. Een voordeel van het sinterproces is dat uiteenlopende metaal-35 poeders kunnen worden gemengd ter verkrijging van de uiteindelijke metaalsamenstelling, waaruit het voorwerp wordt vervaardigd. Het is derhalve mogelijk een combinatie van magnetische en niet-magnetische metalen en metalen met verschillende soortelijke gewichten toe te passen, ten einde 40 een penning te produceren met de juiste magnetische perme- 82 2 0 4 8 0 - 5 - abiliteit en gewicht, zodat het zal worden geaccepteerd door de reeds bestaande penning-accepteermechanisme en door het penning-accepteermechanisme volgens de uitvinding. Op deze wijze kan dezelfde penning worden gebruikt bij het penning-5 accepteermechanisme volgens de uitvinding en het in serie hiermee opgestelde conventionele mechanisme, zodat een extra bescherming tegen vervalsing wordt verkregen. Het is ook mogelijk een combinatie van metalen met geschikte magnetische eigenschappen en soortelijke gewichten te gebruiken, zodat 10 de verkregen penning unieke magnetische eigenschappen en/of een uniek soortelijk gewicht zal hebben. Een dergelijke penning kan niet gemakkelijk worden vervalst met penningen, die uit een enkel metaal of een metaallegering bestaan.

In Fig. 2 is een penning 200 weergegeven, 15 die in een accepteermechanisme 201 volgens de uitvinding wordt ingevoerd. Het mechanisme 201 is voorzien van gelei-dingsorganen 210 en 220, die de penning 200 in de juiste positie brengen om samen te werken met het hierna te beschrijven pal- en armmechanisme. De geleidingsorganen 210 20 en 220 kunnen losneembaar zijn bevestigd op het lichaam 205 van het accepteermechanisme door middel van schroeven, nagels of pennen (bijvoorbeeld schroeven 215), zodat de geleidingsorganen kunnen worden verwijderd en vervangen, indien zij beschadigd worden of versleten raken. Het geleidingsorgaan 25 220 bezit een paar tanden 285 en 286, welke tanden tezamen met een tand 245 van een pal 225 samenwerken met de tanden van de penning 200, zodat alleen penningen met een met inkepingen uitgevoerde of getande omtrek zullen worden geaccepteerd. Het afgeheelde accepteermechanisme is bestemd voor 30 montage in een huis, dat een bestaand penning- accepteermechanisme omgeeft. Een wand van het huis vormt tezamen met de organen 210 en 220 en het lichaam 205 een gleuf, waardoor de penning 200 kan vallen. Als alternatief kan een deksel (niet weergegeven) losneembaar zijn bevestigd op de gelei-35 dingsorganen 210 en 220, zodat het deksel, de organen 210 en 220 en het lichaam 205 van het mechanisme een gleuf vormen, waardoor de penning 200 valt. Het deksel is in Fig. 2 duidelijkheidshalve weggelaten.

Het mechanisme 201 omvat een pal 225 en een 40 arm 250. De pal 225 draait om een pen 230 en is zodanig be- 82 2 0 4 8 0 - 6 - last, dat deze normaal rust tegen een aanslag 235.

De arm 250 draait om een pen 255 en is zodanig belast, dat deze normaal rust tegen een aanslag 260.

De pal 225 en de arm 250 zijn onderling vergrendeld door 5 uitsteeksels 270 en 275. De grendeling is zodanig dat, zoals aan de hand van de Fig. 3 en 4 zal worden toegelicht, de pal 225 in de richting van de pijl 240 moet worden gedraaid door de samenwerking van de penning met de pal, voordat de arm 250 in de richting van de pijl 265 kan worden 10 gedraaid door samenwerking van de penning met de arm. Zowel de pal 225 als de arm 250 moeten worden verplaatst, voordat de penning door het mechanisme 201 kan vallen en de bijbehorende door een penning bediende inrichting kan bedienen.

15 Teneinde het mogelijk te maken de penning 200 in de beide axiale standen te kunnen inwerpen, is de arm 250 samengesteld uit twee identieke secties 251, die kunnen samenwerken met de flens van de penning. De arm 250 omvat tevens een gleuf 280, waardoor de tand 245 van de pal 225 20 in de gleuf 280 kan bewegen, wanneer de pal en de arm samenwerken, zoals hierna zal worden beschreven.

In Fig. 3 is de penning 325 weergegeven, die in het penning-accepteermechanisme 370 binnentreedt. Wanneer de penning 325 onder invloed van de zwaartekracht door het 25 mechanisme 370 valt, wordt de penning door geleidingen 315 en 320 geleid, zodat de tanden 300 van de penning in ingrij-ping komen met de stationaire tanden 305 en 310. De tanden 305 en 310 bevinden zich in het midden van de geleiding 320, zodat het flensgedeelte van de penning 325 achter dan wel 30 voor langs de tanden kan passeren, zodat de penning het mechanisme vrijmaakt.

Wanneer de tanden 300 op de tanden 305 en 310 aangrijpen, wordt de penning tijdelijk aan de rechterzijde vastgehouden, waardoor de linkerzijde tegen de pal 345 35 zwenkt, waardoor de tand 301 in aangrijping komt met de tand 340 op de pal 345. Voordat de tand 340 door de tand 301 wordt gegrepen, rust de pal 345 tegen de aanslag 330. De arm 350 kan niet draaien door de koppeling tussen het uitsteeksel 355 en het uitsteeksel 360. Wanneer de penning 325 echter 40 omlaag beweegt, drukt de tand 301 tegen de tand 340, waar- 8220480 - 7 - door de pal 345 om de pen 335 zwenkt naar de in Fig. 4 weergegeven stand. Door het zwenken van de pal 345, beweegt het uitsteeksel 355 naar de uitsparing 375, waardoor de arm 350 wordt vrijgemaakt.

5 Wanneer de penning 425 verder door het mecha nisme omlaag beweegt, drukt het flensgedeelte 400 van de penning tegen het uitstekende gedeelte 405 van de arm 450, waardoor deze om de pen 456 zwenkt en naar links beweegt, zoals in Fig. 4 zichtbaar is.

10 Wanneer zowel de pal 445 als de arm 450 naar hun vrijgeefstand zijn verplaatst, kan de penning 425 vrij door het mechanisme vallen. Hierdoor kan de arm 450 weer in de ruststand terugvallen. De arm 450 heeft een zodanig gewicht en is zodanig zwenkbaar gemonteerd, dat deze onder 15 invloed van het eigen gewicht naar de rustpositie terugkeert, nadat de penning is gepasseerd. Wanneer de arm 450 naar de ruststand beweegt, wordt de pal 445 vrijgegeven en valt deze eveneens onder invloed van het eigen gewicht terug in de ruststand. De terugkeer van het mechanisme in de ruststand 20 wordt tevens bevorderd doordat de penning door het mechanisme valt en het hellende gedeelte 470 van de geleiding 420 raakt. Het hellende gedeelte 470 wordt gebruikt om de penning in lijn te brengen met een eventueel reeds bestaand accepteermechanisme, dat in serie kan zijn geschakeld met 25 het mechanisme volgens de uitvinding. Het gedeelte 470 heeft ook tot gevolg, dat de vallende penning naar links beweegt. Het flensgedeelte van de penning treft dan de rand 475 van de arm 450, waardoor deze naar links beweegt naar de aanslag 480. Deze werking maakt de pal 445 vrij, welke dan om 30 de pen 460 zwenkt (door het gewicht van het gedeelte 465) waardoor het mechanisme in de ruststand wordt gebracht en gereed is voor een volgende penning.

In de Fig. 5-10 zijn voorbeelden weergegeven van gemakkelijk te vervaardigen namaakpenningen, die door 35 het mechanisme zullen worden verworpen. Fig. 5 toont een eenvoudige ronde penning, die gemakkelijk kan worden vervaardigd door ponsen. Aangezien deze penning geen getande omtrek heeft, zal een dergelijke penning bij het binnentreden in het accepteermechanisme volgens Fig. 2 stuiten op de 40 tanden 285 en 286 en de geleiding 210 of de aanslag 235.

8220480 - 8 -

In Fig. 6 is een namaakpenning weergegeven, die gemakkelijk kan worden vervaardigd op een draaibank.

Deze penning bestaat in asrichting uit twee secties 60 en 61, die beiden een gladde omtrek bezitten. Hoewel de diame-5 ter van de sectie 60 klein genoeg kan zijn om de tanden van het mechanisme te passeren, zal de pal 245 niet worden bediend. De sectie 61 zal normaal de arm 250 kunnen bedienen, maar aangezien de pal 245 en de arm 250 zijn gekoppeld, stuit de namaakpenning op de arm 250.

10 Fig. 7 geeft een namaakpenning weer, die in de asrichting hit drie sectiës 70,71· en 72 bestaat.De diameter van de sectie 71 kan voldoende klein zijn om de tanden van het mechanisme te passeren, doch de pal 245 zal niet worden bediend. De secties 70 en 71 zouden normaal de arm 250 kunnen 15 bedienen, doch aangezien de pal 245 en de arm 250 zijn gekoppeld, stuit de namaakpenning op dezelfde wij;ze· op de arm 250 als de péftning uit Fig. 6.

In Fig. 8 is een penning weergegeven met een getande omtrek, welke gemakkelijk kan worden vervaardigd 20 door ponsen. Bij deze namaakpenning zou de getande omtrek in staat kunnen zijn om met de tanden samen te werken teneinde de pal 225 te bedienen. Aangezien er echter geen glad flensgedeelte is, wordt de arm 250 niet verplaatst en komt de penning derhalve vast te zitten, voordat het door het 25 mechanisme kan bewegen.

Fig. 9 toont een namaakpenning met een gereduceerde dikte. De gereduceerde dikte maakt het mogelijk dat de penning de tanden 285, 286 en 245 passeert en tegen de arm 250 rust. Aangezien de pal 245 echter niet bediend is, 30 voorkomt de vergrendeling tussen de pal 225 en de arm 250, dat de arm 250 wordt bediend en maakt de penning derhalve het accepteermechanisme niet vrij.

Fig. 10 geeft een penning met een standaarddikte weer, die een kleinere diameter heeft. Een voldoend 35 kleine diameter zou het mogelijk kunnen maken, dat de penning het accepteermechanisme passeert. Een dergelijke penning wordt echter gemakkelijk verworpen door een standaard accepteermechanisme, zodat een combinatie van een standaard-accepteermechanisme en het beschreven accepteermechanisme 40 het accepteren van een dergelijke penning voorkomt.

8220480 - 9 -

In Fig. 11 is een namaakpenning weergegeven, welke met succes het mechanisme volgens de Fig. 2-4 zou bedienen. Deze namaakpenning heeft een centrale laag 120 met een met inkepingen uitgevoerde omtrek 130, welke de pal zij-5 waarts kan verplaatsen en ringvormige delen 100 met geringe diameter, die aan weerszijden op de centrale laag 120 zijn bevestigd. De delen 100 houden het getande gedeelte van de namaakpenning voldoende gecentreerd om de pal 225 te bedienen. Hoewel deze namaakpenning geen glad flensgedeelte 200 10 bezit voor het bedienen van de arm 250, hebben de delen 100 een voldoend kleine diameter om tussen de geleiding 220 aan de rechter zijde en de arm 250 in de ruststand door te passeren, waarbij de centrale laag 120 zodanig is gelegen, dat deze door dezelfde gleuf 280 van de vorkvormige arm 250 kan 15 passeren, door welke de tand 245 van de pal 225 passeert.

In Fig. 12 is een alternatieve uitvoeringsvorm van het penning-accepteermechanisme weergegeven, dat anders dan de uitvoeringsvorm volgens de Fig. 2-4, blokkeert, wanneer de namaakpenning volgens Fig. 11 wordt gebruikt. De-20 ze alternatieve uitvoeringsvorm omvat een extra naar links gerichte haak 140 aan de onderzijde van de pal 225 en een extra diagonaal verlengstuk 145 van de arm 250 met een naar rechts gerichte haak 150, die zich vergrendelt op de haak 140, wanneer de penning volgens Fig. 11 wordt benut. Wanneer 25 daarentegen de hierboven beschreven juiste penning wordt gebruikt, verplaatst de gladde flens van de penning de arm 250 voldoende naar links, voordat de rotatie van de pal 225 is voltooid, om de haak 150 uit de baan van de haak 140 te verplaatsen, zodat deze niet met elkaar in aangrijping komen 30 als de pal 225 wordt geroteerd.

In Fig. 13 is een magnetisch scheidingsorgaan afgebeeld, dat onder het hierboven beschreven mechanische accepteermechanisme kan zijn opgesteld, teneinde een extra beveiliging tegen vervalsingen te verschaffen. Het scheidings-35 mechanisme omvat een sectie 500 van een gleuf 50, waarvan een linker zijwand 510 en een rechter zijwand 520 onderling parallel verticaal verlopend voldoende dicht bij elkaar liggen voor het verkrijgen van een verticaal in lijn brengen van een omlaag vallende penning. Direkt onder de sectie 500 bevindt 40 zich een sectie 530 met uit elkaar lopende zijwanden, waar- 8220480 - 10 - bij bijvoorbeeld de linker zijwand 540 verticaal blijft en een schuine rechter zijwand 550 naar rechts wijkt. Een magneet 560 is in de rechter zijwand 540 ingebed of hierachter gemonteerd, terwijl ongeveer op een afstand van een halve 5 diameter van een penning onder de magneet 560 een uitsteeksel 570 op de linker zijwand 540 is aangebracht. Het uitsteeksel 570 zal mechanisch een niet-magnetische penning blokkeren, terwijl de magneet 560 een volledig magnetische penning zal aantrekken en vasthouden. Een half-magnetische 10 penning zal voldoende door de magneet 560 worden aangetrokken om het uitsteeksel 570 te vermijden en daardoor langs de rechter zijwand 550 omlaag glijden, doch de magnetische aantrekkingskracht zal onvoldoende zijn om te voorkomen dat de zwaartekracht de penning over de zijwand 550 langs de 15 magneet 560 verplaatst. Een geschikte methode voor het vervaardigen van een dergelijke half-magnetische penning is het sinteren van poeder van roestvrij staal van het type 304, dat relatief niet-magnetisch is, met poeder van roestvrij staal van het type 400, dat betrekkelijk sterk magne-20 tisch is. Een geschikte sterkte voor de magneet kan worden gekozen, rekening houdende met de lengte van de verticale val in de gleuf boven de magneet en de dikte van de zijwand 550.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het 25 voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd. De met inkepingen uitgevoerde en gladde secties van de penning kunnen bijvoorbeeld ongelijke diameters hebben en de inkepingen behoeven niet met gelijke 30 intervallen over de omtrek van de penning te zijn verdeeld.

8220480

Claims (25)

1. Penning voor toepassing bij een door een penning bediende verkoopmachine of tourniquet, met het kenmerk, dat de penning in hoofdzaak schijfvormig is uitgevoerd en is voorzien van een eerste sectie en een twee- 5 de sectie, welke loodrecht op de as van de penning staan, waarbij de eerste sectie een met inkepingen uitgevoerde omtrek en de tweede sectie een gladde omtrek bezit.

2. Penning volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de diameter van de eerste sectie gelijk 10 is aan de diameter van de tweede sectie.

3. Penning volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de inkepingen in de omtrek van de eerste sectie symmetrisch om de as van de penning zijn aangebracht.

4. Combinatie van een schijfvormige penning 15 met een eerste en een tweede sectie, die loodrecht staan op de as van de penning, waarbij de eerste sectie een met inkepingen uitgevoerde omtrek en de tweede sectie een gladde omtrek bezit, en een penning-accepteermechanisme, voorzien van middelen, die in afhankelijkheid van de met inkepingen uitge- 20 voerde omtrek het accepteermechanisme vrijgeven, en middelen, die wanneer vrijgegeven in afhankelijkheid van de gladde omtrek de penning accepteren, waardoor alleen penningen met zowel een met inkepingen uitgevoerde omtrekssectie en een gladde omtrekssectie door het penning-accepteermechanisme 25 zullen worden geaccepteerd.

5. Combinatie volgens conclusie 4, gekenmerkt door middelen, die een gleuf bepalen in het penning-accepteermechanisme, door welke gleuf de penning zich verplaatst.

6. Combinatie volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de genoemde middelen voor het detecteren van de met inkepingen uitgevoerde omtrek een aantal tanden omvatten, waarbij aan weerzijden van de gleuf tenminste één tand is gelegen.

7. Combinatie volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat tenminste één tand aan de ene zijde van het kanaal vast is en tenminste één tand aan de ande 8220480 - 12 - re zijde van het kanaal beweegbaar is, waarbij een penning met een met inkepingen uitgevoerde omtrek, die in het accep-teermechanisme binnentreedt, de beweegbare tand verplaatst.

8. Combinatie volgens conclusie 7, m e t 5 het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de gladde omtrek een beweegbare arm omvatten, welke arm ten gevolge van de verplaatsing van de beweegbare tand en van de gladde omtrek in een zodanige richting beweegt, dat de penning door het accepteermechanisme kan bewegen.

9. Combinatie volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de beweegbare tand is bevestigd aan een roteerbare pal, welke pal een uitsteeksel heeft, dat tegen de arm drukt, terwijl de arm een uitsparing bezit voor het opnemen van het uitsteeksel van de pal, wanneer 15 de pal is verplaatst door het passeren van een penning met een met inkepingen uitgevoerde omtrek.

10. Combinatie volgens conclusie 9, gekenmerkt door middelen voor het terugstellen van het mechanisme, nadat de penning door het mechanisme is gepasseerd.

11. Penning-accepteermechanisme voor gebruik met een schijfvormige penning met een eerste en een tweede sectie, die loodrecht op de as van de penning staan, waarbij de eerste sectie een met inkepingen uitgevoerde omtrek en de tweede sectie een gladde omtrek bezit, g e k e n -25 merkt door middelen, die in afhankelijkheid van de met inkepingen uitgevoerde omtrek het accepteermechanisme vrijmaken en door middelen, die wanneer vrijgemaakt, in afhankelijkheid van de gladde omtrek de penning accepteren, waardoor alleen penningen met zowel een met inkepingen uitgevoer-30 de omtrekssectie als een gladde omtrekssectie door het pen-nings-accepteermechanisme zullen worden geaccepteerd.

12. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 11, gekenmerkt door middelen, die een gleuf bepalen in het penning-accepteermechanisme, door welke gleuf 35 de penning zich verplaatst.

13. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 12,met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de met inkepingen uitgevoerde omtrek een aantal tanden omvatten, waarbij aan weerszijden van de sleuf 40 tenminste één tand is aangebracht. 8220480 ♦ - 13 -

14. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat tenminste één tand aan de ene zijde van het kanaal vast is aangebracht, terwijl tenminste één tand aan de andere zijde van het ka- 5 naai beweegbaar is aangebracht, waardoor een penning met een met inkepingen uitgevoerde omtrek, die in het penning-accepteermechanisme binnentreedt, de beweegbare tand verplaatst.

15. Penning-accepteermechanisme volgens con- 10 clusie 14,met het kenmerk, dat de middelen voor het detecteren van de gladde omtrek een beweegbare arm omvatten, welke arm ten gevolge van de verplaatsing van de beweegbare tand en van de gladde omtrek in een richting beweegt, waardoor de penning door het accepteermechanisme kan 15 bewegen.

16. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de beweegbare tand is bevestigd aan een roteerbare pal, welke pal een uitsteeksel heeft, dat tegen de arm drukt, terwijl de arm 20 een uitsparing bezit voor het opnemen van het uitsteeksel van de pal, wanneer de pal is verplaatst door het passeren van een penning met een met inkepingen uitgevoerde omtrek.

17. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 16, gekenmerkt door middelen voor het 25 terugstellen van het mechanisme, nadat de penning door het mechanisme is gepasseerd.

18. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 17,met het kenmerk, dat de middelen voor het terugstellen van het mechanisme reageren op het passeren 30 van de penning door het mechanisme.

19. Penning-accepteermechanisme voor gebruik met een schijfvormige penning, voorzien van een eerste laag met een met inkepingen uitgevoerde omtrek, en tenminste één aangrenzende laag met een gladde omtrek en een diameter, die 35 tenminste even groot is als die van het met inkepingen uitgevoerde gedeelte van de eerste laag, gekenmerkt door eerste middelen, die in aangrijping kunnen komen met de met inkepingen uitgevoerde omtrek, tweede middelen, die in aangrijping kunnen komen met de gladde omtrek en middelen, 40 die in responsie op een beweging van de eerste en tweede 8220480 - 14 - middelen een namaakpenning verwerpen, welke een met inkepingen uitgevoerd gedeelte heeft met een grotere diameter dan een aangrenzende laag met een gladde omtrek.

20. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 5 19, m e t het kenmerk, dat de eerste middelen be staan uit een draaibare pal en de tweede middelen uit een draaibare arm.

21. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 20,met het kenmerk, dat het grendelorgaan bestaat 10 uit een paar haken, waarbij één haak op de pal en één op de arm is aangebracht, welke haken met elkaar in aangrijping kunnen komen, wanneer de pal sneller wordt gedraaid dan de arm onder invloed van een penning.

22. Penning-accepteermechanisme, voorzien van een 15 scheidingsorgaan voor het scheiden van halfmagnetische penningen van niet-magnetische en geheel magnetische penningen, waarbij het scheidingsorgaan wordt gekenmerkt door een verticale doorgang voor penningen, een uitsteeksel in de doorgang voor het opvangen en blokkeren van niet-magnetische 20 penningen en een magneet, die nabij het uitsteeksel is opgesteld voor het afbuigen van halfmagnetische penningen langs het uitsteeksel en voor het aantrekken en vasthouden van geheel magnetische penningen.

23. Penning-accepteermechanisme voor gebruik met 25 een schijfvormige penning, voorzien van een eerste laag met een met inkepingen uitgevoerde omtrek en tenminste één aangrenzende laag met een gladde omtrek en een diameter, die tenminste even groot is als die van de eerste laag, gekenmerkt door een gleuf voor het doorlaten van een penning, 30 eerste middelen, die met de met inkepingen uitgevoerde omtrek in aangrijping kunnen komen, tweede middelen, die met de gladde omtrek in aangrijping kunnen komen, en middelen, die in responsie op de beweging van de eerste en tweede middelen een namaakpenning verwerpen, welke een met inkepingen uitge-35 voerd gedeelte met grotere diameter heeft dan een aangrenzende laag met gladde diameter, en een magnetisch scheidingsorgaan, dat in de gleuf is aangebracht onder de eerste en tweede middelen.

24. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 40 23,met het kenmerk, dat het magnetisch schei- 8220480 * - 15 - dingsorgaan is voorzien van een uitsteeksel in de doorgang voor het opvangen en blokkeren van niet-magnetische penningen, en een magneet, die nabij het uitsteeksel is gelegen voor het afbuigen van halfmagnetische penningen langs het uitsteeksel en voor het aantrekken en vasthouden van geheel magneti-5 sche penningen.

25. Penning-accepteermechanisme volgens conclusie 23,met het kenmerk, dat de gleuf een bovengedeelte en een aan het uitsteeksel grenzend benedengedeelte omvat, waarbij het bovengedeelte een paar parallelle zijwanden bezit, 10. die voldoende dicht bij elkaar liggen om een omlaag vallende penning verticaal georiënteerd te houden, terwijl het benedengedeelte divergerende zijwanden bezit, die op een toereikende afstand van elkaar liggen om een penning tussen het uitsteeksel en een tegenover liggende zijwand door te laten passeren. f .1 8220480