NL8220389A - Inrichting voor het automatisch reinigen van geslacht pluimvee. - Google Patents

Description

♦ #» «% ο Α “Γ, ρ Q —" N.0. 31874 1

Inrichting voor het automatisch reinigen van geslacht pluimvee.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch reinigen van geslacht pluimvee, in het bijzonder braadkippen, en welke een ondersteuning bezit welke is aangebracht voor het ontvangen van een pluimdier, een bevestigingsmechanisme welke samenwerkt met de 5 ondersteuning voor het losmaakbaar bevestigen van het pluimdier in een vooraf bepaalde positie ten opzichte van de ondersteuning, een reini-gingswerktuig dat in een uit de buik van het pluimdierlichaam kan worden bewogen voor het losmaken en verwijderen van ingewanden en afvalde-len, en een beweegbaar aftastmiddel dat samenwerkt met het reinigings-10 werktuig voor het vaststellen van de lengte van het lichaam.

Doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen voor het rationeel laten werken van de aftasting van het pluimvee en het reinigen daarvan.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het aftast-15 middel zodanig is aangebracht dat dit wordt bewogen in een eerste beweging langs het halseinde van het lichaam in aangrijping met het sleutelbeen van het lichaam, waarbij het reinigingswerktuig zodanig is aangebracht dat dit in een tweede beweging wordt bewogen in het lichaam waarbij de totale lengte van beide bewegingen een constante is.

20 Dit betekent dat het aftasten en het inbrengen van het reinigings werktuig worden geleid vanaf hun respectieve einden van het lichaam van het pluimdier direct reagerend op elkaar waarbij, omdat de vaste positie van het lichaam van tevoren is bepaald, beide bewerkingen een betrekkelijk korte beweging vereisen. Bovendien is deze werkwijze voor 25 het afzonderlijk regelen van de genoemde bewerkingen per lichaam van pluimdier geschikt om te worden toegepast in het systeem waarin een aantal pluimdierlichamen tegelijkertijd worden behandeld in een groep en waarin andere bewerkingen van de juiste reiniging op gelijke wijze worden uitgevoerd voor alle lichamen van de groep.

30 Voor het uitvoeren van de genoemde bewegingen kan het aftastmiddel en het reinigingswerktuig volgens de uitvinding respectievelijk zijn verbonden met een gemeenschappelijk aandrijfmiddel welke zodanig is ingericht dat de genoemde eerste en genoemde tweede beweging achtereenvolgens worden overgebracht naar het aftastmiddel respectievelijk het 35 reinigingswerktuig. Een eenvoudige uitvoeringsvorm van dit aandrijfmid-del kan volgens de uitvinding bestaan uit een door een fluïdum aangedreven zuiger-cilinder-eenheid met een vooraf bepaalde slaglengte waarin de zuiger en de cilinder ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, 8220389 2 waarbij de zuiger bewegingsoverbrengend is verbonden met het aftastmid-del of het reinigingswerktuig, terwijl de cilinder bewegingsoverbrengend is verbonden respectievelijk met het reinigingswerktuig of het af-tastmiddel. Een voorkeursuitvoeringsvorm, welke eenvoudig is en gemak-5 kelijk te onderhouden kan volgens de uitvinding zodanig zijn dat het aftastmiddel en het reinigingswerktuig draaibaar scharnierend in een vertikaal vlak zijn verbonden met één einde van een respectievelijk vertikaal en stijf hangmiddel dat met zijn andere einde draaibaar is opgehangen, terwijl de door fluïdum aangedreven zuiger-cilindereenheid 10 zodanig is geplaatst dat de zuiger van de eenheid scharnierend is verbonden met het ene en de cilinder van de eenheid scharnierend is verbonden met het andere ophangmiddel op plaatsen tussen die voorgenoemde verbindingen#

Volgens de uitvinding kan het aftastmiddel zijn verbonden met een 15 losmaakbaar vergrendelingsmechanisme dat is ingericht om het aftastmiddel in aangrijping te houden met het sleutelbeen van het lichaam van het pluimdier zodat de afgetaste vaststelling van de afmetingen van de lengte van het lichaam gedurende het inbrengen van het reinigingswerktuig in het lichaam wordt gehandhaafd.

20 Om te zorgen voor de juiste positie van het lichaam van het pluim dier kan het bevestigingsmechanisme volgens de uitvinding voor het losmaakbaar bevestigen van het lichaam in een vooraf bepaalde positie een vasthoudmiddel bevatten voor het losmaakbaar vasthouden van het lichaam van het pluimdier in een vooraf bepaalde positie en voor het omvatten 25 van de borst van het lichaam, waarbij het vasthoudmiddel is verbonden met een losmaakbaar vergrendelingsmechanisme.

Dit vergrendelingsmechanisme kan volgens de uitvinding bestaan uit een gemeenschappelijk middel voor het aftastmiddel en het vasthoudmiddel. Door echter het vasthoudmiddel in aangrijping te brengen met het 30 sleutelbeen kan het lichaam van het slachtdier worden blootgesteld aan een bepaalde druk in het gebied van het sleutelbeen. Om te voorkomen dat deze druk het verwijderen van de ingewanden of afvaldelen die in de nabijheid van het sleutelbeen zijn geplaatst verhindert, in het bijzonder verwijdering van de krop, kan het aftastmiddel volgens de uitvin-35 ding zodanig zijn uitgevoerd dat dit vanaf de vastgegrepen positie beweegt zonder losmaking van het vergrendelingsmechanisme. Dit zal de druk doen afnemen of doen wegnemen en het aldus mogelijk maken dat het reinigingswerktuig, na de afgetaste vaststelling van de lengte van het lichaam en zonder dat dit wordt gehinderd door een druk, een juist rei-40 nigen van het lichaam van het pluimdier uitvoert welk lichaam wordt 8220389 3 vastgehouden door het vasthoudmiddel, bijvoorbeeld bij de staartkop.

Volgens de uitvinding kan het reinigingswerktuig zijn verbonden met een losmaakbaar blokkeringsmechanisme dat is aangebracht om de beweging van het werktuig te blokkeren todat de genoemde eerste beweging 5 van het aftastmiddel is beëindigd. Dit betekent dat beweging van het reinigingswerktuig automatisch op gang wordt gebracht als het aftastmiddel de lengte van het lichaam van het pluimdier heeft vastgesteld doordat het in aangrijping komt met het sleutelbeen van het lichaam.

De beweging van het reinigingswerktuig kan volgens de uitvinding 10 zodanig scharnierend zijn geleid dat deze een cirkelvormige beweging maakt in een vertikaal vlak naar binnen en naar beneden toe en dan naar boven en naar buiten toe zodat een efficiënte reiniging op eenvoudige wijze tot stand wordt gebracht.

Volgens de uitvinding kan het blokkeermechanisme uit éên stuk zijn 15 gevormd met het deel van de geleidingsbaan om het de laatste mogelijk te maken om een geleidingswerking te beginnen als het reinigingswerktuig buiten aangrijping komt met het blokkeermechanisme.

Met gebruikmaking van de uitvinding wordt op deze wijze een eenvoudige en veilige uitvoering van een afzonderlijke geometrische vast-20 stelling van de lengte van het lichaam van het slachtdier in combinatie met een afzonderlijke instelling van de reinigingswerking tot stand gebracht. Dit wordt ook bereikt in het geval de inrichting wordt ingericht voor het gemeenschappelijk reinigen van een groep lichamen van pluimdieren door voor elk lichaam een aftastmiddel en een reinigings-25 werktuig te verschaffen. Volgens de uitvinding kan echter elke groep van elementen: geleidingsbanen van de reinigingswerktuigen, het ver-grendelingsmechanisme van het aftastmiddel en het vasthoudmiddel alsmede een mechanisme voor het verwijderen van het aftastmiddel vanaf de lichamen zodanig zijn ingericht dat zij gemeenschappelijke bewerkings-30 bewegingen uitvoeren, waardoor de gecombineerde konstruktie van de inrichting bijzonder eenvoudig kan worden uitgevoerd.

De uitvinding zal thans nader worden uiteen gezet aan de hand van de tekening.

Figuur 1 geeft schematisch de werking van een uitvoeringsvorm van 35 de inrichting volgens de uitvinding weer.

Figuur 2 geeft een perspectivisch aanzicht weer van onderdelen van de inrichting.

De inrichting omvat een ondersteuning 1 voor het ontvangen van een lichaam A van een pluimdier dat op zijn rug ligt en dat bij zijn 40 staartkop B door een band 2 is bevestigd aan de drager 1 in een vooraf 8220389 4 bepaalde positie met betrekking daartoe. Een dergelijke bevestiging is zeer geschikt omdat de dwarsdoorsnede van de staartkop in hoofdzaak niet variabel is met betrekking tot de afmeting van het pluimdier, waardoor het bevestigen van de staartkop kan worden uitgevoerd door een 5 enkel bevestigingsmiddel zonder dat de bevestigingskracht met betrekking tot de afmeting van het pluimdier op een of andere wijze behoeft te worden aangepast. Bovendien wordt het pluimdier stevig vastgehouden in het gebied waar de grootste bewerkingskrachten gedurende het reinigingsproces optreden, terwijl er tegelijkertijd voor wordt gezorgd dat 10 het reinigingswerktuig kan worden bewogen in en uit het lichaam van het pluimdier zonder dat dit in botsing komt met het bevestigingsmiddel.

Een reinigingswerktuig 3 dat is gevormd in de vorm van een schep of een lepel is beweegbaar door het gedeelte C van de buik van het pluimdier in en uit de buik voor het losmaken en verwijderen van inge-15 wanden en afvaldelen. Met het reinigingswerktuig 3 werkt een aftastmid-del samen dat beweegbaar is voor het aftasten van de lengte van het lichaam van het pluimdier voor het verschaffen van een zorgvuldige en intensieve reiniging.

Het aftastmiddel 4 is zodanig ingericht dat dit kan worden bewogen 20 in een eerste beweging langs het halseinde van het slachtdier in aan-grijping met het sleutelbeen (clavicle) D van het lichaam. Hiertoe is het aftastmiddel 4 door middel van een draaiende lagerring 4a geplaatst op een slede 4b die verplaatsbaar is langs een hefboom 5 die zwaaibaar is om een stilstaand lager 6 terwijl het van daaraf zich uitstrekt naar 25 het lichaam A van het pluimdier in de lengterichting van het lichaam en aan zijn vrije einde het vasthoudmiddel 7 draagt dat zodanig is ingericht dat dit door naar een benedenwaartse zwaaiing van de hefboom 5 in een vertikaal vlak de borst van het lichaam A omvat als het aftastmiddel een aftastbewerking uitvoert. Het vasthoudmiddel 7 is open aan het 30 einde daarvan dat ligt tegenover het lager 6 waardoor het aftastmiddel 4 naar voren kan worden bewogen in aangrijping met het sleutelbeen D van het lichaam.

De slede 4b is beweegbaar langs de hefboom 5 door middel van een geleiding 8 van de parallellogramsoort die door een draaiend lager 9 35 beweegbaar is opgehangen in een vertikaal vlak aan het ondereinde van een stijve hefboom 10 die hangt aan een stilstaand lager 11. De geleiding 8 bevat een losmaakbaar vergrendelingsmechanisme 12 in de vorm van twee armen 14 en 15 die zwaaibaar zijn om een gemeenschappelijke stilstaande as 13, terwijl beiden via spleten 14a en 15a in hun lengterich-40 ting met betrekking tot de as 13 verplaatsbaar zijn. De arm 14 is een 8220389 5 tuimelaar welke door het draaibare leger 9 is opgehangen in de hefboom 10 en aan zijn linker einde door middel van een draaibare lager 14b scharnierend is verbonden met een verbindingsarm 15b die aan zijn rechter einde via een lager 15c scharnierend is verbonden met de arm 15 en 5 aan zijn linker einde via een lager 15d scharnierend is verbonden met de slede 4b. De armen 14 en 15 kunnen worden vergrendeld in hun verplaatste positie door middel van een drukcilinder 16 welke een bevesti-gingsdruk uitoefent welke werkzaam is in de richting van de hartlijn van de as.

10 Het reinigingswerktuig 3 is geplaatst aan het einde van een twee- armige hefboom 17 welke ligt tegenover het deel C van het lichaam A en welke draaibaar is in een vertikaal vlak door middel van een lager 18 dat is opgehangen in het ondereinde van de stijve hefboom 19 die aan zijn boveneinde is opgehangen in een lager 20 aan een hefboom 21. Bo-15 vendien is de hefboom 17 door middel van een cilindereenheid 22 draaibaar om zijn lengte-as. Aan het linker einde van de hefboom 17 is een volgrol 23 geplaatst die in aangrijping staat met het bodemoppervlak van een rechte geleidingsbaan 14. Deze geleidingsbaan vormt één geheel met een blokkeemechanisme in de vorm van een uitgespaard deel 25 dat 20 in benedenwaartse richting open is. De hefboom 17 is draaibaar in een vertikaal vlak om het lager 18 door middel van een door fluïdum geregelde zuiger-cilinder-eenheid 26 die gedeeltelijk is verbonden met de hefboom 19 en gedeeltelijk met het linker einde van de hefboom 17.

De hefboom 21 is draaibaar in een vertikaal vlak om een stilstaand 25 lager 28 door middel van een door fluïdum geregelde zuiger-cilindereen-heid 29 die via een zuigerstang 29a is verbonden met een hulparm 29b van de hefboom 21. De arm 29b draagt een nokvolger 29c die door middel van de eenheid 29 beweegbaar is langs een geleidingsbaan 29d.

Tussen hun verbindingen 9 en 11 alsmede respectievelijk 18 en 20 30 zijn respectievelijk de hefbomen 10 en 19 scharnierend verbonden met een gemeenschappelijke bewegingsaggregaat in de vorm van een door fluïdum aangedreven zuiger-cilindereenheid 30 waarvan de zuiger 31 in de onderhavige uitvoeringsvorm via een stangoverbrenging 32 is verbonden met de hefboom 10 en waarvan de cilinder 33 via een verbindingsstaaf 34 35 en een stangoverbrenging 34 is verbonden met de hefboom 19. De eenheid 30 heeft een vooraf bepaalde slaglengte waarbinnen de zuiger 31 en de cilinder 33 ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn. Een aanslagstaaf 36 welke is bevestigd aan de verbindingsstaaf 34 en welke samenwerkt met een stilstaande aanslag 37 verschaft een voorzorgsmaatregel tegen 40 buitenmatige verplaatsing van de verbindingsstaaf welke tot gevolg zou 8220389 6 hebben dat de ingewanden aan het einde van de reinigingsbehandeling zouden worden gescheurd doordat deze ingewanden te ver zouden worden verwijderd.

Het aftastmiddel 4 is draaibaar om het lager 4a door middel van 5 een stilstaande zuiger-cilinder-eenheid 38.

De werking van de inrichting is als volgt:

De beginpositie in een reinigingsbewerking is die waarin het lichaam A van een pluimdier is geplaatst op de drager 1 waarbij de staartkop B is bevestigd in de band 2. De hefboom 19 wordt gedraaid 10 naar links zodat de volgrol 23 in aangrijping staat met de uitsparing 25 en daarin wordt vastgehouden door een geschikte blokkeerdruk vanaf de eenheid 26. Het vasthoudmiddel 7, het aftastmiddel 4 en het vergrendeling smechanisme 12 nemen de positie in weergegeven in figuur 1.

De cilindereenheid 22 heeft de hefboom 17 zodanig gedraaid dat het 15 reinigingswerktuig 3 vertikaal is gericht om te worden bewogen in het buikgedeelte C van het lichaam van het pluimdier.

De eenheid 30 wordt dan bediend. Omdat de beweging van de hefboom 19 is geblokkeerd door de volgrol 23 die rust in de uitsparing 25, wordt alleen de hefboom 10 bediend als de zuiger 31 door toevoer van 20 een drukfluïdum 39 naar links wordt getrokken waardoor aan de hefboom 10 een gedeeltelijke zwaaiing met de wijzers van het uurwerk mee wordt medegedeeld. Door middel van de geleiding 8 wordt de hefboom 5 naar beneden bewogen, en tegelijkertijd wordt het aftastmiddel 4 langs het halseinde van het lichaam van het pluimdier bewogen in de richting van 25 en in aangrijping met het sleutelbeen van het lichaam, waarbij het vasthoudmiddel 7 zodanig werkt dat dit de borst van het pluimdier omvat, terwijl de armen 14 en 15 van het vergrendelingsmechanisme 12 hun positie ten opzichte van elkaar wijzigen doordat zij worden verplaatst in de spleten 14a en 15a. De zuiger-cilindereenheid 38 werkt niet.

30 Als het aftastmiddel 4 in aangrijping staat met het sleutelbeen is de lengte van het betreffende lichaam van het pluimdier geometrisch vastgesteld. De drukcilinder 16 van het vergrendelingsmechanisme 12 wordt zodanig in werking gesteld dat de armen 14 en 15 alsmede de hefboom 10 worden vergrendeld. De zuigereenheid 38 wordt naar beneden be-35 wogen om het aftastmiddel 4 om het draaiend lager 4a op te lichten om de druk van het lichaam van het pluimdier op de te verwijderen ingewanden te verlichten of zelfs geheel weg te nemen. Voortgaande toevoer van drukfluïdum 39 naar de eenheid 30 heeft dan tot gevolg dat het cilin-derhuis 33 naar rechts wordt getrokken, waarbij de blokkeerdruk op de 40 volgrol 23 zodanig wordt ingesteld dat dan de rol uit de uitsparing los 8220389 ·? kan komen. De hefboom 19 wordt dan iets naar rechts gedraaid zodat de volgrol 23 eerst langs de geleidingsbaan 24 wordt bewogen en dan buiten aangrijping daarmee. Dan worden de eenheden 26 en 29 zodanig in werking gesteld dat de lagers 18 en 20 worden bewogen in banen weergegeven in 5 streeppuntlijnen 27a, 27b en het reinigingswerktuig 3 door zwaaiing, gedeeltelijk van de hefboom 17 en gedeeltelijk van de hefboom 19, in en uit het lichaam van het pluimdier wordt bewogen in een cirkelvormige beweging in een vertikaal vlak waarbij het geleidingswerktuig naar binnen en naar beneden toe wordt geleid zoals aangegeven door een streep-10 puntlijn 40, dat wil zeggen naar de rug van het lichaam van het pluimdier toe, waarbij de longen worden achtergelaten om later te worden verwijderd, en zorgvuldig onder de lever en de galblaas en dan in een verzamelende beweging naar boven toe naar de maagzijde en uit het lichaam waarbij de ingewanden enz. aan het werktuig 3 hangen. Daar de 15 slaglengte van de eenheid 33 van tevoren is bepaald en een deel van de slaglengte wordt gebruikt voor het voortbewegen van het aftastmiddel 4 naar het sleutelbeen van het lichaam van het pluimdier, is de diepte van het inbrengen van het werktuig 3 automatisch bepaald door de overblijvende slaglengte van de eenheid. Voor een kort lichaam van een 20 pluimdier wordt aldus een betrekkelijk groot deel van de slaglengte gebruikt voor het aftasten en dientengevolge een overeenkomstig klein deel voor het reinigen, terwijl voor een lang lichaam van een pluimdier een betrekkelijk klein deel van de slaglengte wordt gebruikt voor het aftasten terwijl automatisch op zijn beurt een overeenkomstig groot 25 deel van de slaglengte wordt gebruikt voor het reinigen van het betrekkelijk lange lichaam. Dit betekent dat de bewegingsbanen aangegeven door de lijnen 27a en 27b zullen variëren naargelang de afmeting van het lichaam van het pluimdier.

Nadat het werktuig 3 volledig in het lichaam van het pluimdier is 30 ingebracht wordt dit door de eenheden 26 en 29 op de beschreven wijze naar boven en naar buiten bewogen. De drukcilinder 16 wordt ontlast waardoor het vergrendelingsmechanisme 12 wordt losgemaakt. De hefboom 10 wordt tegen de wijzers van het uurwerk in teruggedraaid waardoor de arm 15 wordt verplaatst waardoor de bodem van de spleet 15a daarin in 35 aangrijping komt met de as 13 en maakt dat de hefboom 5 met het vast-houdmiddel 7 alsmede het aftastmiddel 4 wordt opgelicht door middel van de geleiding 8 naar hun beginpositie.

De beschreven inrichting is geschikt voor het gelijktijdig reinigen van een groep lichamen van pluimdieren, bijvoorbeeld acht lichamen 40 in een rij, waarbij een vasthoudmiddel 7, een aftastmiddel 4 en een 8220389 8 reinigingswerktuig 3 welke de genoemde bewerkingsmiddelen omvatten voor elk lichaam is aangebracht. Als de lichamen van het pluimgedierte zijn bevestigd op een drager in een vooraf bepaalde positie, bijvoorbeeld zoals hiervoor beschreven bij hun staartkoppen met gebruikmaking van 5 overeenkomstige, in een rij geplaatste banden, zullen de lichamen op verschillende wijze uitsteken naargelang hun individuele afmeting. De lichamen kunnen dan worden geïdentificeerd naagelang hun lengten en op de bovenbeschreven wijze worden gereinigd, waarbij de bewerkingsbewegingen verschaft door de eenheid 30 voor elk lichaam van een pluimdier 10 individueel kan zijn terwijl de bewerkingen verschaft door de eenheden 29 en 38 alsmede de vergrendelingsmechanismen 12 gemeenschappelijk kunnen worden geregeld voor de hele groep.

In het genoemde voorbeeld is ervan uitgegaan dat het draagmiddel voor de lichamen van de pluimdieren stilstaand is. De inrichting kan 15 echter ook zodanig zijn dat het aftastmiddel als een onderdeel van de aftasthandeling de lichamen tegen een aanslag verplaatst, waarna het reinigingswerktuig in werking wordt gesteld om de reinigingshandeling uit te voeren.

8220389

Claims (11)

1. Inrichting voor het automatisch reinigen van geslacht pluimvee, in het bijzonder braadkippen, welke inrichting een drager (1) bezit voor het ontvangen van een pluimdier, een bevestigingsmechanisme (2) 5 dat samenwerkt met de drager (1) voor het losmaakbaar bevestigen van het pluimdier in een vooraf bepaalde positie ten opzichte van de drager (1), een reinigingswerktuig (3) dat in en uit de buik van het lichaam van het pluimdier kan worden bewogen voor het losmaken en verwijderen van ingewanden en afvaldelen, en een beweegbaar aftastmiddel (4) dat 10 samenwerkt met het reinigingswerktuig (3) voor het vaststellen van de lengte van het lichaam, met het kenmerk, dat het aftastmiddel (4) zodanig is ingericht dat dit kan worden bewogen in een eerste beweging langs het halseinde van het lichaam in aangrijping met het sleutelbeen (clavicle) van het lichaam, terwijl het reinigingswerktuig (3) zodanig 15 is ingericht dat dit kan worden bewogen in een tweede beweging in het lichaam, terwijl de totale lengte van beide bewegingen een constante is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aftastmiddel (4) en het reinigingswerktuig (3) respectievelijk zijn ver- 20 bonden met een gemeenschappelijk aandrijfmiddel (30) dat zodanig is ingericht dat de genoemde eerste en de genoemde tweede beweging in serie respectievelijk wordt overgebracht naar het aftastmiddel (4) en het reinigingswerktuig (3).

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het aan-25 drijfmiddel (30) bestaat uit een door fluïdum aangedreven zuiger-cilin- der-eenheid met een vooraf bepaalde slaglengte waarbinnen de zuiger (31) en de cilinder (33) ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn, waarbij de zuiger (31) beweging-overbrengend is verbonden met het aftastmiddel (4) of het reinigingswerktuig (3), terwijl de cilinder (33) be-30 weging-overbrengend is verbonden met respectievelijk het reinigingswerktuig (3) of het aftastmiddel (4).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het aftastmiddel (4) en het reinigingswerktuig (3) draaibaar scharnierend in een vertikaal vlak zijn verbonden met een einde van een vertikaal en 35 stijf hangmiddel (10 en 19) dat aan zijn andere einde draaiend is opgehangen, terwijl de door fluïdum aangedreven zuiger-cilinder-eenheid (30) zodanig is geplaatst dat de zuiger (31) van de eenheid scharnierend is verbonden met een, en de cilinder (33) van de eenheid scharnierend is verbonden met het andere hangmiddel (10 en 19) in plaatsen tus-40 sen de hiervoor genoemde verbindingen (19, 11 of 18, 20). 8220389 V r

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aftastmiddel (4) is verbonden met een losmaakbaar ver-grendelingsmechanisme (12) dat is ingericht voor het vasthouden van het aftastmiddel (4) in aangrijping met het sleutelbeen van het lichaam.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat het bevestigingsmechanisme een vasthoudmiddel (7) bevat voor het losmaakbaar vasthouden van het lichaam van een pluimdier in een vooraf bepaalde positie en voor het omvatten van de borst van het lichaam, waarbij het vasthoudmiddel (7) is verbonden met een losmaakbaar 10 vergrendelingsmechanisme (12).

7. Inrichting volgens conclusies 5 en 6, met het kenmerk, dat het vergrendelingsmechanisme (12) een gemeenschappelijk middel is voor het aftastmiddel (4) en het vasthoudmiddel (7), terwijl het aftastmiddel (4) zodanig is ingericht dat dit kan bewegen vanuit de aangegrepen po- 15 sitie zonder losmaking van het vergrendelingsmechanisme (12).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reinigingswerktuig (3) is verbonden met een losmaakbaar blokkeermechanisme (25) dat is bestemd voor het blokkeren van de beweging van het werktuig (3) totdat de genoemde eerste beweging van het 20 aftastmiddel (4) is beëindigd.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beweging van het reinigingswerktuig (3) door een nok wordt geleid (29c, 29d) waardoor deze beweging plaats vindt in een cirkelvormige beweging in een vertikaal vlak naar binnen toe en naar beneden toe 25 en dan naar boven toe en naar buiten toe.

10. Inrichting volgens conclusies 8 en 9, met het kenmerk, dat het blokkeermechanisme (25) één geheel vormt met een deel (24) van de ge-leidingsbaan.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, geschikt 30 voor het gemeenschappelijk reinigen van een groep lichamen van pluim- dieren en welke een aftastmiddel (4) en een reinigingsmiddel (3) voor elk lichaam verschaft, met het kenmerk, dat elke groep organen: gelei-dingsbanen (29c, 29d) van de reinigingswerktuigen, het vergrendelingsmechanisme (12) van het aftastmiddel (4) en het vasthoudmiddel (7) en 35 een eenheid (38) voor het verwijderen van het aftastmiddel (4) voor de lichamen, zijn ingericht voor gemeenschappelijke bewerkingsbewegingen. ******** 8220389