NL8220097A

NL8220097A - Inrichting voor het vervaardigen van omhulde voedingproducten.

Info

Publication number: NL8220097A
Application number: NL8220097A
Authority: NL
Original assignee: Rheon Automatic Machinery Co
Priority date: 1981-04-02
Filing date: 1982-04-02
Publication date: 1983-02-01
Also published as: GB2114932A; EP0079384A4; KR830009723A; GB2114932B; JPS5916742B2; US4482310A; CA1192789A; EP0079384A1; JPS57163443A; WO1982003313A1

Description

8 950007 INRICHTING VDOR HET VERVMKDIGEN VAN OMHULDE VOEDINGPRODUCTEN Technisch gebied

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een t inrichting voor het vervaardigen van voedingproducten, zoals deegballen of-strengen,picknickeieren,Mckemi jen enz., waarbij kemmaterialen om-5 huld worden met korstmaterialen. De korstmaterialen, die bij de onderhavige uitvinding warden gebruikt, kunnen al dan niet visceus zijn.

Voor wat betreft de kemmaterialen kunnen allerlei voedingmaterialen warden verwerkt in de onderhavige inrichting zo lang als zij plastisch .en zijn/door een pijp kunnen warden geleid.

10 Achtergrond techniek

De gdaruikelijke inrichting omvat dubbele cilinders die verticaal en concentrisch warden aangebracht en bestaan uit een binnenste cilinder, die het uit het ondereinde daarvan afvoeren van de kemmaterialen veroorlooft, en een buitenste cilinder, die het trans-15 porteren van de korstmaterialen door een tussen de binnenste en buitenste cilinders gevormde doorgang en het afvoeren daarvan uit een door de ondereinden van de binnenste en buitenste cilinders gevormde rond-lopende uitlaat veroorlooft.

Sluiters zijn gescheiden van de cilinders of door-20 gangen voor materialen aangebracht om zodoende periodiek te openen en te sluiten synchroon met elkaar en de snelheid van de vallende materialen die continu uit de cilinders warden toegevoerd zodat de materialen kunnen warden verdeeld in gescheiden massa's en tegelijkertijd de massa's kunnen warden gevormd tot in hoofdzaak bolvormige voedingmate-25 rialen overeerikomstig aan die welke door de inrichting volgens de onderhavige uitvinding warden vervaardigd.

Deze vroegere inrichting heeft echter een zeer inge-wikkelde constructie, daar de sluiter gescheiden van de cilinders zijn aangebracht. Ook is bij de vroegere inrichting vereist dat meel wardt 30 toegevoerd aan de buitenste korstmaterialen terwijl zij in contact zijn met de sluiters, daar het korstmateriaal zich anders aan de sluiters zou hechten, zodat producten van goed voorkomen niet qp doeltreffende wijze zouden kunnen warden verkregen.

8220097 2

Een oogmerk van de onderhavige uitvinding is om de in het voorgaande vermelde moeilijkheden van de vroegere inrichting qp te lossen, en om te voorzien in een inrichting die een eenvoudige constructie heeft.

5 Vereenvoudiging van de inrichting kan warden bereikt, anders dan bij de vroegere inrichting, door het in het algemeen hori-zontaal aanbrengen van zowal het buitenste cilindrische stelsel als het binnenste cilindrische stelsel, en het verschaffen van uitlaat-openingen voor het afvoeren van de korst- en kemmaterialen ter plaatse 10 van de rcsnpgedeelten van respectievelijk de buitenste en binnenste stelsels, onder het achterwege laten van onafhankelijke sluiters.

Een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een voedingmateriaalvervaardigingsinrichting met een zodanige constructie dat deze de synchronisatie van sluiters met 15 c Hinders vereenvoudigt.

Een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is om te voorzien in een voedingmateriaalvervaardigingsinrichting voor het produceren van omhulde voedingmaterialen van goed voorkomen zonder toepassing van meel, ongeacht de soort van korstmaterialen.

20 Qnthulling van de uitvinding

Volgens de onderhavige uitvinding is voorzien in een inrichting voor het vervaardigen van voedingproducten, waarbij kemmaterialen worden omhuld met korstmaterialen, bestaande uit een buitenste cilindrisch stelsel en een binnenste cilindrisch stelsel, vaarbij 25 elk stelsel een in hoofdzaak horizontale as heeft, met het binnenste stelsel aangebracht in het buitenste stelsel, voorts bestaande uit een rondlopende doorgang voor korstmaterialen, die tussen de tegenover-gestelde oppervlakken van cilindrische rompgedeelten van de buitenste en binnenste stelsels wordt gevormd, vaarbij elk stelsel bestaat uit 30 een buitenbuis en een binnenbuis, welke buizen zo worden aangebracht dat de eerste tegen de laatste aanligt en zij cyclisch in de tegen-gestelde richtingen om hun gemeenschappelijke as kunnen roteren, de buiten- en binnenbuizen van het genoemde buitenste stelsel ter plaatse van de respectieve rompgedeelten daarvan zijn voorzien van inlaat- en 35 uitlaatopeningen voor de korstmaterialen, de twee uitlaatopeningen er 8220097 3 op berekend zijn am met elkaar samen te werken, terwijl de buiten- en binnenbuizen daarvan roteren, am zodoende periodiek een open positie in te nemen, vaar de openingen zijn uitgericht am het korstmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten positie, vaar de stroom van 5 het korstmateriaal daardoor wordt onderbroken, de buiten- en binnenbuizen van het genoemde binnenste stelsel ter plaatse van de respec-tieve rompgedeelten daarvan zijn voorzien van uitlaatopeningen voor het kemmateriaal, de twee uitlaatopeningen er op berekend zijn om met elkaar samen te werken, terwijl de buiten- en binnenbuizen daar-10 van roteren, om zodoende periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht an het kemmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroom van het kemmateriaal daardoor wordt onderbroken, de uitlaatopeningen in de genoemde buitenste en binnenste stelsels in uitgericht verband met 15 elkaar zijn aangebracht, en de genoemde open en gesloten posities van de uitlaatopeningen in respectievelijk de genoemde buitenste en binnenste stelsels synchroon worden ingenomen.

Het is hoogst verkieslijk dat de twee inlaatopenin-gen in het genoemde buitenste stelsel er op berekend zijn on met 20 elkaar samen te werken, terwijl de buiten- en binnenbuizen daarvan roteren, om zodoende periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht om het korstmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroming van het korstmateriaal daardoor wordt onderbroken, waarbij de genoemde open en gesloten 25 posities van de inlaatopeningen daarin synchroon worden ingenomen met die van de uitlaatopeningen daarin.

Bij voorkeur worden de genoemde inlaat- en uitlaatopeningen in het genoemde buitenste stelsel respectievelijk ter plaatse van de bovenste en onderste delen van het rompgedeelte van 30 het genoemde buitenste stelsel aangebracht, waarbij het genoemde binnenste stelsel ten opzichte van het genoemde buitenste stelsel is verschoven am zich zodoende dicht bij de uitlaatopeningen in het genoemde buitenste stelsel te bevinden, waardoor de ruimte tussen de genoemde uitlaatopeningen in de genoemde binnenste en buitenste stel-35 sels tot een gewenste afstand kan worden begrensd.

8220097 4

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding is voorzien in een inrichting voor het vervaardigen van bolvormige voedingproducten, bestaande uit een cilindrisch stelsel, dat een in hoofdzaak horizontale as heeft, waarbij dit stelsel bestaat uit een 5 buiteribuis en een binnenbuis, welke buizen zo zijn aangebracht dat de eerste tegen de laatste aanligt en zij cilindrisch kunnen roteren in de tegengestelde richtingen om hun gemeenschappelijke as, waarbij de buiten- en binnenbuizen van het genoemde stelsel ter plaatse van de respectieve rompgedeelten daarvan zijn voorzien van uitlaatopeningen 10 voor een voedingmateriaal, die er op berekend zijn am met elkaar samen te werken, terwijl de buizen daarvan roteren, am zodoende een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht am het voedingmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroom van het voedingmateriaal daardoor wordt onderbroken.

15 Korte beschrijving van de tekeningen

Fig. 1 is een verticale doorsnede van een inrichting. volgens de onderhavige uitvinding langs de langsas daarvan beschouwd; fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de inrichting langs de verticale hartlijn van een rondlopende doorgang voor korstmaterialen 20 beschouwd; fig. 3 is een gedeeltelijk weggebroken afbeelding in perspectief van de buitenste en binnenste stelsels van de onderkanten daarvan gezien; fig. 4 is een voor de toelichting bedoelde tekening 25 voor het weergegeven van een drijfwerkmechanisme, dat tegelijkertijd de buiten- en binnenbuizen van een binnenste cilindrisch stelsel in de tegengestelde richtingen ten opzichte van elkaar roteert; en fig. 5 is een voor de toelichting bedoelde tekening van een krachtoverbrengingsmechanisme voor het aandrijven van de buiten-30 en binnenbuizen van elk van de buitenste en binnenste stelsels.

Beste wijze van ten uitvoer brengen van de uitvinding

Opdat men zich een duidelijker begrip van de uitvinding kan vormen, wordt de volgende beschrijving alleen bij wijze van voorbeeld gegeven aan de hand van de bijgaande tekeningen.

35 Zoals in fig. 1, 2 en 3 is weergegeven, cravat de 8220097 5 inrichting volgens de onderhavige uitvinding een buitenste cilin-drisch stelsel (11) en een binnenste cilindrisch stelsel (12) die beide op een gestel (13) zijn gemonteerd, waarbij elk van deze stelsels een horizontale as heeft in evenwijdig verband met elkaar 5 Het buitenste cilindrische stelsel (11) bestaat uit een buitenbuis (1) en een binnenbuis (2), waarbij het binnen-oppervlak van de buitenbuis (1) en het buitenoppervlak van de binnenbuis (2) zo warden aangebracht dat deze tegen elkaar aan liggen. Beide buizen (1), (2) hebben inwendige tandkranzen (11), 10 (2'), zoals waergegeven in de rechter einden van de buizen in fig. 1, die als een geheel zijn gevormd langs respectieve binnenoppervlakken van de buizen. De buiten- en de binneribuizen (1), (2) warden er toe gebracht am tegelijkertijd te roteren in de tegengestelde richtingen cm hun gemeenschappelijke as. Aangrenzend aan de linker einden 15 in fig. 1 beschouwd en ongeveer tegenovergestelde gedeelten van de rompgedeelten van de buiten- en de binnenbuizen (1), (2), zijn de buizen gevormd met korstmateriaalinlaatopeningen (3) resp. (5), die elk een elliptische vormgeving hebben, welke in zijdelingse richting lang is ten opzichte van de as van de buis, en korstmateriaaluit-20 laatopeningen (4) resp. (6) van in het algemeen ronde vormgeving.

De genoemde inlaatopeningen (3), (5) en de genoemde uitlaatopeningen (4), (6) zijn er op berekend om met elkaar samen te wsrken om zodoen-de periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht am het korstmateriaal daardoor te laten gaan, en een ge-25 sloten positie, waar de strocrn van het korstmateriaal daardoor wordt onderbroken, terwijl de buitenbuis (1) en de binnenbuis (2) roteren.

Op overeenkomstige wijze bestaan het buitenste stelsel (11) en het binnenste stelsel (12) uit een buitenbuis (7) en een binnenbuis (9), waarbij het binnenoppervlak van de buitenbuis 30 (7) en het buitenoppervlak van de binnenbuis (9) zo zijn aangebracht dat deze tegen elkaar aan liggen. Beide buizen (7), (9) hebben inwendige tandkransen (7'), (9'), zoals weergegeven in de rechter einden van de buizen in fig. 1, die als een geheel zijn gevormd langs respectieve binnenoppervlakken van de buizen. De buiten- en de 35 binnenbuizen (7), (9) warden er toe gebracht an tegelijkertijd te 8220097 6 roteren in de tegengestelde richtingen am hun gerneenschappelijke as. Mngrenzend aan de linker einden in fig. 1 beschouwd, zijn de rarnp-gedeelten van de buiteribuis (7) en de binnenbuis (9) gevormd met de kemmateriaaluitlaatopeningen (8) resp. (10). De genoemde uitlaat-5 openingen (8), (10) zijn er op berekend om met elkaar samen te werken am zodoende periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht om het kemmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroom van het kemmateriaal daardoor wordt onderbroken, terwijl de buitenbuis (7) en de binnenbuis (9) roteren.

10 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding is voorzien van een ingang (14) voor korstmaterialen (34), die naar in-laatopeningen (3), (5) voor korstmaterialen in het buitenste cilindrische stelsel (11) voeren, een ingang (15) voor kemmaterialen (35) ter plaatse van een zij-einde van het binnenste cilindrische stelsel (12), 15 en een afvoergat (16) voor de producten, die uiteindelijk moeten warden gevormd tot een ongeveer bolvormig model, onder de uitlaatopeningen (4), (6) voor korstmaterialen in het buitenste cilindrische stelsel (11). De ingang (15) staat in verbinding met de uitlaatopeningen (8), (10) voor kemmaterialen in het binnenste cilindrische stelsel (12), 20 en een rondlopende doorgang (17) van de korstmaterialen (34) wordt begrensd door het buitenste cilindrische stelsel (11), het binnenste cilindrische stelsel (12) en het gestel (13).

In fig. 4, waarin een aandrijfmechanisme van de buitenbuis (7) en de binnenbuis (9) in het binnenste cilindrische stelsel 25 (12) is voorgesteld, zijn een rondsel (18) en een rondsel (19) in ingrijping met respectievelijk een inwendige tandkrans (7') en een inwsndige tandkrans (9'), terwijl de rondsels (18) en (19) in ingrijping zijn met elkaar.

Zoals in fig. 1 is weergegeven, is een as (20) van 30 het rondsel (19) bevestigd aan een rondsel (21) aan een einde daarvan. Zoals duidelijk in fig. 1 en 5 is weergegeven, is het rondsel (21) in ingrijping met een heugel (22), en is een pen (221), die aan een einde van de heugel (22) is bevestigd, verkzaam verbonden door een verbin-dingsas (25) aan een krukpen (24) die aan een krukasdrijfwerk (23) is 35 bevestigd ter plaatse van het omtreksgedeelte daarvan. Het krukas- 8220097 7 drijfwerk (23) is in ingrijping met een krachtdrijfwerk (26), een as (40) van welk drijfwerk (26) in een vaste richting wordt gero-teerd door een motor (44) via een riemschijforgaan (42).

Het zal gemakkelijk worden begrepen uit de voor-5 gaande beschrijving dat de heugel (22) heen en veer wordt bewogen om zodoende periodiek de buitenbuis (7) en binnenbuis (9) van het binnenste cilindrische stelsel (12) in de tegengestelde richtingen ten qpzichte van elkaar te bewegen, zodat de uitlaatopeningen (8) en (10) met elkaar samenwerken am zodoende periodiek een open posi-10 tie en een gesloten positie in te nemen.

Zoals in fig. 5 is weergegeven, is het krachtdrijfwerk (26) in ingrijping met een ander krukasdrijfwerk (27), en kan een heugel (30) heen en weer worden bewogen door tussenkamst van een krukpen (28) en een verbindingsas (29) op dezelfde wijze als 15 in het voorgaande vermeld. De heugel (30) is in ingrijping met een rondsel (31), en een rondsel (32), dat aan een einde van de as van het rondsel (31) is bevestigd, is in ingrijping met een rondsel (33) (fig. 2 en 5). Zoals in fig. 1 is weergegeven, is het rondsel (33) in ingrijping met het invendige drijfwerk O') van de buitenbuis 20 (1) van het buitenste cilindrische stelsel (11). Het rondsel (32) is in ingrijping met de inwendige tandkrans (2') van de binnenbuis (2) van het buitenste cilindrische stelsel (11) (niet weergegeven).

Het zal gemakkelijk worden begrepen uit de voorgaande beschrijving dat de heugel (30) heen en weer wordt bewogen 25 om zodoende periodiek de buitenbuis (1) en binnenbuis (2) van het buitenste cilindrische stelsel (11) in de tegengestelde richtingen ten opzichte van elkaar te bewegen, zodat de inlaatopeningen (3) en (5) en de uitlaatopeningen (4) resp. (6) met elkaar samenwerken om zodoende periodiek een open positie en een gesloten positie in 30 te nemen, waarbij deze verrichtingen van de inlaat- en uitlaatopeningen synchroon worden uitgevoerd.

Bij de werking wordt het kemmateriaal (35) onder druk vanaf de zij - ingang (15) van het binnenste cilindrische stelsel (12) aan de inrichting toegevoerd door middel van een schroef of 35 dergelijke; door de uitlaatopeningen (8), (10) van het binnenste 8220097 * 8 cilindrische stelsel (12), het onderste gedeelte van de rondlopende doorgang (17) en de uitlaatopeningen (4), (6) van het buitenste cilindrische stelsel (11) gevoerd; en dan uit de onderhavige inrich-ting gedrukt door het afvoergat (16). Daar de uitlaatopeningen (8), 5 (10) er op berekend zijn an net elkaar samen te warken om zodoende periodiek de open positie in te nemen, waar het kemmateriaal daar-door kan gaan, en de gesloten positie, waar het daardoor gaan van het kemmateriaal wordt tegengegaan, zoals reeds in het voorgaande is vermeld, wordt wanneer het kemmateriaal (35) door de uitlaatopeningen 10 (8), (10) wordt gevoerd het gesneden om afzonderlijke massa's van een bepaalde omvang te vormen door de beweging van de uitlaatopeningen (8), (10).

Het korstmateriaal (34) wordt continu onder druk op het bovenste gedeelte van het buitenste cilindrische stelsel (11) 15 toegevoerd door de ingang (14) door middel van een geschikte pers-inrichting; door de inlaatopeningen (3), (5) in het buitenste cilindrische stelsel (11) gevoerd; naar beneden de rondlopende doorgang (17) daarlangs voortbewogen; door de uitlaatopeningen (4), (6) gevoerd; en dan uit de onderhavige inrichting gedrukt door het 20 afvoergat (16). Daar de uitlaatopeningen (4), (6) er op berekend zijn om met elkaar samen te wsrken om zodoende periodiek de open positie in te nemen, waar het korstmateriaal daardoor kan gaan, en de gesloten positie, waar het daardoor gaan van het korstmateriaal wordt tegengegaan, zoals reeds in het voorgaande is vermeld, wordt wanneer 25 het korstmateriaal (34) door de uitlaatopeningen (4), (6) wordt gevoerd het gesneden tot afzonderlijke stukken van een bepaald volume door de beweging van de uitlaatopeningen (4), (6).

Specifiek bevindt, wanneer de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste stelsel (11) en de uitlaatopeningen (8), (10) 30 in het binnenste stelsel (12) zich beide in de gesloten positie be-vinden, het voorloopgedeelte van het korstmateriaal (34) dat continu onder druk wordt toegevoerd door de ingang (14) voor het korstmateriaal, zich ter plaatse van een gedeelte van de rondlopende doorgang (17) tussen de uitlaatopeningen (4), (6) en (8), (10), terwijl het voor-35 loopgedeelte van het kemmateriaal (34), dat continu onder druk wordt 8220097 9 toegevoerd door de ingang (15) voor het kemmateriaal, zich aan de gesloten uitlaatopeningen (8), (10) bevindt. Hierqp kan, wanneer de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste cilindrische stelsel (11) er toe warden gebracht an de open positie in te nemen, het voorloop-5 gedeelte van het korstxnateriaal (34), dat naar het genoemde rondlopende doorgangsgedeelte is voortbewogen, door de uitlaatopeningen (4), (6) gaan.

Vervolgens kan, wanneer de uitlaatopeningen (8), (10) in het binnenste cilindrische stelsel (12) er toe warden gebracht om 10 de open positie in te nemen, het voorloopgedeelte van het kemmateriaal (34), dat op de uitlaatopeningen (8), (10) is voortbewagen, door niet alleen de uitlaatopeningen (8), (10) maar ook de uitlaatopeningen (4), (6) gaan, en beweegt het op het centrale deel van het voorloopgedeelte van het korstmateriaal.

15 Daama zal, wanneer de uitlaatopeningen (8), (10) in het binnenste cilindrische stelsel (12) er toe warden gebracht om de gesloten positie in te nemen an het kemmateriaal te snijden am het een afzanderlijke massa te laten vormen, terwijl de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste cilindrische stelsel (11) zich nog in de 20 open positie bevinden, een gedeelte van het korstmateriaal het bovenste gebied van het gesneden kemmateriaal bedekken, waardoor het korstmateriaal het kemmateriaal volledig daarin omhult.

Tenslotte wardt, wanneer de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste cilindrische stelsel (11) er toe gebracht warden am 25 de gesloten positie in te nemen nadat een hoofdzakelijk gedeelte van het omhulde materiaal van de openingen (4), (6) vrijgekomen is, een gedeelte van het korstmateriaal, dat nu het bovenste gebied van het kemmateriaal bedekt, van het resterende gedeelte gescheiden, waardoor het in het algemeen bolvormige product (A), dat in fig. 1 is 30 weergegeven, wardt gevormd en zakt en door het afvoergat (16) gaat.

Wanneer het bovenste gebied van het product geleide-lijk wardt gevormd door het korstmateriaal, naderen de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste stelsel (11) de gesloten positie daarvan, waarbij een ruimte door de uitlaatopeningen (4), (6) wardt begrensd, 35 welke ruimte het korstmateriaal daardoor laat gaan, onder het geleide- 8220097 > 10 lijk terugbrengen daarvan. In het algemeen gaat een fluidum onder constante druk met een grotere strcmingssnelheid door een gat als het gat nauwer wordt. Derhalve zou, wanneer de in het voorgaande vermelde ruimte wordt teruggebracht zoals in het voorgaande is vermeld, indien 5 een gedeelte van het korstmateriaal dat aangrenzend aan de terugge-brachte ruimte optreedt, werd onderworpen aan een constante druk, de snelheid van het korstmateriaal, dat door de teruggebrachte ruimte moet warden gevoerd, toenemen, en zou derhalve een gedeelte van het korstmateriaal ter plaatse van het bovenste gebied van het product (A) 10 een neiging hebben om overmatig dik te warden in vergelijking met de dikte van het resterende korstmateriaal van het product, zodat een product, dat een gelijkmatige dikte van het korstmateriaal heeft, niet zou kunnen warden verkregen.

Qm dit te vermijden, is het wenselijk dat de inlaat-15 openingen (3), (5) er op berekend zijn om op hetzelfde tijdstip te warden gesloten dat de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste stelsel (11) warden gesloten. Op dat tijdstip wordt de druk, waaraan het korstmateriaal wordt onderworpen, geleidelijk teruggebracht als het korstmateriaal van de inlaatopeningen (3), (5) door de rondlopende 20 doorgang (17) naar de uitlaatopeningen (4), (6) voortbeweegt. Bijge-volg kan de stromingssnelheid, en derhalve de mate, waarin het korstmateriaal door de uitlaatopeningen (4), (6) wordt gevoerd, warden teruggebracht, waardoor het te dik warden van het korstmateriaal ter plaatse van het bovenste gebied van het product (A) kan warden tegengegaan.

25 Bij de in het voorgaande beschreven uitvoering van de onderhavige uitvinding werden de uitlaatopeningen (4), (6) in het buitenste stelsel (11) en de uitlaatopeningen (8), (9) in het binnenste stelsel (12) beschreven als in de volgende volgorde te werken: 1. uitlaatopeningen (4), (6) warden geopend 30 2. uitlaatopeningen (8), (9) warden geopend 3. uitlaatopeningen (8), (9) warden gesloten 4. uitlaatopeningen (4), (6) warden gesloten

Werkingsfasen 1 en 2 van de uitlaatopeningen (4), (6) en (8), (9) kunnen echter warden omgekeerd. Ook kunnen de verrichtings-35 fasen 1 en 2 op hetzelfde tijdstip warden uitgevoerd.

8220097 % 11

Zeals duidelijk in fig. 1 en 2 is weergegeven, ver-dient het de voorkeur dat de assen van het buitenste cilinderische stelsel (11) en het binnenste cilindrische stelsel (12) warden ver-schoven ten opzichte van elkaar zodat de uitlaatopeningen (4), (6) 5 in het buitenste stelsel (11) zich een bepaalde af stand van de uitlaatopeningen (8), (10) in het binnenste stelsel (12) af bevinden, waardoor het korstmateriaal, dat het eerst door de uitlaatopeningen (4), (6) wardt gevoerd, uitgedrukt kan worden als een betrekkelijk dunne laag van korstmateriaal.

10 Ook bij de onderhavige uitvinding zal het zonder meer warden begrepen dat ingeval voedingmaterialen alleen door de ingang (15) in de inrichting warden toegevoerd, zonder dat voedingmaterialen door de ingang (14) warden toegevoerd, het binnenste stelsel (12) op doeltreffende wijze werken en de voedingmaterialen 15 uit het afvoergat (16) afvoeren zal, door verplaatsing van de buiten-en binnenbuizen (7), (9), in de vorm van bolvormige voedingproducten zonder enige korstmaterialen.

Ingeval dergelijke voedingmaterialen zonder korstmaterialen moeten warden geproduceerd, zal het zonder meer worden 20 begrepen dat de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zou kunnen warden geconstrueerd, met onderdelen van de inrichting van de in het voorgaande beschreven uitvoering, behalve de ingang (14) voor korstmaterialen (34), het buitenste stelsel (11), en de daarmee samenwarkende drij fwerkorganen voor het aandrijven van de buiten-25 en binnenbuizen (1), (2) van het buitenste stelsel , ofschoon hier geen tekeningen warden verstrekt.

8220097

Claims

1. Inrichting voor het vervaardigen van voedingproduc-ten, waarbij kemmaterialen warden cmhuld met korstmaterialen, bestaan-de uit een buitenste cilindrisch stelsel en een binnenste cilindrisch stelsel, waarbij elk stelsel een in hoofdzaak horizontale as heeft, 5 met het binnenste stelsel aangebracht in het buitenste stelsel, voorts bestaande uit een rondlopende doorgang voor korstmaterialen, die tussen de tegenovergestelde oppervlakken van cilindrische ronpgedeel-ten van de buitenste en binnenste stelsels wordt gevormd, waarbij elk stelsel bestaat uit een buitenbuis en een binnenbuis, welke buizen zo 10 warden aangebracht dat de eerste tegen de laatste aanligt en zij cyclisch in de tegengestelde richtingen om hun gemeenschappelijke as kunnen roteren, de buiten- en binnenbuizen van het genoemde buitenste stelsel ter plaatse van de respectieve rorapgedeelten daarvan zijn voorzien van inlaat- en uitlaatopeningen voor de korstmaterialen, de 15 twee uitlaatopeningen er op berekend zijn om met elkaar samen te werken, terwijl de buiten- en binnenbuizen daarvan roteren, om zo-doende periodiek een open positie in te nemen, waar de open ingen zijn uitgericht om het korstmateriaal daardoor te laten gaan, en een geslo-ten positie, waar de stroom van het korstmateriaal daardoor wordt 20 onderbroken, de buiten- en binnenbuizen van het genoemde binnenste stelsel ter plaatse van de respectieve ronpgedeelten daarvan zijn voorzien van uitlaatopeningen voor het kemmateriaal, de twee uitlaatopeningen er op berekend zijn cm met elkaar samen te warken, terwijl de buiten- en binnenbuizen daarvan roteren, cm zodoende 25 periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht cm het kemmateriaal daardoor de laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroom van het kemmateriaal daardoor wordt onderbroken, de uitlaatopeningen in de genoemde buitenste en binnenste stelsels in uitgericht verband met elkaar zijn aangebracht, en de 30 genoemde open en gesloten posities van de uitlaatopeningen in respec-tievelijk de genoemde buitenste en binnenste stelsels synchroon worden ingenomen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, qekenmerkt doordat de twee inlaatopeningen in het genoemde buitenste stelsel er op bere- 8220097 >4 13 kend zijn om met elkaar samen te wsrken, terwijl de buiten- en binnen-buizen daarvan roteren, cm zodoende periodiek een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht om het korstmateriaal daar-door te laten gaan, en een gesloten positie, waar de stroming van 5 het korstmateriaal daardoor wordt onderbroken, welke open en gesloten posities van de inlaatopeningen daarin sychroon warden ingenomen met die van de uitlaatopeningen daarin.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de genoemde inlaat- en uitlaatopeningen in het genoemde 10 buitenste stelsel respectievelijk ter plaatse van de bovenste en onderste delen van het rompgedeelte van het genoemde buitenste stelsel zijn aangebracht, waarbij het genoemde binnenste stelsel is ver-schoven ten opzichte van het genoemde buitenste stelsel cm zich zodoende dicht bij de uitlaatopeningen in het genoemde buitenste stel-15 sel te bevinden, waardoor de ruimte tussen de genoemde uitlaatopeningen in de genoemde binnenste en buitenste stelsels tot een gewenste af stand kunnen warden begrensd.

4. Inrichting voor het vervaardigen van bolvormige voedingproducten, bestaande uit een cilindrisch stelsel, dat een in 20 hoofdzaak horizontale as heeft, waarbij dit stelsel bestaat uit een buitenbuis en een binnenbuis, weIke buizen zo zijn aangebracht dat de eerste tegen de laatste aanligt en zij cilindrisch kunnen roteren in de tegengestelde richtingen om hun gemeenschappelijke as, waarbij de buiten- en binnenbuizen van het genoemde stelsel ter plaatse 25 van de respectieve rompgedeelten daarvan zijn voorzien van uitlaatopeningen voor een voedingmateriaal, die er op berekend zijn cm met elkaar samen te werken, terwijl de buizen daarvan roteren, am zodoende een open positie in te nemen, waar de openingen zijn uitgericht cm het voedingmateriaal daardoor te laten gaan, en een gesloten 30 positie, waar de stroom van het voedingmateriaal daardoor wordt onderbroken. 8220067