NL8204875A - TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES. - Google Patents

TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES. Download PDF

Info

Publication number
NL8204875A
NL8204875A NL8204875A NL8204875A NL8204875A NL 8204875 A NL8204875 A NL 8204875A NL 8204875 A NL8204875 A NL 8204875A NL 8204875 A NL8204875 A NL 8204875A NL 8204875 A NL8204875 A NL 8204875A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
wheels
tractor according
roller
rear wheels
Prior art date
Application number
NL8204875A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Texas Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texas Industries Inc filed Critical Texas Industries Inc
Priority to NL8204875A priority Critical patent/NL8204875A/en
Priority to GB08332885A priority patent/GB2132145B/en
Priority to DE19833345317 priority patent/DE3345317A1/en
Priority to FR8320110A priority patent/FR2537938B1/en
Priority to IT24229/83A priority patent/IT1168742B/en
Publication of NL8204875A publication Critical patent/NL8204875A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D61/00Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern
    • B62D61/10Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern with more than four wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K17/00Arrangement or mounting of transmissions in vehicles
    • B60K17/04Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location, or kind of gearing
    • B60K17/16Arrangement or mounting of transmissions in vehicles characterised by arrangement, location, or kind of gearing of differential gearing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/002Tractors characterised by being of the low ground pressure type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices

Description

> Kr '*> Kr '*

Texas Industries Inc., Willemstad, Cura9ao.Texas Industries Inc., Willemstad, Cura9ao.

"Trekker voor landbouwdoeleinden""Tractor for agricultural purposes"

De uitvinding heeft betrekking op een trekker of dergelijk voertuig bestemd voor landbouwdoeleinden met voor-en achterwielen.The invention relates to a tractor or the like vehicle intended for agricultural purposes with front and rear wheels.

Bij trekkers met, gerekend in de rijrichting, achter 5 elkaar opgestelde aandrijfbare wielen treedt veelal het nadeel op dat tijdens het rijden van scherpe bochten een ongelijkmatige wielaandrijving optreedt die leidt tot bederf van de grondstructuur.In tractors with, in the direction of travel, drivable wheels arranged one behind the other, the drawback often occurs that an uneven wheel drive occurs when driving sharp bends, which leads to deterioration of the soil structure.

Volgens de uitvinding is, gezien in zijaanzicht, 10 tussen een voorwielas en een achteras zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde van de trekker een differen-tieelaandrijving aangebracht.According to the invention, viewed in side view, a differential drive is arranged between a front wheel axle and a rear axle both on the left and on the right side of the tractor.

De uitvinding zal worden uiteengezet aan de hand van de volgende figuren : - 15 Figuur 1 is een zijaanzicht van een trekker volgens de uitvinding.The invention will be explained with reference to the following figures: Figure 1 is a side view of a tractor according to the invention.

Figuur 2 is een bovenaanzicht van de trekker volgens figuur 1.volgens de pijl II, waarbij een trekkercabine duidelijkheidshalve is weggelaten.Figure 2 is a plan view of the tractor of Figure 1 according to arrow II, with a tractor cabin omitted for clarity.

20 Figuur 3 is een vooraanzicht van de trekker volgens de pijl III in figuur 1.Figure 3 is a front view of the tractor according to the arrow III in Figure 1.

Figuur 4 is een bovenaanzicht van het gestel van de trekker volgens de· lijnen IV - IV in figuur 1.Figure 4 is a top plan view of the tractor frame taken on lines IV - IV in Figure 1.

Figuur 5 is een zijaanzicht van een ander uitvoe-25 ringsvoorbeeld van een trekker volgens de uitvinding.Figure 5 is a side view of another embodiment of a tractor according to the invention.

Het gestel 1 van de trekker dat duidelijkheidshalve in figuur 4 afzonderlijk is getekend, is symmetrisch opgesteld ten opzichte van het verticale langssymmetrievlak 2 van de trekker en omvat een tweetal evenwijdig aan elkaar 30 opgestelde op afstand van elkaar gelegen pijpen of buizen 3 die ongeveer horizontaal of in voorwaartse richting enigszins opwaarts hellend en in de rijrichting A van de trekker zijn opgesteld. De pijpen 3 maken deel uit van het voorste deel van de trekker. De pijpen 3 zijn zowel aan de achter-35 zijde als aan de voorzijde onderling verbonden door loodrecht op het symmetrievlak 2 gelegen platen 4 en 5 die evenwijdig aan elkaar en ongeveer verticaal zijn opgesteld.The frame 1 of the tractor, which is drawn separately for the sake of clarity in Figure 4, is arranged symmetrically with respect to the vertical longitudinal symmetry plane 2 of the tractor and comprises two spaced pipes or tubes 3 arranged parallel to each other and which are approximately horizontal or slightly inclined upwards in the forward direction and in the direction of travel A of the tractor. The pipes 3 are part of the front part of the tractor. The pipes 3 are interconnected both at the rear and at the front by plates 4 and 5 located perpendicular to the plane of symmetry, which are arranged parallel to each other and approximately vertically.

8204875 Λ % - 2 -8204875 Λ% - 2 -

Tussen de achterste delen van de pijpen of buizen 3 is een holle pijp 6 met cirkelvonnige doorsnede gelegen, waarvan de hartlijn in het symmetrievlak 2 ligt. De pijp 6 wordt ten opzichte van de beide pijpen of buizen 3 afgesteund door mid-5 del van de ten opzichte van de rijrichting A achterste plaat 5 en een op afstand voor deze plaat 5 gelegen en evenwijdig aan de plaat 5 opgestelde plaat 7» die evenals de platen 4 en 5 star met de pijpen 3 is verbonden. De afstand tussen de platen 5 en 7 bedraagt ongeveer 305¾ van de lengte van elk 10 der beide pijpen 3. In de plaat 5 en in de plaat 7 is een cirkelvormige opening uitgespaard, waarin een legerbus 8 resp. 9 is bevestigd, welke legerbussen de pijp 6 verzwenk-baar ondersteunen zodat de pijp 6 om zijn hartlijn verzwenk-baar is ten opzichte van het samenstel van de pijpen 3 en de 15 platen 4, 5 en 7. De plaat 7 en de legerbus 9 zijn nabij het voorste uiteinde van de pijp 6 opgesteld, De pijp 6 steekt over een lengte achter de achterzijde van de beide buizen 3 en de plaat 5 uit, die ongeveer gelijk is aan 20 - 255¾ van de lengte van elk der pijpen 3. Aan de achterzijde van de pijp 20 6 is een dwarsbalk 10 star bevestigd. De dwarsbalk 10 is hol uitgevoerd en bezit bij voorkeur een vierkante doorsnede. De achterzijde van de buis 6 is tegen een voorste zijvlak van de dwarsbalk 10 gelast en door middel van steunplaten 11 afgesteund. De dwarsbalk 10 bezit een hartlijn die zich lood-25 recht op de hartlijn van de pijp 6 uitstrekt. De lengte van de dwarsbalk 10 bedraagt ongeveer 80 - 855¾ van de totale lengte van elk der buizen of pijpen 3· De dwarsbalk 10 is in de getekende stand symmetrisch opgesteld ten opzichte van het vlak 2. Nabij elk der beide uiteinden van de dwarsbalk 30 10 is aan deze dwarsbalk een wieldrager 12 bevestigd die, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, tegen een achter-vlak van de dwarsbalk 10 is vastgelast. Elk der holle balk-vormige wieldragers 12 die bij voorkeur een vierkante doorsnede bezitten, bezitten een hartlijn die evenwijdig aan het 35 symmetrievlak 2 is gericht.Between the rear parts of the pipes or tubes 3 is a hollow pipe 6 of circular cross-section, the center line of which lies in the plane of symmetry 2. The pipe 6 is supported with respect to the two pipes or pipes 3 by means of the plate 5, rear with respect to the direction of travel A, and a plate 7 located at a distance from this plate 5 and arranged parallel to the plate 5. just as the plates 4 and 5 are rigidly connected to the pipes 3. The distance between the plates 5 and 7 is approximately 305 ¾ of the length of each of the two pipes 3. In the plate 5 and in the plate 7 a circular opening is recessed, in which a bearing sleeve 8 resp. 9, which bearing bushes pivotally support the pipe 6 so that the pipe 6 is pivotable about its axis with respect to the assembly of the pipes 3 and the plates 4, 5 and 7. The plate 7 and the bearing bush 9 are arranged near the front end of the pipe 6, The pipe 6 extends a length behind the back of the two pipes 3 and the plate 5, which is approximately equal to 20 - 255¾ of the length of each of the pipes 3. On a transverse beam 10 is rigidly mounted on the rear side of the pipe 20 6. The cross beam 10 is hollow and preferably has a square cross-section. The rear side of the tube 6 is welded to a front side surface of the cross beam 10 and supported by means of support plates 11. The cross beam 10 has an axis extending perpendicularly to the axis of the pipe 6. The length of the cross beam 10 is approximately 80 - 855¾ of the total length of each of the pipes or tubes 3 · The cross beam 10 is arranged symmetrically with respect to the plane 2 in the drawn position. Near each of the two ends of the cross beam 30 a wheel carrier 12 is fixed to this cross beam, which is welded to a rear surface of the cross beam 10, calculated relative to the direction of travel A. Each of the hollow beam-shaped wheel carriers 12, which preferably have a square cross-section, have a center line which is oriented parallel to the plane of symmetry 2.

Zoals uit de figuren 1 en 5 blijkt, zijn de hartlijnen van de onderling evenwijdige wieldragers 12 evenwijdig aan een bovenste en onderste begrenzingsvlak van de wieldrager 10 gericht, maar deze begrenzingsvlakken van de ,...820 4 8 75 • 4As can be seen from Figures 1 and 5, the axes of the mutually parallel wheel carriers 12 are oriented parallel to an upper and lower boundary surface of the wheel carrier 10, but these boundary surfaces of the ... 820 4 8 75 • 4

VV

- 3 - wieldrager 10 sluiten een hoek in met de onderling evenwijdige hartlijnen van de pijpen 3 en 6. Gerekend vanaf de pijpen 3 en 6 zijn de wieldragers 12 achterwaarts en schuin neerwaarts gericht. De hartlijnen van de wieldragers 12 sluiten 5 met de hartlijnen van de pijpen 3 en 6 volgens het uitvoerings-voorbeeld volgens fig. 1 een hoek van ongeveer 155° in en in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 een hoek van ongeveer 165°. De evenwijdig aan het symmetrievlak 2 gemeten lengte van elk der beide wieldragers 12 bedraagt ongeveer 10 15 &. 20$ van de lengte van elk der pijpen 3· Elk der beide wieldragers 12 is aan zijn achterste uiteinde voorzien van een loodrecht op zijn hartlijn gelegen sluitplaat 13 die star aan de bijbehorende wieldrager 12 is bevestigd.Wheel carrier 10 encloses an angle with the mutually parallel axes of the pipes 3 and 6. Calculated from the pipes 3 and 6, the wheel carriers 12 are directed backwards and obliquely downwards. The center lines of the wheel carriers 12 enclose an angle of approximately 155 ° with the center lines of the pipes 3 and 6 according to the exemplary embodiment according to Fig. 1 and in the exemplary embodiment according to Fig. 5 an angle of approximately 165 °. The length of each of the two wheel carriers 12, measured parallel to the plane of symmetry, is approximately 10. 20 $ of the length of each of the pipes 3. Each of the two wheel carriers 12 is provided at its rear end with a closing plate 13 perpendicular to its center line, which is rigidly attached to the associated wheel carrier 12.

Zoals uit de figuren 1 en 5 blijkt, is op de voorste 15 uiteinden van de pijpen of buizen 3» die bij voorkeur een holle vierkante doorsnede bezitten, een aandrijfmotor 14 bevestigd, die aan zijn voorzijde voorzien is van een koelin-richting 15 en een ventilator 16. De aandrijfmotor 14 is symmetrisch ten opzichte van het symmetrievlak 2 opgesteld.As can be seen from Figures 1 and 5, on the front 15 ends of the pipes or tubes 3, which preferably have a hollow square section, a drive motor 14 is mounted, which is provided on its front with a cooling device 15 and a fan 16. The drive motor 14 is arranged symmetrically with respect to the symmetry plane 2.

20 De uitgaande as van de aandrijfmotor die aan de achterzijde van de motor uittreedt vormt een ingaande as van een samenstel 17 van een versnellingsbak en een differentieel die achter de aandrijfmotor 14 is gelegen en eveneens op de beide pijpen 3 afsteunt. De versnellingsbak die deel uitmaakt van het samen-25 stel 17 is aan de voorzijde van dit samenstel en direct aansluitend achter de aandrijfmotor 14 gelegen en het differentieel bevindt zich in het achterste gedeelte van dit samenstel. De aandrijfmotor 14 en het samenstel 17 van differentieel en versnellingsbak strekt zich vanaf de Voorzijde van 30 de balken 3 over ongeveer 65-70$ van de lengte van de pijpen 3 uit.The output shaft of the drive motor exiting at the rear of the motor forms an input shaft of an assembly 17 of a gearbox and a differential located behind the drive motor 14 and also supported on both pipes 3. The gearbox that forms part of the assembly 17 is located at the front of this assembly and directly behind the drive motor 14, and the differential is located in the rear portion of this assembly. The drive motor 14 and differential and gearbox assembly 17 extend from the Front of the beams 3 about 65-70% of the length of the pipes 3.

Tegen een zijkant van het huis van het samenstel 17 van differentieel en versnellingsbak is een huis van een tandwieloverbrenging 18 bevestigd welke overbrenging aandrijfbaar.A gear housing 18 is mounted against a side of the housing of the differential and gearbox assembly, which transmission is drivable.

35 is vanuit de versnellingsbak met een omwentelingssnelheid die evenredig is met de omwentelingssnelheid van aandrijfbare wielen van de trekker. De tandwieloverbrenging 18 bezit aan zijn ten opzichte van de rijrichting A achterzijde twee uitgaande assen 19 en 20, waarvan de omwentelingssnelheid tij- 8204875 - 4 - dens bedrijf evenredig is aan die van aandrijfbare wielen van de trekker, resp. de rijsnelheid.35 is from the gearbox at a revolution speed that is proportional to the revolution speed of the tractor's drivable wheels. The gear transmission 18 has two output shafts 19 and 20 on its rear direction of travel A, the revolution speed of which during operation is proportional to that of the tractor's drivable wheels, respectively. the driving speed.

Aan de achterzijde van het samenstel 17 van differentieel en versnellingsbak treedt een uitgaande as 21 uit 5 waarvan de omwentelingssnelheid evenredig is met die van de aandrijfmotor 14. De hartlijn van de uitgaande as 21 is in het symmetrievlak 2 gelegen.At the rear of the differential and gearbox assembly 17, an output shaft 21 emerges, the revolution speed of which is proportional to that of the drive motor 14. The centerline of the output shaft 21 is located in the plane of symmetry 2.

Het huis van het samenstel 17 van differentieel en versnellingsbak bezit nabij de achterzijde en aan weerszij-10 den van zijn huis uitstulpingen 22, die een deel van het tot het samenstel 17 behorende differentieel omvatten. Tegen elk der beide uitstulpingen 22 is een draagbuis 23 resp. 24 op starre wijze bevestigd. De hartlijnen van de draagbuizen 23 sn 24 zijn in eikaars verlengde gelegen en strekken zich 15 loodrecht op het symmetrievlak 2 uit. De draagbuizen 23 en 24 vormen steunen en legeringen voor zich in de draagbuizen 23 en 24 bevindende aandrijfassen die vanuit het differentieel van het samenstel 17 aandrijfbaar zijn met een omwentelingssnelheid die evenredig is met die van aangedre-ven 20 wielen van de trekker resp. de rijsnelheid.The housing of the differential and gearbox assembly 17 has protuberances 22 near the rear and on both sides of its housing, which comprise part of the differential belonging to the assembly 17. Against each of the two protuberances 22 is a support tube 23 resp. 24 rigidly attached. The center lines of the support tubes 23 sn 24 are in line with each other and extend perpendicular to the plane of symmetry 2. The support tubes 23 and 24 form supports and alloys for drive shafts located in the support tubes 23 and 24 which are drivable from the differential of the assembly 17 at a speed of revolution proportional to that of the tractor's driven wheels, respectively. the driving speed.

Aan weerszijden van het symmetrievlak 2 zijn op de bovenzijde van elk der draagbuizen 23 en 24 steunen 25 aangebracht op de bovenzijden waarvan elastische elementen 27 zijn gelegen die de onderzijde van een cabine 27 nabij zijn 25 voorzijde afsteunen. De afstand tussen de beide steunen 25 bedraagt ongeveer 50 - 55$ van de lengte van elk der buizen 3. Aan de achterste uiteinden van elk der buizen 3 is op de bovenzijde ervan een steun 28 aangebracht,die zich evenals de steunen 25 ongeveer verticaal uitstrekt. Op de bovenzij-30 den van de beide steunen 28 is een drager 29 bevestigd die zich loodrecht op het symmetrievlak 2 uitstrekt. De bovenzijde van de ongeveer horizontale drager 29 en de bovenzijden van de steunen 25 liggen ongeveer in een zelfde horizontaal vlak of in een in de rijrichting enigszins opwaarts 35 hellend vlak. Op de bovenzijde van de drager 29 zijn eveneens elastische elementen 26 aangebracht die dezelfde afstand bezitten ten opzichte van het symmetrievlak 2 als de elementen 26 die op de steunen 25 zijn bevestigd. De elastische elementen 26 die op de drager 29 zijn aangebracht 8204875 * * -5- ondersteunen de onderzijde van de cabine 27 aan zijn achterzijde, Gezien in bovenaanzicht valt de achterste begrenzings-lijn van de drager 29 ongeveer samen met de plaat 5.On either side of the plane of symmetry 2, supports 25 are provided on the top of each of the supporting tubes 23 and 24, on the top sides of which elastic elements 27 are located, which support the underside of a cabin 27 near its front. The distance between the two supports 25 is approximately 50-55% of the length of each of the tubes 3. At the rear ends of each of the tubes 3, a support 28 is arranged on the top thereof, which, like the supports 25, extends approximately vertically . A support 29, which is perpendicular to the plane of symmetry 2, is mounted on the top sides of the two supports 28. The top side of the approximately horizontal support 29 and the top sides of the supports 25 lie approximately in the same horizontal plane or in a plane slightly inclined upwards in the direction of travel. Elastic elements 26, which have the same distance from the plane of symmetry 2 as the elements 26 mounted on the supports 25, are also arranged on the top of the carrier 29. The elastic elements 26 mounted on the carrier 29 8204875 * * -5- support the underside of the cabin 27 at its rear. Seen in top view, the rear boundary line of the carrier 29 approximately coincides with the plate 5.

Tussen de achterzijde van de aandrijfmotor 14 en de 5 voorzijde van de cabine 27 is een brandstoftank 30 aangebracht die zich, gerekend in opwaartse richting, uitstrekt tussen de bovenzijde van het samenstel 17 van differentieel en versnellingsbak en de bovenzijde van de aandrijfmotor 14.Between the rear of the drive motor 14 and the front of the cabin 27, a fuel tank 30 is arranged which, calculated in the upward direction, extends between the top of the assembly 17 of the differential and the gearbox and the top of the drive motor 14.

Op een plaats die ongeveer 20$ van de lengte van de 10 buizen 3 achter de voorzijden van deze buizen is gelegen, is op de bovenzijden van deze buizen een wieldrager 31 bevestigd, die zich, gezien in bovenaanzicht, loodrecht op het symmetrievlak 2 uitstrekt. De wieldrager 31 is bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van een holle balk met vierkante door-15 snede en is symmetrisch gevormd ten opzichte van het symmetrievlak 2. De beiden buitenste delen van de wieldrager 31 bezitten hartlijnen die loodrecht op het symmetrievlak 2 zijn gericht (fig. 3). Deze buitenste delen gaan over in binnenste delen die, gezien in het vooraanzicht volgens 20 fig. 3 schuin neerwaarts en binnenwaarts zijn gebogen en nabij de balken 3 overgaan in een gedeelte dat loodrecht op het symmetrievlak 2 is gericht en waarvan de onderzijde op de bovenzijden van de buizen 3 is bevestigd, en welk gedeelte onder de aandrijfmotor 14 doorloopt. De beide buiten-25 ste uiteinden van de wieldrager 31 zijn ongeveer in hetzelfde evenwijdig aan het symmetrievlak 2 opgestelde verticale $ vlak gelegen als elk der buitenste uiteindenvan de draag-buizen 23 resp. 24. Aan elk der beide uiteinden van de wieldrager 31 zijn huizen van tandwieloverbrengingen 32 bevestigd.At a location approximately 20% of the length of the tubes 3 behind the front sides of these tubes, a wheel carrier 31 is mounted on the tops of these tubes, which, viewed in top view, extends perpendicular to the plane of symmetry 2. The wheel carrier 31 is preferably in the form of a hollow beam with square cross-section and is symmetrically formed with respect to the symmetry plane 2. The two outer parts of the wheel carrier 31 have axes directed perpendicular to the symmetry plane 2 ( Fig. 3). These outer parts merge into inner parts which, seen in the front view according to Fig. 3, are bent obliquely downwards and inwards and transition near the beams 3 into a part which is oriented perpendicular to the plane of symmetry 2 and whose underside is on the top sides of the tubes 3 are fixed, and which section extends under the drive motor 14. The two outer ends of the wheel carrier 31 are located approximately in the same vertical plane disposed parallel to the symmetry plane 2 as each of the outer ends of the carrier tubes 23 and 4, respectively. 24. At each of the two ends of the wheel carrier 31 are housed gear wheels 32.

30 Tegen de onderzijde van elk der huizen der tandwieloverbrengingen 32 is een pijpvormige fusee 33 aangebracht die zich vanaf de bijbehorende tandwieloverbrenging 32 neerwaarts en schuin voorwaarts uitstrekt. Elke fusee 33 is om zijn hartlijn verzwenkbaar ten opzichte van de bijbehorende tandwiel-35 overbrenging 32. Elke fusee 33 is aan zijn onderzijde star verbonden met een huis 34 van een tandwieloverbrenging, die uitgaande assen bezitten die in eikaars verlengde liggen en die in de in de figuren getekende stand loodrecht op het f/j symmetrievlak 2 zijn gericht. Deze uitgaande assen van de \ 820 4 875 jl « % - β - tandwieloverbrengingen 34 vormen de aandrijfassen van voorste loopwielen 35 die paarsgewijs aan weerszijden van de bijbehorende fusee 33 en tandwieloverbrenging 34 zijn opgesteld. Het huis van de tandwieloverbrenging 34 bewerkstelligt de le-5 gering van de aan weerszijden ervan opgestelde loopwielen 35.A tubular knuckle 33 extends downward and obliquely forward from the associated gear transmission 32 against the underside of each of the gear transmission housings 32. Each steering knuckle 33 is pivotable about its axis with respect to the associated gearwheel transmission 32. Each steering knuckle 33 is rigidly connected at its bottom to a housing 34 of a gearwheel transmission, which has output shafts which are extended in each other and which are in the the figures drawn are oriented perpendicular to the f / j symmetry plane 2. These output shafts of the gear shafts 34 form the drive shafts of front idlers 35 which are arranged in pairs on either side of the associated knuckle 33 and gear 34. The housing of the gear transmission 34 effects the bearing of the running wheels 35 arranged on either side thereof.

Op de bovenzijde van de dwarsbalk 10 is nabij elk uiteinde van deze dwarsbalk een tandwieloverbrenging 36 vast bevestigd. Een ingaande as 37 van elke tandwieloverbrenging steekt in voorwaartse richting uit en is horizontaal of, 10 gerekend ten opzichte van de rijrichting A, schuin voorwaarts en opwaarts gericht. Tegen de achterzijde van elke tandwieloverbrenging 36 is op starre wijze een buis 38 bevestigd, die op afstand boven en evenwijdig aan de nabij gelegen wiel-drager 12 is gelegen. De achterzijde van elke buis 38 is 15 star bevestigd tegen de voorzijde van een tandwielkast 3S die tegen het achtervlak van de nabij gelegen sluitplaat 13 is bevestigd en zich vanaf deze sluitplaat in opwaartse richting uitstrekt. Aandrijving van de ingaande as van elke tandwieloverbrenging 36 wordt via deze tandwieloverbrenging 20 overgebracht op een om de hartlijn van en binnen de buis 38 gelegen aandrijfas die een ingaande as voor de tandwielkast 39 vormt. De tandwielkasten 39 bezitten twee aan weerszijden van deze kast uittredende in eikaars verlengde liggende, en evenwijdig aan de dwarsbalk 10 opgestelde uitgaande assen die 25 aandrijfassen vormen van aan weerszijden van de tandwielkast 39 en aan weerszijden van de bijbehorende wieldrager 12 gelegen achterwielen 40. De vier achterwielen 40 zijn evenals de vier voorwielen 35 derhalve paarsgewijs opgesteld en wel zodanig dat de symmetrie vlakken van de achterwielen 40 samen-30 vallen met de symmetrievlakken van overeenkomstig opgestelde voorwielen 35*A gear transmission 36 is fixedly mounted on the top side of the cross beam 10 near each end of this cross beam. An input shaft 37 of each gear transmission protrudes in the forward direction and is oriented horizontally or, calculated relative to the direction of travel A, obliquely forward and upward. A tube 38 is rigidly mounted against the rear of each gear transmission 36 and is spaced above and parallel to the adjacent wheel carrier 12. The back of each tube 38 is rigidly mounted against the front of a gear box 3S mounted against the rear face of the adjacent closing plate 13 and extending upwardly from this closing plate. Drive of the input shaft of each gear transmission 36 is transferred via this gear transmission 20 to a drive shaft located about the axis of and within the tube 38, which forms an input shaft for the gear box 39. The gearboxes 39 have two output shafts extending on either side of this gearbox and extending axially arranged parallel to the crossbar 10, forming 25 drive shafts of rear wheels 40 located on either side of the gearbox 39 and on either side of the associated wheel carrier 12. The four rear wheels 40, like the four front wheels 35, are therefore arranged in pairs, such that the symmetry surfaces of the rear wheels 40 coincide with the symmetry surfaces of correspondingly arranged front wheels 35 *

De draagbuizen 23 en 24 legeren uitgaande assen van het differentieel dat tot het samenstel 17 behoort. Tegen het buitenste uiteinde van elk der draagbuizen 23, 24 is het 35 huis van een differentieel 41 star bevestigd. De in draagbuizen 23 en 24 gelegerde aandrijfassen, die op hun beurt uitgaande assen van het differentieel van het samenstel 17 zijn, vormen ingaande assen van de beide differentieels 41· Elk der beide differentieels 41 bezit een ongeveer horizonta- 8204875 '' ♦ * le en gerekend ten opzichte van de rijrichting A naar voren gerichte uitgaande as 42 en een in het verlengde daarvan gelegen, naar achteren uittredende uitgaande as 43. Gezien in zijaanzicht is derhalve tussen de voor- en achterwielen een 5 drietal op een rij gelegen, onderling gekoppelde differentieels opgesteld.The support tubes 23 and 24 alloy output shafts of the differential belonging to the assembly 17. The housing of a differential 41 is rigidly secured to the outer end of each of the supporting tubes 23, 24. The drive shafts alloyed in support tubes 23 and 24, which in turn are output shafts of the differential of the assembly 17, form input shafts of the two differentials 41 · Each of the two differentials 41 has an approximately horizontal 8204875 calculated in relation to the direction of travel A forwardly directed output shaft 42 and an extension thereof, rearwardly extending output shaft 43. Seen in side view, therefore, there are three mutually coupled differentials between the front and rear wheels. lined up.

De tandwieloverbrengingen 32 die elk tot een paar voorwielen 35 behoren, bezitten aan hun achterzijden ongeveer horizontaal achterwaarts gerichte ingaande assen 44.The gear transmissions 32, each belonging to a pair of front wheels 35, have approximately horizontally rearwardly directed input shafts 44 on their rear sides.

10 Aan elke zijde van het symmetrievlak 2 zijn de ingaande assen 37 en 44 en de uitgaande assen 42, 43 ongeveer in hetzelfde verticale, evenwijdig aan het symmetrievlak 2 gelegen vlak opgesteld. Elke voorwaarts uitstekende uitgaande as 42 van een differentieel 41 en een achterwaarts 15 gerichte ingaande as 44 van de tandwieloverbrenging 32 zijn onderling gekoppeld door middel van een tussenas 45» die voorzien is van twee universele koppelingen teneinde eventuele, uit constructief oogpunt gewenste verschillen in hoogterichting en/of zijdelingse richting te overbruggen.On each side of the symmetry plane 2, the input shafts 37 and 44 and the output shafts 42, 43 are arranged approximately in the same vertical plane, parallel to the symmetry plane 2. Each forward-projecting output shaft 42 of a differential 41 and a rearward-facing input shaft 44 of the gear transmission 32 are mutually coupled by means of an intermediate shaft 45, which is provided with two universal couplings to accommodate any height differences desired from a constructional point of view, and / or bridge sideways.

20 Elke achterwaarts uittredende uitgaande as 43 van een differentieel 41 en een voorwaarts gerichte ingaande as van een tandwieloverbrenging 36 voor de aandrijving van de achterwielen 40 zijn gekoppeld door middel van een tussenas 46 die om dezelfde redenen eveneens voorzien is van universele 25 koppelingen. Aan elke zijde van de trekker is het differentieel 41 en de bijbehorende tussenassen 45 en 46 afgedekt door middel van een tegen de onderzijde van de cabine 27 aansluitende afscherming 47 die een boven de genoemde delen gelegen plaat en een daaraan aansluitende neerwaarts gerichte 30 plaat omvat die aan de buitenzijde van de eerstgenoemde plaat aansluit. De af scheming 47 dient als treeplank voor de ingang van de cabine en tevens als spatbord.Each rearward-running output shaft 43 of a differential 41 and a forward-facing input shaft of a gear transmission 36 for driving the rear wheels 40 are coupled by means of an intermediate shaft 46 which, for the same reasons, is also provided with universal couplings. On each side of the tractor, the differential 41 and the associated intermediate shafts 45 and 46 are covered by a shield 47 connecting to the underside of the cabin 27, which comprises a plate located above the above-mentioned parts and a connecting downwardly-oriented plate. on the outside of the first-mentioned plate. Schematic 47 serves as a footboard for the entrance to the cabin and also as a mudguard.

Opgemerkt wordt nog dat de aandrijfassen van de achterwielen 40 met de hartlijnen van de wieldragers 12, gere-35 kend in de rijrichting A, ongeveer in één schuin opwaarts gericht vlak zijn gelegen. De diameter van de van luchtbanden, bij voorkeur lage-druk-banden, voorziene voorwielen 35 en die van de achterwielen 40 zijn aan elkaar gelijk en bedraagt in het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1 t/m 4 ongeveer 8204875It should also be noted that the drive shafts of the rear wheels 40 with the axes of the wheel carriers 12, oriented in the direction of travel A, are located approximately in one obliquely upwardly directed plane. The diameter of the front wheels 35 provided with pneumatic tires, preferably low-pressure tires, and that of the rear wheels 40 are equal to each other and in the exemplary embodiment according to Figs. 1 to 4 approximately 8204875

# V# V

- 8 - 90 cm. en in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 ongeveer 100 cm. De breedte van elk der wielen bedraagt ongeveer 40 cm. De afstand tussen de symmetrievlakken van de buitenste achterwielen resp. voorwielen bedraagt ongeveer 200 - 270 cm. bij 5 voorkeur ongeveer 250 cm, de afstand tussen de symmetrievlakken van de binnenste achterwielen resp. voorwielen bedraagt ongeveer 120 - 160 cm., bij voorkeur ongeveer 150 cm.- 8 - 90 cm. and in the exemplary embodiment according to Fig. 5 about 100 cm. The width of each of the wheels is about 40 cm. The distance between the symmetry planes of the outer rear wheels resp. front wheels is approximately 200 - 270 cm. preferably about 250 cm, the distance between the symmetry planes of the inner rear wheels resp. front wheels is about 120-160 cm., preferably about 150 cm.

Op een plaats die, gezien in bovenaanzicht ongeveer halverwege de afstand tussen de wielassen van de voor- en 10 achterwielen is gelegen of op korte afstand daarvoor, is - zoals uit fig. 1 blijkt - in elk der beide pijpen 3 een zwenkas 48 gelegerd, waarbij de hartlijnen van deze zwenk-assen 48 in eikaars verlengde liggen. Om elk der beide zwenkassen 48 is een drager 49 verzwenkbaar die zich in de 15 bedrijfsstand volgens fig. 1 vanaf de bijbehorende zwenkas 48 neerwaarts en achterwaarts uitstrekt en die aan zijn achterste uiteinde star is bevestigd tegen een loodrecht op het symmetrievlak 2 gerichte steunbalk 50. Gezien in bovenaanzicht zijn de steunen 49 direct aansluitend tegen de bui-20 tenzijde van de pijpen 3 gelegen. De steunbalk 50 is.symme- . trisch ten opzichte van het vlak 2 opgesteld.In a place which, viewed in plan view, is located approximately half way between the wheel axles of the front and rear wheels or a short distance therefor, as shown in Fig. 1, a pivot shaft 48 is mounted in each of the two pipes 3, the axes of these pivot axes 48 being in line with each other. A carrier 49 is pivotable about each of the two pivot axes 48, which extends in the operating position according to Fig. 1 from the associated pivot axis 48 downwards and backwards and which is rigidly fixed at its rear end against a support beam 50 oriented perpendicular to the plane of symmetry 2. Seen in top view, the supports 49 lie directly adjacent to the outer side of the pipes 3. The support beam 50 is.symme-. disposed trically with respect to plane 2.

De lengte van de steunbalk 50 bedraagt ongeveer 4,5 maal de afstand tussen de beiden buitenzijden van de buizen 3 en stemt ongeveer overeen met de lengte van de 25 drager 29 (fig· 2). De uiteinden van de steunbalk 50 zijn, gezien in de rijrichting A, ongeveer ter plaatse van de buitenste begrenzingsvlakken van de binnenste achterwielen 40 en de binnenste voorwielen 50 gelegen. Aan deze uiteinden van de steunbalk 50 zijn zich achterwaarts en tijdens bedrijf 30 neerwaarts uitstrekkende steunplaten 51 star bevestigd die nabij hun achterste uiteinden een as 52 legeren, die loodrecht op het symmetrievlak 2 is gericht. Coaxiaal om de as 52 is een buis 53 star aan de as 52 bevestigd. Om de buis 53 zijn een groot aantal platen 54 bevestigd, die in een rij 35 zijn opgesteld en op korte afstand van elkaar zijn gelegen.The length of the support beam 50 is approximately 4.5 times the distance between the two outer sides of the tubes 3 and corresponds approximately to the length of the support 29 (fig. 2). The ends of the support beam 50, viewed in the direction of travel A, are located approximately at the outer boundary surfaces of the inner rear wheels 40 and the inner front wheels 50. Backwards and downwardly extending support plates 51 are fixed to these ends of the support beam 50, which bearings bear a shaft 52 near their rear ends which is oriented perpendicular to the plane of symmetry 2. A tube 53 is rigidly attached to the shaft 52 coaxially about the axis 52. A large number of plates 54 are arranged around the tube 53, which are arranged in a row 35 and are located at a short distance from each other.

De platen 54 zijn, zoals uit fig. 1 blijkt, voorzien van puntige uitsteeksels, bijvoorkeur acht uitsteeksels per plaat.The plates 54, as can be seen from Fig. 1, are provided with pointed projections, preferably eight projections per plate.

Op de bovenzijde van de steunbalk 50 en, gerekend in de rijrichting A, recht achter de uitgaande as 19 van de 8204875 4 * * - 9 - tandwieloverbrenging 18, is een tandwieloverbrenging 55 aan-: gebracht, die een in voorwaartse richting uitstekende ingaande as 56 bezit. De tandwieloverbrenging 55 bezit een uitgaande as, die evenwijdig aan de lengterichting van de steunbalk 5 50 is gericht en die vanaf het huis van deze tandwielover brenging mar het dichtstbijzijnde einde van de steunbalk 50 is gericht; deze uitgaande as wordt omgeven en gelegerd door een pijpvormige steun 57, die deze uitgaande as omringt en steunt. De pijpvormige steun 57 draagt aan zijn nabij het 10 einde van de steunbalk 50 gelegen uiteinde een huis 58 van een tandwiel-of kettingoverbrenging 58 (fig. 1 en 2) die de aandrijvende beweging van de uitgaande as van de tandwieloverbrenging 55 overbrengt op één uiteinde van de as 52.On the top of the support beam 50 and, counting in the direction of travel A, directly behind the output shaft 19 of the 8204875 4 * * - 9 - gear transmission 18, a gear transmission 55 is provided, which has a forward projecting input shaft 56 owns. The gear transmission 55 has an output shaft which is oriented parallel to the longitudinal direction of the support beam 50 and which is oriented from the housing of this gear transmission mar to the nearest end of the support beam 50; this output shaft is surrounded and supported by a tubular support 57 which surrounds and supports this output shaft. The tubular support 57 carries at its end located near the end of the support beam 50 a housing 58 of a gear or chain transmission 58 (Figures 1 and 2) which transmits the driving movement of the output shaft of the gear transmission 55 to one end. of the shaft 52.

De as 52, de om deze gelegen buis 53 en de van uitsteeksels 15 voorziene platen 54 vormen een door de trekker aandrijf bare en tot de trekker behorende aandrijfbare rol 59, die derhalve - gezien in zijaanzicht - tussen een voorwiel en een achterwiel is aangebracht. De as 52 van de rol ligt vanaf de draai-ingsas van de achterwielen op een afstand die ongeveer 30$ 20 bedraagt van de afstand tussen de draaiingsassen van de voor-en achterwielen. Deze opstelling van de aandrijfbare rol waarborgt dat aan de trekker aan te bouwen werktuigen, voornamelijk nabij achter- en/of voorwielen, geen hinder ondervinden van de rol 59· 25 Op het bovenvlak van de dwarsbalk 10 zijn symme trisch ten opzichte van het midden van de balk 10 opgestelde steunen 60 star bevestigd, die zich vanaf de dwarsbalk 10 schuin opwaarts en achterwaarts uitstrekken. De steunen 60 legeren nabij hun bovenste uiteinde een pijpvormige as 61, 30 die evenwijdig aan de dwarsbalk 10 is gelegen en die aan zijn buiten de steunen 60 gelegen uiteinden is voorzien van dragers 62, die star aan de as 61 zijn bevestigd en vanaf deze as in achterwaartse richting uitsteken. Aan het achtereinde van elke drager 62 is op verzwenkbare wijze een in 35 zijn lengte wijzigbare arm 63 verzwenkbaar aangebracht, die zich vanaf de drager 62 neerwaarts uitstrekt en aan zijn onderzijde verzwenkbaar verbonden is met een onderste hefarm 64 van een driepuntshefinrichting 65 die derhalve aan de achterzijde van de trekker is aangebracht. De verzwenk- 8204875 - 10 - bare verbinding tussen elke arm 63 en een onderste hefarm 64 is ongeveer halverwege de lengte van deze onderste hefarm 64 gelegen. Tussen de beide steunen 60 zijn op korte afstand van en symmetrisch aan weerszijden van het midden van de balk 10 5 aangebrachte steunen 66 op starre wijze op de bovenzijde van de dwarsbalk 10 bevestigd, die zich opwaarts uitstrekken tot boven de as 61 en die de as 61 eveneens afsteunen. Aan de bovenzijden van de steunen 66 is een evenwijdig aan de dwarsbalk 10 gelegen as 67 aangebracht, waarom de voorzijde van 10 een bovenste hefarm 68 verzwenkbaar is. De bovenste hefarm 68.is bij voorkeur uitgevoerd als een hydraulische cylinder waarvan de zuigerstang aan de achterzijde van de hefarm is gelegen en aldaar is voorzien van een aankoppelpunt 69 in de vorm van een haak die in neerwaartse richting open is, 15 De hydraulische cylinder die de bovenste hefarm 68 vormt, is bedienbaar vanuit de cabine 27. De onderste hefarmen 64 zijn aan hun achterzijden voorzien van naar boven geopende haakvormige koppelpunten 70. Nabij de zwenkas tussen elke arm 63 en de bijbehorende drager 62 is een zwenkas aangebracht, 20 die de betreffende drager 62 op verzwenkbare wijze verbindt met het uiteinde van een zuigerstang van een hydraulische cylinder 71 waarvan het andere uiteinde verzwenkbaar is verbonden met een oor dat aan de achterzijde van de dwarsbalk 10 is bevestigd. De beide hydraulische cylinders 71 zijn 25 beide vanuit de cabine 27 bedienbaar.The shaft 52, the tube 53 surrounding it and the plates 54 provided with the projections 15 form a drivable roller 59 which can be driven by the tractor and which belongs to the tractor, which is therefore - seen in side view - arranged between a front wheel and a rear wheel. The roller axis 52 is spaced from the axis of rotation of the rear wheels at a distance of approximately $ 20 from the distance between the axis of rotation of the front and rear wheels. This arrangement of the drivable roller ensures that implements to be mounted on the tractor, mainly near rear and / or front wheels, are not hindered by the roller 59 · 25 On the top surface of the cross beam 10 are symmetrical with respect to the center of supports 60 arranged rigidly in the beam 10, which extend obliquely upwards and backwards from the cross beam 10. The supports 60 bear near their upper end a pipe-shaped shaft 61, 30 which is parallel to the cross beam 10 and which is provided at its ends outside the supports 60 with supports 62 which are rigidly fixed to the shaft 61 and from this shaft extend backwards. At its rear end, each arm 62 is pivotally mounted pivotally in a length-adjustable arm 63, which extends downwardly from the carrier 62 and is pivotally connected at its underside to a lower lifting arm 64 of a three-point lifting device 65 which is therefore attached to the rear of the tractor. The pivotal connection between each arm 63 and a lower lift arm 64 is located approximately halfway along the length of this lower lift arm 64. Between the two brackets 60, brackets 66 arranged a short distance from and symmetrically on either side of the center of the beam 10 are rigidly mounted on the top of the cross beam 10, which extend upwardly above the shaft 61 and which support the shaft 61 also support. On the top sides of the supports 66 a shaft 67 located parallel to the cross beam 10 is arranged, for which reason the front of an upper lifting arm 68 can be pivoted. The upper lifting arm 68. is preferably designed as a hydraulic cylinder, the piston rod of which is located at the rear of the lifting arm and there is provided with a coupling point 69 in the form of a hook which is open in the downward direction. the upper lifting arm 68 is operable from the cabin 27. The lower lifting arms 64 are provided on their rear sides with hook-shaped coupling points 70 open upwards. Near the pivot axis between each arm 63 and the associated carrier 62, a pivot axis is provided, which the respective carrier 62 pivotally connects to the end of a piston rod of a hydraulic cylinder 71, the other end of which is pivotally connected to an ear attached to the rear of the crossbar 10. The two hydraulic cylinders 71 can both be operated from the cabin 27.

De tandwieloverbrenging 18 bezit naast zijn beide achterwaarts uitstekende uitgaande assen 19 en 20 een voorwaarts uitstekende as die ongeveer in het verlengde van de uitgaande as 20 is gelegen. Deze uitgaande as wordt onder-30 steund in een pijpvormige drager 72 die zich vanaf het huis van de tandwieloverbrenging 18 tot nabij de voorzijde van de aandrijfmotor 14 uitstrekt (fig. 2). De drager 72 die de in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as van de tandwieloverbrenging 18 legert, sluit aan zijn voorzijde aan tegen 35 een tandwielkast 73» die zich - zoals uit fig. 3 blijkt -vanaf het voorste uiteinde van de pijpvormige drager 72 in de richting van het symmetrievlak 2 schuin neerwaarts uitstrekt. In de tandwielkast 73 is een tandwieloverbrenging aangebracht, die de aandrijvende beweging van de in de dra- 8204875 - 11 - ger 72 gelegen uitgaande as van de tandwielkast 18 overbrengt op een uitgaande as van de tandwielkast 73 die nabij het symmetrievlak 2 is gelegen en uit deze kast in voorwaartse richting uitsteekt. Deze uitgaande as vormt een aftakas 74 5 die evenals de uitgaande assen 19 en 20 aandrijfbaar is met een omwentelingssnelheid die evenredig is met de rijsnelheid van de trekker.The gear transmission 18 has in addition to both its rearwardly projecting output shafts 19 and 20 a forwardly projecting shaft which is approximately in line with the output shaft 20. This output shaft is supported in a tubular support 72 which extends from the gear housing 18 to near the front of the drive motor 14 (FIG. 2). The carrier 72, which supports the forwardly extending output shaft of the gear transmission 18, connects at its front against a gear box 73, which - as shown in Fig. 3 - extends from the front end of the tubular carrier 72 in the direction. of the symmetry plane 2 extends obliquely downwards. A gear transmission is arranged in the gearbox 73, which transmits the driving movement of the output shaft of the gearbox 18 located in the carrier 72 to an output shaft of the gearbox 73 which is located near the plane of symmetry 2 and out. this box protrudes in the forward direction. This output shaft forms a power take-off shaft 75 which, like the output shafts 19 and 20, is drivable at a speed of revolution proportional to the driving speed of the tractor.

In de tandwielkast 73 mondt eveneens een aan de voorzijde van de aandrijfmotor 14 uittredende aandrijfas van 10 deze motor uit, die via een afzonderlijk binnen de tandwielkast 73 aangebracht tandwielstelsel een uitgaande as van deze tandwielkast aandrijft, die een voorste aftakas 75 van de trekker, die derhalve met een omwentelingssnelheid aandrijf-baar is, die evenredig is met het motortoerental , vormt.A drive shaft of this motor emerging at the front of the drive motor 14 also opens into the gearbox 73, which drives an output shaft of this gearbox via a gear system arranged separately within the gearbox 73, and which drives a front PTO shaft 75 of the tractor, which is therefore drivable at a speed of revolution proportional to the engine speed.

15 De uitgaande as 43 van het differentieel welke uit gaande as in het symmetrievlak 2 is gelegen, is door middel van een van universele koppelingen voorziene tussenas 76 in achterwaartse richting verlengd en sluit aan op een achterste aftakas 77 die door middel van een steun 78 op de boven-20 zijde van de dwarsbalk 10 bevestigd is. De tussenas 76 is telescopisch uitgevoerd. De aftakas 77 is in de getekende stand van de trekker in het symmetrievlak 2 gelegen. Aan één zijde van het symmetrievlak 2 is tussen één der steunen 60 en één der steunen 66 een steun 78 op de bovenzijde van de 25 dwarsbalk 10 bevestigd, waarin een achterste aftakas 79 van de trekker is gelegerd. De aftakas 79 is door middel van een telescopisch uitschuifbare en van een paar universele koppelingen voorziene tussenas 80 gekoppeld met de uitgaande as 20 van de tandwieloverbrenging 18. De ingaande as 56 van de 30 tandwieloverbrenging 55 ten behoeve van de aandrijfbare rol 59, is door middel van een van universele koppelingen voorziene, telescopisch uitschuifbare tussenas 81 aandrijf-baar gekoppeld met de uitgaande as 19 van de tandwieloverbrenging 18.The output shaft 43 of the differential, which is located in the symmetry plane 2, is extended in the rearward direction by means of an universal shaft provided with universal couplings and connects to a rear PTO shaft 77 which, by means of a support 78 the top side of the cross beam 10 is attached. The intermediate shaft 76 is telescopic. The power take-off shaft 77 is located in the symmetry plane 2 in the drawn position of the tractor. On one side of the symmetry plane 2, between one of the supports 60 and one of the supports 66, a support 78 is mounted on the top of the cross beam 10, in which a rear PTO 79 of the tractor is mounted. The power take-off shaft 79 is coupled to the output shaft 20 of the gear transmission 18 by means of a telescopically extendable intermediate shaft 80 provided with a pair of universal couplings. The input shaft 56 of the gear transmission 55 for the drive roller 59 is provided with a universal coupling telescopic extendable intermediate shaft 81 coupled to the output shaft 19 of the gear transmission 18.

35 Zoals uit fig. 3 blijkt, is in de tegen de voorzij de van de pijpen 3 bevestigde plaat 4, een aantal gaten 82 .aangebracht ter bevestiging van een losneembare driepunts-hefinrichting aan de voorzijde van de trekker.As can be seen from Fig. 3, in the plate 4 mounted against the front of the pipes 3, a number of holes 82 are provided for fastening a detachable three-point lifting device to the front of the tractor.

Aan elk der beide fusees 33 is op een plaats die 8204875 - 12 - nabij' de onderzijde van de corresponderende tandwieloverbrenging 32 is gelegen, een -uithouder 33 bevestigd, die vanaf de bijbehorende fusee 33 in binnenwaartse richting uitsteekt en aan zijn uiteinde is voorzien van een opwaarts 5 gerichte zwenkas of kogelscharnier door middel waarvan een nagenoeg rechtlijnige stuurstang 84 verzwenkbaar aan de star aan de fusee 33 bevestigde uithouders is bevestigd. Vanaf de uithouder 83 loopt elk der beide stuurstangen 84 gerekend ten opzichte van de rijrichting A in achterwaartse 10 richting en is het achterste uiteinde van elke stuurstang 84 bevestigd aan een hoekpunt van een in bovenaanzicht (fig. 2) driehoekige stuurplaat 85» die in de voor recht-uitrijden geschikte stand symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het symmetrievlak 2. De stuurstangen 84 zijn 15 door middel van opwaartse zwenkassen of kogelschamieren met de achterste hoekpunten van de stuurplaat 85 verbonden, terwijl het voorste hoekpunt van de stuurplaat 85» dat in het symmetrievlak 2 is gelegen door middel van een opwaartse zwenkas 86 verzwenkbaar is verbonden met de beide pijpen 3. 20 De hartlijn van de zwenkas 86 is onveranderlijk van plaats ten opzichte van het gestel 1. De stuurplaat 85 is vanuit de cabine 27 door middel van een niet getekende hydraulische cylinder ten opzichte van het gestel 1 om de zwenkas 86 verzwenkbaar, ten gevolge waarvan de beide paren voorwielen 25 35 om de hartlijnen van de fusees 33 verzwenkbaar zijn en wel zodanig dat ten minste één van de paren voorwielen 35 maximaal over ongeveer 90° verzwenkbaar is ten opzichte van de in fig. 2 getekende stand. Gezien in zijaanzicht is de stuurplaat 85 (fig. 1) ongeveer halverwege tussen de 30 draaiingsassen van de voorwielen 35 en de achterwielen 40 gelegen.On each of the two knuckles 33, at a location located 8204875-12 near the bottom of the corresponding gear transmission 32, an outrigger 33 is projected, which protrudes inwardly from the associated knuckle 33 and is provided at its end with an upwardly directed pivot axis or ball joint by means of which a substantially rectilinear control rod 84 is pivotally attached to the brackets rigidly attached to the pivot 33. From the bracket 83, each of the two control rods 84 runs in the rearward direction with respect to the direction of travel A and the rear end of each control rod 84 is attached to a corner point of a control plate 85 »which is triangular in top view (fig. 2). suitable position for straight-ahead travel is arranged symmetrically with respect to the plane of symmetry 2. The steering rods 84 are connected to the rear corners of the steering plate 85 by means of upward pivot axes or ball joints, while the front corner point of the steering plate 85 which is in the plane of symmetry 2 is located by means of an upward pivot axis 86 pivotally connected to the two pipes 3. 20 The center line of the pivot axis 86 is invariably in position with respect to the frame 1. The control plate 85 is from the cabin 27 by means of a hydraulic cylinder (not shown) pivotable about the pivot axis 86 relative to the frame 1, as a result of which the two pairs of front wheels 2 5 can be pivoted about the axes of the knuckles 33, such that at least one of the pairs of front wheels 35 is pivotable by a maximum of approximately 90 ° with respect to the position shown in Fig. 2. Viewed in side view, the steering plate 85 (Figure 1) is located approximately midway between the rotational axes of the front wheels 35 and the rear wheels 40.

De voorzijde van de cabine 27 is gezien in zijaanzicht achter de achterzijde van de aandrijfmotor 14 gelegen, terwijl de achterzijde van de cabine ongeveer ter hoogte .Seen in side view, the front of the cabin 27 is located behind the rear of the drive motor 14, while the rear of the cabin is approximately at the height.

35 van de voorzijden van de achterwielen 40 is opgesteld. De vloer van de cabine 27 is iets aflopend in achterwaartse richting opgesteld ten opzichte van de bovenzijde van het gestel 1.35 is disposed from the front sides of the rear wheels 40. The floor of the cabin 27 is arranged slightly sloping in the rearward direction with respect to the top of the frame 1.

De totale werkzame breedte van de aandrijfbare rol .820 4 8 7 5 - 13 - 59 is - zoals in fig· 2 aangeduid - groter dan de afstand tussen de binnenste voorwielen 35 en die tussen de binnenste achterwielen 40; de eindvlakken van het werkzame gedeelte van de aandrijfbare rol 59 kunnen zich tot aan de evenwijdig aan 5 het symmetrievlak 2 opgestelde vlakken uitstrekken, die de hartlijnen van de wieldragers 12 omvatten. De zwenkassen 48 waarom de rol 59 verzwenkbaar is zijn ongeveer midden tussen en evenwijdig aan de draaiingsassen van de voor- en achterwielen gelegen.The total effective width of the drivable roller. 820 4 8 7 5 - 13 - 59 is - as indicated in Fig. 2 - greater than the distance between the inner front wheels 35 and that between the inner rear wheels 40; the end faces of the active part of the drivable roller 59 can extend up to the planes arranged parallel to the plane of symmetry 2, which comprise the axes of the wheel carriers 12. The pivot axes 48 about which the roller 59 can be pivoted are located approximately midway between and parallel to the rotational axes of the front and rear wheels.

10 Aan de onderzijde van de balk 29 zijn op symmetrische wijze ten opzichte van het symmetrievlak 2 aan de onderzijde van de balk 29 twee hydraulische cylinders 87 verzwenkbaar bevestigd om een loodrecht op het symmetrievlak 2 gelegen zwenkas 88. Het onderste uiteinde van de zuigerstang van 15 elke hydraulische cylinder 87 is om een evenwijdig aan de zwenkas 88 gelegen zwenkas 89 verzwenkbaar bevestigd aan de bovenzijde van.de steunbalk 50 van de rol 59· De beide hydraulische cylinders 87 zijn vanuit de cabine 27 bedienbaar.At the bottom of the beam 29, two hydraulic cylinders 87 are pivotally mounted about a pivot shaft 88 perpendicular to the symmetry plane 2 at the bottom end of the piston rod, in a symmetrical manner with respect to the symmetry plane 2 at the bottom of the beam 29. each hydraulic cylinder 87 is pivotally mounted about a pivot axis 89 located parallel to the pivot axis 88 to the top of the support beam 50 of the roller 59. The two hydraulic cylinders 87 are operable from the cabin 27.

Tijdens bedrijf worden de aandrijfbare voorwielen 35 20 en de aandrijfbare achterwielen 40 als volgt aangedreven.During operation, the drivable front wheels 35 and the drivable rear wheels 40 are driven as follows.

De achterste uitgaande as van de aandrijfmotör 14 drijft via de in het samenstel 17 begrepen versnellingsbak 17 (die vanuit de cabine bedienbaar is en zowel een hydrostatische koppelomvoimer als een handgeschakelde tandwielversnellings-bak kan zijn) het in het samenstel 17 opgenomen differentieel aan, dat de in de draagbuizen 23 en 24 gelegen aandrijfassen aandrijft, die ingaande assen van de differentieels 41 vormen. De uitgaande assen 42 drijven via de tussenassen 45 de ingaande assen van de tandwieloverbrenging 32 aan. De tandwiel-30 overbrengingen 32 omvatten conische tandwielen en vormen een haakse overbrenging waarvan de uitgaande as om de hartlijn van de fusees 33 zijn gelegen. Deze uitgaande en neerwaarts gerichte assen drijven via de in de huizen 34 gelegen haakse overbrengingen aan weerszijden van deze huizen 34 gelegen 35 voorwielen 35 aan.The rear output shaft of the drive motor 14 drives the differential included in the assembly 17 via the gearbox 17 included in the assembly 17 (which can be operated from the cab and can be either a hydrostatic torque converter timer or a manual gearbox). drives drive shafts located in the support tubes 23 and 24, which form input shafts of the differentials 41. The output shafts 42 drive the input shafts of the gear transmission 32 via the intermediate shafts 45. The gear 30 transmissions 32 comprise bevel gears and form a right angle gear whose output shaft is located about the axis of the knuckles 33. These outward and downwardly directed axles drive the front wheels 35 located on either side of these housings 34 via the right-angle transmissions located in the housings 34.

De achterste uitgaande as 43 van de differentieels 41 drijven via de tussenassen 46 de ingaande assen 37 van de tandwieloverbrengingen 36 aan, waarvan de in de buizen 38 gelegen uitgaande assen via de tandwielkasten 39 de aan 8204875 - 14 - weerszijden van deze tandwielkasten gelegen paren achterwielen 40 aandrijven· Op deze wijze wordt een gunstige aandrijving in bochten en tevens een compacte aandrijving om één as met aftakkingen naar voor- en achterwielen verkregen.The rear output shaft 43 of the differentials 41 drives via the intermediate shafts 46 the input shafts 37 of the gear transmissions 36, the output shafts of which are located in the tubes 38 through the gearboxes 39, the pairs of rear wheels located on either side of these gearboxes. 40 drive · In this way, a favorable drive in curves as well as a compact drive on one axle with branches to front and rear wheels is obtained.

5 Ten gevolge van de in het samenstel 17 opgenomen differentieel is het mogelijk dat de aan één zijde van het symmetrie-vlak 2 opgestelde aangedreven voor- en achterwielen gemiddeld een andere omwentelingssnelheid hebben dan die aan de andere zijde van het symmetrievlak, terwijl elk der beide differen-10 tieels 41 bewerkstelligen dat de aangedreven voorwielen 35 een verschillende omwentelingssnelheid kunnen bezitten dan de aan dezelfde zijde van het symmetrievlak gelegen aangedreven achterwielen. Dit laatste is vooral van belang indien het draaipunt van de trekker als geheel ten opzichte 15 van de grond dichter bij de achterwielen dan bij de aan dezelfde zijde van het symmetrievlak gelegen voorwielen is gelegen, hetgeen vooral bij grote stuuruitslagen voorkomt. Hierbij treedt uiteraard ook een verschil in de gemiddelde omwentelingssnelheid van voor- en achterwielen aan één .Due to the differential incorporated in the assembly 17, it is possible that the driven front and rear wheels arranged on one side of the symmetry plane 2 have on average a different rotation speed than that on the other side of the symmetry plane, while each of the two Differentiation 41 causes the driven front wheels 35 to have a different revolution speed than the driven rear wheels located on the same side of the plane of symmetry. The latter is especially important if the pivot point of the tractor as a whole with respect to the ground is closer to the rear wheels than to the front wheels located on the same side of the plane of symmetry, which occurs especially with large steering deflections. Obviously there is also a difference in the average rotation speed of the front and rear wheels on one.

20 zijde van het symmetrievlak 2 op ten opzichte van die aan de andere zijde van dit symmetrievlak.20 on the side of the symmetry plane 2 relative to that on the other side of this symmetry plane.

Onder moeilijke terreinomstandigheden treedt veelal het nadeel op dat de voortstuwingskracht die de trekker op de grond kan uitoefenen wordt beperkt door het gedrag van 25 de wielen ten opzichte van de grond. Het deel van het maximaal beschikbaar motorvermogen resp. aandrijfkoppel, dat aan de wielen wordt toegevoerd blijft dan op gedwongen wijze relatief gering, zodat ondanks de hogere beschikbare motor-prestaties geen grotere voortstuwingskracht voor de aange-30 koppelde werktuigen (zoals een ploeg) kan worden verkregen. Door het aanbrengen van de aandrijfbare rol 59 kan worden bereikt dat ten minste een deel van het overige motorvermogen dat aan één of meer aftakassen ter beschikking staat, een toegevoegde voortstuwingskracht kan bewerkstelligen doordat 35 de uitsteeksels 54 van de rol 59 diep in de grond kunnen grijpen en op deze wijze een aanzienlijke voortstuwingskracht op de trekleer en op eraan gekoppelde werktuigen kunnen uitoefenen, die toegevoegd wordt aan het aandrijfkoppel van de (slippende) wielen. Omdat gebruik wordt gemaakt van het 8204875 - 15 - aftakasvermogen van de trekker, is de gewenste voortstuwings-kracht niet of minder afhankelijk van de bodemomstandigheden dan die welke via de wielen kan worden uitgeoefend. De aandrijf bare rol 59 wordt door middel van snel losneembare 5 middelen, zoals de gemakkelijk uitneembare zwenkassen 48, aan het gestel gekoppeld en tevens door middel van de snel uitneembare zwenkassen 89 aan de zuigerstangen van de hydraulische cylinders 87· De ingaande as 56 van de tandwieloverbrenging 55 wordt door middel van de tussenas 81 gekoppeld 10 met de uitgaande as 19 die aandrijf baar is met een omwente- * lingssnelheid die evenredig is met die van de wielen 35 en 40. De overbrengingsverhouding van de tandwieloverbrenging 55 is zodanig dat de werkzame omtrekssnelheid van de rol 59 gelijk is aan die van de wielen 35 en 40 (indien juist geen 15 slip zou optreden ) of iets groter. De bestuurder kan vanuit de cabine 27 door middel van bediening van de hydraulische cylinders 87 de rol 59 in de grond drukken waarbij de rol om de zwenkassen 48 neerwaarts zwenkt of indien rolaandrijving niet vereist is, de rol in een niet-werkzame stand boven de 2Ó grond heffen·Under difficult terrain conditions the disadvantage often occurs that the propulsive force that the tractor can exert on the ground is limited by the behavior of the wheels with respect to the ground. The part of the maximum available engine power resp. driving torque applied to the wheels then remains relatively low in a forced manner, so that despite the higher available engine performance, greater propulsion power for the coupled implements (such as a plow) cannot be obtained. By arranging the drivable roller 59 it can be achieved that at least a part of the remaining engine power available to one or more PTO shafts can effect an added propulsion force because the protrusions 54 of the roller 59 can engage deeply in the ground and in this way be able to exert a considerable propulsive force on the tensile leather and on implements coupled to it, which is added to the driving torque of the (skidding) wheels. Because the tractor's PTO power 8204875 - 15 is used, the desired propulsion force is not or less dependent on the ground conditions than that which can be applied via the wheels. The drivable roller 59 is coupled to the frame by means of quickly detachable means, such as the easily removable pivot shafts 48, and also by means of the quickly detachable pivot shafts 89 to the piston rods of the hydraulic cylinders 87. The input shaft 56 of the gear transmission 55 is coupled by means of the intermediate shaft 81 to the output shaft 19 which is drivable at a rotation speed proportional to that of the wheels 35 and 40. The gear ratio of the gear transmission 55 is such that the operating peripheral speed of the roller 59 is equal to that of the wheels 35 and 40 (if just no slip should occur) or slightly larger. The operator can press the roller 59 into the ground from the cabin 27 by operating the hydraulic cylinders 87, the roller pivoting downwards about the pivot shafts 48 or, if roller drive is not required, the roller in an inoperative position above 2 °. raise ground

De voorste aftakas 75 en de achterste aftakas 77 zijn met een omwentelingssnelheid aandrijf baar die evenredig is met het motortoerental en dienen voor het aandrijven van aan een voorste hefinrichting resp. aan de achterste hefin-25 richting 65 bevestigde werktuigen. De voorste aftakas 74 en de achterste aftakas 79 die evenredig met de rijsnelheid aan-1 drijfbaar zijn, kunnen aan de voorste driepuntshefinrichting, resp. aan de achterste driepuntshefinrichting 65 gekoppelde voortstuwingsinrichtin^a aandrijven die vergelijkbaar zijn 30 met de rol 59» maar die bijvoorbeeld uitgevoerd kunnen zijn in de vom van een grondfrees. Op deze wijze is het mogelijk om het aan de aftakassen beschikbare vermogen te benutten . voor het verkrijgen van een nog grotere toegevoegde voort- stuwingskracht dan die van de rol 59 alleen.The front PTO 75 and the rear PTO 77 are drivable at a speed of revolution proportional to the engine speed and serve to drive a front linkage, respectively. attachments attached to rear linkage in direction 65. The front PTO 74 and the rear PTO 79, which can be driven in proportion to the driving speed, can be mounted on the front three-point hitch, respectively. drive propulsion device coupled to the rear three-point hitch 65 which are similar to roller 59 but which may be, for example, in the form of a rotary cultivator. In this way it is possible to use the power available at the PTO shafts. to obtain an even greater added propulsion power than that of the roller 59 alone.

35 Tijdens bedrijf kunnen de vier achterwielen 40 als geheel, samen met de dwarsbalk 10, om de hartlijn van de buis 6 verzwenken ten opzichte van de pijpen of buizen 3 die het overige deel van de trekker inclusief de voorwielen 35, afsteunen. Hierdoor wordt bereikt dat op oneffen terrein alle 8204875 - 16 - wielen steeds een gelijkmatige gronddruk bezitten.During operation, the four rear wheels 40 as a whole, together with the cross beam 10, can pivot about the center line of the tube 6 with respect to the pipes or tubes 3 supporting the remaining part of the tractor, including the front wheels 35. This ensures that on uneven terrain all 8204875 - 16 wheels always have an even ground pressure.

De gewichtsverdeling van de trekker is zodanig dat ongeveer 2/3 van het trekkergewicht op de voorwielen en 1/3 ervan op de achterwielen rust. Doordat de trekker acht wie-5 len bezit die bij voorkeur voorzien zijn van lagedrukbanden die een breed aanlegvlak op de grond bezitten, wordt het trekkergewicht over een groot oppervlak verdeeld, zodat de gronddruk onder de wielen relatief gering is, zodat verslechtering van de bodemstructuur grotendeels wordt voor-10 komen. Indien het rijden met acht wielen niet vereist is, kunnen de buitenste voorwielen 35 en de binnenste voorwielen 40 of de binnenste voorwielen 35 en de buitenste achterwielen 40 worden afgenomen, zodat - gezien in de rijrichting - de overgebleven wielen niet in het zelfde wielspoor lopen ter 15 vermindering van bederf van grondstructuur per wielspoor.The weight distribution of the tractor is such that approximately 2/3 of the tractor weight rests on the front wheels and 1/3 of it on the rear wheels. Because the tractor has eight wheels, which are preferably equipped with low-pressure tires that have a wide contact surface on the ground, the tractor weight is distributed over a large area, so that the ground pressure under the wheels is relatively low, so that deterioration of the soil structure is largely will be for-10. If driving with eight wheels is not required, the outer front wheels 35 and the inner front wheels 40 or the inner front wheels 35 and the outer rear wheels 40 can be removed, so that - when viewed in the direction of travel - the remaining wheels do not run in the same wheel track. 15 reduction of spoilage of soil structure per wheel track.

Gezien in vooraanzicht beslaat de breedte van de cabine 27 ongeveer de afstand tussen de buitenvlakken van de binnenste voorwielen. De vloer van de cabine is geheel vlak en is hoger gelegen dan de bovenkant van de achterwielen en 20 ligt althans ten dele boven de bovenzijde van het huis van het samenstel 17 van de versnellingsbak en differentieel.Seen in front view, the width of the cabin 27 approximately covers the distance between the outer surfaces of the inner front wheels. The floor of the cab is completely flat and is higher than the top of the rear wheels and 20 is at least partially above the top of the housing of the gearbox 17 assembly and differential.

Het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 5 toont in principe dezelfde opbouw van de trekker. De voor- en achterwielen bezitten een diameter van ongeveer 100 cm. De in zij-25 aanzicht stompe hoek tussen de wieldragers 12 en de buizen 3 en 6 is in dit uitvoeringsvoorbeeld groter dan in het vorige uitvoeringsvoorbeeld, zodat van een afzonderlijke tandwieloverbrenging 36 tussen de tussenassen 46 en de tandwielkasten 39 kan worden af gezien en worden vervangen door de 30 achterste universele koppeling van deze tussenassen.The exemplary embodiment according to Fig. 5 basically shows the same construction of the tractor. The front and rear wheels have a diameter of about 100 cm. The side obtuse angle between the wheel carriers 12 and the tubes 3 and 6 is greater in this exemplary embodiment than in the previous exemplary embodiment, so that a separate gear transmission 36 between the intermediate shafts 46 and the gearboxes 39 can be omitted and replaced by the 30 rear universal coupling of these intermediate shafts.

-Conclusies- 8204875-Conclusions- 8204875

Claims (48)

1. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor landbouwdoeleinden met voor- en achterwielen met het kenmerk, dat - gezien in zijaanzicht - tussen een voorwielas en een achteras zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde 5 van de trekker een differentieelaandrijving is aangebracht.A tractor or similar vehicle intended for agricultural purposes with front and rear wheels, characterized in that - seen in side view - a differential drive is arranged between a front wheel axle and a rear axle on both the left and right side of the tractor. 2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk der beide differentieelaandrijvingen aan een einde van een aandrijfbare, dwars op de rijrichting van de trekker gelegen as is aangebracht.Tractor according to claim 1, characterized in that each of the two differential drives is arranged at one end of a drivable axle transverse to the direction of travel of the tractor. 3. Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat vanuit elk der differentieelaandrijvingen ten minste één voorwiel en ten minste één achterwiel van de trekker aandrijfbaar zijn, die nabij één zijde van de trekker zijn gelegen.Tractor according to claim 1 or 2, characterized in that at least one front wheel and at least one rear wheel of the tractor can be driven from each of the differential drives, which are located near one side of the tractor. 4. Trekker volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het voorwiel én het achterwiel door middel van een van universele koppelingen voorziene tussenas vanuit de differentieelaandrijving aandrijfbaar zijn.4. Tractor according to claim 3, characterized in that the front wheel and the rear wheel can be driven from the differential drive by means of an intermediate shaft provided with universal couplings. 5. Trekker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 20 de tussenas telescopisch uitschuifbaar is uitgevoerd.Tractor according to claim 4, characterized in that the intermediate shaft is telescopically extendable. 6. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat beide differentieelaandrijvingen vanuit een derde differentieelaandrijving aandrijfbaar zijn.Tractor according to one of the preceding claims, characterized in that both differential drives can be driven from a third differential drive. 7. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat aan de dwars op de rijrichting gelegen as ten minste drie differentieelaandrijvingen zijn aangebracht.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that at least three differential drives are arranged on the transverse axis of the direction of travel. 8. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor landbouwdoeleinden met voor- en achterwielen, met het kenmerk, dat aan de dwars op de rijrichting gelegen as ten minste drie 30 differentieelaandrijvingen zijn aangebracht.Tractor or similar vehicle intended for agricultural purposes with front and rear wheels, characterized in that at least three differential drives are mounted on the transverse axis of the driving direction. 9. Trekker volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de dwars op de rijrichting gelegen as tussen de draaiings-assen van de v<5<5r- en achterwielen is gelegen.Tractor according to claim 7 or 8, characterized in that the axle located transversely to the direction of travel is located between the rotary axes of the v <5 <5r and rear wheels. 10. Trekker volgens een der conclusies 2-9, met 35 het kenmerk, dat de dwars op de rijrichting gelegen as ten opzichte van het trekkergestel een onveranderlijke stand bezit. 8204875 - 18 -10. Tractor as claimed in any of the claims 2-9, characterized in that the axis transverse to the direction of travel has an unchangeable position relative to the tractor frame. 8204875 - 18 - 11. Trekker volgens een der conclusies 2-10, met het kenmerk, dat de dwars op de rijrichting gelegen as met een omwentelingssnelheid aandrijfbaar is die evenredig is met de rijsnelheid.Tractor according to any one of claims 2-10, characterized in that the transverse axis of the driving direction is drivable at a speed of revolution proportional to the driving speed. 12. Trekker volgens een der conclusies 4 - 11, met het kenmerk, dat de tussenassen zich althans in bovenaanzicht ongeveer evenwijdig aan de rijrichting uitstrekken.Tractor according to any one of claims 4 to 11, characterized in that the intermediate shafts extend at least in plan view approximately parallel to the direction of travel. 13. Trekker volgens een der conclusies 4-12, met het kenmerk, dat voor de aandrijving van voor- en achter- 10 wielen vier tussenassen zijn aangebracht.13. A tractor according to any one of claims 4-12, characterized in that four intermediate axles are provided for driving the front and rear wheels. 14. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de achterwielen ten opzichte van een aan de aandrijfmotor gekoppelde versnellingsbak om een in de rijrichting gelegen as verzwenkbaar zijn.Tractor according to one of the preceding claims, characterized in that the rear wheels are pivotable about an axis located in the direction of travel relative to a gearbox coupled to the drive motor. 15. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aan de aandrijfmotor van de trekker gekoppelde versnellingsbak een traploos verstelbare koppel-omvormer omvat.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that a gearbox coupled to the tractor drive motor comprises a continuously adjustable torque converter. 16. Trekker volgens een der conclusies 1 - 14, met 20 het kenmerk, dat een aan de aandrijfmotor van de trekker gekoppelde versnellingsbak een trapgewijs instelbare koppel-omvormer omvat.16. Tractor according to any one of claims 1 - 14, characterized in that a gearbox coupled to the tractor drive motor comprises a stepped adjustable torque converter. . 17. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het huis van de versnellingsbak één 25 differentieelaandrijving omvat door middel waarvan zowel een voorwiel als een achterwiel aandrijfbaar is.. 17. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the housing of the gearbox comprises one differential drive, by means of which both a front wheel and a rear wheel can be driven. 18. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voor de versnellingsbak gelegen aan-drijfmotor van de trekker gezien in zijaanzicht in hoofdzaak 30 boven de voorwielen is opgesteld.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the drive motor of the tractor located in front of the gearbox is positioned substantially above the front wheels when viewed in side view. 19. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, gezien in zijaanzicht, tussen een voorwiel en een achterwiel een aandrijfbare en op de grond af-steunbare rol is aangebracht.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that, seen in side view, a drivable and ground-supporting roller is arranged between a front wheel and a rear wheel. 20. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor land bouwdoeleinden met voor- en achterwielen, met het kenmerk, dat, gezien in zijaanzicht, tussen een voorwiel en een achterwiel een aandrijfbare en op de grond af steunbare rol is aangebracht. 8204875 Λ - 19 -20. Tractor or similar vehicle intended for agricultural purposes with front and rear wheels, characterized in that, seen in side view, a drivable and ground-supporting roller is arranged between a front wheel and a rear wheel. 8204875 Λ - 19 - 21. Trekker volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de rol voorzien is van puntige uitsteeksels die bestemd zijn om in de grond te worden gedrukt.Tractor according to claim 19 or 20, characterized in that the roller is provided with pointed projections intended to be pressed into the ground. 22. Trekker volgens een der conclusies 19-21, met 5 het kenmerk, dat de rol om een dwars op de rijrichting gelegen as aandrijfbaar is.Tractor according to any one of claims 19-21, characterized in that the roller is drivable about an axis transverse to the direction of travel. 23. Trekker volgens een der conclusies 19 - 22, met het kenmerk, dat de rol hydraulisch ten opzichte van het overige deel van de trekker op en neer beweegbaar is.Tractor according to any one of claims 19 - 22, characterized in that the roller can be moved up and down hydraulically relative to the other part of the tractor. 24. Trekker volgens een der conclusies 19 - 23, met het kenmerk, dat de rol met behulp van een snelsluiting, zoals een pen, van het overige deel van de trekker afneembaar en bevestigbaar is.A tractor according to any one of claims 19 to 23, characterized in that the roller can be removed and attached from the remaining part of the tractor by means of a quick-release closure, such as a pin. 25. Trekker volgens conclusie 23 of 24, met het ken-15 merk, dat de rol door middel van een snelsluiting, zoals een pen, van een hydraulische cylinder losneembaar en bevestigbaar is.25. A tractor according to claim 23 or 24, characterized in that the roller is detachable and attachable from a hydraulic cylinder by means of a quick-release closure, such as a pin. 26. Trekker volgens een der conclusies 19 - 25, met het kenmerk, dat de werkzame breedte van de rol groter is 20 dan de afstand tussen de het dichtst bij elkaar gelegen, aan weerszijden van een verticaal langs symmetrie vlak van de trekker opgestelde achterwielen.26. A tractor as claimed in any one of claims 19 to 25, characterized in that the effective width of the roller is greater than the distance between the rear wheels closest to each other, arranged on either side of a vertical wheels symmetrical plane of the tractor. 27. Trekker volgens een der conclusies 19 - 26, met het kenmerk, dat de rol onder het trekkergestel en nabij de 25 achterwielen is opgesteld.27. A tractor as claimed in any one of claims 19 to 26, characterized in that the roller is arranged under the tractor frame and near the rear wheels. 28. Trekker volgens een der conclusies 19 - 27» met het kenmerk, dat de rol, gezien in zijaanzicht, om een ongeveer in het midden van de trekker gelegen zwenkas scharnier-baar is.28. Tractor according to any one of claims 19-27, characterized in that the roller, when viewed in side view, is pivotable about a pivot axis located approximately in the middle of the tractor. 29. Trekker volgens een der conclusies 19 - 28, met het kenmerk, dat de rol aandrijfbaar is door middel van een aftakas van de trekker die aandrijfbaar is met een omwente-lingssnelheid welke evenredig is met de rijsnelheid.Tractor according to any one of claims 19-28, characterized in that the roller is drivable by means of a PTO of the tractor which is drivable at a speed of rotation proportional to the driving speed. 30. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de diameter van een voorwiel en van een achterwiel ongeveer 100 cm. bedraagt en op de voorwielen ongeveer 2/3 van het trekk erge wicht 'rust.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the diameter of a front wheel and of a rear wheel is approximately 100 cm. and rests on the front wheels about 2/3 of the tractive weight. 31. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor landbouwdoeleindenmet voor- en achterwielen, met het kenmerk, 8204875 - 20 - dat de diameter van een voorwiel en van een achterwiel ongeveer 100 cm. bedraagt en op de voorwielen ongeveer 2/3 van het trekkergewicht rust.31. A tractor or similar agricultural vehicle having front and rear wheels, characterized in that, 8204875 - 20 - that the diameter of a front wheel and of a rear wheel is about 100 cm. and rests about 2/3 of the tractor weight on the front wheels. 32. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de trekker vier voorwielen en vier achterwielen bezit.32. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has four front wheels and four rear wheels. 33· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van een wiel ongeveer 40 cm. bedraagt. 10Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the width of a wheel is approximately 40 cm. amounts. 10 34* Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat alle wielen aandrijfbaar zijn.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that all wheels are drivable. 35* Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker bestuurbare wielen bezit, die in ten minste één richting over nagenoeg 90° verdraai-15 baar zijn.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has steerable wheels which are rotatable in at least one direction through substantially 90 °. 36. Trekker volgens conclusie 35» met het kenmerk, dat de bestuurbare wielen verdraaibaar zijn door middel van een stuurplaat die in zijaanzicht achter de bestuurbare wielen is gelegen. 2036. A tractor as claimed in claim 35, characterized in that the steerable wheels are rotatable by means of a steering plate which is located in side view behind the steerable wheels. 20 37· Trekker volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat de stuurplaat met elk der bestuurbare wielen door middel van een ongeveer in de rijrichting gelegen stuurstang is verbonden.Tractor according to claim 36, characterized in that the steering plate is connected to each of the steerable wheels by means of a steering rod located approximately in the direction of travel. 38. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de trekker van een bestuurderscabine is voorzien waarvan de vloer vlak is uitgevoerd en hoger dan de bovenzijde van de achterwielen en tevens boven een versnellingsbak van de trekker is aangebracht.38. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor is provided with a driver's cab, the floor of which is level and higher than the top of the rear wheels and also above a gearbox of the tractor. 39. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor land-30 bouwdoeleinden met voor- en achterwielen, met het kenmerk, dat de trekker van een bestuurderscabine is voorzien waarvan de vloer vlak is uitgevoerd en hoger dan de bovenzijde van de achterwielen en tevens boven een versnellingsbak van de trekker is aangebracht.39. Tractor or similar vehicle intended for agricultural purposes with front and rear wheels, characterized in that the tractor is fitted with a driver's cab, the floor of which is level and higher than the top of the rear wheels and also above a gearbox of the tractor is fitted. 40. Trekker volgens conclusie 38 of 39, met het ken merk, dat de cabinevloer in achterwaartse richting enigszins neerwaarts helt.The tractor according to claim 38 or 39, characterized in that the cabin floor slopes slightly downwards in the rearward direction. 41· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, gezien in bovenaanzicht, langs althans ' 8204875 - 21 - één zijde van de cabine een zijplaat is aangebracht die als traptrede en als spatbord dient.Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that, viewed in top view, a side plate is provided along at least one side of the cabin, which serves as a stair tread and as a mudguard. 42. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker vier wielen omvat die een 5 spoorbreedte van ongeveer 250 cm. en vier andere wielen die een spoorbreedte van ongeveer 150 cm. bewerkstelligen.42. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises four wheels which have a track width of approximately 250 cm. and four other wheels that have a track width of about 150 cm. accomplish. 43. Trekker of dergelijk voertuig bestemd voor landbouwdoeleinden met voor- en achterwielen, met het kenmerk, dat de trekker vier wielen omvat die een spoorbreedte van 10 ongeveer 250 cm. en vier andere wielen die een spoorbreedte van ongeveer 150 cm. bewerkstelligen.43. Tractor or similar agricultural vehicle with front and rear wheels, characterized in that the tractor comprises four wheels having a track width of approximately 250 cm. and four other wheels that have a track width of about 150 cm. accomplish. 44. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker ten minste één evenredig met de rijsnelheid aandrijfbare aftakas en ten minste één even- 15 redig met het motortoerental aandrijfbare aftakas omvat.44. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor comprises at least one PTO which is drivable proportional to the driving speed and at least one PTO proportional to the engine speed. 45. Trekker volgens conclusie 44, met het kenmerk, dat de aftakassen zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de trekker zijn aangebracht.45. A tractor as claimed in claim 44, characterized in that the power take-off shafts are arranged both at the front and at the rear of the tractor. 46. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de trekker aan zijn achterzijde van een hefinrichting en aan zijn voorzijde van een aanbouwmogelijk-heid voor werktuigen is voorzien.46. Tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor is provided with a lifting device at its rear and at its front with an attachment option for tools. 47. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk , dat de trekker een driepuntshefinrichting 25 bezit, waarvan de topstang een hydraulische cylinder omvat.47. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the tractor has a three-point lifting device 25, the top link of which comprises a hydraulic cylinder. 48. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat het vermogen van de aandrijfmotor van de trekker ongeveer 60kW bedraagt. -o-o-o-o-o-o- 820487548. A tractor according to any one of the preceding claims, characterized in that the power of the drive motor of the tractor is approximately 60kW. -o-o-o-o-o-o- 8204875
NL8204875A 1982-12-17 1982-12-17 TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES. NL8204875A (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204875A NL8204875A (en) 1982-12-17 1982-12-17 TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
GB08332885A GB2132145B (en) 1982-12-17 1983-12-09 Motor vehicles such as tractors
DE19833345317 DE3345317A1 (en) 1982-12-17 1983-12-15 TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES
FR8320110A FR2537938B1 (en) 1982-12-17 1983-12-15 TRACTOR
IT24229/83A IT1168742B (en) 1982-12-17 1983-12-16 TRACTOR TYPE VEHICLE, PARTICULARLY FOR AGRICULTURE

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204875A NL8204875A (en) 1982-12-17 1982-12-17 TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
NL8204875 1982-12-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204875A true NL8204875A (en) 1984-07-16

Family

ID=19840759

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204875A NL8204875A (en) 1982-12-17 1982-12-17 TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.

Country Status (5)

Country Link
DE (1) DE3345317A1 (en)
FR (1) FR2537938B1 (en)
GB (1) GB2132145B (en)
IT (1) IT1168742B (en)
NL (1) NL8204875A (en)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4804060A (en) * 1986-11-04 1989-02-14 Kubota Limited Frame type tractor
CN108422855A (en) * 2018-05-04 2018-08-21 吉林大学 It is a kind of can pivot stud disaster unit transmission system

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR751714A (en) * 1933-03-01 1933-09-08 Further training in tractors and other vehicles intended for use on varied terrain
GB539253A (en) * 1940-05-13 1941-09-02 William Martin Blagden Major Improvements in or relating to transmission mechanism for motor vehicles
GB656586A (en) * 1948-09-24 1951-08-29 Nat Res Dev Improvements in and relating to transmission mechanism for vehicles
GB788800A (en) * 1955-03-10 1958-01-08 Nicholas Peter Sorrel Straussl Improvements in and relating to motor vehicles or tractors
GB880134A (en) * 1959-02-06 1961-10-18 V E B Getriebewerk Leipzig Improvements in four-axle drives for vehicles
FR1369554A (en) * 1963-07-05 1964-08-14 Benoto Sa Ground grip device for the movement on varied terrain of a vehicle mounted on tires and vehicle with application
GB1060660A (en) * 1963-11-26 1967-03-08 Rolls Royce Improvements relating to motor vehicles
US3711116A (en) * 1971-07-27 1973-01-16 E Campbell Anti-skid attachment for automobiles
NL7408500A (en) * 1974-06-25 1975-12-30 Lely Nv C Van Der TRACTOR.
FR2443367A1 (en) * 1978-12-05 1980-07-04 Pelsy Gilles MACHINE WITH A GEAR WHEEL

Also Published As

Publication number Publication date
IT1168742B (en) 1987-05-20
IT8324229A0 (en) 1983-12-16
GB2132145B (en) 1986-10-15
GB8332885D0 (en) 1984-01-18
DE3345317A1 (en) 1984-06-20
FR2537938B1 (en) 1988-05-20
GB2132145A (en) 1984-07-04
FR2537938A1 (en) 1984-06-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300453A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
US4363374A (en) Tractor
NL1003572C2 (en) Agricultural work tool, in particular a multi-wheeled tedder.
US4585084A (en) Agricultural tractor
US4754826A (en) Tractor for agricultural purposes
NL8300732A (en) TRACTOR, IN PARTICULAR A TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
NL8204875A (en) TRACTOR FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
GB2128150A (en) Agricultural tractor
US1614333A (en) Tractor-propelled lawn mower
NL8203923A (en) TRACTOR OR SIMILAR DRIVE VEHICLE.
NL8500758A (en) TRACTOR.
US6076620A (en) Agricultural machine
US3778987A (en) Windrow rake opening device and one wheel tractor
NL8203381A (en) TRACTOR.
JP2557947B2 (en) Hay weeder
US3672459A (en) Single wheel, self-propelling attachment
NL8204564A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
US3576227A (en) Attachment device for an agricultural machine
NL8204359A (en) TRACTOR, ESPECIALLY FOR AGRICULTURAL PURPOSES.
GB2128147A (en) Agricultural tractor
NL8403484A (en) TRACTOR.
NL8300454A (en) TRACTOR OR SIMILAR VEHICLE.
NL8203382A (en) TRACTOR.
SU1160976A1 (en) Unit for semi-mechanical tobacco harvesting
GB2128149A (en) Agricultural tractor

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed