NL8204867A

NL8204867A - Electromagnetische doseerinrichting met asymmetrische hefbomen.

Info

Publication number: NL8204867A
Application number: NL8204867A
Authority: NL
Original assignee: Douwe Egberts Tabaksfab
Priority date: 1982-12-16
Filing date: 1982-12-16
Publication date: 1984-07-16
Also published as: DE3373702D1; EP0114421A1; EP0114421B1; US4601411A

Description

................... ' a ' "A*.»............................-......h VO 3946 a

Titel; Electromagnetische doseerinrichting met asymmetrische hefbomen.

In het Duitse Gebrauchsmuster no. G 82 31 971.5 van aanvraagster is een inrichting beschreven voor het doseren van vloeistoffen bestaande uit een electromagneet met een boring, geschikt voor het opnemen van een doseerslang met uitstroomventiel, de electromagneet 5 voorzien van een loodrecht op de as staand anker en een eerste en een tweede hefboom, geschikt om een axiale beweging van het anker bij bekrachtiging van de electromagneet om te zetten in een uit hoofdzaak radiale beweging.

Normalerwijs zal voor de beoogde dosering in de daarin be-10 schreven uitvoeringsvorm een doseerslang nodig zijn, die behoudens het ventiel bij de uitstroomopening, ook nog een tweede, op enige afstand daarboven gelegen ventiel moet bezitten. De hefboom of hefbomen drukken dan op het gedeeltevan de slang, dat gelegen is tussen de twee ventielen, om de dosering te bewerkstelligen. Aan het bovenventiel 15 kleven een aantal nadelen. In de eerste plaats moet het een grote gevoeligheid bezitten, daar de vulling van het gedeelte van de slang tussen de twee ventielen, telkens nadat een dosering heeft plaatsgevonden, geschiedt door het .terugveren van de elastische wand. Een tweede nadeel is dat de slang bij in gebruikneming vanuit het reservoir met vloeistof 20 waaraan de doseerslang bevestigd is, geheel gevuld moet zijn, waarbij de lucht geheel verdrongen moet worden. Dit kan op twee manieren geschieden: door vulling tijdens produktie en vulling van het reservoir of door een bijzondere ventielconstructie (zoals bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvrage no. 82 200 635.9 van aanvraagster, fig. 6). 25 Beide methoden brengen een extra complicatie mede bij de productie van reservoir en doseerslang.

Doel van de onderhavige aanvrage is het tweede ventiel overbodig te maken, met behoud van de voordelen van de inrichting volgens voomoemd Gebrauchsmuster no. G 82 31 971.5.

30 Volgens de uitvinding wordt nu verschaft een inrichting voor het doseren van vloeistoffen bestaande uit een electromagneet met een in axiale richting verlopende uitsparing geschikt voor het opnemen van een doseerslang met uitstroomventiel, de electromagneet voorzien van een loodrecht op de as staand anker en een eerste en een tweede hefboom ge- 8204867 -2- schikt om een axiale beweging van het anker bij bekrachtiging vein de electromagneet om te zetten in een in hoofdzaak radiale beweging, daardoor gekenmerkt dat de eerste hefboom bij een axiale beweging van het anker een in de uitsparing aangebrachte slang geheel dichtknijpt bij 5 een eerste locatie en de tweede hefboom bij een verdere axiale beweging van het anker een in hoofdzaak in radiale richting deformerende druk uitoefent op deze doseerslang bij.een tweede locatie gelegen tussen de eerste locatie en het uitstroomventiel.

Een mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de aan-10 vrage zal nu aan de hand van de figuren 1 en 2 worden beschreven. In de langsdoorsnede van fig. 1 wordt de toestand aangegeven bij bekrachtiging van de electromagneet waarin zich een doseerslang bevindt. Fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

Met 1 is de spoel aangegeven van de electromagneet, welke 15 spoel gevat is in een huis 2 van ferromagnetisch materiaal. Het anker is aangegeven met 3. Over het anker bevindt zich een deksel 4, bij 5 bevestigd aan het huis 2. Het anker 3 is voorzien van een stelschroef 6 met borgmoer 7. in een uitsparing van het anker, bevindt zich een veer 8, inwerkend op een daaraan vastzittende aandrukplaat 9. De bovenste 20 hefboom 10 is draaibaar om de as 11, bevestigd aan het huis 2. Deze hefboom 10 is aan het uiteinde voorzien van twee rollen 24, draaibaar om de as 25. De onderste hefboom 12 is draaibaar om de as 13, eveneens bevestigd aan het huis 2. Bij 14 zien wij de locatie van de slang 15 waar deze door de hefboom 10 wordt dichtgedrukt door het aantrekken van 25 het anker 3. Het dichtdrukken van de slang 15 bij de locatie 14 geschiedt tegen een aandrukplaat 16, die middels gleuven 26 ingeschoven is in het huis 2. De veer 8 maakt het mogelijk dat bij het dichtknijpen van de slang bij de locatie 14 het anker nog verder aangetrokken kan worden. Daarbij stuit de stelschroef 6 op de korte arm van de hefboom 30 12. De lange arm van deze hefboom 12 is voor het hier aangegeven bijzondere geval voorzien van aandrukplaat 17, scharnierend om de as 18, bevestigd aan de lange arm van 12. Met 19 is het reservoir met vloeistof aangegeven dat middels een stijf koppelingstuk 20 verbonden is met de slang 15. Deze slang is aan de onderzijde voorzien van een naar buiten openende 35 terugslagklep (niet getekend). Voor het instellen van de doseerhoeveel-heid kan het afsluitdopje 22 uit deksel 4 worden gehaald, waarna de stel-sthroef 6 kan worden verdraaid na losdraaien van de borgmoer 7.

8204867 -3- iet··......;;;......................................<0

Met 21 zijn nog drukveertjes aangegeven waarmede het terugkomen van het anker tot ruststand wordt bewerkstelligd, wanneer de electromagneet niet bekrachtigd wordt.

De zo juist beschreven uitvoeringsvorm is geschikt om met een 5 of weinig keren bekrachtiging van de electromagneet het per dosering gewenste volume te doseren. Bij het pulserend doseren, zoals beschreven in de Europese octrooiaanvrage 82 200 635.9 van aanvraagster moeten per consumptie eenheid vele kleine hoeveelheden vloeistof snel worden uitgestoten. De uitdrukplaat 17 wordt dan overbodig.

10 Daarbij is het ook van belang dat de radiale beweging van de punt van de hefboom 10 bij de locatie 14 klein gehouden wordt. Dit is mogelijk door een zodanige vormgeving dat. in rusttoestand, d.w.z. wanneer de electromagneet niet bekrachtigd wordt en het anker dus niet aangetrokken, de hefboom door begrenzing naar boven van de slag van het anker de slang 15 reeds voor een belangrijk stuk ingedrukt is. Deze begrenzing kan b.v. verkregen worden door een wig 23. Bij het inbrengen van de slang bevindt zich deze wig in de aangegeven positie. Na het inbrengen van de slang wordt de wig ingedrukt, waarbij deze zich vastklemt.

Ter vergemakkelijking van het dichtknijpen kan men een 20 doseerslang gebruiken die bij de locatie 14 een geringere doorsnede en/of wanddikte heeft dan het gedeelte waar de druk uitgeoefend wordt door de hefboom 12. In dit laatste gedeelte immers moet de slang zich vullen door de elasticiteit van de wand.

In het bovenstaande is een uitvoeringsvorm beschreven waarbij 25 de electromagneet een centrale boring voor het opnemen van de doseerslang bezit. Andere uitvoeringsvormen zijn uiteraard mogelijk, zoals bijvoorbeeld in dwarsdoorsnede loodrecht op de lange as schematisch aangegeven in fig. 3. Daarbij is de spoel aangeduid met 101, het hoefij zervormige huis van ferromagnetisch materiaal, met 102, een kern 30 eveneens van ferromagnetisch materiaal met 103. Tussen de "poten" van de: hoefijzervormige electromagneet zijn de hefbomen aangegeven met 104 en 105, terwijl bij 106 de slang te zien is. Het anker heeft dezelfde hoefijzervoxm als de electromagneet.

8204867

Claims

1. Inrichting voor het doseren van vloeistoffen bestaande uit een electromagneet, met een in axiale richting verlopende uitsparing geschikt voor het opnemen vin een doseerslang met uitstroomventiel, de electromagneet voorzien van een loodrecht op de as staand anker 5 en een eerste en een tweede hefboom geschikt om een axiale beweging van het anker bij bekrachtiging van de electromagneet om te zetten in een in hoofdzaak radiale beweging, daardoor gekenmerkt, dat de eerste hefboom bij een axiale beweging van het anker de in de uitsparing opgenomen doseerslang geheel dichtknijpt bij een eerste locatie en de tweede 10 hefboom bij een verdere axiale beweging van het anker een in hoofdzaak in radiale richting deformerende drukt uitoefent op de doseerslang bij een tweede locatie, gelegen tussen de eerste locatie en het uitstroomventiel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zij voor-15 zien is van een doseerslang bestaande uit een slap gedeelte bij de eerste locatie en een stug gedeelte bij de tweede locatie. 8204867