NL8203634A - Verlichtingsarmatuur. - Google Patents

Description

.................... ' -* ..........'.........·.............W"·.......' ............ ' ί1 ; ' f * ) J * 70 37^8

Betre ft: Verli cbtingsarmatuur.

De uitvinding heeft- betrekking op een verlichtingsarmatuur met een houder voor buisvormige lampen of lampballonnen en een transparent deksel, dat door de bonder wordt ondersteund.

Bij bet gebruik van een elektrische armatuur met buisvormige 5 lampen of ballonlampen in de open lucht dient men met een aantal fac-toren rekening te houden opdat de armatuur op een bevredigende wijze zal werken. In de eerste plants dienen de buisvormige lampen of ballon-nen tegen veer en wind waaronder regen en grote vocbtigheid, eventueel in combinatie met wisselende:temperaturen, tezamen met sterke winddruk, 10 toevallige drukbelastingen, slagen en dergelijke te worden beveiligd.

Meer in bet bij zonder kunnen zicb grote problemen voordoen bij armaturen met buisvormige lampen, velke aan boord van scbepen, op olie- en gas-booreilanden en soortgelijke plantsen, waar bet gevaar van gasexplosie aanwezig is, worden toegepast. Verder kunnen zicb grote problemen voor-15 doen in die gevallen, waarin de armatuur in een ondergedompelde toe-stand b.v. ondergedompeld in een reservoir moet worden gebruikt.

Het is duidelijk, dat daar vraag bestaat naar waterdicbte en gasdicbte afdichtingen tussen onderdelen, die de buisvormige lampen of ballonnen omgeven om bet binnendringen van vocbt en explosief ge-20 vaarlijk gas naar de buisvormige lampen of ballonnen te beletten. Tegelijkertijd is bet nodig, dat eventuele explosies in de armatuur zicb niet kunnen voortplanten naar de explosief gevaarlijke atmosfeer die de armatuur omgeeft. Voorts is bet nodig, dat een voldoend robuuste constructie wordt verscbaft, die in staat is om weerstand te bieden 25 aan de invloed van weer en wind, zonnewarmte, toevallige scbokken en trillingen aan boord van schepen en dergelijke. Verder dienen buisvormige lampen of ballonnen op eenvoudige wijze ter plaatse van het gebruik te kunnen worden vervangen zonder dat daarbij het gevaar van lek van vocbt en/of gas naar be nieuw geinstalleerde buisvormige lampen 30 of ballonnen optreedt.

Een conventionele constructie van een bonder voor buisvormige lampen omvat een montageplaat, die zicb evenwijdig aan de buisvormige lampen uitstrekt, waarbij contactorganen van de buisvormige lampen en 8203634

ϊ X

- 2 - • bijbehorende buisvormige lampen zich in laterale ridating naar buiten nit de· plaat uitstrekken. De montageplaat wordt ondersteund in een star, omgekeerd komvormig· of omgekeerd trogvormig deksel, dat de buisvormige lamp of dampen tezamen met de montageplaat aan de bovenzijde 5 daarvan bedekt, terwijl een transparante afsluiting, welke een komvor-mige of trogvormige constructie bezit, de buisvormige lamp of lampen . tezamen met deomontageplaat aan de onderzijde afdekt. Tengevolge van de langwerpige afdichtvlakken tussen het deksel en de afsluiting is het in bet algemeen lastig een uniforme en betrouwbare afdi dating te 10 verkrijgen. Bit wordt verder gecompliceerd gemaakt doordat een groot aantal bevestigingsorganen nodig is, welke eis leidt tot verdere moei-l'ijkheden bij een eenvoudige vervanging. van de buisvormige lampen.

Bij een andere bekende constructie, welke aan boord van sebepen en op andere vrije plaatsen wordt toegepast, wordt gebruik 15 gemaakt van een pijpvormig, transparantombulsel, dat tezamen met de buisvormige lamp of lampen'tezamen wordt geknepen tussen twee tegen-over elkaar gelegen basisonderdelen, die contacten voor buisvormige lampen en dergelijke ondersteunen. De basisonderdelen kunnen afzonder-lijk aan een wand of een andere steun. worden bevestigd. De basis-20 onderdelen kunnen in: een bepaalde mate worden samengekaepen en wel.

in afdichtend kontakt tegen de tussengelegen pijpvormige, transparante afsluiting. De basisonderdelen kunnen bijvoorbeeld-tegen elkaar worden vastgeklemd door middel van zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende staven, die tezamen met de basisonderdelen stijve, uitwendige steun-25 organen voor de.afsluiting en de opgesloten buisvormige lamp of lampen vormen. Door middel van moeren en/of regelschroeven, kan bet afdicbtende kontakt tussen de basisonderdelen en de afsluiting worden geregeld.

Bij vervanging van een buisvormige lamp is het een lastige taak de afsluiting van de basisonderdelen los te maken en is bet nog moeilijker 30 de afsluiting weer met de gewenste nauwkeurige afdicbting tussen de onderdelen op zijn plaats te brengen. Meer in bet bijzonder doen zicb problemen voor bij een vervanging van buisvormige lampen in open zee, waarbij men is blootgesteld aan jweersomstandigheden zoals wind, en eventueel tegelijkertijd aan koude en zware zee." 35 Een bekende constructie voor bouders voor een enkele ballon bestaat uit een basisonderdeel waaraan de ballon op een beschermde wijze 8203634 * i - 3 - . .

binnen een buxtenste glasballon tan worden bevestigd, welke laatste met schroefdraad aan bet basisonderdeel kan worden bevestigd. Door bet gebruik van een aantal dampen in eenzelfde armatuurv doen zicb problemen voor bij bet verkrijgen van een voldoende bescherming van 5 de lampen vanneer deze gemakkelijk toegankelijk moeten zijn voor . vervanging.

De uitvinding beoogt met bebulp van eenvoudige middelen een eenvoudige demontage en montage van de afsluiting en bet verzekeren van een doeltreffende afdicbting tussen de afsluiting en naastgelegen 10 onderdelen. Voorts beoogt de uitvinding te voorzien in een robuuste eonstructie met gering gewicht' en met de mogelijkbeid tot een goedkope vervaardiging.

Daartoe omvat een liebtarmatuur volgens de uitvinding een bouder, welke een lampinricbting ondersteunt, een transparent buis, 15 dat de lampinrichting omgeeft en.ook door de bouder- wordt ondersteund, en een basisonderdeel, dat bestemd is om aan een permanente steun te worden bevestigd, aan welke basisonderdeel de bouder en bet buis zijn bevestigd*, waarbij bet buis de vorm beeft van een langverpig vat en bestemd is om slecbts aan bet ene open uiteinde daarvan te· vorden 20 bevestigd,,. terwijl bet in tenminste een gebied axiaal in de opening * van bet vat wordt ondersteund.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de lamp— inriebting uit tenminste een buisvormige lamp of een reeks balonlampen, waarbij de bouder aan de tegenover-gelegen uiteinden daarvan kontakt-. 25 organen voor bet ondersteunen van de buisvormige lamp ondersteunt, ter- vijl de bouder daartussen vrij in een in boofdzaak borizontale positie van de ballonnen hangt, waarbij de bouder is voorzien van een starre, zelfdragende steunbalk, die met vrij uiteinde vanaf bet bevestigde ene uiteinde daarvan uitsteekt en waarbij de tenminste ene buisvormige 30 lamp en de ballonlampen zicb evenwijdig aan1 of over de steunbalk uit-strekken en bet buis de steunbalk. omgeeft en bestemd is om bij de opening daarvan bij bet binnenste uiteinde van de steunbalk te worden bevestigd.

Door de steunbalk van de armatuur uit te voeren als een starre, 35 zelfdragende eonstructie, die vrij naar buiten vanuit bevestigings- iliii......

8203634 ί - if - organen aan het genoemde ene uiteinde daarvan uitsteekt, is het mogelijk een huis of afsluiting van. langverpige vorm op zijn plaats aan de bij-beborende.bevestigiagsorganen op een betrekkelijk eenvoudige wijze te bevestigen, zodat op een eenvoudige wijze een betrouvbare afdichting 5 tussen. de onderdelen kan vorden verkregen. Een dergelijke gunstige wijze van bevestigen vordt mogelijk gemaakt tengevolge van het gebruik van een langverpige, vatvormende afsluiting, welke slechts aan bet ene uiteinde daarvan behoeft te worden bevestigd, vaarbij de steunbalk een ondersteuning en geleiding voor de afsluiting in axiale richting binnen 10 de opening van bet vat vormt. Het buis kan derbalve op een betrouwbare wijze op de steunbalk tijdens bet aanbrengen en vervijderen van de afsluiting worden geregeld en ondersteund' zonder dat bet daarbij nodig is de buisvormige lamp of lampen respectievelijk- de ballonnen aan te raken.- Voorts kan bet buis op 'een overeenkomstig doeltreffende wijze 15 tijdens bet gebruik via de invendige steun worden ondersteund. Op deze wijze is bet. mogelijk bet. buis of de afsluiting-uit betrekkelijk goed-koop materiaal te vervaardigen, dat niet noodzakelijkerwijs een gebeel stijve, zelfdragende constructie beboeft te hebben.

Bij een andere uitvoeringsvorm bezit de houder van de licbt-20 armatuur een scbijfvormig bevestigingsonderdeel, dat bet binnenste uiteinde daarvan vormt en voorzien van kontaktvormende organen, die een U-vormige buisvormige lamp ondersteunen, een recbtboekige pijpstomp, die zich eindsgewijs uit bet bevestigingsonderdeel naar buiten uitstrekt een cilindriscbe steunpijp, welke losneembaar naar bet ene uiteinde 25 daarvan bij een zijde van de stomp is gemonteerd, terwijl. het andere uiteinde daarvan is bevestigd aan een ondersteuningshuls, een gelei-dingsplaat, die tussen beengedeelten van de U-vormige -buisvormige lamp is gemonteerd en ondersnappen passend met de ondersteuningshuls samen-werkt, een geleidingsschijf, die uitvendig op de beengedeelten van de 30 buisvormige lamp past en zelfvergrendelend en door snapwerking passend met de geleidingsplaat samenverkt, waarbij de omtreksvlakken van bet scbijfvormige bevestigingsonderdeel en de geleidingsschijf buitendia-meters bezitten, die in hoofdzaak overeenkomen met de binnendiameter van bet buis, zodat genoemde oppervlakken nauwsluitend tegen bet buis 35 passen.

8203634 - 5- *ί »

De uitvinding zal onderstaand nader vorden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont t fig. 1 een perspectiviseh. aanzicht van eea Iichtarmatuur, die zich met een vrij uiteinde naar buiten nit een bevestiging aan 5 een wand uitstrekt; fig. 2 een dvarsdoorsnede van het openingsgedeelte van het, een vat-vormend huis en bet kontakt daarvan tegen bet voetgedeelte van de lamp; fig. 3 een perspectivisch aanzicht, overeenkomende met dat 10 volgens fig. 1, vaarbij ecbter terwille van de eenvoud het buis en een van twee buisvormige lampen uit de armatuur zijn verwijderd; - fig. 4 een perspectivisch aanziebt van een tweede uitvoerings-vorm. van een Iichtarmatuur; fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoerings-15 vorm van een Iichtarmatuur, welke bestemd is voor een reeks ballonlampen; fig. 6 een perspectivisch aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een basisonderdeel in een bedekte, inactieve positie; i fig. 7 een zij-aanzicht, gedeeltelijk- in doorsnede, van een vierde uitvoeringsvorm van een Iichtarmatuur, waarbij de houder is 20 bestemd voor een U-vormige buisvormige lamp- en bepaalde onderdelen in axiale richting'op een afstand van elkaar zijn weergegeven; ‘ fig. 8 een zij-aanzicht· van de Iichtarmatuur volgens fig. 7, vaarbij de onderdelen van de houder en een bijhehorende buisvormige lamp tezamen zijn gemonteerd, gereed voor montage in een basisonderdeel; 25 fig- 9 een eindaanzicht van de houder van de Iichtarmatuur volgens figuren· J en 8, weergegeven op een vergrote schaal; en fig. 10 een eindaanzicht van een ondersteuningsstelsel, dat tussen de houder van de Iichtarmatuur volgens figuren 7 en 8 en de buisvormige lamp bij de buitenste uiteinden daarvan is gemonteerd.

30 ZoaJLs uit de figuren 1 - k blijkt, pmvat de armatuur 10 een basisonderdeel 11, dat een bij benadering rechthoekig bodemgedeelte bezit. Set basisonderdeel 11 is met bouten 12 via openingen in het vand-gedeelte van het basisonderdeel aan een wand 13 bevestigd. Het basisonderdeel 11 is aan de buitenzijde voorzien van een in axiale richting 35 naar buiten uitstekend kraaggedeelte met uitwendige schroefdraad 1^, 8203634 -6 - m \ welke samenwerkt met een overeenkomstige inwendige schroefdraad op een klemring 15, die een eindflens 16 (fig. 2) op een,. een vat-vormende afsluiting 17 van transparent materiaal tegen een eindrand 11a van het basisonderdeel fixeert. Tussen de eindrand 11a‘van het basisonderdeel 5 en de eindflens 16 van de afsluiting 17» bevindt zich' een afdichtring 18 (zie fig. 2). De afdichtring 18 kan bijvoorbeeld permanent aan de eindflens 16 van de afsluiting 17 zijn hevestigd, zodat de ring tezamen met de afsluiting 17 van het basisonderdeel 11 kan vorden verwijderd.

In fig. 3 is de armatuur weergegeven nadat de afsluiting 17 10 en de bijbehorende klemring zijn. verwijderd. Uit het basisonderdeel 11 strekt zicheindsgewijs naar buiten een houder 19 met twee paren kontaktorganen 20, 21 voor twee bijbehorende buisvormige lampen uit, waarvan in de tekening slechts de ene buisvormige lamp is weergegeven. Het ene paar kontaktorganen 20 is gefixeerd in openingen in een eerste, 15 een afsluiting vormende schijf 23 op een ondersteuningsbalk 2k, terwijl het andere paar kontaktorganen 21 is gefixeerd op de buitenzijde van een andere, de afsluiting vormende schijf 25 aan het tegenover gelegen, i vrij naar buiten uitstekende uiteinde van de ondersteuningsbalk. De buisvormige lamp is in een horizontale of in hoofdzaak horizontale . 20 positie op gehangen en hangt vrij tussen de tegenover elkaar gelegen uiteinden daarvan, die met de bijbehorende respectieve kontaktorganen 20 en 21 samenwerken. De kontaktorganen 20, die zich door de schijf 23 uitstrekken, zijn bij voorkeur in axiale richting beweegbaar vanuit een buitenste· gebruikspositie tegen de kracht van een drukveer 26 (gestip-25 peld weergegeven) in naar een binnenste, axiaal ingedrukte, inactieve positie voor installatie en verwijdering· van de buisvormige lamp.

Bij de afgebeelde constructie zijn de kontaktorganen 20 niet.draaibaar dat wil zeggen, dat zij uitsluitend in axiale richting beweegbaar zijn en zelf centrerend zijn, terwijl de kontaktorganen 21 noch draaibaar 30 noch axiaal beweegbaar zijn.

De balk 2k- heeft een in het algemeen T-vormige dwarsdoorsnede met een hoofdgedeelte 2ka, dat van openingen 2^b is voorzien, welke vertikale bindingsgedeelten in de balk vormen, tezamen met een bovenste kruisstuk 2kc, dat zich volgens een. rechte 1-ijn (bandvormig) langs het 35 grootste gedeelte van de axiale afmeting van de balk uitstrekt. De balk 8203634 * * - 7 - is aan tegenover elkaar gelegen uiteinden aan de bijbehorende respec-tieve schijven 23 en 25 verankerd. Het hoofdgedeelte 2ba. van. de balk bezit een afnemende hoogte in de lengterichting vande balk, gerekend vanaf de schijf 23 naar de buitenste schijf 25. Bij 2kd vindt men een 5 diagonaal onderdeel tussen de onderste eindrand van de balk 2k en de onderste eindrand van de schijf 25.

Bij de in fig. 3 afgebeelde uitvoeringsvorm vordt de balk 2k . met de bijbehorende- schijven 23 en 25 door gieten van een licht metaal als I4n onderdeel vervaardigd.

10 · In fig. 3 is met een stippellijn een smoorspoel 27, een con- densator 28 en een radioruisfilter 29 aangegeven, velke zijn onder-gebracht in een holte 30, die tussen de schotelvormige bodemgedeelte van het basisonderdeel 11 en.de schijf 23 van de balk is gevormd. De. schijf 23, die door de balk 2k vordt ondersteund, is invendige in het 15 basisonderdeel 11 bevestigd en vordt via een afdichtring (niet afge-c :-1 . beeld) door middel van een of tvee paren bevestigingsschroeven 31 (fig.. 3) tegen een binnenflens 11b (fig. 2) van het basisonderdeel 11 gedrukt. Wanneer de balk 2k via de schijf 23 op het basisonderdeel 2k vordt gemonteerd, vordt de holle ruimte met de elektrische compo-20 nenten 27,. 28, 29 op een fluidum- en gasdichte vijze afgesloten door de schijf 23 en de bijbehorende afdichtring. Een glimontladingsinrich-ting kaa op een eenvoudige vijze vervangbaar aan de naar buiten gerich-te zijde van de schijf 23, juist bij de zijde van de buisvormige lampen 22 vorden bevestigd.

25 In fig. 3 vindt men een ondersteunings- en geleidingsinrich- ting voor het binnenste, gesloten eindgedeelte van de afsluiting 17 bij de omtreksrand van de schijf 25, vaar in secties elastisch mee-gevende bandonderdelen 35 van trillingen absorberend materiaal voor het verzvakken van eventuele trillingshevegingen tussen de afsluiting . 30 17 en de houder 18 bij het gesloten buitenste uiteinde van de afsluiting aanwezig zijn. Bij het centrale gedeelte van de houder hevindt zich een ondersteunings- en geleidingsinrichting voor de afsluiting 17 op de balk 2k en vel op een geschikt niveau boven de bovenzijde van de balk.

De ondersteunings- en geleidingsinrichting vordt gevormd door een '35 eerste convex gebogen uitsteeksel 38, dat zich langs de houder 19 uit- 820 3 6 34 . -.....................................

* ·ν - 8 - strekt, en een tveede convex gebogen uitsteeksel 37» dat zich. over de houder 19 ea over bet uitsteeksel 36 uitstrekt. Iadiea gevenst kuaaea verdere of dergelijke soortgelijke uitsteeksels op de balk 24 op ver-scbilleade afstandea vaa de schijf 23 voor het lokaal geleidea ea 5 oadersteuaea van de afsluitiag 17 -vorden aangebracht".'Op deze vijze kan eea langzame beveging vaa de afsluiting- naar beneden tussen de uiteinden en het vormen van een kontakt -tegen de bovenzijde van de balk of tegen de twee buisvormige lampen vorden belet.· De ondersteunings-en geleidingsinrichting kunnen 00k beletten, dat stoten of drukken op 10 de afsluitiag naar de buisvormige lampen vorden overgedragen.

Bij een andere in fig. k afgebeelde constructie bestaat de balk 124 eveneens uit eea geheel, doch is deze opgebouvd uit tand-vormig materiaal met eea in hoofdzaak I-vormige dvarsdoorsnede. De balk omvat een eerste band 124a, die een bovenste kruisstuk van de 15 balk vormt, en een tveede band 124b, die een onderste kruisstuk van de balk vormt tezamen met eea derde band 124c, die zich.zig-zagsgevijs tussen de-handen -124a, 124b uitstrekt voor het vormen van. het vertikale gedeelte.' Door middel vaa puatlassen 124d of' soortgelijke bevestigings-middelen, vordt de band 124c in bepaalde punten aan de banden 124a, 20 124b bevestigd. De baaden 124a, 124b en 124c vorden op een overeen- komstige vijze door puatlassen of soortgelijke bevestigingsmiddelen aaa de schijven 23 en 25 bevestigd.

Bij een derde constructie vaa de armatuur, veergegeven in fig. 5 is slechts de balk 224 afgebeeld en zijn de afsluitingen enihet 25 basisonderdeel gelijk aan die, velke in de andere constructies zijn afgebeeld, vaarbij deze terville van de eenvoud.zijn veggelaten.

De balk 224 bestaat uit een eerste, bovenste pijpvormige onderdeel 224a en een aader onderste pijpvormige onderdeel 224b, velke onderdelen zijn bevestigd aan drie dvarse, vlakke,. cirkelvormige 30 schijven 223, 225 en 226 via openingen in de schijven, die voor dit doel geschikt zijn. De pijpvormige onderdelen 224a en 224b..vormen tezamen met de schijven 223, 224 en 226 een starre constructie met een uit een geheel bestaaade configuratie. Bij de afgebeelde uitvoerings-vorm zijn de pijponderdelen 224a en 224b verder versterkt door middel 35 van dvarse bandvormige versterkingsonderdelen 227 en 228, die tussen 8203634 0 s* - 9 - e bijbeborende respectieve paren pijpvormige onderdelen 223, 226 ea 226, 225 zijn aangebracht.

Aan elk-van de schijven 223 ea 225 is een paar onderling tegengesteld gerichte, kontaktvormende lamphouders 229 bevestigd, 5 terwijl aan de schijf 226 aan elk van de tegenover elkaar gelegen zijden daarvan een paar lamphouders 230 is bevestigd.Bij 229a en 230a zijn normale ballonlampen aangegeven.

In bet onderste pijpvormig onderdeel 22kb strekken zicb geleiders 231 (gestippeld aangegeven) met bijbeborende aftakkingen 10 naar elk van de houders 229, 230 uit. In bet bovenste pijpvormige onderdeel. 22ka strekt zicb een verwarmingskabel 232 (gestippeld aan- gegeven) of. een overeenkomstig verwarmingselement uit. De keten 232a, 232b van de kabel 232 is tezamen met de keten 231a, 231b van de dampen gekoppeld via een roteerbare- onderbreker 233. In de niet-gekoppelde 15 toestand van de lampen, is de kabel ingeschakeld, terwijl de kabel op een dienovereenkomstige wijze is uitgeschakel'd wartneer de lampen zijn gekoppeld.. Er kan voor worden verzorgd, dat bet effectieve gebruik in i. . . .

de niet-gekoppelde toestand van de lampen betrekkelijk laag is en slecbts voldoende.warmte levert om bet vormen van condens in de ver- 20 licbtingsarmatuur welke zicb in de (niet afgebeelde) afsluiting van de armatuur een weg beeft gebaand, tegen te gaan. De schijf 226 vormt op een wijze, overeenkomende met de uitsteeksels 36, een inwendige steun voor de afsluiting tussen de uiteinden daarvan.

In fig. 6 is een afzonderlijk basis onderdeel 311 afgebeeld, 25 dat in een inactieve positie is bevestigd aan een ondersteuningsvand 313, gereed voor montage van de balk en de bijbeborende afsluiting, onmiddel-lijk voordat dit nodig is. In de afgebeelde inactieve positie, is bet basisonderdeel bedekt met een glasplaat (plexi-glasplaat) 312 in plaats van de afsluiting IT, welke is weergegeven in fig. 2.

30 In een uitgesneden gedeelte van bet basisonderdeel 311 is de bodem 311a van bet basisonderdeel weergegeven,. die een steun-kontakt tegen de wand 313 vormt. Bevestigingsschroeven 31k van bet basisonderdeel strekken zicb door de openingen 315 iu verdikte boek-gedeelten 31'1b van de wanden 311c van bet basisonderdeel uit, waarbij 35 de kop 3lka van de bevestigingsscbroef 31k is verzonken in de opening 8203634 - 10 - 315, zodat het buitenste gedeelte van de- opening met siiiconmateriaal of een soortgelijk afdichtmiddel kan worden afgedicht. Bij de montage van een armatuur kan de glasplaat 312 worden verwijderd en kunnen daarna de balk en de bijhehorende buisvormige lamp of ballonnen tezamen 5 - met de afsluiting op een eenvoudige wijze achtereenvolgens op bun plaats worden gemonteerd. Er zijn maatregelen getroffen voor een open luchtstroomverbinding tussen'de· ruinate binnen het basisonderdeel en de ruinate buiten het basisonderdeel, als bepaald door de afsluiting.

De, een vatvormende afsluiting is bij de afgebeelde uitvoe-10 ringsvorm weergegeven met. een cilindrisch hoofdgedeelte doch kan in de praktijk een andere willekeurige langwerpige, een vatvormende con-figuratie bezitten. In plaats van de twee buisvormige lampen vaarvoor de houder van de in de figuren 1 - 1+ afgebeelde uitvoeringsvormen zijn bestemd, kan de houder worden ontworpen voor het opnemen van een een-15 voudige buisvormige lamp of meer dan de twee buisvormige lampen, als weergegeven. In plaats van de acht ballonnen, weergegeven bij de con-structie volgens fig. 5, kan men een groter of kleiner aantal lampen of buisvormige lampen toepassen, wanneer dit gewenst is.

De ruimte, die in. de afsluiting om de buisvormige lampen of 20 om de ballonnen aanwezig is, kan, indien nodig, worden gevuld met een inert gas met overdruk uit een geschikte bron van inert gas via een leiding, die zieh door de wand 13 en het basisonderdeel 11 uitstrekt.

De ruimte, die tussen het basisonderdeel 11 en het einddeel 23 wordt gevormd, kan op een overeenkomstige wijze met inert gas uit de bron 25 via een leiding door de bodem van het basisonderdeel worden gevuld.

In de figuren 7 - 10 is een houder HOO afgebeeld, welke meer in het bijzonder is bestemd voor een U-vormige buisvormige lamp U01, die in de figuren 8, 9 en 10 gestippeld is aangegeven. Een basisonderdeel ^02 is via bevestigingsschroeven ^03, die in figuur 7 door streep-30 lijnen zijn weergegeven, aan een wandfundering bevestigd. De schroeven ^03 strekken zich door bevestigingsoren kok in een bodemplaat U05 en in een vlak liggende bevestigingsoren Uo6 in een als een afsluiting gevormd basiselement koj uit. Bij het tegenover gelegen uiteinde van het element 1(-07 bevinden zich uitwendige schroefdraden 1+08 voor een 35 klemring, overeenkomende met de ring 15, weergegeven in figuren 1 en 2, 8203634 - π - / door velke ring een, een vatvormende afsluiting, overeenkomende met de afsluiting 17 volgens figuren 1 en 2,. is bevestigd. In het basiselement 1+07 steken in radiale richting near binnen vier diametraal gescheiden oren 1+09 met bijbehorende van schroefdraad voorziene openingen voor 5 list opnemen van een bevestigingsschroef, die in figuur J door een stippellijn 1+10 is aangegeven en vaarvan de schroefkop naar buiten in axiale richting van bet basiselement 1+07 uitsteekt.

: De bonder 1+00 ondersteunt daarin een cirkelvormig bevesti gingsonderdeel 1+11 met vier sleutelgaatvormige openingen 1+12 voor bet 10 opnemen van respectieve sebroefkoppen in een eerste openingsgedeelte 1+12a en voor bet opnemen van respectieve scbroefstelen in een ander naastgelegen openingsgedeelte 1+12b. Het bevestigingsonderdeel 1+11 van de bouder kan derhalve aan oren 1+09 van bet basiselement 1+07 vorden bevestigd via de bijbeborende scbroeven en vel door een axiale ver-15 plaatsing van bet bevestigingsonderdeel in bet basiselement, gevolgd door een boekrotatie over een paar graden t us sen bet bevestigingsonderdeel en de scbroeven 1+10 van de oren 1+09.

i . .

In fig. 7 is de bouder bestemd om m een eerste boekpositie in bet basisonderdeel te vorden gedrukt, tervijl in fig.. 8 de bouder 20 bestemd is om in een andere hoekpositie, over een hoek van 90° ten opzichte van de in fig. 7 afgebeelde boekpositie verscboven, te vorden gedrukt. Nadat bet basisonderdeel aan de vand is bevestigd, kan de bouder in verscbillende hoekposities met intervallen van 90° vorden gefixeerd, zodat de buisvormige lamp 1+01 met bet hoofdvlak in een 25 vertikale of borizontale richting, zoals nodig is, kan vorden ingesteld.

Vanuit het bevestigingsonderdeel 1+11 strekt zich eindsgevijs naar buiten een rechthoekige pijpstomp 1+13 uit, vaarbinnen een smoor-spoel 1+11+ (in fig. 1 .met een stippellijn aangegeven) kan vorden onder-gebracht. De stomp is aan drie van de zijvlakken daarvan voorzien van 30 versterkingsribben 1+15 en is aan bet vierde zijvlak voorzien van tvee onderling· gescheiden oren 1+16, elk met een opening voor bet opnemen van een cilindrische steunpijp 1+17- De steunpijp 1+17 is geamkkelijk losneembaar aan de oren 1+16 bevestigd door middel van bevestigings-schroeven 1+18. Aan bet andere uiteinde van de steunpijp 1+17 is (zie 35 fig. 8) een ondersteuningsbuls 1+19 met een ringvormige groef 1+20 voor 8203634 - 12 - het opnemen van een binnenste openingsrand van de geleidingsplaat 1*21 in snaps amenverking met de toils if-19 bevestigd.. Sadat de buisvormige lamp 1*01 op zi jn plaats in de contactvormende onderdelen 1*22 (in fig. 7» 8 en 9 met stippellijnen aangegeven) op het bevestigingsonderdeel 1*1 1 5 is bevestigd en daaraa een glimlamp 1)-23‘(met een stippellijn in fig. 7 aangegeven) is bevestigd, vordt de geleidingsplaat 1*21. op zijn plaats in de opening tussen de beengedeelten 1*01a en l*01b van de buisvormige lamp 1*01 gedrukt, als aangegeven in fig. 10. Tenslotte vordt een gelei-dingsschijf l*2l* op zijn plaats buiten de buisvormige lamp 1*01, die in 10 een spleet 1*25 in de schijf l*2l* vordt opgenomen, gesehroefd.. De geleidingsplaat 1*2.1 kan vorden ondergebracht in een holte 1*26 in de schijf l*2l*, zodat de plaat 1*21 en de schijf l*2l* tezamen in een. zelf vergren-delende onder snapverking passende samenverking 'kunnen vorden vast-geklemd. De cirkelvormige omtreksvlakken van. het bevestigingsonderdeel 15 1*11 en de geleidingsschijf b2k bezitten een buitendiameter, velke in hoofdzaak overeenkomt met de binnendiameter van de, een vat vormende afsluiting, zodat zij in villekeurige hoekposities van-de houder ten ! opzichte van het basisonderdeel stevig passend'met de afsluiting- kunnen samenverken.

8203634

Claims (8)

1. Liehtarmatuur voorzien van een houder, welke een· lampinrich- ting ondersteunt, die door een transparent buis is ondersteund, welk huis eveneens door de houder is ondersteund, en een basisonderdeel, dat bestemd is ora aan een permanente steun te worden bevestigd, aan welk ' 5 basisonderdeel de bouder en bet buis zijn bevestigd, met bet kermerk,. dat bet buis (IT) de vorm beeft van een langwerpig vat en bestemd is om slecbts aan het ene open uiteinde daarvan te worden bevestigd, ter-vijl bet buis in terminate een gebied in’axiale ricbting in de opening van bet vat wordt ondersteund*

2. Licbtarmatuur volgens conclusie 1, waarbij de lampinrichting bestaat uit terminate een buisvormige lamp of een reeks ballonlampen, waarbij de bouder a an de tegenover gelegen uiteinden daarvan contact-organen voor bet ondersteunen van de buisvormige lamp ondersteunt en vrij daarfcussen in een in boofdzaak borizontale positie van de ballonnen 15 bangt met'bet kermerk, dat de bonder (19) is voorzien van een stijve, zelfdragende ondersteuningsbalk (2k, 12k, 22b-), die met een vrij uiteinde naar buiten uit· bet bevestigde ene uiteinde (23, 223) daarvan uitsteekt,. waarbij de genoemde tenminste ene buisvormige lamp (22) en de ballonnen (228) zicb evenwijdig aan of over de ondersteuningsbalk 20 uitstrekken en bet buis, de ondersteuningsbalk omgeeft en bestemd is cm aan de opening daarvan bij bet binnenste uiteinde van de ondersteu.·^ ningsbalk te worden bevestigd.

3. Licbtarmatuur volgens conclusie 2 met bet kermerk, dat bet vrije buitenste uiteinde van de ondersteuningsbalk (2U) 12k, 22k) is 25 voorzien van een scbijfvormig eindonderdeel (25, 225) aan de omtreks-raad waarvan zicb kontaktorgaaen (21, 229, 230) bevinden voor het ondersteunen van de buisvormige lamp (22) of de ballonnen (228), waarbij de rand een ondersteuningskontakt voor bet eind van bet buis tegenover bet open uiteinde daarvan vornrt. 30 k. Licbtarmatuur volgens conclusie 2 of 3 met bet kenmerk, dat de ondersteuningsbalk (2k, 12k, 22k) is voorzien van een bovenste achtergedeelte met in een gebied tussen de buitenste en binnenste uiteinden daarvan een dwarsuitsteeksel (37, 226) en/of een longitudinaal 8203634 - 1¾. - uitsteeksel (36), dat voorziet in een ondersteuning en geleiding voor bet buis (17), op een afstand van de tenminste een buisvormige lamp (22).

5. Licbtarmatuur volgens conclnsie 2, 3 of b met bet kenmerk, 5 dat de ondersteuningsbalk (2b, 12b, 22b) aan bet binnenste, stevige ondersteunde uiteinde daarvan is voorzien van een schijfvormige af-sluiting (23, 223), velke bestemd is om losneembaar aan bet basis-onderdeei (11) te vorden bevestigd,. waarbij bet basisonderdeel is voorzien van uitwendige bevestigingsorganen (15) om bet buis (17) daaraan 10 te bevestigen en invendig tussen bet basisonderdeel en bet buis een afgesloten ruimte (30) voor bet opnemen van elektriscbe componenten (27, 28) te vormen.

6. Licbtarmatuur volgens een der conclusies 2-5 met bet kenmerk, dat de ondersteuningsbalk (2b, 12b) is ontworpen met een in hoofdzaak 15 T- of' I-vormig profiel met een geperforeerd tussengedeelte of met een tussengedeelte met een tralieconstructie*

7· Licbtarmatuur volgens een der conclusies 2-6 met bet ken- merk, dat de ondersteuningsbalk (22b) is opgebouvd uit longitudinale piOpen (22ba, 22bb) voor bet vastbouden van een verbittingselement 20 en/of elektriscbe geleiders.

8. Licbtarmatuur volgens een der conclusies 2-7 met bet ken— merk, dat de ondersteuningsbalk (2b, T2b, 22b) een aanslag in bet buis (17) via elastiscb meegeefbare ondersteuningsorganen vormt.

9. Licbtarmatuur volgens een der conclusies 2 — 8 met bet ken-25 merk, dat de ondersteuningsbalk (22b) is voorzien van longitudinale, pij'pvormige versterkingsorganen (22ba, 22bb) en dvarse, scbijfvormige versterkingsorganen (223, 225, 226), velke een laatste bevestigingen voor lamphouders vormen, die in serie in de lengtericbting van de armatuur zijn opgesteld. ’ 30 10.. Licbtarmatuur volgens conclusie 1 met bet kenmerk, dat de bouder (b00)-een .scbijfvormig bevestigingsonderdeel (bl1) omvat, dat bet binnenste uiteinde daarvan vormt en voorzien· is van kontaktvormende organen (b22), die een U-vormige buisvormige lamp (bOl) ondersteunen, een recbtboekige pijpstomp (bl3) die zioh eindsgevijs naar buiten uit 35 bet bevestigingsonderdeel (b1l) uitstrekt, een cilindriscbe onder- 8203634 --------------- - 15. - steuningspijp (Ul7), velke losneemhaar- naar bet ene uiteinde daarvan bij een zijde van de stomp is bevestigd, tervijl bet andere uiteinde daarvan-is bevestigd aan een ondersteuningsbuls U19, een geleidings-plaat (fel), die op zijn plants tussen beengedeelten (U01a, U01b) van 5 de U-vormige buisvormige lamp (UOl) is gemonteerd en onder snapvorming passend samenverkt met de ondersteuningsbuls (U19), een geleidings-scbijf (feU), velke uitvendig op de beengedeelten van de buisvormige lamp past en zelfvergrendelend en onder snapverking passend samenverkt J met de geleidingsplaat (U2t), vaarbij de omtreksvlakken van het 10 schijfvormige bevestigingsonderdeel (Utt) en de geleidingsscbijf (feU) buitendiameters bebben, die in boofdzaak overeenkomen met de binnen-diameter van bet buis (17)5 zodat de genoemde vlakken stevig passend met bet buis samenwerken. t1. Lichtarmatuur volgens conclusie 1 of 10 met bet kenmerk, 15 dat de bouder (UOO)’bestemd is om in bet basisonderdeel (U02) in posities, die over 90° ten opzicbte van elkaar zijn verscboven, te worden gemonteerd,. zodat de buisvormige lamp (Uoi) met bet boofdvlak daarvan in zowel vertikale als borizontale posities kan worden ingesteld. 8 2 0 3 6 3 4 ‘ "/ ό — VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX o.A. Nr. 8203634 Ned. S-GRAVENHAGE (HOLLAND) Beh. bij schrijven d.d. 17-1-1983 Sm/611 i ·> i iioO j WIJZIGINGENBLAD 1-,,-,., ....... im | biz. 7, regels 15, 16 "(niet afgebeeld)" vervangen door "23a". 545 8203634