NL8203492A - Buispoststelsel. - Google Patents
Buispoststelsel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8203492A NL8203492A NL8203492A NL8203492A NL8203492A NL 8203492 A NL8203492 A NL 8203492A NL 8203492 A NL8203492 A NL 8203492A NL 8203492 A NL8203492 A NL 8203492A NL 8203492 A NL8203492 A NL 8203492A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signal
- code
- cartridge
- pneumatic
- tube
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G51/00—Conveying articles through pipes or tubes by fluid flow or pressure; Conveying articles over a flat surface, e.g. the base of a trough, by jets located in the surface
- B65G51/04—Conveying the articles in carriers having a cross-section approximating that of the pipe or tube; Tube mail systems
- B65G51/36—Other devices for indicating or controlling movements of carriers, e.g. for supervising individual tube sections, for counting carriers, for reporting jams or other operating difficulties
- B65G51/38—Contact devices on interior of tubes for detecting passage of carriers
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Geophysics And Detection Of Objects (AREA)
- Sorting Of Articles (AREA)
- Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)
Description
N.0. 31256 1
Bulspoststelsel.
De uitvinding heeft betrekking op een buispoststelsel voorzien van tenminste een zendstation, tenminste een ontvangststation en een telkens tussen de stations verlopende transportbuis.
Een dergelijk buispoststelsel is bijvoorbeeld bekend uit de Neder- 5 landse octrooiaanvrage 74.00441. Dit bekende buispoststelsel wordt in het bijzonder gebruikt voor het transport van waardevolle voorwerpen, bijvoorbeeld geld of waardepapieren, tussen een zendstation en een ontvangststation. Dit bekende buispoststelsel wordt bijvoorbeeld toegepast in bankgebouwen voor het transporteren van geld of waardepapieren tus-10 sen een voor het publiek toegankelijke balieruimte en een centrale kasruimte, die niet voor het publiek toegankelijk is en zich over het algemeen bevindt in een ander deel van het gebouw.
Dergelijke buispoststelsels kunnen echter ook toegepast worden in nachtkluisinrichtingen, waarbij het zendstation zich bevindt in de bui-15 tenmuur van een bankgebouw en toegankelijk is voor de gebruiker, die een cassette of patroon in de nachtkluis wil deponeren. Het ontvangststation bevindt zich daarbij in de eigenlijke nachtkluisruimte. Bij buispoststelsels van dit type is het wenselijk om maatregelen te treffen waarmee inbreuk op de transportbuis wordt voorkomen of in ieder ge-20 val wordt gedetecteerd om zodoende de weg waarlangs de cassette of patroon met zijn waardevolle inhoud beweegt tussen zendstation en ontvangststation te beveiligen. In het bijzonder in situaties waarin de transportbuis tussen zendstation en ontvangststation verloopt door een ruimte of ruimten die voor een inbreker relatief gemakkelijk toeganke-25 lijk zijn zonder in de nachtkluisruimte zelf in te breken, verdient het treffen van maatregelen om de buis tegen inbreuk te beveiligen of in elk geval een poging tot inbraak te detecteren sterk aanbeveling.
Een soortgelijke situatie kan zich voordoen bij buispoststelsels in bijvoorbeeld warenhuizen of andere gebouwen waarin geld wordt ge-30 transporteerd, bijvoorbeeld tussen een aantal verkooppunten en een centrale kasruimte, waarbij de transportbuis verloopt door een ruimte of i ruimten die relatief weinig worden gebruikt, zodat de kans niet denkbeeldig is dat een onbevoegde via een van deze ruimten zal trachten j : ! toegang te verkrijgen tot de transportbuis en zodoende in staat is om 35 geld of waardepapieren bevattende cassettes of patronen te onderschep- ; ! 1 pen.
De uitvinding heeft nu ten doel maatregelen aan te geven om het | bovengenoemde gevaar van inbreuk op de transportpijp te elimineren, al- 0K022i.i' 8203492 2 thans in vergaande mate te verminderen en in elk geval een eventuele poging tot inbraak in een vroegtijdig stadium te detecteren. Verder heeft de uitvinding ten doel maatregelen aan te geven waarmee de ontvangst van elke in het zendstation verzonden patroon in het ontvangst-5 station kan worden gecontroleerd.
Aan deze doelstelling wordt bij een buispoststelsel van in de aan-hef genoemde soort voldaan, doordat in of op de wand van de transport-buis tenminste een signaalgeleider is aangebracht, waarvan het ene uiteinde verbonden is met een signaalbron en het andere uiteinde verbonden 10 is met een signaalontvanger.
Zolang de signaalontvanger via de signaalgeleider een signaal ontvangt van de signaalbron is het zeker dat de transportbuis althans ter plaatse van de signaalgeleider niet is geopend of doorbroken.
Wordt een aantal signaalgeleiders, bijvoorbeeld verdeeld over de 15 omtrek in de wand van de buis ingebed of op de buiswand aangebracht, dan wordt de kans dat iemand een opening in de buiswand kan maken, die voldoende groot is om een cassette of patroon uit de buis te verwijderen zonder daarbij tenminste een van de signaalgeleiders te verbreken, in principe tot nul gereduceerd. Bij voorkeur is daarbij de afstand 20 tussen de signaalgeleiders kleiner dan de doorsnede van een buispostpa-troon of cassette.
De diverse signaalgeleiders kunnen daarbij elk met een uiteinde | verbonden worden met een signaalbron en met het andere uiteinde verbon-:den worden met een signaalontvanger, maar een dergelijke configuratie 25 vergt een met het aantal signaalgeleiders overeenkomend aantal signaal-,bronnen en signaalontvangers. De voorkeur verdient daarom een configuratie waarin de uiteinden van de verschillende signaalgeleiders telkens twee aan twee met elkaa zijn gekoppeld zodanig dat de signaalgeleiders in serie geschakeld worden, waarbij de signaalbron wordt verbonden met 30 het ene uiteinde van de serieschakeling en de signaalontvanger wordt verbonden met het andere uiteinde van de serieschakeling.
Een configuratie met een aantal signaalgeleiders kan echter bij een transportbuis, die wordt opgebouwd uit vooraf vervaardigde losse ; delen, leiden tot een omslachtige montage, omdat de diverse signaalge-35 !leiders in de diverse vooraf vervaardigde delen dan bij de verschillende aansluitingen op de juiste wijze moeten worden doorverbonden. Dit inadeel kan enerzijds worden ontvangen door voor elk los deel de sig-!naalgeldier in een zigzagpatroon te laten verlopen zodat er in feite een configuratie per deel wordt verkregen zoals in het bovenstaande 40 voor het gehele stelsel is aangegeven, maar dat leidt anderzijds tot i
0i<o?2'lC
8203492 3 een veel lastiger fabrikageproces van de losse delen. Deze nadelen van een uit delen vervaardigde transportbuis kunnen aanzienlijk worden gereduceerd zonder de kans op inbreuk in de buis te vergroten door een enkele signaalgeleider spiraalvormig aan te brengen rond de buis. Bij 5 voorkeur is daarbij de afstand tussen de windingen van deze spiraalvormige signaalgeleider kleiner dan de doorsnede van een buispostpatroon of cassette. In dit geval behoeft er bij een uit lossen delen opgebouwde transportbuis bij elke verbindingsplaats van de losse delen slechts een doorverbinding te worden gerealiseerd tijdens de assemblage van de 10 transportbuis.
De signaalgeleiders kunnen bestaan uit elektrisch geleidende draden, waarbij de signaalbron bijvoorbeeld bestaat uit een spannings- of stroombron en de signaalontvanger voorzien is van een spannings- of stroomdetector. Eventuele koppelingen tussen meerdere signaalgeleiders 15 of signaalgeleidersecties kunnen daarbij worden gerealiseerd met behulp van elektrisch goed geleidende koppelingen of met weerstandselementen met vooraf bepaalde weerstandswaarde.
Om echter de kans te verminderen dat een onbevoegde op succesvolle wijze de een of meerdere signaalgeleiders met een afzonderlijke gelei-20 dersectie extern overbrugt en vervolgens tussen de aansluitpunten van deze overbruggende geleidersectie de buis open breekt, wordt bij voorkeur de signaalgeleider uitgevoerd als een elektrische weerstandsdraad met een vooraf bepaalde weerstandswaarde per lengte-eenheid, terwijl de signaalbron bestaat uit een bron van elektrische signalen en de sig-25 naalontvanger geschikt is om deze signalen verzwakt door de totale weerstand van de signaalgeleider, te detecteren. Bij voorkeur is de signaalontvanger voorzien van een ruststroom bewakingscircuit dat ook reageert op kleine variaties in het ruststroomniveau. Tracht een onbevoegde nu een signaalgeleidersectie kort te sluiten, ofwel met een goed 30 geleidende draad ofwel met een draad die zelf een eigen weerstand heeft, dan zal dit in alle gevallen door het ruststroomcircuit worden waargenomen.
i I
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de signaalge-!leider uitgevoerd als een lichtgeleidende glasvezel, is de signaalbron 35 ;uitgevoerd als lichtbron en is de signaalontvanger voorzien van een lichtdetector. Het maken van een overbrugging op een glasvezel zal, zeker zonder specialistische apparatuur in praktijk nagenoeg onmogelijk ;zijn. Ook in dit geval verdient het de voorkeur om niet alleen in de signaalontvanger het aanwezig zijn van een signaal of het niet aanwezig ¢0 zijn van een signaal te bewaken, maar ook het niveau van een ontvangen ί ;
0KfK>?I.C
8203492 4 signaal te bewaken, zodat ook hier iedere ingreep in de signaalgelei-der, ook wanneer deze wordt uitgevoerd met specialistische apparatuur, met grote zekerheid kan worden gedetecteerd.
In alle gevallen wordt de zekerheid nog verder opgevoerd en worden 5 de detectiemogelijkheden aanzienlijk vergroot indien niet alleen de transportbuis niet alleen direct op inbreuk wordt bewaakt, maar ook indirect een eventuele inbreuk wordt gedetecteerd door te controleren of een buispostpatroon of cassette die in het zendstation is ingevoerd, daadwerkelijk via de transportbuis is getransporteerd en het ontvangst-10 station heeft bereikt. Mocht er onverhoopt, bijvoorbeeld gedurende de periode waarin het buistransportstelsel buiten gebruik was, bijvoorbeeld 's nachts in geval van een buistransportstelsel in een warenhuis of overdag in geval van een nachtkluisstelsel, op succesvolle wijze inbreuk op de transportbuis zijn gepleegd, zodat een inbreker een verzon-15 den cassette of koker kan opvangen, dan blijkt deze inbreuk uit het feit dat het ontvangsstation geen cassette of koker ontvangt, nadat deze wel in het zendstation was ingevoerd.
Om dit te kunnen realiseren draagt een voorkeursuitvoeringsvorm van het buispoststelsel het kenmerk dat in het zendstation een detector 20 aanwezig is die de invoer van de patroon in de transportbuis detecteert, dat in het ontvangststation een detector aanwezig is die de uitvoer van de patroon uit de transportbuis detecteert en dat een contro-leschakeling aanwezig is die signalen ontvangt van beide detectoren.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen de detectoren be-25 staan uit lichtbanken, dat wil zeggen een combinatie van een lichtbron en een lichtgevoelige detector, welke lichtgevoelige detector een signaal afgeeft aan de controleschakeling. De controleschakeling kan aangebracht worden in of bij een van de stations, bij voorkeur het ontvangststation en in dat geval kan het detectorsignaal aan in het andere 30 station geplaatste detector via de in of op de wand van de transport-!buis aangebrachte signaalgeleider worden overgedragen.
Om de mogelijkheid te verkleinen dat een inbreker, overigens vooropgesteld dat de inbreuk op de transportbuis zelf al zou slagen zonder dat dit gedetecteerd wordt, een cassette opvangt, de inhoud verwijdert 35 en de lege cassette vervolgens weer in de transportkoker brengt, verdient het de voorkeur dat een tijdmeetinrichting aanwezig is waarmee de tijd wordt gemeten tussen het optreden van het detectorsignaal in het zendstation en het optreden van het detectorsignaal in het ontvangststation. Opgemerkt wordt dat eventueel maatregelen moeten worden geno-40 men rusttoestandniveaudetector in de signaalontvanger niet te laten 8203492 5 reageren op de door het detectiesignaal teweeggebrachte niveauverande-ring.
Om verder de mogelijkheid uit te sluiten dat een inbreker de cassette opvangt en nagenoeg tegelijkertijd een lege cassette loslaat, die j 5 dan binnen de tijdsduur vastgesteld door de tijdmeetinrichting in het ontvangsstation aankomt, verdient het de voorkeur elke cassette of pa-' troon te voorzien van code-elementen waarbij elk station voorzien is van code-aftastelementen voor het aftasten van de in deze code-elementen opgeslagen code in het ontvangststation kunnen worden gelezen, 10 waarbij de in het zendstation gelezen code als detectorsignaal via de signaalgeleider wordt overgedragen naar het ontvangststation en daar bij aankomst van de patroon wordt vergeleken met de daar gelezen code. Zijn beide codes gelijk dan is het nagenoeg voor 100% zeker dat de cassette, die in het zendstation werd ingevoerd, ook binnen de gestelde i 15 tijdsperiode in het ontvangststation ontvangen.
Bij voorkeur bestaan de code-elementen uit loodrecht op de trans-portrichting althans gedeeltelijk rond de patroon verlopende stroken, waarvan de lengte bepalend is voor de door deze stroken gerepresenteerde code, terwijl de aftastmiddelen voor het lezen van de code voorzien 20 zijn van tenminste een reeks ringvormig rond de transportbuis geplaatste detectoren, die verbonden zijn met een schakeling waarmee telkens bij passage van een code-element het aantal door dit element geactiveerde detectoren uit de reeks wordt bepaald. Van elk van de code-elementen kan op deze wijze gemakkelijk de lengte worden vastgesteld zon-25 der dat het noodzakelijk is om de patroon in een bepaalde voorkeursstand langs de code-aftastelementen te voeren.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bestaan de code-elementen uit loodrecht op de transportrichting geheel rond de patroon verlopende stroken waarvan de breedte alsmede de onderlinge afstand be-30 palend zijn voor de door deze code-elementen gerepresenteerde code, terwijl de aftastmiddelen voorzien zijn van een detector die tijdens passage van de patroon de code-elementen aftast, welke detector aangesloten is op een schakeling waarmee de breedtes en de onderlinge afstanden van de elementen kunnen worden bepaald. In dat geval wordt 35 |een aanzienlijke vereenvoudiging bereikt van de benodigde detectormid-:delen. De code kan daarbij bijvoorbeeld een uitvoeringsvorm zijn van de i zogenaamde streepjescode.
Bij voorkeur hebben de code-elementen een kleur die verschillend is van de achtergrondkleur van de buispostpatroon en bestaan de detec-40 toren in de code-aftastmiddelen uit optische detectoren. Het is echter
014022LC
8203492 6 ; ook mogelijk dat de code-elementen bestaan uit metaal en dat de buis-postpatroon althans ter plaatse van de code-elementen bestaat uit niet-metaal en dat de detectoren in de aftastmiddelen bestaan uit op het metaal reagerende detectoren.
5 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding be staan de code-elementen uit magneetjes die elk instelbaar aangebracht zijn op een van een aantal ringvormig rond de patroon verlopende banen, waarbij de aftastmiddelen voorzien zijn van tenminste een reeks van ringvormig rond de transportbuis geplaatste magnetische detectoren, ge-10 koppeld met een schakeling waarmee de relatieve positie van elk der magneetjes ten opzichte van het in de transportrichting voorste magneetje wordt bepaald, welke relatieve positie bepalend is voor de door de magneetjes gerepresenteerde code. Deze uitvoeringsvorm biedt de gebruiker de mogelijkheid om voor het invoeren van de buispostpatroon in 15 het zendstation een willekeurige code in te stellen. Deze code, die derhalve niet aan een eventuele inbreker bekend kan zijn, wordt nu in het zendstation gelezen, via de signaalgeleider overgebracht naar het ontvangststation en daar bij ontvangst van de patroon met de in het ontvangststation gelezen code vergeleken. Deze uitvoeringsvorm biedt 20 een zeer hoge graad van zekerheid.
In alle gevallen verdient het de voorkeur om, indien er een inbreuk op de transportbuis is geconstateerd of indien een cassette niet op de juiste wijze in het ontvangsstation is ontvangen, een signaal af te geven bij het zendstation waarmee eventuele volgende gebruikers van 25 dit feit op de hoogte worden gesteld. Bovendien kan natuurlijk in zo'n geval een signaal worden afgegeven aan een alarminrichting of een externe bewakingsinstantie.
De uitvinding zal in het volgende nader worden verklaard aan de hand van de bijgaande figuren.
30 Figuur 1 illustreert een deel van een transportbuis 1 voor een ! :buispoststelsel, in de wand van welke buis in dit geval twee signaal geleiders 2 en 3 zijn ingelaten. De signaalgeleiders 2 en 3 kunnen be-! |staan uit goed geleidende koperdraden of draden van een ander metaal, iof kunnen bestaan uit draden van een zogenaamd weerstandmateriaal, dat l35 wil zeggen materiaal dat een zekere weerstand per lengte-eenheid bezit.
| Via dergelijke signaalgeleiders kunnen elektrische signalen worden overgedragen. Ook is het mogelijk om de signaalgeleiders 2 en 3 te realiseren met behulp van optische glasvezels waarlangs lichtsignalen :kunnen worden overgedragen.
40 ; De signaalgeleiders kunnen tijdens de fabrikage van de buis 1 in cn ··-;'·?/! o 8203492 7 de buiswand worden ingebed. Het is echter ook mogelijk om na fabrikage van de buis de signaalgeleiders 2 en 3 op de buiswand aan te brengen, bijvoorbeeld door middel van lijmen. Deze laatste uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid om bestaande buisposttransportstelsels binnen het kader 5 van de uitvinding te beveiligen.
Figuur 2 toont een buispoststelsel bestaande uit een zendstation 11 en een ontvangststation 12, gekoppeld via een transportbuis 13. De transportbuis 13 is op de in figuur 1 aangegeven wijze voorzien van een aantal signaalgeleiders 14, 15. In deze uitvoeringsvorm zijn de sig-10 naalgeleiders 14 en 15 in het zendstation 11 gekoppeld via een weerstand 16 van vooraf bepaalde weerstandswaarde. In het ontvangststation is een van de signaalgeleiders, in dit geval de signaalgeleider 14 verbonden met een signaalbron 17 terwijl de andere signaalgeleider, in dit geval de signaalgeleider 15 verbonden is met een signaalontvanger 18.
15 De signaalbron 17 kan bijvoorbeeld bestaan uit een spanningsbron of stroombron die ervoor zorgt dat er een bepaalde ruststroom, waarvan de waarde mede afhankelijk is van de weerstand 16, door de signaalgeleiders loopt. Deze ruststroom wordt gedetecteerd door de signaalontvanger 18. Wordt een van de signaalgeleiders 14 of 15 verbroken dan zal 20 dit in de signaalontvanger worden gedetecteerd als een daling van het ruststroomniveau naar nul. In responsie op deze daling kan de signaalontvanger 18 bijvoorbeeld een alarmcircuit trekkeren.
Het is ook mogelijk om de signaalbron aan de signaalontvanger te combineren in bijvoorbeeld een brug van Wheatstone waarbij de combina-25 tie van de signaalgeleiders 14 en 15 en de weerstand 16 wordt gebruikt als een van de brugtakken.
In figuur 2 zijn de signaalbron 17 en de signaalontvanger 18 getoond in een en hetzelfde station. Het zal duidelijk zijn dat er ook configuraties mogelijk zijn met de signaalbron 17 in het ene station en 30 de signaalbron 18 in het andere station.
Figuur 3 toont een buisposttransportstelsel bestaande uit een zendstation 21, een ontvangststation 20 en een tussen deze stations verlopende transportbuis 22. De transportbuis 22 is op of in zijn buiswand voorzien van een signaalgeleider 23. Het uiteinde van deze sig-35 naalgeleider 23 in het zendstation 21 is verbonden met een signaalbron 25, bijvoorbeeld een spanningsbron en het uiteinde van de signaalgeleider 23 in het ontvangststation 20 is verbonden met een signaalontvanger 26, bijvoorbeeld een spanningsmeter. Wanneer de signaalgeleider 23 wordt verbroken dan zal daardoor de spanning op de spanningsmeter 26 40 wegvallen en deze spanningsmeter geeft dan een detectiesignaal af aan
Üi-:0?7tC
8203492 8 een alarmcircuit 30.
Zoals blijkt uit figuur 3 is in het zendstation 21 verder een optische detector 27 aangebracht waarvan de uitgang gekoppeld is met de signaalgeleider 23. In het ontvangststation is een verdere optische de-5 tector 28 aangebracht waarvan de uitgang gekoppeld is met een vergelij-kerschakeling 29. De andere ingang van de vergelijkerschakeling is verbonden met de signaalgeleider 23.
Op de buispostpatroon 31 bevindt zich een code, in dit geval in de vorm van stroken 32 waarvan de kleur verschilt van de achtergrondkleur 10 van de buispostpatroon 31. De stroken kunnen bijvoorbeeld een verschillende breedte hebben en ook de tussenafstanden van de stroken kunnen variëren zodanig dat door deze stroken bijvoorbeeld een streepjescode wordt gerepresenteerd. Het zal echter duidelijk zijn dat ook andere vormen van coderingen met behulp van gekleurde stroken binnen het kader 15 : van de uitvinding kunnen worden toegepast.
Wanneer de buispostpatroon 31 vanuit het zendstation 21 gaat bewegen naar de transportbuis 22 dan zullen de code-elementen 32 door de optische detector 27 worden afgetast. Het door de optische detector 27 geleverde uitgangssignaal wordt toegevoerd aan de signaalgeleider 23 en 20 via deze signaalgeleider overgedragen naar een vergelijkerschakeling 29. De andere ingang van deze vergelijkerschakeling 29 is verbonden met de uitgang van de verdere, in het ontvangststation 20 aanwezige optische detector 28. Wanneer de patroon 31 door de buis 22 is getransporteerd en aankomt in het ontvangststation 20 dan zal de code 32 op de 25 buispostpatroon 31 worden gelezen door deze optische detector 28 die op zijn beurt een uitgangssignaal levert aan de vergelijkerschakeling 29. In de vergelijkerschakeling 29 worden de signalen van beide optische detectoren 27 en 28 met elkaar vergeleken. Indien een ongelijkheid wordt vastgesteld dan geeft de vergelijkerschakeling 29 een uitgangs-30 signaal af aan de alarmschakeling 30.
In deze uitvoeringsvorm van het buispoststelsel volgens de uitvin-; ding is een verdere beveiliging gerealiseerd met behulp van de ti jdmeetschakeling 24. Het door de detector 27 geleverde code-aftastsignaal i wordt vanaf de leiding 23 eveneens toegevoerd aan de eerste ingang van 35 deze tijdmeetschakeling 24. Het door de optische detector 28 geleverde i elektrische codesignaal wordt geleverd aan de andere ingang van deze tijdmeetschakeling 24. De tijdmeetschakeling begint een tijdsperiode te meten bij ontvangst van het signaal van de optische detector 27 en beëindigt het tijdmeetproces bij ontvangst van het signaal van de opti-j40 sche detector 28. Wanneer de gemeten tijdsperiode een vooraf bepaalde OKom.c 8203492 9 drempelperiode overschrijdt dan wordt door de tijdmeetschakeling 24 een trekkersignaal afgegeven aan de alarmschakeling 30.
Wanneer in dit bekende buispoststelsel bij een poging tot inbreuk op de transportbuis 22 de signaalgeleider 23 wordt verbroken dan zal de 5 rusttoestanddetector 26 een trekkersignaal afgeven aan de alarmschakeling 30. Mocht een inbreuk op zichzelf slagen zonder dat de rusttoestanddetector 26 een trekkersignaal afgeeft dan heeft een inbreker theoretisch de mogelijkheid om een patroon in de transportbuis 22 op te vangen en uit de transportbuis te verwijderen. In dat geval echter zal 10 de vooraf bepaalde transporttijdperiode worden overschreven en zal de tijdmeetschakeling 24 die door de optische detector 27 is gestart niet binnen deze vooraf bepaalde tijdsperiode worden gestopt en zal derhalve een trekkersignaal afgeven aan de alarmschakeling 30. Wanneer een inbreker na een geslaagde inbraak waarbij de signaalgeleider 23 niet is 15 verbroken of althans de schakeling 26 niet heeft gereageerd een aankomende buispostkoker onderschept en tegelijkertijd een andere buispost-koker in de richting van het ontvangststation 20 afgeeft, dan is het zeer onwaarschijnlijk dat op deze door de inbreker ingevoerde buispost-patroon dezelfde code aanwezig is als op de door de inbreker onder-20 schepte patroon. De optische detector 28 zal derhalve een andere code aflezen dan de optische detector 27 en dit feit wordt in de vergelij-kerschakeling 29 gedetecteerd, waarop de vergelijkerschakeling 29 een trekkersaignaal afgeeft aan de alarmschakeling 30.
Het zal duidelijk zijn dat bij toepassing van meerdere signaalge-25 leiders 23 deze signaalgeleiders zodanig in serie kunnen worden geschakeld op de in het bovenstaande reeds beschreven wijze dat de signaal-bron 25 ook in het ontvangststation 20 kan worden ondergebracht.
In een verdere ontwikkeling van deze uitvoeringsvorm staat de : alarmschakeling 30 via een afzonderlijke leiding in verbinding met voor 30 de gebruiker waarneembare indicatiemiddelen 31 in het zendstation 21, bijvoorbeeld een alarmlicht of akoestische signaalgever. Deze indicatiemiddelen geven aan de gebruiker aan dat er met het buispoststelsel :iets niet in orde is.
Alhoewel niet weergegeven zal het verder duidelijk zijn dat door 35 I de alarmschakeling 30 signalen kunnen worden geleverd aan de verdere :stuurschakelingen van het buistransportstelsel om de werking van het :buistransportstelsel verder te blokkeren zodat bijvoorbeeld invoer van het patroon in het zendstation niet meer mogelijk is en eventueel de passage tussen de transportbuis 22 en het ontvangststation 20 wordt ge- I | 40 sloten. :
Q14022LC
8203492 10
Details omtrent de optische detectoren 27, 28, de tijdmeetschake-ling 24, de vergelijkerschakeling 29, de spanningsmeter 26 en de alarm-schakeling 30 worden niet gegeven aangezien diverse uitvoeringsvormen van deze schakelingen en componenten mogelijk zijn die allen binnen het 5 bereik van een deskundige worden verondersteld.
Figuur 4 toont een buispostkoker waarop een andere uitvoeringsvorm van een codering is aangebracht. In dit geval bevinden zich op de buispostkoker loodrecht op de transportrichting gepositioneerde stroken 41 en 42 die zich slechts uitstrekken over een deel van de omtrek van de 10 transportkoker 40. In dit geval is de lengte van elk van de stroken bepalend voor de door deze stroken gerepresenteerde code.
Figuur 5 toont een doorsnede door een transportbuis 50 ter plaatse van een detectoreenheid bestaande uit een reeks van ringvormig rond de transportbuis gepositioneerde aftastelementen 51.
15 Figuur 6 toont een aanzicht van dezelfde transportbuis 50 met de daarom heen ringvormig geplaatste aftastelementen 51. In deze figuur is verder een tweede reeks, op soortgelijke wijze gepositioneerde aftastelementen 52 weergegeven.
In de uitvoeringsvorm van de figuren 4, 5 en 6 bestaan de code-20 elementen bijvoorbeeld uit metalen stroken en zijn de aftastelementen 51 en 52 uitgevoerd als metaaldetecterende aftastelementen, die bijvoorbeeld commercieel verkrijgbaar zijn in de vorm van zogenaamde "na-deringschakelaars".
Wanneer de niet metalen buispostkoker 40 waarop de metalen strips 25 41 en 42 van instelbare lengte zijn aangebracht door de buispostkoker 50 beweegt en passeert langs de aftastelementen 51, 52, dan zal een aantal van deze aftastelementen door de metalen stroken 41, 42 worden geactiveerd. Het aantal geactiveerde aftastelementen hangt af van de lengte van de stroken 41, 42. De uitgangen van de aftastelementen 51, 30 52 zijn verbonden met een schakeling waarin wordt bepaald hoeveel van de aftastelementen een uitgangssignaal hebben geleverd. Alle aftastelementen 51 zijn bijvoorbeeld verbonden met de ingangen van een scan schakeling waarin een voor een de aftastelementen worden onderzocht op al of niet aanwezig zijn van een signaal. Is een signaal aanwezig dan 35 wordt een tellerschakeling met 1 opgehoogd. Wanneer op deze wijze alle uitgangssignalen van de aftastelementen door de scanschakeling zijn gewaardeerd dan zal de tellerschakeling aangeven hoeveel van de aftastelementen tijdens het scanproces waren geactiveerd. Indien het scanproces niet snel genoeg kan worden uitgevoerd dan kunnen tussen de aftast- ] 40 elementen 51 en de scanner geheugenschakelingen, bijvoorbeeld in de
0KÜ?7.LC
8203492 11 vorm van flip-flops worden opgenomen om de uitgangssignalen van de af-tastelementen 51 tijdelijk op te bergen.
Het zal duidelijk zijn dat in principe een enkele reeks van af-tastelementen, bijvoorbeeld de reeks 51, voldoende is om zowel de leng-5 te van de strook 42 als die van de strook 41 te bepalen. In dat geval moet de schakeling, waarmee het aantal geactiveerde aftastelementen wordt vastgesteld, natuurlijk op passende wijze worden gemodificeerd. Binnen het kader van de aanvrage is ervan uitgegaan dat het eigenlijke ontwerp van de schakeling voor het vaststellen van het aantal geacti-10 veerde elementen binnen het bereik van de deskundige ligt.
Figuur 7 toont tenslotte nog een verdere mogelijkheid om code-ele-menten aan te brengen op de buispostkoker. De buispostkoker 60, waarvan in de figuur alleen een uiteinde is geïllustreerd, is voorzien van een aantal ringen 61, 62, elk voorzien van een magneetje 63, 64. Een verder 15 magneetje 65 is aangebracht op een vaste plaats op de buispostpatroon 60, bijvoorbeeld op de voorste geleidingfiltering 66. De ringen 61 en 62 kunnen door de gebruiker door rotatie zodanig worden verplaatst dat de magneetjes 63 en 64 een door de gebruiker willekeurig instelbare stand aannemen ten opzichte van het magneetje 65. De aftastmiddelen in 20 het zend- en ontvangststaion bestaan in dit geval uit een krans van rond de transportbuis aangebrachte magnetische detectoren. Bij passage van het voorste magneetje 65 zal een van deze detectoeren worden bekrachtigd en in een geheugenschakeling wordt bijvoorbeeld het nummer | van deze detector vastglegd. Elk van de daarop volgende magneetjes 63 25 en 64 zal een van de andere detectoren bekrachtigen en ook het nummer van deze detectoren wordt in de geheugenschakeling vastgelegd. Door middel van aftrekken worden vervolgens de "afstanden" bepaald tussen het magneetje 65 enerzijds en de magneetjes 63 en 64 anderzijds. Deze afstanden representeren de door de magneetjes bepaalde code.
i i i : i ί ;
01-':(J?2LC
8203492
Claims (16)
1. Buispoststelsel, voorzien van tenminste een zendstation, tenminste een ontvangststation en een telkens tussen de stations verlopende transportbuis, met het kenmerk, dat in of op de wand van de buis 5 tenminste een signaalgeleider is aangebracht waarvan het ene uiteinde verbonden is met een signaalbron en het andere uiteinde verbonden is met een signaalontvanger.
2. Buispoststelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal signaalgeleiders in of op de wand van de buis is aangebracht, 10 waarbij de afstand tussen deze signaalgeleiders kleiner is dan de doorsnede van een buispostpatroon of cassette.
3. Buispoststelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de uiteinden van de verschillende signaalgeleiders telkens twee aan twee met elkaar zijn gekoppeld, zodanig dat de signaalgeleiders in serie ge- 15 schakeld zijn, waarbij de signaalbron wordt verbonden met het ene uiteinde van de serieschakeling en de signaalontvanger wordt verbonden met het andere uiteinde van de serieschakeling.
4. Buispoststelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een enkele signaalgeleider spiraalvormig rond de buis verlopend in of op de 20 wand van de buis is aangebracht, waarbij de afstand tussen de windingen kleiner is dan de doorsnede van een buispostpatroon of cassette.
5. Buispoststelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke signaalgeleider uitgevoerd is als een elektrische weerstandsdraad met een vooraf bepaalde weerstandswaarde per lengte- 25 eenheid, waarbij de signaalbron bestaat uit een bron van elektrische signalen en de signaalontvanger bestaat uit een ontvanger die geschikt is om deze signalen, verzwkt door de totale weerstand van de signaalgeleider, te detecteren.
6. Buispoststelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat elke signaalgeleider bestaat uit een lichtgeleidende glasvezel, dat de signaalbron wordt gevormd door een lichtbron en de signaalontvanger voorzien is van een lichtdetector.
7. Buispoststelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het zendstation een detector aanwezig die de invoer van 35 de patroon in de transportbuis detecteert, dat in het ontvangststation een detector aanwezig is die de uitvoer van de patroon uit de transportbuis detecteert en dat een controleschakeling aanwezig is die de ' i signalen van de beide detectoren ontvangt.
8. Buispoststelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een 40. tijdmeetinrichting aanwezig is voor het meten van de tijd tussen het Ü14022L.C 8203492 - 13 optreden van het detectorsignaal in het zendstation en het optreden van het detectorsignaal in het ontvangststation.
9. Buispoststelsel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke cassette of patroon voorzien is van code-elementen, dat elk station : 5 voorzien is van code-aftastmiddelen voor het aftasten van de in deze code-elementen opgeslagen code, dat de in het zendstation gelezen code als detectiesignaal via de signaalgeleider wordt overgedragen naar het ontvangststation en daar bij aankomst van de cassette of patroon met behulp van vergelijkingsmiddelen wordt vergeleken met de in het ont-10 vangststation gelezen code.
10. Buispoststelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de code-elementen bestaan uit loodrecht op de transportrichting althans gedeeltelijk rond de patroon verlopende stroken, waarvan de lengte bepalend is voor de door deze stroken gerepresenteerde code, terwijl de 15 aftastmiddelen voorzien zijn van tenminste een reeks ringvormig rond de transportbuis geplaatste detectoren verbonden met een schakeling waarmee telkens bij passage van een code-element het aantal door dit element geactiveerde detectoren uit de reeks wordt vastgesteld.
11. Buispoststelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de 20 code-elementen bestaan uit loodrecht op de transportrichting geheel rond de patroon verlopende stroken, waarvan de breedte alsmede de onderlinge afstand bepalend zijn voor de door deze code-elementen gerepresenteerde code, terwijl de aftastmiddelen voorzien zijn van een detector die tijdens passage van de patroon de code-elementen aftast, 25 welke detector aangesloten is op een detector waarmee de breedtes en de onderlinge afstanden van de elementen kunnen worden bepaald.
12. Buispoststelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de code-elementen een kleur hebben verschillend van de achtergrond-kleur van de buispostpatroon en de detector of detectoren in de aftast- 30 middelen bestaan uit optische detectoren.
13. Buispoststelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de code-elementen bestaan uit metaal en de buispostpatroon althans ; ter plaatse van de code-elementen niet bestaat uit metaal en dat de detectoren in de aftastmiddelen bestaan uit op metaal reagerende detecto-35 ren.
14. Buispoststelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de code-elementen bestaan uit magneetjes elk instelbaar aangebracht op een van een aantal ringvormig rond de patroon verlopende banen en dat de aftastmiddelen voorzien zijn van tenminste een reeks ringvormig rond de 40 transportbuis geplaatste magnetische detectoren, gekoppeld met een 8203492 r schakeling waarmee de relatieve positie van elk der magneetjes ten opzichte van het in transportrichting voorste magneetje wordt bepaald, welke relatieve positie bepalend is voor de door de magneetjes gerepresenteerde code.
15. Buispoststelsel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij detectie van breuk in een der signaalgeleiders of bij detectie van een foute code in het ontvangststation of bij overschrijding van de transporttijd tussen zend- en ontvangststation een alarm-circuit in werking wordt gesteld.
16. Buispoststelsel voilgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het zendstation voorzien is van voor de gebruiker waarneembare indica-tiemiddelen, die door het alarmcircuit geactiveerd kunnen worden. ************ 0:·.· * '··.·: 8203492
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203492A NL192340C (nl) | 1982-09-08 | 1982-09-08 | Buispoststelsel. |
DE19833332452 DE3332452C2 (de) | 1982-09-08 | 1983-09-08 | Rohrpostanlage |
NL9600017A NL9600017A (nl) | 1982-09-08 | 1996-10-08 | Buispoststelsel. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203492 | 1982-09-08 | ||
NL8203492A NL192340C (nl) | 1982-09-08 | 1982-09-08 | Buispoststelsel. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8203492A true NL8203492A (nl) | 1984-04-02 |
NL192340B NL192340B (nl) | 1997-02-03 |
NL192340C NL192340C (nl) | 1997-06-04 |
Family
ID=19840240
Family Applications (2)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8203492A NL192340C (nl) | 1982-09-08 | 1982-09-08 | Buispoststelsel. |
NL9600017A NL9600017A (nl) | 1982-09-08 | 1996-10-08 | Buispoststelsel. |
Family Applications After (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9600017A NL9600017A (nl) | 1982-09-08 | 1996-10-08 | Buispoststelsel. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3332452C2 (nl) |
NL (2) | NL192340C (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AU2003229128B2 (en) * | 2002-06-04 | 2010-07-29 | Lamson Concepts Pty Limited | Security system |
AT500818B8 (de) * | 2004-10-14 | 2007-02-15 | Hanazeder Erwin | Rohrschalter für eine rohrpostanlage |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE684694C (de) * | 1935-04-10 | 1939-12-02 | Mix & Genest Akt Ges | Einrichtung zur Stoerungsmeldung in Rohrpostanlagen |
DE1531031A1 (de) * | 1967-05-26 | 1969-08-28 | Siemens Ag | Anordnung zur Zielerkennung von Rohrpostbuechsen in Rohrpostanlagen |
NL6901453A (nl) * | 1968-04-08 | 1969-10-10 | ||
CH539309A (de) * | 1972-07-20 | 1973-07-15 | Huegli Fritz | Alarmanlage zur Feststellung eines Ein- oder Ausbruchs in einem Gebäude |
GB1570511A (en) * | 1976-08-20 | 1980-07-02 | Standard Telephones Cables Ltd | Strain threshold alarm device |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE157579C (nl) * | ||||
BE758780A (fr) * | 1969-11-11 | 1971-05-10 | Siemens Ag | Commande de destination pour convoyeurs |
NL7400441A (nl) * | 1974-01-11 | 1975-07-15 | Itt | Buispostinrichting voor het transport van nen tussen twee stations. |
DE2829933A1 (de) * | 1978-07-07 | 1980-01-24 | Continental Gummi Werke Ag | Foerdergurt mit in dem gurtkoerper angeordneten elektrischen leiterelementen |
-
1982
- 1982-09-08 NL NL8203492A patent/NL192340C/nl not_active IP Right Cessation
-
1983
- 1983-09-08 DE DE19833332452 patent/DE3332452C2/de not_active Expired - Fee Related
-
1996
- 1996-10-08 NL NL9600017A patent/NL9600017A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE684694C (de) * | 1935-04-10 | 1939-12-02 | Mix & Genest Akt Ges | Einrichtung zur Stoerungsmeldung in Rohrpostanlagen |
DE1531031A1 (de) * | 1967-05-26 | 1969-08-28 | Siemens Ag | Anordnung zur Zielerkennung von Rohrpostbuechsen in Rohrpostanlagen |
NL6901453A (nl) * | 1968-04-08 | 1969-10-10 | ||
CH539309A (de) * | 1972-07-20 | 1973-07-15 | Huegli Fritz | Alarmanlage zur Feststellung eines Ein- oder Ausbruchs in einem Gebäude |
GB1570511A (en) * | 1976-08-20 | 1980-07-02 | Standard Telephones Cables Ltd | Strain threshold alarm device |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3332452C2 (de) | 1993-10-28 |
DE3332452A1 (de) | 1984-03-08 |
NL192340C (nl) | 1997-06-04 |
NL9600017A (nl) | 1997-02-03 |
NL192340B (nl) | 1997-02-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0186226B1 (fr) | Dispositif de détection d'intrus muni d'un dispositif d'antimasquage | |
US8757488B2 (en) | Card reader protection system | |
US5533627A (en) | Device for feeding and storing valuable documents | |
EP0014517A1 (en) | Kilowatt-hour meter provided with means for indicating any tampering to prevent correct recordal of energy consumption by the meter | |
JPH06274738A (ja) | 通貨確認装置 | |
US3919704A (en) | System and method for detecting unauthorized removal of goods from protected premises, and magnet detecting apparatus suitable for use therein | |
US4651138A (en) | Intruder alarm system | |
CN101681542A (zh) | 用于减少电子商品防盗系统错误警报的方法和系统 | |
EP0147284B1 (fr) | Perfectionnements aux installations de commande et de contrôle des différentes serrures codées d'un ensemble | |
US10249150B1 (en) | Security apparatus for an automated teller machine | |
GB1564723A (en) | Coin and token-freed apparatus | |
NL8203492A (nl) | Buispoststelsel. | |
US6265970B1 (en) | Event detection device with fault monitoring capability | |
NL8203334A (nl) | Veiligheidsstelsel met een aantal toegangsniveaus. | |
JPS5947695A (ja) | 光フアイバを用いた警報伝送方式 | |
US3760359A (en) | Security signalling with alarm identification | |
US5796353A (en) | Fault monitoring event detection device | |
US3638213A (en) | Electrical alarm system | |
JP2511488B2 (ja) | 紙葉類判別装置 | |
FR2596900A1 (fr) | Dispositif de controle d'acces | |
JP3228700B2 (ja) | キャッシュレジスタの異常報知装置 | |
US1406447A (en) | Cash-drawer burglar alarm | |
JPH0844961A (ja) | 反射式物体検知装置 | |
KR850002526A (ko) | 지폐 감별기 | |
JPS621091A (ja) | コイン装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
TNT | Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications |
Owner name: ERGOTRANS B.V. |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020401 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020401 |