NL1026951C2 - Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen. - Google Patents

Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen. Download PDF

Info

Publication number
NL1026951C2
NL1026951C2 NL1026951A NL1026951A NL1026951C2 NL 1026951 C2 NL1026951 C2 NL 1026951C2 NL 1026951 A NL1026951 A NL 1026951A NL 1026951 A NL1026951 A NL 1026951A NL 1026951 C2 NL1026951 C2 NL 1026951C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
detection
label
alarm
detection zone
zone
Prior art date
Application number
NL1026951A
Other languages
English (en)
Inventor
Willem Badenhop
Original Assignee
Nedap Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedap Nv filed Critical Nedap Nv
Priority to NL1026951A priority Critical patent/NL1026951C2/nl
Priority to EP05077006A priority patent/EP1632919A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026951C2 publication Critical patent/NL1026951C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B13/00Burglar, theft or intruder alarms
    • G08B13/22Electrical actuation
    • G08B13/24Electrical actuation by interference with electromagnetic field distribution
    • G08B13/2402Electronic Article Surveillance [EAS], i.e. systems using tags for detecting removal of a tagged item from a secure area, e.g. tags for detecting shoplifting
    • G08B13/2465Aspects related to the EAS system, e.g. system components other than tags
    • G08B13/248EAS system combined with another detection technology, e.g. dual EAS and video or other presence detection system

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)

Description

Titel: Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen.
De uitvinding heeft betrekking op een elektronisch diefstaldetectiesysteem, voorzien van een aantal elektronische labels die, tijdens bedrijf, aan te beveiligen artikelen zijn bevestigd, waarbij het systeem is voorzien van eerste detectiemiddelen om de aanwezigheid van 5 een elektronisch label in ten minste één, door bijvoorbeeld personen en/of artikelen te passeren detectiezone te detecteren, in het bijzonder door middel van een in de detectiezone opgewekt elektromagnetisch ondervragingsveld.
Een dergelijk systeem is uit de praktijk bekend. De eerste 10 detectiemiddelen van het bekende systeem omvatten een of meer detectiepoortjes, die bijvoorbeeld bij een of meer uitgangen en/of doorgangen van een of meer te beveiligen winkels zijn opgesteld. Wanneer een persoon de eerste detectiemiddelen tracht te passeren met artikelen die zijn voorzien van een of meer actieve elektronische labels, bijvoorbeeld niet betaalde 15 artikelen, worden die labels door de eerste detectiemiddelen gedetecteerd, zodat een op de detectiemiddelen aangesloten alarm afgaat.
Wanneer artikelen door een klant zijn gekocht, dienen de labels van de artikelen door winkelpersoneel te worden verwijderd en/of te worden gedeactiveerd. De klant kan de winkel vervolgens met de artikelen verlaten, 20 waarbij hij de eerste detectiemiddelen kan passeren zonder dat een op de detectiemiddelen aangesloten alarm afgaat.
In de praktijk blijken vaak valse of ongewenste alarmen te worden gegeven. Valse alarmen zijn alarmen terwijl geen label aanwezig is. Ongewenste alarmen zijn alarmen met betrekking tot detectie van 25 elektronische labels van rechtmatig verkregen artikelen.
1026951 —j j i 2
In een eerste geval blijkt een ongewenst alarm te worden gegeven wanneer een artikel correct door een klant is betaald, waarbij winkelpersoneel is vergeten om een aan het artikel verbonden diefstalpreventie-label te deactiveren of te verwijderen.
5 In een tweede geval blijkt (veelvuldig) een ongewenst alarm te worden afgegeven wanneer van elektronische labels voorziene artikelen van buitenaf langs eerste detectiemiddelen bijvoorbeeld een winkel worden ingebracht. Het kunnen bijvoorbeeld artikelen betreffen die eerder rechtmatig in dezelfde en/of een andere winkel waren verkregen, waarbij 10 per abuis door winkelpersoneel was vergeten om de bijbehorende elektronische labels te deactiveren en/of te verwijderen. Zo vergeet het winkelpersoneel na een ongewenst alarm zoals omschreven voor het eerste geval nog wel eens het label dat een ongewenst alarm veroorzaakte alsnog te verwijderen of te deactiveren. Het label kan dan op een later tijdstip in de 15 zelfde winkel of in een andere winkel weer een ongewenst alarm veroorzaken.
Bovengenoemde ongewenste alarmen kunnen een klant in verlegenheid brengen en zijn dan ook klantonvriendelijk. Bovendien wordt de effectiviteit van het bekende systeem verstoord doordat het systeem 20 relatief vaak ongewenst alarm geeft. In elk geval is het winkelpersoneel relatief veel tijd kwijt om op het ongewenste alarm te reageren, hetgeen uit economisch oogpunt en uit veiligheids-overwegingen ongewenst is.
Voor het management van bijvoorbeeld een winkel is het verder relatief lastig om een goed beeld te krijgen van de oorzaak van het 25 (eventueel ongewenst) afgaan van het alarm van het diefstaldetectiesysteem. Dit geldt in het bijzonder voor management van een winkelketen of dergelijke, waarbij op diverse locaties artikelen kunnen worden gekocht, welke artikelen door middel van dezelfde soort elektronische labels zijn beveiligd. Derhalve is een effectieve bestrijding van 1026951 3 ongewenste alarmen, bijvoorbeeld door aansturing van het winkelpersoneel, voor het management relatief lastig.
De onderhavige uitvinding beoogt een verbetering van het elektronische diefstaldetectiesysteem. In het bijzonder beoogt de uitvinding 5 een diefstaldetectiesysteem, waarmee het aantal ongewenste alarmen kan worden gereduceerd.
Hiertoe wordt het systeem volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 1.
t
Het systeem is volgens de uitvinding voorzien van tweede 10 detectiemiddelen die zijn ingericht om te bepalen in welke passagerichting de personen en/of labels en/of artikelen waaraan of waarin de labels zijn bevestigd de ten minste ene detectiezone passeren. Tijdens gebruik kan door de tweede detectiemiddelen worden bepaald, in welke richting personen, artikelen en/of elektronische labels de ten minste ene detectiezone passeren. 15 Bovendien kunnen de eerste detectiemiddelen detecteren, of een elektronisch label zich in de detectiezone bevindt. De eerste detectiemiddelen kunnen dan bijvoorbeeld een detectiesignaal genereren, bijvoorbeeld in de vorm van een hoorbaar signaal, zichtbaar signaal of elektrisch signaal voor verdere verwerking. Zo kan het systeem 20 onderscheiden, of de door een persoon meegenomen, van een label voorziene artikelen een winkel verlaten of juist binnengaan. Het eerste geval kan duiden op diefstal van een artikel of op een artikel waarvoor wel is betaald maar waarvan het label niet is verwijderd of gedeactiveerd. Het systeem kan dan bijvoorbeeld zijn ingericht om een hoorbaar alarm te genereren 25 waarna het personeel de oorzaak van het alarm kan onderzoeken. De klant kan dan bijvoorbeeld alsnog betalen of het label kan worden verwijderd of gedeactiveerd wanneer de klant al wel blijkt te hebben betaald. Het tweede geval vormt in de meeste gevallen juist een aanwijzing, dat er geen sprake is van diefstal. In dat geval kan bijvoorbeeld alleen een stil alarm worden t 1026951 t 4 afgegeven voor het winkelpersoneel die dan op discrete wijze de klant kan benaderen om te onderzoeken wat de oorzaak is van het ongewenste alarm.
Bij voorkeur worden de detectie-resultaten van de eerste en tweede detectiemiddelen gekoppeld en bijvoorbeeld centraal verwerkt en 5 op geslagen. Met deze labeldetectie-informatie kan management van een betreffende winkel een goed beeld krijgen van de verschillende oorzaken die ten grondslag liggen aan door het diefstaldetectiesysteem gegenereerd alarm. Indien bijvoorbeeld blijkt, dat het alarm vaak afgaat doordat artikelen vanuit een omgeving een winkel worden ingebracht, ligt de 10 oorzaak van het alarm niet bij het personeel van de betreffende winkel maar > waarschijnlijk bij het personeel van een of meer andere, bijvoorbeeld nabijgelegen, winkels. Aan de hand van genoemde labeldetectie-informatie kan het management op het personeel gerichte actie ondernemen ter vermindering van ongewenst diefstalalarm. Indien echter blijkt dat het 15 alarm veelvuldig afgaat indien een label de winkel verlaat terwijl er geen sprake is van diefstal kan het personeel niet langer als excuus aangeven dat het gaat om valse alarmen ten gevolge van labels die bij de winkel worden binnengebracht. Het door de uitvinding verschafte systeem vergroot bovendien de klantvriendelijkheid, terwijl de effectiviteit van het systeem 20 goed kan worden behouden of zelfs worden verbeterd.
Voorts is het mogelijk de gegevens van correct afgerekende artikelen op te slaan. Dit kan door een identificatie code van het aan een artikel gekoppeld label uit te lezen bij een kassablok. Indien vervolgens blijkt dat er toch een alarm afgaat bij het verlaten van de winkel (dat de 25 winkel wordt verlaten blijkt uit de gegevens afkomstig van de tweede detectiemiddelen) kan (op automatische wijze) vervolgens worden vastgesteld dat het kennelijk gaat om een label dat door het personeel van de winkel niet is gedeactiveerd of verwijderd.
1026951 5 -
De uitvinding heeft verder betrekking op een gegevens-verwerkingssysteem welk systeem is voorzien van ten minste één detectiesysteem.
Een dergelijk gegevensverwerkingssysteem is op zichzelf bekend 5 uit de internationale octrooiaanvrage WO 01/27892 ten name van aanvraagster, welke internationale octrooiaanvrage door referentie in de onderhavige aanvrage wordt geacht te zijn opgenomen.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt het gegevensverwerkingssysteem gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 21.
10 Op deze manier kan het management, via de informatie ver zamelingsinrichting, op afstand toegang tot informatie verkrijgen omtrent de aantallen diefstalalarm en de soorten diefstalalarm die zich in een bepaalde tijdsspanne voordoen. De informatie omvat ten minste informatie over gedetecteerde anti-diefstallabels en bijbehorende 15 passagerichtingen, zodat goed kan worden onderscheiden in welke richting een alarm genererend label, in het bijzonder een het label met zich meebrengend persoon of artikel, een detectiezone heeft gepasseerd. De informatie kan verder bijvoorbeeld de tijd, datum en de plaatsaanduiding van de betreffende detectiezone of dergelijke omvatten. Met behulp van het 20 gegevensverwerkingssysteem kunnen zwakke plekken in de beveiliging van de winkel of een winkelketen goed worden gelokaliseerd. Bovendien kan het systeem worden gebruikt om winkelpersoneel nog gerichter aan te spreken met betrekking tot de verwijdering of deactivering van elektronische labels. Verder kunnen oorzaken van alarmen en beveiligingsincidenten — in het 25 kader van dervingsbestrijding- goed met dit systeem worden achterhaald. Het optreden van ongewenste alarmen kan met dit systeem goed en effectief worden teruggedrongen.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze die wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 24. Deze werkwijze biedt 30 bovengenoemde voordelen. Met deze werkwijze kunnen verschillende .10268 ο 1 6 soorten alarm, al dan niet vals, in het bijzonder goed van elkaar worden onderscheiden.
Verder verschaft de uitvinding een gebruik van een detectiesysteem volgens één van de conclusies 1-19 en/of een 5 gegevensverwerkingssysteem volgens één van de conclusies 21-23 voor het detecteren van elektronische labels en bijbehorende detectiezone-passagerichtingen.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand 10 van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 schematisch een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een diefstaldetectiesysteem volgens de uitvinding; fig. 2 schematisch een gegevensverwerkingssysteem volgens de uitvinding; en 15 fig. 3 schematisch een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een diefstaldetectiesysteem volgens de uitvinding .
t
Figuur 1 toont een elektronisch diefstaldetectiesysteem S, bijvoorbeeld voor toepassing in een of meer winkels. Het systeem is voorzien van elektronische labels 1 die, tijdens bedrijf, aan te beveiligen artikelen G 20 zijn bevestigd. Dit houdt in dat de labels zowel aan een buitenzijde van een artikel of in een artikel kunnen zijn aangebracht. In het bijzonder zijn de labels 1 voorzien van artikelidentificatiecodes ter identificatie van de bijbehorende artikelen. Dergelijke labels 1 zijn op zichzelf uit de praktijk bekend en dienen ter identificatie van een artikel G tijdens het bij een kassa 25 K afrekenen van het artikel G. Met spreekt hier wel over RFID. Dergelijke labels omvatten een identificatiecode die bijvoorbeeld met behulp van een elektromagnetisch ondervraagveld kunnen worden uitgelezen. Het is echter ook mogelijk dat de labels geen identificatiecode omvatten. In dat geval wordt slechts de aanwezigheid van een label in een detectiezone 30 gedetecteerd.
1ÜH6951 7
Het systeem omvat eerste detectiemiddelen 2-5 om de aanwezigheid van elektronische labels 1 in ten minste één, door personen P te passeren detectiezone DZ te detecteren. Dergelijke eerste detectiemiddelen 2-5 zijn op zichzelf uit de praktijk bekend, zie bijvoorbeeld 5 het Europese octrooi EP 0 736 850. In het bijzonder wordt ook een eventuele identificatiecode van een label in de detectiezone uitgelezen. Deze detectiemiddelen omvatten in het bijzonder ten minste een antenne 2 en een zender 4 om een elektromagnetisch ondervragingsveld te vormen. Het detectiesysteem omvat bovendien een antenne 3 met een ontvanger 5 om de 10 reactie van een label 1 in het ondervraagveld te detecteren. Het detectiesysteem kan hierbij bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een emissiesysteem of een adsorptiesysteem. Bij detectie van een label genereert de ontvanger een detectiesignaal. Het systeem omvat voorts een aan de ontvanger 5 gekoppelde alarminrichting 6 om alarm te geven bij detectie 15 van een label 1 in de detectiezone DZ. Het systeem kan bijvoorbeeld een of meer diefstaldetectiepoorten omvatten, welke poorten elk zijn ingericht om personen P door een bijbehorende detectiezone DZ te leiden. Elke genoemde detectiepoort kan bijvoorbeeld ten minste van genoemde antennes 2, 3 zijn voorzien ten behoeve van detectie van labels 1. Bij voorkeur zijn genoemde 20 eerste detectiemiddelen 2-5 ingericht om genoemde artikelidentificatiecodes automatisch uit te lezen bij het in de detectiezone DZ detecteren van elektronische labels 1.
Het diefstaldetectiesysteem S is in dit voorbeeld zodanig uitgevoerd, dat personen P de detectiezone DZ slechts in bepaalde 25 richtingen kunnen passeren, bijvoorbeeld in een eerste passagerichting R1 vanuit een winkel W naar een omgeving B en een tweede, omgekeerde passagerichting R2. In figuur 1 is een persoon P weergegeven, die in een met pijl R1 aangegeven passagerichting de detectiezone DZ binnengaat. De persoon P neemt een artikel G met zich mee, welk artikel G is voorzien van 30 een elektronisch label 1.
1026951 8
In figuur 1 is het detectiesysteem S voorzien van één detectiezone. Vanzelfsprekend kan het detectiesysteem S tevens zijn voorzien van meer dan een dergelijke detectiezone DZ. Verder is het detectiesysteem S bij voorkeur voorzien van ten minste één identificatiecode waarmee het 5 detectiesysteem S en/of elke detectiezone DZ van het detectiesysteem S
identificeerbaar is.
Het detectiesysteem S is voorzien van tweede detectiemiddelen 9 die zijn ingericht om te bepalen, in welke passagerichting personen P de ten minste ene detectiezone passeren. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld ( 10 omvatten deze tweede detectiemiddelen 9 twee sensoren 10a, 11a die, althans in een doorgangsrichting van de detectiezone DZ gezien, gescheiden van elkaar zijn opgesteld. De ene sensor 10a is nabij een eerste zijde van de detectiezone DZ opgesteld -gezien in het bovenaanzicht van fig. 1- terwijl de tweede sensor 11a zich aan een tegenoverliggende tweede zijde bevindt. De 15 sensoren 10a, 11a zijn bij voorkeur in de eerste detectiemiddelen geïntegreerd, bijvoorbeeld wanneer de sensoren op en/of in een behuizing van de antennes 2, 3, in het bijzonder genoemde diefstaldetectiepoort, zijn aangebracht. Daarnaast kunnen de sensoren 10a, 11a bijvoorbeeld elders zijn opgesteld. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de sensoren 20 10a, 11a optische sensoren die zijn ingericht om met stippellijnen weergegeven infraroodlicht-bundels, die bijvoorbeeld afkomstig zijn van • tegenoverliggende infraroodlicht-bronnen 10b, 11b, te detecteren.
Voor de vakman zal duidelijk zijn, dat de tweede detectiemiddelen 10, 11 op diverse andere manieren kunnen zijn uitgevoerd 25 en bijvoorbeeld druksensoren, akoestische sensoren, elektromagnetische sensoren, bewegingssensoren, biometrische sensoren, camera's en/of dergelijke kunnen omvatten.
Zoals fig. 1 toont zijn de eerste en tweede sensor 10a, 11a zodanig op gesteld, dat een persoon P (of een artikel dat de label draagt) die de 30 detectiezone DZ heeft gepasseerd, achtereenvolgens door beide sensoren 1026951 9 10a, 11a is gedetecteerd, bijvoorbeeld omdat door de persoon of het artikel de beide bundels achtereenvolgens worden onderbroken. Daarbij kan uit de volgorde van detectie eenvoudig worden bepaald, in welke passagerichting Rl, R2 de detectiezone DZ door de persoon P (of het artikel) is gepasseerd. Is 5 de persoon of het artikel eerst gedetecteerd door de sensor 10a en daarna door de sensor 11a, dan zal de passage richting Rl zijn. Is de persoon of het artikel eerst gedetecteerd door de sensor 11a en daarna door de sensor 10a, dan zal de passage richting R2 zijn.
Alternatief kunnen de sensoren 10a, 11a van de tweede 10 detectiemiddelen 9 bijvoorbeeld worden gebruikt om te bepalen, vanuit welke zijde een persoon P (of het artikel) de detectiezone DZ met een label 1 binnengaat, waarbij het elektronisch label 1 vervolgens door de eerste detectiemiddelen 2 in de detectiezone DZ wordt gedetecteerd. Omgekeerd kunnen de sensoren 10a, 11a bijvoorbeeld worden gébruikt om te bepalen, 15 aan welke zijde de persoon P (of het artikel) de detectiezone DZ verlaat na detectie van het label 1 in de detectiezone DZ. In elk geval kunnen de eerste detectiemiddelen 2-5 dan eenvoudig worden gebruikt in combinatie met de sensoren 10a, 11a om de passagerichting R van de betreffende persoon P (of artikel) te bepalen. De eerste detectiemiddelen 2 vormen dan tezamen met 20 de sensoren 10a, 11a de tweede detectiemiddelen 9.
Ook kan een van de sensoren worden weggelaten, bijvoorbeeld de sensor 11a. Indien de eerste detectiemiddelen 2 een label detecteren, kan worden nagegaan of een persoon of artikel die het label draagt vlak daarna de sensor 10a zal passeren. Is dit het geval, dan is de passage richting R2 25 bekend, bijvoorbeeld de winkel W in. Detecteert de sensor 10a vervolgens niets dan gaat het kennelijk om de tegenovergestelde passagerichting Rl, bijvoorbeeld de winkel uit naar buiten B. Dit laatste kan worden geverifieerd door na te gaan of vlak voordat het label door de eerste detectiemiddelen is geregistreerd, de tweede sensor 10a een passerend 30 persoon of artikel heeft gedetecteerd. De van de tweede sensor 10a 1026951 10 afkomstige informatie dient dan tenminste korte tijd te worden bewaard cq opgeslagen in het systeem met bijvoorbeeld een bijbehorende tijdsaanduiding.
Een combinatie van een of meer van in deze aanvrage genoemde 5 mogelijkheden voor detectie van passagerichtingen Rl, R2 van personen P en/of labels 1 is tevens mogelijk.
Bij voorkeur geldt dat de tweede detectiemiddelen de passagerichting bepalen wanneer de eerste detectiemiddelen één van de labels detecteert. Ook kan het zo zijn dat de tweede detectiemiddelen altijd de passagerichting 10 bepalen maar dat deze passagerichting door het systeem alleen dan verder wordt verwerkt wanneer tevens een label wordt gedetecteerd in de detectiezone.
Ten behoeve van de bepaling van de passagerichting Rl, R2 is het uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een gegevensverwerker 12, die aan de 15 tweede detectiemiddelen 10a, 11a is gekoppeld. Genoemde gegevensverwerker 12 kan bijvoorbeeld een besturing, elektronica, een computer, een geheugen, rekenmiddelen, software en/of dergelijke omvatten. De gegevensverwerker 12 is bij voorkeur ingericht om ten minste elke door de tweede detectiemiddelen 9 bepaalde passagerichting Rl, R2 te 20 verwerken en bij voorkeur op te slaan.
De gegevensverwerker 12 is bovendien aan de eerste detectiemiddelen 2-5 gekoppeld. De gegevensverwerker 12 is ingericht om een door de eerste detectiemiddelen 2-5 gedane detectie van een elektronisch label 1 te koppelen aan een door de tweede detectiemiddelen 9 25 bepaalde passagerichting Rl, R2. Verder is de gegevensverwerker 12 bij voorkeur ingericht om elke door de tweede detectiemiddelen 9 bepaalde passagerichting te koppelen aan de zone - ide ntificatiecode van de bij die passagerichting horende detectiezone DZ, in het bijzonder wanneer het systeem verscheidene detectiezones DZ omvat. Het koppelen van genoemde 1026951 i 11 gegevens kan op verschillende manieren geschieden, bijvoorbeeld door de gegevens in tabellen of dergelijke te verwerken.
Verder kan de gegevensverwerker 12 bijvoorbeeld zijn gekoppeld aan een artikelenafrekensysteem ten behoeve van het afrekenen van 5 artikelen G, bijvoorbeeld een systeem omvattende één of meer kassa's K.
Het afrekensysteem kan bijvoorbeeld zijn ingericht om automatisch betalingsinformatie op te slaan, althans informatie betreffende de artikelen G waarvoor is betaald. Hiertoe dienen de labels 1 bij het afrekenen bijvoorbeeld door een scaninrichting van een kassa K te worden gescand.
10 Hierbij kan bijvoorbeeld een artikelidentifïcatiecode van een label wordt uitgelezen.Verder kan het afrekensysteem bijvoorbeeld Zijn ingericht om informatie betreffende personeelsbezetting van de kassa's K op te slaan. De gegevensverwerker 12 is dan bij voorkeur ingericht om met het afrekensysteem samen te werken, om te bepalen of reeds voor een artikel G 15 van een in een detectiezone DZ gedetecteerd label 1 is betaald, en om bijvoorbeeld te bepalen door welk personeelslid èn/of bij welke kassa K het artikel G is afgerekend. Hierbij geldt bijvoorbeeld dat het ' artikelenafrekensysteem is ingericht om de uitleesbare artikelindentificatiecode van een label dat behoort bij een artikel waarvoor 20 is of wordt betaald uit te lezen, de eerste detectiemiddelen de artikelidentifïcatiecode in de detectiezone uitlezen en de gegevensverwerkende middelen bepalen of een artikelidentifïcatiecode die in de detectiezone is uitgelezen tevens door het artikelenafrekensysteem is uitgelezen.
25 Bij voorkeur is de gegevensverwerker 12 tevens aan de alarminrichting 6 gekoppeld om de alarminrichting 6 te besturen. De gegevensverwerker 12 kan dan bijvoorbeeld de alarminrichting 6 dusdanig aansturen dat een in de winkel voor de klant signaleerbaar alarm wordt gegenereerd wanneer een label wordt gedetecteerd terwijl dit label nu juist 30 de winkel verlaat. Het afgaan van de alarminrichting 6 kan bijvoorbeeld i 102bSo1 12 automatisch door de gegevensverwerker 12 worden onderdrukt wanneer blijkt dat een persoon P of artikel G een winkel via de detectiezone DZ binnengaat, en/of wanneer uit een in de detectiezone DZ afgelezen artikelidentificatiecode volgt dat reeds voor het betreffende artikel G is 5 betaald. In dat geval kan de gegevenverwerker 12 de alarminrichting 6 ook dusdanig aansturen dat de alarminrichting 6 bijvoorbeeld wel een voor de klant niet detecteerbaar alarm genereren dat wel kan worden gedetecteerd , door het winkelpersoneel zodat deze de klant discreet kunnen benaderen om bijvoorbeeld het label 1 alsnog te deactiveren of te verwijderen.
10 Meer in het algemeen geldt dat het systeem is gericht om een eerste type alarm te geven na een labeldetectie, wanneer genoemde detectiezone (DZ) is gepasseerd in één bepaalde passagerichting, in het bijzonder een richting R2 vanuit een omgeving B een winkel W in en om een tweede type alarm te geven na een labeldetectie, wanneer genoemde detectiezone (DZ) is 15 gepasseerd in één andere bepaalde passagerichting, in het bijzonder een richting Rl een winkel uit. Hierbij kan bijvoorbeeld het eerste type alarm een voor de klant niet signaleerbaar alarm betreffen en het tweede type alarm een voor de klant wel signaleerbaar alarm betreffen. Bij voorkeur is de gegevensverwerker 12 ingericht om labeldetectie-informatie, althans 20 informatie omvattende dat een label is gedetecteerd( bijvoorbeeld tevens omvattende een bijbehorende artikelidentificatiecode), een bijbehorende passagerichting Rl, R2 en bijvoorbeeld tevens de identificatiecode van de bijbehorende detectiezone DZ en/of het detectiesysteem S, centraal op te slaan. De gegevensverwerker 12 is bijvoorbeeld ingericht om dergelijke 25 labeldetectie-informatie naar ten minste één, in fig. 2 weergegeven informatie-verzamelingsinrichting C te zenden. De informatie kan worden opgeslagen bijvoorbeeld in ten minste één computergeheugen en/of op ten minste één gegevensdrager van bijvoorbeeld de gegevensverwerker 12 of de inrichting C.
1026951 13
Ten behoeve van het verzenden van de informatie is het detectiesysteem S bij voorkeur koppelbaar of gekoppeld aan ten minste één communicatienetwerk N, bijvoorbeeld een computernetwerk, telefoonnetwerk, winkelcommunicatienetwerk en/of dergelijke, zoals in fig. 2 5 is getoond. De gegevensverwerker 12 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om via het netwerk N met de informatie-verzamehngsinrichting C te communiceren. Genoemde communicatiemiddelen, althans de gegevensverwerker 12, en het netwerk N, kunnen bijvoorbeeld zijn ingericht om genoemde informatie real-time naar de 10 informatieverzamelingsinrichting C te versturen. Genoemde communicatiemiddelen 12, N kunnen tevens bijvoorbeeld zijn ingericht om genoemde informatie gedurende een bepaalde periode op te slaan, om de informatie vervolgens naar de informatie-verzamelingsinrichting C te versturen.
15 Genoemde labeldetectie-informatie kan tevens bijvoorbeeld in één of meer computergeheugens en/of op één of meer beschrijfbare gegevensdragers door de gegevensverwerkende inrichting 12 worden op geslagen, bijvoorbeeld voor het bewaren van die informatie en/of voor verdere bewerking. Verder kan genoemde labeldetectie-informatie diverse 20 andere gegevens omvatten, bijvoorbeeld informatie met betrekking tot de tijd en datum van elk alarm, de locatie van een betreffende detectiezone, de locatie van de betreffende winkel of der gelijke.
Het uitvoeringsvoorbeeld is verder voorzien van signaleringsmiddelen 13 om een gedetecteerde passagerichting Rl, R2, 25 bijvoorbeeld tijdens of na een onder invloed van een labeldetectie door de eerste detectiemiddelen 2-5, te signaleren. De signaleringsmiddelen zijn bijvoorbeeld aan de gegevensverwerkende inrichting 12 gekoppeld, of vormen een onderdeel van de gegevensverwerkende inrichting 12.
Dergelijke signaleringsmiddelen 13 kunnen bijvoorbeeld een display, lamp, ; 30 geluidsgenererende middelen en/of der gelijke omvatten. Daarnaast kunnen ï Ui:695 ί , _L___ ____________________ 14 genoemde alarmeringsmiddelen 6 en genoemde signaleringsmiddelen bijvoorbeeld met elkaar zijn geïntegreerd of dergelijke.
Tijdens gebruik van het in fig. 1 weergegeven systeem wordt de aanwezigheid van elk actieve elektronische label 1 door de eerste 5 detectiemiddelen 2-5 in detectiezone DZ gedetecteerd. Verder wordt een artikelidentificatiecode van het label 1 afgelezen, indien het label 1 daarvan is voorzien. Bovendien wordt met behulp van de sensoren 10a, 11a bepaald in welke richting R een persoon P, die het label 1 met zich meeneemt, de detectiezone DZ passeert. Indien het detectiesysteem S detecteert, dat een 10 persoon P een winkel via een detectiezone DZ verlaat met niet betaalde artikelen G, hetgeen op diefstal zou kunnen wijzen, gaat het alarm 6 automatisch af.
Het alarm kan tevens bijvoorbeeld afgaan, wanneer een persoon P de winkel met een (niet gedeactiveerd) label 1 binnenkomt. De gemeten 15 passagerichting kan dan door signaleringsmiddelen 13 van de gegevensverwerker 12 worden aangegeven. Daardoor weet winkel- en/of beveiligingspersoneel na het alarm direct, of de persoon P de winkel inging of verliet. In het bijzonder een ongewenst alarm, dat kan ontstaan wanneer een label 1 vanuit een omgeving een winkel wordt ingebracht, kan zo snel 20 worden opgelost.
Anderzijds kan het afgaan van de alarminrichting 6 bijvoorbeeld door de gegevensverwerker 12 worden onderdrukt, wanneer blijkt dat de persoon de winkel via de detectiezone DZ binnenging. Daardoor kan de inzet van winkelpersoneel worden voorkomen, wanneer labels 1 vanuit een 25 omgeving via de detectiezone DZ een winkel worden ingebracht en/of wordt voorkomen dat de klant onschuldig in verlegenheid wordt gebracht. In dit geval kan bijvoorbeeld nog wel een stil alarm of dergelijke worden gegeven, bijvoorbeeld via de signaleringsmiddelen 13, opdat winkelpersoneel of winkelmanagement weet dat een label 1 in de detectiezone DZ is 30 gedetecteerd. Het personeel kan dan de klant discreet benaderen zonder dat 102695 1 15 de klant in de winkel in verlegenheid wordt gebracht. Het personeel kan dan het label verwijderen of deactiveren.
Bovendien kan de gegevensverwerker 12 een afgelezen artikelidentificatiecode gebruiken om, aan de hand van betalingsinformatie 5 die van genoemd afrekensysteem afkomstig is, automatisch te bepalen, of reeds voor het betreffende artikel G is betaald. Indien blijkt dat inderdaad reeds voor het artikel is betaald, kan dat bijvoorbeeld door middel van de signaleringsmiddelen 13 worden aangegeven, opdat een alarm snel kan worden afgehandeld. Anderzijds kan het afgaan van de alarminrichting 6 10 bijvoorbeeld door de gegevensverwerker 12 worden onderdrukt, zodat inzet van personeel kan worden voorkomen. In het laatstgenoemde geval kan bovendien nog een stil alarm of dergelijke worden gegeven.
Elke labeldetectie, artikelidentificatiecode en elke bijbehorende passagerichting Rl, R2 kan bijvoorbeeld in of door de gegevensverwerker 12 15 worden opgeslagen, en/of naar een of meer informatieverzamelings-inrichtingen C worden gezonden. Informatie, die door of in de i gegevensverwerkende inrichting is opgeslagen met betrekking tot labeldetecties, het afgaan van het alarm, stille alarmen, bijbehorende passagerichtingen R en identificatiecodes, kan naderhand worden gebruikt, 20 bijvoorbeeld door management en/of winkelpersoneel, om vals of ongewenst alarm tegen te gaan. In het bijzonder kan met deze informatie gericht worden gezocht naar oorzaken van dergelijk alarm. Door gebruik te maken van gedetecteerde artikelidentificatiecodes en informatie omtrent de personeelsbezetting van de kassa's K kan bovendien specifiek het 25 kassapersoneel worden aangewezen, dat abusievelijk de labels 1 van betaalde artikelen G ongemoeid heeft gelaten. Analoog kan bijvoorbeeld worden bepaald, bij welke kassa K het artikel was afgerekend. De gegevensverwerker 12 kan bijvoorbeeld zijn ingericht om het betreffende personeel vervolgens te waarschuwen, bijvoorbeeld via 30 signaleringsmiddelen. Daarnaast kan de gegevensverwerker 12 bijvoorbeeld 10üoöo t j ! 16 zijn ingericht om het management in te lichten dat door het systeem N is gedetecteerd, dat een bepaald personeelslid een bepaald aantal keer is vergeten om labels 1 te deactiveren en/of te verwijderen.
Figuur 2 toont een gegevensverwerkingssysteem voorzien van een 5 aantal detectiesystemen Si, S2....Sn. De verschillende detectiesystemen zijn tijdens gebruik op verschillende locaties opgesteld, bijvoorbeeld ter beveiliging van één of verscheidene winkels. Elk van de detectiesystemen is ingericht volgens het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld.
Het gegevensverwerkingssysteem is voorzien van een centrale 10 informatieverzamelingsinrichting C, welke inrichting via communicatiemiddelen, bijvoorbeeld een communicatienetwerk of computernetwerk N, op de gegevensverwerkers 12 van de detectiesystemen S is aangesloten. De besturingsinrichting C is ingericht voor verwerking van de via het netwerk N ontvangen informatie.
15 Tijdens gebruik van het in fig. 2 weergegeven systeem wordt labeldetectie-informatie vanuit de verscheidene detectiesystemen over het communicatienetwerk N naar de centrale informatieverzamelingsinrichting C gezonden, bijvoorbeeld real-time of op een of meer geschikte momenten.
Na verloop van tijd beschikt de informatieverzamelingsinrichting C 20 bijvoorbeeld over voldoende informatie om te kunnen analyseren, welke alarm-typen bij welke alarmsystemen Si-Sn en/of detectiezones DZ voorkomen, in welke hoeveelheden de verschillende alarm-typen voorkomen, welke personeelsleden en/of kassa's K bij de alarmen betrokken waren en dergelijke. Aan de hand van deze gegevens kan worden achterhaald, op 25 welke locaties welke artikelen G met actieve labels 1 bijvoorbeeld een winkel worden ingedragen, of, omgekeerd, juist de winkel worden uitgedragen. Bovendien kunnen personeelsleden specifiek worden aangewezen, in het bijzonder bij gebruikmaking van genoemde artikelidentificatiecodes die -na het afrekenen bij de kassa's K- in de 30 detectiezones DZ afleesbaar zijn. Met de resultaten van deze analyse
102695H
17 kunnen adequate maatregelen worden genomen door het management en/of personeel. Zo kan het betreffende personeel, dat verantwoordelijk was voor deactivering en/of verwijdering van de labels, bijvoorbeeld tot verbetering worden gemaand. Verder kunnen de oorzaken van alarmen en dergelijke 5 incidenten door gebruikmaking van het onderhavige systeem op klantvriendelijke wijze worden vastgesteld. Afwijkingen op personeelsprocedures kunnen worden vastgesteld en maatregelen door het management kunnen mogelijk worden gemaakt.
Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het j 10 beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
Zo kan het diefstaldetectiesysteem bijvoorbeeld al dan niet zijn geïntegreerd met andere systemen, bijvoorbeeld met een systeem dat is ingericht om klanten te tellen en/of te registreren, een smart EAS systeem 15 of dergelijke.
Verder kunnen de elektronische labels (1) tijdens bedrijf op verschillende manieren aan te beveiligen artikelen (G) zijn bevestigd, bijvoorbeeld doordat de labels op en/of in de artikelen zijn aangebracht. Ook kan de passagerichting van een artikel in plaats van een persoon worden 20 bepaald. Dit kan bijvoorbeeld in een winkel het geval zijn wanneer het gaat om artikelen die relatief groot zijn.
' De tweede detectiemiddelen kunnen ook niet met de eerste detectiemidelen zijn geïntegreerd en bijvoorbeeld in tenminste een aparte behuizing zijn ondergebracht. Zo kunnen bijvoorbeeld de sensoren 10a, 11a 25 in één van de eerste detectiemiddelen gesepareerde behuizing zijn ondergebracht en de IR-bronnen 10b en 11b in één van de eerste detectiemiddelen gesepareerde behuizing zijn onder gebracht, welke behuizingen in of nabij de detectiezone staan opgesteld.
Ook kunnen de tweede detectiemiddelen 9 bijvoorbeeld de eerste 30 detectiemiddelen 2-5 omvatten (zie figuur 3). Zo is het bijvoorbeeld mogelijk 1026951 18 dat het systeem verder is voorzien van derde detectiemiddelen 2'-5' die identiek zijn aan de eerste detectiemiddelen en die een label detecteren in een tweede detectiezone DZ'. De eerste detectiezone DZ en de tweede detectiezone DZ' zijn bijvoorbeeld dusdanig in een winkel S ten opzichte van 5 elkaar opgesteld dat een persoon om de winkel S te kunnen verlaten allereerst de eerste detecetiezone DZ zal passeren en vervolgens de tweede detectiezone zal passeren. Indien een persoon van buiten B de winkel W wil binnengaan zal hij echter eerst de tweede detectiezone DZ' en vervolgens de eerste detectiezone DZ moeten passeren. Indien een dergelijk persoon een 10 niet gedeactiveerd label met zich draagt zal dit label door de eerste detectiemiddelen op een eerste tijdstip worden gedetecteerd en door de , derde detectiemiddelen op een tweede tijdstip worden gedetecteerd. De signaalverwerker 6 kan aan de hand van de genoemde tijdstippen de genoemde passagerichting bepalen. Indien in dit voorbeeld het eerste 15 tijdstip eerder komt dan het tweede tijdstip zal het label de winkel verlaten en indien het eerste tijdstip later komt dan het tweede tijdstip zal het label de winkel juist ingaan. De eerste detectiemiddelen 2-5 en de derde detectiemiddelen 2'- 5' vormen dan in combinatie de genoemde tweede detectiemiddelen. Verder kan het systeem geheel analoog werken zoals aan 20 de hand van figuur 1 en 2 is omschreven. Zoals hiervoor omschreven kan aldus ook rechtstreeks de passagerichting van het label worden bepaald in plaats van de passagerichting van een persoon of artikel dat het label met zich draagt. Dergelijke varianten vallen ook binnen het kader van de uitvinding. .
t J026951

Claims (30)

1. Een elektronisch diefstaldetectiesysteem, voorzien van een aantal elektronische labels (1) die, tijdens bedrijf, aan te beveiligen artikelen (G) zijn bevestigd, waarbij het systeem is voorzien van eerste detectiemiddelen (2-5) om de aanwezigheid van een elektronisch label (1) in ten minste één, 5 door bijvoorbeeld personen (P) en/of artikelen te passeren detectiezone (DZ) te detecteren, in het bijzonder door middel van een in de detectiezone (DZ) opgewekt elektromagnetisch ondervragingsveld, waarbij het detectiesysteem is voorzien van tweede detectiemiddelen (9) die zijn ingericht om te bepalen in welke passagerichting (R) de personen (P) en/of 10 elektronische labels (1) en/of artikelen waaraan of waarin de labels zijn bevestigd de ten minste ene detectiezone (DZ) passeren.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de tweede detectiemiddelen (9) de passagerichting bepalen wanneer de eerste detectiemiddelen (2-5) één van de labels detecteert.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en tweede detectiemiddelen met elkaar zijn geïntegreerd.
4. Systeem volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de eerste detectiemiddelen zijn ingericht om een labeldetectiesignaal te genereren wanneer een label wordt gedetecteerd.
5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de labels zijn voorzien van een, in het bijzonder met behulp van een elektromagnetisch ondervraagveld uitleesbare artikelidentificatiecodes en waarbij de eerste detectiemiddelen zijn ingericht om de artikelidentificatiecodes uit te lezen. 6.Systeem volgens één van de 25 voorgaande conclusies, waarbij de tweede detectiemiddelen zijn voorzien van ten minste twee sensoren (10, 11) die, althans in een doorgangsrichting van de detectiezone (DZ) gezien, gescheiden van elkaar zijn opgesteld 1 Ü £ D 9 5 1 waarbij de sensoren elk zijn ingericht voor het detecteren van een label, persoon of artikel.
7. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van en/of koppelbaar aan gegevensverwerkende middelen (12) om ten minste 5 een door de tweede detectiemiddelen (10, 11) bepaalde passagerichting te verwerken en bij voorkeur op te slaan. !
8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de gegevensverwerkende middelen (12) zijn ingericht om een door de eerste detectiemiddelen (2-5) gedane detectie van een elektronisch label (1) te koppelen aan een door de 10 tweede detectiemiddelen bepaalde passagerichting.
9. Systeem volgens conclusie 7 of 8, waarbij elke detectiezone (DZ), althans tijdens gebruik, is voorzien van een zone-identificatiecode ter identificatie van de detectiezone (DZ), waarbij de gegevensverwerkende middelen (12) zijn ingericht om een door de tweede detectiemiddelen (10, 15 11) bepaalde passagerichting te koppelen aan de identificatiecode van de bij die passagerichting horende detectiezone (DZ).
10. Systeem volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij de j gegevensverwerkende middelen (12) zijn ingericht om labeldetectie- informatie betreffende een label-detectie en een bijbehorende 20 passagerichting, en bij voorkeur ten minste één bij het detectiesysteem (S) en/of een bijbehorende detectiezone (DZ) behorende identificatiecode, centraal op te slaan.
11. Systeem volgens conclusie 10, waarbij het systeem koppelbaar of gekoppeld is aan ten minste één communicatienetwerk (N) om labeldetectie- 25 informatie met betrekking tot een label-detectie en een bijbehorende passagerichting, en bij voorkeur tevens genoemde identificatiecode, naar ten minste één informatie-verzamelingsinrichting (C) te zenden.
12. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van signaleringsmiddelen (13) om een gedetecteerde passagerichting (R), 1026951 . althans tijdens of na een onder invloed van een labeldetectie door de eerste detectiemiddelen (2-5), te signaleren.
13. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij genoemde eerste detectiemiddelen ten minste één diefstaldetectiepoort (2, 3) 5 omvatten welke is ingericht om personen (P) door genoemde detectiezone (DZ) te leiden.
14. Systeem volgens conclusie 11, waarbij genoemde tweede , detectiemiddelen (10, 11) op en/of in genoemde detectiepoort zijn aangebracht.
15. Systeem volgens conclusie 5, voorzien van gegevensverwerkende middelen (12) die zijn ingericht om met een artikelenafrekensysteem samen te werken, om te bepalen of reeds voor een artikel (G) van een in een detectiezone (DZ) gedetecteerd label (1) is betaald, en bij voorkeur om te bepalen welk personeelslid het artikel (G) heeft afgerekend waarbij 15 bijvoorbeeld het artikelenafrekensysteem is ingericht om de uitleesbare artikelidentificatiecode van een label dat behoort bij een artikel waarvoor is of wordt betaald uit te lezen, de eerste detectiemiddelen zijn ingericht om de artikelidentificatiecode in de detectiezone uitlezen en de gegevensverwerkende middelen zijn ingericht om te bepalen of een 20 artikelidentificatiecode die in de detectiezone is uitgelezen tevens door het i artikelenafrekensysteem is uitgelezen.
16. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, ingericht om tijdens gebruik geen of een stil alarm te geven na een labeldetectie, wanneer genoemde detectiezone (DZ) is gepasseerd in één bepaalde passagerichting, 25 in het bijzonder een richting vanuit een omgeving (B) een winkel (W) in.
17. Systeem volgens een der voorgaande conclusies ingericht om een eerste type alarm te geven na een labeldetectie, wanneer genoemde detectiezone (DZ) is gepasseerd in één bepaalde passagerichting, in het bijzonder een richting vanuit een omgeving een winkel in en om een tweede 30 type alarm te geven na een labeldetectie, wanneer genoemde detectiezone 1026951 t (DZ) is gepasseerd in één andere bepaalde passagerichting, in het bijzonder in een richting een winkel uit.
18. Systeem volgens conclusie 17 waarbij het eerste type alarm een voor de klant niet signaleerbaar alarm betreft en het tweede type alarm een 5 voor de klant wel signaleerbaar alarm betreft.
19. Systeem volgens ten minste conclusie 5, voorzien van en/of koppelbaar aan een afrekensysteem dat is ingericht om genoemde artikelen (G) af te rekenen onder gebruikmaking van genoemde artikelidentificatiecodes, waarbij het systeem is ingericht om geen alarm te 10 geven wanneer uit de artikelidentificatiecode van het gedetecteerde label (1) volgt dat het betreffende artikel (G) bij het afrekensysteem is afgerekend.
20. Detectiemiddelen (2-5, 10, 11), kennelijk bestemd en geschikt voor gebruik in een systeem volgens één van de voorgaande conclusies, welke detectiemiddelen ten minste zijn ingericht om te bepalen in welke 15 passagerichting (R) personen (P), artikelen (G) en/of elektronische labels (1) de ten minste ene label-detectiezone (DZ) passeren.
21. Gegevensverwerkingssysteem voorzien van ten minste één diefstaldetectiesysteem (Si, S2....Sn) en in het bijzonder een veelvoud van diefstaldetectiesystemen volgens één van de voorgaande conclusies 1-17, 20 waarbij elk diefstaldetectiesysteem (S) bij voorkeur is voorzien van ten minste één identificatiecode waarmee ten minste een deel (DZ; S) van elk detectiesysteem (S) identificeerbaar is, waarbij het gegevensverwerkingssysteem tevens is voorzien van ten minste één informatie-verzamelingsinrichting (C), waarbij het 25 gegevensverwerkingssysteem tevens communicatiemiddelen (12, N) omvat, waarbij de communicatiemiddelen (12, N) ten minste zijn ingericht om labeldetectie-informatie, betreffende gedetecteerde anti-diefstallabels en bijbehorende passagerichtingen, vanuit elk diefstaldetectie ssysteem (S) naar de informatie-verzamelingsinrichting (C) te versturen, waarbij de tl 02 691) 1 , informatie-verzamelingsinrichting (C) is ingericht voor verwerking van de ontvangen informatie.
22. Gegevensverwerkingssysteem volgens conclusie 21, waarbij genoemde communicatiemiddelen (12, N) zijn ingericht om genoemde 5 labeldetectie-informatie real-time naar de informatie-verzamelingsinrichting (C) te versturen.
23. Gegevensverwerkingssysteem volgens conclusie 21, waarbij genoemde communicatiemiddelen (12, N) zijn ingericht om genoemde labeldetectie-informatie gedurende een bepaalde periode op te slaan, om de 10 informatie vervolgens naar de informatie-verzamelingsinrichting (C) te versturen.
24. Een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen, waarbij een aantal elektronische labels aan te beveiligen artikelen (G) wordt bevestigd, waarbij de aanwezigheid van een elektronisch label (1) in ten 15 minste één, door bijvoorbeeld personen (P) te passeren detectiezone (DZ) wordt gedetecteerd, in het bijzonder door middel van een in de detectiezone (DZ) opgewekt elektromagnetisch ondervragingsveld, waarbij wordt bepaald in welke passagerichting (R) personen (P) en/of labels (1) en/of artikelen (G) waaraan de labels zijn bevestigd de ten minste ene detectiezone (DZ) 20 passeren.
25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij elke label-detectie en elke bijbehorende passagerichting over ten minste één communicatienetwerk (N) naar ten minste één informatie-verzamelingsinrichting (C) worden gezonden, bijvoorbeeld real-time of na verloop van tijd.
26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, waarbij elke label-detectie en , elke bijbehorende passagerichting worden opgeslagen, bijvoorbeeld in ten minste één computergeheugen en/of op ten minste één gegevensdrager.
27. Werkwijze volgens één van de conclusies 24-25, waarbij elke detectiezone (DZ) wordt gekoppeld aan een identificatiecode waarmee de 30 detectiezone (DZ) identificeerbaar is, waarbij elke label-detectie en 8351HII bijbehorende passagerichting (R) aan de identificatiecode van de bijbehorende detectiezone (DZ) worden gekoppeld.
28. Werkwijze volgens één van de conclusies 24-27, waarbij -ten behoeve van het afrekenen van artikelen (G)- artikelidentificatiecodes van 5 genoemde labels (1) bij één of meer kassa's (K) worden afgelezen, waarbij betalingsinformatie, omvattende de artikelidentificatiecodes van afgerekende artikelen (G) en eventuele personeelsbezetting van genoemde kassa (K), wordt opgeslagen, waarbij tijdens de detectie van een label (1) in de detectiezone (DZ) de artikelidentificatiecode van het gedetecteerde label 10 (1) wordt afgelezen, waarbij aan de hand van de in de detectiezone (DZ) afgelezen artikelidentificatiecode en de opgeslagen betalingsinformatie wordt bepaald of een bij het gedetecteerde label (1) behorend artikel (G) is afgerekend en zo ja eventueel door welk personeel en/of bij welke kassa (K) een bij het gedetecteerde label (1) behorend artikel (G) is afgerekend.29.
15 Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 24-28 waarbij een eerste type alarm wordt afgegeven na een labeldetectie, wanneer ( genoemde detectiezone (DZ) is gepasseerd in één bepaalde passagerichting, in het bijzonder een richting vanuit een omgeving een winkel in en een tweede type alarm wordt afgeven na een labeldetectie, wanneer genoemde 20 detectiezone (DZ) is gepasseerd in één andere bepaalde passagerichting, in het bijzonder een richting een winkel uit.
30. Werkwijze volgens conclusies 29 waarbij het eerste type alarm een voor de klant niet signaleerbaar alarm betreft en het tweede type alarm een voor de klant wel signaleerbaar alarm betreft.
31. Gebruik van een detectiesysteem volgens één van de conclusies 1- 19 en/of een gegevensverwerkingssysteem volgens één van de conclusies 21-23 voor het detecteren van elektronische labels (1) en bijbehorende detectiezone-passagerichtingen (R). ( 30 1026951
NL1026951A 2004-09-02 2004-09-02 Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen. NL1026951C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026951A NL1026951C2 (nl) 2004-09-02 2004-09-02 Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen.
EP05077006A EP1632919A3 (en) 2004-09-02 2005-09-02 Electronic article surveilance system and method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026951A NL1026951C2 (nl) 2004-09-02 2004-09-02 Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen.
NL1026951 2004-09-02

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026951C2 true NL1026951C2 (nl) 2006-03-09

Family

ID=34974423

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026951A NL1026951C2 (nl) 2004-09-02 2004-09-02 Elektronisch diefstaldetectiesysteem, alsmede een gegevensverwerkingssysteem en een werkwijze voor het tegengaan van diefstal van artikelen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1632919A3 (nl)
NL (1) NL1026951C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20080284593A1 (en) * 2007-05-17 2008-11-20 Sensormatic Electronics Corporation Method and system for power management of electronic article surveillance systems
US7782207B2 (en) 2007-06-12 2010-08-24 Checkpoint Systems, Inc. Comprehensive theft security system
US9460598B2 (en) 2013-03-05 2016-10-04 Tyco Fire & Security Gmbh Facial recognition in controlled access areas utilizing electronic article surveillance (EAS) system
US9544551B2 (en) 2014-09-29 2017-01-10 Tyco Fire & Security Gmbh Store intelligence platform using proximity sensing
CN106981150A (zh) * 2017-04-19 2017-07-25 西安超嗨网络科技有限公司 一种超市智能防盗系统及方法
CN108021865B (zh) 2017-11-03 2020-02-21 阿里巴巴集团控股有限公司 无人值守场景中非法行为的识别方法和装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0435198A2 (en) * 1989-12-27 1991-07-03 Checkpoint Systems, Inc. Electronic article surveillance system incorporating an auxiliary sensor
US5151684A (en) * 1991-04-12 1992-09-29 Johnsen Edward L Electronic inventory label and security apparatus
US5708423A (en) * 1995-05-09 1998-01-13 Sensormatic Electronics Corporation Zone-Based asset tracking and control system

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1013245C2 (nl) 1999-10-08 2001-04-10 Nedap Nv Open systeem technologie.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0435198A2 (en) * 1989-12-27 1991-07-03 Checkpoint Systems, Inc. Electronic article surveillance system incorporating an auxiliary sensor
US5151684A (en) * 1991-04-12 1992-09-29 Johnsen Edward L Electronic inventory label and security apparatus
US5708423A (en) * 1995-05-09 1998-01-13 Sensormatic Electronics Corporation Zone-Based asset tracking and control system

Also Published As

Publication number Publication date
EP1632919A3 (en) 2007-01-10
EP1632919A2 (en) 2006-03-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8477033B2 (en) Inventory control
US7239241B2 (en) Method and system for inventory control
JP2843437B2 (ja) 集中データ収集及び電子商品監視のための方法及び装置
CA2265907C (en) Electronic article security system for store which uses intelligent security tags and transaction data
JP5114213B2 (ja) Rfidを用いた警報調査
NL1034134C2 (nl) Beveiliging van voorwerpen.
US20060290506A1 (en) Real-time system for monitoring theft protection
US20140210624A1 (en) Method and a system for monitoring the handling of an object
US20090045955A1 (en) Rfid theft prevention system
KR20070086568A (ko) 판매 시점 관리 데이터와 전자식 물품 감시 데이터를통합하기 위한 방법과 시스템
JP2008203974A (ja) 盗難防止システム、盗難防止方法およびプログラム
EP1632919A2 (en) Electronic article surveilance system and method
US20030189489A1 (en) Method and apparatus of obtaining security tag operation using local magnetic marker
KR101541024B1 (ko) 다수의 라벨 검출을 갖는 전자 물품 감시 비활성화기 및 이를 위한 방법
CN109478359B (zh) 检测在检测区域中的金属物体的系统与方法及可读介质
NL1032994C2 (nl) Beveiliging van voorwerpen.
WO1990003623A1 (en) System for verification of de-activation of anti-theft markers
JP2008198088A (ja) 万引き防止システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090401