NL8203462A - Olieopvanginrichting voor het reinigen van met olie of dergelijke vervuilde wateren. - Google Patents

Description

A l N/31.066-Jb/ak

Olieopvanginrichting voor het reinigen van met olie of dergelijke vervuilde wateren.

De uitvinding heeft betrekking op een olieopvanginrichting voor het reinigen van met olie of dergelijke vervuilde wateren met tenminste een vaartuig, dat in het hoogte-gebied van de waterlijn met een verzamelinrichting is uitge-5 voerd, die de olie of dergelijke opneemt.

Er is reeds een zeevarend olieopvangschip bekend, dat volgens het middenlangsvlak is gedeeld. De beide scheepshelften zijn aan de achtersteven op de wijze van een scharnier openklapbaar verbonden. Aan de boeg, of op andere geschikte 10 plaatsen, zijn de scheepshelften losneembaar met elkaar gekop-peld. In bedrijf worden de beide scheepshelften zodanig open-geklapt, dat ze een open hoek ten opzichte van de vaarrichting vormen en daardoor de olie opnemen.

Er is voorts een op overeenkomstige wijze werkende 15 inrichting bekend, die uit een, als een catamaran opgebouwd?. brandblusvaartuig bestaat.

Verder is uit de Duitse openbaargemaakte octrooi-aanvrage 28 43 952 een olieopvangschip bekend met een aan de zijdelingse boordwand in het hoogtegebied van de waterlijn aan-20 gebrachte verzamelinrichting, die een schuin naar voren ge-richte zijbeweging kan uitvoeren en daarbij de olie opneemt.

De verzamelinrichting wordt hierbij door een uitzwenkbare klep ondersteund.

De onderhavige uitvinding beoogt een olieopvangin-25 richting te verschaffen, die kleine investeringskosten vereist en eenvoudig is. Verder moeten de bedrijfs- en onderhoudskosten laag zijn en de inrichting een grote bedrijfszekerheid bezitten. Bij de kosten moet in het bijzonder rekening gehouden worden met het feit, dat de inrichting slechts betrekkelijk zelden, 30 of althans niet continu, wordt benut. Het onbenutte kapitaal moet derhalve zo klein mogelijk worden gehouden.

Hiertoe wordt de olieopvanginrichting volgens de uitvinding gekenmerkt idoor een sleep, die in bedrijf uit de volgende eenheden bestaat: a) tenminste e§n olieopvang-schuit (-barge) met de 35 8203462 m » - 2 - olieverzamelinrichting, b) tenminste twee sleepboten, die aan beide zijden van de olieopvang-schuit zodanig aangrijpen, dat de sleep een ten opzichte van de vaarrichting 5 open hoek vormt.

Hierbij kunnen de sleepboten van normale opbouw zijn, d.w.z. dat ze met vaste schroeven en bladvormige roeren zijn uitgerust. De sleepkracht werkt dan in de vaarrichting van de sleepboot. Daar de sleepboten onder een hoek ten opzich-te van elkaar liggen, wordt een resulterende vaarrichting in de richting van de langsas van de olieopvang-schuit verkregen. Deze sleep is evenwel moeilijk te manoeuvreren.

Teneinde de manoeuvreerbaarheid van de sleep te ver-beteren, kunnen volgens de uitvinding de slepers met tenminste een op het water inwerkende aandrijfinrichting zijn uitgevoerd, die de slepers een dwars-sleepkracht in de vaarrichting van de sleep verschaffen.

Een bijzonder voordelige uitvoering van de olieop-vanginrichting volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, 20 dat de aandrijfinrichting.uit tenminste een paar roer-schroe- ven bestaat, die ten opzichte van elkaar zodanig bestuurbaar zijn, dat hun resulterende sleepkrachten aan de sleepboten een dwars-sleepkracht in de vaarrichting van de sleep verschaffen.

Hierbij zij opgemerkt, dat uit de Duitse ter inzage 25 gelegde octrooiaanvrage 27 18 831 slepers bekend zijn, die een zijdelingse sleepkracht uitoefenen.

De olieopvanginrichting volgens de uitvinding bezit belangrijke voordelen ten opzichte van de bekende stand van de techniek. De aanschaffingskosten zijn bijzonder laag, indien 30 reeds sleepboten voorhanden zijn, daar dan slechts de olieop- ' vang-schuit aangeschaft behoeft te worden. Het onbenutte kapi- taal is heel laag, daar dit slechts betrekking heeft op de schuit, terwijl de sleepboten normaal kunnen worden benut. De prestaties zijn bij een hoge werksnelheid groot, temeer daar 35 de uitvinding vele combinatiemogelijkheden biedt. De onder-houdskosten zijn laag, daar de olieopvang-schuit praktisch geen onderhoud vergt. De mate van beschikbaarheid van de sleep is groot, daar de sleepboten voortdurend bemand zijn, respec-tievelijk ter beschikking staan. De bedrijfszekerheid is groot, 8203462 '· ·· .-. “ ^ -Τ' ...

- 3 - Λ- Μ daar alle gevoelige onderdelen en de aandrijvingen bij de toch al voortdurend onderhouden sleepboten behoren. Tenslotte is er geen extra personeel nodig.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 5 hand van de tekening.

Fig. 1 en la tonen in bovenaanzicht een uitvoerings-voorbeeld van een sleep volgens de uitvinding, terwijl deze naar. de plaats van werkzaamheden toe vaart.

Fig. 2 toont in bovenaanzicht de sleep volgens de 10 fig. 1 en la tijdens het bedrijf.

Fig. 3 toont in bovenaanzicht een verdere combina-tiemogelijkheid volgens de uitvinding.

In fig. 1 is met 1 een olieopvang-schuit aangegeven, die in het hoogtegebied van de waterlijn met een opening 2 15 is uitgevoerd, die de olie of dergelijke opneemt. De opening voert naar een inwendig verzamelreservoir. Dergelijke openin-gen en verzamelreservoirs en verdere inrichtingen voor het opnemen en verzamelen van de olie zijn bekend en zijn derhal-ve niet nader beschreven. Bij het varen naar de plaats van 20 de werkzaamheden wordt de schuit door een eerste sleepboot 3 gesleept, terwijl een sleepboot 4 zich onafhankelijk hiervan naar de plaats van de werkzaamheden begeeft. De sleepboten zijn met een paar roer-schroeven 5,6 uitgerust, die voor het laterals zwaartepunt 7 zijn gelegen. De beide roer-schroeven 25 5,6 zijn in het uitvoeringsvoorbeeld tijdens het varen naar de plaats van de werkzaamheden evenwijdig gericht en worden uit deze stand synchroon verzwenkt, zodat de sleepboot bij het manoeuvreren verdraait.

Voor het bedrijf worden de beide sleepboten 3 en 30 4 (fig. 2) zodanig via koppelelementen 17 met de olieopvang- schuit 1 verbonden, dat ze een in de vaarrichting 8 van de sleep open hoek vormen. De olieopvang-schuit ligt met zijn langsas min of meer volgens de bissectrice van deze hoek. De opening is naar de vaarrichting toegekeerd en kan op deze wij-35 ze de olie 18 opnemen.

De roer-schroeven 5,6 worden in de ruststand in af-wijking van fig. 1 zodanig ten opzichte van elkaar gericht, dat de richting van hun sleepkracht steeds loodrecht staat op de verbindingslijn 9,10 tussen het laterale zwaartepunt 7 en 8203462 - 4 - hun verticale zwenkas, en wel zodanig, dat ze in deze rust-of uitgangsstand - bij gelijke schroefkrachten - gelijke of tegengestelde draaimomenten om het laterale zwaartepunt uit-oefenen. Indien ze uit deze rust- of uitgangsstand in dezelf-5 de draairichting worden gezwenkt, dan voert de sleepboot een schuivende beweging uit zonder te draaien. Deze inrichting is uitvoerig beschreven in de Duitse ter inzage gelegde octrooi-aanvrage 27 18 831. Indien de roer-schroeven 5,6 in een pas-sende stand worden gezwenkt, dan leiden de sleepkrachten 10 11,12 en 14,15 van de roer-schroeven 5,6 steeds tot een re-sultante.- 15,16, die evenwijdig aan de vaarrichting 8 is.

Het vinden van deze juiste stand ligt binnen het bereik van een stuurman. De op de beschreven wijze aan de schuit aange-brachte sleepboten voeren de op te vangen olie automatisch 15 naar de opening van de schuit toe. Eventuele spleten tussen de vaartuigen kunnen nog aanvullend worden afgedekt.

De uitvinding verschaft ook het voordeel, dat vele combinaties mogelijk zijn.

In fig. 3 zijn bijvoorbeeld twee olieopvang-schuiten 20 20,21 naast elkaar aangebracht. Deze worden aan beide zijden door twee sleepboten 22,23, respectievelijk 24,25 gesleept.

De achterelkaar gelegen sleepboten staan zodanig met elkaar in verbinding, dat de zijdelingse sleepkracht van beide paren op de schuiten wordt overgebracht. De koppelelementen 27,28 25 tussen de paarsgewijs aangebrachte sleepboten 22,23, respectievelijk 24,25,laten geen verzwenken van de sleepboten van elk paar ten opzichte van elkaar toe, zoals schematisch is aangegeven.

Fig. 3 dient er slechts toe, een combinatiemogelijk-30 heid volgens de uitvinding te tonen. Indien twee schuiten en vier sleepboten ter beschikking staan, zullen uit doelmatig-heidsoverwegingen meestal twee eenheden worden samengesteld, welke elk bestaan uit een schuit en twee sleepboten. In plaats van sleepboten die zijdelings voortbewegen, kunnen ook sleep-35 boten worden toegepast, die slechts zwenkbewegingen kunnen uitvoeren, zoals bijvoorbeeld sleepboten met vaste schroeven en bladvormige roeren. Ook deze zouden bij een opstelling volgens de uitvinding (fig. 2 en 3) de sleep in de verlangde vaarrichting 8,26 kunnen slepen, doch hierbij zou het manoeu- 8203462 - 5 - ^ ~ "ι,|ΐΠΙίίΙ^^ΡΡ|ΐ1'"1 1 l|irm” ... „fc „. .......

vreren van de sleep niet zo eenvoudig zijn. In dit geval kan het doelmatig zijn, de schuit met een bladvormig roer uit te voeren, teneinde de gehele eenheid hiermede te sturen. Indien het aanbrengen van de schroef van de sleepboten dit vereist, 5 kunnen de sleepboten ook met de boeg van de schuit worden ge-koppeld. Ze zouden dan achterwaarts varen, hetgeen aan de uit-vinding in principe niets verandert.

De uitvinding is dan ook niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschil-10 lende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd.

8203462

Claims (3)

1. Olieopvanginrichting voor het reinigen van met olie of dergelijke vervuilde wateren met tenminste §§n vaar-tuig, dat in het hoogtegebied van de waterlijn met een verza-melinrichting is uitgevoerd, die de olie of dergelijke op- 5 neemt, gekenmerkt door een sleep, die in bedrijf uit de volgende eenheden bestaat: a) tenminste §en olieopvang-schuit (-barge) (1) met de olieverzamelinrichting, b) tenminste twee sleepboten (3,4), die aan beide 10 zijden van de olieopvang-schuit zodanig aangrij- pen, dat de sleep een ten opzichte van de vaar-richting (8, 26) open hoek vormt.

2. Olieopvanginrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de slepers (3,4) met tenminste e§n 15 op het water inwerkende aandrijfinrichting (5,6) zijn uitgevoerd, die de slepers een dwars-sleepkracht in de vaarrichting (8,26) van de sleep verschaffen.

3. Olieopvanginrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de aandrijfinrichting (5,6) uit 20 tenminste een paar roer-schroeven bestaat, die ten opzichte van elkaar zodanig bestuurbaar zijn, dat hun resulterende sleepkrachten aan de sleepboten een dwars-sleepkracht in de vaarrichting (8,26) van de sleep verschaffen. 8203462