NL8202984A - Magazijn. - Google Patents

Description

__ . ί . ί -1- 22606/CV/tl

Korte Aanduiding: Magazijn.

De‘uitvinding heeft betrekking op een magazijn voor de opslag van op laadborden of dergelijke geplaatste goederen,voorzien van meerdere 5 naast elkaar gelegen rijen van achter elkaar opgestelde vakken,waarbij in ieder van de vakken een aantal laadborden boven elkaar kan worden opgesteld.

Bij de gebruikelijke magazijnen zijn tussen de verschillende rijen van achter elkaar opgestelde vakken veelal gangen aangebracht voor de 10 doorgang van transport en/of hefinrichtingen met behulp waarvan de laadborden ter hoogte van het gewenste vak en vervolgens^ in het vak tot op de gewenste hoogte kunnen worden gebracht. Door de gebruikmaking van dergelijke gangen gaat er veel ruimte verloren,welke niet kan worden benut voor het feitelijke opslaan van de goederen.

15 Met de uitvinding wordt beoogd een magazijn van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij aan dit nadeel van de bekende magazijnen kan worden tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat ieder vak is uitgerust met behulp van heforganen met behulp waarvan een aan het des-20 betreffende vak toegevoerd laadbord omhoog kan worden bewogen over een afstand ongeveer gelijk aan de normale afstand tussen boven elkaar in het vak opgestelde laadborden,terwijl middelen zijn aangebracht met behulp waarvan in een vak boven elkaar gelegen laadborden zich op elkaar afsteunen,zodanig,dat boven elkaar gelegen laadborden gezamenlijk op 25 en neer beweegbaar zijn met de hefinrichting.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een horizontale doorsnede over een uit-30 voeringsvoorbeeld van een magazijn volgens de uitvinding.*

Fig. 2 toont schematisch een verticale dwarsdoorsnede over een magazijn volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont op grotere schaal het in fig.1 omcirkelde detail III.

35 Fig. 4 toont op grotere schaal een aanzicht op een heforgaan met door dit heforgaan ondersteunde laadborden.

8202984 t 4 -2- 22606/CV/tl

Fig. 5 toont in perspectief schematisch een uitvoeringsvorm van een laadbord.

Het magazijn omvat een groot aantal in rijen naast en achter elkaar opgestelde verticale kolommen 1,welke op niet nader weergegeven 5 wijze zijn verankerd. Daarbij zijn de kolommen zodanig opgesteld,dat zij een· aantal naast elkaar gelegen rijen in het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld vier rijen 2, 3 ,4 en 5 vormen, van een groot aantal achter elkaar gelegen vakken 6. Zoals uit fig.1 duidelijk zal zijn staat bij de vier hoekpunten van ieder rechthoekig vak 6 een zich verticaal 10 omhoog uitstrekkende geleidingskolom 1. De geleidingskolommen zijn nabij hun hoekpunten voorzien van zich eveneens verticaal uitstrekkende geleidingsrails 7 (fig.3.)

De onderste begrenzing van iedere rij wordt in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een transporteur 8 met behulp waarvan 15 de laadborden in de lengterichting van de rij kunnen worden verplaatst; hier is de transporteur opgebouwd uit een groot aantal zich loodrecht op de lengterichting van de desbetreffende rij en om horizontale draai-ingsassen draaibare transportrollen 9. Onder de transporteur 8 kan een soortgelijke transporteur 10 opgesteld zijn, zoals in fig. 2 is aangegeven. 20 Nabij een uiteinde van iedere rij is verder in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een met behulp van een hefmechanisme 12 op en neer beweegbaar platform 13 aangebracht op het bovenoppervlalta/ran eveneens een rollentransporteur 14 is aangebracht.Een soortgelijk van een rollen-transporteur 15 voorzien platvorm 16 is nabij het andere einde van iedere 25 rij aangebracht en eveneens met behulp van een hefmechanisme 17 op en neer beweegbaar. Daarbij kunnen de door de platforms 13 en 16 ondersteunde rollentransporteurs 14 en 15 verplaatst worden tussen het niveau van de rollentransporteur 8 en het niveau van de rollentransporteur 10.

Verder is voor ieder vak althans een heforgaan aangebracht,welke 30 in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een hefcilinder 18 omvat,welke zich omhoog uitstrekt vanaf een tussen een tweetal kolommen aangebrachte steunbalk 19. De steunbalk· 19 wordt op zijn beurt ondersteund door een tweetal verticaal staande geleidingsstangen 20 waarlangs een met de zuigerstang 21 van de hefcilinder 18 verbonden glijblok 22 met behulp 35 van de hefcilinder 18 op en neer kan worden verschoven. Aan dit glijblok zijn een aantal zich evenwijdig aan de rollen 2 uitstrekkende 8202984

ν' V

-3- 22606/CV/tl tanden 23 bevestigd zodanig,dat deze tanden 23 tussen de rollen door naar beneden kunnen beugen.

Voor ieder vak kan een dergelijke hefinrichting zijn aangebracht, waarbij de tanden zich vrij van het glijblok 22 kunnen uitsteken,maar 5 ook is het mogelijk om aan beide zijkanten van het vak een dergelijke hefinrichting tussen de desbetreffende kolommen 1 aan te brengen,waarbij de tanden 23 zich zullen uitstrekken tussen de glijblokken van de aan de zijkanten van het desbetreffende vak aangebrachte heforganen.

Voor verplaatsingen en opslag van goederen in het magazijn kan 10 gebruik worden gemaakt van een laadbord ,zoals schematisch weergegeven in fig.5. Dit laadbord omvat een althans in hoofdzaak rechthoekig uit-geeigend materiaal bestaand plaatvormig orgaan 24,dat nabij zijn uiteinden is voorzien van in doorsnede min of meer U-vormige uitsteeksels 25.

Met behulp van horizontale schamierpennen 26 zijn de tussen de benen 15 van deze U-vormige beugels 25 gelegen uiteinden van benen 27 gekoppeld zodanig,dat deze benen verzwenkbaar zijn tussen een stand,waarin de henen tegen de onderzijde van het plaatvormige orgaan 24 aanliggen,zoals weergegeven voor het rechts in fig.5 afgeheelde been en een zich loodrecht op dit plaatvormige deel uitstrekkende stand, zoals is weergegeven voor 20 het links in deze figuur 5 zichtbare been 27.

De goederen,welke in het magazijn moeten worden opgeslagen kunnen in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld telkens vanaf een uiteinde van een desbetreffende rij vakken worden toegevoerd,waarbij zoals uit fig.1 duidelijk zal zijn bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de toegangen 25 tot de rijen achter' elkaar gelegen vakken om en om aan het ene uiteinde en aan het andere uiteinde van het gebouw zijn aangebracht. Uiteraard zal het ook mogelijk zijn om afhankelijk van het beoogde doel alle rijen aan eenzelfde uiteinde van het gebouw of aan beide uiteinden van het gebouw toegankelijk te maken.

30 he goederen kunnen nabij het ingangseinde van een desbetreffende rij worden geplaatst op een ter hoogte van de rollenbaan 2 door het plateau 13 ondersteund laadbord 24,zoals in de figuren is weergegeven voor een automobiel 25,daar in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in het bijzonder is gedacht aan een parkeergarage.

35 Nadat zo de automobiel 25 op het laadbord 24 is geplaatst kan deze over de rollenbaan 2 de desbetreffende rij worden ingereden totdat het 8202984 « «· w -4- 22606/CV/tl gewenste vak is bereikt. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door de rollen van de rollenbaan aan te drijven met behulp van niet nader weergegeven aandrijforganen.

Indien het laadbord met de daarop staande goederen het gewenste 5 vak heeft*bereikt zal dit laadbord boven de tanden 23 van het heforgaan zijn gelegen,zoals afgebeeld in fig.4. De uitstekende ,geleidingsorganen voor het laadbord vormende U-vormige beugels 25 zullen dan juist onder de open ondereinden van de aan de kolommen 1 bevestigde U-vormige balken 7 zijn gelegen,zoals duidelijk zal zijn uit fig.4. Door nu het hefor-10 gaan in werking te stellen zal het op de tanden 23 rustende laadbord omhoog worden bewogen,waarbij de beugels 25 in de geleidingsbalken 7 zullen gaan glijden waardoor een goede geleiding van het laadbord wordt verkregen. Tijdens het omhoog bewegen van het laadbord 24 zullen de benen 27 automatisch naar beneden verzwenken.

15 Op het tijdstip,dat het laadbord met behulp van de hefinrichting 18 is gebracht in een stand 24' heeft dit laadbord aan de het desbetreffende vak begrensde kolommen bevestigde klinken 28 gepasseerd,welke klinken bij het passeren van het laadbord zijn teruggeweken en na het passeren weer terugbewegen in een stand,waarin zij het laadbord 24' kunnen 20 ondersteunen. De tanden 23 kunnen dan weer naar beneden worden bewogen tot in een stand waarin deze tanden tussen de rollen 22 zijn gelegen.

Zoals uit fig.4 duidelijk zal zijn is daarbij het laadbord 24 over een zodanige afstand omhoog bewogen,dat een volgend laadbord zich juist onder de ondereinden van de zich dan naar beneden toe uitstrekkende benen 25 27 van het omhoog bewogen laadbord kunnen bewegen. Deze zich naar beneden toe uitstrekkende benen zijn opgenomen in de U-vormige geleidingsbalken 7 en zodoende tegen beschadiging beschermd.

Verder zal het duidelijk zijn,dat bij het omhoog bewegen van een volgend laadbord de ondereinden van de benen van een voordien omhoog 30 bewogen laadbord op het met behulp van de hefinrichting omhoog te bewegen laadbord komen te rusten,zodat voordien in het vak geplaatste laadborden met het laatst in het vak onder te brengen laadbord mee omhoog zullen worden genomen.

Daar het heforgaan een laadbord slechts in verticale richting 35 behoeft te kunnen verplaatsen over een afstand,welke gelijk of een weinig groter is dan de afstand tussen boven elkaar in een vak opgestelde 8202984 w > -5- 22606/CV/tl laadborden kan een verhoudingsgewijs eenvoudig uitgevoerde en een compacte en lichte opbouw bezittend heforgaan worden toegepast. Verder behoeven althans de boven de hefinrichting gelegen gedeelten van de kolommen 1 de laadborden slechte te geleiden maar niet te ondersteunen, 5 zodat ook‘deze kolommen verhoudingsgwijs licht kunnen worden uitgevoerd.

Voor het verwijderen van een laadbord uit een vak zullen de tanden 23 van de hefinrichting omhoog worden bewogen,totdat het onderste in het desbetreffende vak gelegen laadbord door de tanden wordt ondersteund. Vervolgens kunnen de het laadbord ondersteunende pallen 28 met behulp van 10 niet nader weergegeven aandrijfmiddelen of dergelijke worden teruggetrokken, waarna met behulp van de hefinrichting het desbetreffende laadbord en eventuele daarboven gelegen en door dit laadbord ondersteunende laadborden naar beneden kunnen worden bewogen. Het direct boven het onderste laadbord gelegen laadbord zal dan weer door de in hun werkstand 15 teruggebrachte pallen worden opgevangen. Het onderste laadbord kan worden afgezet op de transportbaan 2.Tijdens dit zakken van dit onderste laadbord zullen de benen van dit onderste laadbord met behulp van geschikte niet nader weergegeven geleidingsorganen weer zijn teruggezwenkt naar de horizontale stand waarin zij tegen de onderzijde van het laadbord aan-20 liggen.

Het zo uit het vak verwijderde laadbord kan teruggebracht worden naar de uitgang van het magazijn of naar een ander punt in het magazijn, indien geen vraag is naar de zich op dit naar beneden gebrachte laadbord bevindende goederen,maar vraag is naar de zich op een ander laadbord in 25 het desbetreffende vak bevindende goederen in welk laatste geval dan meerdere van de zicfyin het desbetreffende vak boven elkaar bevindende laadborden op de beschreven wijze uit het vak kunnen worden verwijderd.

Lege laadborden worden,zoals in fig.2 is weergegeven opgeslagen in een achterste vak 30. Een dergelijk vak kan een zeer groot aantal 30 laadborden bevatten,daar hierin de laadborden met de benen ingeklapt op elkaar kunnen worden gestapeld.Indien een laadbord benodigd wordt kan 4 dit met de in het desbetreffende vak 30 aangebrachte hefinrichting op boven omschreven wijze op het plateau 15 worden geplaatst,met behulp van dit plateau 15 tot op de hoogte van de rollenbaan 10 worden gebracht 35 en met behulp van de rollenbaan 10 gezien in £ig.2 naar links worden bewogen in de richting van de ingang van de desbetreffende rij λβη het i 8202984 -6- 22606/CV/tl magazijn.

Door toepasshg van de twee boven elkaar gelegen transportorganen 8 en 10 kan een zeer hoge omzetsnelheid worden verkregen,daar het in-brengen resp. verwijderen van goederen uit het magazijn onafhankelijk 5 van de verplaatsing van de lege laadborden kan plaatsvinden.Indien echter een dergelijke hoge omzetsnelheid in de praktijk niet zal optreden kan eventueel de transportbaan 10 en de daarbij behoren in hoogterichting op en neer beweegbare platform 13 en 16 worden weggelaten en kunnen de lege laadborden met behulp van het transportorgaan 8 worden verplaatst (fig.4). 10 Uiteraard zijn er verdere aanvullingen en/of wijzigingen op boven omschreven en in de figuren afgebeelde constructie mogelijk. Zo kunnen in plaats van de hierboven beschreven hydraulische heforganen bijvoorbeeld ook kettingtransporteurs of dergelijke worden toegepast.

Alle beschreven bewegingen van dé diverse organen voor het ver-15 plaatsen en ondersteunen van de laadborden kunnen gemechaniseerd en geautomatiseerd worden,zodat een zeer Snel en veilig bedrijf kan worden gewaarborgd.

.De veiligheid wordt verder aanzienlijk vergroot ,doordat gangpaden ontbreken en het magazijn normaal in het geheel niet behoefd te worden 20 betreden en ook voor onbevoegden praktisch niet toegankelijk zal zijn.

Uiteraard kan men bekende energie accumulatoren toepassen bij het verticale verplaatsen van laadborden. Hierdoor bereikt men een gewenste energiebesparing.

t 8202984

Claims (11)

1. Magazijn voor de opslag van op laadborden of dergelijke geplaatste goederen,voorzien van meerdere naast elkaar gelegen rijen van achter elkaar «opgestelde vakken,waarbij in ieder van de vakken een aantal laadborden boven elkaar kan worden opgesteld,met het kenmerk,dat ieder 5 vak is uitgerust met heforganen met behulp waarvan een aan het desbetreffende v$k toegevoerd laadbord omhoog kan worden bewogen over een afstand ongeveer gelijk aan de normale afstand tussen twee boven elkaar in het vak opgestelde laadborden,terwijl middelen zijn aangebracht met behulp waarvan in een vak boven elkaar gelegen laadborden zich op elkaar afsteu-10 nen,zodanig,dat boven elkaar gelegen laadborden gezamenlijk op en neer beweegbaar zijn met de hefinrichting.

2. Magazijn volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat ieder laadbord nabij zijn hoekpunten is voorzien van op en neer beweegbare benen.

3. Magazijn volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat een laadbord is 15 voorzien van om horizontale scbarnierassen met het laadbord gekoppelde benen.

4. Magazijn volgens een der voorgande conclusies,met het kenmerk,dat de benen scharnierend zijn gekoppeld met buiten het laadbord uitstekende geleidingsorganen,welke samenwerken met vast in het magazijn opgestelde 20 zich omhoog uitstrekkende· geleidingsorganen.

5. Magazijn volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de zich omhoog uitstrekkende geleidingsorganen worden gevormd door U-vormige balken, die aan nabij de hoekpunten van de vakken opgestelde kolommen zijn bevestigd.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat nabij althans een zijkant van ieder vak een hefoorgaan is aangebracht voorzien van op en naar beweegbare tanden,die onder een laadbord kunnen grijpen.

7. Magazijn volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 30 dat ieder vak is voorzien van verstelbare steunorganen,welke een onderste van de in een vak opgestelde laadborden kan ondersteunen.

8. Magazijn volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat iedere rij is voorzien van een transportorgaan met behulp waarvan laadborden in de lengterichtingen de rij verplaatsbaar zijn.

9. Magazijn volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een vak van een rij is uitgerust voor opslag van laadborden. 8202984 « . .ς, ν -8- 22606/CV/tl

10. Magazijn volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat iedere rij van een magazijn is voorzien van twee boven elkaar opge-stelde* transportorganen,waarbij met het ene transportorgaan beladen laadborden en met het andere transportorgaan lege laadborden in de 5 lengterichting van de rij verplaatsbaar zijn.

11. Magazijn volgens conclusie 10, met het kenmerk,dat nabij de uitein-den van de transportorganen heforganen zijn aangebracht. 8202984