NL8202691A - Bedieningsinstallatie voor een aantal elektrische ontvangers. - Google Patents

Bedieningsinstallatie voor een aantal elektrische ontvangers. Download PDF

Info

Publication number
NL8202691A
NL8202691A NL8202691A NL8202691A NL8202691A NL 8202691 A NL8202691 A NL 8202691A NL 8202691 A NL8202691 A NL 8202691A NL 8202691 A NL8202691 A NL 8202691A NL 8202691 A NL8202691 A NL 8202691A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
command
program
logic
separate
control device
Prior art date
Application number
NL8202691A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192059B (nl
NL192059C (nl
Original Assignee
Carpano & Pons
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carpano & Pons filed Critical Carpano & Pons
Publication of NL8202691A publication Critical patent/NL8202691A/nl
Publication of NL192059B publication Critical patent/NL192059B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192059C publication Critical patent/NL192059C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B19/00Programme-control systems
    • G05B19/02Programme-control systems electric
    • G05B19/04Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers
    • G05B19/042Programme control other than numerical control, i.e. in sequence controllers or logic controllers using digital processors
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08CTRANSMISSION SYSTEMS FOR MEASURED VALUES, CONTROL OR SIMILAR SIGNALS
    • G08C19/00Electric signal transmission systems
    • G08C19/30Electric signal transmission systems in which transmission is by selection of one or more conductors or channels from a plurality of conductors or channels
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/24Pc safety
    • G05B2219/24148Inhibit local control if in remote
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/25Pc structure of the system
    • G05B2219/25407Delay between operations
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/25Pc structure of the system
    • G05B2219/25411Priority interrupt
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05BCONTROL OR REGULATING SYSTEMS IN GENERAL; FUNCTIONAL ELEMENTS OF SUCH SYSTEMS; MONITORING OR TESTING ARRANGEMENTS FOR SUCH SYSTEMS OR ELEMENTS
    • G05B2219/00Program-control systems
    • G05B2219/20Pc systems
    • G05B2219/26Pc applications
    • G05B2219/2653Roller blind, shutter, sunshade

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Blinds (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
  • Control Of Multiple Motors (AREA)
  • Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
  • Remote Monitoring And Control Of Power-Distribution Networks (AREA)
  • Control Of Electrical Variables (AREA)
  • Control Of Electric Motors In General (AREA)
  • Burglar Alarm Systems (AREA)
  • Selective Calling Equipment (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)

Description

* .
» « *
Bedieningsinstallatie voor een aantal elektrische ontvangers. .
De uitvinding heeft betrekking op bedieningsinstallaties voor een aantal elektrische ontvangers, die tenminste twee standen kunnen innemen.Deze elektrische ontvangers kunnen b.v. motoren, verwarmingsweerstanden of gloeilampen zijn.
5 Dergelijke installaties bevatten afzonderlijke bedieningsin-richtingen die met een voeding verbonden zijn, en die respek-tievelijk behoren bij ontvangers of groepen ontvangers^Deze afzonderlijke bedieningsinrichtingen bevatten ieder schakel-organen, die bestemd zijn om naar keuze de instelling van de 10 bijbehorende ontvanger in te stellen in ddn van de mogelijke standen, en die via een gemeenschappelijke bedieningslijn bediend worden door een algemene bedieningsinrichting.Laatst-genoemde, die met de voeding in verbinding staat, bevat schakelorganen, die bestemd zijn om naar keuze de instelling van 15 alle ontvangers in έ§η van de mogelijke standen te kunnen » stellen. *
In de bekende bedieningsinstallaties van dit type, zoals b.v. beschreven in Frans Octrooischrift 2.371J799, is de con-structie van de algemene bedieningsinrichting betrekkelijk 20 ingewikkeld, aangezien daarvoor een tamelijk tolumineuse bedieningskast nodig is, die in het bijzonder voorzien is van een gelijkstroomvoedingsinrichting, relais, logische schake-lingen, een vertragingsinrichting, en drie schakelorganen, waarvan ββη voor de funktie ,rSTOP".Deze drie schakelorganen 25 komen eveneens voor in elke afzonderlijke bedieningsinrichting, waarin bovendien de aan de bijbehorende ontvanger gege-ven opdracht door de schakelorganen van de betreffende afzonderlijke inrichting niet vertraagd wordt; dat is een nadeel in het geval dat de ontvanger bestaat uit een elektromotor, 30 die b.v. bestemd is voor de bediening van een rolgordijn of een rolluik.In feite loopt een dergelijke motor, in het geval dat hij door een afzonderlijke bedieningsinrichting in wer-king wordt gesteld, het risiko, dat hij voortdurend onder spanning blijf't staan als zijn automatische stopinrichting 35 niet meer zou werken.Bovendien blijft in het geval dat men de schakelorganen van de algemene bedieningsinrichting in werking stelt in een bepaalde stand( b.v. overeenkomend met opwaarts) voor alle ontvangers, en men vervolgens de schakel- 8202691 * 2 - Φ * organen van §£η van de afzonderlijke bedieningsinrichtingeh in de tegengestelde stand (in dit voorbeeld overeenkomend met neerwaarts} wenst te zetten, een dergelijke werking op 1 de schakelorganen zonder invloed blijft tijdens het verloop 5 van,dee vertragingsperiode, die vooraf in gang is gezet door de werking op de bedieningskast van de algemene bedienings-inrichting. ·.
Anderzijds hebben, in het geval dat de algemene bedie-ningsinstallatie uitwendige opvangorganen omvat, die dienen 10 voor de automatische bediening van de schakelorganen van de genoemde inrichting, deze uitwendige opvangorganen een wer-king die altijd voorrang geniet ten aanzien een werking op de schakelorganen van de afzonderlijke bedieningsinrichtingen.
Dit is zeker het geval als the opvangorgaan betrekking heeft 15 op een funktie die onder alle omstandigheden voorrang moet hebben ( b.v, een funktie van de windsnelheid in het geval dat de ontvanger een aandrijfmotor voor een rolgordijn is).In andere gevallen, waarin de funktie niet altijd voorrang be-hoeft te hebben, is dit een nadeel.Zo is het b.v. in het ge-20 val dat het opvangorgaan een zonnecel is, die een opdracht geeft aan een algemene bedieningsinrichting die behoort bij motoren voor rolgordijnen, niet mogelijk om een tegenop-dracht te geven door middel van £§n van de afzonderlijke f bedieningsinrichtingen, zolang de vertragingsperiode, die op 25 gang is gebracht door de bedieningskast van de algemene bedieningsinrichting, niet volledig verlopen is.
Tenslotte zijn de verbindingslijnen betrekkelijk inge-wikkeld omdat er, naast het voedingslijnen gedeelte van iede-re. ontvanger, tussen de algemene bedieningsinrichting en de 30 afzonderlijke bedieningsinrichtingen een bedieningslijn van twee geleiders en een gelijkstroom voedingslijn van twee andere geleiders, aanwezig zijn.
De bedieningsinstallatie volgens de uitvinding onder-scheidt zich, doordat iedere afzonderlijke bedieningsinrich-35 ting voorzien is van een logische behandelingseenheid, die blijvend met de voaddng verbonden is en enerzijds voorzien is van een eerste groep ingangsklemmen, die tenminste §§'n ingangsklem omvat, en waaraan de schakelorganen van de be-treffende afzonderlijke bedieningsinrichting verbonden zijn, 40 en anderzijds uitgangsklemmen, die door middel van tenminste 8202691 - 3 - Λ * &§η uitgangstussenvlak verbonden zijn met de overeenkomstige . ontvanger.De schakelorganen van de algemene bedieningsinrichting zijn verbonden met een tweede groep ingangsklemmen die dienen voor iedere logische behandelingseenheid door middel 5 van een ingangstussenvlak dat in iedere afzonderiijke bedie-ningsinrichting is aangebracht.
Iedere logische behandelingseenheid dient enerzijds om achtereenvolgens de niet gelijktijdig door de overeenkomstige afzonderiijke bedieningsinrichting of door de algemene 10 bedieningsinrichting gegeven opdrachten aan te nemen, ander- . zijds om uitsluitend de door de algemene bedieningsinrich- .
ting gegeven opdracht aan te nemen, voorzover deze opdracht gelijktijdig gegeven wordt met een opdracht van de overeenkomstige afzonderiijke bedieningsinrichting.
15 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat iedere logische behandelingseenheid uit een microcomputer, . die in zijn niet-uitwisbare geheugen een controleprogramma,. * een geheugenprogramma en een .beheerprogramma bevat van de opdrachten die gegeven worden door de bedieningsinrichtingen, 20 en die achtereenvolgens in werking worden gesteld.Het contro-leprogramma .dient om op de eerste groep ingangsklemmen de inlichtingen. op te nemen die betrekking hebben op de positie van de schakelorganen van de overeenkomstige afzonderiijke bedieningsinrichting, en op de tweede. groep ingangsklemmen 25 de inlichtingen met betrekking tot de positie van de schakelorganen van de algemene bedieningsinrichting.Het geheugenpro-gramma dient voor het onthouden van deze posities van de schakelorganen.Het beheerprogramma van de gegeven opdrachten dient om na te gaan of de opdracht al dan niet afkomstig is 30 van de algemene bedieningsinrichting, en in het bevestigende geval om onmiddellijk tot uitvoering over te gaan zonder na te gaan of er ook een opdracht, afkomstig van een afzonder- · lijke bedieningsinrichting is, en in het negatieve geval om de gegeven opdracht uit te voeren door de overeenkomstige., 35 afzonderiijke bedieningsinrichting.
Volgens een andere uitvoeringsvorm bestaat iedere logische behandelingseenheid uit een logische schakeling, ge-vormd door een logische schakeling van de positie van de schakelorganen, verbonden met een logische voorrangschakeling 40 die dient om vast te stellen welke van de door de schakelor- 8202691 • * - 4 - . t
Vi ganen gegeven opdrachten aangenomen moet worden in het geval dat een aantal opdrachten gelijktijdig wordt gegeven.Deze logische voorrangschakeling is verbonden met een logische geheugenschakeling die dient om de gegeven opdracht te ont-5 houden en S§n van de uitgangsklemmen van de logische schake-ling al dan niet te bedienen.
Volgens sommige uitvoeringsvormen waarin de algemene bedieningsinrichting een logische voorrangschakeling bevat die dient om een voorrang vast te stellen uit verschillende 10 opdrachten van verschillende opvangers, dient de logische voorrangschakeling om automatisch de schakelorganen van de algemene bedieningsinrichting in werking te stellen over een tijdsduur die respectievelijk groter of kleiner is dan een vooraf vastgestelde waarde.
15 Volgens bepaalde uitvoeringsvormen bevatten de schakel organen van de afzonderlijke bedieningsinrichting tenminste een aanvullend schakelorgaan dat dient om in een bepaalde positie een opdracht,. afkomstig van de algemene bedieningsinrichting, te doen weigeren door de overeenkomstige logi-i 20 sche behandelingseenheid, als de duur van die opdracht kleiner is dan een vooraf vastgestelde waarde.
Volgens bepaalde uitvoeringsvormen, waarin de ontvan-gers bestaan uit elektromotoren die in het bijzonder rolgor-dijnen, rolluiken of dergelijke bedienen, en die een automa-25 tisch stopmechanisme bevatten alsmede vertragingsorganen, die dienen om ze te laten s'tilstaan in het geval van slech-te werking van deze automatische stopinrichting, bevat iedere afzonderlijke bedieningsinrichting afzonderlijke yertragings-organen die dienen om te worden aangezet in alle gevallen 30 dat de draaiing van de betreffemde motor wordt bekrachtigd door de genoemde afzonderlijke bedieningsinrichting of door de. algemene bedieningsinrichting.
De uitvinding heeft ten doel een bedieningsinstallatie te verschaffen die de nadelen van de stand van de techniek 35 niet. bezit, van betrekkelijk eenvoudige konstruktie en wei-nig volum-ineus is, waarvan het funktioneren beter gegaran-deerd is, die het mogelijk maakt om steeds iedere ontvanger onmiddellijk in werking te kunnen stellen, en die garandeert dat aan iedere funktie de idaaraan toegedachte voorrang van 40 uitvoering wordt verleend.
8202691 -5-. ’ . · . AwS?.j;· ., A-.„,—i,... . ; . , ,. riy<lTl,··,.
* r
Ten aanzien van de eenvoudige constructie eh de geringe oravang kan worden opgemerkt, dat de algemen bedieningsinrichting bijzonder vereenvoudigd is en noch een volumineuse ge-lijkstroom voedingsinrichting, noch relais, noch logische 5 sohakelingen bevat in zijn eenvoudigste uitvoeringsvorm en dat het aantal schakelorganen verminderd is.De algemene bedieningsinrichting kan derhalve in zijn geheel in een kast van geringe omvang worden geplaatst, waarin zijn schakelorganen zitten.Iedere afzonderlijke bedieningsinrichting is even-10 eens vereenvoudigd, in het bijzonder door de vermindering van het aantal schakelorganen en door de vermindering van het aantal geleiders waardoor hij met de algemene bedieningsinrichting verbonden is.
• De werking van de bedieningsinstallatie is zekerder om-15 dat, zelfs in het geval dat de ontvanger bestaat uit een elek-tromotor, die door een automatische stopinrichting tot stil-stand gebracht kan worden, het stoppen van de motor verzekerd , wordt door eem afzonderlijke, .bijbehorende bedieningsinrichting of door de algemene bedieningsinrichting, zelfs als de 20 automatische stopinrichting aan storing .onderhevig is.
•Op dezelfde wijze kan iedere ontvanger onmiddellijk in werking worden gesteld door middel van de bijbehorende afzonderlijke bedieningsinrichting, zelfs indien vooraf een tegen-gestelde opdracht is gegeven aan dezelfde ontvanger door mid-25 del van de algemene bedieningsinrichting, behalve als de opdracht van deze laatste voorrang geniet.De bedieningsinstallatie garandeert aldus aan iedere funktie de beoogde voorrang van uitvoering, waarbij de uitwendige opvangers een werking hebben die slechts in bepaalde gevallen voorrang geniet.
30 Bepaalde uitvoeringsvormen bieden nog aanvullende voor- delen.Deze maken het mogelijk om voor iedere ontvanger naast de automatische wijze van funktioneren een niet-automatische (manuele) wijze' van funktioneren te kiezen, als de algemene bedieningsinrichting onderhevig kan zijn aan de werking van 35 uitwendige opvangers waarvan enigen niet van het voorrang-type zijn.Deze niet-autimatische wijze van funktioneren die afzon-derlijk kan worden gekozen door iedere afzonderlijke bedieningsinrichting maakt het mogelijk om een door een opvanger zonder voorrang gegeven opdracht te weigeren, terwijl een 40 door een opvanger met voorrang of door de afzonderlijke bedie- 8202691 - 6 - • i § * ningsinrichting gegeven opdracht aangenomen blijft worden.
De bijgaande tekening geeft bij wijze van voorbeeld een toelichting op de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding.
Fig.l toont het elektrische schema van een eerste uitvoe-5 ringsvorm volgens de uitvinding.
Fig.2 toont het diagram van de in het niet-uitwisbare geheugen van de microcomputer aanwezige programma1s, die de logische behandelingseenheid vormen, in dezelfde eerste uit-voeringsvorm.
10 Fig.3 toont het elektrische schema van een tweede uitvoe- ringsvorm volgens de uitvinding.
Fig.4 toont het diagram van de in het niet-uitwisbare geheugen van de microcomputer aanwezige programma's, die de logische behandelingseenheid vormen, in dezelfde tweede uit-15 voeringsvorm.
Fig.5 toont het elektrische schema van een derde uitvoe-ringsvorm volgens de uitvinding. ,
Fig.6 toont.schematisch de logische schakeling die de logische behandelingseenheid vormt, in dezelfde derde uitvoe-20 ringsvorm.
Zoals weergegeven in Fig.l bevat de bedieningsinstalla-tie volgens de uitvinding afzonderlijke bedieningsinrichtin-gen 11, die door twee geleiders 13, 14 verbonden zijn met een wisselstroom voedingsnet.Deze inrichtingen 11 zijn ieder af-25 zonderlijk verbonden met een afzonderlijke elektrische ontvan-ger lS.Iedere afzonderlijke bedieningsinrichting 11 bevat een logische behandelingseenheid, die in dit voorbeeld bestaat uit een microcomputer 1 (b.v. TMS 1000 van Texas Instruments) die in verbinding staat met de geleiders 13, 14 via een af-30 zonderlijke voedingsschakeling 5 en twee uitgangstussenvlak-len 2, 3, die verbonden zijn met ontvanger 15, die in dit voorbeeld bestaat uit een elektromotor; ieder tussenvlak 2, 3 dient om de rotatie van de motor te bedienen in £Sn van de twee idraainingsrichtingen daarvan.Iedere afzonderlijke bedie-35 ningsinrichting 11 is verbonden met een gemeenschappelijke bedieningslijn 16 door middel van een ingangstussenvlak 4.
De bedieningsinstallatie bevat bovendien een algemene bedieningsinrichting 17, die enerzijds met een Voedingsnet 12 verbonden is en anderzijds met een gemeenschappelijke bedienings-40 lijn 16, die wordt gevormd door twee geleiders 18 en 19.
8202691 • * - ,*-h... ......^^)¾^..., . , ·, · ·...· ...- .
- 7 - »
De microcomputer 1 is voorzien van twee voedingsklemitten Vss en Vdd, ingangsklemmen Kl, K2, K4 en K8 en uitgangsklem-men RO, R.l, R6, R7 en R8.
Iedere afzonderlijke bedieningsinrichfing 11 is voorzien ‘5 van schakelorganen, die in dit voorbeeld bestaan uit twee onderbrekers MI(opwaarts) en DI(neerwaarts) die ieder een werkpositie en een rustpositie hebben.Het gaat in dit voorbeeld om drukknopschakelaars met onmiddellijke werkpositie.
De eerste klemmen daarvan zijn respectievelijk verbonden met 10 de uitgangen RO en R1 van de microcomputer 1, en hun tweede . klemmen zijn samen verbonden met ingangsklem Kl.
Iedere afzonderlijke voedingsschakeling 5 dient om de betreffende microcomputer 1 met gelijkstroom te voeden.Deze bestaat b.v. uit een gelijkrichtdiode 25 en een weerstandver-15 lager 26 en een regel en filterinrichting die twee condense to ren 27 en 28 bevat, een weerstand 29 en een zenerdiode 30.Een dergelijke inrichting is als za enig bekend.In dit r voorbeeld is de geieider 13 rechtstreeks verbonden met de klem Vss van microcomputer 1, en de geieider 14 is, via diode 20 25 en de weerstanden 26 en 29 verbonden met klem Vdd.
De ingangsklem K8 van microcomputer 1 is met geieider 14 verbonden via een net van weerstanden 31, 32, dat dient om de spanning van genoemde ingang K8 te laten dalen tot een , waarde die verenigbaar is met de ingangspanningspecificaties 25 van klem K8.Deze verbinding maakt het ini <Lt voorbeeld moge-lijk om het wisselstroom voedingsnet te gebruiken als tijds-basis voor het tellen van de vertraging van de werking van motor 15.
Ieder ingangtussenvlak 4 bevat b.v. een diode 37 waar-30 van de kathode verbonden is met geieider 18 en waarvan de anode verbonden Is met de 'ingangsklem K2 via een weerstand 38 en via een,andere weerstand 33 met de uitgangsklem R8.Deze ondsrdelen zitten tezamen tussen de geieider 19 en ingang K4 alsmade uitgang R8.Iedere Diode 37 dient om alleen maar de 35 negatieve halfperiode van de voedingsspanning 12 op te nemen geschakeld door de onderbrekers MG en DG.De weerstanden 33 en 38 dienen om de voedingsspanning 12 te i oen dalen tot een waarde die verenigbaar is met de ingangsspanningspecificaties van de klemmen K2 en K4.
40 Ieder uitgangtussenvlak 2 bevat b.v. een relais 34 met 8202691 - 8 - ,- * * ; een rustkontakt en een werkkontakt, waarvan laatstgenoemde de draai'ing van de motor in een bepaalde richting bedient. Het gemeenschappelijke punt van de kontakten van relais 34 is verbonden met geleider 13.De klos van relais 34 is ener-5 zijds verbonden met klem Vss van microcomputer 1 en ander-zijds met de collector van een transistor 35, waarvan de zender verbonden is met klem Vdd, en waarvan de onderkant verbonden is met uitgangklem R7 via een weerstand 36.
Ieder uitgangtussenvlak 3 is op overeenkomstige wijze 10 als tussenvlak 2 verbonden en bedient de rotatie van de motor in tegengestelde richting van de voorgaande.De onderkant van zijn transistor 35 is verbonden met klem R6.
De eerste klem 15a van motor 15 is verbonden met het werkkontakt van relais 34 van tussenvlak 2.De tweede klem 15b 15 van motor 15 is verbonden met het werkkontakt van relais 34 van tussenvlak 3.De derde klem 15c van motor 15 is verbonden met geleider 14.
De algemene baddeningsinrichting 17 bevat in dit voor-beeld twee onderbrekers MG(opwaarts) en DG(neerwaarts), die 20 ieder een werkpositie en een rustpositie hebben.Het gaat in dit voorbeeld om. drukknoponderbrekers met onmiddelijk inge-schakelde werkpositie.Hun eerste klemmen zijn respectieve-lijk verbonden met de geleiders 18 en 19 van de algemene be-xliehingslijn 16 en Hun tweede klemmen zijn gezamenlijk ver-25 bonden met geleider 14.
De microcomputer 1 is voorzien van een niet-uitwxsbaar geheugen, dat een controleprogramma 41, een geheugen inbreng programma 42, een testprogramma 43, een beheerprogramma van de ontvangen opdrachten 44, een behandelingsprogramma van de 30 aangenomen opdrachten 45, een behandelingsprogramma van de laatste aangenomen opdracht 47 en een vertragingsprogramma 46 bevat.
Zoals in Fig.2 weergegeven bevat het onderzoekprogramma 41 van de positie, open of gesloten, van alle onderbrekers 35 HI, DI, MG en DG instructies waarvan de laatste voorafgaat aan de eerste opdracht van programma 42 om deze posities in het geheugen op te nemen.De laatste opdracht van programma 42 gaat vooraf aan de eerste opdracht van testprogramma 43, die het feit nagaat dat tenminste §§n‘onderbreker in werking 40 is gesteld.De laatste opdracht van programma 43 is een voor- 82 0 2 6 9 1 - 9 - ♦ ..- waardelijke oproepopdracht voor de eerste opdracht van pro-gramma 47 voor de behandeling van de laatste aanvaarde op-dracht, of aan de eerste opdracht van programma 44 voor het beheer van de gegeven opdrachten.De laatste opdracht van pro- ; 5 gramma 47 gaat vooraf aan’de eerste opdracht van het vertra-• gingsprogramma 46.
Beheerprogramma 44 voor de ontvangen opdrachten omvat verschillende sub-programma1s 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56 die eveneens zijn weergegeven in Fig.2.De eerste opdracht van pro-10 gramma 44 is de eerste opdracht van sub-programma 50 voor het testen van de positie van de onderbrekers van de algemene be-dieningsinrichting ( een positie die vvoraf is vastgelegd in programma 42).De laatste opdracht van sub-programma SO is een voorwaardelijke oproepopdracht aan de eerste opdracht van sub-15 programma 53 voor het testen van de STOP-furtktie afkomstig van de algemene bedieningsinrichting, of aan de eerste opdracht van sub-programma 51. voor het testen van de STOP-funktie af- » komstig van de overeenkomstige afzonderlijke bedieningsinrichting. ' 20 De laatste opdracht van sub-programma 53 is een voorwaar- delijke oproepopdracht aan de eerste opdracht van sub-programma 55 als geheugen voor de door de algemene bedieningsinrichting gegeven opdracht, of aan de eerste opdracht van sub-pro- r gramma 54 voor de behandeling van de STOP-funktie, afkomstig 25 van de algemene bedieningsinrichting.De laatste opdracht van sub-programma 54 gaat vooraf aan de eerste opdracht van het controleprogramma 41.
De laatste opdracht van sub-programma 51 is een voorwaardeli jke oproepopdracht aan de eerste opdracht van sub-program-30 ma 56 voor het behandelen van de STOP-funktie afkomstig van de overeenkomstige afzonderlijke bedieningsinrichting, of aan de eerste opdracht van sub-programma 52 als geheugen voor de door de overeenkomstige afzonderlijke bedieningsinrichting gegeven opdracht.De laatste opdracht van sub-programma 56 gaat 35 vooraf aan de eerste opdracht van contraleprogramma 41.
De laatste opdracht van sub-programma 55 gaat vooraf aan de eerste opdracht van programma 45 voor het behandelen van de * aanvaarde opdracht.
De laatste opdracht van sub-programma 52 gaat vooraf aan 40 de eerste opdracht van programma 45 voor het behandelen van 8202691 • * - 10 - de aanvaarde opdracht.
De door programma.45 behandelde aanvaarde opdracht is ofwel de algemene opdracht die in het geheiigen van sub-programma 55 is .vastgelegd, ofwel de afzonderlijke opdracht die 5 in het geheugeh van sub-programma 52 is vastgelegd, al naar gelang het geval is.De laatste opdracht van programma 45 gaat vooraf aan de eerste opdracht van het vertragingsprogramma 46. Dit programma 46 dient om een vertragingsteller in de cfvereen-komstige microcomputer 1 vooraf in te stellen en vervolgens te 10 doen afnemen.De laatste opdracht van programma 46 gaat vooraf aan de eerste opdracht van controleprogramma 41.
Volgens de uitvinding wordt een afzonderlijke STOP-op-dracht gegeven door gelijktijdig de onderbrekers MI en DI in te drukken en een algemene STOP-opdracht wordt gegeven door 15 gelijktijdig de onderbrekers MG en DG in te drukken.
In rusttoestand zendt de microcomputer 1 opeenvolgende impulsen naar de controleuitgangen R0-R1 door middel van het controleprogramma 41.Na het inschakelen van microcomputer 1 is de klem van uitgang R8 blijvend in stand 1 en de( klemmen 20 van de uitgangen R6-R7 zijn in stand O.De voedingsklemmen Vss en Vdd staan blijvend onder stroom.Het controleprogramma 41 ontvangt tegelijkertijd met het zenden van impulsen ook informatie, enerzijds op de ingangsklem Klr met betrekking tot de positie van de twee onderbrekers MI, DI, en anderzijds 25 op de ingangsklemmen K2, K4, door middel van het ingangstussen-vlak 4, met betrekking tot de onderbrekers MG, DG, en tenslot-te op de ingangsklem K8 een informatie met betrekking op een tijdsbasis die verschaft wordt door de frekwentie van <ftet voeding'snet. 12.
30 Als de bedieningsman b.v. onderbreker MI van een afzon derlijke bedieningsinrichting 11 inschakelt zonder tegelijker-tijd de onderbrekers DI, MG en DG in te schakelen, dan wordt ingangsklem K1 verbonden met uitgangsklem RO en het controle-. programma 41 leest deze sluiting van de onderbreker MI en 35 leest het open staan van de onderbrekers DI, MG en. DG en legt deze in het geheugen vast met behulp van geheugenprogramma 42 voor de posities van de onderbrekers.Programma 43 test tenmin-ste βδη onderbreker, in dit geval MI, op bekrachtiging.Beheer-programma 44 voor de gegeven opdrachten test vervolgens met 40 sub-programma 50, dat het niet gaat om een opdracht afkomstig 8202691 - 11 - « ' van de algemene bedieningsinrichting 17, test vervolgens door sub-programma 51, dat het nuet gaat om een STOP en pas daarna wordt de onderbrekerτ Jr bekrachtigd.Het sub-programma 52 legt • de door de afzonderlijke bedieningsinrichting 11 gegeven op-5 waartse opdracht in het geheiigen vast.Behandelingsprogramma ^ 45 vantde aanvaarde opdracht leest de vooraf gegeven opwaartse opdracht af en voedt de uitgangsklem R7, die via het uitgangs-tussenvlak 2 de draaiing van de motor bedient in een richting die het naar boven gaan van het rolgordijn of dergelijke ver- .
10 oorzaakt.Vervolgens stelt het vertragingsprogramma 46 de vertragingsteller van de afzonderlijke vertragingsinrichting vooraf in op een waarde, die de .duur van deze vertraging be-paalt, en die b.v. drie minuten bedraagt.Controleprogramma 41 leest opnieuw de positie van de onderbrekers MI, DI, MG, DG.
15 Zolang de bedieningsman doorgaat de onderbreker MI, en uitsluitend de onderbreker MI, te bekrachtigen, verloopt de aaneenschakeling van de programma's opnieuw op de boven be-schreven wijze.Iedere keer dat, programme 46 verloopt verlaagt deze de vertragingsteller bij iedere verandering van de stand 20 die op klem K8 komt, en de uitgangsklem R7 blijft gevoed wor-den totdat de teller op nul komt te staan, hetgeen overeen-; komt met het. einde van de vertragingsperiode.Motor 15 wordt dan niet meer bekrachtigd. · - .
Als de bedieningsman de onderbreker MI loslaat, verlopen 25 de programma's 41, 42 op de hierboven beschreven wijze, vervolgens test programma 43 het feit, dat geen enkele onderbre-ker bekrachtigd wordt.Beharidelingsprogramma 47 voor de laatste aanvaarde opdracht leest de opwaartse opdracht die vooraf door sub-programma 52 in het geheugen is vastgelegd.De vertragings-30 teller neemt op de hierboven beschreven wijze af en motor 15 stopt aan het einde van de vertraging.
Iedere keer dat de vertragingsteller op nul komt wordt de voorafgaand in sub-programma 52 vastgelegde opdracht. uitge-wist. .
35 De werking van de afzonderlijke bedieningsinrichting 11 .
is overeenkomstig want het is alleen maar de onderbreker DI die bekrachtigd wordt.Derhalve wordt de uitgangsklem R6 gevoed en motor 15 draait in een richting die tegengesteld is aan de voorafgaande richting, hetgeen leidt tot een neerlaten 40 van het rolgordijn of dergelijke.
8202691 * - 12 - • ' • Als tijdens het draaien van motor 15 in de .richting van het omhoog gaan, die voorafgaand gegeven is, de bedieningsman gelijktijdig drukt op de onderbrekers MI, DI, zonder hetzij de onderbreker MG of de onderbreker DG in te drukken, dan 5 komt deae handeling overeen met een opdracht STOP, en bet draaien van motor 15 wordt onmiddellijk onderbroken.In feite test, nadat de programme's 41 en 42 verlopen zijn, programma 43 het feit, dat tenminste έ§η onderbreker, hier MI en DI,. bekrachtigd isvSub-programma 50 test vervolgens, dat het niet 10 gaat om een opdracht van· de algemen bedieningsinrichting 17, vervolgens test sub-programma 51 dat het gaat om een STOP opdracht, daar de onderbrekers MI en DI gelijktijdig bekrachtigd worden. Sub-programma 56 voor de behandeling van de afzon-iderlijke STOP opdracht zet de vertragingsteller weer op nul 15 en de bekrachtiging van motor 15 wordt onmiddellijk onderbro-ken.
Als de teller op nul teruggebracht is wordt de vooraf- r gaand in het geheugen van sub-programma opgenomen opdracht uitgewist. , 20' Als de bedieningsman een onderbreker van de algemene bedieningsinrichting bekrachtigt, b.v. DG, die overeenkomt met een opdracht om alle rolgordijnen of dergelijke neer te laten, geschiedt het aflopen van de programma's 41, 42, 43, 50 van .. iedere microcomputer 1 op de hierboven aangegeven wijze.Sub-25 programma 50 test dat het gaat om een opdracht die afkomstig. is van de algemene biedieningsinrichting 17, vervolgens test sub-programma 53, dat het niet gaat om aan algemene STOP opdracht . Sub-programma 55 legt de door de algemene bedieningsinrichting 17 gegeven opdracht tot neerlaten in het geheugen 30 vast.Programma 45 leest de neerlaatopdracht, die aldus in het geheugen is vastgelegd, en voedt de uitgangsklemmen R6 van iedere afzonderlijke bedieningsinrichting.Alle motoren draaien in de richting voor het neerlaten tot aan het einde van de vertragingsperiode, zoals hierboven beschreven is voor het 35 geval van een opdracht die afkomstig is van een afzonderlijke bedieningsinrichting.
Zolang de bedieningsman de onderbreker DG blijft bekrach-.tigen, en alleen maar DG, verloopt de aaneenschakeling van programma's in iedere microcomputer 1 opnieuw op de hierboven 40 beschreven wijze.Iedere keer dat programma 46 verloopt doet 8202691 ii.i urn i ——-tmh--,,,,!,,,,,,, iw , M | - 13 - ·* 0 * deze de overeenkomstige vertragingsteller verminderen, en de overeenkomstige uitgangsklem R6 blijft bekrachtigd worden tot de genoemde teller op nul gekomen is.Aldus komen alle motoren > tot stilstand aan het einde van de vertragingsperiode.
5 Als de bedieningsman de onderbreker DG loslaat verlopen de programme's 41,· 42 in iedere microcomputer l >op de'.hiferbo-ven beschreven wijze.Programme 43 test het feit, dat geen enf. kele onderbreker bekrachtigd wordt, vervolgens leest program-, ma 47 voor de behandeling van de laatste ontvangen opdracht 10 de vooraf in het geheugen van sub-programma 55 vasttjelegde opdracht voor het neerlaten.De vertragingsteller wordt op de hierboven beschreven wijze verminderd tot aan het einde. van-de vertragingsperiode.Gelijktijdig worden de in de ovfereen-koms±ige sub-programma1 s 55 vooraf .Vptstgelegde opdraehten uit-15 gewist.
Als na loslaten van de onderbreker DG, dus als alle moto-ren nog idraaien, de bedieningsman gelijktijdig op de onderbre-kers MI en DI drukt vaneen willekeurige afzonderlijke bedie-ningsinrichting 11, wordt deze STOP opdracht voor de overeen-20 komstige motor achtereenvolgens uitgevoerd door de program-mars 4-1,. 42, 43, .50, 56 van de overeenkomstige microcomputer , zoals hierboven beschreven.Alleen de overeenkomstige·motor 15 komt tot stilstand. ; r
Als na loslaten van de onderbreker DG, dus als alle moto-25 ren nog draaien, de.bedieningsman de onderbreker MI van een willekeurige afzonderlijke bedieningsinrichting 11 in-drukt, wordt de overeenkomstige opdracht tot ophalen uitgevoerd door de opeenvolgende programma's 41,2,43,50,91,52,45,46 zoals hierboven beschreven.be overeenkomstige motor 15 draait 30 derhalve in tegengestelde richting aan de voorafgaande rich-ting.Als de bedieningsman de schakelaar MI loslaat.zorgen de opeenvolgende programma's 41,42,43,47,46 voor het draaien van de motor tot aan het einde van het vertragingsprogramma.
De werking van alle afzonderlijke bedieningsinrichtingen 35 11 is overeenkomstig als. de onderbreker MG, en alleen die, be krachtigd wordt.De uitgangsklem R7 van iedere microcmputer 1 wordt gevoed, en alle motoren 15 draaien in tegengestelde richting van de voorafgaande draairichting, hetgeen overeen-komt met een ophalen van de rolgordijnen of dergelijke.
40 Als tijdens het draaien van alle motoren 15,' b.v. in de 8202691 - 14 - * * *
* V
richting voor het neerlaten, de bedieningsman gelijktijdig en uitsluitend op de onderbrekers MG en DG drukt, komt deze han-deling overeen met een algemene STOP opdracht en het draaien > van alle motoren 15 wordt onmiddellijk tot stilstand gebracht.
s * * 5 In feite test in iedere microcomputer.. 1 , nadat de program» . ,.
ma's 41, 42 afgewikkeld zijn, programma 43 het feit, dat ten-minste $έη onderbreker, in .dit geval twee onderbrekers MG en DG, bekrachtigd is.Sub-programma 50 test, dat het gaat om een opdracht afkomstig van algemene bedieningsinrichting 17, ver-10 volgens test sub-programma 53 dat het gaat om een STOP opdracht daar de ondeirbrekers MG en DG gelijktijdig bekrachtigd zijn.Sub-programma 54 voor het behandelen van de STOP opdracht zet de vertragingsteller weer op nul en de bekrachtiging van iedere overeenkomstige motor 15 wordt onmiddellijk onderbro-15 ken.Gelijktijdig wordt de vooraf in het geheugen van de ovbr-eenkomstige sub-programma.'s 55 vastgelegde opdracht uitgewist.
De hierboven beschreven gang van zaken blijft van toepas- f sing in het geval dat slechts enkele motoren draaiden, al dan niet in dezelfde richting, op het ogenblik dat de b.edienings-20 man gelijktijdig op de onderbrekers MG en DG drukt.
Het kan voorkomen dat een bedieningsman tenminste §§n onderbreker van de algemene bedieningsinrichting bekrachtigt terwijl een andere bedieningsman tenminste β€η onderbreker van een afzonderlijke bedieningsinrichting bekrachtigt.Er valt 25 dan een opdracht van deze afzonderlijke bedieningsinrichting samen met een opdracht van de algemene bedieningsinrichting.
Dan wordt de door de algemene bedieningsinrichting gegeven opdracht ten uitvoer gebracht.
Zo drukt, in een eerste toepassingsv.oorbeeld, de eerste 30 bedieningsman op de onderbreker DG van de algemene bedieningsinrichting op het ogenblik dat de tweede op de'onderbreker MI van een. afzonderlijke bedieningsinrichting drukt.Deze twee ge-lijktijdige opdrachten veroorzaken eerst het gelijktijdig af-' lopen van dezelfde programme's 41, 42, 43 in alle microcompu-35 ters 1, zoals hierboven beschreven.Vervolgens test sub-pro-gra'mma 50, dat er een opdracht is, afkomstig van de algemene bedieningsinrichting.Vervolgens verlopen de sub-programma's 53, 55, 45 en 46 alsof alleen maar onderbreker DG zou zijn bekrachtigd, zoals hierboven beschreven.Alle motoren 15 krij-40 gen zo een opdracht voor het neerlaten, zolang de eerste be- 8202691 - 15 - . * * dieningsman het indrukken van onderbreker DG handhaaft.Als de eerste bedieningsman onderbreker DG loslaat, terwijl de twee-de onderbreker MI ingedrukt houdt, dan draait alleen de motor -- -, die door onderbreker MI bediend wordt in de.richting van het 5 ophalen, waarbij de microcomputer 1 achtereenvolgens de pro-gramma's 41, 42, 43, 50, 51, 45, 46 uitvoert, zoals hierboven is beschreven.Als de tweede bedieningsman onderbreker MI loslaat bli jit de bijbehorende motor draaien in de richting voor het ophalen tot aan het einde van de vertragingsperiode, waar-10 bij microcomputer 1 achtereenvolgens de programme's 41, 42, 43, 47, 46 uitvoert zoals hierboven is beschreven.In dat ge- r val voert programme 47 de laatst ontvangen opdracht tot ophalen uit, die vooraf is vastgelegd in het geheugen van sub-programma 52.Gedurende die periode blijven alle andere moto-15 ren draaien in de richting voor het neerlaten tot aan het ein- · de van de vertragingsperiode, waarbij iedere microcomputer Γ achtereenvolgens de programme's 41, 42, 43, 47, 46 uitvoert.
. r
In dat geval'voert programma 47 van iedere bijbehorende microcomputer 1 de laatste ontvangen opdracht voor het neerlaten 20 uit, die vooraf is vastgelegd in het geheugen van sub-program-ma 55.
Het afwikkelen van de programma's dient overeenkomstig te zijn als de onderbrekers MG en DI gelijktijdig worden in- r gedrukt.
25 In een tweede uitvoeringsvoorbeeld drukt de eerste be dieningsman op de onderbreker DG op het ogenblik dat de tweede bedieningsman drukt op de twee onderbrekers MI en DI van een afzonderlijke bedieningsinrichting voor het uitvoeren van de STOP-funktie.Net als in het eerste hierboven gegeven voor-30 beeld worden alle motoren 15 bediend in ide richting van het neerlaten , zolang de eerste bedieningsman onderbreker DG ingedrukt houdt.Als deze onderbreker DG wordt losgelaten, terwijl de onderbrekers DI en MI nog worden ingedrukt, dan stopt alleen de motor, die bediend wordt door deze onderbrekers DI 35 en MI onmiddellijk.De bijbehorende .microcomputer 1 voert achtereenvolgens de programma's 41, 42, 43, 50, 51, 56 uit, zo·^ als hierboven is beschreven.Gedurende i it tijdsverloop blijven alle andere motoren draaien in de richting voor het neerlaten tot aan het einde van de vertragingsperiode, zoals in 40 het eerste voorbeeld hierboven.
8202691 - 16 τ ' . .-
In de twee bovenvermelde uitvoeringsvoorbeelden blijven, , als de tweede bedieningsman respectievelijk de eerste onderbreker Ml of de onderbrekers MI en DI lsolaat, voordat de k eerstQ baddeningsman onderbreker DG loslaat, alle motoren 15 • v.
5 draaien in idezelfde richting, die overeenkomt met het neer- r laten, zelfs nadat onderbreker DG zelf is losgelaten.Alle microcomputers 1 voeren na het loslaten van onderbreker DG achtereenvolgens de programma's*41, 42, 43, 50, 53, 54 uit, zoals hierboven is beschreven, waarbij van ieder het sub- ·* 10 programma 50 heeft getest dat ereen STOP opdracht is, afkom- . .
stig van de algemene bedieningsinrichting.De opdracht afkomst- ' ig van het indrukken van onderbreker MI is derhalve niet uit-gevoerd.Als de onderbrekers MG en DG worden losgelaten terwijl onderbreker MI nog wordt ingedrukt, dan draait alleen de door 15 deze onderbreker MI bediende motor in ide richting van het op- 1
halen, waarbij de bijbehorende microcomputer 1 achtereenvol-gens de programma's 41, 42, 43, 50, 51, 52 uitvoert.Gedurende I
dat tijdsverloop blijven alle.andere motoren stilstaan.
In dit derde voorbeeld bliven, als de tweede bedienings-20 man onderbreker MI loslaat voordat de eerste de onderbrekers MG en DG loslaat, alle motoren stilstaan, zelfs na loslaten : van de onderbrekers MG en DG.
In de tweede uitvoeringsvorm, die schematisch is weerge- f geven in Fig.3, bevatten de schakelorganen van iedere afzon-25 derlijke bedieningsinrichting 11' een aanvullende onderbreker M/A(manueel/automatisch), met b.v. twee vaste posities.Deze onderbreker M/A is aan zijn eerste klem verbonden met een uit-gangsklem R2 van decbijbehorende microcomputer 1, en zijn tweede klem is verbonden met de ingangsklem K1 van dezelfde 30 microcomputer l.Overigens zijn de manuele onderbrekers MG en DG van de algemene be deningsinrichting 17 van de eerste uitvoeringsvorm (Fig.1} vervangen door een automatische algemene bedieningsinrichting 6 die de automatisch bediende onderbrekers bevat, b.v. door een opvanger van ide sterkte van het zon 35 licht 7 en door een opvanger van de windsterkte 8.In dit voor- , beeld worden ideze automatisch bediende on erbrekers gevormd door de kontakten MGR(ophalen) enJDBR(neerlaten) van respectievelijk twee relais "opwaarts" en "neerwaarts".De algemene bedieningsinrichting 6 bevat tevens een voorrangslogica 69 40 die zorgt voor het vaststellen van een voorrang onder ver- 8202691 • * - 17 - scheidene opdrachten die gegeven zijn door de opvangers 7 en - 8.De voorrang wordt in dit voorbeeld toegekend aan de op- dracht die gegeven is door de windopvanger 8. ' w }
Qeze opvanger 8 heeft als rol de onderbreker MGR(op 5 waarts) te sluiten terwijl verhinderd wordt dat de onderbire* ' r ker DGR(neerwaarts) , als dat plaats vinckt, gesloten wordt door de lichtopvanger 7.De voorrangslogica 69 heeft eveneens als rol de sluiting van de onderbreker MGR en de Opening van ' onderbreker DGR te handhaven, zolang de windopvanger 8 aan tr 10 genoemde logica 69 een windsnelheid aangeeft, die boven een bepaalde drempelwaarde ligt, en waarbij de rolgordijnen b.v. r het risiko. lopen te worden beschadigd.
De lichtopvanger 7 heeft als rol ora ofwel onderbreker MGR(opwaarts) te sluiten, of onderbreker DGR(neerwaarts) te 15 sluiten, alnaar gelang de lichtsterkte beneden of boven een * vooraf bepaalde waarde ligt.De voorrangslogica 69 heeft eveneens als rol de sluiting van hetzij onderbreker MGR of onder- * Ί breker DGR in stand te houden, al naar gelang nodig is, gedu-rende een fcort tijdsbestek, b.v. een halve seconde,, om alle 20 motoren te bedienen zonder voorrang.
Zoals schematisch weergegeven in Pig.4 bevat het niet- >- uitwisbare geheugen van microcomputer 1 dezelfde programmafs 41-47 als in de eerste uitvoeringsvorm(Fig.2.), met uitzonde- ^ : ring van programma 44, dat wordt vervangen door een program-25 ma 44'.Dit programma 44‘ bevat alle sub-programma's 50-56 j . * t van programma 44 en bovendien de volgende sub-programma's: een sub-programma 57 voor het testen van de positie van de aanvullende onderbreker M/A(manueel/automatisch), een sub-programma 58 voor wachten, een sub-programma 59 voor het tes-30 ten van het in stand houden van de door de algemene bedie-ningsinrichting 6 gegeven opdracht na deze wachtperiode, en een sub-programma 60 voor het testen van het bestaan van een eerdere opdracht afkomstig van de bijbehorende afzonderlijke bedieningsinrichting, die is vastgelegd in het geheugen van 35 sub-programma 52. ,
Programma 44' wordt eveneens weergegeven in Fig.4.De laatste opdracht van sub-programma 50 is een voorwaardelijke oproepopdracht voor de eerste opdracht van sub-programma 511 (zoals in de eerste uitvoeringsvorm), of voor de eerste op-40 dracht van sub-programma 57 voor het testen van de positie 8202691 - 18 - * * • * . van onderbreker M/A.De laatste opdracht van sub-programma 37. is een voorwaardelijke oproepopdracht voor de eerste opdracht van sub-programme 53(voorkomend in de eerste uitvoeringsvorm) of voor de eerste opdracht van- sub-programma 58 voor wachten.
• i.
5 Pit waohten duurt b.v. een seconde.De laatste opdracht van sub-programma 58 gaat vooraf aan de eerste opdracht van sub-. programma 59 voor het testen van het in stand houden van de door de algemene bedieningsinrichting 6 gegeven opdracht na , de wachtperiode.De laatste opdracht van sub-programma 59 is 10 een voorwaardelijke oproepopdracht voor de eerste opdracht van sub-programma 53(voorkomend in de eerste uitvoeringsvorm) of voor de eerste opdracht van sub-programma 60 voor het testen van het voorkomen van een eerdere door de bijbehorende, afzonderlijke bedieningsinrichting 11' gegeven opdracht, die 15 is vastgelegd in het geheugen van controleprogramma 41, of voor de eerste opdracht van programma 45.
Een open, stand van een onderbreker M/A komt overeeri met automatisch werken van de bijbehorende afzonderlijke bedie- ψ ningsinrichting 11'.In die stand wordt iedere van ide algeme-20 ne bedieningsinrichting 6 afkomstige opdracht aangenomen door de bijbehorende afzonderlijke bedieningsinrichting.De werking van deze laatste is iderhalve identiek aan die als boven be-schreven in de eerste uitvoeringsvorm(Fig.l en Fig.2), waar-in geen aanvullende onderbreker M/A voorkomt.Het sub-program-25 ma 57 test in feite dat de aanvullende onderbreker M/A open staat, derhalve op de automatische positie.De afwikkeling van de programma's geschiedt dan zoals hierboven is beschreven: 53, vervolgens 54 of 55, enz.
Als de lichtsterkte groter wordt dan een vooraf bepaal-30 de waarde, bedient de lichtopvanger 7 de voorrangslogica 69 die ide onderbreker DGR(neerwaarts) in werking stelt gaduren-de een tijdsbestek.van een halve seconde.Omgekeerd veroor-zaakt daling van de lichtsterkte tot beneden de vooraf be- · I. paalde waarde de inschakeling van onderbreker MGR(opwaarts) 35 gedurende een halve seconde.Dat alles geschied alsof een ( bedieningsman met de hand een halve seconde op onderbreker DG, respectievelijk MG, van de eerste uitvoeringsvorm drukt.
Een dergelijke opdracht die idoor een onderbreker MGR of DGR wordt gegeven, kan worden teniet gedaan of tegengegaan idoor 40 een bedieningsman die op de onderbrekers DI en MI drukt, net 8202691 • * - 19 - * als in de ’eerste uitvoeringsvorm(Fig.l en Fig.2}.
Als de wingopvanger 8 een windsnelheid meet die boven een vooraf bepaalde drempel ligtr bedient deze de voorrangs-logica 69, die onderbreker MGR(opwaarts) in werking stelt.
5 Alle motoren zijn aldus bekrachtigd in een richting die over-eenkomt met het ophalen van de rolgordijnen.Zolang de opvan-ger 8 een snelheid meet, die groter is dan een vooraf bepaalde drempel, blijft onderbreker MGR ingeschakeMt en inschake-ling van tenminste δδη van de onderbrekers MI of DI wordt 10 door de bijbehorende afzonderlijke bedieningseenheid 11' niet opgevolgd, daar de door de windopvanger 8 gegeven opdracht altijd voorrang geniet omdat deze opvanger voor de veiligheid van de inrichting, b.v. van een rolgordijn, moet zorgen.De werking komt overeen met die van de eerder beschreven eerste 15 uitvoeringsvorm(Fig.1 en Fig.2) als de bedieningsman onderbreker MG ingedrukt hcxttdt. ··>. *f l·.
s Een gesloten «Stand van een ondeirbreker M/A komt «overeen met een manuele werking van de bijbehorende afzonderlijke be-dieningsinrichting.Manueel betekent niet-automatisch in deze 20 gehele beschrijving.
De werking van iedere afzonderlijke bedieningsinrichting ; komt overeen met de eerder beschrevene in de eerste uitvoer- ingsvorm(Fig. 1 en Fig.2) wat betreft de opdrachten die gegeven kunnen worden door de bijbehorende onderbrekers MI en DI. 25 De programme's 41, 42, 43, 50, 51, 52, 45, 46 of de programme's 41, 42, 43, 50, 51, 56, of de programma's 41, 42, 43, 47, 46 worden achtereenyolgens uitgevoerd, zoals beschreven is voor de eerste uitvoeringsvorm.
In dezelfde gesloten stand van onderbreker M/A wordt een 30 door de algemene bedieningsinrichting 6 gegeven opdracht niet altijd aanvaard.Hij wordt aanvaard als tenminste een van de onderbrekers MGR of DGR ingedrukt wordt gehouden over een tijdsduur die groter is dan de wachtperiode die bepaald wordt door sub-programma 58.In het tegengestelde geval wordt hij 35 niet aanvaard.
In een uitvoeringsvorm, waarin· de. lichtsterkte groter wordt dan een vooraf bepaalde •waarde, bedient de lichtopa' vanger 7 de voorrangslogica 69, .die onderbreker DGR(neer- .- · waarts) gedurende .een'halve seconds in werking stelt.Deze 40 door de lichtopvanger 7 gegeven opdracht wordt niet uitge- 8202691 - 20 - • * voerd daar de duur ervan korter is dan die van de wachtperio- t de( eSn seconde}.In feite test, nadat de programma's 41, 42, en 43 zijn uitgevoerd zoals in de eerste uitvoeringsvorm, het programma 44' voor het beheer van de ontvangen opdrachten · 5 door sub-programma 50 dat het gaat om een opdracht afkomstig van de algemene bedieningsinrichting 6 en test vervolgens door programma 57 dat'de aanvullende onderbreker M/A in de stand manueel staat.Sub-programma 58 veroorzaakt een wacht-tijd van SSn seconde en vervolgens test sub-programma 59 dat 10 de eerder door de algemene bedieningsinrichting 6 gegeven opdracht niet meer bestaat daar genoemde opdracht slechts een halve seconde heeft gaduurd.Sub-programma 60 test dat er geen andere eerdere opdracht afkomstig van de bijbehorende afzon- . derlijke bedieningsinrichting is.Vervolgens wordt het controls leprogramma 41 opnieuw uitgevoerd.
Omgekeerd veroorzaakt een lichtsterkte, die lager is dan / een vooraf bepaalde waarde de inschakeling van onderbreker ' .’. 4' .· , i MGR(opwaarts) gedurende een halve seconde.Deze opdracht wordt niet uitgevoerd omdat de duur ervan eveneens korter is dan 20 die van de wachtperiode.De programme's 41, 42, 43, 50, 57, 58, 59, 60 worden achtereenvolgens uitgevoerd.
t Een indrykken van een onderbreker MI of DI, voorafgaand jifr . ' i aan of volgend op de door onderbreker DGR of MGR gegeven op- dracht, wordt-rekening mee gehouden door de bijbehorende af-25 zonderlijke bedieningsinrichting 11 *.Zo veroorzaakt een in-drukken van onderbreker DI(neerwaarts) de achtereenvolgende uitvoering van i e programma's 41, 42, 43, vervolgens 50, 51, 52, 45 en 46, zoals eerder beschreven voor het geval van de eerste uitvoeringsvorm(Fig.1 en Fig.2).Als op dat ogenblik 30 de wingopvanger 8 de voorrangslogica 69 bedient, zet deze onderbreker MGR(opwaarts) in werking zolang de windopvanger 8 een windsnelheid aangeeft die groter.is dan een vooraf bepaalde drempelwaarde.De door onderbreker MGR gegeven opdracht wordt uitgevoerd door alle afzonderlijke bedienings- Λ 35 inrichtingen 11', daar de duur ervan langer is dan idle van de wachtperiode( Sin seconde).
Tegelijkertijd wordt aan de van alle onderbrekers MI of DI afkomstige opdrachten geen gevolg gegeven.In feite test, na uitvoering van de programma's 41, 42 en 43, het beheerpro-40 gramma 44' van de ontvangen opdrachten door sub-programma 50 8202691 * - 21 - « * dat het gaat om een opdracht afkomstig van de algemene bedieningsinrichting 6, en test vervolgens door sub-programma 57 dat onderbreker M/A in de maniiele stan. < is. Sub-programma 58 * veroorzaakt een wachtperiode van δέη seconde, vervolgens test 5 sub-programma 5ft dat de door de algemene bedieningsinrichting r 6 gegeven opdracht nog bestaat, daar deze opdracht gehand-haafd blij-ft zolang de windsnelheid groter blijft.Sub-programma 53 test dat het niet gaat om een algemene STOP op-lderacht.Sub-programma 55 legt de door de algemene bedienings- * 10 inrichting 6 gegeven opdracht voor ophalen in het geheugen vast.Programma 45 leest de eildus in het geheugen vastgelegde r opdracht tot ophalen en bekrachtigd de uitgangsklem R7 van iedete afzonderlijke bedieningsinrichting ll'.Alle motoren 15 draaien in de richting voor het ophalen tot aan het einde 15 van de vertragingsperiode. *
Zelfs na afloop van deze vertragingsperiode (in dit voorbeeld drie minuten!, blijft een door een onderbreker DI r (neerwaarts} gegeven opdracht zonder uitwerking, zolang de onderbreker MGR(opwaartsI gesloten blijft.
20 Op het moment dat de windopvanger 8 een windsnelheid aangeeft die kleiner is dan de vooraf bepaalde drempelwaarde, laat de voorrangslogica 69 onderbreker MGR vrig.De door alle onderbrekers DI gegeven opdrachten kunnen nu weer in rekening r worden genomen.In feite kunnen de programma's dan verlopen 25 zoals in het geval dat er geen opdracht gegeven is door de algemene bedieningsinrichting 6.
Zonder buiten het kader van de uitvinding te komen kan een onderbreker M/A worden gebruikt in de eerste uitvoerings-vorm(Fig.l en Fig.2} met een algemene baddeningsinrichting 17, 30 die uitsluitend bestaat uit twee onderbrekers MG en DG.In het geval dat deze onderbrekers drukknop-onderbrekers zijn met onmiddellijke oraschakeling^ nemen de afzonderlijke bedienings-inrichtingen 11 geen korte opdrachten aan(minder dan Sdn se-conde in dit voorbeeld} afkomstig van de algemene bedienings-'35 inrichting 17, als hun respectieve onderbrekers M/A in een , manuele stand (gesloten) staan.Als de onderbrekers MG en DG onderbrekers met vaste posities zijn worden de door hen gegeven opdrachten gehandhaafd, derhalve aangenomen door alle afzonderlijke bedieningsinrichtingen, ongeacht de positie 40 van de bijbehorende aanvullende onderbrekers M/A.
8202691 * — 22 - » -
In de iderde uitvoeringsvorm van de uitvinding, schema-tisch weergegeven in Fig.5, is de microcomputer 1, die de logische behandelingseenheid vormt, in de twee eerste uit- » voeringsvormen vervangen door een logische schakeling 70.
5 Deze bevat een eerste groep van twee ingangsklemmen 10 en 11 r waarop respectievelijk de onderbrekers MI en DI zijn aange-sloten.Hij bevat ook een tweede groep ingangsklemmen 13 en 14 die respectievelijk met de onderbrekers f G en DG van de alge-mene bediemingsinrichting Verbonden zijn door middel van een , 10 tussenvlak 4* overeenkomend met dat van de twee eerste uife-voeringsvormen.Hij bevat ook in iedere afzonderlijke bedie-ningsinrichting 11" twee uitgangsklemmen R7 en R6, die met de ontvanger 15 verbonden zijn door middel van de uitgangs-tussenvlakken 2 en 3, die ree 6 eerder beschreven zijn(Fig.1 15 en Fig.3}.Hij bevat bovendien een ingangsklem 15 die met de geleider 14 verbonden is door middel van een groep weerstan-den 31-32, die dient om de spanning op de ingang 15 te doen , , idalen.Deze verbinding maakt het mogelijk om b.v. het wissel-stroomnet te gebruiken als tijdsbasis voor het tellen van de 20 vertraging van de werking ,van motor 15.De logische schakeling 70 bevat tevens twee voedingsklemmen, Vss en Vdd.De tweede klemmen van MI en DI zijn met klem Vss verbonden.
Eenvoudig gezegd bevat de logische schakeling 70 een logische leessehakeling 71 van de posities van de onderbre- ·. · 25 kers MI, DI, /MG, DG, die gegeven worden door de heersende spanning tussen respectievelijk de ingangsklemmen 10, 11, 13, 14 en klem Vdd.Deze logische schakelihg 71 bevat de klemmen i0^.'ll, 13, 14.Hij bestaat b.v. uit de "triggers" van Schmitt 80, 81, 82, 83.De twee eerstgenoemde hebben een omgekeerde 30 uitgang.Hun ingangen zijn respectievelijk .verbonden met de ingangsklemmen 10, 11.
Deze logische leessehakeling 71 is verbonden met een logische voorfcangsschakeling 72, bestemd om vast te stellen w i welke van de door de onderbrekers MI, DI, MG, DG, gegeven op-35 drachten moet wdrden aangenomen in het geval dat een aantal , opdrachten gelijktijdig wordt gegeven.
De logische voorrangsschakeling 72 bevat twee omgekeerde poorten 84 en 85 waarvan de ingangen respectievelijk verbonden zijn met de uitgangen van de "triggers" 80 en 81, en waar 40 van de uitgangen verbonden zijn met twee ingangen van een 8202691 -23- • « poort NOR 86.Hij bevat eveneens twee poorten NAND 87 en 88 met twee ingangen.ESn ingang van elk is verbonden met de uit-gang van poort NOR 86.De andere ingang van poort NAND 87 is verbonden met de uitgang van "trigger" 82.De andere ingang 5 van poort NAND 88 is verbonden met de uitgang van "trigger" 83.De uitgangen van de poorten NAND 87 en 88 zijn respectie-velijk verbonden met €§n van de ingangen van twee poorten NAND 89 en 90, met ieder twee ingangen.De tweede ingangen zijn repsectievelijk verbonden met de uitgangen van "triggers".
10 80 en 81. *
De logische voorrangsschakeling 72 is verbonden met een logische geheugenschakeling 73, bestemd om de aanvaarde op-dracht in het geheugen vast te leggen, al dan niet bediend door έέη van de uitgangsklemmen R6 of R7 van de logische 15 schakeling 70. *
De logische geheugenschakeling 73 bevat twee poorten NOR 91 en 92 die in evenwicht met RS werken, waarbij δέη ingang , van ieder verbonden is met de uitgang van de ander.De andere ingang van poort NOR 91 is verbonden met de uitgang van poort 20 NAND 89.De andere ingang yan poort NOR 92 is verbonden met de uitgang van poort NAND 90.
; De logische schakelingen 72 en 73 zijn opgenomen in een logische vertragingsschakeling 74. r
Deze logische vertragingsschakeling 74 bevat een logi-25 sche monostabiele schakeling 95 waarvan de ingang T verbonden is met de uitgang van poort NOR 86.Deze monostabiele schakel-. ing is zodanig uitgevoerd, dat deze kan worden uitgeschakeld door een stand 0 op zijn ingangsklem T en zodanig dat zijn uitgang S door stand 0 gaat tijdens de gehele periode van • 30 deze monostabiele.Deze monostabiele schakeling 95 kan b.v.
worden verkregen met behulp van een geintegreerde schakeling met referentie NE555 van Signetics of een geintegreerde schakeling met referentie SN 74121 of dergelijke van Texas Instruments. Hi j bevat tevens twee poorten NAND 96 en 97 met twee 35 ingangen.ESn· ingang van elk is verbonden met de uitgang S van de monostabiele schakeling 95.De andere respectieve ingangen zijn respectievelijk verbonden met de uitgangen van de poor-ten NAND 90 en 89 en met de twee ingangen van een poort NAND 98 waarvan de uitgang verbonden is met de ingang R, van terug 40 z6tten\ op nul, van een logische vertrag-ingsschakeling 100.
8202691 * * - 24 -
De ui.tgan.gen van.de poorten NAND 96 en 97 zijn respectieve-lijk verbonden met twee ingangen van een poort NAND 99, waar-van de uitgang verbonden is met de ingang D, xxxxxsi xxxxxxxx van de logische vertragingsschakeling lOOJDfeze laatste bevat 5 ook een ingang H, die verbonden is met ingangskiem 15, en een uitgang S die verbonden is met έέη van de twee ingangen van twee poorten NOR 93 en 94, waarvan de tweede ingangen respectievelijk verbonden zijn»met uitgangsklemmen R7 en R6. De vertragingsschakeling 100 is zodanig samengesteld, dat 10 deze kan worden uitgezet door een s^band 1 op zijn ingangskiem D(van uitschakelen) op zodanige wijze, dat hij op nul kan worden teruggezet door een stand 0 op zijn ingang R voor het terugzetten op nul, en zodanig dat een vooraf bepaald aantal pulsen, afkomstig van zijn ingang H wordt geteld.De uitgang 15 S van deze vertragingsschakeling 100 is bestemd om naar de stand 0 te gaan als de schakeling 100 uitgeschakeld is, en naar de stand 1 te gaan als de vertragingsperiode afgelopen . isDeze vertragingsschakeling 100 kan b.v. tot stand worden gebracht met behulp van geintegreerde schakelingen met refe-20 tentie M C 14541 van Motorola Inc.
Ieder ingangstussenvlak 4' onderscheidt zich van een tussenvlak 4(Fig.l en Fig.3} idoor het feit dat deze een con-densator 105 bevat, die parallel geschakeld is met iedere weerstaru 33, die dient om ide mechanische terugslag van ide 25 contacten van de onderbrekers MG en DG te onderdrukken.
Iedere onderbreker 11 is verbonden met de ingang 10 door een weerstand 102, waarbij ingangskiem 10 verbonden is met klem Vdd door middel van een concensator 103, en onderbreker MI met klem Vdd verbonden is door middel van een weerstand 30 101.De weerstanden 101, 102 en de condensator 103 vormen een anti—terugslag filter voor de contacten van onderbreker MI. Onderbreker DI is op dezelfde wijze gekoppeld.
Alle andere samenstellende onderdelen zijn identiek aan de in de eerste uitvoeringsvorm(Fig.1} gebruikte.
35> Als een bedieningsman een onderbreker MI alleen inschakelt, wordt de potentiaal van klem 10 overgebracht op die van klem Vss en gaat de uitgang van "trigger" 82 over in stand l.Daar de potentiaal van de klemmen 13 en 14 nul is(geen opdracht van de algemene bedieningsinrichting), is derhalve de uit-40 gang van poort 86 in stand 1, en de uitgang van poort 87 8202691 - 25 - gaat over in stand O.De uitgang van poort 89 gaat over in stand 1, waardoor de uitgang van poort 91 gaat omslaan naar stand O.Daar de uitgang van poort 86 in stand 1 is, is de . 1 monostabiele schakeling 95 niet uitgeschakeld en blijft zijn : 5 uitgang S in stand l.De uitgang van poort 89 is in stand 1, zodat de cuitgang van poort 97 overgaat naar stand 0 en de uitgang van poort 99 overgaat naar stand 1, waardoor, door middel van klem D van vertragingsschakeling 100, de start van de vertragingsperiode (in ons voorbeeld drie minuten) * .10 wordt ingezet.Tegelijkertijd is, met de uitgangen van de "triggers" 80, 81 en 83 in de stand.0, de uitgang van poort 90 in de stand 0, waardoor poort 98 overgaat in stand 1 en k klem R van vertragingsschakeling 100 in stand 1, waardoor uitgang S over mag gaan naar stand 0, daar de start van de 15 vertragingsperiode is irigezet, en de uitgang van poort 93 . gaat over naar stand 1.Aldus wordt motor 15 bekrachtigd door middel van uitgang R7 in de richting van het ophalen. , i_ Als onderbreker MI wordt vrijgegeven gaat de uitgang van poort 89 terug naar stand 0, maar uitgang R7 blijft bef: 20 krachtigd zolang de vertragingsperiode niet afgelopen is, daar de uitgang van poort 91 in de stand 0 blijft.
Aan het ein e van de vertragingsperiode gaat de uitgang .· S van i e vertragingsschakeling 100 over van stand 0 naar , stand 1, en de uitgang van poort 93 tjaat over in stand O.De 25 klem van uitgang R7 wordt derhalve niet meer bekrachtigd.
. Als voor het einde van de vertragingsperiode de bedieningsman gelijktijdig de onderbrekers MI en DI inschakelt om de opdracht STOP te geven, gaan de uitgangen van de poorten 89 en 90 beiden over in stand 1, en de uitgang van poort 98 30 gaat over in stand 0, hetgeen tot gevolg heeft dat de vertragingsperiode wordt teruggezet op nul, daar klem R van vertragingsschakeling 100 in stand 0 staat.Als de vertragings periode op niil is teruggezet gaat de uitgang S van vertra-i gingsschakeling 100 over naar stand 1 en de uitgangen van de 35 poorten 93 en 94 bevinden zich weer in stand O.De uitga.ngs-klemmen R6 en R7 zijn niet bekrachtigd en motor 15 stopt.
Als, voordat de bedieningsman op onderbreker MI(afzon-Jderlijk ophalen) drukt, een andere bedieningsman op onderbre-o ker DG(neerwaarts) van de algemene bedieningsinrichting drukt 40 dan gaan de «uitgangen van de "triggers" 81 en 82 respectieve-*·.; 8202691 * - 26 - • · lijk over in de standen 0 en l.De uitgang van poort 86 gaat over in stand 0,. en de uitgang van poort 90 gaat over in : stand- 1. Als .klem T van de monostabiele schakeling 95 overgaat in stand 0, gaat uitgang-S van deze schakeling 95 over in 5 stand 0 gedurende de periode van de monostabiele schakeling 95 (b.v. 10 ms), en dit heeft tot gevolg, dat klem D van de vertragingsschakeling’100 gedurende deze periode overgaat naar stand O.Daardoor wordt het mogelijk om de vertragingsschakeling 100 opnieuw in te schakelen.Als de uitgang S van >= : 10 de monostabiele schakeling 95 weer overgaat naar stand 1 gaat de uitgang van poort 99 over in stand 1 daar die van poort 90 in stand 1 staat, hetgeen tot gevolg heeft dat er weer een . vertragingscyclus begint, daar de uitgang van poort 98 ander-zijds in stand 1 is en de uitgang van poort 89 in stand 0 is. 15 Met de uitgang van poort 90 in stand 1 is de uitgang van poort 92 in stand 0, en de uitgang van poort 94 gaat over * in stand 1, daar de uitgang S van de vertragingsschakeling 100 in stand 0 is.Uitgang R6 wordt bekrachtigd en de motor 15 ideraait in de rich ting voor het neerlaten.
20; Als de bedieningsman,onderbreker DG ingedrukt houdt blijft motor 15 bekrachtigd door klem R6 tot het einde van de -i.. vertragingsperiode van drie minuten, d.w.z. totdat de uitgang S van vertragingsschakeling 100 weer overgaat naar stand 1.
De gehele inrichting blijft in deze stand zolang de twee be-25 dieningsmensen gelijktijdig op de onderbrekers MI en DG blij-ven drukken.
Als de bedieningsman onderbreker DG loslaat terwijl on-s derbreker MI nog steeds ingedrukt is, staat de"trigger" 82 in stand 1, en, omdat de uitgang van poort 86 in stand 1 is, 30 gaat de uitgang van poort 87 over naar stand 0 en de uitgang van poort 89 gaat over naar stand l.De uitgangen van de poor-ten 97, 99 en 91 gaan respectievelijk over in de standen 0, 1 en O.De vertragingsschakeling 100 in ingeschakeld door de op zijn ingang D aanwezige stand 1, waardoor zijn uitgang S over-35 gaat in stand 0 en de uitgang van poort 93 in stand l.De klem van uitgang R7 wordt zo bekrachtigd tot aan het einde van de vertragingsperiode.Motor 15 wordt bekrachtigd in de ophaal-richting.
De uitvindirig kan in het bijzonder worden toegepast voor 40 het bedienen van electromotoren voor rolluiken -eniolgordi-jnen.
8202691

Claims (6)

1. Bedieningsinstallatie voor een aantal elektrische ontvangers die tenminste twee standen kunnen innemen, voor-zien van afzonderlijke bedieningsinrichtingen die verbonden zijn met een voeding, en respectievelijk behoren bij ontvan-5 gers of groepen ontvangers en ieder schakelorganen bevatten voor het naar keuze doen instellen van de bijbehorende ont-vanger in een bepaalde stand >. 'έη .door middel van een gemeen-^chappe^ijke bedieningslijn bediend door een met de voeding verbonden algemene bedieningsinrichting, voorzien van schakel 10 organen voor het naar keuze bedienen van de insteitling van alle ontvangers in een willekeurige stand, met het kenmerk, dat iedere afzonderlijke bedieningsinrichting (11, 11*, 11") voorzien is van een logische behandelingseenheid (1, 70) Jdie duurzaam met de voeding verbonden is en die enerzijds een .. 15 eerste groep ingangsklemmen (HI, 10, II), met tenminste ddrt ingangsklem bevat, waaraan de schakelorganen DI) van de £ genoemde afzonderlijke bedieningsinrichting (11, 11‘, 11") verboMen zijn, anderzijds uitgangsklemmen (R6, R71 die door middel van tenminste £§n· tiitgangstussenvlak (2, 3) verbonden i 20 4ijn met de bijbehorende ontvanger 15, waarbij de schakelor--¾ ganen ( MG, DG, MGR, DGR) van de algemene bedieningsinrich- ting (17, 61 verbonden zijn met een tweede groep ingangsklemmen (K2, K4, 13, 14) die op iedere behandelingseenheid(1, 70) aanwezig zijn via een ingangstussenvlak (4, 41" dat in iedere 25 afzonderlijke bedieningsinrichting (11, 11*, 11") aanwezig is, waarbij iedere logische behandelingseenheid .(1, 70) enerzijds voorzien is voor het achtereenvolgens opnemen van niet gelijktijdig gegeven opdrachten afkomstig van de bijbehoren-. de afzonderlijke bedieningsinrichting of van de algemene be-30 dieningsinrichting (17, 6) zolang deze opdracht gelijktijdig wordt gegeven met een opdracht van de bijbehorende afzonderlijke bedieningsinrichting (11, 11', 1Γ).
2. Bedieningsinstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat iedere logische behandelingseenheid bestaat uit een microcomputer (1) die in zijn nietmiitwisbare geheu-gen voorzien is van een controleprogramma(41), een geheugen-5 programma(42) een een beheerprogramma(44, 44*) voor de door de bedieningsinrichtingen gegeven opdrachten, die achtereen- 8202691 - 28 - , * * volgens worden afgewerkt, waarbij het controleprogramma (41) dient voor het ontvangen op de eerste groep ingangsklemmen (Kl) de inlichtingen met betrekking tot de positie van de schakelorganen (MI, DI) van de bijbehorende afzonderlijke 5 bedieningsinrichting (11, 11')/ op de tweede groep ingangs-klemmen (K2, K4) de inlichtingen met betrekking tot de positie van de schakelorganen (MG, DG, MGR, DGR) van de algemene bedieningsinrichting (17, 6), het geheugenprogramma (42) dient om deze posities van de.schakelorganen in het geheugen , 10 vast te leggen, het beheerprogramma (44, 44’) van de gegeven opdrachten dient voor het testen of de opdracht al dan niet afkomstig is van de algemene bedieningsinrichting en in het ..bevestigende geval om deze onmiddellijk uit te voeren zonder testen als er ook een opdracht was afkomstig van een afzon-15 derlijke bedieningsinrichting, en in het ontkennende geval de door de bijbehorende afzonderlijke bedieningsinrichting gegeven opdracht uit te voeren. ( y-;· · ·
3. Bedieningsinstallatie volgens conclusie ϊ of 2, met het kenmerk, dat iedere logische behandelingsehnheid bestaat uit een logische schakeling (70) voorzien van een logische leesschakeling (71) van de positids:; van. de schakelorganen '# ' 5' (MI, DI, MG, DG), die verbonden is met een logische voorrang-schakeling (72) om onder de door de schakelorganen(MI, DI, MG DG) gegeven opdrachten te bepalen, welke daarvan kan worden aanvaard in het geval dat een aantal opdrachten gelijktijdig wordt gegeven, waarbij deze logische voorrangschakeling (72) 10 verbonden is met een logische geheugenschakeling (73) om de al dan niet door d§n van de uitgangsklemmen R6 of R7. van de logische schakeling (70) gegeven en aanvaarde opdracht in het geheugen vast te leggen.
4. Bedieningsinstallatie volgens έέη of meer van de voor-gaande conclusies, waarin d.e algemene bedieningsinrichting (6) voorzien is van voorzien een voorrangslogica- (69). voor V het vaststellen van een voorrang onder verscheidene opdrach-5 ten afkomstig van verscheidene opvangers (7, 8), met het kenmerk, dat de genoemde voorrangslogica (69) als functie van aan de opvangers (7, 8) al dan niet toegekende voorrang, dient om de schakelorganen (MGR, DGR) van de algemene bedie- * * - 23 - ^ . . » ningsinrichting (6)- automatisch in werking te stellen gedu- rende een periode die respectievelijk langer of korter is dan een vooraf bepaalde waarde. *
5. Bedieningsinstallatie volgens §§n of meer van de voor- r gaande conclusies, met hefkenmerk, dat de schakelorganen (MI, DI} van de afzonderlijke bedieningsinrichting (11') voorzien zijn van tenminste £6n aanvullend schakelorgaan (M/A) 5. om in een bepaalde positie door de bijbehorende logische be- * hhndelingseenheid (1) een van de algemene. bedieningsinrichting (6) afkomstige opdracht te doen weigeren, als de duur van deze opdracht korter is dan een vooraf bepaalde waarde.
6. Bedieningsinstallatie volgens S§n of meer van de voor-gaande conclusies, waarin ode ontvangers bestaan uit elektro-motoren die in het bijzonder rolgordijnen, rolluiken en der-gelijke bedienen, en die voorzien zijn van een automatisehe \ 5 stopinrichting en vertragingsorganen om ze tot stilstand te p brengen bij slecht funktioneren van genoemde automatisehe stopinrichting, met het kenmerk, dat iedere afzonderlijke bedieningsinrichting (11, 11', 11") voorzien is van afzonder-i lijke vertragingsorganen (46, 74) die worden ingeschakeld 1 10' iedere keer dat de draaixng van de bijbehorende motor wordt bekrachtigd door de genoemde afzonderlijke bedieningsinrichting of door de algemene bedieningsinrichting (17, 6). t 8202691
NL8202691A 1981-07-28 1982-07-05 Bedieningsinstallatie voor meerdere elektrische ontvangers. NL192059C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8114623 1981-07-28
FR8114623A FR2510777A1 (fr) 1981-07-28 1981-07-28 Installation de commande de plusieurs recepteurs electriques

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8202691A true NL8202691A (nl) 1983-02-16
NL192059B NL192059B (nl) 1996-09-02
NL192059C NL192059C (nl) 1997-01-07

Family

ID=9260919

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202691A NL192059C (nl) 1981-07-28 1982-07-05 Bedieningsinstallatie voor meerdere elektrische ontvangers.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4499463A (nl)
JP (1) JPS5829028A (nl)
BE (1) BE904775Q (nl)
CH (1) CH648676A5 (nl)
DE (1) DE3226522A1 (nl)
FR (1) FR2510777A1 (nl)
GB (1) GB2105930B (nl)
IT (1) IT1152441B (nl)
NL (1) NL192059C (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH07105027B2 (ja) * 1982-10-01 1995-11-13 株式会社日立製作所 垂直磁気記録媒体
FR2544887B1 (fr) * 1983-04-25 1985-07-19 Somfy Dispositif automatique de commande d'un store de protection solaire ou similaire
GB8417415D0 (en) * 1984-07-07 1984-08-30 Plessey Co Plc Switching apparatus
FR2573551B1 (fr) * 1984-11-16 1987-02-06 Somfy Dispositif de commande pour volet roulant ou similaire a lames orientables
US4808994A (en) * 1987-08-27 1989-02-28 Riley Robert E Logic interchange system
FR2624289A1 (fr) * 1987-12-08 1989-06-09 Morari Sa Systeme de telecommande domotique
ATE89444T1 (de) * 1988-07-16 1993-05-15 Honeywell Ag Dialogsystem.
FR2634915B1 (fr) * 1988-07-29 1990-10-19 Somfy Installation de commande de plusieurs recepteurs electriques susceptibles d'occuper au moins deux etats
JP2604032B2 (ja) * 1989-04-27 1997-04-23 株式会社東芝 電気加熱調理器
FR2672751B1 (fr) * 1991-02-08 1993-05-14 Somfy Installation comprenant une pluralite de recepteurs electriques susceptibles d'etre commandes par des commandes locales et des commandes de groupes.
US6060852A (en) 1993-06-11 2000-05-09 Harmonic Design, Inc. Head rail-mounted actuator for window covering
DE19549154A1 (de) * 1995-12-29 1997-07-10 Elmeg Steuereinheit für einen einzelnen Verbraucher
DE19630491C1 (de) * 1996-07-29 1998-02-05 Selve Ernst Gmbh Co Kg Schaltungsanordnung zur Steuerung von elektromotorischen Antrieben für auf- und abwickelbare Behänge
EP0895211A1 (fr) * 1997-07-29 1999-02-03 Somfy Installation de commande d'un ou plusieurs actionneurs
FR2771521B1 (fr) * 1997-11-21 2000-01-14 Somfy Dispositif de commande d'un moyen de protection solaire motorise
JP2003221988A (ja) 2002-02-01 2003-08-08 Harmonic Design Inc 電動窓カバーの制御方法及び電動窓カバー
US6924615B2 (en) 2002-02-01 2005-08-02 Somfy Sas Magnetic encoder for powered window covering
US20030145956A1 (en) 2002-02-01 2003-08-07 Domel Douglas R. Operating signal system and method for controlling a motorized window covering
US6812662B1 (en) 2002-04-01 2004-11-02 Harmonic Design, Inc. Photoelectric power supply system for motorized window coverings
US7259485B2 (en) 2003-05-23 2007-08-21 Somfy Sas Magnetic brake for window covering powered by DC motor
US7002310B2 (en) 2004-02-25 2006-02-21 Somfy Sas Piezo-based encoder with magnetic brake for powered window covering
US6794778B1 (en) 2003-05-23 2004-09-21 Harmonic Design, Inc. Braking system for powered window covering
US6967418B2 (en) 2003-05-23 2005-11-22 Somfy Sas Magnetic brake for powered window covering

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2144816C3 (de) * 1971-09-08 1978-06-15 Multronic Zuerich Ag, Duebendorf (Schweiz) Schaltungsanordnung zum Steuern von Stören
AT329837B (de) * 1973-05-14 1976-05-25 Dolenz Ernst Schaltungsanordnung zur steuerung der antriebe mehrerer lichtabschrimvorrichtungen, wie jalousien, rolladen, verdunklungen od.dgl.
US3993977A (en) * 1975-07-16 1976-11-23 Powell Electrical Manufacturing Company Two wire command and monitoring system
US4016369A (en) * 1976-03-09 1977-04-05 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Addressing arrangements for communications networks
CH611969A5 (en) * 1976-07-08 1979-06-29 Lyss Selectron Ag Device for decentralised control of at least one blind for an installation of blinds comprising central control means
CH611089A5 (nl) * 1976-11-22 1979-05-15 Carpano & Pons
JPS5463235A (en) * 1977-10-28 1979-05-22 Matsushita Electric Ind Co Ltd Power control system for home use
JPS5910960Y2 (ja) * 1978-10-31 1984-04-04 松下電工株式会社 電動式昇降装置
DE2917832A1 (de) * 1979-05-03 1980-11-13 Kurt Kunz Fernsteuerung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3226522C2 (nl) 1989-08-03
BE904775Q (fr) 1986-09-01
DE3226522A1 (de) 1983-04-07
FR2510777B1 (nl) 1983-12-30
IT1152441B (it) 1986-12-31
GB2105930A (en) 1983-03-30
NL192059B (nl) 1996-09-02
GB2105930B (en) 1985-12-04
NL192059C (nl) 1997-01-07
US4499463A (en) 1985-02-12
JPS5829028A (ja) 1983-02-21
CH648676A5 (fr) 1985-03-29
IT8222533A0 (it) 1982-07-22
JPH0522246B2 (nl) 1993-03-29
FR2510777A1 (fr) 1983-02-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202691A (nl) Bedieningsinstallatie voor een aantal elektrische ontvangers.
US3160793A (en) Electrical interlock circuit
FR2748142A1 (fr) Dispositif d&#39;ouverture de porte de garage avec commande de lumiere
FR2788387A1 (fr) Dispositif de commande de barriere mobile
NL192886C (nl) Inrichting voor het automatisch bedienen van een zonnescherm of een soortgelijke zonweringsinrichting.
FR2748143A1 (fr) Procede de commande d&#39;ouverture de porte de garage avec fonction de mot de passe temporaire
US2095688A (en) Circuit control mechanism
US2312340A (en) Check controlled and dispensing turnstile and other device
US3699861A (en) Flash synchronization circuit for sequential firing of an array of flashbulbs
US2199394A (en) Light control system
EP0040339A1 (en) A centrally controlled lighting installation having a plurality of individually-switchable individual light points, central switch elements and individual light switches therefor
CN101927237A (zh) 一种检测分料装置
NL2021919B1 (nl) Deurbediening met slappe kabel detectie
FR2591373A1 (fr) Discriminateur d&#39;alarmes pour ascenseur.
US3099341A (en) Coin controlled timer system
US1637740A (en) Electric window-closing device
EP0297957A1 (fr) Dispositif de commande et de contrôle de contacteur, et procédé de contrôle correspondant
US2065793A (en) Electrically operated lift
JPH0348999B2 (nl)
GB2055230A (en) Reversing mechanism for an automatic door opener
DE2533513C2 (de) Schaltungsanordnung zur Steuerung von der Überwachung dienenden Anzeigemitteln in Signalanlagen
US2018753A (en) Automatic device for closing the cage and well gates of lifts and the like
US3626250A (en) Protective circuit for current regulator
DE414434C (de) Schaltungsanordnung fuer Fernsprechanlagen mit Vermittlungsstellen verschiedener Betriebsart
SU41046A1 (ru) Устройство дл автоматического приема электрических сигналов

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: SOMFY

A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010201