NL8202233A - Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera. - Google Patents

Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera. Download PDF

Info

Publication number
NL8202233A
NL8202233A NL8202233A NL8202233A NL8202233A NL 8202233 A NL8202233 A NL 8202233A NL 8202233 A NL8202233 A NL 8202233A NL 8202233 A NL8202233 A NL 8202233A NL 8202233 A NL8202233 A NL 8202233A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
counting
opening
diaphragm
coupled
Prior art date
Application number
NL8202233A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191106C (nl
NL191106B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8202233A publication Critical patent/NL8202233A/nl
Publication of NL191106B publication Critical patent/NL191106B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191106C publication Critical patent/NL191106C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03BAPPARATUS OR ARRANGEMENTS FOR TAKING PHOTOGRAPHS OR FOR PROJECTING OR VIEWING THEM; APPARATUS OR ARRANGEMENTS EMPLOYING ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ACCESSORIES THEREFOR
    • G03B7/00Control of exposure by setting shutters, diaphragms or filters, separately or conjointly
    • G03B7/08Control effected solely on the basis of the response, to the intensity of the light received by the camera, of a built-in light-sensitive device
    • G03B7/091Digital circuits
    • G03B7/095Digital circuits for control of aperture
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/70Circuitry for compensating brightness variation in the scene
    • H04N23/75Circuitry for compensating brightness variation in the scene by influencing optical camera components

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Exposure Control For Cameras (AREA)
  • Diaphragms For Cameras (AREA)

Description

. #
«lM
C/Ca/lh/1422
Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera, en meer in het bijzonder voor een dergelijke inrichting voor automatische diafragma-openingsregeling als funktie van het 5 helderheidsniveau van een door de desbetreffende camera afgegeven signaal of voor diafragma-openingsstabilisatie op een vaste waarde, onafhankelijk van in het door de camera afgegeven signaal optredende helderheidsniveauveranderingen en zonder toepassing van mechanische vergrendelelementen.
10 Een bij fotografie, elektrische beeldopname, * beeldregistratie en dergelijke toegepaste camera of beeld- opneeminrichting is gewoonlijk voorzien van een instelbare diafragma-opening. De grootte van deze diafragma-opening bepaalt de hoeveelheid licht, welke in de camera of de beeld-15 opneeminrichting binnendringt. Naar mate die hoeveelheid licht toeneemt, zoals wanneer de helderheid van een beeld toeneemt, dient de diafragma-opening een kleinere afmeting aan te nemen fin overhelichtingsverschijnselen bij de beeldopname te. vermijden. Indien de helderheid van een opgenomen 20 beeld daaxentegen afneemt, dient de afmeting van de diafragma-opening groter te worden.
Bij een videocamera of een andere beeldopneem-inrichting vindt meestal toepassing plaats van een automatisch werkende inrichting voor regeling van de diafragma-opening.
25 Daarbij wordt de helderheid van een door de camera of beeld-opneeminrichting afgegeven videosignaal gedetecteerd en wordt een diafragma-bedieningsmechanisme als funktie van het gedetecteerde helderheidsniveau selectief bekrachtigd. Voor instelling en regeling van de diafragma-opening kan bijvoor-30 beeld een selectief bekrachtigbare motor, zoals een gelijk-stroommotor, worden gebruikt, welke als funktie van het gedetecteerde helderheidsniveau van het door de videocamera S2 0 2 2 3 3 > i * * * -2- % of andere beeldopneeminrichting afgegeven videosignaal wordt bekrachtigd.
In sommige situaties kan de cameraman behoefte gevoelen om de automatische diafragma-openingsregeling buiten 5 werking te stellen en de diafragma-opening onafhankelijk van in het helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal optredende veranderingen op een vaste grootte te houden. Indien bijvoorbeeld eenzelfde voorwerp of scene gedurende een lange periode wordt opgenomen, kan het wense-10 lijk zijn om de diafragma-opening zodanig te vergrendelen, dat deze niet op helderheidsveranderingen van het waargenomen voorwerp reageert. Ter verkrijging van een dergelijke ver-grendeling zijn sommige camera's en beeldopneeminrichtingen zelfs voorzien van mechanische vergrendelinrichtingen.
15 Een automatische diafragma-openingsregelinrichting kan zijn uitgerust met een selectief bekrachtigbare motor, welke voor vergroting of verkleining van de diafragma-opening dient. Bij een bepaald type daarbij toegepaste vergrendel-inrichting wordt een orgaan van rubber, zoals een rubber 20 schijf, een remcrgaan of dergelijke, in de overbrenging tussen de desbetreffende motor en het diafragma ingevoegd om op die wijze een instellingsverandering van het diafragma te verhinderen. Na een aantal dergelijke verhinderings-ingrepen treedt echter veelal vervorming in het orgaan van 25 rubber op,- waardoor de werking wan een dergelijke vergrendel-inrichting op ten duur aan betrouwbaarheid verliest. Indien de automatische diafragma-openingsregelinrichting van het type is, waarhij de diafragma-opening ter bescherming van het opneembeeldscherm automatesch wordt gesloten wanneer de 30 energietoevoer aan de camera of beeldopneeminrichting wordt onderbroken, bestaat bovendien het gevaar, dat de diafragma-opening niet werkelijk wordt gesloten indien het genoemde orgaan van rubber voor vergrendeling van de diafragma-opening op een vaste grootte is aangebracht. Voorts geldt, dat ter 35 beveiliging van het opneembeeldscherm in geval van onder-breking van de cameravoeding het diafragma dient te worden ontgrendeld. De noodzaak van een dergelijke aanvullende ..... ingreep in de vergrendelinrichting leidt tot een verdere * * -3- complicatie van de diafragma-openingsregelinrichting.
Bij een ander type automatisch werkende diafragma-openingsregelinrichting is de genoemde motor door middel van een tandwieloverbrenging met het diafragma gekoppeld.
5 Daarbij kan het diafragma op een bepaalde openingsgrootte worden vergrendeld door de tandwielen van de overbrenging op zodanige wijze in elkaar te doen ingrijpen, dat geen verdere rotatie mogelijk is. Wanneer de tandwielen van de overbrenging op deze wijze met elkaar in aangrijping moeten 10 worden gebracht, doet zich echter veelal het geval voor, dat een van beide in aanmerking komende tandwielen eerst over maximaal een halve tandboog dient te roteren, bijvoorbeeld als gevolg van speling. Dit resulteert echter in een over-eenkomstige verandering van de diafragma-openingsgrootte, 15 met als gevolg, dat de werkelijke openingsgrootte, waarop het diafragma wordt vergrendeld, van de gewenste afmeting kan afwijken met een bedrag, dat met een dergelijke halve tandbooglengte overeenkomt. Hoewel een dergelijke afwijking van de werkelijke diafragma-openingsgrootte ten opzichte van 20 de gewenste openingsgrootte niet gemakkelijk waarneembaar is wanneer het diafragma op een betrekkelijke grote openingsgrootte aierrt te worden vergrendeld, gaat de afwijking een belangrijkere rol spelen wanneer het diafragma op een betrekkeli jk kleine openingsgrootte dient te worden vergrendeld, 25 zoals wanneer de opening nagenoeg geheel is afgesloten. Een dergelijke afwijking bij kleine openingsgrootten kan een aanzienlijke invloed hebben op het helderheidsniveau van het door de desbetreffende videocamera of beeldopneeminrichting ; afgegeven videosignaal.
30 De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een verbeterde inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera te verschaffen, meer in het bijzonder voor wat betreft de vergrendeling van de diafragma-opening op een bepaalde grootte.
35 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een verbeterde inrichting voor diafragma-openingsregeling en -vergrendeling te verschaffen.
— Een ander doel van de uitvinding is het vers.chaf-
0M022LC
8202233 * y -4- fen van een verbeterde inrichting voor regeling en vergren-deling van de diafragma-opening van een camera of andere beeldopneeminrichting, welke vrij is van de hiervoor beschre-ven nadelen.
5 Nog een ander doel van de uitvinding is het ver- schaffen van elektronische vergrendelmiddelen voor vergren-deling van de diafragma-opening van een camera of andere beeldopneeminrichting.
Daartoe verschaft de uitvinding een inrichting 10 voor regeling van de diafragma-opening van een camera, waar-bij het helderheidsniveau van een door de camera afgegeven signaal wordt gedetecteerd en vervolgens wordt gebruikt voor automatische bekrachtiging van een diafragma-aandrijf-inrichting, welke de diafragma-opening op een bepaalde 15 grootte instelt. Daarbij wordt een, de werkelijke openings-grootte weergevend signaal opgewekt, dat door een stuur-signaalgenerator wordt bewerkt tot een stuursignaal. Een kieseenheid dient voor keuze van een bedrijfstoestand "auto-matische openingsregeling", waarbij de diafragma-aandrijving 20 in afhanke.iljkheid van het gedetecteerde helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal verloopt, of een bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling", waarin de diafragma-aandri jving zodanig plaatsvindt, dat de diafragma-opening onafhankelijk van eventuele in het helderheidsniveau 25 van het door de camera afgegeven signaal optredende verande-ringen op een vaste grootte wordt gehouden. Bij keuze van . de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" neemt een diafragma-vergzendelingsschakeling het stuursignaal in opslag, dat juist voorafgaande aan de keuze van de desbetreffende 30 bedrijfstoestand beschikbaar was, en onderwerpt dit opge-slagen stuursignaal met het tijdens de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" verschijnende openingssignaal voor op het vergelijkingsresultaat gebaseerde aandrijving van het diafragma.
35 Bij een bepaalde uitvoeringsvorm wordt het genoerade stuursignaal gevormd door een teller, welke daaraan toege-voerde impulsen telt; het door de teller bereikte telresul-taat wordt dan omgezet in een aan vergelijking met het ..........820 2 233
0U0ZZLC
w * V» -5- openingssignaal onderworpen, analoog signaal. Wanneer de met elkaar vergeleken signalen althans tenminste nagenoeg gelijk aan elkaar blijken te zijn, wordt de teller buiten werking gesteld. Het door de teller bereikte telresultaat 5 wordt daarbij opgeslagen in een vergrendelschakeling; dit vergrendelde telresultaat wordt dan omgezet in een analoog signaal dat tijdens de bedrijfstoestand "diafragma-vergren-deling" aan vergelijking met het openingssignaal wordt onderworpen. Voordat op de bedrijfstoestand "diafragma-10 vergrendeling" wordt overgegaan, wordt verhinderd, dat het door de teller bereikte telresultaat verder toeneemt wanneer het met dat resultaat overeenkomende analoge signaal althans tenminste nagenoeg gelijk aan het openingssignaal is. De teller wordt periodiek teruggesteld, bijvoorbeeld met de 15 periodiciteit van de videobeeldrasters, waarna het telresultaat weer kan toenemen totdat het daarmede overeenkomende analoge signaal gelijk aan het openingssignaal is geworden.
Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvin-ding wordt het genoemde stuursignaal gevormd door een twee 20 richtingen werksame teller, waarvan het telresultaat in een met het genoemde openingssignaal te vergelijken, analoog signaal wordt omgezet. De telrichting van de in twee richtingen werkzame teller wordt bestuurd als funktie van het verschil tussen. het -genoemde analoge en het openingssignaal.
25 Het telresultaat van de teller zal derhalve een benadering van dit openingssignaal vormen; wanneer op de bedri jfstoestand "diafragma-vergrende1ing" wordt overgegaan, wordt de teller buiten werking gesteld, zodanig, dat het laatst bereikte telresultaat behouden blijft. De diafragma-opening wordt dan 30 vergrendeld op een door het in de in twee richtingen werk- zame teller opgeslagen telresultaat vertegenwoordigde grootte.
Bij weer een andere uitvoeringsvorm van de uit-vinding wordt het openingssignaal via een schakelaar toege-voerd aan een opslagcapaciteit. Wanneer de bedrijfstoestand 35 "diafragma-vergrendeling" wordt gekozen, wordt deze schakelaar geopend, waarna een vergelijkingsschakeling het opgeslagen signaal aan vergelijking met het openingssignaal onder-— werpt en selectief de diafragma-aandrijving als funktie van 8202233
314G2AC
* * -6- het vergelijkingsresultaat bekrachtigt. Op die wijze wordt de diafragma-opening op de door het opgeslagen signaal weer-gegeven grootte vergrendeld.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu-5 volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende teke-ning van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:
Fig. 1 een schema, gedeeltelijk uitgevoerd als blokschema, van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, 10 Fig. 2 een golfvorm ter verduidelijking van de werking van de uitvindingsvorm volgens fig. 1,
Fig. 3 een schema, gedeeltelijk uitgevoerd als blokschema, van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, Fig. 4 een schema van nog een andere uitvoerings-15 vorm van de uitvinding,
Fig. 5 een grafische weergave van de relatie tus-sen de grootte van de diafragma-opening en de gedetecteerde hoeveelheid door de diafragma-opening gaand licht, en
Fig. 6 een schema van een voor toepassing bij de 20 onderhavige uitvinding geschikte digitaal/analoog-omzetter.
In de figuren zijn steeds voor de met die in andere figuren overeenkomende componenten zoveel mogelijk dezelfde verwijzingssymbolen gebruikt.
i Bij de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm 25 van een diafragma-openingsregelinrichting volgens de uitvinding is gedacht aan de toepassing bij een videocamera 1.
Het zal echter duidelijk zijn, dat de diafragma-openingsregel-inrichting volgens de uitvinding eventueel ook bij andere camera’s of beeldopneeminrichtingen kan worden toegepast.
30 In verband daarmede heeft de uitdrukking '‘camera” in de onderhavige tekst betrekking op zowel videocamera's als andere camera's en beeldopneeminrichtingen.
Invallend licht bereikt het beeldopneemelement van de camera 1 via een opening 4 in een diafragma 2. Dit laatst-35 genoemde. >.is mechanisch gekoppeld met een naar keuze bekrach-tigbare aandrijfmotor 3, welke bijvoorbeeld een gelijkstroom-motor is, zodanig, dat de grootte van de diafragma-opening 4 ..... door de motor wordt bepaald. Het diafragma 2 kan bijvoorbeeld ^ 8202233 -7- van roteerbaar type zijn, waarbij de openingsgrootte toe-neemt bij rotatie van. het diafragma in de ene richting, doch afneemt bij rotatie van het diafragma in de tegengestel-de, andere richting. De motor 3 kan naar keuze worden be-5 krachtigd voor aandrijving in rotatie van het diafragma 2 in de genoemde ene en andere richting.
De motor 3 .krijgt een bekrachtigingssignaal toegevoerd, dat een funktie is van het helderheidsniveau van het door de camera 1 afgegeven videosignaal. Daartoe wordt 10 dit videosignaal via een versterker 7 niet alleen aan de voor videocamera's gebruikelijke bewerkingsschakelingen (niet in de tekening weergegeven), doch tevens aan een detector 8 toegevoerd. De detector 8 bestaat uit een halve-piekwaardedetector en bevat een diode voor vergelijking 15 van het videosignaal en voor levering van het gelijk gerichte signaal aan een aan zijn andere einde geaarde capaciteit ¢^. De tijdkonstante van de detector 8 is een funktie van de impedantiewaarde van de diode D^ en van de capaciteitswaarde van de capaciteit en is zodanig gekozen, dat een tussen 20 het piekwaardeniveau en het gemiddelde niveau van het videosignaal gelegen signaalniveau wordt gedetecteerd en in de capaciteit: wordt opgeslagen. Dit gedetecteerde signaal niveau vertegenvocrdt de helderheid van het door de camera afgegeven videosignaal. Indien de videocamera bijvoorbeeld 25 wordt gevormd docar een kleurenbeeldopneeminrichting, wordt het helderheidsniveau van het genoemde videosignaal door het niveau van de luminantiecomponent daarvan bepaald; in dat geval wordt deze luminantiecomponent aan de detector 8 toegevoerd. Het z.al duidelijk zijn/ dat het helderheidsniveau 30 van het afgenomen videosignaal de hoeveelheid van een opgenomen voorwerp via de diafragma-opening 4 naar het beeld-opneemelement van de camera 1 doorgelaten licht vertegen-woordigt. Naar mate deze lichthoeveelheid toeneemt, dat wil zeggen naar mate de beeldhelderheid van een opgenomen voor-35 werp toeneemt, dient de openingsgrootte van het diafragma 3 kleiner te worden om het videosignaal, of tenminste de luminantiecomponent daarvan, naar een gewenst niveau.te laten -— teruggaan. Daartoe wordt de diafragma-opening 2 zodanig bij- ,«,c 8202 233 Η -8- geregeld, dat de grootte van de diafragma-opening 4 als funktie van de doorgelaten hoeveelheid licht varieert.
Een vergelijkingsschakeling 9, welke het karakter van een verschilversterker kan hebben, is aan zijn ene-5 ingangsaansluiting gekoppeld met het verbindingspunt van de diode en de capaciteit en ontvangt aan zijn andere ingangsaansluiting een referentiespanning Vg. De schakeling 9 dient voor vergelijking van het gedetecteerde, door de spanning over de capaciteit C1 weergegeven helderheidsniveau 10 van het door de camera 1 afgegeven videosignaal met de referentiespanning Vg. Het vergelijkingsuitgangssignaal, dat het verschil tussen de beide signalen weergeeft, wordt via een diode D£ aan de aandrijfmotor 5 toegevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat de combinatie van de 15 detector 8 en de vergelijkingsschakeling 9 werkt als een automatische regelschakeling voor automatische bijregeling van de grootte van de diafragma-opening 4. Wanneer het helderheidsniveau van het door de camera afgegeven video-* signaal toeneemt, zal ook de gedetecteerde spanning over de 20 | capaciteit C, tcenanen, zodat de vergelijkingsschakeling 9 een oodanig regeisignaal aan de aandrijfmotor 3 levert, dat deze het diafragma 2 in op openingsverkleining gerichte zin aandri j ft. Be hoeveelheid door de diafragma-opening 4 naar de camera I doorgelaten licht wordt daardoor overeen-25 komstig kleiner. Indian het gedetecteerde helderheidsniveau van het videosignaal daarentegen afneemt, evenals de spanning over de capaciteit C^, levert de vergelijkingsschakeling 9 aan de aandri j fmotor 3 een zodanig bekrachtigingssignaal, dat deze net diafragma 2 in. op openingsvergroting gerichte 30 zin aandri j ft. De hoeveelheid door het diafragma doorgelaten licht neemt dan toe.
Figuur 1 toont tevens een diafragma-vergrendel-constructie, waarmede het diafragma op een bepaalde, reeds bereikte openingsgrootte kan worden vergrendeld. De vergren-35 delinrichting omvat een openingssignaalgenerator voor af- gifte van een de werkelijke grootte van de opening 4 weergegeven openingssignaal, een stuursignaalgenerator voor afgifte - van een met dit openingssignaal overeenkomend stuursignaal — 8202233 -9- en een schakeling voor zodanige besturing van de aandrijf**: motor 3, dat deze de grootte van de diafragma-opening 4 gelijk aan de door het stuursignaal vertegenwoordigde grootte houdt, resp. op de waarde daarvan stabiliseert. Meer in het 5 bijzonder omdat de openingssignaalgenerator een voor levering van een variabele spanning dienende, .mechanisch met het diafragma 2 gekoppelde inrichting voor afgifte van een spanning, waarvan de grootte wordt bepaald door de positie van het diafragma 2, en derhalve door de werkelijke grootte 10 van de diafragma-opening 4. De desbetreffende inrichting bestaat bijvoorbeeld uit een potentiometer 10, welke onder een spanning +V wordt gehouden en een instelbaar element cc of verschuifbare aftakking 11 heeft, welke met het diafragma 2 is gekoppeld. Wanneer de positie van het diafragma veran- 15 dert, dat wil zeggen wanneer de opening 4 groter of kleiner wordt, verandert de relatieve positie van de aftakking 11 overeenkomstig, waardoor de spanningsdeelverhouding van de ! potentiometer 10 wordt gewijzigd. De daaruit resulterende deelsnannina V_„ . . . . . , * - j.1 vormt het openxngssxgnaal.
20
De stimrsignaalgenerator bestaat uxt een verge- lijkingsschakeiing 12, een teller 13, een vergrendelschake- ling 17 en een digitaal/analoog-omzetter 18. De teller 13 is aan zijn. klokimpnlsaansluiting CK met een ingangsaanslui- ting 14 voor- ontvangst van klokimpulsen gekoppeld. Deze 25 klokimpulsen, welke hier ook als "telimpulsen" worden aange- duid, zijn afkomstig van een willekeurig geschikte bron en kunnen bijvoorbeeld zijn gesynchroniseerd met de horizontale aftastbeweging van de elektronenbundel van de videocamera 1.
De telimpulsen Έ kunnen bijvoorbeeld de gebruikelijke 30 ^ beeldregelaftastfrequentie van 15,75 KHz hebben. Het tel-resultaat van de teller 13 neernt met de ontvangst van iedere dergelijke telimpuls toe. Aan zijn terugstelaansluxting R ontvangt de teller 13 terugstelimpulsen SR, welke gesynchroniseerd kunnen zijn met de videobeeldrasterfrequentie van 35 een televisiestelsel. Zo kunnen deze terugstelimpulsen SR een impulsherhalingsfrequentie van 60 Hz hebben. Aan zijn vrijgeefaansluiting EN is de teller 13 gekoppeld met de uit-gangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 12. Zoals 82 0 2 2 3 3 -10- *c· * t nog meer in details zal worden bescbreven, wordt de teller 13 voor telling van telimpulsen PCK vrijgegeven wanneer een vrijgeefsignaal van bijvoorbeeld negatieve polariteit aan zijn vrijgeefaansluiting EN verschijnt. Wanneer dit signaal 5 de waarde nul of een positieve polariteit vertoont, werkt het als verhindersignaal, dat verdere telling door de teller 13 verhindert.
De uitgangsaansluiting van de teller 13 is via een schakelaar 6 gekoppeld met een vergrendelschakeling 17.
10 Zolang als de schakelaar 6 in zijn gesloten toestand verkeert, ontvangt de vergrendelschakeling 17 het steeds veranderende telresultaat van de teller 13. Indien de schakelaar 6 wordt geopend, zal de vergrendelschakeling 17 echter het laatst van de teller 13 ontvangen telresultaat in opslag houden.
15 Zoals figuur 1 laat zien, is een verder aansluiting van de vergrendelschakeling 17 gekoppeld met de uitgangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 12.
De digitaal/analoog-omzetter 18 is met de uitgangsaansluiting van de vergrendelschakeling 17 gekoppeld en 20 dient voor cmzething van het in digitale vorm in de vergrendelschakeling opgeslagen telresultaat in een overeenkomend, analoog signaalniveau. Een bepaalde uitvoeringsvorm van de digitaal/analoog-omzetter 18 zal nog aan de hand van figuur 6 worden bescbreven. Duidelijk zal echter reeds zijn, dat bij 25 een toenaise van het telresultaat van de teller 13 de vergrendelschakeling 17 dit toenemende telresultaat aan de digitaal/ analoog-omzetter 18 toevoert, welke op zijn beurt een daarmede overeenkomend, toenemend analoog signaal aan de vergelijkingsschakeling 12 levext. Dit analoge signaal 17I2 wordt hier 30 aangeduid als "stuursignaaln.
De vergelijkingsschakeling 12 kan op soortgelijke wijze als de vergelijkingsschakeling 9 zijn uitgevoerd en ontvangt aan zijn ene ingangsaansluiting het uitgangssignaal van de digitale/analoog-omzetter 18 en aan zijn andere in-35 gangsaansluiting het openingssignaal van de inrichting 10. De vergelijkingsschakeling 12 onderwerpt de beide signalen aan vergelijking met elkaar. Bij de hier beschreven uit-.....- voeringsvorm geldt, dat indien het stuursignaal kleiner is 8202 233
‘ I
-11-
V
dan het openingssignaal, door de vergelijkingsschakeling 12 een negatief uitgangssignaal wordt afgegeven. Wanneer het stuursignaal daarentegen gelijk aan of groter dan het openingssignaal blijkt te zijn, geeft de vergelijkingsschakeling 5 een uitgangssignaal van de waarde nul of positieve waarde af. Dit uitgangssignaal wordt aan de vrijgeefaansluiting EN van de teller 13 en voorts via een diode aan een schakelaar 5 toegevoerd.
De schakelaars 5 en 6 verkeren gewoonlijk in hun ; 10 in figuur 1 weergegeven standen. Tijdens normaal bedrijf, resp. de bedrijfstoestand "automatesche openingsregeling", waarbij de diafragma-opening 4 autoraatisch door de hiervoor beschreven schakeling wordt geregeld, bevindt de schakelaar 5 zich in zijn open toestand en bevindt de schakelaar 6 zich 15 in zijn gesloten toestand. De schakelaars zijn in figuur 1 weergegeven schakelaars van elektromechanisch type, doch kunnen in de praktijk uit geschikte "solid-state" schakel-. eenheden bestaan. De met elkaar doorverbonden besturings-aansluitingen van de beide schakelaars zijn met een ingangs-20 aansluiting IS verbonden voor ontvangst van een vergrendel-commandosignaal S^r waarvan het verschijiien de schakelaar 6 naar zijn open stand en de schakelaar 5 naar zijn gesloten stand doet gaan> Het vergrendelcommandosignaal S_ wordt v voorts aan de vergelijkingsschakeling 9 toegevoerd en dient 25 om de werking van deze vergeli jkingsschakeling te verhinderen. In zijn gesloten toestand verbindt de schakelaar 5 de uit-gangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 12 door met de a andri j fmo ter 3.
Vervolgens zal de werking van de schakeling in 30 geval van diafragma-vergrendeling worden beschreven.
Zoals reeds is opgemerkt, neemt het telresultaat van de teller 13 met de ontvangst van telimpulsen toe; dit toenemende telresultaat wordt door de vergrendelschake-ling 17 aan de digitaal/analoog-omzetter 18 doorgegeven voor 35 orazetting in een overeenkomstig analoog signaal. Figuur 2 toont de stapsgewijze toename van het uitgangssignaal van de digitaal/analoog-omzetter 18. Zoals daaruit blijkt, neemt het —. stuursignaal stapsgewijze toe.
« 82 0 2 2 3 3 -12- %
De vergelijkingsschakeling 12 vergelijkt dit stapsgewijs :toenemende, analoge signaal met het door de in-richting 10 geleverde openingssignaal V.^. Het zal duidelijk zijn, dat dit openingssignaal de werkelijke grote van de 5 diafragma-opening 4 verteg$nwoordigt. De diafragma-opening 2 wordt op dat ogenblik geregeld door de automatische openings-regelschakeling met de detector 8 en de vergelijkingsschake-laar 9.
Wanneer het analoge stuursignaal V.^ zover toe-10 neemt, dat het gelijk wordt aan het openingssignaal V.^, dan levert de vergelijkingsschakeling 12 een verhindersignaal aan de aansluiting EN van de teller 13. Het telresultaat van deze laatstgenoemde kan dan niet verder stijgen, zodat de vergrendelschakeling 17 een digitaal telsignaal van konstante 15 waarde aan de digitaal/analoog-omzetter 18 gaat leveren.
Figuur 2 toont het konstante, analoge stuursignaal dat door de omzetter 18 wordt afgegeven en gelijk aan het openingssignaal is geworden. Het digitale telsignaal blijft in de vergrendelschakeling 17 opgeslagen totdat de teller 13 2Q is taruggesteld. of tot naar de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling” wordt overgegaan.
Aangenomen wordt nu, dat deze bedri jfstoestand (nog), niet is gekozen. Bij het verschijnen van een terug-stelimpuls gear, de teller 13 naar zijn uitgangstelresul-25 taat terug., bijvoorbeeld de telwaarde nul. De vergrendelschakeling 17 krijgt het desbetreffende telresultaat toege-voerd en levert dit op zijn beurt aan de digitadl/analoog-omzetter 18. Het analoge stuursignaal wordt dan eveneens op een uitgangswaarde gebracht, zoals in figuur 2 is weer-30 gegeven. De voorgaande cyclus herhaalt 2ich dan,,waarbij de teller 13 eerst de telling van telimpulsen PCK uitvoert en de digitaal/analoog-omzetter 18 het daarbij behaalde telresultaat omzet in een overeenkomend, stapsgewijs toenemend analoog stuursignaal V^· Zoals figuur 2 laat zien, wordt de 35 teller 13 teruggesteld met de videobeeldrasterfrequentie, dat wil zeggen de vertikale synchronisatiesignaalfrequentie? v^anneer het telresultaat van de teller 13 een met het niveau ------- van het openingssignaal Vj overeenkomende waarde bereikt, zlc 82 0 2 2 3 3 * ............-............ . . . .-- ... — --.,,, .. . ..,. ... ___________.... _ -13- stelt de vergelijkingsschakeling 12 door afgifte van een verhindersignaal de teller 13 buiten bedrijf." Het analoge stuursignaal neemt derhalve stapsgewijze toe totdat het een met het niveau van het openingssignaal overeenkomend 5 niveau heeft bereikt. Vervolgens wordt aangenomen, dat aan de ingangsaansluiting 16 een vergrendelcoiranandosignaal verschijnt. Bij voorkeur is dit vergrendelcoiranandosignaal met het door de vergelijkingsschakeling 12 afgegeven ver-hindersignaal gesynchroniseerd. Zo kunnen bijvoorbeeld deze 10 beide signalen worden toegevoerd aan een poortschakeling, welke slechts een met het verhindersignaal synchroon uit-gangssignaal afgeeft. In het kader van de onderhavige beschoti--wing zal worden aangenomen, dat het vergrendelcommandosignaal op een dergelijke wijze is gesynchroniseerd. Wanneer het 15 analoge stuursignaal ν^2 gelijk aan het openingssignaal is geworden, gaat de schakelaar 6 open, zodat de vergrendel-schakeling 17 het door dit stuursignaal VI2 vertegenwoordigde, digitals telsignaal in opslag houdt. De teller 13 mag dan worden teruggesteld en vervolgens weer een stapsgewijze 20 toenemend telrasuitaat gaan vertonen, doch dit heeft geen gevolg voor het in de vergrendelschakeling 17 opgeslagen, digitals telsignaal.
Eet vergrendelcommandosignaal Sc verhindert boven-dien de werking van de vergelijkingsschakeling 9 en brengt 25 de schakelaar 5 in zijn gesloten toestand. De vergelijkingsschakeling 12 cnderwerpt nu het stuursignaal V^2 aan verge-lijking met het openingssignaal Hoewel het stuursignaal op een vasts waarde blijft, zoals hiervoor is uiteengezet, . is het mogelijk, dat het openingssignaal als gevolg van een 30 verandering in de grootte van de diafragma-opening 4 varieert. Indien het openingssignaal V ^ zodanig varieert, dat het van het stuursignaal VI2 gaat afwijken, zal de vergelijkingsschakeling 12 de aandrijfmotor 3 via de in zijn gesloten toestand verkerende schakelaar 5 zodanig bekrachtigen, dat 35 deze het diafragma aandrijft in een richting, waarin.de diafragma-opening 4 zodanig wordt gewijzigd, dat het openingssignaal weer in overeenstemming met het stuursignadl VI2 komt. De aandrijfmotor 3 werkt dan derhalve met een regellus, --«* 8202 233 * { -14- κ via welke de diafragma-opening 4 onafhankelijk van eventuele veranderingen in het helderheidsniveau van het door de camera 1 afgegeven signaal op een vaste grootte wordt gehouden.
Zoals uit het voorgaande blijkt/ dient het stuur-5 signaal V.^ in de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" als referentiesignaal, waarmede het openingssignaal wordt vergeleken. Uiteraard komt dit referentiesignaal overeen met dat openingssignaal,·-dat juist voorafg'aande aan de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" was gevormd. Hoewel het 10: momentane openingssignaal kan varieren, zoals hiervoor reeds is opgemerkt, zal het opgeslagen stuursignaal of : referentiesignaal niet varieren.
Na beeindiging van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" valt het diafragma-vergrendelcommandosignaal 15 Sc weg, waardoor de schakelaar 5 wordt geopend en de schake-laar 6 wordt gesloten, terwijl de vergelijkingsschakeling 9 weer voor zijn normale werking wordt vrijgegeven. De inrich-ting werkt dan weer in de bedrijfstoestand "automatische openingsregeling", waarbij het analoge stuursignaal weer 20 periodiek vocr een volgende diafragma-vergrendeling wordt opgewekt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 dient de vergelijkingsschakeling 12 voor verhindering van voortgezette werking van de teller 13 wanneer het analoge stuursignaal 25 eenzelfde waarde als het openingssignaal heeft bereikt; bovenaien dient de vergelijkingsschakeling 12 voor vergelij-king van het stuursignaal en het openingssignaal tijdens de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling".
Bij voorkeur gaat de schakelaar 6 niet naar zijn 30 open stand over totdat de vergelijkingsschakeling 12 de teller 13 heeft geblokkeerd. Indien de schakelaar eerder naar zijn open stand overgaat, bestaat de mogelijkheid, dat de ver-grendelschakeling 17 een digitaal telsignaal in opslag neemt, waarvan de waarde kleiner is dan die welke nodig is voor 35 VI2 = VI1*
Bij een variant van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 wordt het door de teller 13 geleverde, digitale -------- telsignaal in parallelvorm aan de vergrendelschakeling 17 en o «;zlc 82 0 2 2 3 3
V
-15- de digitaal/analoog-omzetter 18 toegevoerd. Zodra het ver-grendelcommandosignaal Sc verschijnt, wordt dit digitale telsignaal in de vergrendelschakeling 17 opgeslagen; op dat tijdstip wordt het vergrendelde digitale telsignaal aan de 5 digitaal/analoog-omzetter toegevoerd. Het vergrendelde digitale telsignaal aan de digitaal/analoog-omzetter toegevoerd. Voor uitvoering van een dergelijke variant dienen enige in aanmerking komende schakelaar en/of poortschakelingen te worden toegepast.
10 Figuur 3 toont een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Deze uitvoeringsvorm komt in grote lijnen met die volgens figuur 1 overeen, doch de vergrendelschakeling 17 is weggelaten en de teller 13 is vervangen door een in twee richtingen werkzame teller 13'. Het door 15 deze laatstgenoemde bereikte telresultaat kan met iedere t.
ontvangen telimpuls P^ toenemen of afnemen in afhankelijkheid van een door de vergelijkingsschakeling 12 aan de teller toegevoerd telrichtingssignaal. Bovendien is de in twee richtingen werkzame teller 13', wanneer geen vergrendel-20 commandos!gnaal 5£ verschijnt, voor telling vrijgegeven.
Zodra een dergelijk vergrendelcoramandosignaal verschijnt, wordt een verdere telling door de teller 13* verhindert, zodat de teller zijn dan bereikte telresultaat behoudt.
Tijdens bedrijf wordt het momentane telresultaat 25 van de in twee- richtingen werkzame teller 13* door de digitaal/analoog-omzetter 18 omgezet in een overeenkomend analoog stuursignaal V^· Tijdens de bedrijfstoestand "auto-matische openingsregeling" vergelijkt de schakeling 12 dit stuursignaal met het openingssignaal V^. Wanneer het 30 stuursignaal kleiner dan het openingssignaal is, levert de vergelijkingsschakeling 12 aan de teller 13* een optelstuur-signaal, zodat de teller opeenvolgende telimpulsen in voorwaartse richting telt (optelt). Wanneer het telresultaat van de teller 13' zodanig is toegenomen, dat het overeen-35 komende stuursignaal groter dan het openingssignaal is geworden, levert de vergelijkingsschakeling een aftrek-stuursignaal aan de teller 13', zodat het telresultaat met ..... iedere volgende telimpuls P,™ aftelt. Het analoge stuur-
Li\ 8202 233 -16-
V
signaal zal dan l*1 gelijke mate worden verkleind. Zodra dit stuursignaal een lagere waarde dan het openingssignaal heeft bereikt, gaat de vergelijkingsschakeling 12 weer het optelstuursignaal aan de teller 13' leveren. Het zal derhalve 5 duidelijk zijn, dat het telresultaat 13' schommelt om een niveau, waarvande waarde gelijk is aan die van het openingssignaal V^. Derhalve zal ook het niveau van het stuursignaal om deze openingssignaalniveau schommelen.
Wanneer het vergrendelcommandosignaal ver-10 schijnt, wordt de teller 13' buiten werking gesteld. Het 1aatsthereikte telresultaat wordt dan vastgehouden en door de digitaal/analoog-omzetter 18 in het overeenkomende, analoge stuursignaal V.^ omgezet. Duidelijk zal zijn, dat dit stuursignaal bij benadering gelijk aan het openingssignaal 15 νχι is.
De vergelijkingsschakeling 12 zal de aandrijfmotor 3 nu via de schakelaar 5, welke bij het verschijnen van het vergrendelcommandosignaal in zijn gesloten stand is gekomen, zodanig bekrachtigen, dat de diafragma-openin'g 4 op een 20 vaste, door het stuursignaal bepaalde grootte wordt gestabi-liseerd. Het zal duidelijk zijn, dat het in de teller 13' opgeslagen telresultaat die diafragma-openingsgrootte ver-tegenwoordigt, welke praktisch gelijk is aan de werkelijke openingsgrootte op het tijdstip, waarop het vergrendel-25 commandos ignaaL is verschenen.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 kan het mogelijk zijn, dat de cameraman in de vergrendelde toestand van het diaxragma 2 toch een verandering in de grootte van . de opening 4 wil brengen. Dit is mogelijk, door de teller 30 13' gedurende korte duur te deblokkeren, zodanig, dat het telresultaat met successieve telimpulsen PCK toeneemt of afneemt, zulks naar wens. Een dergelijke verandering van het telresultaat van de teller 13' resulteart in een soortgelijke verandering van het stuursignaal waardoor de aandrijf- 35 motor 3 zodanig wordt bekrachtigd, dat de gewenste verandering in de grootte van de opening 4 wordt verkregen.
Bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 1 en 3 — is de openingsvergrendelbesturing op digitale wijze uitgevoerd.
,t«*2Lc 82 0 2 2 3 3 { * '* -17-
Figuur 4 toont een uitvoeringsvorra van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij analoog te werk is gegaan. In dit geval bestaat de vergrendelbesturingsschakeling uit een opslagcapaciteit Cg.f welke via een gewoonlijk in zijn geslo-5 ten stand verkerende schakelaar 26 met de inrichting 10 voor levering van een vairiabele spanning is gekoppeld en daarvan het openingssignaal ontvangt. De schakelaar 26 dient bovendien voor het verschaffen van een verbinding van geringe impedantiewaarde of een rechtstreekse doorverbinding 2q tussen de beide ingangsaansluitingen van de vergelijkings- schakeling 12. De uitgangsaansluiting van deze vergelijkings-schakeling is via een als emitter-volger gesch’akelde transistor 23 gekoppeld met de aandrijfmotor 3. Een voor bediening met de schakelaar 26 gekoppelde schakelaar 25, welke gewoon-25 lijk in zijn open stand teerkeert, dient voor toevoer van een door een geschikte spanningsbron +vcc geleverde potentiaal via een diode D^ aan bijvoorbeeld de omkeer-ingangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 9. De schakelaar 25 voert deze potentiaal bovendien aan de collector van de als emitter- 20. voleer geschakelde transistor 23 toe.
Tijdens de bedrijfstoestand "automatische openings-regeling" werken de detector 8 en de vergelijkingsschakeling 9 op de hiervoor beschreven wijze zodanig voor bekrachtiging van de aandrijfmotor 3, dat de grootte van de diafragma-25 opening 4 als fnnktie van het helderheidsniveau van het door de camera 1 afgageven videosignaal wordt geregeld. Het openingssignaal V_^, dat de werkelijke of momentane grootte van de diafragma-opening 4 weergeeft, wordt via de in zijn gesloten stand verkerende schakelaar 26 aan de opslagcapaci-30 teit C2 toegevoerd. Deze wordt daardoor opgeladen tot het stuursignaal V^21 waarvoor geldt VI2 = V^. Op dat tijdstip wordt de werking van de vergeli jkingsschakeling 12 verhin-derd, daar de schakelaar 26 in zijn gesloten toestand ver-f keert. De schakelaar 25 verkeert in zijn open stand voor 35 verhindering van de werking van de als emitter-volger geschakelde transistor 23.
Wanneer de bedrijfstoestand "diafragma-vergrende-ling" wordt gekozen, dat wil zeggen door toevoer van het -18- vergrendelcommandosignaal Sc, gaat de schakelaar 25 naar zijn gesloten en gaat de schakelaar 26 naar zijn geopende schakelstand over. Als gevolg daarvan wordt via de diode aan het punt a de bedrijfspotentiaal +V aangelegd. Aange-
CC
5 nomen wordt, dat de op een,gegeven ogenblik aan het punt a aangelegde spanning de referentiespanning Vg te;boven gaat, zodat de diode D2 verhindert, dat een uitgangssignaal van de vergelijkingsschakeling 9 aan de aandrijfmotor 3 wordt toegevoerd. Dit kan ook worden geformuleerd door te stellen, 10 dat het sluiten vande schakelaar 25 dient als effektieve verhindering van de werking van de vergelijkingsschakeling 9. Voorts geldt, dat wanneer de schakelaar 25 in zijn gesloten stand verkeert, de potentiaal +Vcc aan de collector van de als emitter-volger geschakelde transistor 23 wordt 15 aangelegd. Daardoor wordt de laatstgenoemde in staat gesteld om het aan zijn basis ontvangen signaal aan de aandrijfmotor 3 door te geven.
Wanneer de schakelaar 26 naar zijn open stand overgaat, blijft de over de opslagcapaciteit C2 ontwikkelde 20 slgnaalspanning daarover aanwezig. Dit wil zeggen, dat de opslagcapaciteit tot de stuursignaalspanningswaarde VJ2 = : blijft opgeladen. Het openen van de schakelaar 26 ver-breekt boverdien de kortsluiting tussen de beide ingangs-aansluitingen van de vergelijkingsschakeling 12. Deze wordt 25 daardoor vrijgageven voor vergeli jking van de over de opslagcapaciteit. C2 ontwikkelde stuursignaalspanning Vl2 met de openingssignaalspanning . Een eventueel verschil tussen deze beide signaalspanningen resulteert in een vergeli jkingsuitgangssignaal , dat via de als emitter-volger ge-30 schakelde transistor 23 aan de aandrijfmotor 3 wordt toegevoerd. Deze wordt daardoor in zodanige richting bekrachtigd, dat hij de grootte van de diafragma-opening 4 wijzigt, tot dat de relatie VI2 = is hersteld en behouden. Het diafragma 2 wordt derhalve zodanig vergrendeld, dat het de 35 opening 4 op de door het openingssignaal V ^ onmiddellijk voor het verschijnen van het vergrendelcommandosignaal weergegeven grootte houdt.
— Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 kan de
o:-W22LC
............................................................... -19-' % vergelijkingsschakeling 12 bestaan uit een verschilverster-ker, waarbij met de omkeeringangsaansluiting van de ver-sterker een weerstand is verbonden en voorts een terugkoppel-weerstand voor vastlegging van een bepaalde, gewenste ver-5 sterkersfaktor. Bij voorkeur heeft een dergelijke verschil-versterker een ingangstrap met een veldeffekttransistor van zodanig hoge impedantiewaarde, dat lek van het stuur-signaal VI2 vanaf de capaciteit C2 tot een minimum wordt teruggebracht.Bij voorkeur vertoont de capaciteit C2 slechts 10 een zeer geringe lekstroom. In dat geval kan het stuur-signaal VI2 als spanning gedurende een geruime tijdsduur over de capaciteit C2 in stand gehouden worden, bijvoorbeeld gedurende een uur.
De ene plaat of aansluiting van de capaciteit C2 15 is, zoals figuur 4 laat zien, verbonden met de niet-omkeer-ingangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling 12, ter-wijl de andere plaat of aansluiting van de capaciteit C2 gekoppeld is met de verplaatsbare aftakking 20 van de potentiometer 19. Deze laatstgenoemde is opgenomen tussen een 20 punt van de pctertiaal +vcc en aarde, zodat de aftakking 20 aan de andere plaat of aansluiting van de capaciteit C2 aan-gelegde spanning een funktie van de instelling van het instelbare wearsbandsorgaan 20. Indien de aan deze plaats van de capaciteit C2 aangelegde spanning wordt bijgeregeld, 25 wordt een overeenkomstige bijregeling van het stuursignaal CI2 verkregen.. Dit wil zeggen, dat zelfs in geval van keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" de cameraman in staat is om de grootte van de diafragma-opening 4 door bijregeling van de potentiometer 19 te wijzigen. Het 30 zal duidelijk zijn, dat een dergelijke bijregeling tot ge-volg heeft, dat het stuursignaal VI2 van waarde verandert, zodat de motor 3 door de vergelijkingsschakeling 12 zodanig wordt bekrachtigd, dat het diafragma 2 wordt aangedreven in een richting, welke het openingssignaal gelijk aan 35 het stuursignaal VI2 maakt. Instelling met de hand kan der-halve in de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" zonder enig probleem worden uitgevoerd.
..... Bij de zojuist beschreven uitvoeringsvorm is het ......"'7'"*...............................-2Q- ~ ' ...........................
Η wenselijk, dat de regeling van de diafragma-opening 2 lineair met de helderheid van het door de camera 1 afgegeven video- t signaal geschiedt. Dit wil zeggen, dat tussen de hoeveelheid via de diafragma-opening 4 op of in de camera 1 invallend 5 licht en de grootte van de> opening 4 een lineaire relatie bestaat. In de praktijk is de relatie tussen de hoeveelheid invallend licht, weIke door de opening 4 gaat, en de grootte van die opening in het algemeen niet een lineaire relatie. Figuur 5 toont in de vorm van de kromme A de niet-lineaire 10 relatie tussen de hoeveelheid invallend licht en de grootte van de diafragma-opening. Gemakshalve wordt de openings-grootte uitgedrukt in de hoek Θ van het diafragma2. Naar mate de hoek Θ toeneemt, neemt ook de hoeveelheid door de opening 4 gaand licht toe. Zoals de kromme A echter laat 15 zien, is geen sprake van een lineaire relatie. "Als gevolg van dit gebrek aan een lineaire relatie kan vergrendeling van het diafragma op de gewenste openingsgrootte een probleem vormen.
Ter vermijding van dit probleem, resp. de niet-20 lineaire relatie tussen de hoeveelheid invallend licht en de diafragma-openingsgrootte, wordt een schakeling met een door de kromme 3 in figuur 5 weergegeven, complementair niet-lineaire overcrachtsrelatie gebruikt. Indien bijvoorbeeld de digitaal/analoog-omzetter 18 van de uitvoeringsvormen 25 volgens figuren 1 en 3 een door de kromme B weergegeven, niet-lineaire cmzettingsrelatie vertoont, zal de totale transmissieschakeling een door de kromme C in figuur 5 weergegeven, lineaire relatie vertonen. Dit wil zeggen, dat het stuursignaal V ., en het openingssignaal als lineair 30 met de hoeveelheid invallend licht veranderend kunnen worden geinterpre tee rd.
Figuur 6 toont het schema van een laddernetwerk 21, dat in de digitaal/analoog-omzetter 18 kan worden toe-gepast. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6, is het 35· laddernetwerk 21 gekoppeld met een 8-bits teller, waarbij ieder bit via een weerstand met een weerstandswaarde 2R wordt toegevoerd aan een resp. bijbehorende aftakking van een spanningsdelend netwerk. Die van dit spanningsdelende -21- netwerk, welke de afgiftepunten voor twee aangrenzende bits met elkaar verbindt, heeft een weerstandswaarde R; een afsluitweerstand met een waarde 2R verbindt met laddernet-werk met aarde. Afhankelijk van de totale weerstandswaarden, 5 welke worden gekozen, zal het aan een afgiftepunt van het weerstandsnetwerk afgenomen, analoge uitgangsstuursignaal een lineaire relatie met de hoeveelheid licht vertonen, zoals door de kroimne C in figuur 5 is weergegeven. Dit wil zeggen, dat wanneer het telresultaat van de teller 13 ver-10 andert, ook het analoge stuursignaal V.^ claarmee verandert, voor weergave/aanwijzing van een diafragma-openingsgrootte, welke lineair met het invallende licht varieert.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 6 wordt het door de teller 13 afgegeven, digitale telsignaal aan het 15 laddernetwerk 21 toegevoerd; het zal echter duidelijk zijn, dat het ook mogelijk is, aan het laddernetwerk 21 het in de vergrendelschakeling 17 volgens de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm of in de in twee richtingen werkzame teller 13* volgens de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm op-20 geslagen, digitale telsignaal toe te voeren.
De in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm kan, zelfs indien ds potentiometer 19 een niet-lineaire regel-kromme heeftf toch een lineaire relatie tussen het invallende licht en de openxngsgrootte teweegbrengen (zie de kromme C 25 in figuur 5} . Indien de potentiometer 19 bijvoorbeeld een niet-lineaire weerstandsverandering volgens een soortgelijke karakteristiek als de kromme B in figuur 5 heeft/ verschaft de uitvoeringsvorm van figuur 4 de mogelijkheid tot bijrege-ling met de hand van de openingsgrootte volgens een lineaire 30 relatie.
Hoewel de onderhavige uitvinding in het bijzonder is beschreven en toegelicht aan de hand van bepaalde voor-keursuitvoeringsvormen/ zal het duidelijk zijn, dat ver-sehillende wijzigingen in de beschreven details en in hun 35 onderrlinge samenhang kunnen worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen werd — er bijvoorbeeld vanuit gegaan, dat het diafragma 2 op mecha- -22- κ nische wijze door een motor wordt aangedreven. Een dergelijk diafragma kan worden aangeduid als een "mechanisch diafragma". Daarentegen is het ook mogelijk, dat gebruik gemaakt wordt van een "elektronisch diafragma", zoals een afbuigraster.
5 In dat geval worden de uitgangssignalen van de vergelijkings-schakelingen 9 en 12 selectief met het elektronische diafragma doorverbonden voor regeling voor effektieve diafragma-opening daarvan.
Bovendien werd~ in het voorgaande uitgegaan van 10 de veronderstelling, dat het openingssignaal wordt afgegeven door een als een potentiometer uitgevoerde inrich-ting. Ook andere inrichting voor afgifte van een variabele spanning kunnen echter worden toegepast, zoals een inrichting met magnetoresistieve werking, een fotokoppelinrichting, 15 of dergelijke. Zulke inrichtingen geven een openingssignaal af dat varieert met de positie of de instelling van de werkelijke openingsgrootte van het diafragma 2.
Daarnaast is het nog mogelijk, dat de videocamera is voorzien met een elektronische beeldopneeiribuis, een als 20 hoofdgeleidex uitgevoerde fotodetector, een als lading gekoppelde inrichting uitgevoerde beeldopnemer of dergelijke. De camera behoeft niet een videocamera te zijn, doch kan ook een fotoeamera of een andere in aanmerking komende beeldopneeminrichting zijn.
.V- wauc

Claims (25)

1. Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera, voorzien van naar keuze bekrachtig-bare instelmiddelen voor het insteilen van de effektieve grootte van een diafragma-opening, met de camera gekoppelde 5 detectiemiddelen voor detectie van het' helderheidsniveau van een door de camera afgegeven signaal .en van met de instelmiddelen gekoppelde en op het gedetecteerde helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal reagerende, automatische regelmiddelen voor bekrachtiging van de instel-10 middelen, gekenmerkt door openingssignaalopwekmiddelen (10) voor opwekking en afgifte van een de werkelijke grootte van de diafragma-opening weergevend openingssignaal, met de openingssignaalopwekmiddelen gekoppelde regelsignaalopwek-middelen voor vorming en afgifte van een met het openings-15 signaal overeenkomend regelsignaal, kiesmiddelen (5) voor keuze tussen een bedrijfstoestand "automatische openings-regeling”, waarin de instelmiddelen op basis van het gedetecteerde helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal warden beJcrachtigd, en een bedrijfstoestand "diafrag-20 ma-vergrendeling", waarin de instelmiddelen worden bekrach-tigd voor het op een vaste, van eventuele veranderingen in het helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal onafhanksiijke grootte houden van de effektieve diafragma-opening, en door op de keuze van de bedrijfs-25 toestand "diafragma-vergrendeling" reagerende diafragma-vergrendelmiadslen voor opslag van het juist voorafgaande aan de keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling" gevormde regelsignaal en voor vergelijking van dit opgeslagen regelsignaal met het openingssignaal, zodanig, dat de instel-30 middelen als funktie van het verschil tussen de beide met elkaar vergeleken signalen worden bekrachtigd. t
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het ken-merk, dat de regelsignaalopwekmiddelen zijn voorzien van; een bron voor afgifte van telimpulsen? telmidddlen (13;13') 35 voor telling van telimpulsen en voor afgifte van een digi-taal telsignaal; een digitaal/analoog-omzetschakeling (18) ......- voor omzetting van het digitale telsignaal in een overeen- 0t4C:2*_C * l ___>____ _________ _____ __________ ___________________________________ _ ____ __________ -24- komend analoog signaal; eri yan yergelijkingsmiddelen (12) voor yergelijking yan het analoge signaal jmet liet openings-signaal eri voor blokkering van de telmiddelen wanneer het analoge signaal althains tenminste nagenoeg gelijk aan het 5 openingssignaal is, waarna het aldus verkregen analoge t signaal als het regelsignaal yoor de instelmiddelen dient.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het ken-merk, dat de diafragma-vergrendelmiddeleri zijn voorzien yan met de telmiddelen (13) gekoppelde, elektronische vergrendel- 10 middelen (13) voor opslag van het digitale telsignaal bij keuze yan.de .bedrijfstoestand "diafragma-yergrendeling" en voor levering van het op te slageri digitale telsignaal aan digitaal/analoog-omzetschakeling, en voorts.van de genoemde vergelijkingsmiddelen (12), waarvan de uitgangsaansluiting 15 met de instelmiddeleri wordt gekoppeld bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling".
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de kiesmiddelen zijn uitgevoerd voor keuze van de bedrijfstoestand '’diafragma-vergreridellng" op een nablok- 20 kering van de telmiddelen komend tijdstip, een en ander zodanig, dat de elektronische vergrendelmiddelen het digitale telsignaal in opslag nemen, dat het maximale door de telmiddelen hereikte telresultaat weergeeft.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 25 dat da kiesmiddelen zijn voorzien van schakelmiddelen voor koppeling near keuze van de uitgangsaansluiting van de vergelijkingsschakeling met de instelmiddelen bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling".
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk/ 30 dat de regelsignaalopwekmiddelen zijn.voorzieri van: een bron voor afgifte van telimpulsen; telmiddelen (13’) voor telling van de telimpulsen tot eeri digitaal telsignaal, dat een bepaalde grootte van de diafragma-opening weergeeft; en van telregelmiddelen voor zodanige regeling van de wer-35 king van de telmiddelen, dat deze een digitaal telsignaal afgeven, dat een althans tenminste nagenoeg aan de werkelijke grootte van de diafragma-opening gelijke openingsgrootte ----- vertegenwoordigt. 0*40221C -ί -25- Η «
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de telniiddelen een in twee richtingen werkzame teller (13') bevatten en dat de telregelmiddelen de telrichting van de in twee richtingen werkzame teller bepalen. 5’
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de telregelmiddelen zijn voorzien van een digitaal/ analoog-omzetschakeling (18), welke met de telmiddelen is gekoppeld voor omzetting van digitale telsignalen in een daarmede overeenkomend analoog signaal, en voorts van een 10 vergelijkingsschakeling voor vergelijking van het analoge signaal met het openingssignaal en voor regeling van de telrichting van de in twee richtingen werkzame telmiddelen als funktie van het verschil in de beide met elkaar verge-leken signalen, zodanig, dat het analoge signaal op een 15 althans tenminste nagenoeg aan die van het openingssignaal gelijke waarde wordt geregeld.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de diafragma-vergrendelmiddelen zowel de in twee richtingen werkzame teller omvatten, welke met de kiesmiddelen 20 is gekoppeld. voor tellingsblokkering daardoor bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling”,als de genoemde vergelijksschakeiing, waarvan de uitgangsaansluiting met de instelmiddelen is gekoppeld bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling".
10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de regelsignaalopwekmiddelen voor ontvangst en opslag van het openingssignaal geschakelde opslagmiddelen (2) omvatten.
11. Inrichting volgens conclusie 1-0, met het 30 kenmerk, dat de opslagmiddelen een opslagcapaciteit omvatten.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de diafragma-vergrendelmiddelen zijn voorzien van schakelmiddelen (26) voor toevoer van het openingssignaal aan de opslagcapaciteit bij keuze van de bedrijfs- 35- toestand "automatische openingsregeling" en voor onderbre-king van die toevoer bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma-vergrendeling", en voorts van vergelijkings-..... middelen, welke bij keuze van de bedrijfstoestand "diafragma- ;:4Ϊ2Τ.Ζ *1 -26- vergrendeliing" het openingssignaal met het in de opslag-capaciteit opgeslagen signaal vergelijken en een op het verschil tussen de beide met elkaar vergeleken signalen gebaseerd regelsignaal aan de instelmiddelen toevoeren.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vergelijkingsmiddelen een verschilversterker omvatten, waarvan twee ingangsaansluitingen resp. met de openingssignaalopwekmiddelen aan de opslagcapaciteit zi jn gekoppeld en de uitgangsaansluiting met de instelmiddelen 10 is gekoppeld, waarbij de genoemde schakelmiddalen tussen de beide ingangsaansluitingen van de verschilversterker zijn opgenomen voor vorming van een signaalweg van lage impedan-tiewaarde daartussen naar keuze van de bedrijfstoestand "automatische openingsregeling".
14. Inrichting volgens conclusie 12, gekenmerkt door een met de vergelijkingsmiddelen gekoppelde, emitter-volgerschakeling voor toevoer van een op het verschil tussen het openingssignaal en het in de opslagcapaciteit opgeslagen signaal gebaseerd signaal aan de instelmiddelen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de kiesmiddelen middelen voor toevoer van een bedrijfspctentiaal aan de emitter-volgerschakeling in geval van keuze van de bedrijfstoestand "diaxragma-vergrendeling" omvatten.
16. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een aandrijfmotor omvatten.
17. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dstectiemiddelen een zodanige tijdkonstante hebben, dat zij een tussen de piekwaarde en het gemiddelde 30 niveau van het door de camera afgegeven signaal gelegen niveau signaleren.
18. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de openingssignaalopwekmiddelen mechanisch met de instelmiddelen gekoppelde middelen voor afgifte van een 35 als funktie van de door de instelmiddelen tot stand gebrachte, werkelijke grootte van de diafragma-opening varierende spanning omvatten.
— 19. Inrichting volgens conclusie 18, met het •;l~-i2LC 4» * » -27- kenmerk, dat de middelen voor afgifte van een varierende spanning een potentiometer omvatten, waarvan de instelling door de instelmiddelen wordt gevarieerd.
20. Inrichting volgens conclusie l, met het 5 kenmerk, dat de automatische regelmiddelen zijn voorzien van een bron voor afgifte van een referentiesignaal en van vergelijkingsmiddelen voor vergelijking van het gedetecteerde helderheidsniveau van het door de camera afgegeven signaal met de referentiespanning en voor bekrachtiging van de 10 instelmiddelen als funktie van het verschil tussen beide met elkaar vergeleken signalen.
21. Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een videobeeldopneeminrichting, voorzien van naar keuze bekrachtighare instelmiddelen voor het instellen 15 van een diafragma-opening, met de beeldopneeminrichting * gekoppelde detectiemiddelen -voor detectie van het helder-heidsniveau van het door de beeldopneeminrichting afgegeven videosignaal, en van met de instelmiddelen gekoppelde en op het gedetecteerde helderheidsniveau reagerende, automa-20 tische regelmiddelen voor bekrachtiging van de instel-raiddelen, gekanmerkt door: openingssignaalopwekmiddelen (10) voor opwekking en afgifte van een openingssignaal, dat de werkeiijke grootte van de diaf ragma-opening weergeeft; een bron voor afgifte van telimpulsen; telmiddelen (13) 25 voor telling van de telimpulsen; digitaal/analoog-omzet-middelen (18) voor omzetting van het telresultaat van de telmiddelen in een overeenkomend, analoogsignaal; vergelij-kingsmiddelen voor vergelijking van het analoge signaal met het openingssignaal voor blokkering van de telmiddelen wanneer 30 de beide met elkaar vergeleken signalen althans tenminste nagenoeg gelijk zijn; met de telmiddelen gekoppelde, elek-tronische vergrendelmiddelen (17) voor toevoer van het telresultaat van de telmiddelen aan de digitaal/analoog-. omzetmiddelen; te rugs telmiddelen (S_) voor terugstelling 35 van de telmiddelen met de beeldrasterherhalingsfrequentie; schakelmiddelen (6) met een eerste toestand, waarin de uitgangsaansluiting van de telmiddelen met de vergrendel--------- middelen wordt gekoppeld en de uitgangsaansluiting van de ‘ ' v ; _ ______ . -28- vergelijkingsmiddelen van de instelmiddelen wordt ontkoppeld, en een tweede toestand, waarin de vergrendelmiddelen van de telmiddelen worden ontkoppeld en de uitgangsaansluiting van de vergelijkingsmiddelen met de instelmiddelen worden 5 gekoppeld; en door in een bepaalde tijdrelatie tot de . blokkering van de telmiddelen werkzame wisselmiddelen (S ) c voor wisseling van de schakelmiddelen van him eerste toestand naar hun tweede toestand voor vergrendeling van de diafragma-opening of een door het op dat ogenblik in de vergrendel-10 middelen aanwezige telresultaat vertegenwoordigde grootte.
22. Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een beeldopneeminrichting met naar keuze bekrachtigbare instelmiddelen voor het instellen van een diafragma-opening, met de beeldopneeminrichting g&koppelde 15 detectiemiddelen voor detectie van het helderheidsniveau van het door de beeldopneeminrichting afgegeven videosignaal/ en met de instelmiddelen gekoppelde en op het gedetecteerde helderheidsniveau reagerende, automatische regelmiddelen voor bekraehtiging van de instelmiddelen, gekenmerkt door: 20 openings sign aalcpwekmiddelen (10) voor opwekking en afgifte van een de werkeiijke grootte van de diafragma-opening weergevend openingssignaal; een bron voor afgifte van tel-impulsen {13’} r in twee richtingen werkzame telmiddelen voor telling-van de telimpulsen; digitaal/analoog-omzett 25 middelen (13) veer omzetting van het' telresultaat van de in twee richtingen werkzame teller in een daarmede overeen-komend, analoog signaal; vergelijkingsmiddelen (12) voor vergelijking van het analoge signaal met het openingssignaal en voor zodanige regeling van de telrichting van de in twee 30 richtingen werkzame telmiddelen, dat het verschil tussen beide met elkaar vergeleken signalen zo geringe mogelijk is; schakelmiddelen (5) met een eerste schakeltoestand, waarin de uitgangsaansluiting van de vergelijkingsmiddelen - van de instelmiddelen wordt ontkoppeld, en een tweede 35 schakeltoestand, waarin de uitgangsaansluiting van de - vergeli jkingsmiddelen met de instelmiddelen wordt gekoppeld; en door naar keuze bekrachtigbare kiesmiddelen (Sc) voor ------- overbrenging van de schakelmiddelen van hun schakeltoestand ;·ϊ40: 2LC -29- f· naar hun tweede schakeltoestand en voor blokkering van de telmiddelen, zodanig, dat de grootte van de diafragma-opening op een door het dan door de in' twee richtingen werkzame telmiddelen verwerkte telresultaatuweergegeven 5 waarde wordt vergrendeld. -
23. Inrichting volgens conclusie 22, gekenmerkt door middelen voor selectieve w&jziging van het telresultaat van de in de geblokkeerde toestand verkerende telmiddelen voor daarmede overeenkomende wijziging .van de diafragma- 10 openingsgrootte.
24. Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een videobeeldopneeminrichting met naar keuze bekrachtigbare instelmiddelen voor het instellen van een diafragma-opening, met de beeldopneeminrichting gekoppelde 15 detectiemiddelen voor detectie van· het helderheidsniveau van het door de beeldopneeminrichting afgegeven videosignaal en met de instelmiddelen gekoppelde en op het gedetecteerde helderheidsniveau reagerende, automatisch regelmiddelen voor bekrachtiging van de instelmiddelen, gekenmerkt door: 20 openingssignaalcpwekmiddelen (10) voor opwekking en afgifte van een, de werkelijke grootte van de diafragma-opening . - weergevend signaal; een opslagcapaciteit (2) voor opslag van het openingssignaal? vergelijkingsmiddelen (12), welke aan hun eerste ingangsaansluiting met de openingssignaal-25 opwekmiddelerr en aan hun tweede ingangsaansluiting met de opslagcapaciteit zijn verbonden; naar keuze activeerbare middelen (23) voor toevoer van het uit gangs signaal van de vergelijkingsmiddelen aan de instelmiddelen; schakelmiddelen (26). met een eerste schakeltoestand, waarin de eerste en 30 de tweede ingangsaansluiting van de vergelijkingsmiddelen met elkaar zijn doorverbonden en het openingssignaal aan de opslagcapaciteit wordt toegevoerd, en een tweede schakel-toestand, waarin de eerste en de tweede ingangsaansluiting . van de vergelijkingsmiddelen van elkaar zijn ontkoppeld en 35 het uitgangssignaal van de vergelijkingsmiddelen aan de instelmiddelen wordt toegevoerd; en door middelen voor overschakeling van de schakelmiddelen van hun eerste naar — hun tweede schakeltoestand voor vergrendeling van de diafragma- ·,·* i'flZVZ i * r> ' -30- opening op een door het in de opslagcapacitext opgeslagen signaal weergegeven grootte.
25. Inrichting volgens conclusie 24, gekenmerkt door middelen (19) voor wijziging naar keuze van de over 5 de opslagcapacitext aanwezige spanning voor overeenkomstige wijziging van de diafragma-openingsgrootte.
NL8202233A 1981-06-03 1982-06-02 Camera met inrichting voor het regelen van de diafragma-opening. NL191106C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8536381 1981-06-03
JP56085363A JPS57200017A (en) 1981-06-03 1981-06-03 Aperture locking device

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8202233A true NL8202233A (nl) 1983-01-03
NL191106B NL191106B (nl) 1994-08-16
NL191106C NL191106C (nl) 1995-01-16

Family

ID=13856623

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202233A NL191106C (nl) 1981-06-03 1982-06-02 Camera met inrichting voor het regelen van de diafragma-opening.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4471383A (nl)
JP (1) JPS57200017A (nl)
AT (1) AT384511B (nl)
AU (1) AU554366B2 (nl)
CA (1) CA1168496A (nl)
DE (1) DE3220929A1 (nl)
FR (1) FR2507335B1 (nl)
GB (1) GB2101770B (nl)
NL (1) NL191106C (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS58154972A (ja) * 1982-03-10 1983-09-14 Hitachi Ltd ビデオカメラの絞り値検出装置
JPS58156271A (ja) * 1982-03-12 1983-09-17 Hitachi Ltd レンズの絞り値検出装置
JPS5919471A (ja) * 1982-07-24 1984-01-31 Asahi Optical Co Ltd ビデオカメラのアイリス制御回路
JPS59148471A (ja) * 1983-02-14 1984-08-25 Asahi Optical Co Ltd 電子カメラの絞装置
JPS59208534A (ja) * 1983-05-12 1984-11-26 Olympus Optical Co Ltd プログラム式カメラの絞り制御装置
JPS60167576A (ja) * 1984-01-31 1985-08-30 Canon Inc 撮像装置
US4638366A (en) * 1984-07-13 1987-01-20 Hitachi Denshi Kabushiki Kaisha Automatic iris adjustment system
JPH01218268A (ja) * 1988-02-26 1989-08-31 Sony Corp 交換レンズ装置及びカメラ装置
JP2840744B2 (ja) * 1988-04-06 1998-12-24 ソニー株式会社 ビデオカメラ
US5428421A (en) * 1989-02-27 1995-06-27 Canon Kabushiki Kaisha Exposure control device
JPH04172879A (ja) * 1990-11-07 1992-06-19 Canon Inc 撮像装置
US5898459A (en) * 1997-03-26 1999-04-27 Lectrolarm Custom Systems, Inc. Multi-camera programmable pan-and-tilt apparatus
DE69830384T2 (de) * 1997-09-11 2006-01-26 Robert Bosch Gmbh Iris-steuerung
JP2001159770A (ja) * 1999-12-02 2001-06-12 Asahi Precision Co Ltd Cctvカメラ用レンズの絞り制御装置
AT413455B (de) * 2002-01-18 2006-03-15 Christian Ing Mag Tschida System mit einer kamera, passive zubehörkomponente und steuereinrichtung hiefür
EP2065714B1 (en) * 2004-11-08 2012-01-04 Sony Corporation Comparing method and device for analog-to-digital conversion method, analog-to-digital converter, semiconductor device for detecting distribution of physical quantity
CN106154687A (zh) * 2016-07-19 2016-11-23 柳州龙辉科技有限公司 数码相机光圈驱动电路

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2316261B2 (de) * 1973-03-31 1978-09-21 Ernst Leitz Wetzlar Gmbh, 6300 Lahn- Wetzlar Vorrichtung zur Langzeit-Speicherung einer einem Belichtungsparameter analogen Spannung in fotografischen Kameras
NL7701811A (nl) * 1977-02-21 1978-08-23 Philips Nv Televisiekamera voorzien van een diafragma- regeling en een regelbare beeldsignaalver- sterkingsschakeling.
DE2734309A1 (de) * 1977-07-29 1979-02-08 Agfa Gevaert Ag Kinematografische kamera mit einer blendenregelvorrichtung
CH620524A5 (nl) * 1977-09-30 1980-11-28 Pignons Sa
US4190864A (en) * 1978-09-21 1980-02-26 Rca Corporation Remote iris control for television cameras
JPH0112252Y2 (nl) * 1980-01-21 1989-04-11
JPS56104579A (en) * 1980-01-23 1981-08-20 Nec Corp Television camera device
JPS5796422U (nl) * 1980-12-01 1982-06-14
JPS57207484A (en) * 1981-06-17 1982-12-20 Ikegami Tsushinki Co Ltd Protective device for pickup tube of television camera

Also Published As

Publication number Publication date
FR2507335B1 (fr) 1986-03-28
AU8429682A (en) 1982-12-09
US4471383A (en) 1984-09-11
FR2507335A1 (fr) 1982-12-10
NL191106C (nl) 1995-01-16
AT384511B (de) 1987-11-25
CA1168496A (en) 1984-06-05
DE3220929A1 (de) 1982-12-23
JPH038526B2 (nl) 1991-02-06
GB2101770A (en) 1983-01-19
DE3220929C2 (nl) 1992-04-02
ATA214582A (de) 1987-04-15
AU554366B2 (en) 1986-08-21
NL191106B (nl) 1994-08-16
JPS57200017A (en) 1982-12-08
GB2101770B (en) 1985-03-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202233A (nl) Inrichting voor regeling van de diafragma-opening van een camera.
EP0016122B1 (en) Pulse modulated automatic light control
DE10234143A1 (de) Projektor mit Einrichtung zum schrittweisen Ändern der einer Lichtquelle zugeführten elektrischen Energie basierend auf erfaßten Temperaturinformationen
JPS60167576A (ja) 撮像装置
EP0393401B1 (en) Method and apparatus for controlling and stabilizing the position of an iris diaphragm in a video camera, using two successive control loops
US4535364A (en) Spot exposure adjustment circuit
DE2619161A1 (de) Anordnung mit einer photographischen oder kinematographischen kamera und einer fernsehkamera
DE3880502T2 (de) Gerät und methode zur steuerung einer laserdiode für die erzeugung eines linearen beleuchtungsausganges.
JP2522285B2 (ja) 撮像装置
US4331980A (en) Circuit and method for automatically setting the beam currents in a video camera
GB1141662A (en) Improvements in or relating to indication systems
JPH0576829B2 (nl)
JPS6471382A (en) Automatic focusing device
JP3064304B2 (ja) 撮像装置
EP0765077B1 (de) Verfahren, Vorrichtung und Zusatzeinrichtung zum Vermeiden des Helligkeitsflimmerns eines aus einer Filmkamera ausgespiegelten Video-Bildes
JP2692854B2 (ja) 自動露光制御装置
JPS6238380Y2 (nl)
JPH0384527A (ja) 自動絞り調整回路
DE3602480C2 (nl)
DE4143437C2 (de) Automatische Weißabgleich-Steuervorrichtung
JPH0548975A (ja) 撮像装置
JPH02123880A (ja) 撮像制御装置
KR100215427B1 (ko) 셔터모드에따른비데오신호의레벨조정방법및그장치
JPH0746580A (ja) 映像モニタリング装置
KR200146240Y1 (ko) 전자 뷰 파인더의 밝기 자동 조절회로

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020602