NL8201956A - Inwendige doorn voor het stomplassen van twee buisstukken. - Google Patents

Inwendige doorn voor het stomplassen van twee buisstukken. Download PDF

Info

Publication number
NL8201956A
NL8201956A NL8201956A NL8201956A NL8201956A NL 8201956 A NL8201956 A NL 8201956A NL 8201956 A NL8201956 A NL 8201956A NL 8201956 A NL8201956 A NL 8201956A NL 8201956 A NL8201956 A NL 8201956A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mandrel
zone
welding
internal mandrel
internal
Prior art date
Application number
NL8201956A
Other languages
English (en)
Other versions
NL183707B (nl
NL183707C (nl
Original Assignee
Petroles Cie Francaise
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Petroles Cie Francaise filed Critical Petroles Cie Francaise
Publication of NL8201956A publication Critical patent/NL8201956A/nl
Publication of NL183707B publication Critical patent/NL183707B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL183707C publication Critical patent/NL183707C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23KSOLDERING OR UNSOLDERING; WELDING; CLADDING OR PLATING BY SOLDERING OR WELDING; CUTTING BY APPLYING HEAT LOCALLY, e.g. FLAME CUTTING; WORKING BY LASER BEAM
    • B23K37/00Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups
    • B23K37/04Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work
    • B23K37/053Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work aligning cylindrical work; Clamping devices therefor
    • B23K37/0531Auxiliary devices or processes, not specially adapted to a procedure covered by only one of the preceding main groups for holding or positioning work aligning cylindrical work; Clamping devices therefor internal pipe alignment clamps

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Butt Welding And Welding Of Specific Article (AREA)
  • Welding Or Cutting Using Electron Beams (AREA)
  • Joining Of Corner Units Of Frames Or Wings (AREA)
  • Securing Of Glass Panes Or The Like (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)

Description

* _ 1 - ¾ «
Inwendige doorn voor het stomplassen van twee "buisstukken.
De uitvinding heeft hetrekking op een inwendige doorn die helpt bij het uitvoeren van een stomplashandeling van twee buisstukken.
Men heeft reeds voorgesteld om in twee stomp 5 te lassen buisstukken die met de uiteinden tegenover elkaar zijn gelegen en dan een aansluitgebied bepalen, een inrichting te steken die aftastmiddelen bevat die in staat zijn om de longitudinale stand vast te stellen van degenen van deze uiteinden, en centreermiddelen die in staat zijn om deze twee uiteinden ten 10 opzichte van elkaar te centreren terwijl hij op de binnenwanden van respectievelijk de ene en de andere van de twee buisstukken wordt afgesteund door voorste en achterste schaatsen. Bovendien heeft men voorgeschreven om middelen te installeren, zogenaamde lasmiddelen, die samenwerken voor het realiseren van de 15 lashandeling, in feite laskoppen, tussen het stelsel van voorste schaatsen en het stelsel van achterste schaatsen.
Met een dergelijke opstelling heeft men slechts weinig plaats voor het installeren van de lasmiddelen en het zou in het bijzonder onmogelijk zijn om een las te verkrijgen 20 met behulp van een elektronenbundel. De wijze van aandrukken van de twee buisstukken wordt anderzijds bepaald door de noodzaak van het op afstand houden van het stelsel van voorste schaatsen en het stelsel van achterste schaatsen ten opzichte van het aansluitgebied, en een automatische relatieve centrering onder 25 de longitudinale drukkracht van het ene stuk naar het andere buisstuk kan daarom buiten beschouwing blijven.
De uitvinding stelt daarentegen voor om elke vrijheid te houden in het keuze van lassysteem en het systeem voor aftasten en centreren, en het installeren daarvan mogelijk 30 te maken onder de beste omstandigheden.
Hiertoe wordt een inwendige doorn geleverd waarin de tastmiddelen en c entr e ermi ddelen zijn opgesteld in een eerste zone van de doorn, genaamd aandrukzone, en de las- 8201956 J i
K
- 2 - middelen zijn opgesteld in een tweede zone van de doorn, genoemd laszone, die in lengterichting is gescheiden van de aandruk-zone, en die is voorzien van verplaatsingsmiddelen in het inwendige van de buisstukken, volgens een stap die gelijk is aan 5 de stap tussen de laszone en de aandrukzone.
Op deze wijze is het mogelijk om na de aandrukzone van de doorn tegenover het aansluitgebied te hebben geplaatst en het aandrukken van de twee buisstukken te hebben veroorzaakt, om automatisch de laszone van de doorn tegenover het 10 aansluitgebied te brengen om het lassen uit te voeren; het las sen en het samendrukken vinden dus plaats op dezelfde werkplaats, doch met middelen die zijn opgesteld in afzonderlijke zones van de inwendige doorn.
De verplaatsing volgens een stap kan worden 15 uitgevoerd door gebruikelijke hanteringsmiddelen die kunnen dienen voor het naar binnen brengen van de doorn in de buisstukken, bijvoorbeeld voor ziet men in middelen van een system dat een verplaatsing bepaalt die gelijk is aan de stap die de laszone scheidt van de aandrukzone. Indien deze gebruikelijke han-20 teringsmiddelen worden gevormd door een kabel en een lier, brengt men een systeem aan voor het automatisch oprollen en afrollen van een bepaalde lengte van deze kabel die gelijk is aan de stap die de laszone van de aandrukzone scheidt.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding 25 zijn de middelen voor het verplaatsen volgens een stap middelen die zijn opgenomen in de inwendige doorn en het stelsel omvatten van een schuif die wordt bestuurd door een vijzel en de ene van twee lengten kan hebben, waarvan het verschil gelijk is aan de stap, en twee klemorganen die worden bestuurd door het vast-30 houden van de doorn gedurende het verplaatsen daarvan, die in radiale richting uitzetbaar zijn en in staat om te rusten tegen een binnenwand van het buisstuk, respectievelijk gemonteerd aan de zijde van een longitudinaal uiteinde en aan de zijde van het andere longitudinale uiteinde van de schuif.
35 Voor het vergemakkelijken van de beschrijving 8201956
C V
- 3 - zal met "voorste" van de doorn worden aangeduid het gedeelte van de doorn dat het diepste in het huisstuk gaat, genaamd "voorgaande" stuk, dat een "nieuw" buisstuk ontvangt. In het geval van een geleiding gedurende het plaatsen, zal het "voor-5 gaande" buisstuk het laatste van de buisstukken zijn die reeds zijn aangesloten op de leiding door voorgaande lashandelingen.
De tastmiddelen en de centreermiddelen omvatten bij voorkeur enerzijds vingers die in omtreksrichting zijn verdeeld, behorende bij stangen die zijn verbonden met een 10 hydraulische zuiger, genoemd uitgangsvingers, die indien hij aktief is gemaakt, de vingers in radiale richting op afstand brengt, welke vingers aan de voorzijde stopoppervlakken hebben die in staat zijn om te rusten op een voorgaand buisstuk, en aan de achterzijde van geleidingsoppervlakken die hellend zijn, 15 waarvan het geheel tendele een soort naar achteren gepunte kegel bepaalt en in staat is om een nieuw buisstuk te geleiden, en anderzijds aftastrollen die voorwaarts van de vingers zijn geplaatst en voorzien zijn van middelen die de neiging hebben om in radiale richting en op afstand te komen, alsmede een stuur-20 orgaan van de uitgangszuiger van de vingers die reageert op de radiale beweging van de tastrollen en afgeschuind is indien deze radiale afstand groter is dan die de rollen kannen innemen zolang zij in een buisstuk zijn.
Voorwaarts van deze vingers en deze rollen 25 omvat de doorn bij voorkeur een bestuurd klemorgaan dat in ra diale richting uitzetbaar is en kan nisten tegen de binnenwand van een buisstuk teneinde de doorn gedurende het aandrukken longitudinaal vast te houden.
Indien men ook middelen gebruikt voor het ver-30 plaatsen volgens een stap, omvattende een schuif en twee bestuur de klemorganen, is het doelmatig dat de ene van de bestuurde klemorganen voor het vasthouden van de doorn gedurende het verplaatsen daarvan, wordt gevormd door het bestuurde klemorgaan voor het vasthouden van de doorn gedurende het aandrukken.
35 Volgens een oogmerk van de uitvinding omvat 8201956 * » - k - in het geval van het lassen door een elektronenbundel de las-zone een vuurschermring die zich bevindt tussen twee afdicht-verbindingen die in staat zijn om te worden gegolfd voor het zich aandrukken tegen een binnenwand van het buisstuk, en 5 middelen die onderdruk teweeg brengen in de ruimte tussen deze afdie htverbindingen.
Volgens een ontwikkeling van de uitvinding omvat de doorn een derde zone, laszone genoemd, die longitudinaal is opgesteld ten opzichte van de tweede zone aan de andere zijde 10 als de eerste zone, en die voorzien is van verplaatsingsmidde- len, en het inwendige van de buisstukken, volgens een stap die gelijk is aan de voorgaande stap van de lascontrolezone naar de laszone.
Deze laatste verplaatsingsmiddelen kunnen 15 zoals degene die betrekking hebben op de stap tussen de laszone en de aandrukzone, worden gevormd door de gebruikelijke hanterings-middelen, in het bijzonder met kabel en lier, van de doorn, ' voorzien van een bepalingssysteem voor een verplaatsing die gelijk is aan de gewenste stap. Zij kunnen ook worden gevormd door 20 een systeem met schuif en klemorganen die zijn opgenomen in de doorn zoals hiervoor is beschreven. In het laatste geval is het doelmatig om een stap voor te schrijven die gelijk is tussen laszone en aandrukzone enerzijds en tussen lascontrolezone en laszone anderzijds, en dezelfde middelen toe te passen voor de 25 verplaatsing voor het overbrengen van deze twee stappen. Uiter aard zou men ook gebruikelijke hanteringsmiddelen kannen gebruiken voor het overgaan van de ene van deze twee stappen en verplaatsingsmiddelen die zijn opgenomen in de doorn om over te gaan tussen de andere van deze twee stappen.
30 De uitvinding zal hieronder nader worden toe gelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een inwendige doorn volgens de uitvinding is weergegeven bij het samenstellen van buis-stukken voor het J-vormig plaatsen van een leiding in de zee.
35 In de tekening toont: 8201956
t V
- 5 - figuur 1 een aanzicht van het stelsel van een hanteringsinstallatie en lasinstallatie voor het samenstellen, van achtereenvolgende buisstukken van een leiding gedurende het J-vormig plaatsen, 5 figuur 2 een aanzicht van het stelsel van een inwendige doorn voor het centreren, lassen en controleren van het lassen die wordt gebruikt bi«j de samenstellingshandeling van buisstukken, en figuur 3 een aanzicht op grotere schaal van 10 het aktieve gedeelte van een inwendige doorn in de longitudina le stand die hij inneemt voor het aandrukken van de twee buisstukken.
In figuur 1 is een installatie weergegeven die in het bijzonder toepassing vindt in het Franse octrooi-15 schrift 2.310.515 en de Franse octrooiaanvrage 78.33.660.
Een drijvend platform 1 dat wordt gebruikt voor het plaatsen van een leiding op zee, omvat een doorgang 2 waarin het voorgaande buisstuk 3 steekt, dat wil zeggen het laatste element van de leiding gedurende het plaatsen, op welk 20 stuk men een nieuw buisstuk U gaat toevoegen dat wordt aangevoerd in het verlengde van het stuk 3 door een kantelende toevoer-arm 5 waarop een wagen 6 is gemonteerd die is voorzien van een vasthoudklem 7 die het buisstuk 1+ kan vastgrijpen. De installatie omvat ook: een wigkast 8 die door cilinders verplaatsbaar 25 is, klemtangen 9» een vasthoudkraag 10 die is gemonteerd op een eerste draagbalk 11 die wordt gedragen door hydraulische aanslagen 12 en door cilinders 13 is verbonden met een tweede draagbalk ik die voorzien is van klemtangen 15, een laskamer 16 uitwendig van de buisstukken en omvattende (niet weergegeven) 30 elektronenkanonnen, een takel 17» een juk 18 en een centreer- scherm 19· Het juk 18 draagt een lier 20 met remmotor waarop een kabel 21 zich oprolt die de inwendige doorn 22 draagt en hij dient voor het opbergen daarvan; bovendien bevat hij klem-middelen die in staat zijn om het buisstuk h vast te houden, 35 waarvan een kraag bij 23 is weergegeven, terwijl men ook bij 8201956 0 ¥ - 6 - 2k een kraag heeft weergegeven van het huisstuk 3. Hieronder zullen eenvoudig de bewegingen worden aangegeven die kunnen worden uitgevoerd bij en gedurende het tussenbeide komen van de inwendige doorn 22. Het buisstuk k wordt verplaatst door de 5 draagbalk 1U en naar binnen gebracht in de laskamer 16 door de werking van de wagen 6 en hij wordt gestopt op ongeveer 10 cm van het buisstuk 3, waarna de inwendige doorn 22, die is neergelaten door de kabel 21 door het buisstuk U, naar binnen worden gebracht in het buisstuk 3 en zijn aandrukstand inneemt, zoals 10 nog later zal worden toegelicht. Het buisstuk k is dan gedaald door de draagbalk 1^ en de cilinders 13 bij het tegenkomen van het buisstuk 3 en hij wordt automatisch gecentreerd door de inwendige doorn 22. Hij is dan stevig vastgehouden op zijn plaats door de cilinders 13 en het is mogelijk om vervolgens de inwendige 15 doorn 22 te verplaatsen zonder het risico te lopen dat de buis- stukken buiten centrering komen. De doorn wordt een eerste keer verplaatst teneinde hem in de lasstand te brengen en na het uitvoeren van het lassen, een tweede keer voor het in de lascontro-lestand brengen. Indien het controle van de las is beëindigd, 20 het juk 18 dat is neergedaald en geklemd onder de kraag 23 en de belastingsarm 5 naar de horizontale stand is gekanteld, verheft men de inwendige doorn 22 in het juk 18 en men brengt de takel 17 onder spanning om voort te gaan met het dalen van de leiding, die verlengd is met het buisstuk alvorens de toe-25 voer van een ander buisstuk voor te bereiden en op dezelfde wijze voort te gaan met het verbinden van het vrije uiteinde van het buisstuk k.
In figuur 2, die is samengesteld uit een figuur 2a en een figuur 2b die onder figuur 2a hoort, ziet men 30 op grotere schaal een inwendige doorn 22 in de grendelstand, met bekende (niet weergegeven) middelen in het inwendige van het juk 18. Deze inwendige doorn bezit een aandrukzone 25, een laszone 26 en een lascontrolezone 27 s die in lengterichting van elkaar zijn gescheiden. De aandrukzone 25 die meer in detail 35 zal worden beschreven aan de hand van figuur 3* bezit aandruk- 8201956 ψ -*i - 7 - vingers 28 met dwarslopend voorvlak en hellend achtervlak, tastrollen 29» .en een cilinder 30 voor het besturen van de transversale uitgang van de vingers 28. Een klemorgaan 31, bijvoorbeeld met klembekken, maakt het in de radiaal uitgezette 5 stand mogelijk om de doorn 22 longitudinaal vast te houden ge durende het aandrukken.
De laszone 26, die is bedoeld voor een las door elektronenbundel, omvat een vuurschermring 32 die zich bevindt tussen twee opblaasbare afdichtverbindingen 33 en 3^.
10 Elke afdichtverbinding 33, 3b bestaat uit meerdere elementaire verbindingen 35 die elkaar in lengterichting opvolgen, en een ruimte tussen elementaire verbindingen 35 is verkregen met behulp van een motorpompgroep 36. Het vacuum in de ruimte 37 tussen de aansluitingen 33 en 3^ wordt gehouden tussen.10 en 15 10 torr met behulp van een hoofdpompstelsel 38. Geleidings- rollen zoals 39 waarborgen, alsmede de rollen 29, de centrering van de inwendige doorn 22 in het juk 18 en in de buis stukken lien 3. Boven de aandrukzone 25 bevindt zich een caisson ^0 waarin de verdeling van de stuurfluida van de verschillende organen 20 van de inwendige doorn 22 wordt gewaarborgd. De verbindingen tussen de opeenvolgende zones van de inwendige doorn 22 hebben een bepaalde soepelheid om de verplaatsing van de doorn in de buisstukken b en 3 te vergemakkelijken.
In het in figuur 2 weergegeven uitvoerings-25 voorbeeld is de doorn 22 voorzien van een eigen verplaatsings- middel voor een stap, bestaande uit een schuif Ui die zich bevindt in een telescopische koker. De lengte van deze schuif kan twee verschillende waarden hebben afhankelijk van een dub-belwerkende cilinder voor het bedienen van de schuif, klassiek 30 en hier niet weergegeven, die met samengeperst fluidum wordt gevoed vanaf de ene zijde naar de andere zijde. Deze schuif Ui is door een geleiding b2 vastgehaakt aan caisson Uo en door een geleiding k3 aan een klemorgaan UU, bijvoorbeeld oppompbaar, en in staat om in de radiaal uitgezette stand de doorn 22 lon-35 gitudinaal vast te houden in een buisstuk, welk vasthouden in 8201956 \ - 8 - het bijzonder vordt toegepast gedurende de verplaatsingen volgens een stap van de doorn. Men heeft hier een afstand aangenomen tussen de aandrukzone 25 en de laszone 26 gelijk aan de afstand tussen de laszone 26 en de lascontrolezone 27, en 5 de twee lengten die de schuif kan bezitten wijken onderling af van de waarde van deze afstanden. De kabel 21 is aan zijn binnengedeelte vastgehaakt aan het orgaan In de grendelstand van de doorn 22 in het juk 18, bevindt de schuif ^1 zich in de teruggetrokken toestand.
10 De verplaatsing volgens een stap van de doorn 22 vindt op de volgende wijze plaats. De doorn 22 die is gebracht naar de aandrukstand die wordt bepaald door het aanliggen van de vingers 28 op het boveneinde van het buisstuk 39 en terwijl het klemorgaan 31 aktief is, dat wil zeggen in de radiaal uit-15 gezette stand, voedt men de cilinder van de schuif ^1 om deze te laten gaan naar de uitgezette toestand, men maakt het klemorgaan kk ’aktief, vervolgens maakt met het klemorgaan 31 inaktief en men voedt de cilinder van de schuif Ui teneinde deze te laten gaan naar de teruggetrokken toestand, hetgeen de laszone 26 20 overbrengt naar het aansluitgebied dat het verwijzingscijfer i*5 draagt in figuur 3. Om de lasstand te laten gaan naar de las-controlestand, maakt men het orgaan 31 aktief en het klemorgaan inaktief en men voert de dubbele handeling uit van de schuif hl en van de klemorganen kb en 31 die juist zijn beschreven, 25 hetgeen de lascontrolezone 27 tegenover het aansluitgebied b5 brengt.
In figuur 3, die uit twee gedeelten is samengesteld: een figuur 3a en een figuur 3b die onder figuur 3a hoort, heeft men een inwendige doorn 22 meer in detail weergege-30 ven, veronderstellende dat de verplaatsing volgens een stap van de doorn wordt uitgevoerd door de kabel 21 en dat er geen ver-plaatsingsmiddelen zijn voor een stap die met de doorn 22 zijn geïntegreerd. De lengte van een dergelijke doorn 22 kan bijvoorbeeld van de orde van 7 meter zijn en het gewicht van de orde 35 van 3000 kg.
8201956 - 9 -
In dit voorbeeld is de kabel 21 alleen' maar een mechanische draagkabel; de elektrische orders die komen van een stuurtafel, niet weergegeven, worden naar het caisson 4o overgebracht door een elektrische kabel b6. De energie wordt naar 5 het caisson Uo overgebracht door hydraulische leidingen b-T en een leiding voor samengeperste lucht Π8.
Wat betreft hetbbedienen van de vingers 28, deze, die in een (niet weergegeven) scharnierpunt zijn bevestigd dat zich bevindt aan het vooreinde van de vingers, kunnen op af-10 stand worden gebracht in de richting van de pijl ^9 in radiale richting naar het uitwendige door stangen 50 die scharnierbaar zijn verbonden aan een.uiteinde op deze vingers en aan hun andere uiteinde op een kroon 51 die deel uitmaakt van cilinder 30 en longitudinaal door deze cilinder verplaatsbaar is. De besturing 15 van deze cilinder 30, die een hydraulische cilinder is, is uit geschakeld indien de radiale stand van de tastrollen 29 hun uitgang uit het buisstuk k aangeeft met behulp van (niet weergegeven) middelen die zelf klassiek zijn en die bijvoorbeeld een hydraulische stuurklep kunnen omvatten die wordt bestuurd 20 door een elektrisch relais dat gevoelig is voor de stand van de steunarmen van de rollen 29. Een (niet weergegeven) lastdetector die op de kabel 21 is geplaatst in het inwendige van het caisson ItO, stopt de lier 20 indien hij een afwezigheid van last detecteert tengevolge van de aankomst van de vingers 29 in aanraking 25 op het achteruiteinde, hier bovenuiteinde, van buisstuk 3·
Indien het buisstuk het buisstuk 3 is genaderd, bijvoorbeeld onder de invloed van cilinders 13, in een eerste tijd, glidt het buisstuk 1+ op een van de hellende vlakken van de vingers 29, hetgeen tot gevolg heeft het centreren van 30 het buisstuk 1* ten opzichte van het buisstuk 3. In een tweede tijd doet de kracht die door het buisstuk ll· op de vingers wordt uitgeoefend, deze hellen teneinde zich in radiale richting naar het inwendige terug te trekken, hetgeen het uitoefenen mogelijk maakt van de ene tegen de andere van de uiterste vlakken van de 35 vlakken van buisstukken 3 en b. De handhaafkracht bij radiale 8201956 ϋ r - 10 - afstand van de vingers 28 wordt beperkt tot een gewenste waarde door een (niet weergegeven) klep die in het caisson ^0 is geplaatst.
Voor de uiteindelijke benaderingshandeling 5 van de buisstukken ll· en 3 wordt het klemorgaan 31 werkzaam ge maakt. Hiertoe verplaatst een hydraulische cilinder 52 longitudinaal naar voren, indien hij wordt bestuurd, het afgeknot kegelvormige lichaam 53 van deze cilinder die dan in radiale richting de hoeken bh naar buiten drukt die solidair zijn aan hun buiten-10 omtrek met klembekken 55· Drie bekken 55 waarborgen op deze wijze een juiste centrering van de inwendige doorn 22 in het buisstuk 3.
In de laszone heeft men, behalve de afdicht-verbindingen 33 en 3^ die elk zijn gevormd uit twee elementaire 15 verbindingen 35s twee afstrijkverbindingen 56 en 57 aangebracht die de afdichtverbindingen beschermen tegen uitsteeksels van gesmolten metaal gedurende het lassen.
De motorpompgroep 36 omvat een motor 58 en een schoeppomp 59· Het stelsel van hoofdpomping 38 omvat een 20 elektromotor βθ die een roetspomp 61 en een tweetrapsschoeppomp 62 aandrijfb. Deze pompen zijn opgesloten in een carter met twee halve kasten, hetgeen de toegang tot diverse veiligheidsorganen vergemakkelijkt en het onderhoud van de pompen toestaat te waarborgen. Elekfcrokleppen en vacuumsondes (niet weergegeven) 25 zijn ook aangebracht in de installatie voor het onder vacuum brengen.
Het vuurscherm 32 is van staal; hij is elektrisch geïsoleerd van het lichaam van de doorn 22 door (niet weergegeven) aluminium stukken. Voor het toestaan van een goede 30 regeling van de lasparameters in het geval van een lassing met twee elektronenkanonnen, wordt het vuurscherm 32 bij voorkeur gevormd uit drie elektrisch ten opzichte van elkaar geïsoleerde sectoren. Voor het toestaan van een snelle wisseling van het vuurscherm, kan de doorn 22 zijn uitgevoerd in twee in lengte-35 richting achtereenvolgende te scheiden gedeelten op het niveau 8201956 - 11 - van aansluitingen 23 grenzehd aan het vuurscherm 32. Een (niet weergegeven) basisplaat met geïsoleerde doorgangen voor torrische verbindingen waarborgt de demont eerbaarheid van de elektrische, pneumatische en vacuumcircuits op het niveau van 5 de verbindingen 63-dat zich bij voorkeur achter het vuurscherm 32 bevindt.
De lascontrolezone 27, die zou kunnen zijn aangepast op elke andere wijze van controle, bijvoorbeeld met gamma of ultrasonore stralen, is hier speciaal bedoeld voor een 10 controle door X-stralen. Een hier niet zichtbare zender is ge plaatst op een kroon die elektronenkanonnen draagt, op het uitwendige van de buisstukken 3 en U. De organen die dienen voor de controle en op de doorn 22 zijn opgesteld, bevinden zich in een . roterend caisson 6h dat roterend wordt aangedreven bij ver-15 plaatsing van de zender van X-stralen door een motor en versnel- lingskast 65, die wordt gedragen door het lichaam van de doorn 22 en die een getande kroon 66 aanvalt die een geheel vormt met het caisson 6k. De eontrole-uitrusting omvat ook een schitte-ringsversterker 67, een onder h5° ten opzichte van de as van 20 de doorn 22 opgestelde spiegel 68, en een televisiecamera 69 voor het onderzoeknen overdracht in reele tijd van het beeld van de straling. Men zou ook een grafische samenvalling kunnen voorschrijven.
Tenminste bepaalde van de stelsels van gelei-25 dingsrollen 39 zijn gemonteerd op een mechanisme dat een concen trische verplaatsing waarborgt van de rollen die zich bevinden op dezelfde longitudinale plaats langs de doorn 22 en de correcte centrering van de doorn in een buisstuk, ondanks de variaties van diameter van het ene buis stuk en een ander. De rollen van 30 een dergelijk stelsel zijn gemonteerd op een uiteinde van gebo gen zwenkhefbomen 70 die aan hun uiteinde worden aangedreven door een schuifring 71» met zelfde hartlijn als de doorn 22, longitudinaal beweegbaar op een centrale pijp 72 die êén geheel vormt met de doorn 22, tegen voorgespannen veren 73 in. Indien 35 de doorn samenwerkt in een buisstük 3 van kleinere diameter, 8201956 y' Ψ - 12 - zetten de gespannen veren 73 uit. Zij compenseren ook de resultante tengevolge van het gewicht hij een toepassing op een oever onder een helling.
Men heeft in een doorsnede die zich aan de voor-5 zijde van het stelsel van rollen 39 bevindt, grenzend aan de afsluitverbinding.3^, een stelsel weergegeven van het lichaam van de doorn aan weerszijde van deze doorsnede met behulp van elastische platen 7^ die worden belast door een systeem van schroef en moer 75 dat de mechanische continuïteit van de doorn 10 waarborgt. Voorbij een bepaald te voren vastgesteld uitbuigmoment, wordt dit stelsel flexibel indien de ontwikkelde krachten de voorspanningen van de platen 7^· overschrijden. Een analoog stelsel kan bij voorkeur worden geplaatst achter het stelsel van de rollen 39 dat grenst, aan de afdichtverbinding 33.
15 Men zal begrijpen dat zeer vele variaties van uitvoeringsvormen van verschillende elementen van de doorn 22 kunnen worden toegepast zonder buiten het kader van de uitvinding te raken.
Bijvoorbeeld zou men voor de vacuumpompen in 20 de plaats van roetspompen en schoeppompen turbomoleculaire pompen of cryogene pompen kunnen gebruiken. De doorn zou ook in de laszone die hierboven is beschreven een elektronenkanon kunnen dragen die het toestaat om een uitwendige lassing te voltooien door een inwendige lassing van twee buisstukken. De 25 controle van de las zou kunnen worden uitgevoerd met behulp van een zender en een ontvanger die zijn geplaatst" aan de ene en de andere op de inwendige doorn, waarbij de X-stralen het gebied doorlopen van de las terwijl zij weerkaatsen op de wanden van de buisstukken. Deze controle kan ook ultrasonoor worden 30 uitgevoerd.
8201956

Claims (15)

1 Conclusies
1. Inwendige doorn die helpt hij het uitvoeren van een handeling voor het stomplassen van de einden van twee buisstukken die tegenover elkaar zijn opgesteld en die dan 5 een aansluitgebied bepalen, omvattende tastermiddelen die de longitudinale stand kunnen vaststellen van de ene van de uiteinden en centreermiddelen die deze twee uiteinden ten opzichte van elkaar kunnen centreren, alsmede middelen, lasmiddelen genoemd, die samenwerken voor het uitvoeren van de lashandeling, 10 met het kenmerk, dat de tastermiddelen (29) en de centreer middelen (28) zich bevinden in een eerste zone (25) van de doorn (22), genoemd aandrukzone, en de lasmiddelen (32, 33, 3*0 zich bevinden in een tweede zone (26) van de doorn (22), laszone genoemd, in longitudinale richting gescheiden van de aandrukzone 15 (25), terwijl de doorn (22) is voorzien van longitudinale ver- plaatsingsmiddelen volgens een stap die in staat zijn om de doorn (22) te verplaatsen in het inwendige van de buisstukken (3, h) volgens een stap die gelijk is aan die gaande van de laszone (26) naar de aandrukzone (25).
2. Inwendige doorn volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de longitudinale verplaatsingsmiddelen volgens een stap middelen zijn die in de doorn (22) zijn opgenomen en het stelsel bevatten van een schuif (kl) die wordt bestuurd door een cilinder en de ene van twee lengten kan pre-25 senteren waarvan het verschil gelijk is aan de stap, en twee bestuurde klemorganen (31, WO die helpen bij het vasthouden van de doorn (22) gedurende de verplaatsingshandelingen daarvan, radiaal uitzetbare organen die tegen een binnenwand van het buis-stuk (3, *1) kunnen rusten, die respectievelijk zijn gemonteerd 30 aan de zijde van een longitudinaal uiteinde en aan de zijde van het andere longitudinale uiteinde van de schuif (41).
3. Inwendige doorn volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aftastmiddelen en de centreermiddelen enerzijds aandrukvingers (28) omvatten die in omtreksrichting 35 zijn verdeeld, aangesloten op stangen (50) die zijn verbonden 8201956 - 1U - met een hydraulische cilinder (30), vingeruitgangen genaamd, indien hij aktief is gemaakt, in radiale richting de vingers (28) op afstand brengen, -welke vingers aan de voorzijde stop-oppervlakken hebben die zich kunnen aanleggen tegen het uitein-5 de van een buisstuk (3), en aan de achterzijde van hellende geleidingsvlakken die gedeeltelijk een soort afgeknotte kegel bevatten die naar achteren gepunt is, en anderzijds tasterrol-len (29) die voorwaarts van de vingers (28) zijn geplaatst en voorzien zijn van middelen die de neiging hebben om de rol-10 len in radiale richting op afstand te brengen, alsmede een stuurorgaan voor de cilinder voor uitgang van de vingers die gevoelig is voor de radiale afstand van de tasterrollen (29). b. Inwendige doorn volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stangen (50) scharnierbaar zijn ver-15 bonden aan een uiteinde op de vingers (28) en aan het andere uiteinde op een kroon (51) die deel uitmaakt van de‘uitgangs-cilinder van de vingers (30).
5. Inwendige doorn volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor de aandrukvingers (28) en taster- 20 rollen (29) de doorn (22) een bestuurd klemorgaan (31) draagt dat in radiale richting kan uitzetten en in staat is om te rusten tegen de binnenwand van een buisstuk (3) teneinde de doorn (22) gedurende het aandrukken vast te houden.
6. Inwendige doorn volgens de combinatie 25 van conclusies 2 en 5, met het kenmerk, dat de ene (31) van de twee bestuurde klemorganen (31, bk) dat samenwerkt voor het vasthouden van de doorn (22) gedurende de verplaatsingshande-lingen daarvan, wordt gevormd door het bestuurde klemorgaan dat dient voor het vasthouden van de doorn (22) gedurende het 30 aandrukken.
7· Inwendige doorn volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de laszone (26) een vuurscherm-ring (32) bezit die elektrisch is geïsoleerd en zich bevindt tussen twee afdichtverbindingen (33, 3U) die kunnen worden op-35 geblazen teneinde zich te leggen tegen een binnenwand van het 8201956 - 15 - Tauisstuk (U, 3)» en middelen voor het teweeg "brengen van vacuum in de ruimte die wordt begrensd tussen de twee af die htverb indingen (33, 3*0·
8. Inwendige doorn volgens ein der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat een derde zone (27) aanwezig is, lascontrolezone genoemd, die zich in longitudinale richting bevindt ten opzichte van de tweede (26) zone (126) aan de andere zijde als de eerste zone (25), en dat hij is voorzien van middelen (^1) voor het longitudinaal verplaatsen volgens een 10 stap, in staat tot het verplaatsen van de doorn (22) in het inwendige van de buisstukken (3, *0 volgens een stap die gelijk is aan die die gaat van de lascontrolezone (27) naar de laszone (26).
9. Inwendige doorn volgens conclusie 8, 15 met het kenmerk, dat de stap tussen de lascontrolezone (27) en laszone (26) gelijk is aan de stap tussen de laszone (26) en aandrukzone (25) en dat het longitudinale verplaatsingsmiddel (i+1) volgens een stap is aangebracht voor het verplaatsen van de doorn volgens de ene en de andere van de twee stappen.
10. Inwendige doorn volgens conclusie 8 of 9, waarbij de lascontrolezone samenwerkt met een uitwendige zender van X-stralen die roterend wordt aangedreven, met het kenmerk, dat de lascontrolezone (27) een helderheidsversterker (67) bevat die is ingericht om roterend te verplaatsen van de zender 25 van X-stralen.
11. Inwendige doorn volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een stelsel van geleidingsroliën (39) is aangebracht gemonteerd op gebogen zwenkhefbomen (70) die worden aangedreven door een schuifring 30 (71) die longitudinaal beweegbaar is op de doom (22) tegen veren (73) in.
12. Inwendige doorn volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat hij een vlak van afdichtingen (63) bezit dat grenst aan het vuurscherm (32) en het toestaat om de doorn 35 (22) in twee longitudinale opeenvolgende gedeelten te scheiden. 8201956 - 16 -
13. Inwendige doorn volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat hij in tenminste êên dwarsdoorsnede een stelsel bezit van lichaam van de doorn (22) aan weerszijden van deze doorsnede, door middel van elastische 5 platen (7*0 die zijn onderworpen aan een systeem van schroef en moer (75). 1U. Inwendige doorn volgens de combinatie van conclusies 7 en 8, met het kenmerk, dat een hoofdpompsysteem (38) aanwezig is voor het maken van onderdruk in de ruimte die 10 wordt begrensd tussen de twee afdicht verb indingen (33, 3*0, die zich bevindt tussen de laszone (26) en de lascontrolezone (27).
15. Inwendige doorn volgens conclusie 1U, met het kenmerk, dat hij ook een hulppompsysteem (36) bevat 15 voor ruimten tussen elementaire verbindingen (35) die de twee afdichtverbindingen (33» 3*0 vormen, die zich bevindt tussen de aandrukzone (25) en de laszone (26).
16. Inwendige doorn zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 20 8201956
NLAANVRAGE8201956,A 1981-05-13 1982-05-12 Inwendige doorn voor het maken van stomplassen tussen de einden van buisstukken. NL183707C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8109479A FR2505699A1 (fr) 1981-05-13 1981-05-13 Mandrin interne utilise dans une operation d'assemblage bout a bout de deux troncons de tubes par soudage
FR8109479 1981-05-13

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8201956A true NL8201956A (nl) 1982-12-01
NL183707B NL183707B (nl) 1988-08-01
NL183707C NL183707C (nl) 1989-01-02

Family

ID=9258378

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8201956,A NL183707C (nl) 1981-05-13 1982-05-12 Inwendige doorn voor het maken van stomplassen tussen de einden van buisstukken.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4493966A (nl)
JP (1) JPS5829595A (nl)
AU (1) AU552048B2 (nl)
BR (1) BR8202724A (nl)
CA (1) CA1199203A (nl)
DE (1) DE3217333C2 (nl)
ES (1) ES512117A0 (nl)
FR (1) FR2505699A1 (nl)
GB (1) GB2098118B (nl)
NL (1) NL183707C (nl)
NO (1) NO159000C (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3319319A1 (de) * 1983-05-27 1984-11-29 Kraftwerk Union AG, 4330 Mülheim Arbeitsgeraet zum bearbeiten der schnittstelle eines rohres
JPS60210391A (ja) * 1984-03-31 1985-10-22 Okamoto Kogyo Kk パイプ内側クランプ装置
FR2571997A1 (fr) * 1984-10-22 1986-04-25 Alsthom Atlantique Mandrin interne pour operation d'assemblage bout a bout de deux troncons de tube par soudage
FI905496A (fi) * 1990-11-06 1992-05-07 Goeran Sundholm Anordning foer montering av en roerfoerbindning.
JP2533513Y2 (ja) * 1991-03-26 1997-04-23 松下電工株式会社 屋根パネル体
FR2705046B1 (fr) * 1993-05-12 1995-08-04 Framatome Sa Equipement interne pour le soudage bout a bout par faisceau d'electrons de deux pieces annulaires et utilisation.
US20240165728A1 (en) * 2022-11-22 2024-05-23 Fca Us Llc Extruded weld joint backing insert

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3261529A (en) * 1963-05-21 1966-07-19 American Mach & Foundry Welding back-up device
US3461264A (en) * 1967-01-12 1969-08-12 Crc Crose Int Inc Method and apparatus for welding girth joints in pipe lines
US3425614A (en) * 1967-05-19 1969-02-04 Julius Clark Apparatus for aligning pipe ends
US3498518A (en) * 1967-07-27 1970-03-03 Guild Metal Joining Equipment Combination pipe welding and testing mandrel
US3750928A (en) * 1967-09-08 1973-08-07 L Valentine Vacuum seal for internal pipeline line-up clamp
US3699635A (en) * 1970-05-26 1972-10-24 Edmund G Bradley Internal line-up clamp for pipe lines
US3770927A (en) * 1971-01-21 1973-11-06 Santa Fe Int Corp Pipe welding apparatus and methods therefor
FR2229497A1 (en) * 1973-05-16 1974-12-13 Columbia Gas Syst Pipe clamp - aligns and spaces two pipes to be welded
IT1034673B (it) * 1975-03-28 1979-10-10 Saipem Spa Accoppiatore di tubi da saldare di testa
FR2389446B1 (nl) * 1977-05-02 1981-11-20 Thome Paul

Also Published As

Publication number Publication date
FR2505699A1 (fr) 1982-11-19
US4493966A (en) 1985-01-15
AU552048B2 (en) 1986-05-22
DE3217333A1 (de) 1983-01-05
FR2505699B1 (nl) 1984-10-19
DE3217333C2 (de) 1985-12-19
NL183707B (nl) 1988-08-01
ES8304461A1 (es) 1983-03-01
ES512117A0 (es) 1983-03-01
BR8202724A (pt) 1983-04-19
AU8368882A (en) 1982-11-18
NO159000B (no) 1988-08-15
NO159000C (no) 1988-11-23
GB2098118A (en) 1982-11-17
NO821584L (no) 1982-11-15
GB2098118B (en) 1985-03-27
JPH0223279B2 (nl) 1990-05-23
JPS5829595A (ja) 1983-02-21
CA1199203A (fr) 1986-01-14
NL183707C (nl) 1989-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4919223A (en) Apparatus for remotely controlled movement through tubular conduit
US4637494A (en) Apparatus for moving carriages along ladders
NL8201956A (nl) Inwendige doorn voor het stomplassen van twee buisstukken.
US7159435B2 (en) Apparatus for straightening pipe
JPS60181502A (ja) 運搬装置
US3180498A (en) Tube bundle extractor for heat exchangers
EP1086760B1 (en) Automated pipe bending machine and method for bending a pipe
EP1008412B1 (en) Working robot for heat exchanger and method of operating it
DK180526B1 (en) A device for moving along a cylindrical structure and its use, and a method for working a cylindrical structure
NL8502874A (nl) Inwendige klauwplaat voor gebruik in het stomp aan elkaar bevestigen van twee buizen door lassen.
EP0394823A1 (en) Intermediate pipe-jacking apparatus
JPH0338149B2 (nl)
US4182160A (en) Hydrostatic pipe tester
NL7908648A (nl) Werkwijze voor het aanklampen van een toegevoegd buisvormig element op een buisvormige konstruktie, alsmede inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
US888299A (en) Extrusion-machine.
JPH11513777A (ja) 自走式管内マニピュレータの配管内への挿入方法及び装置
US4004444A (en) Pipe maintenance apparatus
EP0649559B1 (en) Testing arrangement for materials testing, particularly in a pressurized-water reactor
NL8620252A (nl) Inrichting voor het vlamboog-stomplassen van buizen.
US4856353A (en) Nondestructive inspection apparatus for heat-transfer tubes in boilers
EP0324644A2 (en) Apparatus for movement through a tubular conduit
US3374935A (en) Apparatus for use in manufacturing laminated heads or closures
US20130044849A1 (en) Water-chamber working apparatus
JP3459374B2 (ja) 管推進用の元押し装置
US2753917A (en) Fluting machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee