NL8502874A

NL8502874A - Inwendige klauwplaat voor gebruik in het stomp aan elkaar bevestigen van twee buizen door lassen.

Info

Publication number: NL8502874A
Application number: NL8502874A
Authority: NL
Original assignee: Soudure Autogene Francaise
Priority date: 1984-10-22
Filing date: 1985-10-22
Publication date: 1986-05-16
Also published as: ES548059A0; GB8524263D0; US4648544A; NO854185L; FR2571997A1; ES8701564A1; DE3537556A1; BR8505227A; AU4829885A; IT8522571A0; JPS61262494A; GB2165788A

Description

* -1- 25054/CV/wg # Ί * *

Korte aanduiding: Inwendige klauwplaat voor gebruik in het stomp aan elkaar bevestigen van twee buizen door lassen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inwendige klauw-5 plaat bestemd om te worden ingebracht binnen twee buizen, bijvoorbeeld pijpsectie’s, die stomp met elkaar moeten worden verbonden door lassen van hun naburige einden.

Uit het Franse octrooi nr. 2305268 is het bijvoorbeeld reeds bekend om een inwendige klauwplaat te gebruiken om twee buizen dichter naar 10 elkaar toe te bewegen teneinde de einden die aan elkaar moeten worden gelast bij elkaar te brengen.

Het Franse octrooi nr. 2.305.699 openbaart een inwendige klauwplaat met twee in lengterichting op afstand van elkaar gelegen zones waarvan een van de zones bestemd is voor het stomp tegen elkaar plaatsen 15 van de buizen en de andere zone bestemd is voor het lassen van de buizen, waarbij de klauwplaat is uitgerust met middelen voor langsverplaatsing over een lengte gelijk aan de dege;. twee zones scheidende afstand.

Dit laatstgenoemde type inwendige klauwplaat brengt echter zelf geen kracht aan om de twee buizen naar elkaar toe te bewegen.

20 Volgens de uitvinding is er voorzien in een inwendige klauwplaat voor het gebruik in het stomp aan elkaar verbinden van twee buizen door de tegen elkaar aanliggende einden van de buizen aan elkaar lassen, waarbij de klauwplaat is voorzien van een samenstel van hoofdzakelijk buisvormige vorm uitgerust met eerste grijpmiddelen aangepast om een van de bui-25 zen inwendig te grijpen, tweede grijpmiddelen aangepast om de andere buis inwendig te grijpen, middelen voor relatieve langsverplaatsing van het buisvormige samenstel en de tweede grijpmiddelen, waarbij het buisvormige samenstel is voorzien van een huls welke schuifbaar is aangebracht op een centrale buis bevestigd ten opzichte van het overblijvende 30 deel van het samenstel, terwijl de huls centreerorganen draagt aangepast voor radiale uitsteking voor inwendige aanbrenging tegen de buizen, en lasmiddelen voor gebruik in het lasproces, waarbij de centreermiddelen en de lasmiddelen in lengterichting op afstand van elkaar zijn gelegen, en steïniddelen voor de langsverplaatsing van de huls ten opzichte van de 35 centrale buis.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsmogelijkheid van de constructie volgens de uitvinding.

Λ Λ ζ) *7 * β .-- *«ϊ * Λ λ' -~jr « 1 -2- 25054/CV/wg • « *

Figuur 1 en 2 tonen een uitvoeringsvorm van een inwendige klauw-plaat volgens de uitvinding gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.

Figuren 3 tot 11 tonen schematisch verschillende fasen in de 5 werking van tegen elkaar plaatsen en lassen van twee buislengtes.

De hierna te beschrijven klauwplaat kan bijvoorbeeld worden gebruikt in het aan elkaar bevestigen van buizen op een drijvend platform teneinde een pijpleiding onder water te leggen onder toepassing van de zogenaamde "S-leg" werkwijze.

10 Terwille van de doelmatigheid is in de tekening een deel van de klauwplaat in figuur 1 weergegeven en het andere deel in figuur 2, waarbij het linkereinde van figuur 1 moet worden samengebracht met het rechtereinde van figuur 2.

Het in figuur 1 weergegeven deel van de klauwplaat is het enige 15 deel van de klauwplaat dat schematisch in de figuren 3 tot 11 opnieuw is weergegeven. Dit deel omvat een buisvormig samenstel 1 uitgerust met grijpmiddelen 2, die zijn voorzien van klauwen 3, die radiaal verplaatsbaar zijn tussen een teruggetrokken niet werkzame stand en een uitgestoken werkzame stand door de werking van een regelf luïdum, dat langsverplaatsing 20 veroorzaakt van organen 4, die in contact zijn door hellende vlakken 5 met de klauwen 3. Het buisvormige samenstel 1 omvat ook een centrale buis 6 waarom een huls 7 is aangebracht zodanig dat de huls in de lengterichting ten opzichte daarvan kan verschuiven. De huls draagt een las-eenheid 8 voorzien van een brandscherm 9 dat is opgesteld tussen twee 25 paren van opblaasbare afdichtingen 10 en 11 en centreerorganen 12.

Figuur 1 toont een van de pijpen 13 voor het toevoeren van onder druk staand fluïdum aan de afdichtingen 10 en 11 , en een van de pijpen 14 voor het voortbrengen van een onderdruk in een brandschildkamer 15, afgebeeld in figuur 3, welke, indien de klauwplaat in gebruik is, wordt 30 begrensd tussen de buizen 16 en 17, de huls 7 en de afdichtingen 10 en 11. De centreermiddelen 12 moeten worden gevoed met regelfluïdum om cen-treerschoenen 18 en 19 op te zetten waarbij de middelen voor het toevoeren van dit fluïdum terwille van de overzichtelijkheid zijn weggelaten.

Pallen 20 maken het mogelijk dat de einden van buizen 16, 17 worden waar-35 genomen en de huls 7 draagt rollen 21 welke dragen tegen de binnenwand van de buizen 16, 17.

Bij het einde afgekeerd van het met het grijpsysteem 2 uitgeruste einde draagt de centrale buis 6 een flens 22 die door een veerkrachtige

* · .·· -·' ^ J

1.-- Ua» J J "s * '· 1 « -3- 25054/CV/wg verbinding 23 is verbonden met een flens 24, welke wordt gedragen door kogelscharnieren 26 op een verlengbuis 25, die nagenoeg in lijn met de centrale buis 6 is opgesteld.

De flens 22 draagt het lichaam van althans een hydraulische ver-5 stelcilinder 27 welke een cilinder omvat, die met behulp van een flens 22 aan de centrale buis 6 is bevestigd en een met de huls 7 verbonden zuiger. De middelen voor het toevoeren van regelfluidum aan de verstelcilinder zijn niet weergegeven , daar deze algemeen bekend zijn.

Het vrije einde van de buis 25 is omgeven door een eindsteunor-10 gaan 28, binnen welke een cilindrische uitsparing 29 is aangebracht cm met de buitenwand van buis 25 een ringvormige cilinder 30 te vormen in welke een ringvormige zuiger 31, die aan de buis 25 is bevestigd, af gedicht schuifbaar is teneinde een hydraulisch systeem te vormen voor relatieve langsverplaatsing van de buis 25 en steunorgaan 28, en waarbij 15 aflevering van onder druk staand fluïdum in de ene of de andere van de twee kamers, in welke de zuiger 31 de ringvormige cilinder 30 verdeelt, de buis 25 en het steunorgaan 28 relatief ten opzichte van elkaar in lengterichting zal verplaatsen. Het steunorgaan 28 is uitgerust met rollen 32 die dragen tegen de binnenwand van de buizen 16, 17 en het steun-20 orgaan draagt ook een aantal klauwen 33, die radiaal verplaatsbaar zijn met behulp van een systeem van hellend verlopende hellingen, die in werking worden gesteld door de werking van in lengterichting opgestelde verstelcilinders 34.

Aan de andere zijde van het grijporgaan 2 omvat de klauwplaat een 25 tweede klauwplaatbedieningssamenstel 35 dat met het samenstel 1 is verbonden door een veerkrachtige verbinding 36. Het bedieningssamenstel 35 omvat servo regelorganen 37, pomporgaan 38, en een aandrijforgaan 39 met wielen 40. Het samenstel 35 is vervaardigd teneinde in werking stellen van de klauwplaat te bewerkstelligen op de hierna met verwijzing naar 30 figuren 3 tot 12 beschreven wijze. Daar het samenstel 35 gebruik maakt van algemeen bekende technieken zal dit niet gedetailleerder worden beschreven. Op dezelfde grond zijn de verschillende hydraulische en electrische verbindingen in de figuren niet weergegeven.

De volgorde van handelingen kan als volgt zijn:-35 Figuur 3 toont de klauwplaat, die binnen de twee buizen 16 en 17 is ingebracht, waarbij de buizen althans nagenoeg in eikaars verlengde zijn opgesteld. De klauwplaat is daarbij met de centreermiddelen 12 opgesteld om uitgelijnd te zijn met het einde van de buis 16 en zijn •λ ·; ^ " ‘7 Λ ; · · ' .'if * -4- 25054/CV/wg v » » 4 schoenen zijn radiaal uitgestoken om het einde van de buis 16 inwendig te grijpen. De klauwen van het grijporgaan 2 worden dan radiaal uitgestoken om zich vast te klemmen tegen de binnenwand van de buis 16 (figuur 4) en het steunorgaan 28 wordt in lengterichting naar buiten bewogen door ver-5 plaatsing van zuiger 31 naar links ten opzichte van het orgaan 28 (figuur 5) « E&arop worden klauwen 13 radiaal uitgestoken om zich vast te klemmen tegen de binnenwand van de buis 17 (figuur 6). De buizen 16 en 17 worden dan naar elkaar toegebracht door verplaatsen van de zuiger 31 naar rechts ten opzichte van het steunorgaan 28 en de schoenen van het centreeror- 10 gaan 12 worden dan radiaal teruggetrokken (figuur 7) waardoor het wordt toegestaan dat de buislengtes 16 en 17 in contact met elkaar worden gebracht zonder een drukkracht uit te oefenen (figuur 8).

De schoenen van het centreerorgaan 12 worden weer radiaal uitgestoken (figuur 9) om de buizen 16 en 17 te centreren en de kracht aange-15 bracht tussen de zuiger 31 en de steun 28 wordt vergroot teneinde een definitief stomp tegen elkaar aanleggen van de twee buizen (figuur 10) te bewerkstelligen.

De schoenen van de centreermiddelen 12 worden dan radiaal teruggetrokken (figuur 11) en de verstelcilinder 27 wordt in werking gesteld 20 om de huls -7 ten opzichte van de buis 6 in lengterichting naar rechts te verplaatsen teneinde het brandscherm 9 in lijn te brengen met de aansluiting gevormd tussen de buizen 16 en 17 (figuur 12). Lassen kan dan worden uitgevoerd met behulp van een uitwendige lasmachine zoals een electro-? nenstraallasmachine, nadat de afdichtingen 10 en 11 zijn opgeblazen en 25 een vacuüm in de kamer 15 is opgewekt.

Na het lasproces worden de klauwen 33 en die van het grijporgaan 2 teruggetrokken en wordt de huls 7 teruggebracht naar zijn oorspronkelijke stand zoals afgeheeld in figuur 3, waarop de klauwplaat dan gereed is voor gebruik bij het verbinden van een verdere buis.

30 Er is dus voorzien in een klauwplaat welke in staat is om twee buizen, die stomp aan elkaar moeten worden gelast, naar elkaar toe te bewegen en om deze buizen ten opzichte van elkaar te centreren, terwijl verder radiaal tegenover een naburige einde van de twee buizen een las-eenheid aanwezig is voor gebruik in de lashandeling. De laseenheid kan 35 bestaan uit een brandscherm omgeven door ringvormige afdichtingen die het mogelijk maken om tesamen met de buizen een brandschermkamer te vormen waarin een onderdruk tot stand kan worden gebracht.

; n 2 e 7 4

Claims

1. Een inwendige klauwplaat voor gebruik in het stomp met elkaar verbinden van twee buizen door de tegen elkaar aanliggende einden van de 5 buizen aan elkaar te lassen, waarbij de klauwplaat is voorzien van een samenstel van althans nagenoeg buisvormige vorm uitgerust met eerste grijpmiddelen aangepast om inwendig een van de buizen te grijpen, tweede grijpmiddelen aangepast om inwendig de andere buis te grijpen, middelen voor relatieve langsverplaatsing van genoemd buisvormig samenstel en 10 genoemde tweede grijpmiddelen, waarbij het buisvormige samenstel is voorzien van een huls, die schuifbaar is aangebracht op een centrale buis die ten opzichte van het overblijvende deel van genoemd samenstel is vastgezet, terwijl de huls centreermiddelen draagt die zijn aangepast voor radiale uitsteking voor inwendige aanbrenging tegen de buizen, en 15 lasmiddelen voor gebruik in het lasproces, waarbij de centreermiddelen en de lasmiddelen in lengterichting op afstand van elkaar zijn opgesteld, en verstelmiddelen voor de langsverplaatsing van genoemde huls ten opzichte van genoemde centrale buis.

2. Klauwplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde 20 verstelmiddelen zijn aangebracht tussen de huls en een langseinde van genoemde centrale buis en de genoemde eerste grijpmiddelen zijn aangebracht bij het andere langseinde van genoemde centrale buis.

3. Klauwplaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat genoemde verstelmiddelen zijn bevestigd aan een flens aangebracht op de cen- 25 trale buis en zijn verbonden met een verlengbuis die althans nagenoeg in lijn met genoemde centrale buis is opgesteld, waarbij de verlengbuis is omgeven door de tweede grijpmiddelen onder tussenplaatsing van een hydraulisch systeem voor relatieve langsverplaatsing van genoemde tweede grijpmiddelen en genoemde verlengbuis. *» \ T ' V '-* / 1 9 — » —— Λ .J·