NL8201684A - Kunststofzak met harmonikavouwen met perforaties. - Google Patents

Description

.. *' * · *

Korte aanduiding: Kunststofzak met harmonikavouwen met perforaties.

De uitvinding heeft betrekking op een kunststcfak met harmonikavouwen langs de langszijden, elke harmónikavouw omvattende een middelste harmonikavouwlangsrand alsmede twee buitenste harmonikavouwlangsranden die een eerste en tweede harmonikavouwdeel begrenzen alsmede tenminste 5 één zich over de breedte van de zak uitstrekkende dwarslas die in de randgebieden vier folielagen en in het niddelste gebied twee folielagen verbindt .

Een dergelijke kunststofzak is bekend. Bij het vullen van dergelijke kunststofzakken treedt het bezwaar op dat zich tussen de vulstofdeeltjes TQ nog grote hoeveelheden gas bevinden die afkomstig zijn van het voor het transport van de vulstofdeeltjes gebruikte gasvormig medium. Na het vullen van de zak tracht het aanwezige gas zich op bepaalde punten te verzamelen, wat aanleiding kan geven tot een onregelmatig gevormde zak, wat vooral bezwaarlijk is wanneer men dergelijke zakken in hoge stapels stapelt.

15 Ook wanneer men een dergelijke zak voorziet van ontluchtingsmidde- len treden deze bezwaren nog veelvuldig op daar de ontluchtingsmiddelen zich aan de vulzijde van de zak bevinden.

De uitvinding beoogt nu een kunststofzak van het bovengenoemde type te verschaffen die deze nadelen niet vertoont en waarbij deze ontluchting 20 altijd gewaarborgd is, terwijl anderzijds de luchtdoorlatende openingen bij het stapelen van gevulde zakken beschermd worden door zakgedeelten.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat luchtdoorlatende, vulstofdeeltjes passage verhinderende, perforaties aangebracht zijn in het gebied tussen de eerste en tweede harmonikavouwdelen, zodanig dat bij ge- van r* 25 vulde toestand de zak perforaties afgedekt zijn door gedeelten van eerste en/

Op zichzelf is het wel bekend om perforaties aan te brengen in de wand van een kunststofzak ter vorming van luchtdoorlatende openingen, doch deze perforaties zijn direkt toegankelijk vanaf de buitenzijde en worden οζ geen enkele wijze beschermd.

30 Het afdekken van perforaties is echter vooral van belang om te voor komen dat water over de perforaties stroomt, waardoor vocht in een gevulde zak kan treden. Dit gevaar bestaat vooral bij opslag van gevulde zakken onder grote temperatuursverschillen tussen dag en nacht, waarbij zich gemakkelijk dauwwater op de zakken vormt.

35* Daar bij de uitvinding de openingen beschermd worden door eerste en tweede harmonikavouwdelen die liggen tussen de bodemdwarslas, alsmede de twee buitenste harmonikavouwlangranden is binnentreden van vocht door de perforaties vrijwel uitgesloten. pyweede harmonikavouwdeel bij de dwarslas.

8201684 _ ✓ w -2-

Men verkrijgt derhalve bij een kunststofzak volgens de uitvinding dat de luchtdoorlatende perforaties in de ongevulde zak beschermd liggen in de harmonikavouwen en in de gevulde zak de perforaties beschermd zijn door harmonikavouwdelen zodat een optimale bescherming van de perfo-5 raties gewaarborgd is.

Doelmatig bezitten de perforaties afmetingen van 0,1 tot 5 mm, bij voorkeur Ö,2 tot 1,0 mm. De vorm van de perforaties kan willekeurig zijn, bijvoorbeeld rond, vierkant, of driehoekig.

Bij een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm vormt een aantal kunst-10 stofzakken een kunststofzakkenbaan waarbij elke kunststofzak gemakkelijk van de kunststofzakkenbaan verwijderd kan worden.

De kunststofzak volgens de uitvinding leent zich in het bijzonder voor het verpakken van vulstoffen, zoals kunstmeststoffen en dergelijke.

- Een belangrijk voordeel bij gebruik van kleine perforaties is dat 15 lucht uit de binnenzijde van de gevulde zak kan ontsnappen, doch binnendringen van vocht door deze openingen moeilijk is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoe-ringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin - Fig. 1 een kunststofzakkenbaan met kunststofzakken volgens de 20 uitvinding toont en fig. 2 een deel van een gevulde zak volgens fig. 1 en - fig 3 een deel van een kunststofzak in de uitgeslagen toestand.

In fig. 1 is een kunststofzakkenbaan 1 weergegeven omvattende kunststof zakken 2 met harmonikavouwen langs de langszijden, waarbij elke harmo-25 nikavouw een middelste harmonikavouwlangsrand 3 omvat, alsmede twee buitenste harmonikavouwlangsranden 4 en 5. Aan de andere zijde van de zak bevindt zich de middelste harmonikavouwlangsrand 3a en de twee buitenste harmonikavouwlangsranden 4a, 5a,

De kunststofzak 2 is afgesloten door een dwarslas 6, die zich uit-' 30 strekt over de gehele breedte van de kunststofzak en derhalve de folielagen 2a en 2b verenigt alsmede de folielagen 2a en harmonikavouwdelen 7 en Ja aan de ene zijde en aan de andere zijde folielagen 2b met de harmonikavouwdelen 8 en 8a. Men verkrijgt op deze wijze een optimale afsluiting.

Om een dergelijke zak in de gevulde toestand ein^Sfolvorm te laten 35 innemen zijn eerste vouwdeellassen 9, 10 aan de ene zijde van de zak en eerste vouwdeellassen 11, 12 aan de andere zijde van de zak aangebracht.

De eerste vouwdeellas 9 verbindt de bovenste folielaag 2a met de daaronder liggende harmonikavouwdeelfolielaag 7, terwijl de eerste vouwdeellas 10 de onderste folielaag 2b verbindt met de harmonikavouwdeelfolielaag 8.

8201684 -3-

Ter verkrijging van een goede ontluchting zijn één of meer perfora-tieopeningen 14 aangebracht in het gebied van de binnenste harmonikavouw-delen 7, 8 resp. 7a, 8a, begrensd door eerste vouwdeellassen 9, 10, 11, 12, middelste harmonikavouwlangsranden 3, 3a en lijnen 15, 15a. De lijn 15 5 strekt zich uit over de harmonikavouwdelen 7, 8 vanaf de middelste harmo-nikavouwïangsrand 3 tot aan de buitenste harmonikavouwlangsranden 4, 5.

Aan de andere zijde van de zak verloopt de genoemde lijn 15a tussen de binnenste harmonikavouwlangsrand 3a en de buitenste vouwlangsrand 4a, 5a. Vanzelfsprekend verlopen de lijnen 15 en 15a in hoofdzaak evenwijdig 10 aan de genoemde dwarslas 6.

In fig. 3 is een gedeelte van de bovenste folielaag 2a in weggebroken toestand weergegeven alsmede, het daaronder liggende harmonikavouw-deel 7a. Men ziet dan de perforatieopening 14 in de harmonikavouwdeel-folielaag 8a.

15 De kunststofzakken in de kunststofzakkenbaan volgens fig. 1 zijn met voordeel ook nog voorzien van tweede vouwdeellassen 16, 17, 18 en 19. Door het aanbrengen van een andere dwarslas kan men aan deze zijde een gevulde kunststofzak afsluiten, waardoor men daar ter plaatse eveneens een blokvorm aan de zak kan geven.

20 Voor het verwijderen van de kunststofzakken van de kunststofzakken baan 1 zijn met voordeel wandverzwakkingen 20 aangebracht alsmede insnijdingen 21, waardoor de zak gevuld kan worden.

In fig. 2 is in perspectief een gedeelte van een gevulde zak weergegeven, waarbij men duidelijk ziet dat de luchtdoorlatende perforaties 14 25 beschermd worden door de gedeelten 22, 23, 24 en 25 van de binnenste harmonikavouwdelen, liggende tussen de vouwdeellassen 9, 10, 11, 12 en de naburige dwarslas 6 alsmede buitenste harmonikavouwlangsranden 4, 5, resp. 4a, 5a.

De eerste vouwdeellassen 9, 10, resp. 11, 12, verlopen divergerend in de richting van het andere einde van de zak, terwijl de tweede vouwdeellas-30 sen 16, 17, 18, 19 eveneens divergerend verlopen in de richting van het eerste einde van de zak gevormd door de dwarslas 6.

Het verdient aanbeveling om bij dergelijke zakken eveneens perforatie-openingen 14 aan te brengen in het gebied van de harmonikavouwdelen 7, 8 resp. 7a, 8a in het gebied, begrensd door tweede vouwdeellassen 16, 17, 18, 35 19; middelste harmonikavouwlangsranden 3, 3a en lijnen 26 en 26a die zich uistrekken vanaf de middelste harmonikavouwlangsrand 3, 3a tot aan de buitenste harmonikavouwlangsranden 4, 5; 4a, 5a. Deze lijnen 26, 26a verlopen evenwijdig aan een dwarslas 6 en eindigen in het snijpunt van de tweede vouwdeellassen 16, 17, .18, 19 met de buitenste harmonikavouwlangsranden 4, 40 5, resp. 4a, 5a.

8201684 -4-

De dwarslas 6 vormt tevens de zakbodem 6.

De eerdergenoemde lijnen 15 en 15a gaan door- de snijpunten van eerste vouwdeellassen 9, 10, 11, 12 en buitenste randen 4, 5.

Het is duidelijk dat de perforaties 14, bij gevulde toestand van de 5 zak, afgedekt worden door de aan de dwarslas 6 grenzende gedeelten 26 van eerste en tweede harmonikavouwdeel.:

Vanzelfsprekend kan men bij achterwegelaten van de eerste vouwdeellassen 9, 10, 11, 12 de perforaties 14 aanbrengen in de gedeelten 26 van de vouw die verenigd zijn met de dwarslas 6 en/of in de gedeelten 27 die 10 begrensd worden door middelste harmonikavouwlangsrand 3, 3a en een denkbeeldige lijn, die de plaats inneemt van de eerste vouwdeellassen 9, 10, 11, 12.

8201684

Claims (6)

1. Kunststofzak met harmonikavouwen langs de langszijde, elke harraonika-vouw omvattende een middelste harmonikavouwlangsrand alsmede twee buitenste harmonikavouwlangsranden die een eerste en tweede harmonikavouwdeel begrenzen alsmede tenminste één zich over de breedte van de zak uitstrekkende 5 dwarslas die in de randgebieden, vier folielagen en in het middelste gebied twee folielagen verbindt,, met het kenmerk, dat luchtdoorlatende, vulstof-deeltjes passage verhinderende, perforaties (14) aangebracht zijn in het gebied tussen de eerste en tweede harmonikavouwdelen (7, 7a, 8,8a) zodanig dat bij gevulde toestanS^e zak perforaties afgedekt zijn door gedeelten 10 (26 of 27) van eerste en tweede harmonikavouwdeel (7, 8, 7a, 8a) bij de dwarslas (6).

2. Kunstsotfzak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat luchtdoorlatende, vulstofdeeltjes passage verhinderende, perforaties (14) aangebracht zijn in het gebied van de eerste en tweede harmonikavouwdelen (7, 8, 7a, 8a), be- 15 grensd door ter weerszijden van de zak in. het gebied van genoemde dwarslas gevormde eerste vouwdeel-lassen (9» 10, 11, 12) die elk een buitenste folielaag verbinden met een daaronder liggende buitenste harmonikavouwdeel-folielaag en welke eerste vouwdeellassen divergerend verlopen in de richting van het andere einde van de zak, middelste harmonikavouwlangsrand (3, 3a) 20 en lijnen (15, 15a) verlopende tussen twee buitenste (4, 5, 4a, 5a) en een middelste (3, 3a) harmonikavouwlangsrand en in hoofdzaak evenwijdig aan de naburige dwarslas (6) en gaande door het snijpunt van de eerste vouwdeellassen (9» 10, 11, 12) en de buitenste harmonikavouwlangsranden (4,5;4a,5a).

3. Kunststofzak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de perfo- 25 raties (14) een grootte bezitten van 0,1 tot 5 mm, bij voorkeur tot 1,0 mm.

4. Kunststofzak volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de kunst-stofzakken met elkaar verenigd zijn tot een kunststofzakkenbaan (1) met wandverzwakkingen tussen naburige zakken (2).

5. Kunststofzak volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de kunststofzak voorzien is van tweede deelvouwlassen (16, 17, 18, 19) aan het andere einde van de kunststofzak (2).

6. Kunststofzak volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat perforaties (14a) zijn aangebracht in het gebied van de binnenste harmonikavouwdelen (7, 8,7a, 8a) begrensd door genoemde tweede vouw- 35 deellassen (16, 17, 18, 19) en middelste harmonikavouwlangsrand (3, 3a) alsmede een lijn (26, 26a) verlopende evenwijdig aan een dwarslas ( 6) en gaande door het snijpunt van de tweede vouwdeellassen (16, 17, 18, 19) en de buitenste harmonikavouwlangsranden (4, 5; 4a, 5a). 8201684